Tag: fiscale stimulering

  • Het gevaar van Modern Monetary Theory

    Het gevaar van Modern Monetary Theory

    De laatste maanden horen we steeds meer over Modern Monetary Theory (MMT) als middel om de economie te stimuleren. Het uitgangspunt van deze theorie is dat overheden een grotere rol krijgen in de sturing van de economie. In plaats van indirecte stimulering via centrale banken moeten overheden de economie rechtstreeks gaan stimuleren, bijvoorbeeld door overheidsuitgaven te verhogen of belastingen te verlagen. De achterliggende gedachte is dat overheden op deze manier de geldhoeveelheid beter kunnen sturen en verdelen dan centrale banken.

    Deze theorie bestaat al langer, maar wint aan populariteit nu de effectiviteit van centrale banken lijkt af te nemen. Centrale banken hebben de rente al drastisch verlaagd en hebben daarna ook verschillende rondes van monetaire verruiming uitgevoerd, maar daar heeft niet iedereen evenveel van geprofiteerd. Tien jaar na de crisis kunnen we concluderen dat het monetaire beleid vooral gunstig was voor de rijken en dat de vermogensongelijkheid alleen maar verder is toegenomen.

    Het is om die reden dat er in verschillende wetenschappelijke en politieke kringen wordt opgeroepen tot meer fiscale stimulering, vooral aan de linkerzijde van het politieke spectrum. Juist nu de rente laag is zouden overheden meer geld moeten uitgeven om werkgelegenheid te creëren en de middenklasse te ondersteunen. Het is een nobel streven, maar het is nog maar de vraag of dit beleid ook op de langere termijn houdbaar is.

    Modern Monetary Theory (MMT)

    Voorstanders van Modern Monetary Theory zien weinig bezwaren. Als overheden kunnen lenen in hun eigen valuta, dan kunnen ze altijd extra geld bijdrukken om hun schuldverplichtingen na te komen. Wel kan de inflatie als gevolg van overheidsstimulering verder oplopen, maar dat kan volgens voorstanders van MMT worden opgevangen door de belastingen te verhogen. Op die manier kan er weer geld uit de economie worden gehaald en kan de inflatie gecontroleerd worden, zo luidt de theorie.

    Ook vermogensbeheerder Ray Dalio ziet meer fiscale stimulering wel zitten. In een nieuw artikel op LinkedIn schrijft hij dat beleidsmakers eigenlijk geen andere keuze hebben dan om deze theorie te omarmen. Hij concludeert dat zowel de inkomensongelijkheid als de vermogensongelijkheid de afgelopen decennia door het beleid van centrale banken sterk is toegenomen. Het is nu de uitdaging voor beleidsmakers om “welvaart te creëren voor de meeste mensen in een tijd dat monetair beleid niet meer werkt”, aldus Dalio.

    In zijn analyse bespreekt de vermogensbeheerder de verschillende mogelijkheden van rechtstreekse fiscale en monetaire stimulering. De meest subtiele manier is een uitbreiding van het opkoopprogramma van centrale banken, waarbij zij meer soorten activa opkopen. Bij meer agressieve vormen van monetaire en fiscale stimulering moeten we denken aan het kwijtschelden van publieke en private schulden of het uitdelen van geld aan overheden en huishoudens. Denk bijvoorbeeld aan de invoering van een soort basisinkomen.

    Volgens Dalio is het na renteverlagingen en stimuleringsprogramma’s tijd voor een derde fase van stimulering. Deze fase omvat meer coördinatie tussen fiscaal en monetair beleid, wat in de praktijk zoveel betekent als een nauwere samenwerking tussen overheden en centrale banken. Ook Christine Lagarde van het IMF heeft zich onlangs positief uitgelaten over het idee van meer fiscale stimulering. Volgens haar kan de theorie van MMT zeer nuttig zijn in een nieuwe crisis, omdat daarmee deflatie effectiever aangepakt kan worden.

    Ray Dalio ziet verschillende mogelijkheden voor fiscale stimulering (Bron: LinkedIn)

    Meer overheidsinterventie

    Op de korte termijn zou meer fiscale stimulering zoals hierboven wordt beschreven zeker kunnen helpen. Dat is ook meteen het grootste gevaar, want als je eenmaal deze weg inslaat is er geen weg meer terug. Fiscale stimulering zal worden gevolgd door nog meer fiscale stimulering, waardoor men uiteindelijk het vertrouwen in het geld verliest. Daar houdt de theorie van Modern Monetary Theory geen rekening mee, omdat die gebaseerd is op de aanname dat de overheid altijd belasting kan heffen en geld kan bijdrukken. Boekhoudkundig klopt de theorie, maar er wordt geen rekening mee gehouden dat men het vertrouwen in de overheid kan verliezen. Een scenario van hyperinflatie valt dan niet uit te sluiten, zo leert de geschiedenis ons.

    Een ander gevaar van deze theorie is dat het nog meer macht geeft aan overheden om de allocatie van middelen in de economie te sturen. We weten allemaal dat het herverdelen van de welvaart gepaard gaat met een afname van de economische productiviteit, omdat overheden nou eenmaal minder efficient kapitaal kunnen toewijzen dan de vrije markt. Dat probleem los je niet op met nog meer overheidsuitgaven, zeker niet op de langere termijn. Toch is de kans groot dat we het pad van fiscale stimulering gaan bewandelen, om de simpele reden dat de meeste mensen zullen kiezen voor politici die veel leuke dingen beloven voor de mensen. Bezuinigen is zowel in goede als in slechte tijden niet populair, zeker niet in een wereld waarin overheden bijna gratis kunnen lenen…

    Deze column verscheen eerder op Goudstandaard




  • Negatieve rente voedt angst voor ‘secular stagnation’

    Negatieve rente voedt angst voor ‘secular stagnation’

    Op het moment van schrijven hebben staatsobligaties met een totale waarde van pakweg $10 biljoen een negatieve rente. Dat wijst erop dat de wereld afkoerst of opnieuw beland is in deflatoire tijden. Hoe het ook zij, beleggers en beleidsmakers maken zich terecht zorgen over de gezondheid van de wereldeconomie. Die kan wel eens sneller aan vaart verminderen dan nog aan het begin van 2019 voor mogelijk werd gehouden.

    Japan en Duitsland zijn nu in een race verwikkeld voor de prijs van staatsobligaties met de grootste vergoeding. Japan leidt deze onzalige race, maar gevreesd moet worden dat Duitsland wel eens een nationaal record kan breken. In 2016, op het hoogtepunt van de discussie over secular stagnation bereikte de vergoeding op de 10-jaars Bund een dieptepunt van -0,19%. De yield heeft dit jaar -0,07% aangetikt.

    Japan-scenario

    De trend in Duitsland en in mindere mate in bijvoorbeeld Nederland geeft steun aan de veronderstelling dat de eurozone aan het Japaniseren is. Natuurlijk heeft Japan in het verleden unieke fouten gemaakt waardoor in 1990 twee bubbels tegelijk klapten, namelijk de beurs en het onroerend goed. Maar er zijn wel degelijk parallellen. Denk bijvoorbeeld aan de demografische ontwikkeling. Dat is trouwens een ongunstige trend die overal in de westerse wereld terug te zien is.

    Er zijn nog meer parallellen. In de nasleep van de financiële crisis droogde de kredietverlening op, omdat vooral huishoudens en bedrijven fanatiek hun schulden gingen afbetalen, ook al was de rente extreem laag. Dat veroorzaakte in de termen van Richard Koo van Nomura een balansrecessie. Dat overkwam Japan in de jaren na het klappen van de bubbels. Amerikanen en Europeanen reageerden op deze balansrecessie door de fiscale kraan open te draaien en door een extreem soepel monetair beleid te introduceren. Toen de publieke schuldenlast tot in de hemel gestegen was, draaiden overheden de fiscale kraan dicht, zoals Japan in de jaren negentig van de vorige eeuw herhaaldelijk had gedaan.

    Duitse 10-jaars rente opnieuw omlaag (Bron: Bloomberg)

    Seculiere stagnatie

    Het heeft uiteindelijk allemaal niet mogen baten en in 2016 moesten centrale banken erkennen dat ze feitelijk geen wapen meer in handen hadden om de stagnatie te doorbreken. Toen verscheen president Trump op het toneel en met hem een hernieuwde poging tot fiscaal stimuleren. Mede geholpen door het beleid van ‘Abenomics’ in Japan en de Chinese massieve fiscale stimulering kwam de economie weer van de grond.

    Hier houden overigens de overeenkomsten op. Zo financierden de Verenigde Staten hun stimulering door de verkoop van obligaties aan de private sector, terwijl China het stimuleringsbeleid betaalde doordat de centrale bank indirect de aankoop van obligaties door banken financierde. In Japan nam de centrale bank de rekening in het geheel op haar conto. De rente op de Amerikaanse 10-jaars Treasury ligt nog steeds royaal boven het niveau van 1,36% van juli 2016, in tegenstelling tot de eerdergenoemde Bund. De verschillen in niveau onderstrepen nadrukkelijk de groeimogelijkheden van beide economische blokken.

    China

    Misschien geldt het gevaar voor Japanisering nog wel het meest voor China. Vooral dankzij de een-kind-politiek van de afgelopen decennia slaat nu de vergrijzing in combinatie met de ontgroening heel hard toe. De bevolking groeit nog maar amper of niet, terwijl de beroepsbevolking al sinds 2010 aan het krimpen is. Die krimp zal in de komende jaren alleen maar versnellen. Daarentegen zal het aantal senioren groeien van de huidige 10% van de totale bevolking naar 20% in 2035. Deze demografische trends hebben de overheid gedwongen om hun economische groei minder afhankelijk te maken van investeringen en meer te laten leunen op consumptie. Dat blijkt een succes. De spaarquote is gedaald van 42% van het beschikbaar inkomen in 2010 naar 35% in 2018.

    Een belangrijke pijler onder de Chinese groei is altijd het proces van urbanisatie geweest, de massale trek van het platteland naar de stad. Er moest heel snel en heel veel gebouwd worden. Dat stuwde de economie. Nu begint die trek op te drogen door een afnemend aantal jongeren, met als resultaat dat het positief effect van de bouw op de economie aan het verdampen is. Dat gaat druk op de groei zetten!

    Structureel lagere groei

    Japan, China, de Eurozone en de VS, al deze economische blokken zien een structureel lagere groei. De Japanse les zou moeten zijn dat vooral grootschalige fiscale stimulering een effectief antwoord kan zijn. Maar die les is nog steeds niet geleerd, ook niet door Japan zelf. Dat land gaat later dit jaar de consumptie zwaarder belasten.

    Van Duitsland weten we dat ze daar gruwen van fiscale stimulering. Het is echter ook nog maar de vraag of de Trumpiaanse vorm van fiscale stimulering wel de juiste is. Van een gezamenlijke en eenduidige aanpak is nog geen sprake. Waarschijnlijk is de nood nog niet hoog genoeg!

    Cor Wijtvliet

    corwijtvliet-logo

    Deze bijdrage is afkomstig van www.corwijtvliet.nl

    Tot slot:

    • Hebt u opmerkingen en/of vragen? Mail ze gerust aan: [email protected]
    • Of via mijn twitteraccount: @wijtvliet
    • Voor meer door mij geschreven artikelen bezoekt u mijn website: www.corwijtvliet.nl
    • Of bezoek www.Beurshalte.nl
    • Ontvangt u het Cor Wijtvliet Journaal niet rechtstreeks? Abonneert u zich dan hier!

    Vindt u deze columns van Cor Wijtvliet interessant, dan kunt voor €25 per jaar donateur worden van het CorWijtvlietJournaal. Ook kunt u een geheel vrijwillige bijdrage overmaken naar NL14RABO0156073676, ten name van Wijtvliet Research.

    Donateurs krijgen niet alleen zonder vertraging het CorWijtvlietJournaal in hun mailbox, maar kunnen ook rekenen op een wekelijkse extra nieuwsbrief met vijf beleggingstips van Cor Wijtvliet. Neem voor meer informatie contact op met Cor Wijtvliet via het hierboven genoemde mailadres.




  • Rentelasten in Verenigde Staten gaan flink toenemen

    De schuldenlast van de Verenigde Staten zal de komende jaren flink toenemen door een combinatie van hogere overheidsuitgaven en een stijgende rente, zo waarschuwt zakenbank Goldman Sachs. Volgens analist Alec Phillips voert de Amerikaanse regering onder leiding van president Trump een zeer ongebruikelijk fiscaal beleid, door de tekorten op te laten lopen in een tijd van hoogconjunctuur. In de economieboeken staat dat de overheid in tijden van groei juist moet bezuinigen, maar nu gebeurt precies het omgekeerde.

    Het positieve resultaat van het ruime fiscale beleid van Trump is dat de economie waarschijnlijk nog harder zal groeien, maar de keerzijde is dat ook de angst voor een snel oplopende inflatie toeneemt. Die angst zien we de laatste maanden terug in een zwakkere dollar, een stijging van de Amerikaanse 10-jaars rente en een stijging van de goudprijs (in dollars).

    Rentelasten zullen stijgen

    De analisten van Goldman Sachs waarschuwen dat de rentelasten van de Amerikaanse overheid – die momenteel overigens historisch laag zijn – de komende tien jaar sterk zullen toenemen. Wordt het ruime fiscale beleid de komende jaren voortgezet, dan zullen de rentelasten ten opzichte van het bbp in 2027 weer terug zijn op het niveau van begin jaren ’90. De rentelasten waren op dat moment ongeveer 4,5% van het bbp, tegenover minder dan 2,5% op het moment van schrijven.

    Combineer je de toenemende rentelasten met een oplopende staatsschuld, dan ziet het vooruitzicht voor de Amerikaanse overheidsfinanciën er niet gunstig uit. De totale staatsschuld zal in het scenario van Goldman Sachs toenemen van ongeveer 77% nu naar meer dan 100% in 2027. Dat is het hoogste niveau sinds het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog. En dan zijn de ongedekte sociale verplichtingen van de overheid, de zogeheten unfunded liabilities, nog niet eens in de berekening meegenomen.

    Hogere rentelasten voor Verenigde Staten (Bron: Bloomberg)

    Schulden herfinancieren

    Volgens Bloomberg is de gemiddelde looptijd van Amerikaanse staatsobligaties bijna zes jaar, wat betekent dat het nog een paar jaar zal duren voordat de stijgende rente een significant effect heeft op de totale rentelasten. De 10-jaars rente, die op het moment van schrijven op 2,9% staat, is voor de Amerikaanse overheid alleen relevant voor de schulden die nu doorgerold moeten worden.

    Goldman Sachs verwacht dat de 10-jaars rente in de Verenigde Staten de komende jaren verder zal stijgen naar ongeveer 3,5% tot 3,75%, bijna een procentpunt hoger dan het gemiddelde van de afgelopen tien jaar. Opvallend is dat de bank haar renteverwachtingen naar boven heeft bijgesteld, want tot een week geleden was hun ‘koersdoel’ voor de 10-jaars rente nog 3,25%.

    In hun nieuwe rapport schrijven de analisten dat de huidige situatie in de Verenigde Staten lijkt op die van België in de jaren ’70, Italië in de jaren ’80 en Japan in de jaren ’90. Ook in deze gevallen zorgden een stijgende rente ervoor dat de staatsschuld verder opliep, ook nadat de begroting door middel van bezuinigingen weer op orde was gebracht.

    Dit artikel wordt u aangeboden door Goudstandaard, uw adres voor de aankoop en verzekerde opslag van edelmetalen. Wilt u goud kopen? Neem dan contact op door te mailen naar [email protected] of door te bellen naar +31(0)88-4688488.

  • Drie redenen waarom Trump de inflatie zal aanjagen

    De inflatie in de Verenigde Staten kan onder leiding van de nieuwe president Donald Trump flink oplopen. Fiscale stimulering en het vooruitzicht van meer protectionistisch economisch beleid kan het prijspeil snel doen stijgen.

    Sinds de verkiezing van Trump is de rente op Amerikaanse 10-jaars leningen omhoog geschoten tot meer dan 2,5%, omdat beleggers nu al rekening houden met een oplopende inflatie. We zetten drie ontwikkelingen op een rij die de inflatie in de Verenigde Staten onder president Trump kunnen aanjagen.

    1. Fiscale stimulering

    Donald Trump heeft beloofd dat hij $1 biljoen wil investeren, onder andere in het opknappen van de infrastructuur. Daarmee creëert hij extra werkgelegenheid in een sector waar nauwelijks goed opgeleide werknemers te vinden zijn. Als de overheid met de private markt gaat concurreren om werknemers kan dat de lonen verder doen stijgen. Dit zal de bestedingen aanjagen en daarmee het prijspeil opdrijven.

    2. Protectionisme

    Trump heeft tijdens zijn verkiezingscampagne laten doorschemeren dat hij meer werkgelegenheid wil terugbrengen naar de Verenigde Staten. Hij heeft op twitter al gedreigd met hoge invoerheffingen voor producten die in het buitenland gemaakt worden. Dat zal het prijspeil verder aanjagen, omdat bedrijven van nature altijd op zoek gaan naar de plek waar ze het goedkoopst kunnen produceren.

    Is het voor een autofabrikant door de lagere loonkosten goedkoper om een fabriek in Mexico te plaatsen dan in de Verenigde Staten, dan profiteren ook Amerikaanse huishoudens van een goedkopere auto. Door de productie over te plaatsen naar de Verenigde Staten, of door invoerheffingen te introduceren, stijgen de kosten van de producten die Amerikanen kopen. Meer protectionistische maatregelen verlagen de efficiëntie van de markt, waardoor het prijspeil van goederen zal toenemen.

    3. Valutareserves

    Een protectionistisch beleid zal de relatie tussen de Verenigde Staten en haar handelspartners geen goed doen. Hoge invoerheffingen maken de Amerikaanse afzetmarkt minder interessant voor Chinese producenten, waardoor zij hun focus zullen verleggen naar markten die nog wel vrij toegankelijk zijn. Daardoor kunnen ze ook meer in andere valuta handelen, waardoor centrale banken wereldwijd minder dollarreserves nodig hebben.

    Een wereldmacht als China zal minder belangstelling tonen om de Amerikaanse tekorten te financieren. In 2016 verkocht China al een record aan valutareserves en ook andere landen zijn begonnen met het dumpen van hun dollarreserves. Waar moeten die dollars heen als de rest van de wereld deze niet meer wil hebben? En wie moet de Amerikaanse tekorten ($1 biljoen fiscale stimulering?) financieren als het buitenland dat niet meer wil doen?

    U kunt zich voorstellen dat de rente op Amerikaanse staatsobligaties in dat geval snel zal toenemen. Loopt de rentestijging uit de hand, dan zal de Federal Reserve als lender of last resort moeten ingrijpen door opnieuw staatsobligaties op te kopen en daarmee de Amerikaanse begrotingstekorten te financieren.

    gs-logo-breed

    Dit artikel wordt u aangeboden door Goudstandaard, uw adres voor de aankoop en verzekerde opslag van edelmetalen. Wilt u goud kopen? Neem dan contact op door te mailen naar [email protected] of door te bellen naar +31(0)88-4688488.

  • Larry Summers: “Overheden kunnen aandelen kopen”

    Larry Summers: “Overheden kunnen aandelen kopen”

    Als het aan Larry Summers ligt moeten overheden aandelen van bedrijven opkopen om de economie te ondersteunen. Dat kan de groei van de wereldeconomie een nieuwe impuls geven, aldus de voormalig economisch adviseur van de Obama regering. Hij deed deze opmerkelijke uitspraken tijdens een conferentie van de Bank of Japan in Tokyo.

    Volgens Summers is het “stelselmatig opkopen van een breder scala aan financiële activa” een methode om de stagnatie van de economie aan te pakken. De historisch lage rente heeft onvoldoende effect en daarom zouden beleidsmakers nieuwe stappen kunnen overwegen om de economie nieuw leven in te blazen, aldus de Harvard econoom.

    lawrence_summersAandelen kopen

    Veel beleggers geven op dit moment de voorkeur aan relatief veilige staatsobligaties, waardoor de rente alsmaar verder onder druk is komen te staan. De autoriteiten kunnen deze trend doorbreken door meer risicovolle beleggingen op te kopen. Summers noemt als voorbeeld de Bank of Japan, dat al op grote schaal aandelen van bedrijven opkoopt.

    “Dit is iets dat volgens de economische logica ook overwogen zou moeten worden in andere delen van de wereld waar de lage rente een belangrijk probleem van het monetaire beleid geworden is. Er is misschien nog een klein beetje ruimte om de korte rente verder te verlagen en ze een klein beetje negatief te maken. Maar we zijn redelijk dicht bij het einde van wat we met dit beleid kunnen bereiken.”

    Fiscale stimulering

    Naast het opkopen van aandelen zijn er nog een aantal andere maatregelen die beleidsmakers volgens Summers moeten overwegen. Hij noemt onder andere meer fiscale stimulering, het wegnemen van barrières voor overheidsinvesteringen en het verhogen van de pensioenuitkeringen.



  • IMF: “Overheden moeten meer stimuleren”

    De landen van de G20 moeten hun overheidsuitgaven verhogen om de economie te stimuleren, zo stelt Christine Lagarde van het Internationaal Monetair Fonds (IMF). Meer stimulering is nodig, omdat de instrument van negatieve rente in de ontwikkelde landen haar grenzen bereikt heeft. Overheden zouden de economische groei weer moeten aanjagen met grootschalige investeringen in de infrastructuur, zodat voorkomen wordt dat de wereldeconomie opnieuw in een recessie belandt.

    IMF-logo“De wereldeconomie blijft zwak en de neerwaartse risico’s zijn toegenomen. Investeringen in de infrastructuur kunnen de productiviteit verhogen, stimuleren op korte termijn de vraag en kunnen private investeringen uitlokken”, zo schrijft het IMF in haar rapport. Met dit rapport af het IMF alvast haar advies aan de centraal bankiers en ministers van Financiën van de twintig grootste economieën ter wereld, die afgelopen weekend in de Chinese stad Chengdu bijeen kwamen om de stand van de wereldeconomie te bespreken.

    Nog meer schulden

    Het recept dat het IMF voorschrijft is niet nieuw. Na het uitbreken van de wereldwijde kredietcrisis in 2008 lieten overheden hun tekorten enorm oplopen met nieuwe stimuleringsprogramma’s. Overheden hoefden de economische groei alleen maar aan te zwengelen, waarna de private markt het stokje zou overnemen. Maar dat laatste gebeurde maar op zeer beperkte schaal, omdat er niets werd gedaan aan het fundamentele probleem van de hoge schuldenlasten van burgers en bedrijven. Pas toen centrale banken de rente naar nul hadden gebracht begon de kredietverleningen weer op gang te komen.

    Volgens het IMF is de lage rente alleen niet genoeg om de economische groei aan te jagen. Opnieuw moeten overheden hun begrotingstekorten laten oplopen, een voorstel waar niet iedereen even enthousiast op zal reageren. Zo streeft de Eurozone juist naar een sterkere begrotingsdiscipline en gaat Duitsland nog een stap verder door een begrotingsevenwicht na te streven. Tot ongenoegen van het IMF, dat wereldwijde schuldexpansie propageert als tijdelijke ‘fix’ voor de grootste schuldencrisis in decennia.

    Wordt het tijd om te concluderen dat meer schulden maken niet de oplossing is voor een probleem dat ontstaan is door te hoge schulden?