Categorie: Economie

Economisch Nieuws

  • Werkloosheid eurozone stijgt naar 11,6%

    Eurostat schat in dat 25,75 miljoen mannen en vrouwen in de Europese Unie (EU27), waarvan 18,49 miljoen in de lidstaten van de eurozone (EA17), in september 2012 werkloos waren. Vergeleken met de maand augustus kwamen er 169.000 werklozen bij in de EU27-landen, waarvan 146.000 in de EA17-landen. Vergeleken met september 2011 steeg de werkloosheid in de EU27-landen met in totaal 2,15 miljoen personen. In de landen van de eurozone (EA17) steeg het aantal werklozen in een jaar tijd met 2,17 miljoen.

    De landen waar de werkloosheid het laagst was waren Oostenrijk (4,4%), Luxemburg (5,2%), Duitsland en Nederland (beide 5,4%). Het hoogst was de werkloosheid in Spanje (25,8%) en Griekenland (25,1% in juli). Vergeleken met een jaar geleden steeg de werkloosheid in twintig landen van de Europese Unie, in zeven landen daalde de werkloosheid. De grootste daling van de werkloosheid werd geregistreerd in Estland, Letland en Litouwen. De grootste stijging van de werkloosheid ten opzichte van september 2011 werd gemeten in Griekenland, Cyprus, Spanje en Portugal.

    Mannen versus vrouwen

    De werkloosheid onder mannen nam in een jaar tijd toe van 10,1 naar 11,5 procent in de eurozone en van 9,7 naar 10,6 procent in de Europese Unie. Onder vrouwen steeg de werkloosheid in de eurozone iets minder hard (van 10,6% naar 11,8%). In de hele Europese Unie steeg de werkloosheid onder vrouwen van 9,9% naar 10,7%.

    Jongeren

    Onder jongeren beneden de 25 jaar is de werkloosheid nog veel hoger. In de EU27-landen was die gemiddeld 22,8%, tegenover 21,7% een jaar eerder. In de eurozone was de jeugdwerkloosheid 23,3% in september van dit jaar, tegenover 21% een jaar eerder. De jeugdwerkloosheid was in september 2012 het laagst in Duitsland (8%), Nederland (9,7%) en Oostenrijk (9,9%) en het hoogst in Griekenland (55,6% in juli) en Spanje (54,2%). Voor de gedetailleerde cijfers per land kunt u hier de cijfers van Eurostat raadplegen.

    Werkloosheid in Europa blijft oplopen, klik voor grotere afbeeldingen (Bron: Eurostat)

  • Chinese centrale bank verschaft 385 miljard yuan aan liquiditeit

    Het bedrag is opgesplitst in twee verschillende soorten 'reverse repurchase agreements'. Hiermee koopt de centrale bank op de markt bezittingen (zoals bijvoorbeeld staatsobligaties), om die vervolgens op een afgesproken datum weer terug te verkopen. Het grootste gedeelte van de 395 miljard yuan aan liquiditeit komt via een 7-daagse reserse repurchase agreement op de markt, namelijk 290 miljard. De andere 105 miljard yuan blijft iets langer boven de markt hangen, dit bedrag wordt via een 30-daagse reverse repurchase agreement in de markt gebruikt. De 7-daagse reverse repo heeft een rente van 3,35% en de 30-daagse variant 3,6%.

    De centrale bank van China kan met deze interventies de hoeveelheid liquiditeit op de markt reguleren, en daarmee ook invloed uitoefenen op de rentetarieven. Naast geld injecteren haalt de People's Bank of China ook wel eens geld uit de markt, door middel van een normale repurchase agreement (bezittingen op de markt brengen in ruil voor geld). Dit was volgens Also Sprach Analyst de eerste liquiditeitsinjectie sinds de afgelopen twee weken, maar daarvoor zijn er velen geweest (zie grafiek).

    Omdat er deze week ook eerdere (reverse) repurchase agreements aflopen is de injectie van dinsdag netto wel iets lager, namelijk 206 miljard yuan. De Chinese economie heeft de laatste tijd te maken met een instroom van kapitaal vanuit het buitenland, daarom hielden sommige analisten juist rekening met een verkrapping van de liquiditeit door de centrale bank.

    Als gevolg van de injectie van 395 miljard yuan zakte de rente op een 7-daagse repurchase agreement van obligaties met 105 basispunten richting 3,27%. De 14-daagse repurchase agreement zakte van 4,793 naar 4,767 procent. De grootste daling in de rente was te zien bij de kortste repurchase agreement van 1 dag. Daar van ging de rente omlaag van 4,49% naar 3,078%, aldus de berichtgeving op Reuters.

    Chinese yuan stijgt ten opzichte van de Amerikaanse dollar

    Volgens Liu Yuhui, werkzaam bij het Finance Lab van de Chinese Academie van Sociale Wetenschappen, heeft de centrale bank onlangs de yuan laten apprecieren ten opzichte van de dollar. Afgelopen maandag stond de yuan op het hoogste punt sinds 1993. In de maand oktober is de yuan al met 0,7% aangesterkt ten opzichte van de Amerikaanse dollar. Daarmee lijkt oktober de derde maand op rij te worden waarin de Chinese valuta aansterkt ten opzichte van de dollar. Door de yuan te laten aansterken beantwoordt China de kritieken vanuit de VS dat het haar munt kunstmatig goedkoop maakt. Mitt Romney heeft in de verkiezingsstrijd al meerdere malen gezegd dat hij China zou aanmerken als 'valuta manipulator'. We kunnen van Amerika en haar dollar overigens precies hetzelfde zeggen, aangezien het beleid van de Fed ervoor zorgt dat de dollar steeds minder waard wordt.

    Volgens Zhao Xijun, decaan bij de School of Finance van de Renmin University of China, heeft de Chinese centrale bank weer liquiditeit verschaft om te beantwoorden aan de vraag naar meer kredieten van commerciele partijen. De Chinese economie lijkt na een zwakke periode eerder dit jaar weer wat aan te sterken, waardoor de vraag naar kredieten toegenomen is. ''In het vierde kwartaal zal het aantal nieuwe leningen waarschijnlijk groter zijn dan in de periode van juli t/m september, omdat China nu veel meer investeert in projecten om de infrastructuur te verbeteren'', aldus Xijun.

    Xijun waarschuwt voor de instroom van speculatief geld uit het buitenland, dat een bedreiging kan vormen voor de stabiliteit van de economie. ''Als kapitaal uit het buitenland in bepaalde beleggingen stroomt die al aan het oververhitten zijn, dan kan dat de inspanning die de overheid heeft geleverd om de markt af te remmen ongedaan maken.''

    Omdat de Chinese centrale bank de komende twee maanden een grote instroom van geld uit het buitenland verwacht zal het nog minstens tot eind december wachten met een eventuele verlaging van de kapitaalratio voor banken.

    PBoC injecteerde deze week 395 miljard yuan in de economie vanwege beperkte liquiditeit (Data van PBoC, grafiek van Also Sprach Analyst)

  • Grafieken: Goudprijs versus balanstotaal centrale banken

    Uit onderstaande grafieken kunnen we de conclusie trekken dat goud niet zomaar een grondstof is, maar dat het bij wijze van spreken drijft op het gezamenlijke balanstotaal van centrale banken. Groeit de omvang van de balans, dan wordt dat weerspiegeld door een stijgende goudprijs. We zouden het goud kunnen vergelijken met een drijvend object in een bak water, waarbij het water het balanstotaal voorstelt van verschillende centrale banken. Stijgt het waterpeil (het balanstotaal), dat stijgt de goudprijs op den duur mee. Onderstaande grafiek laat zien dat de goudprijs al vanaf 1999 vrijwel gelijke tred houdt met het groeiende balanstotaal van de zeven belangrijkste centrale banken in de wereld (Federal Reserve, ECB, Bank of England, Bank of Japan, SNB, CBR en People's Bank of China) en dat goud een goede beschermng biedt tegen geldontwaarding.

    Goud

    Als de goudprijs over het balanstotaal van de zeven genoemde centrale banken wordt gelegd zien we twee momenten waarop een grote afwijking zichtbaar is. Het eerste moment was in 2008, toen de plotselinge deflatoire druk van de crisis ervoor zorgde dat er ook goud van de hand werd gedaan door beleggers en de prijs als gevolg daarvan zakte. In 2011 liep de goudprijs in feite te snel op, toen een niveau van $1.920 per troy ounce bereikt werd en een correctie volgde.

    De goudprijs geprojecteerd op het balanstotaal van zeven centrale banken (Bron: SocGen)

    Grondstoffen

    Als we vervolgens kijken naar grondstoffen zien we een minder duidelijke relatie met het soepele monetaire beleid van centrale banken. Tijdens het QE2 programma van de Fed stegen grondstoffen mee met aandelen en goud, maar sinds de aankondiging van QE3 in september hebben grondstoffen het helemaal niet zo goed gedaan (olie -5% en metalen -3%). Ook deden grondstoffen het de laatste tijd slechter ten opzichte van de ontwikkeling van de wereldhandel. Tijdens voorgaande crises was er een sterke correlatie zichtbaar tussen grondstofprijzen en de groei van de wereldhandel, maar die relatie is sinds 2009 minder duidelijk geworden. Onderstaande grafiek brengt dat goed in beeld.

    Ontwikkeling grondstofprijzen versus groei wereldhandel (Bron: SocGen)

    Metalen

    De derde grafiek die u hieronder ziet maakt duidelijk dat de prijzen van industriële metalen erg volatiel kunnen zijn en niet altijd gelijke tred houden met de totale wereldwijde productie van de industrie. De prijzen van metalen zijn in deze grafiek afgeleid van de London Metals Exchange Metals Index (LMEX), een gewogen index van de prijzen van aluminium, zink, nikkel, lood, koper en tin aan de London Metals Exchange (LME).

    Prijzen van industriële metalen wijken soms sterk af van de hoeveelheid industriele productie (Bron: SocGen)

    Goud versus grondstoffen

    Zowel goud als grondstoffen worden de laatste jaren genoemd als veilige belegging, omdat het beide tastbare bezittingen zijn die hun waarde zouden behouden in een omgeving van ''centrale banken die geld bijdrukken''. Deze aanname blijkt niet geheel waar. Hoewel de goudprijs sterk correleert met de hoeveelheid bezittingen die centrale banken op hun balans hebben staan blijken grondstoffen en industriële metalen veel sterker samen te hangen met de groei van de wereldeconomie en de wereldwijde industriële productie dan met het 'soepele monetaire beleid' van centrale banken.

    Maar ook de correlatie tussen grondstoffen en de economische groei blijkt minder robuust, aangezien grondstoffenprijzen soms ook sterk kunnen fluctueren. Zo zagen we afgelopen zomer de voedselprijs snel oplopen als gevolg van droogte in de VS en in Rusland. De olieprijs, die ook invloed heeft op de productiekosten van andere grondstoffen, blijkt op haar beurt ook sterk te reageren op onrust in het Midden-Oosten.

    Beleggers die in grondstoffen stappen lijken het meest te profiteren als de wereldeconomie weer aantrekt. Beleggers die voor fysiek goud kiezen zijn waarschijnlijk het beste af in een omgeving waarin het geld steeds minder waard wordt.

  • ECB-president Draghi geïnterviewd door Der Spiegel

    Spiegel: President Draghi, heeft u een spaarrekening?

    Draghi: Ja.

    S: Weet u hoeveel rente u daarop krijgt?

    D: Ongeveer 1,75%, dat is de huidige spaarrente in Italië.

    S: De rente op een Duitse spaarrekening is nog lager dan dat. De rente is bij lange na niet genoeg om te compenseren voor de stijgende prijzen. Betalen spaarders de rekening van de eurocrisis?

    D: Nee. Als we de eurocrisis niet oplossen betalen we allemaal de prijs. En als we het wel oplossen zullen we er allemaal van profiteren, vooral de Duitse belastingbetalers en spaarders. De rente in Duitsland ligt op een zeer laag niveau, met een negatieve rente op bepaalde staatsobligaties. Dat is niet het gevolg van onze maatregelen, maar van het gegeven dat Duitsland wordt gezien als een veilige haven voor vermogen in andere delen van de eurozone.

    S: Desondanks maken veel mensen, vooral in Duitsland, zich zorgen over de waarde van hun geld, omdat de rente door de ECB verlaagd is tot een historisch laag niveau en omdat de centrale bank heeft aangekondigd dat het grootschalige aankopen zal doen van staatsobligaties van de zwakkere eurolanden. Maken die mensen zich terecht zorgen?

    D: Wij nemen de zorgen van de mensen zeer serieus. Men heeft het recht om te vragen waarom we een programma aankondigen om staatsobligaties op te kopen. Eén ding moet duidelijk zijn: het met vertrouwen beantwoorden van de schuldencrisis, terwijl de prijsstabiliteit gewaarborgd blijft, zal ook de Duitse belastingbetalers en spaarders helpen.

    S: Leg ons dat dan eens uit.

    D: De vertrouwenscrisis zorgt ervoor dat geld richting Duitsland stroomt. Dit werkt drukkend op de Duitse rente en verhoogt de rente in andere landen naar een onrechtvaardig hoog niveau. Om het simpel te zeggen: de rente gaf, samen met andere dingen, een weerspiegeling van de speculatie dat de eurozone uiteen zou vallen. Die speculatie was ongegrond en daarom moesten we die bestrijden.

    S: Dus u besloot de regering in Romen en Madrid te helpen.

    D: Nee, de beslissende factor was iets anders. De hoge rente op staatsobligaties deed ook de rente op bedrijfsleningen en hypotheken in die landen stijgen. Dit zette de effectiviteit van ons monetaire beleid op het spel: ongeacht hoeveel we de rente zouden verlagen, het zou geen effect meer hebben op de reële economie. We konden niet meer achterover leunen en niets doen.

    S: Veel experts betwijfelen of de rente op leningen in Spanje en Italië echt op een alarmerend hoog niveau stond.

    D: Daar is geen redenering voor te bedenken; we hebben veel bewijs. Denk aan een bank in Spanje die amper nog een obligatie kon uitgeven, terwijl deze bank objectief gezien even solvabel was als een kredietverlenende instelling in Duitsland. Geen wonder dat banken totaal verschillende rentes hanteren op leningen, afhankelijk van de kant van de grens waaraan ze zitten. Om deze reden krijgt een getrouwd stel compleet verschillende voorwaarden op de hypotheek voor een appartement in Madrid dan op een appartement in München.

    S: Het is niet ongebruikelijk dat de rente op een lening van land tot land verschilt.

    D: Dat is waar, maar de verschillen waren op een schaal die aan alle normale niveaus voorbij gingen. Rentes hoeven niet identiek te zijn binnen de eurozone, maar het is onacceptabel als er grote verschillen ontstaan als gevolg van een gebroken kapitaalmarkt of zorgen om het uiteenvallen van de eurozone. Daaaast waren de rentes in sommige landen op kortlopende leningen hoger dan op langlopende, wat wij beschouwen als een waarschuwingssignaal. Onze analyse gaf aan dat er een serieuze vertrouwenscrisis was en dat we die acuut moesten aanpakken.

    S: Maar veel mensen, vooral in Duitsland, geloven dat uw [die van de ECB] maatregelen illegaal zijn. U zou proberen het verbod op de financiering van staatsschulden door de ECB te omzeilen door geld bij te drukken.

    D: Dat is onjuist. Het is ons verboden om staatsobligaties rechtstreeks van overheden te kopen en wij houden ons aan dat verbod. Maar we mogen wel obligaties kopen op de secundaire markt – dus van banken en financiële instellingen – als dat noodzakelijk is voor ons monetaire beleid. En dat is precies wat we doen.

    S: Het is de vraag waarom u mensen bang moest maken met de opmerking dat u zich aan het voorbereiden bent om 'onbeperkt staatsobligaties te kopen'. Realiseerde u zich niet dat u mensen bang zou maken?

    D: Ik heb gekozen voor het woord 'onbeperkt' om duidelijk te maken dat we vastberaden zijn in het verdedigen van de euro. Je moet begrijpen hoe de markten werken. Maar onbeperkt betekent niet ongecontroleerd. Integendeel, we kopen alleen obligaties van landen die stricte voorwaarden accepteren en wij zullen zorgvuldig controleren of aan de voorwaarden voldaan is.

    S: Wij hebben daar onze twijfels over. Zult u echt weigeren een land te helpen als het niet aan de voorwaarden voldoet?

    D: Natuurlijk. Als een land zich niet houdt aan wat afgesproken is, zullen we het programma op obligaties op te kopen niet voortzetten. We hebben aangekondigd dat we het programma stilleggen zodra een land aan een 'review' onderworpen wordt. Dan zullen we het IMF en de Europese Commissie vragen om te beoordelen of een land zich houdt aan de voorwaarden van de overeenkomst. Pas na een positieve beoordeling zal het programma weer worden hervat.

    S: We hoeven alleen maar naar Griekenland te kijken om een beeld te krijgen van de geloofwaardigheid van dergelijke uitspraken. De regering in Athene is haar verplichtingen naar het Troika (IMF, ECB, Europese Commissie) herhaaldelijk niet nagekomen en toch krijgt het land de volgende tranche uit het noodfonds.

    D: Dat is geen gepaste vergelijking. Griekenland wordt niet in de overweging meegenomen voor het OMT-programma, omdat het programma uitsluitend gericht is op landen die zichzelf kunnen financieren via de kapitaalmarkt. Dit is compleet anders.

    S: Veel mensen zijn desondanks bezorgd dat de ECB een aanzienlijke hoeveelheid risicovolle staatsobligaties van Zuid-Europese landen op haar balans gaat zetten. De ECB heeft al ongeveer €200 miljard aan obligaties van landen als Portugal en Ierland op de balans staan. Moet uiteindelijk de belastingbetaler opdraaien voor landen die hun schuldenlast niet meer kunnen dragen.

    D: Daar ga ik niet van uit, eerder van het tegenovergestelde. Tot dusver hebben de aankopen van staatsobligaties geld opgeleverd, geld dat terugvloeit naar de centrale banken van de leden van de eurozone en dat daarmee een bijdrage levert aan de verschillende overheden en belastingbetalers.

    S: Kunt u garanderen dat het zo blijft?

    D: Eén ding is helder: Als Zuid-Europese overheden doorgaan met het succesvol implementeren van de hervormingsmaatregelen zoals ze dat in de afgelopen maanden hebben gedaan, dan zullen Duitse belastingbetalers profiteren van de obligaties die de ECB gekocht heeft. Er is geen betere bescherming tegen een eurocrisis dan het succesvol doorvoeren van structurele hervormingen in Zuid-Europese landen.

    S: Je kunt dat ook anders uitleggen: de balans van de ECB is blootgesteld aan de politieke ontwikkelingen in Madrid, Rome en Lissabon. Denkt u dat het verstandig is voor een centrale bank om uzelf op deze manier afhankelijk te maken van overheden?

    D: Wij maken ons niet afhankelijk, eerder het tegenovergestelde. Toen de crisis begin deze zomer escaleerde had de ECB drie opties. De eerste was niets doen en toestaan dat de crisis erger en erger zou worden, met grote risico's voor met name de Duitse belastingbetaler. De tweede optie was om onvoorwaardelijke steun te geven en de derde optie om voorwaarden te stellen aan de steunmaatregelen. De ECB koos de derde optie, omdat dat de beste manier zou zijn om de oorzaken van de crisis te bestrijden. Overheden moeten zich committeren aan een degelijk economisch en financieel beleid. Op die manier verzekeren we hervormingen in de eurozone en de onafhankelijkheid van de ECB.

    S: De ervaring leert ons wat anders. Als u kunstmatig de rente omlaag brengt wordt het voor overheden makkelijker om geld te lenen en neemt het druk weg om te hervormen.

    D: Hoge rente is de meest significante druk op een regering die niet wenst te hervormen, dat ben ik met u eens. Dit is precies de reden waarom we vasthouden aan stricte voorwaarden. Daar komt bij dat we de verschillen in rente tussen landen niet compleet willen elimineren. We willen uitsluitend interveniëren als de verschillen excessief worden.

    S: Veel experts twijfelen eraan dat u in dit opzicht een helder onderscheid kunt maken.

    D: Daar zijn we het niet mee eens. Er zijn modellen en indicatoren beschikbaar die ons helpen om een weloverwogen oordeel te vormen.

    S: Toen u het programma (OMT) aankondigde stond de 10-jaars rente in Spanje op 6,5%. Welk gedeelte daarvan was speculatief?

    D: Dat kan ik u niet vertellen. We hebben besloten om geen exacte cijfers te geven voor ons programma waarop men later kan terugkomen. Wat ik u wel kan vertellen is dat een goede analyse de noodzakelijke aanwijzingen kan geven ten aanzien van het punt waarop de verschillen in rente reden zijn tot zorg.

    S: We zijn bang dat u verstrengeld raakt in een hopeloze politieke discussie met Europese overheden. Om de monetaire unie op een stevig fundament te kunnen zetten zult u waarschijnlijk voorkeur hebben voor een grotere mate van centralisatie van economisch en financieel beleid. Daar hebben we totnogtoe weinig van gezien.

    D: Dit is niet hoe ik het zie. Overheden hebben de juiste weg ingeslagen. Ze hebben zichzelf gecommitteerd tot het overdragen van meer budgettair en financieel beleid naar een Europees niveau. Ze moeten de noodzakelijke beslissingen hierover nemen tijdens het topoverleg in december.

    S: Tot op dit moment hebben overheden alleen bereidheid getoond om hun begroting te laten toetsen door de Europese Commissie. De feitelijke beslissingen worden echter nog steeds op nationaal niveau genomen.

    D: Overheden hebben inmiddels maatregelen genomen die een jaar geleden nog compleet ondenkbaar waren. Dit is vooruitgang, al is het nog niet genoeg.

    S: Waarom niet?

    D: Als je het vertrouwen in de eurozone wilt herstellen heb je regels nodig, maar dat is nog maar een eerste stap. Je moet er ook zeker van zijn dat de regels nageleefd worden. Dit is waar het in het verleden aan ontbrak en waar overheden nu aan moeten werken.

    S: Minister van Financien Wolfgang Schauble heeft een voorstel gedaan voor een commisaris voor Economisch en  Monetair beleid binnen de EU en die een directe inspraak te geven in nationale begrotingen. Wat vindt u van dat voorstel?

    D: Ik ben er een groot voorstander van. Overheden zullen er goed aan doen dit serieus te overwegen. Ik ben er volledig van overtuigd dat landen, om het vertrouwen in de eurozone te kunnen herstellen, er goed aan doen om een deel van hun soevereiniteit over te dragen naar een Europees niveau.

    S: Maar dat is precies waar veel landen niet toe bereid zijn. Waarom zijn ze daar zo tegen?

    D: Veel overheden moeten nog tot het besef komen dat ze hun soevereiniteit al lang geleden zijn kwijtgeraakt. Omdat ze in het verleden hebben toegestaan dat de schulden zich opstapelden hebben ze nu de goodwill van de financiële markten nodig. Het klinkt als een paradox, maar het is ontegenzeggelijk waar: alleen als landen in de eurozone hun soevereiniteit willen delen op Europees niveau zullen ze weer soevereiniteit terugkrijgen.

    S: De tweede maatregel waarmee u de monetaire unie op een steviger fundament wilt zetten was de totstandkoming van een Europese toezichthouder (SSM), met de ECB aan het hoofd. Helaas zal dit nog niet gereed zijn op 1 januari 2013, zoals gepland was. Bent u daar teleurgesteld over?

    D: Helemaal niet. Het is belangrijker dat het SSM goed werkt, nog belangrijker dan wanneer het van start gaat. Anders zou de reputatie en de onafhankelijkheid van de ECB op het spel staan.

    S: Waarom denkt u dat de ECB beter is in het toezicht houden op banken dan de competente nationale toezichthouders die nu aan het roer staan?

    D: Het is niet zo dat we de nationale toezichthouders willen vervangen, integendeel. We willen nauw met ze samenwerken. Ze moeten echter geheel onafhankelijk opereren van overheden. In het verleden werden problemen in de bankensector keer op keer verzwegen.

    S: Zoals in Spanje…

    D: Ik ga geen namen noemen. Hoe dan ook ben ik er zeker van dat we meer onafhankelijk en sneller kunnen reageren als Frankfurt aan de basis staat van het nemen van beslissingen op het gebied van toezicht.

    S: Maar dat betekent dat de onafhankelijkheid van uw monetaire beleid bedreigd wordt. Bent u in staat een onpartijdige beslising te nemen over rentestanden als u hiermee het risico loopt grote banken in financiële problemen te duwen?

    D: Ik ben me bewust van dat risico en daarom moet er ook een stricte scheiding zijn tussen de twee gedeeltes van de ECB. De Raad van Bestuur van de ECB moet de meeste toezichthoudende taken toewijzen aan een onafhankelijke commissie die primair bestaat uit toezichthouders.

    S: Dat klinkt bescheiden, omdat u nu feitelijk meer verantwoordelijkheden heeft dan welke andere centrale bankier die u voor ging. U bent de grootste crediteur van veel landen in de eurozone. U bent hoofd toezichthouder en u ontwerpt een nieuwe structuur voor de eurozone in samenwerking met Herman van Rompuy. Is het onjuist als ik u de machtigste man in Europa noem?

    D: Dat is zeker niet hoe ik mijzelf zie. Ten aanzien van de bankenunie bijvoorbeeld leveren wij alleen technische assistentie, omdat we daarvoor gevraagd zijn.

    S: Na elk overleg van de EU komt u samen met de regeringsleiders in het nieuws. Probeert u te zeggen dat u geen invloed heeft?

    D: Ik begrijp dat ik die indruk kan wekken, maar ik ben me er terdege van bewust dat ik een centraal bankier ben zonder een politiek mandaat die alleen samenwerkt met de Raad van Bestuur van de ECB.

    S: In Duitsland hebben mensen verschillende meningen over uw manier van crisisbestrijding. Bent u verrast door de hoeveelheid kritiek?

    D: Ik had afgelopen woensdag de gelegenheid om uitvoerig gedachten uit de wisselen met leden van de Bundestag. Mijn indruk was dat ik een verschillende problemen kon uitleggen, vooral de manier waarop de maatregelen samenvallen met het mandaat van prijsstabiliteit op de middellange termijn en volledige onafhankelijkheid.

    S: De angst komt voort uit het verleden. Duitsers hebben geleerd dat als een centrale bank de markt overspoeld met geld, die altijd zorgt voor inflatie.

    D: We nemen deze angst zeer serieus. Maar de correlatie is niet zo simpel. In sommige gevallen, zoals in de Weimarrepubliek, zorgde het drukken van geld voor inflatie. Maar in andere gevallen zorgde proactief beleid van centrale banken niet voor inflatie.

    S: Je bedoelt het besluit van de Federal Reserve aan het begin van deze eeuw om de rente drastisch te verlagen, waardoor een bubbel op de huizenmarkt ontstond die weer leidde tot de financiële crisis van 2008. Hoe kunt u uitsluiten dat iets soortgelijks zich niet zal herhalen in Europa?

    D: Wij, de Raad van Bestuur van de ECB, zijn gecommitteerd aan het bewaken van prijsstabiliteit en het vermijden van systematische bubbels in bepaalde markten. Totnogtoe hebben we op lokaal niveau wel wat stijgende prijzen gezien in een aantal markten. Zulke fenomenen moeten regionaal worden aangepakt door de relevante politieke autoriteiten en toezichthouders. Bijvoorbeeld door van banken te eisen meer kapitaal aan te houden ten opzichte van de uitstaande leningen.

    S: Wat wilt u zeggen tegen Duitsers die bang zijn voor inflatie?

    D: Op dit moment zie ik geen enkele bedreiging voor de prijsstabiliteit. De ECB blijft zich toeleggen tot het bewaken van stabiele prijzen zoals het dat in het verleden heeft gedaan. We verwachten met vrij grote zekerheid dat de inflatie in de eurozone volgend jaar zal dalen tot beneden ons doelstelling van lager dan, maar dicht bij de 2%.

    S: Bij het begin van de monetaire unie werd Duitsers beloofd dat de ECB zou functioneren als een tweede Bundesbank. Velen spreken nu van een nieuwe Banca d'Italia, die dubbele inflatiecijfers accepteerde in de jaren zeventig van de vorige eeuw.

    D: Ik beschouw zulke beschuldigingen, om het maar mild uit te drukken, als onelegant. Om twee redenen: in de jaren zeventig was de Banca d'Italia niet onafhankelijk. Ten tweede is de situatie vandaag de dag compleet anders. Maar er is ook een persoonlijke reden. Als gevolg van de hoge inflatie in Italie verloor mijn familie een groot gedeelte van het spaargeld. Je kunt er daarom gerust op zijn dat ik niet alleen professioneel maar ook persoonlijk gecommiteerd ben aan het leveren van prijsstabiliteit.

    S: Twee Duitse leden van de Raad van Bestuur van de ECB hebben hun functie neergelegd in protest tegen de ingeslagen koers. Het hoofd van de Duitse Bundesbank, Jens Weidmann heeft zich openlijk uitgesproken tegen uw beleid. Zet dat u niet aan het denken?

    D: Natuurlijk. Dat reflecteert de zorgen waarmee we onze beslissingen nemen. U kunt ervan verzekerd zijn dat we met onze maatregelen strict vasthouden aan ons mandaat.

    S: Uw voormalige collega Jurgen Stark, die zijn functie neerlegde, ziet het anders.

    D: Zijn redenering wordt niet onderschreven door de Raad van Bestuur van de ECB.

    S: Maar feit is dat u dingen doet die voorheen als onbegrijpelijk werden gezien.

    D: We zitten momenteel ook in een crisis die voorheen als onbegrijpelijk werd beschouwd. Het is daarom niet echt nuttig om onze maatregelen te vergelijken met die van het verleden. Als we praten over de cultuur van de Bundesbank bedoelen we de cultuur van onafhankelijkheid en prijsstabiliteit. Ik ben diep verbonden met beide principes en kan je verzekeren dat alle leden van de Raad van Bestuur van de ECB net zo sterk gecommiteerd zijn aan het bewaken van prijsstabiliteit in een volledig onafhankelijke positie en conform het mandaat van de oprichters.

    S: In een recent interview met Der Spigel waarschuwde de heer Weidmann dat financiering via de centrale bank verslavend kan werken, net als een soort drug.

    D: Dat risico bestaat en dat houden we in ons achterhoofd. Maar financiering via de centrale bank kan ook behulpzaam zijn, als een medicijn. En ook dat moet men in het achterhoofd houden.

    S: Hoe lang kan de controverse tussen u en de heer Weidmann doorgaan?

    D: Ik zou willen dat bepaalde discussies op een meer gecontroleerde manier gevoerd worden. De heer Weidmann en ik begrijpen elkaar goed. We hebben hetzelfde doel voor ogen en onze meningsverschillen over de correctie instrumenten zijn niet onoverkomelijk.

    S: Je woont nu in Frankfurt. Hoe vaak reis je naar Italië?

    D: Niet zo vaak. Ik houd van Frankfurt, vooral de musea. Die bezoek ik graag met mijn vrouw.

    S: De heer Draghi, bedankt voor dit interview.

             ***                           ***

    Vertaling door Frank Knopers

    Bron: ECB

     

    European Central Bank
    Directorate Communications
    Press and Information Division
    Kaiserstrasse 29, D-60311 Frankfurt am Main
    Tel.: +49 69 1344 7455, Fax: +49 69 1344 7404
    Inteet: http://www.ecb.europa.eu

    Reproduction is permitted provided that the source is acknowledged.

  • Winkelverkopen Spanje bijna 11% lager dan jaar geleden

    De trend die we in Spanje waaemen is duidelijk neerwaarts, want dit was de 27e maand op rij waarin de winkelverkopen daalden. De consumptie wordt afgeremd door de slechte economische toestand in Spanje, waar een kwart van de beroepsbevolking werkloos is en waar zelfs één op de twee jongeren geen baan heeft. Verder blijkt dat Spanjaarden meer zijn gaan sparen en meer geld opzij zetten om schulden af te betalen. Ten opzichte van het begin van dit jaar zijn de winkelverkopen al met 12,6% gedaald, zo blijkt uit de data die het Spaanse Burea voor de Statistiek (INE) maandag heeft vrijgegeven.

    Bron: INE

  • ‘Groot-Brittannië is in 2014 een derde wereld economie’

    Elliott en Atkinson maken in hun boek getiteld 'Going South: Why Britain will have a Third World Economy by 2014' een vergelijking met de Britse voetbalclub Aston Villa. Volgens de auteurs heeft de Britse economie zich de afgelopen honderd jaar ''gedragen als Manchested United of Arsenal, terwijl het dat niet is''. De Britse economie heeft zich volgens de twee auteurs zwak ontwikkeld in de afgelopen honderd jaar, getuige het chronische tekort op de handelsbalans. Sinds 1983 heeft het land keer op keer meer producten en diensten geïmporteerd dan geëxporteerd, een levensstijl die de Britse economie kon financieren door geld te lenen van handelspartners als China en door beleggingsproducten te verkopen aan buitenlandse beleggers.

    Als gevolg van het chronische handelstekort is de economie volgens Elliott en Atkinson scheefgegroeid en is het niet functioneren van de overheid steeds zichtbaarder geworden. In het boek – dat in juni 2012 werd gepubliceerd – staat dat buitenlandse investeerders ongeveer £200 miljard (€248 miljard) hebben belegd in Groot-Brittannië, meer dan het bedrag dat Britse beleggers hebben gestoken in bezittingen in het buitenland.

    Sinds de economische crisis wordt het land geconfronteerd met nieuwe problemen, zoals een oplopende staatsschuld en een 13% daling van het reële inkomen sinds 2008. Desondanks heeft het Britse pond volgens de auteurs van het boek goed stand gehouden en hebben beleggers nog steeds vertrouwen in de Britse staatsobligaties. Vooral in verhouding tot tal van Europese landen lijkt het in Groot-Brittannië allemaal wat beter te gaan.

    Volgens een recente peiling die Ipsos-MORI maandelijks uitvoert in opdracht van 'The Economist' was 52% van de ondervraagde Britten in september nog steeds van mening dat de economische situatie het grootste probleem is in hun land. Dat was 9% lager dan de maand ervoor en het laagste percentage in zestien maanden tijd.

    Schuldenprobleem

    Volgens Elliott en Atkinson werkt de enorme staatsschuld en de hoge private schulden verlammend voor de Britse economie. Het verlagen van de rente door de Bank of England heeft onvoldoende geholpen om de economische groei weer aan te jagen. Het schuldenprobleem is inmiddels ook al op het bordje van de centrale bank geschoven, want zoals we eerder al schreven koopt de Bank of England via het QE programma een groot gedeelte van de nieuwe schulduitgifte van de Britse overheid op.

    Het is nog maar de vraag hoe de Britse overheid dit schuldenprobleem gaat oplossen. Het in evenwicht brengen van de begroting zal ongetwijfeld gepaard gaan met een nieuwe recessie, terwijl het blijven stapelen van schuld eveneens geen duurzame oplossing is voor de langere termijn. De Bank of England praat weliswaar over het ongedaan maken van haar QE programma door in de toekomst obligaties weer te verkopen, maar onder de huidige omstandigheden is het zeer onwaarschijnlijk dat dat gaat gebeuren.

    Mocht het vertrouwen in het Britse pond wegvallen, dan is het onvermijdelijk dat de Britse economie een stapje terug moet doen. De import waar de Britse economie momenteel nog zo sterk van afhankelijk is, zal bij een zwakkere valuta simpelweg te duur worden.

    Bron: CNBC

    Elliott en Atkinson verwachten dat Groot-Brittannië zal vervallen in een derde wereldeconomie

  • VVD en PvdA presenteren regeerakkoord

    Het volledige regeerakkoord is vandaag vrijgegeven en telt 82 pagina's. Het document draagt de titel 'Bruggen slaan'. Het volledige regeerakkoord kunt u onder andere hier downloaden. Vandaag publiceerde het Centraal Planbureau (CPB) ook al een analyse van het concept regeerakkoord van 24 oktober. Dit document telt 48 pagina's en is hier te vinden.

    Hieronder de inleiding uit het definitieve regeerakkoord dat vandaag werd aangekondigd:

    Bruggen slaan
    VVD en PvdA delen een onverwoestbaar geloof in de toekomst, een rotsvast vertrouwen in wat Nederlanders samen voor elkaar kunnen krijgen en de diepe overtuiging dat ons land de komende jaren een stabiel en daadkrachtig kabinet nodig heeft om hiervoor kracht en energie vrij te maken.
     
    Als volkspartijen met steun in brede lagen van de bevolking zien wij het als onze opdracht om bruggen te slaan. Tussen Den Haag en de samenleving. Tussen stad en landelijk gebied. Tussen rijk en arm. Tussen jong en oud. Tussen hoog- en laagopgeleiden. Tussen mensen die in elke verandering een uitdaging zien en mensen die vooral bezorgd naar veranderingen kijken. Deze coalitie wil de onderlinge verbondenheid, het optimisme en de kracht van Nederland versterken.
     
    Dit regeerakkoord weerspiegelt onze zoektocht naar het beste van twee werelden. Wij hebben ons niet laten verlammen door verschillen of het tegenhouden van plannen van de ander; wij zoeken inspiratie in wat ons bindt. Het land heeft samenwerking nodig en daar vroeg de kiezer op 12 september om.
     
    Dus reiken wij elkaar de hand en halen we het beste uit elkaar. Dat maakt grote hervormingen en noodzakelijke doorbraken mogelijk: in de zorg, op de woningmarkt, op de arbeidsmarkt, in het buitenlands beleid en op energiegebied. Hervormingen en doorbraken waardoor Nederland sterker uit de crisis kan komen.
     
    De ene partij is beducht voor een overheid die in de weg loopt. De andere partij vreest een overheid die mensen in de steek laat. Samen kiezen we voor een overheid die mensen niet in de eerste plaats als consument ziet, maar als burgers die de ene keer zelfstandig, de andere keer samen de toekomst van Nederland vormgeven. Een betrouwbare overheid die kansen biedt en grenzen stelt; die optimaal beschermt en minimaal belemmert.
     
    Wij zijn ervan overtuigd dat het goed is voor onze samenleving en onze burgers om ruimte te maken voor initiatief en ondeemerschap. En wij weten dat het verstandig en sociaal is om er te zijn voor mensen, die niet mee kunnen komen. Ieder mens is allereerst zelf verantwoordelijk voor succes in het leven en de mogelijkheden daartoe willen wij zo groot mogelijk maken. Maar nooit zullen wij de ogen sluiten voor de mensen die het zonder extra zetje in de rug niet kunnen redden.
     
    Wij willen Nederland sterker uit deze crisis laten komen. Met een solide beleid: dus brengen wij de overheidsfinanciën op orde en stimuleren wij innovatie en duurzame technologie. En op een sociale manier: dus verdelen wij de lasten eerlijk en richten wij
    onze collectieve voorzieningen zo in dat ze ook voor latere generaties toegankelijk blijven. We investeren extra in onderwijs en stellen hogere kwaliteitseisen aan leraren en schoolleiders. Ook dat is solide en sociaal.
     
    Een sterke economie heeft baat bij een hoge kwaliteit van dienstverlening door de overheid. Dat kan alleen als we vakmanschap meer ruimte en waardering geven. Mensen in de voorste linie van het onderwijs, in de zorg en bij de politie moeten trots kunnen zijn
    op hun werk en zich gesteund weten door hun leidinggevenden. Vertrouwen, ruimte en voldoende tijd zijn daarbij belangrijke randvoorwaarden. Niet toegeven aan de reflex om op elk incident te reageren met nieuwe regelgeving. Bewezen vakmanschap belonen met minder verantwoording en controle. Het loongebouw moet zo in elkaar zitten dat echte vakmensen voor promotie niet hoeven te vluchten in managementfuncties.
     
    Werk blijft de snelste route naar een goed inkomen en economische zelfstandigheid. Dat moet lonen. En werk moet fatsoenlijk zijn. Dus verkleinen wij de verschillen tussen flexibel en vast werk. Na ontslag staat alles in het teken van het vinden van nieuw werk. We accepteren niet dat mensen onnodig thuis zitten en spreken daar zowel hen als de werkgevers op aan.
     
    Ook voor de integratie van nieuwkomers in Nederland is werk van het grootste belang. Daarom stellen wij hoge eisen aan mensen die uit vrije wil naar Nederland komen: een opleiding, beheersing van de taal, een gedegen voorbereiding en het vermogen om hier economisch zelfstandig te kunnen leven. Maar wie dat doet en zijn of haar bijdrage levert aan de toekomst van ons allemaal, is en blijft welkom.
     
    Een sociale samenleving is een veilige samenleving. Een samenleving waarin bewoners en ondeemers zich gesteund weten door het gezag. Met politie die zichtbaar is op straat om duidelijke regels effectief te handhaven.
     
    Europa heeft ons vrede, veiligheid en welvaart gebracht. Als het Europa goed gaat, gaat het ons goed. Veel van onze werkgelegenheid en welvaart wortelt in een Europese markt waar Nederlandse ondeemers hun producten en diensten slijten. Van de euro hebben we
    veel profijt gehad en het einde van de euro zou grote onzekerheden voor onze economie en welvaart met zich mee brengen. We zijn bereid elkaar te helpen om de Europese Unie en de euro te versterken, maar niet tot elke prijs. Steun dient hand in hand te gaan met bewezen inspanningen van landen om hun financiële problemen op te lossen en hun economieën te versterken.
     
    Wij gaan aan de slag. Met passie voor ons mooie land en met hart voor de mensen. Met een open oog voor de wereld om ons heen. Met gevoel voor urgentie, maar ook met energie voor jaren en ideeën die aan één kabinetsperiode niet genoeg hebben. We gaan aan de slag door kansen te pakken, problemen op te lossen en bruggen te slaan.

    Diederik Samsom en Mark Rutte presenteren regeerakkoord coalitie (Afbeelding via BNR)

  • Groei Amerikaanse economie derde kwartaal gedreven door consumptie

    Het GDP is een optelsom van alle productie in een economie en wordt daarom ook vaak gezien als een indicator voor de stand van de economie. Het is weliswaar een indicator met grote tekortkomingen, maar globaal wordt het nog altijd geassocieerd met economische groei en krimp. Op Advisorperspectives verscheen een interessante grafiek met alle kwartaalcijfers van het Amerikaanse GDP sinds begin 2007. Hierop is niet alleen de ontwikkeling van het GDP te zien, maar is deze ontwikkeling ook uitgesplitst naar verschillende categorieën waaruit het GDP is opgebouwd. Onderstaande grafiek is samengesteld door Doug Short en is gebaseerd op de data die te vinden is op de website van het Bureau of Economic Analysis.

    Zoals de grafiek laat zien was de groei van het GDP het afgelopen kwartaal vooamelijk gedreven door consumptie van particulieren en van de overheid. Netto werden er iets meer goederen geimporteerd, waardoor het GDP iets omlaag werd gehaald. Private investeringen leverden in het derde kwartaal geen significante bijdrage aan de groei van het GDP. Enkele statistieken:

    • Private consumptie steeg van 1,5% in het tweede naar 2% in het derde kwartaal
    • Investeringen zakten naar 0,5% in het derde kwartaal, tegenover 0,7% in het kwartaal daarvoor
    • De netto export zakte tot -1,7% (import) in Q3, tegenover +2,5% (export) in Q2
    • Overheidsuitgaven stegen met 3,7% in het derde kwartaal, terwijl deze nog 0,7% krompen in het tweede kwartaal

     

    Ontwikkeling Amerikaanse GDP per kwartaal in detail gebracht, klik voor een grotere versie (Bron: Advisor Perspectives)

  • Vrachtwagenfabrikant MAN legt productie vier weken stil

    De Süddeutsche Zeitung baseert zich op intee documenten van MAN. Daarin staat dat de productie per ingang van maandag al wordt stilgelegd in de fabrieken in München en Salzgitter. Ook op administratief niveau wordt het werk de komende weken op een lager pitje gezet, zo schrijft het ANP. De maatregel raakt volgens de Süddeutsche Zeitung 15.000 werknemers.

    Door de economische crisis is de vraag naar nieuwe vrachtwagens bij transportbedrijven en bouwondeemingen sterk afgenomen. In de crisisjaren 2008 en 2009 was er al een forse vraaguitval te zien, maar in 2010 en 2011 kwamen er ook weer berichten voorbij dat de productie weer was opgeschroefd. Het herstel blijkt dus op zijn best moeizaam te verlopen, gezien verschillende fabrikanten hun productie terugschroeven. Volgens het ANP daalde de verkoop van zware trucks in Europa in de maand september met 15%. Dinsdag komt MAN met de nieuwste cijfers naar buiten.

    De vraag naar auto's en vrachtwagens is conjunctuurgevoelig, MAN zet productie vrachtwagens vier weken stil

  • Vissen in zeewater bij Fukushima nog steeds ernstig besmet

    Vooral onder de vissoorten die op de bodem van de zee leven is de radioactieve besmetting hoog, omdat radioactief materiaal bezinkt en daarmee het voedsel voor de vissen op de zeebodem aantast. Het nieuwe onderzoek, dat deze week verscheen in het tijdschrift Science, suggereert dat er nog steeds veel radioactief materiaal op de zeebodem ligt dat blijvend het leven onder water aantast. ''Dat betekent dat als het lekken van radioactief water uit de centrales van Fukushima stopt, er nog steeds decennia lang besmetting zal zijn van het afval dat reeds op de zeebodem ligt'', aldus onderzoeker Ken Buesseler.

    In het zeewater bij Fukushima heeft 40% van alle vissen een radioactieve concentratie die hoger is dan de veilige limiet die de Japanse overheid heeft gedefinieerd voor menselijke consumptie. Er is daarom ook een verbod van kracht om in het zeewater in de buurt van Fukushima te vissen naar vissoorten die over de zeebodem zwemmen, zo licht Buesseler toe.

    Schade

    De keramp in Fukushima blijft tot op de dag van vandaag schade toebrengen aan de visserij van Japan, waar omgerekend $18 miljard in omgaat. De tsunami beschadigde 319 havens, 28.612 vissersboten en 1.725 faciliteiten waar vis verwerkt wordt.

    Tussen 26 maart en 30 september van vorig jaar lekte er in totaal ongeveer 3.500 terabecquerels aan radioactief cesuim 134 en 3.600 terabecquerels aan cesium 137 in de zee. Meer dan 80% van al het radioactieve materiaal lekte via besmet koelwater in de zee, zo blijkt uit de studie. De hoeveelheid radioactief cesium in het zeevoedsel is sinds augustus niet meer gezakt. Twee groenlingen die in augustus werden opgevist bij de kust van Fukushima bleken een concentratie van meer dan 25.000 becquerels per kilo te hebben, terwijl de wettelijke grens voor veilig voedsel is vastgesteld op 100 becquerels per kilo.

    Het vaststellen van de bron van de radioactieve besmetting op de zeebodem is volgens Buesseler cruciaal om voor de lange termijn een voorspelling te kunnen doen over de hoeveelheid straling in vis en zeevoedsel. Met deze kennis kan de overheid betere besluiten nemen en zorgen bij het publiek wegnemen. Ook kan het vertrouwen in de lokale visserij op die manier hersteld worden, aldus de onderzoeker.

    Bron: Bloomberg

    Vissen in de zee bij Fukushima nog steeds zwaar besmet met radioactief cesium

  • Banengroei VS voornamelijk gunstig voor 55-plusser

    De meeste nieuwe banen gingen volgens de statistieken naar 55-plussers, terwijl de arbeidsmarkt voor jongeren sinds 2009 alleen maar verder verslechterde. Voor het gedeelte van de beroepsbevolking dat in de leeftijdscategorie van 20-24 jaar valt zijn er sinds 2011 wel weer mondjesmaat banen bijgekomen, maar het overgrote gedeelte van de nieuwe banen werd ingenomen door oudere werknemers van 55 tot en met 69 jaar.

    Zero Hedge becijferde dat vanaf eind 2009 ongeveer 3,5 miljoen nieuwe banen werden aangenomen door werknemers van 55 tot en met 69 jaar. Nog eens 729.000 nieuwe banen werden ingevuld door het gedeelte van de beroepsbevolking dat in de leeftijdscategorie van 20 tot en met 24 jaar zit. Wie zijn er dan spreekwoordelijk buiten de boot gevallen op de arbeidsmarkt? De jongeren van 16 tot en met 19 jaar en de mensen die middenin hun carriere zouden moeten zitten, het gedeelte van de beroepsbevolking met een leeftijd van 25 tot en met 54 jaar. In deze groep gingen er sinds juni 2009 netto 729.000 banen verloren!

    De cijfers vertellen ons dat het herstel op de Amerikaanse arbeidsmarkt, voor zover we daarvan kunnen spreken, vooral ten deel is gevallen aan de oudere en meer ervaren werknemer. De jongeren vallen steeds vaker buiten de boot. Tegelijkertijd zijn ook de arbeidsvoorwaardewn in veel gevallen verslechterd, want de laatste jaren zien we ook een verschuiving van full-time naar meer part-time banen. Beide worden in de statistieken meegenomen als een volwaardige baan, maar het behoeft geen uitleg dat een full-time baan met een vast contract meer inkomen en meer zekerheid geeft dan een part-time functie.

    Onderstaande grafiek geeft de cumulatieve ontwikkeling van het aantal arbeidsplaatsen weer ten opzichte van de voorgaande maand. Alles boven de nullijn geeft aan dat er netto meer arbeidsplaatsen zijn ingevuld door de betreffende leeftijdscategorie, alles onder de nullijn geeft aan waar banen verloren zijn gegaan (en voor welke leeftijdscategorie). Klik op onderstaande afbeelding voor een grotere versie.

    Herstel op Amerikaanse arbeidsmarkt viel vooral ten deel aan de 55-plussers (Bron: Zero Hedge)