Tag: boek

  • Tip: Nieuw boek over geld

    Over geld en het monetaire systeem wordt de laatste jaren veel geschreven, maar hoe zit ons huidige geldsysteem eigenlijk in elkaar? Econoom Wim Boonstra van de Rabobank publiceerde onlangs een nieuw boek, waarin deze materie uitgebreid en in begrijpelijke taal wordt behandeld.

    Het boek Geld – Wat is het, wat doet het, waar komt het vandaan is een toegankelijk en actueel handboek en tevens het eerste Nederlandstalige overzichtswerk sinds de financiële crisis van 2008. Het is geschreven voor een breed publiek, variërend van studenten in het hoger onderwijs tot geïnteresseerde krantenlezers, ondernemers, bankemployées en beleggers.

    Nieuw boek over geld

    Wim Boonstra behandelt in dit nieuwe boek de belangrijkste aspecten van geldschepping en geldverkeer, banken en hun taken, de verschillen in geldstelsels en de invloed van geld op de economie en het monetaire beleid.

    Het boek geeft inzicht in de evolutie van ons geldsysteem van gouden munten naar papier en elektronisch geld en behandelt ook een aantal verschillende alternatieve geldstelsels. Ook wordt de werking van de Europese muntunie in het boek uitgebreid beschreven.

    Deze nieuwe publicatie van Wim Boonstra is online te bestellen via onder meer Bol.com en de VU University Press en gaat €44,50 kosten. Tot 1 september geldt een gereduceerde actieprijs van €37,50.

    Over de auteur: Prof. dr. Wim Boonstra is speciaal economisch adviseur van de Rabobank en bijzonder hoogleraar Economische en Monetaire Politiek aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Verder is hij president van de Monetaire Commissie van de European League for Economic Cooperation (ELEC). Hij schreef tal van artikelen en meerdere boeken over bankieren, internationale economie en Europese integratie.

  • Overzicht: Welke gouden munten kun je kopen?

    Welke gouden munten kun je als belegger kopen? En wat is de geschiedenis achter deze munten? Metals Focus maakte er een klein boekwerk van, die ook online geraadpleegd kan worden. Alle populaire beleggingsmunten zoals de Zuid-Afrikaanse Krugerrand, de Canadese Maple Leaf, de Amerikaanse Eagle, de Oostenrijkse Philharmoniker, de Britse Brittannia, de Chinese Panda en de Australische Kangaroo komen in dit boekje aan bod.

    In deze brochure vinden we ook informatie over alle zilveren munten en over de geschiedenis van de verschillende munthuizen. Leuk als u meer te weten wilt komen over de herkomst van uw munten. Hieronder kunt u door het boekwerk heen bladeren (optie voor uitvergroting naar volledig scherm is aanwezig). Vrijwel alle munten uit deze brochure kunt u veilig en discreet kopen bij Goudstandaard.

    gs-logo-breed

    Dit artikel wordt u aangeboden door Goudstandaard, uw adres voor de aankoop en verzekerde opslag van edelmetalen. Wilt u goud kopen? Neem dan contact op door te mailen naar [email protected] of door te bellen naar +31(0)88-4688488.

  • Bestel het nieuwe boek van Edin Mujagic en maak kans op exclusief aanbod

    cover-boek-resizedEdin Mujagic lanceert op 13 juli zijn nieuwe boek over de monetaire geschiedenis van Nederland van de afgelopen tweehonderd jaar. Bestelt u nu alvast een exemplaar via deze link, dan maakt u kans op een uitnodiging voor een bijeenkomst met de auteur van het boek. De eerste vijftig mensen die het boek nu bestellen via de site krijgen een uitnodiging voor deze bijeenkomst, die in augustus zal plaatsvinden. Een unieke kans om nader kennis te maken met de auteur van het boek.

    Meer informatie over het nieuwe boek ‘Boeiend en geboeid: Een monetaire geschiedenis van Nederland sinds 1814/1816’ kunt u vinden op de website www.monetairegeschiedenis.nl. Marketupdate sprak onlangs met monetair econoom Mujagic over zijn nieuwe boek, klik hier voor het artikel.

  • Uitgelicht: Marketupdate in gesprek met Edin Mujagic

    Marketupdate sprak onlangs met econoom Edin Mujagic over zijn nieuwe boek ‘Boeiend en geboeid: Een monetaire geschiedenis van Nederland sinds 1814/1816′. Voor dit boek dook Mujagic in de monetaire geschiedenis van Nederland sinds de oprichting van de Nederlandsche Bank in 1814. In het boek beschrijft hij hoe een geldsysteem op basis van verschillende lokale munten heeft plaatsgemaakt voor de gulden en hoe deze munt weer plaats heeft gemaakt voor de euro. Welke wijze lessen kunnen we trekken uit het monetaire beleid van de afgelopen tweehonderd jaar?

    Naast zijn nieuwe boek kwamen we ook te spreken over actuele thema’s als negatieve rente en monetaire financiering. Zijn dit de laatste stuiptrekkingen van een monetair systeem dat binnenkort zal vastlopen? En keren we dan weer terug naar een nieuw geldsysteem op basis van goud?




    Je hebt net de laatste hand gelegd aan een nieuw boek over de monetaire geschiedenis van Nederland. Vertel daar eens wat meer over...

    Voor het boek heb ik de monetaire geschiedenis van Nederland bestudeerd vanaf 1814. Dat is dus ongeveer tweehonderd jaar. Ik heb dit jaar als startpunt gekozen omdat er toen een aantal belangrijke dingen zijn gebeurd. Het was het jaar waarin de Nederlandsche Bank werd opgericht en er voor het eerst gulden bankbiljetten werden ingevoerd. Twee jaar later in het jaar 1816 kwam vervolgens de muntwet, waarin werd vastgelegd dat de gulden het nieuwe betaalmiddel werd en waarin de gulden gedefinieerd werd als honderd cent. Het oude systeem van verschillende lokale munten met afwijkende gewichten en wisselkoersen maakte toen plaats voor een decimaal systeem. cover-boek-resizedMet de invoering van de muntwet moesten verschillende lokale munten plaats maken voor de gulden, één universeel betaalmiddel. Dat bleek geen gemakkelijke operatie, omdat men nog vertrouwd was met het eigen geld en men eerst overtuigd moest worden dat ze niet bestolen werden door hun oude vertrouwde geld om te ruilen voor guldens. En papiergeld vertrouwde men al helemaal niet! Ook was de informatievoorziening in die tijd nog niet zo goed, waardoor het lang duurde voordat men het nieuwe geld geaccepteerd had. Wat mij opviel bij het bestuderen van deze periode is dat het heel lang geduurd heeft voordat men het papiergeld accepteerde. De centrale bank garandeerde dat het papiergeld dezelfde waarde had als de gouden en zilveren munten, maar als je de geschiedenis erop naslaat lees je dat mensen toen het liefst zo snel mogelijk hun papiergeld omwisselden voor gouden en zilveren munten. Het heeft dertig tot vijftig jaar geduurd voordat het papiergeld echt geaccepteerd werd. Dat heeft dus een generatie geduurd. Het zou nog tot 1901 duren voordat er alleen maar met guldens betaald kon worden en al het andere geld uit circulatie was verdwenen.

    Een eeuw later kwam er weer een andere munt, namelijk de euro. Hoe is dit gegaan?

    Ik ben enthousiast over het idee van een muntunie, omdat het veel voordelen biedt voor een handelsnatie als Nederland. Maar over de uitvoering ervan ben ik niet tevreden. Van het begin af aan zijn er teveel landen met verschillend monetair en fiscaal beleid aan de muntunie toegevoegd. Landen die niet voldeden aan de duidelijk omschreven criteria werden toegelaten, vaak uit nostalgische of historische reden. De Grieken mochten bijvoorbeeld meedoen omdat dat gezien wordt als de bakermat van Europa, terwijl Italië, dat op dat moment een staatsschuld van 120 procent van het bruto binnenlands product had terwijl een van de criteria was dat de staatsschuld maximaal 60 procent mocht zijn, mocht meedoen omdat zij al van begin af betrokken waren bij het proces van Europese eenwording na de Tweede Wereldoorlog.

    Maar kunnen deze economieën niet langzaam naar elkaar toe groeien binnen de muntunie?

    Voor een werkbare, houdbare muntunie heb je landen nodig die, zoals ik dat noem, dezelfde financieel-monetair-economische normen en waarde delen. Vanaf het begin was duidelijk dat daar geen sprake van was. We hadden toen al kunnen weten dat een aantal landen niet zouden passen binnen een sterke muntunie. De Nederlandsche Bank en de Bundesbank hebben voor de invoering van de euro al talloze keren gewezen op de grote fundamentele verschillen tussen de noord en zuid Europese landen. Dit was dus allemaal al bekend voordat de munt werd ingevoerd. In plaats van dat de muntunie deze verschillen kleiner zou maken werden de verschillen juist steeds groter. Ik heb gekeken naar de ontwikkeling van elf verschillende macro-economische variabelen in alle eurolanden tussen 1999 en 2008. En wat bleek? Voor 10 van de 11 variabelen werden de verschillen tussen de Noord-Europese en de Zuid-Europese economieën juist groter in plaats van kleiner na de invoering van de euro.

    Wat kan de ECB nog doen?

    De centrale bank heeft geprobeerd de economische groei en de inflatie aan te jagen door middel van extreem lage rente en quantitative easing, maar we kunnen op dit moment niet anders concluderen dan dat dit geen succesvol beleid is geweest. Dus wat doet de ECB? Meer van hetzelfde. De rente gaat nog verder omlaag en het stimuleringsprogramma is verder opgeschroefd van €60 naar €80 miljard per maand. Je hoeft niet gestudeerd te hebben om te zien dat meer van hetzelfde niet zal werken. Ook zal het bij veel mensen de vraag oproepen: Als dit monetaire beleid van extreem lage rente en QE echt zo goed werkte, waarom zijn we er dan pas na de crisis van 2008 mee begonnen en niet veel eerder? En waarom proberen we dan niet meteen veel meer monetaire verruiming en nog lagere rentes? En dan heb ik het er nog niet over dat het ECB-beleid uiterst gevaarlijke gevolgen kan hebben en zal hebben, zoals hoge inflatie en een zwakke munt. Hoe ik dat kan weten? Omdat onder meer de Nederlandse monetaire geschiedenis dat me leert.

    Zien ze dat bij de ECB dan niet?

    Als centraal bankier kun je niet accepteren dat de monetaire unie uit elkaar valt. Het bestaansrecht van de ECB hangt samen met de euro. Zou de muntunie uit elkaar vallen, dan heb je ook geen ECB meer nodig. Bij de ECB zullen ze er dus alles aan doen om tijd te rekken en de problemen naar de toekomst te verschuiven. Maar zij weten ook wel dat je dat niet eeuwig vol kunt houden. Toch gaan centrale banken hiermee door, omdat hun reputatie op het spel staat als ze toegeven dat dit beleid niet werkt of dat ander beleid nodig is; dat laatste zou impliceren dat de ECB een verkeerde inschatting heeft gemaakt. Terwijl centrale bankiers zich juist vaak als onfeilbaar beschouwen.

    Dus het lijkt erop alsof centrale banken de macht over het stuur verloren hebben...

    De ECB voert een gevaarlijk beleid door op grote schaal staatsobligaties op te kopen. Ze kunnen wel zeggen dat ze niet rechtstreeks schuldpapier kopen, maar daar komt het in feite wel op neer. Iedereen die staatsobligaties koopt weet immers dat de ECB bereid is die van je op te kopen. Het is dus wel een vorm van schuldfinanciering. En als er tien geboden zouden zijn voor centrale banken, dan zou op de eerste, tweede, derde, vierde en vijfde plaats moeten staan dat het ten strengste verboden is staatsschulden te financieren. Wat daar de gevolgen van zijn hebben we gezien in de Weimarrepubliek, Zimbabwe, Joegoslavië, Venezuela en tal van andere landen.  Wie echter de monetaire geschiedenis niet kent, vergeet dat soort wijze lessen. Tegelijk met deze ontwikkelingen zijn er plannen om contant geld te verbieden. Contant geld is voor veel mensen de enige vluchtweg die ze kunnen nemen. Als je bankbiljetten gaat verbieden hebben spaarders geen mogelijkheid meer om hun geld van de bank te halen. Maar dat is niet het enige risico van spaargeld. Een ander risico zagen we een aantal jaar geleden in Cyprus. Daar mocht je op een gegeven moment nog maar €60 per dag pinnen. Je kunt dan wel veel spaargeld hebben, op het moment dat je het nodig hebt kun je er niet bij. Zo zijn er ook veel landen waar kapitaalcontroles zijn ingevoerd, zoals een maximum op het bedrag dat je met contant geld mag betalen.

    Naast contant geld is er nog een andere vluchtweg, namelijk edelmetalen

    Dat klopt, maar je moet je realiseren dat de massa hier niet zo vertrouwd mee is. Hun eerste reactie als ze het vertrouwen in banken verliezen is dat ze hun geld van de bank willen halen en als contant geld willen bewaren. Maar als dat niet meer kan, dan zal men vanzelf goud en zilver ontdekken als alternatief voor de spaarrekening. Je kunt je wel voorstellen wat er met de goudprijs gaat gebeuren als spaarders massaal hun vermogen willen omzetten door fysiek goud te kopen. Die zal omhoog schieten, dat is de wet van vraag en aanbod.

    Wat gebeurt er als de rente weer gaat stijgen?

    Centrale banken zullen de rente kunstmatig laag proberen te houden, maar er komt een moment waarop de markt een hogere rente zal afdwingen. Als de rente weer stijgt tot het niveau van voor de crisis (ongeveer 4 á 5 procent), dan zullen de rentelasten van overheden explosief toenemen. Op dit moment betaalt de Nederlandse staat jaarlijks ongeveer €9 miljard aan rente, dat is bijna evenveel als het budget voor veiligheid of ons basisonderwijs. Zou de rente weer stijgen tot het oude niveau, dan stijgen deze lasten naar €20 miljard per jaar! Dat is evenveel als het budget voor defensie en veiligheid samen. Waar moet de regering dat geld vandaan halen? Voor andere Europese landen is het probleem nog groter. Voor Spanje worden de rentelasten drie keer zo hoog als nu, terwijl landen als Frankrijk en Italië jaarlijks €40 miljard meer aan rente moeten betalen. Waar moeten zij dat geld vandaan halen? Ik vraag me daarom sterk af of de ECB de rente wel kán verhogen.

    groei-staatsschulden-europa-2007-2015

    Schulden van Europese landen zijn de laatste jaren sterk toegenomen

    Kan de ECB de schulden niet gewoon wegstrepen?

    Als dat gebeurt worden beleggers bang. Ze willen op dat moment denk ik alleen staatsobligaties kopen tegen een veel hogere rente, vanwege het risico dat niemand ze kan garanderen dat diezelfde landen in de toekomst niet weer hun schulden gewoon zullen afschrijven. Dat zou betekenen dat de rente gaat stijgen en dat de centrale bank gedwongen wordt door te gaan met het opkopen van staatsobligaties want zoals gezegd lijkt het er steeds meer op dat de eurolanden, zwak en sterk, hogere rente niet aankunnen.

    Je maakt je al enige tijd zorgen over inflatie. Dat was ook het thema van je boek Geldmoord. Waarom is inflatie zo gevaarlijk?

    Inflatie is een verborgen belasting op spaargeld. Het raakt vooral de middenklasse, terwijl die groep juist zo belangrijk is voor de politieke en economische stabiliteit in een land. Politieke stabiliteit kan niet bestaan zonder een sterke middenklasse en inflatie is een grote bedreiging voor deze groep. Vertel mij eens: Welk land is ooit welvarender geworden door een hoge inflatie? Volgens mij is daar in de monetaire geschiedenis geen enkel voorbeeld van te vinden.

    Zie je een terugkeer naar goud?

    Als je de monetaire geschiedenis van het jaar nul tot en met nu zou zien als één dag, dan zou er van middernacht tot de volgende avond rond 23:30 sprake zijn geweest van een goudstandaard of een ander geldsysteem met een koppeling aan goud. De periodes van ongedekt papiergeld duurden nooit lang, deze vertegenwoordigen maar een half uur op deze fictieve tijdlijn van een dag. In het verleden hebben de Chinezen al eens geëxperimenteerd met ongedekt papiergeld. Dat liep uiteindelijk zo slecht af dat niemand meer iets van papiergeld wilde weten. Het heeft dan ook lang geduurd voordat men gouden en zilveren munten weer durfde los te laten. Ik weet niet hoe het geldsysteem van de toekomst eruit ziet, maar wat ik wel weet is dat het huidige geldsysteem onhoudbaar is. Dit geldstelsel is failliet, centrale banken proberen alleen nog maar tijd te rekken. In de afgelopen honderd jaar zijn er twee grote wendingen geweest in het monetaire systeem. De eerste wending was van goud naar een semi-goudstandaard na de Eerste Wereldoorlog. De tweede wending was van een semi-goudstandaard naar een fiat geldsysteem gedurende het Bretton Woods systeem. Beide wendingen duurden ruim een decennium. De eerste wending werd gekenmerkt door de Grote Depressie, de tweede door torenhoge inflatie en dito werkloosheid, stagflatie dus. De derde wending is van papiergeld naar iets anders, maar hoe dat er precies uit zal zien weet ik niet. Maar wat de geschiedenis me wél leert is dat die overgang van het ene tijdperk naar het andere lang duurt en dat het geen prettige periode is. goldbarsTrouwens, het is onzin te stellen dat de goudstandaard destijds in de jaren dertig is ingestort. De goudstandaard is niet ingestort, de goudstandaard is afgedankt door de overheden met het keynesiaanse ‘overheid-moet-economie-sturen’ handboek in de hand. Het was dus niet de  goudstandaard zelf die gefaald heeft, het is de mens geweest die besloten heeft om af te wijken van de discipline van een goudstandaard. Wist je overigens dat Nederland het laatste land was dat zijn munt loskoppelde van het goud?

    Maar welke rol kan goud dan precies gaan vervullen?

    Stel dat een groot land zoals China op een dag zegt dat ze voortaan alleen nog maar goud accepteert voor de export van haar goederen. Dan verwacht ik dat de rest vanzelf dat voorbeeld zal volgen en daarin mee zal gaan. Kan dat gebeuren? Ik denk dat het naïef is om te zeggen ‘nee, dat is absurd’. We hebben de afgelopen jaren te veel ontwikkelingen gezien die niet zo lang geleden absurd leken, om wat dan ook voor absurd te verklaren.

    Ik denk dat je goud weer een rol wilt geven in het internationale betalingsverkeer, dat je dan iets extra moet bieden. Je kunt bijvoorbeeld zeggen dat afnemers korting krijgen als ze met goud betalen. Dan hebben ze reden om over te stappen op goud. Wat denk jij?

    Dat is een goed punt. Maar het hoeft niet op te gaan. Als je goud zou krijgen in ruil voor je spullen, dan weet je in ieder geval dat er geen instelling is, in een ander land, die kunstmatig de waarde van dat goud kan uithollen of verlagen door er meer van te maken. Door het bij te drukken, zoals de Federal Reserve dat doet met de dollar en andere centrale banken met hun eigen munt.

    Wanneer wordt je nieuwe boek gelanceerd?

    edin-mujagicDe boekpresentatie vindt plaats op 13 juli 2016 in het hoofdkantoor van De Nederlandsche Bank in Amsterdam. Het eerste exemplaar van het boek zal om 11:00 in de portrettenzaal overhandigd worden aan Klaas Knot, president van de centrale bank. Het boek 'Boeiend en geboeid: Een monetaire geschiedenis van Nederland sinds 1814/1816' komt voor €25 in de winkels te liggen. Bestelt u het boek voor 31 juli, dan betaalt u slechts €20 en is de verzending gratis!

    Klik hier om het boek te reserveren.

    Meer informatie over boek is te vinden op de website www.monetairegeschiedenis.nl

  • Boekbespreking: Ontgroei

    In Nederland is de uitdrukking ‘Degrowth’ (Ontgroei) weinig bekend, ook onder economen. In veel andere landen van Europa en ook in de VS en Canada is een groeiend aantal onderzoekers actief op dit gebied. Dat zijn mensen die zeer kritisch zijn over de bestaande dominante economische opvattingen en beleid. Zij maken zich grote zorgen over hoe die economie de wereld steeds weer bedreigingen oplevert op gebieden als klimaat en natuur, armoede en ongelijkheid. Waarom nog groeien, is het niet al lang genoeg? Hoe moeten toekomstige generaties ooit om kunnen gaan met de grote problemen waarmee wij hen opzadelen?

    Dematerialisering

    Over Degrowth is nu ook in Nederland een toegankelijke publicatie verschenen. En wel onder de (lelijke) vertaling ‘Ontgroei’. Het boek is samengesteld door drie auteurs verbonden aan de Autonome Universiteit van Barcelona. Dat is een van de wetenschappelijke centra waar veel onderzoek over Degrowth wordt verricht.

    ontgroei-coverlrEnkele tientallen andere auteurs hebben bijdragen geleverd. Daaronder ook in Nederland bekende onderzoekers als Tim Jackson, Serge Latouche en Juliet Schor. En slechts een enkele onderzoeker verbonden aan een Nederlandse universiteit. Zij allen voeren een pleidooi om te stoppen met dat steeds maar weer bevorderen van de economische groei zoals uitgedrukt in de dominante indicator Bruto Binnenlands Product – bbp.

    Een van de kernbegrippen van de critici is dematerialisering. Daarmee wordt bedoeld dat de samenleving haar economie zodanig moet inrichten dat het beslag op de steeds schaarser wordende natuurlijke hulpbronnen kleiner wordt. Abstract-theoretisch gesproken hoeft dat niet per se te betekenen dat het bbp moet dalen. In de praktijk komt het daar wel op neer, alle beloften van de in de ‘oneindige’ mogelijkheden van de technologie gelovigen ten spijt. Daarbij gaat het niet alleen om het serieus nemen van de noodzaak tot aanpassing aan de onvermijdelijke ecologische grenzen. Het gaat ook om de garantie van bestaanszekerheid voor alle mensen op aarde. Dat betekent dat eindelijk werk moet worden gemaakt van een mondiale herverdeling van de welvaart. Impliciet betekent dat uiteraard dat de meest welvarenden, overwegend woonachtig in de ‘rijke’ landen het meest zullen moeten inleveren. Dat kán ook, omdat veel van die welvaart der rijken nauwelijks iets toevoegt aan hun welzijn en geluk, zelfs steeds meer kost dan het opbrengt. Krimp is ook daarom niet zo’n uitzichtloos beleidsdoel.

    Antikapitalistisch?

    Opvallend is daarbij, zeker in dit boek, dat er nauwelijks pleidooien te vinden zijn die als antikapitalistisch gekenmerkt kunnen worden. Integendeel, ‘markten’ zullen een ‘goede’ bijdrage kunnen leveren aan de zo noodzakelijke coördinatie van al het economisch handelen. Waar het in essentie wel om gaat is dat markten duidelijk ingebed moeten worden in adequate sociale en ecologische grenzen. Persoonlijk vind ik dat een wat semantische discussie. Want als je private ondernemingen ‘inbedt’ in de vele bepleite en nogal drastische beleidsgrenzen, dan ontkom je niet aan de conclusie dat er getornd moet worden aan het principe van de vrije ondernemingen. En zeker betekent Degrowth dat veel van de nu heersende neoliberale opvattingen als vrijhandel, autonomie en expansie van ondernemingen, zullen moeten worden bijgezet in het archief van de geschiedenis van de economie. De kapitalistische droom van eindeloze groei van behoeften en ambities is een illusie.

    Vocabulaire

    In het boek worden vele onderwerpen besproken door de tientallen auteurs. Dat maakt het niet makkelijk leesbaar. Het boek heeft een duidelijk encyclopedisch karakter dat ook wordt uitgedrukt in het woord ‘vocabulaire’ in de ondertitel van dit boek. Aan de hand van de inhoudsopgave kunnen belangstellenden kiezen uit een keur van onderwerpen. Daarnaast hebben de drie hoofdauteurs aan het begin van dit boek gelukkig een zeer lezenswaardige introductie op al die onderwerpen geschreven. Voor veel lezers zal met dit boek een nieuwe wereld opengaan. Veel nieuwe en oude inzichten worden gepresenteerd met voor een aantal mensen misschien choquerende opvattingen, bijvoorbeeld over kwijtschelding van schulden. Ook komen vele nieuwe én oude praktijken aan bod die allen samengevat kunnen worden als bijdragen aan de zo noodzakelijke transitie van de samenleving naar nieuwe economische doelen en maatstaven. Bijvoorbeeld de introductie door sommige groepen van mensen van hun eigen geldsystemen, dikwijls aangeduid als complementair geld. Of de vele projecten die bekend zijn geworden onder de benamingen stadstuinen en stadslandbouw. Maar ook breed bekende voorstellen als het basisinkomen, een gedachte die ook in Nederland steeds meer mensen, ook (vooral lokale) bestuurders, aantrekkelijk beginnen te vinden. En wat te denken van de heropleving van de coöperatieve gedachte? Zie bijvoorbeeld het in Nederland snel groeiend aantal ‘broodfondsen’ van kleine zelfstandigen waarin de gedachte van de onderlinge waarborg weer opleeft. En natuurlijk komt het onderwerp van de geldcreatie ook aan bod, met als leidend idee dat geldcreatie de exclusieve bevoegdheid van de publieke overheden moet worden. Uiteraard lijkt dit tegenstrijdig met de vele private initiatieven van complementair geld. Maar het botst vooral met de op dit moment dominante positie van de particuliere banken die een overgroot aandeel hebben in de totale geldcreatie.

    Werkloosheid?

    Zal de via Degrowth tot stand gebrachte nieuwe economie leiden tot grote werkloosheid? Daarover zijn verschillende opvattingen. Enerzijds zijn er mensen waar onder Willem Hoogendijk in Nederland die ervan uitgaan dat er in de toekomst juist veel extra werk zal komen omdat meer met menskracht dan met machines en andere hulpbonnen verricht zal worden, terwijl er gelijktijdig (en eindelijk) taken aangepakt kunnen worden die nu verwaarloosd worden, als natuurherstel en zorg voor anderen. Anderzijds gaan veel Degrowth onderzoekers ervan uit dat door de krimp van de materiële economie er minder (betaald) werk zal zijn. Dat wordt dan niet als dramatisch voorgesteld. Immers waarom zou de mens zo veel moeten werken, er zijn toch ook andere invullingen van een goed leven? Bovendien wordt bepleit om het beschikbare werk beter te verdelen (met een verkorting van de arbeidstijd) en de inkomensgevolgen mee op te vangen via een basisinkomen.

    Planning?

    Kortom, een lezenswaardig boek dat de lezer veel aanknopingspunten biedt in de zoektocht naar nieuwe begrippen en praktijken. Wel mis ik bijdragen over de inrichting van een proces van transitie op macroniveau. Het doet denken aan discussies in de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw over nationale ontwikkeling. Denk bijvoorbeeld aan het werk van Jan Tinbergen of van Charles Bettelheim. Die ontwikkelden instrumenten van planning van de economie die een hoog gehalte van toepasbaarheid hadden. Daar was natuurlijk een en ander op aan te merken. En door de opkomst van het neoliberalisme is planning een vies woord geworden. Maar willen wij komen tot een versneld proces van transitie richting een waarlijk duurzame en solidaire samenleving, dan zullen dergelijke instrumenten die houvast bieden voor de beleidsmatige vaststelling van wat en hoe er op macroniveau moet veranderen zeer noodzakelijk zijn. Voor meer teksten van Lou Keune, zie www.loukeune.nl of www.platformdse.org. Voetnoot: Giacomo D’Alisá, Federico Demaria en Giorgos Kallis, red.: Ontgroei – Een vocabulaire voor ‘degrowth’ in een nieuw tijdperk. Utrecht, 2016, Uitgeverij Jan van Arkel.

  • Boektip: The Wikileaks Files

    wikileaks-files2

    In september werd een boek gepubliceerd over de Wikileaks documenten. In dit boek wordt uitgebreid beschreven welke tactieken de Verenigde Staten gebruiken om hun macht in de wereld te vergroten. Aan de hand van Wikileaks cables vinden veel anekdotische verhalen, zoals John Perkins beschrijft in zijn boek ‘Confessions of an Economic Hitman‘, bevestiging. Hoe de Amerikaanse overheid op slinkse wijze bepaalde dictators ondersteund of de oppositie helpt, zo lang deze maar de economische belangen van de Verenigde Staten dienen. Wilt u meer lezen over de Wikileaks cables, dan kunnen we dit boek van harte aanbevelen!

    Klik hier om een exemplaar van dit boek te bestellen. Voor de liefhebbers van John Perkins, binnenkort verschijnt een nieuw boek met nieuwe bekentenissen van een insider.

  • Bas Jacobs lanceert nieuw boek: ‘De prijs van gelijkheid’

    prijs_gelijkheidBas Jacobs heeft vandaag een compleet vernieuwde versie van zijn boek ‘De Prijs van Gelijkheid‘ gelanceerd. Centraal thema in dit boek staat de optimale inrichting van de welvaartseconomie. Hoe kunnen inkomen en vermogen zo doelmatig mogelijk worden herverdeeld?

    Herverdeling is kostbaar. De maatschappelijke welvaart daalt gemiddeld met tien cent per herverdeelde euro. En de laatste euro herverdeling – de prijs van gelijkheid – kost zelfs 50 cent aan welvaart. Jacobs toont aan dat veel overheidsbeleid doelmatig noch rechtvaardig is. De progressie van de inkomstenbelasting is niet optimaal. De werkende armen zouden veel minder belasting moeten betalen en de middengroepen juist meer. Werkende armen zijn ook veel beter geholpen met een lager minimumloon in ruil voor belastingverlaging. Het toptarief op arbeidsinkomen knijpt de rijken maximaal uit.

    Vermogensinkomsten en -winsten moeten volgens Jacobs zwaarder worden belast, net als erfenissen. En grootschalige subsidies op pensioenen en huizen kunnen worden afgebroken. De vlaktaks vindt Jacobs een economisch onzinnig idee. En het basisinkomen is het meest ondoelmatige herverdelingsbeleid denkbaar. Eén btw-tarief is goed, maar bij een verdere vergroening van het belastingsysteem heeft Jacobs twijfels.

    Prof. dr. Bas Jacobs (1973) is sinds 2007 hoogleraar economie en overheidsfinanciën aan de Erasmus School of Economics.

  • Video: Is Thomas Piketty de nieuwe Karl Marx?

    Gisteravond kwam in het TV-programma De Wereld Draait Door het nieuwe boek van Thomas Piketty ter sprake. De 42-jarige Franse econoom Piketty dook in de archieven en verzamelde uitvoerige datareeksen over welvaart en inkomen. Het boek werd met veel enthousiasme ontvangen en is bijna overal al uitverkocht. In DWDD bespreken economen Bas Jacobs en Mathijs Bouman het boek van Piketty. Werkt de video niet, klik dan hier.