Categorie: Financiele Instellingen

  • Portugese staatsobligaties naar nieuw record, nieuwe kandidaat voor ‘bailout’

    De situatie op de Portugese obligatiemarkt is snel verslechterd. Een jaar geleden was de rente nog ongeveer 7% en nog een jaar eerder (begin 2010) betaalde Portugal 4% op haar 10-jaars staatspapier. De afwaardering door kredietbeoordelaars en de dreiging van een Grieks scenario maken beleggers ongerust. De vraag naar het staatspapier neemt af en de rentevergoeding op nieuwe obligaties loopt op, waardoor de grens van 17% op 10-jaars leningen vandaag gepasseerd werd. Met een Portugese staatsschuld die in omvang ongeveer 106% van de economie is (€161 miljard) lijkt het uitzicht op een oplossing volledig van de horizon verdwenen. Als het vertrouwen in Portugal niet snel terugkeert en de rente weer zakt is een 'default' onvermijdelijk. Griekenland zit al in een dergelijk proces, waarin gesproken wordt over het afschrijven van 50 tot 80% op Griekse staatsobligaties door banken en beleggingsfondsen.

    Nieuwe ronde van noodleningen of afschrijvingen wacht

    Volgens Société Générale is er nog steeds een substantieel risico dat Portugal, zelfs als het alle bezuinigingsdoelen voor 2012 haalt, niet in staat zal zijn de schuldenlast te financieren. Daarvoor moet de rente op de staatsobligaties heel wat lager worden, een mogelijkheid die vrijwel zeker uit te sluiten is in het huidige klimaat op de obligatiemarkten. Daardoor blijven er volgens de Franse zakenbank nog maar twee opties open: [1] een tweede noodpakket vanuit het EFSF of het IMF of [2] een zogeheten PSI (Private Sector Initiative). Die eerste optie is al in verschillende landen toegepast, zoals Griekenland, Portugal en Ierland, maar blijkt de problemen alleen maar uit te stellen. Het is een vorm van meer schulden stapelen, weliswaar tegen een kunstmatig lage rente. Daar komt nog eens bij dat de Portugese staatsobligaties die zijn uitgeschreven onder de Britse wetgeving (en dat is een aanzienlijk deel van de staatsobligaties) het officieel niet eens mogelijk maken voor Europa om een nieuw noodpakket van leningen aan Portugal te geven. Dat lezen we althans op Zero Hegde.

    De tweede optie zal uiteindelijk de oplossing moeten worden voor Griekenland, en zoals nu blijkt, ook voor Portugal. Een 'Private Sector Initiative' houdt in dat alle obligatiehouders een overeenkomst bereiken met de Portugese overheid om een gedeelte van de schuld kwijt te schelden. Dat kan door simpelweg een gedeelte van de schuld niet terug te betalen of door de bestaande staatsobligaties om te vormen naar nieuwe obligaties met een lagere rente en langere looptijden. Hoe dan ook moeten er verliezen worden genemen, verliezen die alleen maar groter worden als we nog meer schulden gaan stapelen op technisch failliete landen.

    Netto blootstelling Portugal aan andere Europese landen (bron: The Telegraph)

    Gereedschappen van de ECB: OMO en LTRO

    De ECB kan ook helpen om de Portugese problemen nog wat verder naar achteren te drukken op de agenda, door bijvoorbeeld te interveniëren in de Portugese obligatiemarkt (Open Market Operations) of door goedkope leningen aan banken te verstrekken (LTRO) die vervolgens daarmee Portugese staatsobligaties kopen.

    Op de site van The Telegraph staat een handig overzicht, dat in één oogopslag laat zien welke landen het meeste moeten afschrijven als een land in de problemen komt. De Griekse staatsobligaties zitten bijvoorbeeld vooral in Franse en Duitse handen. De Portugese staatsschuld ligt daarentegen grotendeels op het bordje van Spanje, een land dat zelf ook al genoeg problemen kent (vastgoedcrisis en een zeer hoge werkloosheid). De netto schuld die Portugal open heeft staan aan Spanje is bijna €62 miljard. In mindere mate staat Portugal ook in het krijt bij Duitsland (€32,5 miljard), het Verenigd Koninkrijk (€19,4 miljard) en Frankrijk (€18,26 miljard).

    De druk op het Europese schuldenweb wordt steeds groter nu meer landen verschuiven van een dragende functie naar een hulpbehoevende rol. Het is de vraag hoeveel spanning het Europese schuldenweb, dat met name door Duitsland, Frankrijk en Italië gedragen wordt, nog kan hebben voordat het scheurt. We sluiten af met een grafiek van de renteontwikkeling op Portugese 10-jaars staatsobligaties, afkomstig van Bloomberg.

    Rente op Portugese 10-jaars obligaties naar 17%

    Tegenlicht uitzending over de Occupy beweging. Start de video op minuut 3:40 en luister (gezongen door Deolinda)

  • Griekenland heeft opnieuw 145 miljard euro nodig, Duitsland stelt harde eisen

    Het nieuwe steunpakket is nodig om Griekenland financieel boven water te houden, terwijl steeds meer signalen erop wijzen dat de Grieken echt niet uit de problemen kunnen komen door nog meer leningen aan te nemen van het IMF of het Europese noodfonds. De tekorten op de begroting gaan richting de 10%, terwijl de Griekse banken van binnenuit worden leeggezogen door spaarders die er nog steeds geld weghalen. Door de tegenvallende resultaten van de geplande bezuinigingen is er nog eens €15 miljard nodig, bovenop de €130 miljard die in oktober vorig jaar overeengekomen werd.

    De Griekse economie is hard getroffen door de crisis en door de bezuinigingsmaatregelen van de overheid. Naast goede initiatieven, zoals het opsporen van notoire belastingontduikers, zijn er ook maatregelen die de middenklasse en de lagere inkomens raken. Bepaalde belastingen gaan omhoog, waardoor winkels en restaurants hun omzet zien teruglopen en de koopkracht voor de gemiddelde Griek daalt. Het gevolg van de strenge bezuinigingsplannen, die onder druk van Europa en het IMF zijn opgelegd aan de Grieken, is dat de economie begint te krimpen. Een hoge jeugdwerkloosheid (43,5% bij jongeren onder de 25 jaar!) geeft ook voor de toekomst van Griekenland weinig perspectief, anders dan het blijven aflossen van de grote schulden die door de regering gemaakt zijn.

    Meer weerstand vanuit Duitsland tegen nieuwe noodlening

    Dat het schuiven van meer geld naar de Griekse overheid de crisis niet op zal lossen begint ook steeds meer Duitse parlementariers te dagen. Zo bericht Der Spiegel dat de Duitse partij CSU geen noodlening meer aan de Grieken wil verstrekken als de hervormingsplannen niet naar behoren worden doorgevoerd door de Griekse regering. Ook andere Duitse politici roeren zich, zoals Rainer Bruederle van de FDP. Hij stelt zich nu hard op tegenover de Grieken: ''Solidariteit werkt in twee richtingen, daarom moet de Europese Commissie standvastig zijn en de noodzakelijke hervormingen in Griekenland eisen''. Hij voegt daaraan toe dat Duitsland alleen te hulp moet schieten als de Grieken ''bewijs kunnen leveren dat ze een serieuze inspanning leveren''. Politicus Erwin Lotter, ook van de FDP, was eerder al sceptisch over de noodleningen aan Griekenland. Hij is nu van mening dat de Grieken ''hun kans wel hebben gekregen'' en dat Griekenland ''nu echt bankroet is''. Daaruit trekt hij de conclusie dat er niet meer geld aan de Griekse overheid uitgeleend moet worden onder deze omstandigheden.

    Wolfgang Bosbach van het CDU uit zich ook kritisch over de nieuwe noodlening voor de Grieken: ''De Grieken missen niet de politieke wil, maar de economische kracht om zelfstandig op te krabbelen''. Ook de pro-Europese politici in Duitsland beginnen zich te ergeren aan het gebrek aan resultaat. De voorzitter van het Duitse Comité van Europese Zaken, Gunther Krichbaum, spreekt ten aanzien van de Griekse schuldencrisis van ''een grote ergeis'.

    'Griekenland moet budgettaire souvereiniteit opgeven'

    Ook op hoog niveau wordt er geen genoegen genomen met de progressie van de Griekse schuldencrisis. De Duitse minister van Economische Zaken, Philipp Roesler, zou gesuggereerd hebben dat Griekenland haar fiscale souvereiniteit moet opgeven aan Europa. Dat schreef Reuters zondag. De minister van Economische Zaken is van mening dat als de Grieken de problemen zelf niet op kunnen lossen, er een krachtig exte toezicht nodig is op Europeees niveau. Hij zou tegenover de krant Bild gezegd hebben dat er ''meer leiderschap en monitoring nodig is als het aankomt op het implementeren van de beoogde hervormingen''.

    Reuters schreef vrijdag al over het voorstel van Duitsland om de Griekse financiën via een Europese institutie te laten verlopen. het voorstel moet gezien worden in het licht van de onderhandelingen voor de nieuwe noodlening aan Griekenland, waarvoor ook Duitsland de portemonnee moet trekken. Veel Grieken verwijten Duitsland een te harde aanpak, die de economie beschadigt en de relatie tussen de twee landen op scherp zet. De geschiedenis heeft keer op keer uitgewezen dat het weinig productief is om een land helemaal kaal te plukken en dat er vaak betere oplossingen mogelijk zijn. Beter betekent in deze context dat veel Griekse obligatiehouders hun verlies moeten nemen en dat Griekenland weer met een schone lei begint. Daar past een nieuwe noodlening van vele miljarden euro's, waaraan verschillende voorwaarden gekoppeld zijn, niet bij.

    De Griekse minister van Financiën, Evangelos Venizelos, zei zondag dat Griekenland prima in staat is om haar beloftes waar te maken. ''Iederen die een land voor het dilemma stelt om te kiezen tussen 'economische assistentie' of nationale trots negeert een aantal belangrijke historische lessen'', aldus Venizelos. De Financial Times wist zaterdag zijn hand te leggen op vertrouwelijke documenten, waarin het Duitse voorstel voor een Europese 'budget commissioner' beschreven staat. Deze zou de bevoegdheid krijgen om voorstellen in de Griekse regering te dwarsbomen met een veto als die voorstellen niet in lijn zijn met de voorwaarden die door de geldschieters van Griekenland opgesteld zijn. In het document staat het volgende: ''Gezien de teleurstellende resultaten die totnogtoe behaald zijn, moet Griekenland de tijdelijke overdracht van budgettaire souvereiniteit naar Europa accepteren''.

    Zonder goede diagnose geen goed resultaat

    Europa worstelt met de schuldencrisis, waarvoor de oplossing niet aan de oppervlakte ligt. Eerst moet de juiste diagnose worden gesteld, namelijk dat Griekenland (en met Griekenland ook een aantal andere Europese landen), niet in staat zullen zijn om ooit al hun schulden af te betalen. We stevenen dus af op een soort faillisementsafwikkeling, waarin Griekenland de eerste kandidaat is. De vraag die gesteld moet worden is wie de verliezen moet nemen, hoeveel verliezen er genomen moeten worden en welke lessen we uit deze schuldencrisis kunnen trekken.

    De voorstellen vanuit Duitsland dat Griekenland haar budgettaire souvereiniteit moet opgeven zet kwaad bloed bij de Grieken, maar misschien moeten we het opvatten als een subtiele hint dat Europa moet kiezen. Kiezen voor verdere integratie op fiscaal niveau of kiezen voor de afbraak van Europa. Een probleem waar we over een jaar waarschijnlijk nog wel veel over zullen discussiëren.

    De zonnige kant van Griekenland: Fira Santorini

  • EU voert olie-embargo uit tegen Iran, economische oorlogsvoering begonnen

    Het is misschien flauw om te spreken over bommen, maar het geeft wel een accurate beschrijving van de economische impact die het embargo zal hebben op de Iraanse economie. In samenwerking met Amerika besloten ook de Europese ministers van Buitenlandse Zaken afgelopen maandag dat het beter is om Iran economisch te isoleren van het Westen. Een grootschalig embargo kan worden gezien als een oorlogsdaad, die gerechtvaardigd zou moeten worden door de mogelijk kwade bedoelingen die Iran heeft met haar nucleaire installaties. Of die bedoelingen echt zo kwaad zijn weten we nog niet, daarvoor is nog onvoldoende bewijs geleverd. Desondanks lopen Amerika en de Europa alvast op de zaken vooruit, waarschijnlijk onder het mom van ''voorkomen is beter dan genezen''. De deur naar onderhandelingen blijft overigens open staan voor Iran.

    Weten de volksvertegenwoordigers van de 27 EU-landen gewoon meer dan wij weten over de Iraanse plannen? Of dansen ze naar de pijpen van Amerika, dat koste wat kost Israel zal beschermen in het onrustige Midden-Oosten? Wij als Europese burgers hebben er in elk geval niets over te zeggen. Of we nou links of rechts stemmen, het maakt niks uit. Ook blijft het onduidelijk waarom deze economische oorlogsvoering Iran op andere gedachten zou moeten brengen. Als Iran haar olie kan verkopen aan andere landen (Rusland, India, China, Japan bijvoorbeeld) blijft de impact van het embargo immers beperkt. Toch zijn Amerika en Europa ervan overtuigd dat een olie-embargo kan helpen om de geldkraan dicht te draaien die Iran nodig heeft voor de ontwikkeling van het nucleaire programma.

    Naast het embargo op Iraanse olie komt er ook een soort handelsblokkade voor de Iraanse centrale bank en tenminste één private bank uit Iran. Die zullen worden afgesloten van het Amerikaanse financiële systeem, waardoor het betalingsverkeer voor Iran ook wordt gefrustreerd. Het olie-embargo houdt in dat er met onmiddelijke ingang geen nieuwe oliecontracten met Iran mogen worden afgesloten door Europese landen en dat de nog lopende contracten per ingang van 1 julie nietig worden verklaard. Volgens Westerwelle, de Duitse minister van Buitenlandse Zaken, zijn de sancties een reactie op de stelselmatige overschreiding van de verzoeken tot transparantie omtrent het nucleaire programma door Iran.

    Deur voor onderhandelingen blijft open

    Zowel Amerika als Europa hebben benadrukt dat een diplomatieke oplossing binnen handbereik is, mits Iran bereid is mee te werken aan serieuze onderhandelingen die een bevredigend resultaat zullen opleveren voor Europa en Amerika. In de persverklaring onderaan dit bericht (eerste filmpje) wordt duidelijk gemaakt dat Europa en de VS absoluut willen voorkomen dat Iran een nucleaire macht met atoomwapens wordt. Dat is niet alleen om Israel te beschermen, maar ook om de algehele stabiliteit in de regio te behouden. Of Amerika en Europa meer stabiliteit in de regio hebben gebracht door de invasie van Irak en Afghanistan is een vraag die we hierbij in ons achterhoofd moeten houden. Westerwelle beargumenteert ook dat een Iran met atoomwapens in strijd is met het non-proliferatieverdrag, dat het wereldwijde bezit van kewapens aan banden moet leggen. Dit verdrag is door 189 landen ondertekend, waaronder ook Iran.

    Voor 1 mei zullen de effecten van het olie-embargo worden bekeken door de EU, maar voordat het embargo opgeheven wordt is opnieuw een unanieme goedkeuring van alle 27 EU-landen nodig. Europa sluit zich aan bij Amerika in haar economische sancties tegen de Iraanse centrale bank. Het isoleren van Iran moet de premier Ahmadinejad ervan weerhouden verder te werken aan haar nucleaire programma, maar of het de gewenste uitkomst zal hebben is nog maar de vraag.

    Volgens Ron Paul is een olie-embargo een 'Act of War', die snel kan escaleren in een echte oorlog (zie tweede filmpje onder bericht). De Iraanse dreiging op de Straat van Hormuz te blokkeren is volgens hem niets meer of minder dan een logische reactie op de dreiging van het Westen om Iran economisch te isoleren. Ron Paul vind het vreemd dat landen als Israel, Pakistan en India het non-proliferatieverdrag niet hebben ondertekend en niet worden aangekeken op het hebben van atoomwapens. Ron Paul vergelijkt de lastercampagne die nu tegen Iran gevoerd wordt met die tegen Irak in 2001 en 2002. Irak zou veel massaveietigingswapens hebben, waardoor een inval gerechtvaardigd zou zijn. Die wapens werden uiteindelijk niet in die mate gevonden dat het een oorlog zou kunnen rechtvaardigen. Het Amerikaanse volk (en de regering) werden destijds dus verkeerd voorgelicht door Rumsfeld.

    Uiteindelijk werd in Iran een regering in het zadel geholpen die in meerderheid was vertegenwoordigd door de Sjiieten, een bevolkingsgroep die volgens Ron Paul nauwe banden heeft met Iran. De sancties tegen Iran zullen het land in de armen van China drijven, zo verwacht Ron Paul. Dat land is volgens hem bereid met iedereen te handelen, in tegenstelling tot de Amerikanen die een mercantilische aanpak kiezen van bezetting en sancties.

    De ministers van Buitenlandse Zaken Clinton (VS) en Westerwelle (Duitsland) over Iran

    Ron Paul over de sancties tegen Iran, video uit april 2010

  • India wil Iraanse olie afrekenen met goud in plaats van US Dollar

    In het strategische schaakspel rondom Iran spelen veel verschillende factoren mee. Het nuclaire programma van Iran, de Iraanse olie, de Straat van Hormuz, de Amerikaanse dollar en goud lijken allemaal een belangrijke rol te spelen in dit conflict. Eerder vandaag werd bekend werd dat Europa een olie-embargo zal uitoefenen tegen Iran, waarin ook sancties zijn opgenomen tegen de Iraanse centrale bank. Die zal namelijk worden afgesloten van de financiële markten, waardoor de export van olie voor Iran verder bemoeilijkt wordt. Even later werd ook duidelijk dat Europa de handel in goud met Iran zal blokkeren (zowel export als import), waaruit maar weer eens blijkt dat goud meer is dan zomaar een reserve of een reliek uit het verleden.

    Olie voor goud

    Ondertussen zag Iran deze bui al zag hangen en nam het achter de schermen maatregelen om de negatieve gevolgen van het olie-embargo te minimalsieren. Zo lezen we op DEBKA file dat India vanaf nu haar olie-import uit Iran gaat afrekenen met goud in plaats van met Amerikaanse dollars. Dit bericht DEBKA file aan de hand van niet nader gespecificeerde bronnen uit Iran. Diezelfde bronnen spraken ook de verwachting uit dat China zich spoedig zal aansluiten bij het initiatief van India om Iraanse olie in goud af te rekenen. India en China zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor een dagelijkse import van 1 miljoen vaten olie uit Iran, ongeveer 40% van de totale Iraanse olie-export. Zowel China als India hebben sinds het uitbreken van de financiële crisis veel goud gehamsterd, waardoor ze deze strategische zet kunnen maken.

    Iran schuift Amerikaanse dollar opzij

    Door de olie met de twee grootste afnemers in goud af te laten rekenen slaat Iran twee vliegen in één klap. Ten eerste passeren ze op deze manier de Westerse sancties tegen de Iraanse centrale bank, omdat die sancties vooral effect hebben op de oliehandel in Amerikaanse dollars. Ten tweede weet Iran op deze manier de Amerikaanse dollar onder druk te zetten, door aan de wereld te laten zien dat olie letterlijk goud waard is. De Amerikaanse dollar is nog altijd de wereldreservemunt, maar we hebben in de afgelopen weken al diverse berichten geschreven over landen die hun onderlinge handel niet meer in Amerikaanse dollars willen afrekenen (Japan met China, China met Rusland, Rusland met Iran). Deze diversificatiestrategie zet de Amerikaanse dollar verder onder druk, want als er minder vraag naar deze valuta is in het inteationale handelsverkeer zal ook de waarde van de dollar afnemen.

    De maatregel van India om Iraanse olie in goud af te rekenen zal naar verwachting een positief effect hebben op de goudprijs en een negatief effect op de waarde van de Amerikaanse dollar. We zullen de US Dollar index en de goudprijs de komende dagen dus goed in de gaten houden, net als de olieprijs. India voert op jaarbasis voor $12 miljard aan Iraanse olie in, wat zich laat vertalen naar ongeveer 12% van de totale jaarlijkse olieconsumptie van India. Uitgedrukt in goud is $12 miljard overigens gelijk aan 7,27 miljoen troy ounce of 226 metrische ton, een aanzienlijke hoeveelheid. India zal de transacties met Iran uitvoeren via twee staatsbanken, namelijk de in Calcutta gelegen UCO Bank en de in Turkije gelegen 'Halk Bankasi' (Peoples Bank), de zevende grootste bank van Turkije.

    Iraanse olie-export (bron: Global Trade Atlas)

    India en Iran voerden vorige week al overleg

    Een delegatie uit India kwam vorige week al op bezoek in Teheran, de hoofdstad van Iran, om de betalingsopties in het licht van de toen nog dreigende Europese sancties te bespreken. De twee partijen brachten toen gezamenlijk een persverklaring naar buiten waarin ze kenbaar maakten de olie te zullen verrekenen in 50% yuan en 50% Indiase roepies. De mogelijkheid tot transactie met goud als betaalmiddel werd vakkundig stil gehouden door de onderhandelaars. India gaat net als China dus niet mee in de door Amerika en Europa gewenste sancties op Iran, integendeel. Ook Turkije maakte vorige week kenbaar het olie-embargo en de sancties tegen de Iraanse centrale bank niet te zullen steunen.

    Door het olie-embargo kan Iran geen nieuwe contracten meer afsluiten met Europese landen voor levering van olie, terwijl de nog lopende contracten per 1 juli nietig zullen worden verklaard. Zo lang Iran genoeg bondgenoten heeft in Azie is het maar beperkt van Europa afhankelijk voor haar olie-export. Voor de invoering van het olie-embargo exporteerde Iran ongeveer 20% van haar olie naar Europa, met name naar landen als Griekenland, Italië en Spanje.

    Iran heeft tevens een alteatief financieel mechanisme opgezet, waardoor het geen hinder ondervindt van de Westerse sancties bij haar olie-export naar Rusland en China. Volgens de bronnen van DEBKA file houden zowel de beleidsmakers in Moskou als in Beijing de werking van dit alteatieve betalingssysteem volstrekt geheim.

    Goud = geld

    Deze ontwikkelingen in het Midden-Oosten laten opnieuw zien dat goud prima gebruikt kan worden als alteatief voor geld. Daar komt nog eens bij dat goud zich niet laat tegenhouden door sancties en door een blokkade van het digitale betalingsverkeer. Eerder maakte de Libische kolonel Gaddafi nog dankbaar gebruik van de nationale goudreserve om de huurlingen te betalen, terwijl zijn bankrekeningen al lang bevroren waren door Europese en Amerikaanse banken.

    We zijn benieuwd hoe andere olieproducerende landen zullen reageren op deze zet van Iran, want we kunnen ons voorstellen dat ook die landen hun olie liever betaald zien in goud dan in ongedekte Amerikaanse dollars die elk jaar wat minder waard lijken te worden.

  • Amerikaanse banken willen afschrijven op 1 miljoen hypotheken

    Reuters berichtte eerder deze week dat Amerikaanse banken van plan zijn om ongeveer 1 miljoen Amerikaanse huiseigenaren tegemoet te komen door een gedeelte van hun hypotheeklening af te schrijven. Daarmee proberen de banken gehoor te geven aan de kritiek op de soms frauduleuze praktijken bij de hypotheekverstrekking. Vooral Bank of America zou zich hier schuldig aan hebben gemaakt (zoeken op Robosigning geeft meer informatie), maar ook veel andere grote hypotheekverstrekkers zoals J.P. Morgan Chase, Ally Financial/GMAC, Bank of America en Wells Fargo zouden in dit schandaal betrokken zijn. Nadat de fraudeleuze praktijken omtrent huisuitzettingen aan het licht kwamen durfden de banken geen huisuitzettingen meer te doen.

    Om de hypotheeknemers die moeite hebben met de betaling van hun hypotheeklasten tegemoet te komen en huisuitzetting te voorkomen besloten de banken gezamenlijk om met de klanten om tafel te zitten om tot een oplossing te komen. Naast de grote landelijke banken kwamen ook twee grote regionale Amerikaanse banken met het bericht dat ze geld opzij hadden gezet voor afschrijvingen op hypotheken, zo lezen we op Reuters.

    Afschrijvingen van in totaal $20 tot $25 miljard

    De regeling om de hypotheeklasten van huizenbezitters te verlichten zou bijna rond zijn, met als resultaat dat ongeveer 1 miljoen huizenbezitters een stevige korting krijgen op hun hypotheeksom. In totaal zouden de banken Bank of America Corp, Wells Fargo & Co, JPMorgan Chase & Co, Citigroup en Ally Financial Inc. gezamenlijk voor $20 tot $25 miljard opzij hebben gezet, wat zich laat vertalen naar een afschrijving van gmiddeld $20.000 tot $25.000 op elke hypotheek die onder de regeling valt. Door deze reductie gaan de maandlasten van de huizenbezitters wat omlaag, maar daaaast wordt ook het negatieve vermogen van veel huizenbezitters op deze manier verkleind of weggestreept.

    Uit sommige staten, zoals Califoie en New York, komen kritische geluiden op deze tegemoetkoming van de banken. De afschrijvingen zouden te klein zijn en zouden daarmee onvoldoende verlichting geven aan de hypotheeknemers, aldus de critici. Volgens de regering van Obama is deze deal met de banken een stap in de goede richting, omdat het huizenbezitters met betalingsproblemen wat meer lucht geeft. ''De afschrijvingen van in totaal $20 tot $25 miljard op de portefeuille van ongeveer 1 miljoen hypotheken heeft een substantieel effect op de huizenmarkt'', aldus Shaun Donovan van het Amerikaanse ministerie van vastgoed en stedelijke ontwikkeling.

    Huizenprijzen 30% lager vergeleken met 2007

    De huizenprijzen in Amerika zijn sinds de top in 2007 bereikt werd al met 30% gezakt, terwijl er nog steeds veel huizen op de markt komen. Volgens data van Corelogic rust op ongeveer 22% van alle Amerikaanse huizen een negatief vermogen (meer hypotheeklast dan waarde). Het totale negatieve vermogen in de Amerikaanse vastgoedmarkt zou vandaag de dag ongeveer $750 miljard groot zijn.

    Volgens Shaun Donovan is deze maatregel met afstand de grootste reductie van de schulden in deze financiële crisis en zullen veel gezinnen direct effect merken van de compensatieregeling.

    Beperkte impact

    De grootste hypotheekverstrekkers in de VS, de door de staat overeind gehouden Fannie Mae en Freddie Mac, zullen niet meedoen aan de afschrijvingen. De toezichthouders die deze twee hypotheekgiganten in de gaten houdt houdt een afschrijving op de hypotheekportefeuille tegen, omdat het dan in feite belastinggeld kost. Dat is volgens de toezichthouder in elk geval niet de goedkoopste optie. Toch zouden er binnen de Amerikaanse regering geluiden rond gaan dat ook Freddie en Fannie uiteindelijk niet onder afschrijvingen op hypotheken uitkomen. Op woensdag zetten democraten druk op de toezichthouder van Fannie en Freddy, de Federal Housing Finance Agency, om haar berekeningen te onderbouwen die suggereren dat afschrijven op hypotheken nu niet de beste optie is.

    De Federal Reserve heeft in een 26 pagina's tellend document kenbaar gemaakt dat het een actieve rol verwacht van de overheid om de huizenmarkt te stabiliseren. Dit rapport bevatte echter geen concrete voorstellen of plannen omtrent de hypotheekportefeuilles van Fannie Mae en Freddie Mac.

    Creatieve oplossingen

    De Obama regering zal volgens Shaun Donovan een actieve rol innemen om de huizenmarkt weer op de been te helpen. Zo zijn er voorstellen om koopwoningen om te zetten in huurwoningen in het  geval van een huisuitzetting. De regering zou ook zoeken naar een manier om de grote voorraad van onverkochte en leegstaande huizen te bestrijden. Er zijn plannen om deze huizen te bundelen in financiële producten en die te verkopen aan grote investeerders. Die moetne vervolgens proberen om op één of andere manier mensen in de huizen te krijgen die daarvoor huur willen betalen.

    Obama ziet ook een actieve rol voor de overheid weggelegd als het gaat om het scheppen van werkgelegenheid. Zo heeft Obama een 'Project Rebuild' plan opgenomen in haar grote banenprogramma. Dit project moet bouwvakkers aan het werk zetten, door ze leegstaande en verlaten huizen op te laten knappen. De centrale economische planning van de Obama regering mag wat kosten, want er zou $15 miljard gereserveerd zijn (omgerekend is dat $48 per Amerikaan) om leegstaande panden in heel Amerika weer op te lappen. Dit zou 200.000 banen moeten opleveren, aldus Shaun Donovan van het Amerikaanse ministerie van vastgoed en stedelijke ontwikkeling.

  • Mike Maloney te gast bij Capital Account op Russia Today

    Mike Maloney is al jaren actief in de goud- en zilvermarkt en heeft voor zijn boek Guide to Invest in Gold and Silver heel veel onderzoek gedaan naar de monetaire geschiedenis en de werking van ons huidige geldsysteem. Daarom is het interessant om zijn mening op de huidige economische ontwikkelingen te horen. Het programma Capital Account, gepresenteerd door Lauren Lyster, geeft een prettig tegengeluid aan de reguliere media in de VS, zoals FOX News, CBS, CNBC en dergelijke.

    Geld als schuld

    Mike Maloney legt in het programma uit (hij begint bij 3:45 in onderstaand videofragment) dat ons huidige geldsysteem is gebaseerd op het creëeren van schulden en dat de rente die daarop betaald moet worden niet gecreëerd wordt. Er is daardoor een alsmaar groeiende schuld nodig op elk niveau (individu, bedrijf, gemeente, overheid) om dit geldsysteem draaiende te houden. Zou iedereen stoppen met lenen en beginnen met het afbetalen van de schulden, dan zou er helemaal geen geld meer overblijven (monetaire deflatie). Volgens Maloney blijkt uit de monetaire geschiedenis dan ook keer op keer dat een op schulden gebaseerd geldsysteem eindigt, terwijl een geldsysteem op basis van 'degelijk geld' kan blijven bestaan. Toch moet daarbij worden opgemerkt dat ook 'degelijk geld', ondersteund door bijvoorbeeld een goudstandaard, kwetsbaar kan zijn voor economische crises. Waarschijnlijk bedoelt Mike Maloney met degelijk geld fysiek goud en zilver, dat altijd waarde behoudt, ook als het niet meer de status van wettig betaalmiddel heeft.

    De status quo

    Mike Maloney gaat verder door te stellen dat de status quo in onze economie is gebaseerd op onwetendheid, ook onder de hoger opgeleide bevolking. Maar heel weinig mensen snappen hoe het geldsysteem precies werkt en wat geld het eigenlijk is. Ook in de politiek is er weinig kennis over het werking van ons geldsysteem, met als gevolg dat er vaak niet de juiste maatregelen worden genomen in een economische crisis. Door nieuwe schulden te creëeren en mensen aan te moedigen om meer te lenen (kunstmatig lage rente) proberen we collectief de onvermijdelijke implosie voor ons uit te schuiven.

    Slaveij

    Ons geldsysteem heeft volgens Maloney veel weg van slaveij. De bankiers hebben het privilege om nieuw geld te creëeren en hebben daarmee heel veel macht in handen. Over al deze leningen moeten mensen rente afdragen aan de bank, geld dat alleen beschikbaar is als er nieuwe leningen worden afgesloten bij de banken. In feite zijn we dus volledig afhankelijk van de banken voor de werking van ons geldsysteem, terwijl het vooral de banken zijn die er goed aan verdienen. Maloney maakt de vergelijking met de Middeleeuwen, toen de kastelen van de landheren de grootste gebouwen waren. De grootste gebouwen vandaag de dag zijn die van de banken en verzekeraars.

    Occupy

    Toen Mike Maloney ging praten met verschillende mensen die actief zijn in de Occupy beweging viel het hem op dat veel mensen wel de grootste problemen met onze huidige maatschappij weten te benoemen, maar dat ze de vinger vaak niet op de zere plek kunnen leggen. Er komt al wel steeds meer aandacht voor de Federal Reserve en het geldsysteem, maar velen weten nog steeds niet precies hoe het geldsysteem in elkaar zit en hoe het de huidige crisis kan verklaren.

    Ongelijkheid

    Door banken het privilege te geven om geld uit te lenen en een centrale bank in staat te stellen om met de waarde van het geld te knoeien wordt er een inkomensongelijkheid gecreëerd. Wie dicht bij het proces van geldcreatie zit kan heel veel geld verdienen en dat er door de inflatie veel koopkracht verloren gaat bij de middenklasse en het lager opgeleide deel van de maatschappij. Een systeem gebaseerd op door de markt gekozen geld (goud en zilver), dat vrij is van schulden, levert volgens Maloney meer welvaart op voor de maatschappij als geheel. Het geld krijgt steeds meer koopkracht en het blijft ook altijd in circulatie, in tegenstelling tot geld dat als schuld in de economie komt en dat ooit weer afgelost moet worden.

    Doordat geld als schuld wordt gecreëerd is er altijd een zeer wankel evenwicht in de economie. Wordt er netto meer geleend dan afbetaald dan voelen we ons welvarend en geven mensen meer geld uit dan ze hebben. Ook maken ze dan soms verkeerde investeringen, met als gevolg dat ze teveel schulden aangaan en dat er bubbels kunnen ontstaan in de prijzen van vastgoed, aandelen of grondstoffen. Betalen mensen netto meer schulden af dan ze lenen, dan krimpt de geldhoeveelheid. Het gevolg daarvan is zichtbaar in minder bestedingen, een negatief eigen vermogen voor velen (doordat schulden blijven staan en het bezit in waarde daalt), een hogere werkloosheid en meer faillisementen.

    Elke 30 tot 40 jaar een nieuw geldsysteem

    In het onderzoek dat Mike Maloney deed voor zijn boek 'Guide to Invest in Gold and Silver' viel het hem op dat geldsystemen vaak maar een levensduur van 30 tot 40 jaar hebben en dat de meeste mensen zich daar niet eens bewust van zijn. In de 20e eeuw kenden we een aantal duidelijk te definiëren fasen. Voor de Eerste Wereldoorlog was er de klassieke goudstandaard, gevolgd door de goudwisselstandaard tussen WO I en II, het 'Bretton Woods' systeem met gouddekking via de Amerikaanse dollar tegen $35/oz van 1944 tot 1971 en tenslotte de ongedekte dollarstandaard sinds 1971. Een geldsysteem loopt op een gegeven moment tegen zijn beperkingen aan, omdat er zwakheden in zitten die steeds meer problemen veroorzaken. De klassieke goudstandaard was op een gegeven moment niet hanteerbaar, want toen de oorlog uitbrak was er snel meer geld nodig om soldaten te betalen en een wapenindustrie op te zetten om oorlog te voeren. De goudstandaard maakte dat onmogelijk en werd toen overboord gegooid. In 1971 verbrak Nixon de belofte om elke $35 op verzoek van het buitenland om te ruilen voor een troy ounce goud, omdat er steeds meer goud werd opgevraagd en Amerika al haar goud dreigde te verliezen.

    De volgende valutacrisis is wereldwijd

    Mike Maloney verwacht dat een crisis in de Amerikaanse dollar wereldwijd effect zal hebben, omdat 50% van alle dollars in circulatie buiten de VS liggen in de vorm van buitenlandse reserves. Als deze reserves waarde verliezen heeft iedereen een probleem. De dollar functioneert als wereldreservemunt en is daardoor de meest liquide reserve die overal gebruikt kan worden. Als dat wegvalt kan er veel instabiliteit komen, ook bij andere valuta.

    Wealth Cycles

    Doordat beleggers continu geld heen en weer schuiven tussen verschillende beleggingscategorieen (vastgoed, aandelen, obligaties, grondstoffen, edelmetaal, enz) en dat vaak in grote massa's tegelijk doen raken bepaalde activa overgewaardeerd ten opzichte van anderen. Maar doordat er tegelijkertijd zoveel geldgroei was leek het in de laatste decennia alsof alles in waarde steeg. Dit verbloemt het feit dat bepaalde beleggingen het toch veel slechter doen dan anderen. De activa die minder hard stijgen in prijs dan anderen dalen dus in waarde, omdat je er minder mee kunt kopen dan met die andere belegging. We hebben de gewoonte om de waarde van alle beleggingen uit te drukken in valuta, maar deze meetlat is er één die geen vaste waarde kent. Zo kunnen prijzen van iets stijgen, maar kan de waarde ervan dalen. Ook het omgekeerde is mogelijk. Als iets daalt in prijs kan de waarde ervan toch stijgen, simpelweg omdat andere dingen harder in prijs dalen.

    Door op het juiste moment in de juiste beleggingscategorie te zitten en er weer uit te stappen kan men volgens de theorie van Maloney enorm veel welvaart vergaren. Alle beleggingen zitten volgens hem gevangen in een bandbreedte, waarin ze niet eeuwig kunnen blijven stijgen in waarde maar altijd weer terugkeren naar een soort evenwicht.

    Eerst deflatie, dan hyperinflatie

    Mike Maloney verwacht eerst een grote deflatie, doordat er veel schulden afgebouwd moeten worden en veel beleggingen te ver in prijs zijn gestegen. De centrale banken zullen hier wereldwijd op reageren door veel nieuw geld in de economie te pompen. Dit gaat ten koste van de waarde van het geld, met als gevolg dat goud en zilver in prijs zullen stijgen en dus zullen corrigeren voor het waardeverlies van geld.

  • Canada richt ogen op China na uitstel Amerikaanse Keystone XL pijpleiding

    Het besluit van de Amerikaanse president Obama om de pijpleiding nog even in de wacht te zetten heeft de relatie tussen de VS en Canada geen goed gedaan. De Canadese overheid had blijkbaar ingecalculeerd dat deze pijleiding er snel zou komen, maar door de toegenomen onzekerheid zoekt het land nu naar diversificatie. Volgens de Canadese minister van grondstoffen, Joe Oliver, versterkt Canada haar financiële zekerheid als het haar afhankelijkheid van de VS weet te verkleinen.

    Momenteel exporteert Canada 99% van al haar olie naar de VS, een percentage dat volgens de minister-president Stephen Harper omlaag moet worden gebracht om Canada weer in de markt te zetten als 'supermacht' in de globale energiemarkt. De tegenslag in de ontwikkeling van de 'Keystone XL' pijpleiding door de VS heeft duidelijk gemaakt dat Canada haar klantenbestand moet diversificeren en uitbreiden naar andere gebieden, inclusief de groeiende Aziatische markt. Het is voor Canada natuurlijk het makkelijkste om naar haar buurland te exporteren, maar ook aan de andere kant van de Stille Oceaan zou het land haar olie makkelijk kunnen verkopen.

    Canada heeft grootste oliereserve van niet-OPEC landen

    Canada vertegenwoordigd meer dan 90% van alle bekende oliereserves buiten de OPEC-landen om, zo blijkt uit data van het 'BP Statistical Review of World Energy'. De meeste olie in Canada komt van teerzanden, die met name te vinden zijn in Alberta. De olieproductie in dit gebied zal in de komende acht jaar naar verwachting verdubbelen, aldus de Canadese associatie van olieproducenten. Het bedrijf Enbridge Inc. heeft al een voorschot genomen op het vooemen van de Canadese regering, want die zijn bereid een pijpleiding aan te leggen van het olieproducerende Alberta naar de westkust van het land. Daar kan de olie vervolgens in schepen worden getankt die het naar de Aziatische markt kunnen brengen.

    Het uitstel van de plannen voor de 'Keystone XL' pijpleiding door de VS werd door milieuactivisten als een overwinning gezien, omdat een dergelijke pijpleiding tot gevolg kan hebben dat de olieproductie uit teerzanden sneller wordt uitgebreidt. En dat is bijzonder schadelijk voor het milieu, omdat er voor olieproductie uit teerzanden veel natuur opgeofferd wordt (de olie zit aan de oppervlakte, zie onderstaande afbeelding) en omdat het enorm veel energie kost om de olie uit de teerzanden te koken. De energie van één vat olie zou naar verluid maar drie vaten olie uit teerzand opleveren, een zeer laag rendement vergeleken met de olie die in het Midden-Oosten uit de grond komt.

    Amerikaans banenprogramma was ongunstig voor Canada

    De economische verhoudingen tussen Canada en de VS werden al op scherp gezet door het banenprogramma dat president Obama vorig jaar wilde doorvoeren, maar dat er uiteindelijk niet is gekomen. In dit programma was namelijk een 'Buy American' provisie opgenomen, die een negatieve effect zou hebben op de hoeveelheid handelsverkeer tussen de twee landen. Ook was er in het voorgestelde $447 miljard grote banenprogramma een heffing van $5,50 opgenomen voor Canadezen die naar Amerika zouden reizen.

    En terwijl Canada de mogelijkheden verkent om een deel van haar olieproductie naar Azië te exporteren blijft het natuurlijk nog steeds achter de bouw van de Amerikaanse 'Keystone XL' pijpleiding staan. De Canadese minister van Buitenlandse Zaken verklaarde immers dat de bouw van deze pijleiding door de VS in het belang is van zowel de VS als Canada.

    Grootschalige verwoesting van het landschap om olie uit het teerzand te halen. Een lucratief bedrijfsmodel bij olieprijs van $100 per vat

    Interessante video over Canadese olieproductie uit teerzanden

    Het aantal vaten olie dat uit de grond kan worden gehaald met de energie van één vat olie. Een dalende lijn die de gestegen olieprijs kan verklaren

  • Fraude MF Global krijgt navolging in Canada

    De Investment Industry Regulatory Organization of Canada (IIROC) is anders dan de naam doet vermoeden een zichzelf regulerende private toezichthouder. Desalniettemin houdt zij toezicht op alle beleggingsfirma's in Canada en is zij bevoegd om partijen te schorsen. De IIROC heeft bij Barret Capital geconstateerd dat geld op de rekeningen van klanten ontbreekt en probeert nu Barret Capital te verhinderen om te kunnen doorgaan als beleggingsmaatschappij.

    De Canadese krant The Star schrijft dat de IIROC in haar aanklacht tegen Barret Capital melding maakt dat Barret Capital het geld van klanten gebruikte voor haar eigen posities en aan het einde van de handelsdag besloot op welke rekeningen zij het geld zou terugstorten. In de aanklacht worden een aantal voorbeelden gegeven wat er mis ging. Zo zou een klant die $10.000 op zijn rekening had staan, een bedrag van $21.000 verschuldigt zijn. De klant wist niet beter dat er $10.000 op zijn rekening stond.

    Ook zou een klant die via Barret fysiek goud en zilver kocht, geen fysiek edelmetaal gekregen hebben omdat Barret het geld belegde in futures en opties en daarop verlies leed waardoor de klant met lege handen stond. Saillant detail is dat Barret's CEO, Jamie Conen, in het verleden werkte voor MF Global dat failliet ging vanwege dezelfde fraude en het geld van klanten op afgeschermde rekeningen gebruikte voor handel voor eigen rekening en dat verloor.

     

  • AAA-rating Duitsland komt in gevaar

    De kredietbeoordelaar S&P verlaagde afgelopen vrijdag al haar kredietoordeel van negen landen in de Eurozone, waaronder landen als Frankrijk en Oostenrijk afscheid moesten nemen van de hoogste 'AAA-divisie'. Op dit moment staat Duitsland nog in het groepje van Europese triple-A landen bij de kredietbeoordelaar S&P, net als Luxemburg, Nederland, Denemarken, Zwitserland, Groot Brittannië en de Scandinavische landen (Finland, Noorwegen en Zweden). Duitsland wordt nog steeds gezien als een sterke motor in de Europese economie met een sterke industrie, veel export en een gemiddeld goed opgeleide bevolking.

    Helaas krijgt Duitsland wel steeds meer problemen op haar bordje, want dit land moet absoluut gezien de grootste bedragen op tafel leggen om andere Europese landen te helpen die in de problemen zijn gekomen. Zo levert Duitsland een bijdrage van 27% van het EFSF, waar op papier een garantie van €211 miljard aan gekoppeld is. Dat is aanzienlijk meer dan de nummers twee (Frankrijk) en drie (Italië), die respectievelijk €158 en €139 miljard aan garanties moeten afgeven om Europese landen te helpen die niet meer op de kapitaalmarkt terecht kunnen om hun obligaties te veilen.

    Clemens Fuest, de adviseur van de Duitse minister van Financiën, gaf dat ook als verklaring af tegenover het Duitse Handelsblatt. Volgens hem is het grootste probleem dat ''de reddende landen nu zelf hun grenzen bereiken'' en dat de economische vooruitzichten nou niet zodanig zijn dat dit probleem zal verdwijnen. ''We hebben economisch gezien niet zo'n leuk jaar voor de boeg'', aldus Fuest.

    Door de afwaardering van andere Europese landen vermindert ook de kredietwaardigheid van het EFSF noodfonds. Mogelijk moet het financieel sterkere Duitsland daarom nog meer inleggen, zo schrijft Beurs.nl. Een lagere kredietstatus kan het voor landen moeilijker of kostbaarder maken om geld te lenen. Op dit moment is Duitsland nog ongeveer 'het beste jongetje van de klas', omdat de Duitse staatsobligaties als een soort veilige haven worden gezien. De grote stroom van geld die op zoek is naar een veilige stalling heeft ervoor gezorgd dat Duitsland 10 jaar kan lenen tegen een ongekend laag tarief van 1,77% (lager dan de inflatie) en gemiddeld zelfs maar 0,08% rente hoeft te betalen over 1-jaars leningen. Desondanks schat Fuest de kans op een afwaardering van Duitsland in op 50%, al wordt daar geen termijn bij gegeven.

    Andere landen die afgelopen week lagere kredietscore kregen van S&P waren Malta, Slowakije en Slovenië (1 stap lager) en Italië, Spanje, Portugal en Cyprus (2 stappen lager). Italië betaalt sinds de onrusten van november (met het aftreden van Berlusconi tot gevolg) nog steeds tussen de 6,5 en 7 procent voor 10-jaars leningen. De hoge staatsschuld maakt dit land erg kwetsbaar voor een hogere rente. Frankrijk, dat net zijn triple-AAA status kwijt is betaalt op moment van schrijven ook maar 3,08% voor 10-jaars leningen. De kapitaalmarkt geeft in elk geval geen signaal dat Duitsland afgewaardeerd moet worden, want het renteverschil (de 'spread') met het onlangs afgewaardeerde Frankrijk zit sinds mei in een duidelijk stijgende trend en staat nu op 1,31 procentpunt. Zie ook onderstaande grafiek, afkomstig van Bloomberg.

    Beleggers twijfelen vooralsnog niet aan de kredietwaardigheid van Duitsland, de rente op 10-jaars staatsobligaties blijft laag

    Het renteverschil tussen Duitse en Franse 10-jaars leningen is behoorlijk opgelopen, Frankrijk verloor haar AAA-status

  • Wie financiert de campagne van Mitt Romney?

    De grootste bijdragen voor elke kandidaat worden bijgehouden door OpenSecrets.org, een website waar elke Amerikaan met stemrecht eigenlijk even op zou moeten kijken. Het laat immers zien welke grote bedrijven er achter een kandidaat staan, bedrijven die vaak actief lobbyen om een gunst te krijgen van de overheid. Officieel gezien zijn campagnecontributies niet bedoeld voor persoonlijk gewin, maar helaas blijkt de praktijk uit te wijzen dat kandidaten wel eens naar de pijpen van hun grootste geldschieters dansen. Trendwatcher Gerald Celente noemt de campagne contributies in de Amerikaanse presidentsverkiezingen dan ook stelselmatig 'bribes and payoffs' (steekpenningen en afbetalingen).

    Voor de Amerikaanse kiezer is er dus genoeg reden om door de reclamespotjes, vlotte babbels en goede beloftes heen te prikken en te kijken naar de grootste geldschieters die de campagne van de betreffende kandidaat financieren. Hieronder ziet u de grootste brijdages van Mitt Romney en Ron Paul, de twee kandidaten die het meeste kans maken om de Republikeinen te vertegenwoordigen in de strijd tegen Barack Obama. Ron Paul bleef lang onder de radar en kreeg volgens sommigen veruit de minste media aandacht van alle Republikeinse kandidaten. Ook in de grote TV-debatten kreeg Ron Paul soms weinig tijd om visie uiteen te zetten. In een debat van CBS News, dat vorig jaar werd gehouden en dat 90 minuten duurde, kreeg Ron Paul bijvoorbeeld maar 89 seconden zendtijd. Dat is zelfs statistisch gezien niet te verklaren als een toevalligheid.

    Hieronder ziet u de campagnecontributies tot op moment van schrijven. Hierbij moet opgemerkt worden dat de bedrijven niet op eigen rekening geld overmaken naar kandidaten. De onderstaande cijfers zijn gebaseerd op geld dat komt van politieke actiecomités van de genoemde organisaties, de medewerkers en leden en de eigenaars en van hun directe familie. Opvallend is hoe Mitt Romney vooral steun krijgt van de grote zakenbanken en van financiële instellingen (tenminste 12! van de 20 uit dit lijstje), terwijl Ron Paul juist populair is onder het Amerikaanse leger en bij technologiebedrijven zoals Microsoft, Google, IBM en Intel. Ook valt op hoeveel groter het budget van Mitt Romney is, afgaande op deze cijfers van de twintig grootste bijdragen.

    Bron: OpenSecrets.org (Romney / Paul)

     

    Ron Paul

    Ron Paul staat voor een kleinere overheid, veel minder bemoeizucht in buitenlandse conflictgebieden, het afschaffen van de Federal Reserve systeem en verlaging van belastingen. Hij is van mening dat de economische groei moet komen van burgers en bedrijven en wil daardoor drastisch bezuinigen op de overheid. Hij wil het eerste jaar al $1.000 miljard bezuinigen door onder andere departementen af te schaffen en de militaire activiteit van Amerika in het buitenland terug te schalen tot minimale proporties. Ron Paul wil de inkomstenbelasting compleet afschaffen en is voorstander van een vrije handel met alle handelspartners, omdat dat volgens hem uiteindelijk ten goede zal komen aan de Amerikaanse bevolking en de wereldvrede.

    Mitt Romney

    Kandidaat Mitt Romney wordt gezien als 'gematigd' en is voor Amerikaanse begrippen misschien zelfs een beetje 'links'. Hij profileert zich als de conservatieve zakenman die weet wat goed is voor het midden- en kleinbedrijf. Hij wil de economie op gang helpen met een belastingverlaging voor bedrijven ('corporate tax' naar 25%), nieuwe handelsovereenkomsten en een grotere eigen energieproductie. Verder wil Romney een aantal maatregelen van Obama terugdraaien of verzwakken, zoals de hervormingen in de gezondheidszorg en de nieuwe administratieve regels voor bedrijven. Mitt Romney wil China ook aanmerken als 'valuta-manipulator', waardoor het meer importheffingen kan voeren op producten uit China.

  • Uitstroom spaartegoeden bij Griekse banken blijft doorgaan

    De Griekse bevolking heeft niet alleen het vertrouwen verloren in haar overheid, ook de Griekse banken worden niet meer als veilig beschouwd. Dat blijkt althans uit de maandelijkse uitstroom van spaartegoeden van burgers en bedrijven bij Griekse financiële instellingen. De laatste cijfers van november 2011 laten zien dat er opnieuw netto €3,5 miljard aan spaargeld is weggesluisd. Dat is een stuk minder dan de voorgaande maanden september en oktober, toen respectievelijk €5,45 en €6,78 miljard weglekte.

    Over heel 2011 verdween er totnogtoe €36,7 miljard aan spaartegoeden bij de Griekse banken en in 2010 was het totaal nog een stuk groter met €64,6 miljard. In slechts twee jaar tijd zakte de hoeveelheid spaargeld bij banken (dat zijn de reserves de banken gebruiken als onderpand voor de leningen die ze uitschrijven) van €233 naar €173 miljard (zie rode lijn op onderstaande grafiek). Omdat banken met een fractioneel model werken moeten ze dus veel uitstaande leningen aan burgers en bedrijven afbouwen om de dekkingsgraad op peil te houden. Ook moeten ze het kapitaal aanvullen met nieuwe leningen, waarvoor ze kunnen vertrouwen op een gulle gever die we kennen als de ECB. De ECB knijpt immers een oogje toe als het onderpand van dubieuze kwaliteit is en verstrekt het geld ook nog eens tegen een bijzonder gunstige rente van 1%.

    Als de Griekse spaarders hun geld in hetzelfde tempo blijven opnemen als ze in de maand december deden (€3,5 miljard), dan zouden de Griekse banken in theorie in vier jaar tijd helemaal leeg zijn. In theorie, want in de praktijk is het een zichzelf versterkende functie die veel eerder tot een climax zal komen. De duimschroeven voor de Griekse banken worden flink aangedraaid, want naast de uitstroom van spaardeposito's enerzijds (de reserves van de bank) dreigt er anderzijds ook een afboeking op de Griekse staatsobligaties die ze in de boeken hebben. Deze verliezen moeten technisch gezien van het eigen vermogen afgetrokken worden, zie daar de problemen die de Griekse banken hebben en de reden waarom verstandige Grieken hun vermogen inmiddels elders onderbrengen.

    Uitstroom spaartegoeden bij Griekse banken blijft doorgaan (Bron: Zero Hedge)

    Spaargeld zoekt veilige havens

    Waar dat elders is blijft onduidelijk, maar bekende vluchthavens die in aanmerking komen zijn spaarrekeningen bij buitenlandse banken (Zwitserland?), staatsobligaties van relatief sterke landen en tastbare bezittingen zoals goud, zilver, contant geld in huis, grond en vastgoed. Ook hier kleven risisco's aan, maar die worden door sommige Grieken kleiner ingeschat dan de risico's die ze lopen door het geld op de bank te laten staan. Een zogeheten bank holiday, waarin de banken hun deuren sluiten en mensen niet meer bij hun geld kunnen is immers nog steeds niet uit te sluiten in Griekenland. In het geval dat Griekenland de Europese muntunie echt zal verlaten en een Drachme invoert zullen de banken waarschijnlijk ook kortstondig gesloten worden, waaa de munt gedevalueerd kan worden tot een veel lagere koers tegenover de euro. Een dergelijk scenario voltrok zich in Argentinie in 2001, toen het land de koppeling aan de Amerikaanse dollar niet meer kon handhaven en de munt sterk overgewaardeerd was. Spaarders verloren in korte tijd driekwart van hun koopkracht en keken machteloos toe omdat de banken gesloten bleven en het spaargeld tijdelijk onbereikbaar was.

    Gevolgen van verlaten eurozone en invoering Drachme

    Als Griekenland in de nabije toekomst de Europese muntunie verlaat en daadwerkelijk een Drachme invoert zal dat zowel voor- als nadelen hebben. Nadelen zijn dat de Griekse bevolking via de devaluatie van de munt koopkracht verliest, dat de import veel duurder wordt en dat schulden uitgedrukt in euro's een zwaardere last zullen vormen. Voordelen zijn dat de Griekse staatsschuld in reële termen kleiner en dus draaglijker wordt, dat de export een impuls krijgt en dat toeristen uit het buitenland goedkoop op vakantie kunnen in Griekenland (factoren die allemaal kunnen resulteren in meer werkgelegenheid).

    Het scenario van een Griekenland dat de Europese muntunie moet verlaten klinkt extreem, maar een andere oplossing lijkt er simpelweg niet te zijn. In de Eurozone blijven betekent voor Griekenland nog meer bezuinigingen, meer verlies van democratie, nog meer schulden en nog meer werkloosheid. De schulden zijn inmiddels zo groot geworden dat het land niet meer normaal kan functioneren. Het saneren van schulden is wat er moet gebeuren, maar de vraag is hoe. De schulden zijn immers tegelijk ook gelijk bezittingen in de portefeuilles van banken en pensioenfondsen in de rest van Europa, die er momenteel ook niet zo best voor staan.

    Het nieuwe steunpakket voor de Grieken, ter grootte van een slordige €100 miljard is er vooral om de obligatiehouders te beschermen tegen verliezen. Dat bracht Zero Hedge eind vorig jaar al eens duidelijk in beeld. Van al het geld dat de Griekse overheid ontvangt uit het noodfonds gaat bijna 80% linea recta terug naar de houders van Griekse staatsschuld, de banken (inclusief de ECB), pensioenfondsen en andere beleggingsfondsen.

    Waar gaan de noodleningen voor de Griekse overheid heen? Zero Hedge zocht het in november al eens uit.