Tag: goud

  • World Gold Council: Trends in goudmarkt eerste kwartaal 2012

    De vraag naar goud was in het eerste kwartaal van dit jaar in lijn met de afgelopen acht kwartalen, maar was wel 5% lager dan tijdens het eerste kwartaal van 2011. Volgens de World Gold Council is deze daling toe te schrijven aan een lagere vraag naar goud voor juwelen en vanuit de technologiesector, een daling die niet volledig gecompenseerd kon worden door de stijgende vraag naar goud als beleggingsobject. Door de hogere gemiddelde goudprijs ten opzichte van een jaar eerder (+22%) was de totale waarde van de handel in goud wel veel hoger, zo schrijft de World Gold Council. De totale waarde van $59,7 miljard in eerste kwartaal van 2012 lag slechts 11% onder het record van het derde kwartaal van 2011, toen de totale goudvraag met de recordprijzen in augustus een waarde van $67,1 miljard vertegenwoordigde.

    Beleggingsgoud

    De enige sector in de goudmarkt die het eerste kwartaal van 2012 ook in volume groter was dan een jaar eerder was die van beleggingsgoud. Vooral de verschillende ETF’s in goud eisten meer edelmetaal op, terwijl de vraag naar munten en baren wat achter bleef bij de sterke vraag in het eerste kwartaal van 2011. Destijds zorgden de onrust in het Midden-Oosten en de Europese schuldencrisis voor een hogere vraag naar gouden munten en baren.

    In het eerste kwartaal van dit jaar was de vraag naar beleggingsgoud 13% hoger dan vorig jaar, namelijk 389,3 metrische ton. Met de hogere prijzen voor goud gingen er uiteindelijk omgerekend 38% meer dollars naar goudbeleggingen dan in het eerste kwartaal van een jaar geleden. De stijging kwam voor rekening van de goud ETF’s en imitatie- en verzamelmunten. De vraag naar de zogeheten ‘bullion’ munten en baren met de laagste premium boven de spotprijs bleef wat achter. Over de langere termijn gezien was de vraag naar gouden baren en munten echter ook in het eerste kwartaal van 2012 robuust, met respectievelijk 260 en 51,3 metrische ton.

    Vooral alteatieve ETF’s profiteren van toenemende belangstelling beleggers

    De goud ETF’s zagen in het eerste kwartaal van dit jaar een instroom van in totaal 51,4 metrische ton (omgerekend $2,8 miljard). Dit is in contract met het eerste kwartaal van vorig jaar, toen de goud ETF’s netto een uitstroom zagen van 62,1 metrische ton goud. Vooral in januari en februari werd er veel goud toegevoegd aan deze exchange-traded funds, die hun waarde ontlenen aan het fysieke edelmetaal dat ze in beheer hebben voor aandeelhouders.

    De World Gold Council schrijft dat de vraag naar reguliere gouden baren en munten met 337,9 metrische ton 17% lager was dan een jaar eerder. Maar door de gestegen goudprijs werden er wel 2% meer aan uitgegeven, uitgedrukt in Amerikaanse dollars. De daling van de vraag naar munten en baren lijkt zorgelijk, maar volgens de World Gold Council wordt deze trend vertekend door de uitzonderlijk hoge volumes in het eerste kwartaal van 2011.

    In India was de vraag naar beleggingsgoud in de vorm van munten en baren maar liefst 46% lager dan een jaar eerder, namelijk 55,6 metrische ton. Ook hier geven de cijfers een ietwat vertekend beeld, omdat een groot gedeelte van de daling is toe te schrijven aan voorraadafbouw bij goudhandelaren. Gegeven de onzekerheden omtrent hogere belastingen en importheffing op goud in India zijn de handelaren vooralsnog terughoudend geweest met het aanvullen van de voorraden, zo schrijft de World Gold Council. De verkoop van gouden munten in India bleef sterk, wat duidelijk maakt dat de Indiase huishoudens nog steeds goud willen kopen. Door de ontwikkeling van de goudprijs en de zwakke roepie wordt de vraag naar beleggingsgoud wel wat gedrukt, vooral bij de grotere beleggers en beleggingsfondsen. Die bleven vooral aan de zijlijn staan en namen in sommige gevallen hun winst met de verwachting om in de toekomst goedkoper in te kunnen kopen.

    In China steeg de vraag naar beleggingsgoud met 13% van jaar-op-jaar tot een niveau van 98,6 metrische ton. Het Chinese nieuwjaar en de promotie van speciale verzamelmunten door bedrijven en banken droeg ook bij aan het hogere volume. Daaaast is ook de verwachte prijsinflatie onder veel beleggers een reden om meer goud te kopen. Hoe de vraag naar beleggingsgoud in China zich zal ontwikkelen zal afhankelijk zijn van de koersontwikkeling van goud, maar daaaast zal ook de prestatie van alteatieve beleggingen zoals aandelen en vastgoed worden meegenomen in de afweging van beleggers.

    In de rest van Azië werd ook overwegend meer goud gekocht met een beleggingsmotief, met uitzondering van Thailand. Daar was de vraag 29% lager dan vorig jaar met een totaal volume van 20,8 metrische ton. Op de langere termijn bezien is de vraag ook in Thailand behoorlijk gestegen, want in de periode van begin 2003 tot en met eind 2007 werd er per kwartaal gemiddeld slechts 3,1 metrische ton goud gekocht door beleggers.In het Midden-Oosten was de vraag naar goud als belegging ook groter, terwijl in Turkije de vraag juist wat zakte ten opzichte van begin 2011. Maar uitgedrukt in de Turkse valuta vertegenwoordigde het lagere volume aan goud toch nog een stijging van 22% ten opzichte van een jaar eerder.

    In de VS was de vraag naar gouden baren en munten met 13,6 metrische ton 32% lager dan een jaar eerder, omdat beleggers gemiddeld minder interesse toonden voor het edelmetaal. Daaaast waren er volgens de World Gold Council winstnemingen van beleggers die het goud al een aantal jaar in de portefeuille hebben. Ook in Europa was de vraag naar beleggingsgoud overwegend lager dan een jaar eerder. De World Gold Council beschrijft een stapsgewijze verandering, waarbij de vraag naar goud door beleggers sinds de val van Lehman Brothers wel behoorlijk is gestegen, maar sindsdien is gestabiliseerd op dat hogere niveau. In Duitsland was de vraag naar goud met 21,3 metrische ton 44% zwakker dan in het eerste kwartaal van vorig jaar. Omgerekend naar euro’s is dat nog minder dan €1 miljard, een fractie vergeleken bij de bedragen die rond gaan in de aandelen- en obligatiemarkt. Het is ook opvallend dat de vraag naar goud van beleggers in Duitsland de helft hoger is dan van beleggers in de VS, terwijl laatstgenoemde land bijna vier keer zoveel inwoners heeft.

    Europese vraag naar beleggingsgoud in segmenten

    Juwelen

    De vraag naar goud voor juwelen was met 519,8 metrische ton 6% lager dan een jaar geleden, maar in de context van een gemiddeld 22% hogere goudprijs kan de vraag nog steeds sterk genoemd worden. Doordat de prijsstijging van goud groter was dan de volumedaling kwam de totale waarde van de goudvraag voor juwelen uit op een recordhoogte van $28,3 miljard. De zwakte in deze markt kwam vooral uit India, een aantal landen in het Midden-Oosten en Europa, terwijl de vraag juist sterker was in China, Rusland en Egypte.

    In India speelden verschillende factoren mee, zoals extra belastingen en importheffingen op goud en de zwakkere roepie, waardoor goud voor de Indiase bevolking naar verhouding relatief duur was. Een extra belasting was voor veel juweliers aanleiding om in staking te gaan, wat ook zijn bijdrage heeft geleverd aan het lagere volume van verkochte sieraden. De overheid kwam onlangs op deze nieuwe belastingmaatregel terug, waaa de staking beëindigd werd. In totaal werd er in India voor 152 metrische ton aan goud verkocht in het eerste kwartaal van 2012, een 19% daling jaar-op-jaar.

    Goudmarkt voor juwelen is gigantisch in China en India

    China domineerde de markt van gouden juwelen, want daar groeide de vraag in het eerste kwartaal van dit jaar tot een totaal van 156,6 metrische ton. Dat is een toename van 8% ten opzichte van een jaar eerder, waardoor China nu ongeveer 30% van de wereldwijde vraag naar goud voor juwelen voor haar rekening neemt. Stijgende inkomens en festiviteiten omtrent het Chinese nieuwjaar zorgden voor extra vraag naar goud. Opvallend detail: de vraag naar 24-karaats goud nam toe, terwijl 18-karaat goud minder populair werd.

    In de kleinere goudmarkten zakten de vraag naar goud voor juwelen ook weg, met als uitzondering Taiwan. Daar werd een 9% toename geregistreerd in de behoefte aan goud voor het maken van juwelen. Ook hier zag het segment van 24-karaat goud de sterkste groei. In landen als Hong Kong, Vietnam, Thailand, Indonesië, Zuid-Korea, Saoedi-Arabie, Dubai en Turkije nam de vraag naar goud voor juwelen over het eerste kwartaal van dit jaar af met percentages in een bandbreedte van 6% tot en met 17%.

    Tenslotte schrijft de World Gold Council over de sterk gestegen vraag vanuit Rusland, waar 28% meer goud werd gebruikt voor het maken van sieraden. Het totale volume kwam daarbij uit op 20,4 metrische ton. In Italie werd 14% minder goud gebruikt voor het maken van juwelen, een gevolg van de slechte economische situatie in het land en de lastenverzwaringen die de nieuwe regering onder leiding van Monti heeft doorgevoerd.

    Ontwikkeling vraag naar goud voor sieraden in verschillende landen

    Technologiesector

    In het eerste kwartaal van dit jaar werd er 107,7 metrische ton goud gebruikt in de technologiesector, een daling van 7% ten opzichte van een jaar eerder. De vraag naar goud voor elektronica was in deze markt de grootste component met 75,4 ton, maar ook hier was een daling zichtbaar door een afnemende vraag en door overschakeling op alteatieve geleiders. Toch zijn er binnen de technologiesector nog sterke markten te vinden, want smartphones, tablets en solid-state drives worden nog steeds goed verkocht. In de tandheelkundige sector en voor overige industriële toepassingen werd respectievelijk 7% en 8% minder goud gebruikt ten opzichte van een jaar eerder.

    Goudvraag vanuit technologiesector

    Centrale banken

    In het eerste kwartaal van 2012 waren centrale banken opnieuw netto kopers van goud, want er werd voor 80,8 metrische ton aan goud aan de reserves toegevoegd. Vooral in maart werd er veel goud gekochten, zie ook onze eerdere berichtgeving over goudaankopen van onder meer Rusland en Mexico. In maart was het prijsniveau gemiddeld een stuk lager dan in januari en februari, waardoor het doen van grote aankopen aantrekkelijker werd voor centrale banken. Rusland en Mexico kochten in maart voor respectievelijk 16,8 en 16,5 metrische ton aan goud, maar ook tal van andere landen voegde wat goud aan hun reserves toe. Opvallend is de strategie van Kazachstan, want de centrale bank van dit land heeft aangegeven al het goud te kopen wat de komende twee a drie jaar in eigen land uit de de grond komt. Verkopen van goud door centrale banken waren er vrijwel niet, waaruit blijkt dat ook centrale banken rekening houden met hogere goudprijzen in de toekomst.

    Aanbod van goud

    In het rapport van de World Gold Council wordt verder beschreven dat de totale mijnbouwproductie van jaar op jaar met 5% was gestegen, maar dat er na correctie voor dalende verkopen van reserves bij producenten netto maar 2% meer mijnbouwproductie beschikbaar was voor de markt. Het aanbod van goud via recycling nam met 11% toe tot 391,5 metrische ton. De geïndustrialiseerde landen vertegenwoordigen ongeveer een derde van het aanbod van gerecycled goud, maar dit aanbod lijkt steeds meer op te drogen. Vooral in Europa begint het aanbod van ‘sloopgoud’ af te vlakken, met uitzondering van Frankrijk. Daar werd nog wel veel meer 18-karaat goud omgesmolten.

    Goudaanbod per kwartaal vanaf 2009

    Turkije

    In deze editie van de World Gold Council rapport is er speciale aandacht voor de goudmarkt in Turkije. In acht pagina’s en onderbouwd met tal van grafieken worden de ontwikkelingen op deze belangrijke goudmarkt beschreven. Hier volgt een korte samenvatting van wat de World Gold Council schrijft over Turkije.

    Turkije is op het moment van schrijven het vijfde land op rij als het gaat om de vraag naar goud voor sieraden, met een vraag van 63,8 metrische ton. Ook zijn Turken fanatiek als het gaat om het beleggen in goud, want met een beleggersvraag van 72,9 metrische ton neemt het land de achtste positie in op de wereldranglijst. De export van juwelen droeg vorig jaar voor bijna $1,8 miljard bij aan de handelsbalans van het land. Naar schatting van de World Gold Council bezitten Turken gezamenlijk voor bijna 5000 ton aan privé goud, in de vorm van sieraden, munten, baartjes en andere oamenten en accessoires. Al voor de grote uitbraak van de financiële crisis in 2008 kochten de Turken al veel goud, zelfs meer dan nu het geval is. Door de crisis werd ook Turkije geraakt, omdat het land veel goederen exporteert naar de Europese markt. De Europese schuldencrisis drukt op die manier ook een beetje op de Turkse economie, waardoor er minder goud werd gekocht.

    Sinds 2010 zitten de goudverkopen in Turkije weer stevig in de lift, met als opvallende trend de verschuiving van gouden sieraden naar beleggingsgoud. Zoals op de tweede grafiek hieronder te zien is was de vraag naar beleggingsgoud van 2002 tot en met 2009 maar 20 tot 30% van de totale vraag naar goud. In 2010 en 2011 begon dat te verschuiven, want inmiddels is 51% van het goud dat Turken kopen aan te merken als beleggingsgoud, meer dan de hoeveelheid edelmetaal die zijn weg vindt naar sieraden.

    Vraag naar goud klimt weer uit het dal van 2009 en 2010

    Steeds meer goud gekocht als belegging

    Ook in de Turkse maatschappij wordt het beleggen in goud steeds populairder, getuige de komst van verschillende soorten goudrekeningen die men via de bank kan afsluiten en de mogelijkheid om kleine goudbaartjes te ‘pinnen’ bij speciale goudautomaten. Ook tonen Turken steeds meer voorkeur voor gouden sieraden met een hogere zuiverheid van 18 of 22 karaat, ten kosten van de goedkopere 8 en 14 karaats sieraden. De gedachte daar achter is dat sieraden met een hogere zuiverheid meer in waarde stijgen dan de sieraden met een lager goudgehalte. Om de prijzen te drukken worden de sieraden vaak wel lichter gemaakt, zodat er effectief minder goud in zit.

    De toegenomen belangstelling van beleggers zien we ook terug in onderstaande grafiek, waarop te zien is dat vooral de verkoop van goudbaren in de ligt zit. Verder valt op dat de het aanbod van goud in Turkije voor een heel groot gedeelte komt uit recycling van oud goud (zie de laatste grafiek). Tenslotte wijst de World Gold Council op de aankoop van goud door de Turkse centrale bank in 2011. Toen werd de goudreserve in één klap met meer dan de helft aangevuld tot bijna 200 metrische ton.

    Vooral de vraag naar goudbaartjes neemt snel toe in Turkije, munten op hoogste niveau sinds jaren

    Veel goudaanbod via recycling van sloopgoud

  • WGC: Goudmijnen hebben over vijf jaar prijs van $3000 nodig

    Deze mededeling van Shishmanian komt op een zeer ongelukkig moment voor de investeerders in goudmijnbedrijven, want de verschillende indices en ETF’s die zijn opgebouwd uit goudmijnaandelen (BGMI, GDX en NYSE Arca Gold Bugs index) laten consequent een sterk dalende trend zien. Vanaf augustus vorig jaar, toen de goudprijs op een hoogtepunt stond van meer dan $1.900 per troy ounce, bevinden de meeste mijnbouwaandelen zich al in een dalende trend. Vanaf de piek van 2011 hebben de bekendste graadmeters van de goudmijnaandelen al 30 tot 40 procent van hun waarde verloren, terwijl de goudprijs vanaf het hoogtepunt in augustus 2011 tot en met vandaag (~$1550/oz) met ‘slechts’ 20% in gezakt.

    Aram Shishmanian heeft gezegd dat de meeste goudmijnen op dit moment een goudprijs van tenminste $1.300 per troy ounce nodig hebben om te kunnen overleven. Maar door de snel stijgende productiekosten en hogere belastingen van de overheden moet de goudprijs snel weer de weg naar boven vinden om de goudmijnen wat meer lucht te geven. Als de trend van stijgende (productie)kosten de komende vijf jaar in dit tempo blijft doorgaan hebben de mijnbouwbedrijven over vijf jaar een goudprijs nodig van tenminste $3.000 om het hoofd boven water te kunnen houden.

    Ondanks deze voorspelling blijft Shishmanian optimistisch over de goudmarkt, want er is nog altijd een sterke vraag naar fysiek goud. De toekomstige vraag naar goud komt volgens de topman van het World Gold Council van opkomende markten, centrale banken en beleggers wereldwijd. Daarbij merkt hij op dat China en India op dit moment gezamenlijk al 55% van de wereldwijde goudmarkt vormen. “Opkomende markten gaan een toenemende hoeveelheid goud aanhouden als reserve”, zo verklaarde de CEO. “Het aanhouden van miljarden in dollars zal ze niet helpen. Het potentiële alteatief is goud”, aldus Shishmanian.

    Op dit moment beheren de verschillende ETF’s die gedekt zijn door goud een vermogen van $120 miljard, aldus de topman van het World Gold Council. “Dit is het topje van de ijsberg, want Amerikaanse pensioenfondsen hebben nog geen substantiële hoeveelheid goud in hun portefeuille. We zullen zien dat dat de komende twintig jaar gaat veranderen”.

    Bijgevoegd ziet u de koersontwikkeling van de Barron’s Gold Mining index (BGMI) over de afgelopen tien jaar en de GDX en ARCA Gold Miners over de afgelopen vijf jaar. Deze grafieken, en de boodschap van Shishmanian, tonen maar weer eens aan dat beleggen in goudmijnaandelen een hele andere tak van sport is dan beleggen (of beter gezegd: sparen) in fysiek goud. Dat onderscheid moeten beleggers en fondsbeheerders ook kunnen maken.

    Barron’s Gold Mining Index

    GDX Gold Miners ETF

    NYSE Arca Gold Bugs index

  • Jim Rogers houdt rekening met 40 tot 50% daling goudprijs

    Dit lage niveau wordt alleen bereikt als India voorlopig stopt met het aankopen van goud en als er vanuit Europa goud verkocht gaat worden. “Er komt beweging op gang om de aankopen van goud in India te beperken. Sommige mensen in India zeggen dat het land moet stoppen met het importeren van nog meer goud”, aldus de ervaren grondstoffenbelegger. Ook houdt Rogers rekening met verkopen van goud door Europese landen, alhoewel wij dat niet waarschijnlijk achten.

    Volgens de berichtgeving op Businessinsider zouden er in India geluiden gaan dat de grote goudaankopen niet goed zijn voor de economie. Het edelmetaal wordt opgepot of verwerkt tot sieraden, terwijl het geld ook geïnvesteerd had kunnen worden in de verdere economische ontwikkeling van het land. Er zou een grote groep mensen zijn die van mening is dat het importeren en opbergen van goud heeft gezorgd voor een tekort op de handelsbalans. Of – en zo ja waarom – dat slecht is of niet wordt niet duidelijk gemaakt in het bericht. Wel lezen we dat er wereldwijd veel vraag uitvalt als India geen goud meer gaat importeren, met als gevolg een prijsdaling van 40 tot 50% vanaf de top waar ook Jim Rogers rekening mee houdt.

    Volgens Jim Rogers heeft de goudprjs sinds 2001 maar één grote correctie gehad, namelijk in 2008. Het zou gezond zijn voor de bullmarket in goud als de prijzen nu opnieuw zouden dalen. Voor de mensen die stelselmatig fysiek goud kopen is de prijsdaling een aantrekkelijke korting. Wie long is op goud via de termijnmarkt zal nu iets minder vrolijk naar zijn beeldscherm staren, want in de afgelopen zes maanden ging er al $225 af van de spotprijs voor één troy ounce goud. De goudprijs staat nu op het laagste niveau sinds juli 2011, marginaal lager dan de vorige bodem die aan het begin van dit jaar werd gelegd op ongeveer $1550 per troy ounce.

    Jim Rogers houdt rekening met sterk daling goudprijs

  • Artikel over goud uit het Financieel Dagblad (met commentaar!)

    Ook wij kunnen een flinke daling van de goudprijs niet uitsluiten, maar de argumentatie die in het artikel op het FD wordt gegeven raakt naar mijn mening kant nog wal. De aanname dat de goudprijs zich goed leent voor technische analyse is op zich al een opmerkelijke constatering, maar ook de stellingname van  Roelof-Jan van den Akker dat je juist géén goud wilt hebben roept om een passend antwoord. Ik voelde vanmiddag de noodzaak om op deze column te reageren. Hieronder leest u de volledige column schuingedrukt, met tussendoor mijn commentaar.

    ”Na een rally van tien jaar is het wachten op een afstraffing van de goudprijs

    Column verschenen op FD op 27 april 2012

    Sinds de piek vorig jaar van $ 1900 dollar per troy ounce lijkt de goudprijs in rustiger vaarwater beland. De laatste zes maanden schommelt die tussen de $ 1600 en $ 1800. Over de laatste tien jaar toont de grafiek echter een vrijwel ononderbroken stijgende lijn. In die periode is de goudprijs een keer of zeven over de kop gegaan. En nog steeds kopen handelaartjes gouden sieraden op en wakkeren goeroes de goudkoorts van beleggers aan. Hoe lang kan dat nog doorgaan?
    Nog even, zegt technisch analist Roelof-Jan van den Akker van ING. Maar binnen afzienbare tijd volgt de grote klap.

    Goud is nog nooit waardeloos geworden, ongedekt papiergeld daarentegen wel. Heel vaak zelfs. Mensen beginnen nu pas te ontdekken dat ze bedrogen worden door het geldsysteem, dat er steeds meer geld in circulatie is en dat de waarde ervan jaar op jaar snel minder wordt. Er is een groeiende behoefte om uit het papiergeld te stappen, dat vermogen gaat richting goud.

    ”De eerstkomende tijd zitten beleggers nog goed met het edelmetaal, voorziet ook goudspecialist Ron Schouten van Deutsche Bank. Hij beschouwt de huidige, wat lagere prijs als een prima instapniveau. ‘Economisch zijn er nog zo veel onzekerheden, we hebben echt nog wel even te gaan voordat het herstel overtuigend inzet.’

    Beleggers die fysiek goud kopen doen dat als het goed is niet om te speculeren op prijsbewegingen, daarvoor hebben we papieren instrumenten als goudcertificaten, opties, exchange-traded funds en degelijke. Daar vindt de trading plaats, de kopers van fysiek goud bergen dat op en zullen het voorlopig niet van de hand doen. Het hebben van goud is belangrijker dan de prijs. Natuurlijk betalen we het liefst zo min mogelijk, ook voor goud. Een periode van zwakte is daarmee een uitstekend moment om te kopen. Als de hectiek losbarst wil je er zeker van zijn dat je fysiek goud hebt.

    ”En zo lang de onzekerheid regeert, vlucht de belegger naar goud. De handelaar merkt het aan zijn eigen klanten, die het laatste jaar steeds vaker kiezen voor een ‘segregated account’ — een goudrekening waar 100% ­fysiek goud tegenover staat. ‘Vooral het omvallen van banken heeft beleggers zo nerveus gemaakt dat zij hun goud op elk ­moment willen kunnen opvragen’, aldus Schouten.

    Deze zorg is niet onterecht als je weet dat er binnen het banksysteem een veelvoud aan geld gecreeerd kan worden via het fractionele systeem. Wanneer een bank 90% van het spaargeld kan uitlenen lokt dat een totale leverage uit binnen het hele banksysteem van een factor 10. Het spaargeld op de bank ligt er niet, het is ingevoerd in een computer als zijnde een verplichting van de bank aan jou om dat geld om verzoek te kunnen geven. De bank betaalt je een risicopremie, dat is de rente. Dat risico is levensgroot, want iedereen weet dat een bank nooit in staat is om al het geld terug te betalen, zonder extee hulp van een centrale bank of andere banken. Het hele geldsysteem is per definitie insolvabel. Mensen die dat snappen kopen nu fysiek goud of goud op een segregated account (de eerstgenoemdeheeft de voorkeur). Mensen die denken dat goud een bubbel is zijn de mensen die goud willen traden en die dat doen via digitale en papieren beleggingsinstrumenten van een bank.

    ”Een andere trend is dat klanten vragen om kleinere coupures, bijvoorbeeld gouden munten. ‘Deze mensen zien het echt somber in, en hopen hiermee in de toekomst te kunnen betalen als het echt misgaat.’

    Het is populair om de goudbelegger belachelijk te maken. Maar hij weet dat goud altijd waarde heeft en dat goud het ultieme spaarmiddel is dat niet verwoest kan worden. Goud is zo waardevol dat het zelden te gebruiken is in het betalingsverkeer. Het is een appeltje voor de dorst, de reserve die mensen kunnen aanspreken om grote aankopen te doen. Het spreekwoord luidt niet voor niets: spreken is zilver, zwijgen is goud. Van de edelmetalen is zilver te gebruiken in het alledaagse betalingsverkeer, terwijl goud zal worden opgeslagen en uitsluitend als spaarmiddel dient. Goud heeft de bijzondere eigenschap dat het in een vaste hoeveelheid aanwezig is in de aardbodem en dat het niet onderhevig is aan verval of afbraak. Het goud is er altijd en wordt niet opgemaakt, waardoor het aanbod zeer stabiel is. Daarmee is ook de waarde van goud uitermate stabiel. Mensen die nu goud kopen zijn er zeker van dat er over tien jaar niet opeens 2x zoveel goud in de wereld is. Van papiergeld kan dat niet gezegd worden. Dat het goud in munten wordt geslagen heeft vooral een symbolische functie, de kans dat iemand er daadwerkelijk mee gaat betalen is klein.

    De prijsontwikkeling van goud deint mee met het marktsentiment. Zo suggereerde de voorzitter van de Amerikaanse centrale bank Ben Beanke onlangs toch weer meer geld in de economie te gaan pompen, en prompt steeg de goudprijs een procentpunt. Meer dollars in de markt betekent een lagere rente en hogere inflatie, is de redenering — dan maar liever investeren in het waardevast geachte goud.

    Meer dollars in de economie zorgt ervoor dat de waarde van elke dollar minder wordt. De goudprijs is in die zin een barometer. Gaat het slecht met een valuta, dan stijgt de goudprijs. Over de afgelopen veertig jaar zijn vrijwel alle prijzen gestegen, van vastgoed, aandelen, grond, grondstoffen enzovoort. Naar verhouding zijn goud en zilver dan nog relatief goedkoop tegen de huidige koersen. De stijging van de prijzen staat bijna in 1 op 1 verband met de toegenomen geldhoeveelheid.

    ”Maar is goud wel zo waardevast? Juist omdat de prijsontwikkeling zo sterk afhankelijk is van de luimen van beleggers, is het edelmetaal volgens Van den Akker uiterst geschikt om technische analyse op los te laten. Idee daarbij is dat het kuddegedrag van beleggers tot terugkerende koerspatronen leidt, die de technisch analist vervolgens extrapoleert naar de toekomst. Deze exercitie stemt Van den Akker niet vrolijk. De vorige goudbubbel vormde zich tussen 1976 en 1980. Toen stoomde de goudprijs even hard op als het afgelopen decennium, om de jaren daaa keihard te worden afgestraft. Van den Akker ziet meer technische signalen die erop wijzen dat het feest over een paar jaar voorbij is. De terugval zal volgens hem heel plotseling zijn. ‘Dat is het karakter van grondstoffenprijzen: of ze schieten omhoog of ze imploderen.’

    De goudmarkt wordt gemanipuleerd, zoals Alan Greenspan en vele anderen al eens gesuggereerd hebben. Dat gebeurt tot op de dag van vandaag, waarvan het bewijs wordt verzameld door de Gold Anti-trust Action Committee (GATA). Er is onderzoek gedaan naar de dagelijkse koersbeweging van goud en daaruit kwam een opmerkelijk resultaat naa voren. In de bullmarkt van de afgelopen tien jaar was het mogelijk om driekwart van de vermogen te verliezen door goud te kopen bij het openen van de Amerikaanse handel en te verkopen bij het sluiten van de Amerikaanse handel (exclusief commissies en transactiekosten, puur de spotprijs). Hoe kan de goudprijs in de Amerikaanse handel stelselmatig dalen, terwijl de goudprijs over de afgelopen tien jaar bijna 6x over de kop is gegaan? Een gemanipuleerde markt maakt technische analyse onmogelijk.

    ”Analisten die zich buigen over de ‘fundamentals’, zoals Schouten, wijzen op ondersteuning van de goudprijs doordat centrale banken de laatste jaren per saldo meer kopen dan verkopen. Vooral opkomende landen willen zo hun reserves — nu veelal dollarbeleggingen — beter spreiden. Maar volgens technisch analist Van den Akker is dit eerder een sein om uit te stappen. Want als het om de ontwikkeling van de goudprijs gaat, is het beoordelingsvermogen van de centrale banken in het verleden verre van feilloos gebleken, stelt hij. In 1997 bereikte de goudprijs het laagste punt sinds 1976 op ongeveer $ 250. Rond diezelfde tijd begonnen centrale banken massaal hun goudreserves te verkopen.”

    Centrale bankiers zijn niet dom en weten ook wel dat goud de ultieme reserve is. Anticiperend op het ineenstorten van de Amerikaanse dollar willen Europese landen en opkomende markten (BRIC) diversificeren van de Amerikaanse dollar. Ze kopen steeds meer goud, zodat ze een reserve in bezit hebben die altijd te verhandelen is. De verkopen van goud door centrale banken voor 2000 waren bedoel om, zoals ik eerder al schreef, de goudprijs verder omlaag te drukken. Dit werd met opzet gedaan om de Amerikaanse dollar te ondersteunen. Een hogere goudprijs schept twijfels over de waarde van het papiergeld.

    ”‘Nogal een ongelukkig moment’, zegt Van den Akker. Verkopen op het dieptepunt, kopen op het hoogtepunt — het zijn klassieke patronen, die zich ook op dit moment weer voordoen. ‘Nu de goudprijs door het dak gaat, is de stemming: dat móét je hebben. Terwijl je goud juist absoluut niet moet hebben.’”

    Onwetende beleggers kopen vaak op de top en verkopen op de bodem, maar de stellingname dat deze bullmarkt in goud te vergelijken is met die van 1974-1980 gaat niet op. Vergeleken met 1980 liggen de machtsverhoudingen in de wereld nu totaal anders. Amerika is minder dominant geworden, ondanks de oorlogen die ze voeren in het Midden-Oosten. Amerika heeft een ongekend grote schuldenberg kunnen stapelen, een schuld die nooit meer afbetaald zal worden met de fictieve koopkracht die het nu zou hebben. In tegenstelling tot in 1980 zal de goudprijs nu niet meer bepaald worden door de handel in Londen en New York, maar zullen er miljoenen participanten zijn in de goudmarkt over de hele wereld. Landen als China, India en Rusland hebben belangstelling voor goud en ook de bevolking in die landen weet de goud beter op waarde te schatten.

    Goud moet je hebben als verzekering tegen een valutacrisis. Wie de geschiedenis erop naleest komt talloze voorbeelden tegen van hyperinflatie. Datzelfde staat Amerika te wachten, want ze hebben geen controle meer over de eigen valuta. Als de Federal Reserve stopt met monetair verruimen komt er een knellende deflatie, aangevuld met ondraaglijk hoge rentelasten voor burgers, bedrijven en de overheid. Beanke kan alleen maar kiezen voor de vlucht naar voren, door nog meer geld te drukken. De dollar is niet gekoppeld aan goud en veel dollarreserves liggen in het buitenland opgestapeld. Daardoor heeft Amerika geen controle over haar eigen munt. Besluiten landen als China en Japan massaal hun dollarreserves te dumpen voor iets anders, dan geeft dat een enorme prijsinflatie in de VS.

    Goud is de ultieme verzekering die bescherming biedt tegen de waardeveietiging van geld. Keer op keer zijn mensen bedrogen en bestolen door het uit elkaar vallen van het geldsysteem, een proces dat vaak gepaard gaat met sociale onrust, chaos en schaarste aan producten. Goud in de handen van de mensen maakt ze minder kwetsbaar voor het risico dat ze hebben uitstaan in beloftes. Aandelen, obligaties en geld an sich zijn immers allemaal beloftes. Of deze beloftes nagekomen worden in crisistijd is nog maar zeer de vraag. Fysiek goud kent geen risico van een tegenpartij en heeft daarom waarde.

    ”Dan heeft hij het wel over de langere termijn, want tot ongeveer halverwege volgend jaar kan de belegger nog wel ritjes maken van $ 200 of $ 300. Maar zakt de goudprijs door de grens van $ 1500, dan is ‘Leiden in last’, aldus Van den Akker. Dan voorspelt hij een snelle val naar $ 1000.”

    Beleggers die nu fysiek goud kopen doen dat waarschijnlijk niet met de gedachte om er snel geld mee te verdienen. In die zin is goud eigenlijk ook helemaal geen belegging! Het is spaargeld, dat als alteatief dient voor spaargeld op de bank of voor als veilig beschouwde staatsobligaties van Duitsland, Nederland, de VS enzovoort. In tegenstelling tot deze papieren activa is goud het enige wat echt bezit is, het geld en alles wat is gebaseerd op geld is in zekere zin illusionair. Of zoals Thomas Jefferson schreef: “Papiergeld is armoede, het is de illusie van geld en niet het geld zelf.” Hij voegde daaraan toe een fel tegenstander te zijn van een centrale bank die in staat is om geld in omloop te brengen en een overheid die in staat is te bepalen wat geld is. Waarvan akte.

    Goud is vooral een verzekering van vermogen

    Goud is vooral een verzekering van vermogen

  • Financiële departement South Carolina erkent manipulatie goud en zilver

    Via het blog SGT Report kwamen we dit opmerkelijke – zes pagina’s tellende – rapport tegen. Het rapport is te downloaden op de website treasurer.sc.gov en is opgesteld in opdracht van de staat South Carolina. Dat het rapport openlijk spreekt over manipulatie in de goud- en zilvermarkt is opmerkelijk, want dat is een onderwerp dat totnogtoe alleen werd erkend in het zogeheten underground circuit. Het rapport staat vol met stuk voor stuk zeer opmerkelijke bevindingen en conclusies, waardoor we het bestempelen als een must-read voor beleggers in goud en zilver en voor iedereen die in het algemeen geïnteresseerd is in deze markten. We lichten een aantal fragmenten uit het rapport, dat hier volledig te downloaden is.

    Het rapport onderschrijft de claims die de Gold Anti-trust Action Committee (GATA) al jaren verdedigt. Het bewijsmateriaal stapelt zich op, maar toezichthouders als de SEC en de CFTC hebben het onderwerp nog niet de aandacht gegeven die het verdient. De auteur van het rapport lijkt goed op de hoogte te zijn van de ontwikkelingen in de papieren goudmarkt, want zo kunnen we de termijnmarkt wel noemen die de wereldwijde spotprijs bepaald. Hier volgen een aantal opmerkelijke passages uit het rapport (belangrijkste stukken hebben we vetgedrukt).

    “Similar to other commodities, the value of gold and silver is determined by supply and demand, as well as speculation. The Federal Reserve, The London Bullion Market Association, JP Morgan Chase, and HSBC Holdings have practiced fractional-reserve banking and engaged in naked short selling causing artificial price suppression.”

    Daar staan ze, de namen van de partijen die volgens het rapport verantwoordelijk zijn voor de manipulatie op de goud- en zilvermarkt, die als doel heeft de prijzen te onderdrukken! Het verbaast ons echt dat deze woorden afkomstig zijn van een overheidsinstantie uit South-Carolina.

    De handel in contracten op toekomstige levering van goud en zilver is het speelveld geworden van speculanten, waaronder twee grote zakenbanken die JP Morgan en HSBC heten. Deze banken hebben een grote shortpositie en zouden van tijd tot tijd toeslaan door vele contracten op de markt te dumpen. In het rapport worden deze banken bij naam genoemd in de context van de manipulatie op de goud- en zilvermarkt. Opvallend is dat ook de Federal Reserve en de Londen Bullion Market Association in het rapport worden genoemd als deelnemers in het spel van ‘fractional reserve’ handel in de goud- en zilvermarkt en het zogeheten naked short gaan, met als doel om de prijzen van goud en zilver te onderdrukken.

    Het rapport vervolgt met verschillende beleggingsvormen van (papieren) goud en zilver, zoals ETF’s, certificaten, ‘gold pools’ en derivaten. Ook hier wijst de auteur van het rapport correct op de risico’s die verbonden zijn aan papieren instrumenten die de goudprijs volgen en die gedekt zouden zijn door een zekere hoeveelheid edelmetaal. Het volgende wordt geschreven over de certificaten voor goud, die uitgegeven kunnen worden door banken.

    “Banks may issue gold certificates for gold which is allocated (non-fungible) or unallocated (fungible). Unallocated gold certificates are a form of fractional reserve banking and do not guarantee an equal exchange for metal in the event of a run on the tank’s gold on deposit. Allocated gold certificates should be correlated with specific numbered bars, however it is difficult to prove whether a bank is improperly allocating a single bar to more than one investor.

    Ook de derivaten van goud en zilver worden in het rapport kritisch belicht. We lezen en quoten het volgende stuk over de werking van de COMEX. Het wordt steeds leuker…

    “As of 2009 holders of COMEX gold futures have experienced problems taking delivery of their metal. Along with the chronic delivery delays, some investors have received delivery of bars not matching their contract in serial number and weight. Because of these problems, there are conces that COMEX may not have the gold inventory to back its existing warehouse receipts.

    De auteur van het rapport twijfelt dus openlijk aan de betrouwbaarheid en degelijkheid van de papierhandel op de COMEX. De genoemde risico’s zijn dusdanig groot dat het rapport een negatief advies geeft voor deze beleggingsvorm!

    In de conclusie schrijft het rapport dat goud en zilver al significant in prijs zijn gestegen en in de toekomst opgeblazen zouden kunnen worden tot een bubbel. Volgens het rapport moet er met publiek geld anders worden omgegaan dan met private beleggingen, waardoor riskante en speculatieve beleggingsvormen niet in aanmerking komen. De beleggingen in verschillende afgeleide financiële producten van goud en zilver kennen de nodige risico’s, waardoor men uiteindelijk een negatief advies geeft ten aanzien van beleggen in goud en zilver.

    Fysiek goud en zilver ook afgewezen

    De mogelijkheid om het goud en zilver fysiek te kopen en op te slaan is nauwelijks onderzocht, want deze optie wordt zonder behoorlijke toelichting als volgt afgeschoten…

    South Carolina does not have the capacity to store or funding to secure gold and silver bullion. For these reasons the State Treasurer’s Office does not advise investing in gold and silver bars and coins.”

    Het rapport sluit af met grafieken van de goud- en zilverprijs over de afgelopen vijftig jaar. Hierin worden de nominale en de voor inflatie gecorrigeerde historische koersen weergegeven. Voor zowel goud als zilver staan we nog onder de piek van 1980, na correctie voor de inflatie (CPI-U). Ook geeft het rapport een interessante tabel met historische prijzen voor zowel goud als zilver tot het jaar 1840.

    Historische goud- en zilverprijzen uit het rapport

  • Video: David Morgan over beleggen in zilver

    Volgens David Morgan zal zilver goed presteren in de komende jaren, gezien het gegeven dat er een wereldwijd valutaprobleem is. Zilver heeft een rijke geschiedenis als geld, omdat het alle eigenschappen bezit die worden gesteld aan geld. Zilver is schaars, heeft een consistende kwaliteit, is duurzaam, makkelijk te vormen en komt slechts in beperkte hoeveelheden uit de aardkorst. Goud en zilver zijn metalen die in de menselijke geschiedenis vrijwillig zijn verkozen tot geld, terwijl papiergeld vandaag de dag bij wet aan het volk is opgelegd. In de reguliere media wordt vrij zelden de monetaire rol van goud en zilver benaderd en wordt het edelmetaal vooral afgeschilderd als een zeer volatiele en riskante grondstofbelegging die geen cashflow produceert.

    Veel onwetendheid onder het grote publiek ten aanzien van geld

    In de afgelopen decennia is zilver volledig verdwenen uit ons geld, met als gevolg dat veel mensen vandaag de dag niet eens meer weten wat geld precies is. Dat vind David Morgan vreemd, omdat juist geld bijna iedereen bezig houdt. Mensen die er weinig van hebben willen graag meer, terwijl vermogende mensen zich vaker zorgen maken hoe ze hun geld kunnen beschermen. De rol van goud en zilver als het ultieme geld wordt volgens David Morgan nog steeds niet begrepen door veel fondsbeheerders en beleggers, omdat ze ook geen helder beeld hebben van wat geld precies is en wat de geschiedenis van geld is.

    David Morgan wijst met een beschuldigende vinger naar de grote groep mensen die niet zelf nadenken over de economie en alles overlaten aan financiële planners, adviseurs en vermogensbeheerders. Ze zouden zichzelf moeten verdiepen in het concept geld en de rol die goud en zilver daarin gespeeld hebben. Mensen moeten volwassen genoeg zijn om zelf na te denken en zelf beslissingen te nemen, nadat ze zich eerst bekend hebben gemaakt met de materie.

    Zilver en goud kunnen een crisis doorstaan

    De meest veilige beleggingsvorm is fysiek goud en zilver, omdat deze de belegger de grootste kans geven om hun vermogen veilig te stellen gedurende deze crisis. David Morgan voegt daar meteen aan toe dat het niet aan te raden is om direct 100% in edelmetaal te beleggen, maar om te beginnen met 10 tot 20 procent. De zilverbelegger verwacht dat de huidige bullmarket in beide edelmetalen in de geschiedenisboeken zal gaan, omdat we nooit eerder op een dergelijk grote schaal een ongedekt geldsysteem hebben gehad. De geschiedenis van papiergeld kent, sinds de eerste verschijning in China, alleen maar mislukkingen. Het kan heel lang goed gaan, maar uiteindelijk weet geen enkel ongedekt geldsysteem te ontsnappen aan het misbruik van zijn meester. Alleen daarom is het volgens Morgan zeker dat ook de Amerikaanse dollar ooit waardeloos wordt, terwijl goud en zilver nooit waardeloos zullen worden. De zilverprijs kan in de komende jaren stijgen tot honderden dollars per troy ounce, ook omdat veel beleggers richting zilver zullen lopen als goud te duur voor ze wordt.

    In de media is er nog steeds weinig aandacht voor goud en zilver en als die aandacht gegeven wordt is dat vaak met heel erg veel scepsis, zo concludeert David Morgan. Ondertussen wordt de middenklasse uitgehold door het beleid van de centrale banken, dat erop gericht is het geld minder waard te maken. De Federal Reserve koopt bijvoorbeeld rechtstreeks staatsobligaties op, terwijl het via de extreem lage rente de Amerikaanse banken in staat stelt om met weinig risico een gezonde winstmarge te maken (de zogeheten ‘carry trade’). De gemiddelde Amerikaan moet volgens Morgan steeds harder werken om zijn of haar welvaartsniveau te behouden, een gegeven dat verband houdt met de ontwaarding van het geld.

    Munten versus baren

    Wat betreft het beleggen in goud en zilver raadt David Morgan aan om een goede mix aan te houden tussen de bekende 1 troy ounce munten en de grotere baren, omdat de munten veel meer liquiditeit verschaffen dan een baar. Munten kunnen per stuk verkocht worden, terwijl grote zilverbaren of goudbaren niet deelbaar zijn en in één keer gekocht of verkocht moeten worden. Voor zeer vermogende particulieren zijn baren natuurlijk aantrekkelijk, omdat ze makkelijker opgeslagen kunnen worden dan munten.

    Voor de rest van het interview verwijzen we graag naar onderstaande video, die iets meer dan 20 minuten duurt. Daarin geeft David Morgan ook zijn visie op de levensvatbaarheid van een terugkeer naar de klassieke goudstandaard.

  • World Gold Council rapport: “The evolving structure of gold demand and supply”

    Uit de inleiding van het rapport:

    Een momentopname aan het begin van elk decennium sinds 1970 laat zien dat de fundamentals van de goudmarkt dramatische veranderingen hebben ondergaan. De verschuivingen in dynamiek hebben een evolutie van de goudmarkt teweeggebracht die te typeren is met: “van concentratie naar verspreiding”. [Dat geldt] zowel wat betreft grenzen en de bronnen van vraag en aanbod. We bespreken de drijvende krachten achter en de implicaties van deze veranderingen.

    Het tien pagina tellende rapport kunt u op de website van de World Gold Council downloaden (inloggen vereist). We zullen ons hier beperken tot meest in het oogspringende grafieken uit het rapport. Allereerst de verdeling van de totale vraag naar goud per “macro-regio”:

    In bovenstaande grafiek is de relatief toenemende vraag vanuit Oost-Azië en India te zien. Daarbij valt ook de relatief afnemende vraag vanuit Noord-Amerika en Europa op. Een eerste en hele belangrijke voetnoot is dat de vraag van centrale banken niet is meegenomen in deze grafiek. Een tweede voetnoot, eveneens erg belangrijk, is dat “OTC investment” – doelend op derivaten en andere papieren goudclaims – niet is meegenomen en dat zou moeten betekenen dat het hier puur en alleen om fysiek goud gaat.

    In de onderstaande grafiek wordt het aanbod van goud uitgesplitst naar categorie. Opvallend is het relatief bescheiden aandeel van verkopen van centrale banken in 1990 en 2000; in de tussenliggende jaren zou in principe een soortgelijk beeld te zien moeten zijn. Nadeel van deze weergave is dat het gaat om percentages van het totaal en daarmee wordt er geen inzicht gegegeven in de veranderingen in absolute zin. Veranderingen in de hoeveelheid tonnen goud waarop deze relatieve aandelen betrekking hebben worden niet zichtbaar (waarover verderop meer).

    De onderstaande grafiek laat de goudmijnproductie naar regio zien. In 1970 had Zuid-Afrika een enorm dominante positie in de wereldgoudmarkt. Enerzijds produceerde Zuid-Afrika veel, anderzijds bereikte de goudmijnproductie uit communistische landen de wereldmarkt niet en dat verzwaart de weging van Zuid-Afrika in deze grafiek. In het rapport staat over de Zuid-Afrikaanse productie bovendien de volgende opmerkelijke passage:

    De dominantie van een enkel land betekende dat protocollen moesten worden ingevoerd om ervoor te zorgen dat het aanbod vanuit Zuid-Afrika zowel mondiale belangen als binnenlandse belangen diende. Eén van deze overeenkomsten werd in 1970 gesloten tussen Zuid-Afrika, de VS en het Inteationaal Monetair Fonds (IMF) toen de marktprijs tijdelijk onder de monetaire prijs van $ 35/oz (een tweeledig en gescheiden systeem van vaste [lees: officiële] en vrije prijzen bestond ​​tot 1971) zakte.  Er werd toen besloten dat in het geval van “dringende” zaken omtrent buitenlandse valuta, Zuid-Afrika de markt mocht omzeilen en direct haar goud aan het IMF kon verkopen.

    Niet afkomstig uit het WGC-rapport, maar in het kader van research in de loop der tijd verzameld, de onderstaande grafiek met de veranderingen in wereldwijde goudmijnproductie naar land van herkomst:

    In de bovenstaande grafiek is goed te zien dat de jaarlijkse goudmijnproductie de laatste jaren afneemt. In de onderstaande grafiek is de totale gemijnde bovengrondse hoeveelheid goud te zien. De groeivertraging in de goudmijnproductie is hierin nog niet duidelijk waaeembaar, maar dat ligt waarschijnlijk aan de schaal en omdat de laatste jaren van de goudmijnproductie in de bovenstaande grafiek niet zijn verwerkt:

    Dat er sprake is van een dalende trend in de goudproductie, volgt eveneens uit de laatste grafiek van de World Gold Council; het aantal nieuwe ontdekkingen neemt af:

    Al met al verschaft dit rapport van de World Gold Council belangrijke inzichten in de ontwikkelingen op de wereldwijde goudmarkt van de afgelopen decennia. De trend van concentratie naar meer geografische spreiding is een belangrijke conclusie. Immers, er zal in de toekomst geen enkel land – of macro-regrio – in staat zijn om op basis van haar goudpositie, de monetaire spelregels te dicteren. Bovendien ontstaat er wereldwijd vanwege de grotere spreiding van goud meer draagvlak om goud opnieuw een monetaire rol te geven. Een compleet beeld verschaft het rapport niet, maar als historische studie is dit een welkome bijdrage aan het inzichtelijk maken van de wereldwijde goudmarkt.

     

  • Venezuela rondt repatriëring goudreserve af

    Via Bloomberg:

    Nelson Merentes, voorzitter van de centrale bank van Venezuela heeft laten weten dat zij vandaag de laatste vracht goudstaven heeft ontvangen vanuit het buitenland. De operatie die 160 ton van de goudreserve uit het buitenland heeft gerepatrieerd is daarmee afgerond.

    Veertien ton goud is met een vlucht uit Europa aangekomen op de luchthaven van Caracas. Het vervoer van de goudstaven werd op de nationale televisie uitgezonden en waarbij de goudstaven werden onthaald met spandoeken met het opschrift “Mission Complete’.

    “In twee maanden hebben we 160 ton goud ter waarde van ongeveer 9 miljard dollar terug naar Venezuela gebracht,” zei Merentes op de staatstelevisie van de Caracas luchthaven. “Vandaag is de laatste dag van de missie.”

    President Hugo Chavez gaf in augustus opdracht aan de centrale bank om de goudreserve te repatriëren als een waarborg tegen instabiliteit op de financiële markten. Het Zuid-Amerikaanse land, nummer 15 op het lijstje van landen met de grootste goudreserve, hield tot voor kort 211 ton van de 365 ton goud in totaal aan in Amerikaanse, Europese en Canadese banken.

    Venezuela zal ongeveer 15 procent van haar goud, zo’n 50 ton, voor financiële transacties buiten Venezuela laten, aldus Merentes. Op 3 januari van dit jaar zei hij dat Venezuela slechts zo’n 15 ton goud bij buitenlandse banken zou laten.

    Uit een rapport van de centrale bank uitgebracht in augustus bleek dat Venezuela haar goudreserve aanhield bij onder andere de Bank of England, JPMorgan Chase & Co, Barclays Plc en Standard Chartered Plc.

    “Dit was het grootste type van vervoer in de afgelopen vijftien jaar, om in deze omvang het edelmetaal te vervoeren”, aldus Merentes. “De repatriëring van ons goud was een daad van financiële voorzichtigheid en soevereiniteit.”

    Venezuela heeft met de repatriëring precies het omgekeerde bewerkstelligd als Nederland. Daar waar Nederland slechts 11% van de goudreserve in Nederland aanhoudt, laat Venezuela slechts 13% in het buitenland. Zoals Merentes stelt: “De repatriëring .. is een daad van financiële voorzichtigheid en soevereiniteit”. Een uitspraak die wij Klaas Knot graag horen zeggen.

  • World Gold Council: “Goud als basis voor vermogensbeheer”

    Via de World Gold Council (en door ons vertaald):

    Beleggingsportefeuilles met “alteatieve” beleggingen kunnen versterkt worden door goud toe te voegen aan de basis van de portefeuille

    “In het huidige economische klimaat zijn wereldwijd lage reële rendementen aanleiding voor beleggers om op zoek te gaan naar extra bronnen van rendement, terwijl de toegenomen onzekerheid en de volatiliteit van markten het belang van risicomanagement vergroten.

    Een duidelijke keuze voor goud in de beleggingsportefeuille als onderdeel van andere beleggingen zoals aandelen, deelname aan hedgefondsen, vastgoed en grondstoffen, kunnen kapitaal op peil houden en risico’s verminderen zonder dat er afbreuk wordt gedaan op het rendement op de lange termijn. Dit is wat de World Gold Council in haar laatste onderzoek concludeert.

    In samenvatting stelt dit rapport dat als beleggers andere activa [dan goud] aanhouden, deze niet als substituut zijn voor de bescherming die goud biedt. De bevindingen tonen aan dat beleggingsportefeuilles met een toewijzing aan goud van tussen 3,3% en 7,5% (afhankelijk van de risicotolerantie van beleggers en de valuta van referentie) een hoger risico gecorrigeerd rendement behalen, terwijl zij de Value at Risk (VaR) consistent verlagen.”

    De World Gold Council is helder in haar betoog: goud in de beleggingsportefeuille verhoogt het rendement en verlaagt de risico’s. Een interessante grafiek in het laatste rapport is de onderstaande. Hierin is de distributie van financiële beleggingen wereldwijd weergegeven; goud maakt voor slechts 1% onderdeel uit van de wereldwijd belegde vermogens van zo’n $146 biljoen. Indien het aandeel van goud in beleggingsportefeuilles verhoogd wordt naar 3,3% zoals de WGC adviseert, dan zou er zo’n slordige $4.800 miljard in de goudmarkt belegd worden. Dat komt neer op een instroom van zo’n slordige $3 biljoen. De jaarlijkse goudmarkt is vergeleken met dit bedrag piepklein: de totale vraag naar goud bedroeg in 2010 zo’n $150 miljard. Eén kanttekening bij de onderstaande grafiek; de goud- en valutareserves van centrale banken zijn in de onderstaande grafiek niet meegenomen.

    Een andere opvallende afbeelding is de geografische distributie van de jaarlijkse goudvraag. Azië spant de kroon, China en India zijn goed voor nagenoeg de helft van de wereldwijde vraag naar goud. De afbeelding is erg illustratief voor de verschuiving van de economische macht naar het verre oosten.

     

  • De Nederlandsche Bank beantwoordt tien vragen over de Nederlandse goudreserve

    De Nederlandsche Bank beantwoordt tien vragen over de Nederlandse goudreserve

    Ewout Irrgang van de SP kwam onlangs op het idee om de minister van Financiën wat vragen te stellen over de Nederlandse goudvoorraad. Dit verzoek werd gehonoreerd, want eerder deze week gaf de minister schriftelijk antwoord op de tien gestelde vragen. De minister nam daarvoor contact op met de Nederlandsche Bank, die ‘ons’ goud in beheer hebben. De volgende antwoorden werden gegeven door de Jan Kees de Jager:

    1. Heeft De Nederlandsche Bank (vanaf nu afgekort tot DNB) een gedeelte van haar goudvoorraad uitgeleend? Zo ja, hoeveel en aan wie?

    ”Nee, DNB heeft me verteld dat ze sinds 2008 geen goud meer uitlenen.”

    2. Waarom staan ‘goud’ en ‘goudvorderingen’ samengevoegd als één positie op het jaarlijkse rapport van de DNB uit 2010? Waarom zijn deze onderdelen niet van elkaar gescheiden?

    ”DNB volgt de Europese regels die door het Europese systeem van centrale banken, die afspraken hebben gemaakt over hoe de goudvoorraad gewaardeerd moet worden en hoe deze gerapporteerd moeten worden. De post ‘goud en goudvorderingen’ slaan op het fysieke goud dat in de kluis ligt.”

    3. Kan de DNB en overzicht geven van al het goud dat is uitgeleend in de afgelopen jaren?

    ”In de afgelopen jaren is er geen goud uitgeleend.”

    4. Waar ligt het Nederlandse goud opgeslagen? Indien meerdere locaties, hoeveel op elke locatie?

    ”De DNB voert een beleid om de goudvoorraad te spreiden. Zo ligt er goud opgeslagen in New York, Ottawa, London en Amsterdam.” (DNB maakt niet duidelijk hoeveel er op elke locatie ligt)

    5. Wat was de reden voor de DNB voor het verkopen van een gedeelte van ons goud in het verleden (toen de goudprijs nog heel laag stond heeft Nout Wellink een substantieel deel van de voorraad verkocht)? Zijn opslagkosten een reden om te verkopen? Hoeveel kost het opslaan van het goud?

    ”Door goud te verkopen heeft DNB haar goudpositie afgestemd op die van andere landen die ook een grote goudvoorraad aanhouden. Opslagkosten speelden geen rol, omdat die relatief gezien vrij laag zijn. De totale opslagkosten die DNB heeft aan de verschillende locaties waar ons goud opgeslagen ligt zijn in de orde van grootte van een paar honderdduizend euro. De opslagkosten verschillen per locatie.”

    6. Kunt u bevestigen dat de DNB sinds 1991 ongeveer 1100 ton van de totale voorraad van 1700 ton (ongeveer 2/3 deel) heeft verkocht?

    ”Sinds 1991 is er inderdaad voor 1100 ton aan goud verkocht. De DNB kwam destijds tot de conclusie dat het teveel goud in bezit had ten opzichte van de centrale banken in andere landen (welke landen er bedoeld worden blijft onduidelijk) en dat de voorraad weer afgestemd (lees: verkleind) moest worden op die van de ‘andere belangrijke landen’ die een goudvoorraad hebben. De opbrengsten van de goudverkoop zijn geïnvesteerd in financiële activa die inkomsten uit rente bieden. Vergeleken met de ontwikkeling van de goudprijs, die sinds 2001 aan een sterke opmars is begonnen, heeft DNB in totaal ongeveer 30 miljard aan waarde misgelopen door het goud in te ruilen voor andere financiële activa. Daar gaat nog wel een bedrag van af dat uit rente is binnengekomen, rendement dat je met fysiek goud niet hebt. Dat de DNB rendement heeft misgelopen door goud tegen een zeer lage prijs te verkopen komt volgens DNB door de sterke volatiliteit in de goudprijs (lees: sterk gestegen goudprijs).”

    7. Hoeveel van de Nederlandse staatsschuld is in de afgelopen 20 jaar afgelost met de opbrengsten uit de goudverkoop? Is de DNB van mening dat de duurzaamheid van de staatsschuld wordt verbeterd door tegelijkertijd goud te verkopen en schuld af te lossen?

    ”Het goud is een bezitting van de DNB. De opbrengsten uit verkoop van goud worden weer opnieuw geinvesteerd in andere financiele activa en worden dus niet gebruikt om de staatsschuld te verlagen. Het rendement dat DNB haalt op haar bezittingen vloeit terug naar de staatskas in de vorm van dividend.”

    8. Wat is naar uw mening de functie van het hebben van een goudvoorraad?

    ”DNB’s goudpositie functioneert als de ultieme reserve en dient als anker ten tijde van financiële crises. Daaaast biedt goud een vorm van diversificatie voor de totale bezittingen van de bank.”

    9. Hoe groot is de omvang van de markt voor fysiek goud en voor de markt van goudderivaten en hoe verhouden deze zich tot elkaar? Wat zijn de mogelijke consequenties van de huidige verhouding tussen fysiek goud en ‘papieren’ goud?

    ”De afmeting van de fysiek goudmarkt en die van de derivatenmarkt zijn niet eenvoudig met elkaar te vergelijken vanwege verschillende methodes om het te meten. Voor de handel in fysiek goud wordt de totale omzet op de grootste markt (Londen) bijgehouden, die was volgens de LBMA $136 miljard in de tweede helft van 2010. Voor de derivatenmarkt is de onderliggende waarde van de contracten (swaps, futures en opties) van belang. Deze hadden in de tweede helft van 2010 volgens de Bank of Inteational Settlements een totale omvang van $396 miljard. In het algemeen kun je stellen dat de derivatenmarkt in goud bijdraagt aan efficiënte prijzen.”

    10. Kunt u bevestigen dat een aantal landen de laatste tijd haar voorraad van fysiek goud heeft vergroot? Kunt u deze ontwikkeling verklaren?

    ”De kopers van goud zijn vooral de ontwikkelende landen die een sterke groei hebben gezien in hun reserves. Deze landen hebben vaak een zeer kleine positie en goud en willen deze uitbreiden. In de afgelopen tien jaar hebben verschillende landen ook goud verkocht, zoals Spanje, Zwitserland, Groot-Britannië en Frankrijk).”

    Echt veel wijzer zijn we er dus niet van geworden, maar het is goed om van de Nederlandsche Bank te horen dat goud ”de ultieme reserve is en een anker in tijden van financiele crisis”. Dat kunnen we, gezien het verleden, zowel op het niveau van landen als op het niveau van het individu beamen. Bekijk ook onderstaande video over Wellink tussen ‘onze’ goudstaven, een voorraad die officieel 615,5 ton groot is. Daarmee staat ons land wereldwijd op de elfde plek wat betreft de absolute omvang van de goudreserve.

    Wellink voelt zich thuis tussen de goudstaven

    De Nederlandsche Bank

  • De vijfde functie van geld en de kunst van het weglaten

    Vorige week zei Ben Bernanke tegen congreslid Ron Paul dat goud geen geld is. Hij voegde daar – ter argumentatie – aan toe dat Amerikaanse staatsobligaties óók geen vorm van geld betreffen; die zijn net als goud “een bezitting”.

    In een zekere zin heeft Bernanke een punt, maar toch ook niet. Goud is namelijk wel degelijk een vorm van geld. Het is alleen wezenlijk anders dan de Federal Reserve Notes waar Ben Bernanke over gaat.

    Geld of, nauwkeuriger, valuta (de materiële invulling van het middel dat de functies van geld vervult) is eigenlijk de meest briljante uitvinding ooit: het maakt arbeidsdeling mogelijk. Het stelt een samenleving in staat om van elkaars talenten en inzet gebruik te maken en dat doet men door de tussenkomst van geld. De manier waarop die samenleving samenwerkt is een ander verhaal en draait om de wijze waarop marktwerking is georganiseerd. Maar dat geld ten grondslag ligt aan al het “economische” dat is voor iedereen duidelijk. Maar wat geld nu eigenlijk is en wat het doet?

    Functies van geld
    Geld krijgt in de meeste economieboeken drie functies toebedeeld, maar wanneer ik ga tellen dan kom ik tot vijf functies. De eerste drie zijn voor de meeste mensen eenvoudig op te dreunen. Geld is als drager van economische waarde allereerst een ruilmiddel. Ten tweede heeft het een waarde meegekregen zodat ermee gerekend kan worden; geld is een rekenmiddel. Daarnaast fungeert het ook als een oppotmiddel; men kan het opzij zetten en sparen. Op de middelbare school bleek mijn leraar economie tot mijn grote plezier zo bijdehand te zijn dat hij mijn boek pakte en er een vierde functie aan toevoegde. Hij schreef onder het standaardrijtje van drie: “betaalmiddel”, en gaf boete’s als voorbeeld.

    Zelf beschrijf ik die vierde functie liever als direct overdrachtsmiddel. Naast dat het meer ruimte overlaat voor andere vormen van “betalen”, voorkomt het de nodige taalverwarringen. De gedachte erachter is eenvoudig. Wanneer de belastingdienst belastingen aftikt, of wanneer men aan een goed doel geld doneert dan wordt geld feitelijk overgedragen aan een andere partij terwijl daar – in de materiële zin – niet direct iets tegenover staat. Er wordt niet geruild; er is hooguit sprake van een indirecte ruil waarbij hetgeen dat wordt verkregen ofwel immaterieel is, ofwel een publieke voorziening is die met anderen wordt gedeeld. De status van het eigendom verandert zonder dat er een gelijkwaardig eigendom in de economische zin voor terugkomt.

    (On)gealloceerd?
    De toevoeging van deze vierde functie maakt het bovendien mogelijk om een helder onderscheid te maken tussen sparen en beleggen. Het oppotten van een valuta is eigenlijk niets anders dan het bewaren onder het matras, of in een kluis. Maar wanneer geld naar de bank gebracht wordt en het wordt uitgeleend aan de bank zodat die bank op haar beurt dit geld uitleent, dan is er geen sprake van oppotten. Het zit immers niet in de kluis. Dit onderscheid is zeer belangrijk. Het betekent namelijk dat wanneer geld op naam in de kluis wordt bewaard, het gealloceerd is. Wanneer de bank het tegen een vergoeding in bruikleen neemt en het uitleent (tegen een hogere vergoeding) dan is het geld dat u aan de bank heeft geleend ongealloceerd. Het is dan niet opgepot maar overgedragen voor gebruik.

    Terug naar Ben Bernanke en goud, want Bernanke noemt goud slechts een bezitting en géén geld. Onder de huidige spelregels heeft hij gelijk, want afgezien van de golden Buffalo’s is goud in de Verenigde Staten momenteel geen wettig betaalmiddel. Bernanke weet dit als geen ander. Hij heeft per slot van rekening het monopolie op wat geld wel is. En naast dat hij over de uitgifte ervan gaat, is hij ook bevoegd om het “uit het niets” te creëren.

    De vijfde functie van geld
    Dit laatste element van geldcreatie is waar veel economen de mist in gaan. Een valuta krijgt namelijk op het moment dat het uit het niets wordt gecreëerd een vijfde functie. Geld kan namelijk vermeerderd worden en ingezet worden als een indirect overdrachtsmiddel. U levert uw geld dan niet in, het wordt door de vermeerdering van geld in omloop minder waard. U draagt dan op indirecte wijze uw koopkracht over aan een andere partij zonder dat er een eigendomstitel overgedragen wordt. De integriteit van de economische ruilwaarde wordt als het ware uitgehold: de inflatiebelasting.

    Bij de gratie van het geldmonopolie kunnen centrale banken geld vermeerderen, en kunnen banken door de wettelijke mogelijkheden tot fractioneel bankieren, geldsubstituten “uit het niets” creëren. De betekenis van geld als middel van financiering (lees: krediet) wordt daarmee versterkt. Immers, men kan het aanbod aan financiering doen laten toenemen. Het geld dat zodoende ongealloceerd ontstaat – en dus slechts fractioneel wordt gedekt – zorgt ervoor dat bedrijven, consumenten èn met name overheden in een grotere mate bediend kunnen worden van goedkoop krediet. Iedereen is daardoor in staat om nu te genieten en de rekening (gespreid) naar de toekomst te schuiven.

    Schijngroei, scheefgroei en groeiende polarisatie
    Toen er koppeling was met goud gebeurde er niet veel anders dan nu. Ook onder een goudstandaard werd er meer ongedekt “geld” in omloop gebracht en speelden dezelfde hardnekkige problemen op. Voor al het geleende geld is er altijd een onderpand en een rentevergoeding die er tegenover staan. En zodra blijkt dat het onderpand minder waard is en er te weinig kapitaal voor handen is om blijvend aan de rentevergoeding te kunnen blijven voldoen, dan is men feitelijk failliet. Overheden die in schuldproblemen kwamen hebben dan ook herhaaldelijk hun papieren claims op goud gedevalueerd: meer papiergeld voor goud.

    Tegenwoordig is er geen enkele koppeling met goud en dat betekent dat in de rekenkundige zin geld- en kredietexpansie oneindig door kunnen gaan. Indien er niet drastisch hervormd wordt dan ontstaat er vanzelf een omslagpunt waarbij de expansie omslaat in exponentiële groei. Ik vat de kwalijke gevolgen van een “inflationistische” geldstelsel zoals het huidige met drie punten samen: schijngroei, scheefgroei en groeiende polarisatie tussen inkomensgroepen èn generaties. Dat die drie vormen van groei niet houdbaar zijn, daar gaan we vanzelf een keer achter komen want dat is één van die zeldzame statistische zekerheden in de economie: na meer dan 200 keer experimenteren is er nog steeds geen monetair alchemist geweest die het experiment met die vijfde functie van geld tot een succesvol einde heeft weten te brengen.

    Goud heeft slechts vier functies
    Goud is niet zo maar geld. Goud is een onpartijdige valuta: niemand heeft er een “natuurlijk monopolie” op. Edelmetalen zijn door hun unieke soortelijke gewicht kwantificeerbaar. Er liggen geen impliciete financiële verplichtingen aan ten grondslag en dus bestaat er geen faillissementsrisico; of dat politiek wordt tegengehouden of niet. Goud wordt wereldwijd gezien en erkend als een drager van economische waarde (wat die waarde ook moge zijn) en is daardoor altijd verhandelbaar. En misschien wel het allerbelangrijkste, er is geen overheid die de edelmetalen uit het niets kan vermeerderen. Behalve op papier en met de wet in de hand. Goud heeft slechts vier functies van geld.

    De kunst van het weglaten
    Bernanke heeft – vanwege welke reden dan ook maar ik vermoed slecht en gebrekkig onderwijs – de essentie van geld en goud niet begrepen. Edelmetalen hebben in tegenstelling tot de Federal Reserve Notes – of andere partijdige geldstandaarden – géén vijfde functie. Voor onze monetaire en wettelijke kaders is het juist de kunst van het weglaten en dat bereiken we niet door de vijfde functie van geld te verzwijgen, maar juist door de effecten ervan grondig te bespreken en deze vijfde functie bij grondwet te verbieden. En dat is een hele kunst op zich.

    Deze column verscheen eerder in de Nieuws-Flash! van week 29; 22 juli 2011