Tag: aandelen

  • Marc Faber: “Arrogantie van Westers imperialisme zal Midden-Oosten in vlam zetten”

    Marc Faber denkt dat de arrogantie van het Westerse imperialisme zal zorgen voor een escalatie in het Midden-Oosten. Wat begint bij Syrië kan zich uitmonden naar andere landen in de regio, waaronder Saoedi-Arabië. In onderstaande video geeft Faber zijn visie op de aandelenmarkt, de goudprijs, Amerikaanse staatsobligaties en de emerging markets.

    Over de 1987 crash die Faber eerder voorspelde:

    De crash is nog niet gekomen in de VS, maar wel in de Filipijnen, Indonesië, India en andere opkomende markten. Daar zijn de koersen omgerekend naar dollars al met 30% gezakt in twee maanden. In de VS zien we dat de aandelen van bouwbedrijven 30% lager staan. Beleggers moeten beseffen dat de cyclus niet langer positief is. Aandelen zitten al sinds maart 2009 in een bull market en de S&P 500 staat op recordhoogte. De rente op Amerikaanse 10-jaars leningen is al verdubbeld, terwijl Bernanke schuldpapier bleef kopen via QE. De lage rente zorgt niet langer voor een stimulering van de economie (zie ook dit artikel), de bedrijfswinsten groeien niet meer en de wereldwijde economische groei zakt in door tegenvallende prestaties van opkomende markten.

    Over Syrië:

    Het Midden-Oosten is een kruitvat dat volgens Faber in vlammen op zal gaan door arrogantie en imperialisme van het ‘Westen’. We bemoeien ons volgens Faber teveel met lokale conflicten in het Midden-Oosten, terwijl de wapenindustrie volgens Faber de wapens levert aan allerlei lokale groeperingen in de regio. Daaronder vallen ook al groeperingen die gelieerd zijn aan Al-Qaeda.

    Over goud en  obligaties:

    Het sentiment in goud is weer bullish, terwijl het sentiment in Amerikaanse staatsobligaties zeer negatief is geworden. Marc Faber voorziet nog steeds een correctie op de Amerikaanse aandelenmarkt en verwacht dat men weer zal vluchten naar de bekende ‘veilige havens’, waaronder de markt van Amerikaanse Treasuries. Faber ziet de S&P 500 index corrigeren naar het dieptepunt van november 2012, dat ligt op ongeveer 1343 punten. Dat zou een correctie betekenen van 18% ten opzichte van de huidige S&P 500 stand van 1.640 punten.

    Marc Faber verwacht correctie op de aandelenmarkt en een rally in Amerikaanse staatsobligaties 

  • Grafiek: Aandelenrally gesteund door monetaire stimulering Fed

    Onderstaande grafiek laat er weinig twijfel over bestaan dat de beurs monetaire stimulering nodig heeft gehad om het oude record uit 2007 te doorbreken. Met diezelfde kennis zou je kunnen concluderen dat de aandelenkoersen veel verder kunnen stijgen, zo lang Beanke de geldpersfinanciering maar handhaaft op tenminste $85 miljard per maand. Beleggers die alleen tijdens QE-programma’s in de aandelenmarkt zaten pakten tussen 2009 en nu een groot gedeelte van het totale koersrendement mee.

    Hoe negatief men ook kan zijn over de toestand van de werkelijke economie (zie hier de ontkoppeling van macro-economische indicatoren en de aandelenkoers), zo lang Beanke de geldpers laat draaien blijft er meer liquiditeit naar de financiële markten stromen. In de slipstream van stijgende koersen worden ook steeds meer particuliere beleggers meegezogen, waardoor de koersen blijven stijgen.

    De geldpers van de Federal Reserve stuwt de aandelenmarkt omhoog (Bron: Streettalklive.com)

  • Grafiek: Koers/winst verhouding S&P 500 sinds 1881

    De Shiller P/E ratio voor de S&P 500 is gebaseerd op de voor inflatie gecorrigeerde winsten van bedrijven van de afgelopen tien jaar. In vaktermen noemt men dat ook wel de Cyclically Adjusted PE Ratio (CAPE Ratio) of de PE 10. Deze ratio is bedacht door Robert Shiller en wordt beschreven in zijn boek Irrational Exuberance. Vanaf 1881 tot en met 2013 was de prijs van aandelen gemiddeld ruim 15x de winst, met pieken van 30x in 1929 en 44x in 1999. Echt goedkoop zijn aandelen al lang niet meer, want de Shiller P/E ratio lag tussen 1975 en 1985 voor het laatst beduidend onder het historische gemiddelde.

    Price to Sales

    De tweede grafiek geeft een andere kijk op de waardering van aandelen. In plaats van de koers te delen door de winst kan men de koers ook delen door de omzet per aandeel (Price to Sales). De omzet van bedrijven fluctueert minder sterk dan de winst en is daardoor volgens sommigen een meer betrouwbare indicator. Deze indicator (Price to Sales) voor de S&P 500 bestaat pas sinds 2000. Met een verhouding van 1,5 is de S&P 500 vandaag de dag ongeveer gelijk gewaardeerd aan de periode van 2003 t/m 2007.

    De aandelenmarkt is volgens de Shiller P/E ratio al lang niet meer goedkoop (Bron: multpl.com@Not_Jim_Cramer)

  • Grafiek: Fibonacci voorspelt correctie aandelenmarkt

    Waarom is deze grafiek juist nu zo interessant? In het verleden bleek dat het Fibonacci nieau van 23,6% in het jaar 1936 het breekpunt was voor de Dow Jones rally, die toen al bijna vier jaar duurde. In de jaren ’70 volgde er ook een herstelrally, die net voorbij hetzelfde Fibonacci niveau van 23,6% strandde. Van 1976 tot en met 1980 verloor de Dow Jones de helft van haar waardering tegenover goud!

    Waar staan we vandaag de dag? We hebben opnieuw een crash achter de rug, evenals een kleine rally van 2009-2013. Klein, omdat de goudprijs en de aandelenmarkt in deze periode beide omhoog gingen. Tot begin 2013, toen de goudprijs begon te dalen en de aandelenmarkt verder bleef stijgen. We zijn inmiddels voorbij het beruchte Fibonacci niveau van 23,6% en het verleden heeft uitgewezen dat dit het punt was waarop aandelen sterk onderuit gingen ten opzichte van goud.

    De Fibonacci van 23,6% voorspelt weinig goeds voor de aandelenmarkt… (Bron: Zero Hedge)

  • Grafiek: Rendement S&P 500 met en zonder monetaire stimulering

    Onderstaande grafiek en de bijbehorende kalender verschenen begin dit jaar al op Zero Hedge. Nieuw is de toevoeging van een tweede grafiek, die in één oogopslag laat zien wat het rendement van de S&P 500 was met en zonder de stimuleringsprogramma’s van de Fed. Hieruit blijkt dat de 289 dagen zonder interventie van de Fed een verlies opleverde van in totaal 290,6 punten op de S&P 500 index. De langere periode van 1230 dagen mét stimulering leverde in totaal 1.142,5 punten op.

    We kunnen aan de hand van deze informatie de voorzichtige conclusie trekken dat aandelenmarkten altijd kunnen blijven stijgen, mits er voldoende monetaire verruiming toegepast wordt. Maar als alle beleggers winst maken op hun aandelen, waar zijn dan de verliezen? Of wordt men echt rijk door stijgende aandelenkoersen en huizenprijzen, wat Beanke het ‘wealth effect’ noemt…?

    De Amerikaanse aandelenmarkt veert op door ondersteunend beleid van de Fed (Bron: Zero Hedge)

    De kalender van economische stimulering (Bron: Zero Hedge)

    De S&P 500 met en zonder stimuleringsprogramma’s van de Fed (Bron: Zero Hedge)

  • Aandelen overgewaardeerd volgens RSI-index

    Onderstaande grafiek wordt regelmatig bijgewerkt met nieuwe data en geeft weer welke beleggingen ondergewaardeerd of juist teveel gekocht zijn. Dat overzicht maakt Global Macro Monitor aan de hand van de RSI-index, een technische indicator die de snelheid en omvang van een koersbeweging meet. Een RSI van minder dan 30 zegt dat een bepaalde belegging goedkoop geworden is, terwijl een RSI van meer dan 70 waarschuwt voor een correctie. Als we deze grafiek mogen geloven zijn nu de aandelen aan de beurt om een klap op te vangen. We zullen het zien…

    Grafiek afkomstig van Global Macro Monitor

  • Nouriel Roubini kiest voor aandelen

    Volgens Roubini creëert de Federal Reserve op dit moment dezelfde problemen die de financiële crisis van 2008 veroorzaakten, door de rente zeer laag te houden. Toen waren het slechte hypotheekleningen die problemen veroorzaken, nu zijn het volgens hem de slechte obligatieleningen die een gevaar opleveren. De zogeheten ‘junk bonds’ beginnen zich volgens hem te gedragen als een bubbel. Op een gegeven moment brengt de zwaartekracht de opgeblazen koersen weer naar beneden. “Men zal dan niet meer spreken van een recessie, maar van een depressie”, aldus de econoom.

    “Met een trage wereldwijde economische groei is het onmogelijk om de huidige waardering van aandelen en obligaties vast te houden. De angst voor een wereldwijde economische dip zou grondstoffenprijzen en aandelen juist lager moeten zetten”, zo voegde hij eraan toe.

    Roubini denkt dat beleggers nog wel kunnen profiteren van het momentum op de aandelenmarkt. De koersen zullen blijven stijgen door het ondersteunende beleid van centrale banken. Eerder schreven we op Marketupdate dat zelfs centrale banken in steeds meer gevallen bereid zijn aandelen te kopen of bestaande aandelenportefeuilles uit te breiden. Dat moet beleggers extra vertrouwen geven om in de aandelenmarkt te stappen.

    Roubini is overigens bijzonder negatief over Europa. Hij ziet besmetting van de PIIGS-landen richting de ke van Europa. Alleen Duitsland lijkt volgens hem nog immuun te zijn.

    Roubini verwacht dat beleid centrale banken de aandelenmarkt zal ondersteunen

  • Centrale banken kopen meer aandelen

    Gary Smith van BNP Paribas heeft het afgelopen jaar met 103 centrale bankiers gesproken over diversificatie van de valutareserves, zo schrijft Bloomberg. “Als valutareserves groeien neemt ook de druk om te diversifieren toe. Morgen zullen centrale banken niet niet allemaal aandelen hebben, maar het is wel de richting die we op gaan”, aldus Smith. Beheerders van de buitenlandse reserves van centrale banken zoeken alteatieven voor het aanhouden van staatsobligaties, omdat het stimuleringsbeleid van de Federal Reserve, de Bank of Japan en de Bank of England de rente op schuldpapier naar een extreem laag niveau gebracht heeft.

    Bloomberg meldt dat centrale banken alleen in de afgelopen tien jaar ongeveer $8,5 biljoen aan hun reserves hebben toegevoegd, meer dan ze nodig hebben voor dagelijkse transacties. Centrale banken houden valutareserves aan die ze makkelijk van de hand kunnen doen, zodat ze de reserves kunnen gebruiken om de waarde van hun munt te verdedigen. Er zijn nu zoveel reserves dat centrale banken naar alteatieven beginnen te kijken.

    QE

    Sinds 2008 is het landschap dramatisch veranderd. De Federal Reserve zette de geldpers aan en daaa volgde ook de Bank of England met een eigen QE-programma. De Zwitserse centrale bank verraste de markt door een plafond in te stellen voor de waarde van haar munt ten opzichte van de euro. Om een grens van 1,20 Franc per euro te verdedigen moest ook de Swiss National Bank de geldpers aanzetten. Ook Japan kon de verleiding niet weerstaan en trok eerder dit jaar alle registers open met een nieuw stimuleringsprogramma. De wereldwijde monetaire verruiming (quantitative easing) ondermijnt de waarde van valuta en daarmee de waarde van de staatobligaties die op de balans staan. De rente op deze obligaties is in veel gevallen al lager dan de inflatie.

     

    Aandelen

    Een enquete onder zestig centrale bankiers, die gezamenlijk $6,7 biljoen aan reserves beheren, bracht aan het licht dat bijna de helft bereid is meer risico’s te nemen door het lage rendement op obligaties. Veertien centrale bankiers hebben al aandelen gekocht of hebben plannen om dat binnen vijf jaar te gaan doen. De vraag om aandelen te kopen is nog niet eerder aan centrale bankiers gesteld in een dergelijke enquete.

    “Ik zie dat andere centrale banken aandelen kopen of dat overwegen”, aldus Jan Schmidt van de Tsjechische centrale bank. De in Praag gevestigde centrale bank heeft vanaf 2008 tot en met nu 10% van haar totale reserves van $44,4 miljard omgezet in aandelen, net als de Zwitserse centrale bank. De Bank of Japan maakte onlangs bekend dat haar portefeuille van aandelen in 2014 verdubbeld zal zijn tot omgerekend $35,2 miljard. Ook de Israelische centrale bank kocht vorig jaar voor het eerst aandelen en heeft inmiddels 3% van haar reserves omgezet in aandelen van Amerikaanse bedrijven. De Bank of Korea begon vorig jaar Chinese aandelen te kopen en heeft inmiddels 5,7% van haar totale reserves hierin gestopt. Het gaat om een portefeuille van $18,6 miljard.

    De valutareserves groeiden het afgelopen jaar met $734 miljard tot een record van $10,9 biljoen. Dat is ongeveer 20% van de wereldwijde  aandelenmarkt, die Bloomberg schat op een marktwaarde van $55 biljoen.

    Volgens Matthey Beesley van Henderson Global Investors Holding is het een logische keuze van centrale banken om in aandelen te stappen. “Aandelen zijn bezittingen die het langste stand zullen houden. Als het dividendrendement hoger is dan het rendement op staatsobligaties is de keuze voor aandelen een logische”, zo verklaarde hij op 18 april tegenover Bloomberg. Aandelen uit de S&P 500 index bieden gemiddeld een dividendrendement van 2,2%, terwijl een 10-jaars Treasury maar 1,69% oplevert.

    Goud?

    Opvallend genoeg rept Bloomberg in haar artikel geen woord over goud, terwijl dat toch één van de meest prominente reserves is van een centrale bank. Het edelmetaal is de olifant in de kamer. De ultieme diversificatie voor valutareserves, omdat fysiek goud voor haar waarde niet afhankelijk is van de valuta. Aandelen en obligaties zijn beide genoteerd in een bepaalde valuta, terwijl een goudreserve daar los van staat. Wat Bloomberg niet zegt is dat steeds meer centrale banken spreiding aanbrengen door goud te verzamelen en dat tegen de actuele marktwaarde op de balans te zetten.

    Centrale banken begeven zich steeds meer op de aandelenmarkt

  • Grafiek: Aandelen ongevoelig voor slechte economische cijfers?

    Eind 2009 en in de eerste helft van 2011 waren beleggers enthousiast over aandelen, terwijl de macro-economische cijfers al een correctie voorspelden. Met een vertraging van enkele maanden zakten de aandelenkoersen in en werd de relatie met de macro-economsiche data hersteld. Afgelopen week kwamen er opnieuw veel teleurstellende macro-economische cijfers uit in Europa, zoals onderstaande grafieken op Zero Hedge laten zien. Tegelijkertijd steeg de Eurostoxx aandelenmarkt met 5%.

    Zitten de macro-economische cijfers eaast of zijn de aandelenbeleggers te positief geworden?

    Macro-economische data voorspelt een correctie? (Grafiek van Bloomberg, via Zero Hedge)

    Grootste verslechtering macro-economische data sinds 2007 (Grafiek van Bloomberg, via Zero Hedge)

  • Grafiek: Alle bull markets in aandelen sinds 1871

    Onderzoekers Butler, Philbrick, Gordillo and Associates pakten een database met Amerikaanse aandelenkoersen vanaf 1871. Een bull market werd gedefinieerd als een stijging van tenminste 50% vanaf het dieptepunt die tenminste zes maanden duurde. Een bear market werd aangemerkt als een prijsdaling van tenminste 20% vanaf de top die tenminste drie maanden aanhield. Daar kwamen onderstaande grafiek en de bijbehorende tabel uit rollen.

    De huidige bull market begon in april 2009 en duurt nu al 49 maanden. Gedurende deze periode steeg de S&P 100 index met 104,94%. Gemiddeld duurde een bull market, zoals hierboven omschreven, 67 maanden en steeg de index met 178,09%. Wat dat betreft heeft de huidige bull market dus nog een weg te gaan. Maar door de grote verschillen tussen de ‘bull markets’ is het misschien beter om naar de mediaan te kijken (de middelste waaeming uit de reeks). Als we die als uitgangspunt nemen ziet de toekomst er wat minder zonnig uit voor aandelen. De mediaan was namelijk 50 maanden (één maand meer dan de huidige bull market) met een rendement van 123,81% (een kleine 20 procent meer dan de huidige bull market).

    De grote vraag is dan ook hoe lang de koersen nog zullen blijven stijgen….

    Alle ‘bull markets’ van de Amerikaanse aandelenmarkt sinds 1871 (Bron: Ritholtz)

    De tabel laat zien dat de huidge bull market nog ‘ondergemiddeld’ is  (Bron: Ritholtz)

  • “Indexfonds verslaat in tien jaar 99,6% van de fondsbeheerders”

    Uit steeds meer onderzoeken blijkt dat een passieve beleggingsstrategie met lage beheerskosten en transactiekosten aan het eind van de rit het meeste rendement oplevert. Niet omdat de onderliggende waarde het altijd beter doet dan bij een fonds dat actief beheerd wordt, maar vooral omdat er veel minder kosten gemaakt worden.

    Op de beleggerssite The Motley Fool rekende men uit dat de gemiddelde managementkosten voor een Amerikaans beleggingsfonds 1,29% op jaarbasis is. Het gevolg daarvan is dat er over een periode van tien jaar in totaal $1.883 ingehouden wordt op iedere $10.000. Een goedkoop indexfonds van de S&P 500, zoals Vanguard 500, rekent per jaar slechts 0,12% aan kosten. Over tien jaar is dat in totaal maar $154 over een inleg van $10.000. Over deze periode heeft een belegger in een indexfonds als Vanguard 500 $1.724 meer geld in aandelen zitten dan een belegger die kiest voor een actief beheer van zijn of haar vermogen.

    Een lezer van die site analyseerde de prestaties van 24.711 fondsen die waren opgenomen in het overzicht op Yahoo Finance en 17.785 fondsen uit het overzicht van de Wall Street Joual. De resultaten van al deze fondsen waren gemiddeld genomen ronduit teleurstellend te noemen. Van alle fondsen die de Wall Street Joual volgt waren er maar 71 die over de afgelopen tien jaar meer hebben opgeleverd dan een indexfonds, omgerekend slechts 0,4% van alle 17.785 fondsen.

    Eerder schreven we op Marketupdate ook al over de slechte resultaten van de gemiddelde vermogensbeheerder in 2012. Slechts 10% van de fondsen wist dat jaar de index te verslaan. Op een langere termijn dunt het aantal beleggingsfondsen dat de index weet te verslaan verder uit tot minder dan 1%, als we de resultaten van dit onderzoek mogen geloven. Op zich niet vreemd, want over een periode van tien jaar begint ook het rente op rente effect door te werken. Hoe langer het geld in de aandelenmarkt zit, hoe meer voorsprong men haalt uit de lage kosten van een indexfonds.

    De populariteit van indexfondsen heeft wel een nadelig effect op de liquiditeit van individuele aandelen. Hoe meer geld beleggers in indexfondsen stoppen, hoe minder volume er verhandeld wordt van een bepaald aandeel. Als een aandeel afgestraft wordt door slecht nieuws zullen er in theorie minder actieve kopers te vinden zijn in de markt. Een passief indexfonds kan niet anticiperen op een plotselinge koersdaling van een bepaald aandeel. Naarmate er meer vermogen in indexfondsen wordt gestopt loont het meer om actief te gaan beleggen. Het gebrek aan flexibiliteit van indexfondsen en ETF’s kan dan in eht voordeel werken van de actieve belegger.

    Bron: Of Two Minds Blog en Beginnersinvest

    Over een langere periode renderen indexfondsen meer door de lagere kosten