Tag: goud

  • De eeuwige rol van goud

    Deze column van Robert Broncel verscheen eerder op Edelmetaal-info

    Naarmate de goudprijs de laatste weken opliep werden de verwachtingen naar boven bijgesteld alsof goud noch de andere edelmetalen noch de beurs noch de rente door de vrije marktfactoren als vraag en aanbod worden bepaald. Die tijd ligt intussen al redelijk ver achter ons. Intussen mogen we ons veeleer onder een regime van staatskapitalisme wanen. Een dergelijk regime gold ook ten tijde van de Sovjet-Unie, een grootmacht die nog redelijk vers in ons geheugen ligt.

    Gezien de immense schuldgroei (én stijgend!) is de beleidsmakers er alles aan gelegen te voorkomen dat een significante stijging in de papieren goudprijs het vertrouwen in de papieren reservevaluta zou ondergraven. Sinds september 2011 lukt dat middels machinaties op de futures beurs en gold leasing wonderwel. Voorts zal het mede van de zgn. gold hoarders China en Rusland afhangen hoe lang het huidige monetaire systeem nog in tact blijft. Immers, hieraan ontleent de V.S. haar suprematie, die al geruime tijd een doorn in hun ogen is. Dat significante draaipunt wordt door de meeste Westerse beleidsmakers niet of onvoldoende onderkend of althans niet openlijk uitgesproken.

    Tandenloze FED

    Van vergane empires weten we dat tot mislukking gedoemde inflatoire maatregelen zoals verruiming van de geldmarkt NOOIT een crisis heeft kunnen bezweren. Na nu weliswaar (tijdelijk) het marktvertrouwen te hebben weten te herwinnen, bevindt Fed president Powell zich thans in de benarde positie dat zijn bewegingsruimte (renteknop) tot nagenoeg nul is gereduceerd. Hij heeft ingezien dat een verdere verhoging door de markt niet wordt “gepruimd”, zelfs niet bij een aanvankelijk groeiende economie oplopend naar 4,2% (tweede kwartaal) – Trump effect – en vervolgens afnemend naar 3,4% (derde kwartaal) en 2,6% (vierde kwartaal). Resteert een nagenoeg tandenloze FED en dat geldt overigens voor alle centrale banken die dit beleid in lock step hebben gevolgd (zie ook onderstaande grafiek).

    Het terugvallende GDP vorig jaar was enerzijds een direct gevolg van de verhoogde korte rente (Federal Fund Rate) van 1% in juni naar 2,5% in december vorig jaar en anderzijds van de door Trump aangescherpte handelsrelatie met China. Het is vermoedelijk om GDP redenen dat hij (Trump) dit mes niet verder in eigen vlees wil laten snijden en bijgevolg nu de vertragingsmethodiek toepast zowel in het voordeel van de V.S. als China. Dat is in ieder geval positief voor de beurs, zo niet de belangrijkst geachte maatstaf van Trumps beleid. Op gezag van Trump zal Powell zich hoogstwaarschijnlijk wel meer aan zijn “inzichten” dienen te conformeren. Over een onafhankelijke centrale bank gesproken. Nou ja, als zodanig was de Fed in 1913 ook niet opgericht en gegeven het “opportunistische” beleid door de jaren heen verdient dit instituut deze titel dan ook beslist niet. De Fed heeft structureel aan de basis van elke ‘boom-bust cyclus gestaan!

    De huidige monetaire situatie spitst zich toe op de relatie van een overmatig groeiende schuld en extreem lage rentes zonder dat de schuldgroei tot staan kon worden gebracht en zonder een evenwichtige economische groei te hebben kunnen bewerkstelligen. Wat kan de Fed thans anders doen dan ‘finger crossing’ nu blijkt dat de kapitaalvraag en de kredietverstrekking middels het rente instrument onvoldoende of niet kunnen worden aangestuurd? Onderstaande grafiek toont aan dat een lage rentevoet slechts heeft geleid tot een stijgende geldhoeveelheid (M3). De St.Louis Fed verstrekt geen updates meer (?) maar deze trend blijft ongewijzigd.

    Voorts laat deze ontwikkeling zien dat de risicopremie als prijs van het geld nagenoeg is ondergesneeuwd. Immers, een lage rente strookt lang niet altijd met de kredietwaardigheid van de lenende partij, het ondernemersrisico alsmede het doel waarvoor de lening is aangevraagd. Verder dien je je af te vragen of het vastgestelde rentepercentage bij het aangaan van een lening voldoende dekking biedt tegen toekomstige marktontwikkelingen. Deze basisvragen zijn als het ware voor “irrelevant” verklaard.

    Monetair drijfzand

    Het kan niet anders zijn dan dat het stelselmatig onder druk houden van de marktrente leidt tot oneigenlijke investeringen in vermogensklassen als vastgoed, financiële waarden als aandelen (dikwijls met geleend geld) en groei van het consumentenkrediet zoals auto- en studentenleningen in de V.S. Een te lage rentevoet vormt tevens een bron van inflatie en geeft een vertekend beeld van een “groeirijke” economie. Daarbij wordt door het grote publiek over het hoofd gezien dat hun koopkracht in de (naaste) toekomst in ernstige mate blijkt te zijn aangetast. De lage rente gepaard met verruiming van de geldmarkt was puur bedoeld om een aanhoudende productie- en consumptiegroei te bewerkstelligen zoals deze sinds de val van Lehman het ‘Leitmotiv’ vormden. Kortom, we zijn niets opgeschoten, sterker de schuldhoogte is met een factor drie gestegen. Een schuld op monetair drijfzand gebouwd!

    Met andere woorden: een ongedekte op drijfzand gebouwde valuta leidt altijd tot monetaire instabiliteit en verval wanneer de schuldhoogte onbeheersbaar dreigt te worden. Op dat punt verkeren we al enige tijd. Een dergelijk punt van onbeheersbare kredietexpansie waren we ook al eens tegengekomen in de jaren ‘20 met de vraag wat we daarvan hebben geleerd? Vergeleken bij die situatie destijds verkeren we thans in een aanmerkelijk penibeler situatie, niet alleen vanwege de schuldhoogte maar ook gezien het feit dat nagenoeg alle centrale banken ter wereld met de Fed zijn meegegaan.

    Het eindresultaat zal zijn dat deze “onoverkomelijkheden” zullen leiden tot een ongekend drastische bijstelling van de koopkracht met een dito bijstelling van het edelmetaal om de schuldhoogte te kunnen marginaliseren, vanouds de barometer van het monetaire fiatsysteem. Vooral in landen met een aanzienlijk sociaal vangnet in de vorm van (ongedekte) uitkeringen en pensioenen in combinatie met een te geringe voorraad goud zullen er “nogal” sombere tijden aanbreken.

    Er zijn twee scenario’s denkbaar:

    • Centrale banken gaan driftig door met schuldfinanciering eindigend in hyperinflatie
    • Introductie van een geloofwaardige gouden standaard onder bezit en aantoning van een adequate goudhoeveelheid.

    Hoe een en ander uiteindelijk uitpakt, ligt nog in nevelen gehuld terwijl er ook andere krachten aan de einder zijn verschenen.

    Shanghai Cooperation Organization

    Veelal onderbelicht zijn de nog niet goed in te schatten gevolgen van de begin deze eeuw opgerichte Shanghai Cooperation Organization (SCO) die thans bijna de helft van de wereldbevolking omvat. Deze Euraziatische organisatie stelt zich ten doel de gezamenlijke belangen te behartigen op politiek, economisch en militair terrein. Tegelijkertijd vindt de versnelde uitbouw van de Belt & Road zijderoute vanuit China plaats die een steeds groter deel van de wereld bestrijkt. Deze ontwikkelingen zouden kunnen leiden tot de opzet van een alternatieve WTO, IMF en Wereldbank, waarmee de rol van de dollar al goeddeels zou worden weggespeeld. Van beide ontwikkelingen weten we dat deze ten doel hebben om de Amerikaanse invloed in dat deel van de wereld te neutraliseren.

    Ongeacht Trumps mogelijk nieuwe handreikingen richting China zal dit changement de décor een serieuze bedreiging voor de dollar als wereldreserve valuta vormen. Als het zover komt, staat er een radicale wijziging van China’s monetaire beleid voor de deur. Gezien de goudreserves in de bodem alsook in opslag zal dat land de minste moeite hebben met een monetaire systeemaanpassing. In zekere zin geldt dit ook voor Rusland met een contante goudreserve van ruim 2.000 ton en nog aanzienlijk meer in de bodem. Bovendien, volgens een recent rapport van Polyus Gold, Ruslands grootste goudproducent, bevindt zich in Siberië een resource van een slordige 3.000 ton die na winning rechtstreeks naar de Russische centrale bank vloeit (als een “100% garantie tegen toekomstige economische en politieke risico’s”, werd er bij gezegd). Deze vondst maakt het voor China gemakkelijker om met Rusland op te trekken zodra een dergelijk changement zich aandient.

    De toekomstige rol van goud

    Uit onderstaande chart van de World Gold Council blijkt o.m. dat goud ook na de loskoppeling van de dollar in 1971 en ondanks de ‘riggings een robuuste rol is blijven spelen.

    Volgens Egon von Greyerz van Matterhorn Asset Management in Zürich, kenner bij uitstek van de edelmetaalmarkt, zou de Westerse “Gold Maginot Line”, zoals hij die noemt al dit jaar kunnen vallen. Volgens hem vanwege de grootschalige gold leasing activiteiten door de Fed en andere centrale banken, wier goud zich intussen in China en wellicht ook in andere voormalige Sovjet republieken bevindt. Deze leasing praktijken zijn onderdeel van het zgn. gold suppression scheme om de goudprijs onder druk te houden. Dit goud lag opgebaard bij de LBMA banken (bullion banks) in Londen en New York. Deze banken verstrekten de centrale banken een I.O.U. die het vervolgens naar het Oosten zagen verdwijnen. Dat goud komt niet meer terug en de LBMA zal nooit meer in staat zijn dat goud aan de “rechtmatige eigenaren” in casu de centrale banken te retourneren. Als dan het “uur U” zich aandient, ontstaat er “een klein probleempje”. De goudschaarste zal niet te overzien zijn. Wat we niet weten is hoeveel goud op deze wijze is “verdwenen” daar hierover angstvallig het zwijgen wordt gedaan.

    Deze zgn. Maginot Linie refererend aan de voormalige Franse minister van Oorlog werd opgetrokken in Augustus 2013 teneinde de goudprijs beneden het niveau van $1,350 te houden. Tot tweemaal toe werd er een aanval uitgevoerd in 2016 en 2018 maar vergeefs. Von Greyerz verwacht dit jaar een nieuwe aanval met aanmerkelijk meer kans van slagen. Alleen geeft hij niet aan wat de trigger zou kunnen zijn maar zoals uit het voorstaande valt af te leiden, ligt er meer dan één oorzaak “in de wachtkamer”.

    Volgens de World Gold Council ligt de dagelijkse omzet op een niveau tussen US$50 en US$ 80 miljard. De jaarproductie ligt thans op nog geen 2.500 ton neigend naar krimp gezien de afnemende vondsten en lagere ‘grades’ van de goudaders. Deze factoren zetten aan tot hogere productiekosten en bij een (snel) toenemende fysieke vraag mede tot een versnelde doorbraak van het $1.350 niveau.

    De koopkracht van goud wordt het beste gedemonstreerd aan de hand van bovenstaande chart waarin alle majeure papieren valuta’s in de vorige eeuw het grootschalig hebben moeten afleggen tegen goud. De “papieren” stijging van vermogensklassen als aandelen en vastgoed wordt hiermee dan ook sterk gerelativeerd!

    Heb getwijfeld of deze column niet de titel van “Andere Tijden XVI” had moeten meekrijgen doch de rol die goud straks opnieuw zal opeisen verdient de voorkeur. Zo niet dan is chaos het enige alternatief!

    Robert Broncel Copyright, 6 maart 2019

    www.robertbroncel.com.

    1. Deze column wordt ook aan DNB president Klaas Knot verzonden.

    Disclaimer: Deze column is geschreven door Robert Broncel en hoeft daarom niet de visie van Marketupdate te vertegenwoordigen. Marketupdate geeft geen beleggingsadvies en dit artikel moet dan ook niet als zodanig worden beschouwd. Resultaten uit het verleden bieden geen garanties voor de toekomst.




  • Centrale banken weten het niet meer

    Centrale banken weten het niet meer

    Centrale banken hebben het er de laatste jaren maar druk mee. Zo is het aantal toespraken dat ze jaarlijks geven in de periode van 1998 tot 2014 verzesvoudigd. Sinds de financiële crisis communiceren ze niet alleen over hun monetaire beleid, maar proberen ze de markt ook met woorden in een bepaalde richting te sturen. Denk aan centraal bankiers die zeggen dat ze de rente nog lang laag zullen houden of dat ze zullen ingrijpen, mocht dat ooit weer nodig zijn. ‘Forward guidance’ noemen we dat.

    Forward guidance wordt door centrale banken uitgelegd als een nieuw beleidsinstrument, maar eigenlijk betekent het dat de bodem van de gereedschapskist van centrale banken in zicht is. Het is alsof je een centraal bankier vraagt om een hamer en hij een papiertje geeft met daarop een tekening van een hamer.

    Centrale banken geven steeds meer toespraken

    Centrale banken praten steeds meer, maar zeggen steeds minder

    In 2017 publiceerde de Zwitserse centrale bank nog een onderzoek over dit onderwerp. Daaruit bleek dat een toename van het aantal persconferenties van centrale banken helemaal niet zorgde voor meer duidelijkheid bij het publiek. Integendeel, de markt kreeg juist meer tegenstrijdige geluiden te horen, waardoor het moeilijker werd om het beleid van centrale banken te voorspellen. Uit de conclusie van het onderzoek van Thomas Lustenberger en Enzo Rossi:

    “Meer communicatie produceert voorspellingsfouten en vergroot de spreiding. Dit inzicht was voorzien door Simon (1971), die zei dat “een overvloed aan informatie een armoede van aandacht creëert.” Het sluit ook aan bij de conclusies getrokken door bijvoorbeeld Morris & Shin (2002), Sims (2003), Kahneman (2003) en Blinder (2004). Zij stellen dat ongecoördineerde communicatie de signaal-ruisverhouding juist kan verlagen in plaats van verhogen, en daarmee de effectiviteit van het monetaire beleid kan belemmeren.

    Anders gezegd, een centrale bank die spreekt met een kakofonie van stemmen heeft in feite misschien helemaal geen stem. Minder spreken kan dus gunstig zijn voor centrale banken die de voorspelbaarheid en homogeniteit tussen financiële en macro-economische voorspellingen willen vergroten. We leveren enig bewijs dat dit in het bijzonder waar voor kan zijn centrale banken waarvan het transparantieniveau al hoog is.

    Nog minder succesvol op het gebied van het voorspellen is het beleid van forward guidance, zoals nagestreefd na de financiële crisis. Het beïnvloedde noch de fouten noch de spreiding van de rente en opbrengstprognoses.”

    Terug bij af?

    De laatste jaren zit de wereldeconomie weer in een opwaartse trend. Dat herstel hebben we voor een belangrijk deel te danken gehad aan het ingrijpen van centrale banken. Met structurele opkoopprogramma’s en liquiditeitssteun voor banken werd het vertrouwen in schuldpapier hersteld. Daardoor kwam ook de kredietverlening aan consumenten en bedrijven weer op gang.

    We kunnen onszelf op de borst kloppen voor de economische groei van de laatste jaren, maar de vraag is of de economie ook zo goed blijft draaien zonder al die stimulering door centrale banken. De Federal Reserve zette haar geplande renteverhoging begin dit jaar niet door, omdat de vooruitzichten voor de economie te onzeker werden. De ECB is nog maar net gestopt met het opkopen van staatsobligaties en er wordt alweer gesproken over een nieuwe ronde van liquiditeitssteun aan banken. Ondertussen overweegt de Bank of Japan extra monetaire stimulering om een waardestijging van de munt te voorkomen.

    Om een lang verhaal kort te maken, het economische herstel van de afgelopen jaren is voor een belangrijk gedeelte te danken aan het ruime monetaire beleid van centrale banken. De gewenste ‘normalisering’ blijkt een moeizaam en pijnlijk proces, waarbij een nieuwe recessie gemakkelijk kan worden uitgelokt.

    Hoe nu verder?

    Centrale banken balanceren op een smal pad tussen deflatie en inflatie. Dat maakt dat ze heel weinig speelruimte hebben om effectief beleid te voeren. Een onvoorzichtige stap in de verkeerde richting – en die hoeft niet per se van centrale banken te komen – kan een keten van gebeurtenissen veroorzaken die leidt tot een nieuwe crisis.

    Mario Draghi zei laatst tijdens een hoorzitting in het Europees Parlement dat groei de beste manier is om uit de schulden te komen. In dit scenario worden schulden door inflatie makkelijker te betalen, maar de keerzijde is dat ook de waarde van het geld verder wordt uitgehold. En dat betekent verlies van koopkracht, zeker voor de lagere inkomens. En dat voedt het wantrouwen van de bevolking ten aanzien van overheden en centrale banken.

    Centrale banken moeten in deze onzekere tijden rekening houden met verschillende scenario’s. Dat betekent dat ze ook moeten anticiperen op de negatieve effecten van meer protectionisme en economische oorlogsvoering in de wereld. Als centrale banken wereldwijd besluiten meer goud te kopen en in toenemende mate goudvoorraden terughalen naar eigen land, dan is dat wat mij betreft zeker een teken aan de wand. We zouden wat meer moeten kijken naar wat centrale banken doen en minder moeten luisteren naar wat ze zeggen.

    Deze column verscheen eerder bij Goudstandaard




  • Goud gaat eindelijk weer glanzen

    Goud gaat eindelijk weer glanzen

    Aan het einde van afgelopen jaar begon de prijs van goud omhoog te gaan. Dat was goed te begrijpen. Markten waren volatiel en veel beleggers zochten een veilig heenkomen. Maar de prijsstijging is in 2019 doorgegaan.

    Op moment van schrijven bedroeg die $1.342 per troy ounce, het hoogste niveau sinds april 2018. Toch doet die prijsstijging vreemd aan. Het ziet er naar uit, dat met het nieuwe jaar de moeilijkheden uit 2018 verdampt zijn. Goud had derhalve weer in prijs moeten gaan zakken. De Japanse yen, van oudsher ook een veilige haven, is sinds het begin van 2019 wel gaan verzwakken.

    Goudprijs blijft stijgen

    Waarom is de prijs van goud niet omlaaggegaan? Daar zijn wel de nodige argumenten voor aan te voeren. Denk bijvoorbeeld aan de onzekerheden rondom de Brexit of rondom de naderende Europese verkiezingen. Ook het voortsudderende handelsconflict is een verklaring voor de stijging van de goudprijs. Al die onzekerheden kunnen ook verklaren waarom de waardestijging van de dollar evenmin invloed heeft op de prijsvorming. Integendeel, die prijsvorming lijkt een handje geholpen door het vermoeden dat de dollar op het punt staat te pieken. De dollarindex schommelt rond een niveau van 97 en in november 2018 piekte deze index op 97,54. Trouwens, ook de daling van het reële rendement op de 10-jaars Treasury van 1,20% in november naar pakweg 0,80% vormt een steun voor de prijs van goud.

    Het edelmetaal goud levert de koper geen rente op. Het is daarmee duidelijk dat goud er aantrekkelijker uitziet als beleggingsklasse als wereldwijd de rente de neiging heeft om te gaan dalen. Dat gaat zeker ook op voor de Verenigde Staten. Daar levert de 3-maands Treasury een rendement van 2,4% en is daarmee aantrekkelijker dan goud. Mocht het rendement gaan teruglopen, dan kan goud hiervan opnieuw profiteren. De kans hierop groeit nu de Fed pas op de plaats maakt met renteverhogingen en de roep om verlaging alleen maar luider wordt. Centrale banken ondersteunen de stijging van de goudprijs sowieso. Centrale banken als die van Rusland kochten in 2018 meer goud op dan in een halve eeuw het geval was. Ze verkochten tegelijkertijd de Amerikaanse Treasury. Op die manier diversifieerden ze hun reserves.

    Langlopende trend gunstig

    Waarschijnlijk blijft de prijs van goud voorlopig hoog omwille van trends die nog achter de horizon verborgen liggen. De haviken bij centrale banken lijken in het defensief gedrongen. Een reeks van data wijst voorzichtig in de richting van afnemende rendementen op obligaties en op een verzwakkende economische groei. Dat verkleint weliswaar de kansen op inflatie, maar de verwachting groeit dat centrale bankiers weer de weg van goedkoop geld inslaan om zo de inflatie meer leven in te blazen. We kunnen zodoende een herhaling meemaken van de periode 2008 – 2011. Het was de periode dat de Fed zijn beleid van kwantitatieve verruiming optuigde om meer inflatie te krijgen. In diezelfde periode steeg de prijs van goud van $700 naar $1.900 per troy ounce.

    Opnieuw laat de inflatie het wereldwijd afweten en de eerste tekenen van een naderende beleidswijziging door centrale bankiers zijn al duidelijk waarneembaar. Zo heeft de gouverneur van de Bank van Japan, Haruhiko Kuroda, het Japanse parlement verteld dat hij het beleid verder gaat versoepelen, als valutabewegingen de consumentenprijzen gaan beïnvloeden. Deze woorden onderstrepen ontwikkelingen op de Japanse obligatiemarkten. Daar ligt het rendement op 10-jaars staatsleningen weer onder 0% en dat was niet meer het geval sinds november 2016.

    Gaan centrale banken weer verruimen?

    Ook ontwikkelingen in Duitsland en Australië wijzen erop dat beleidswijzigingen in de lucht hangen. Duitsland en Australië zijn min of meer te beschouwen als barometer van de Chinese economie. In Australië bivakkeert de dollar weer op de lage niveaus van 2015 en 2016. De verslechtering is mede het gevolg van een notulenverslag van de centrale bank waaruit een duidelijke voorkeur voor versoepeling spreekt. In Duitsland gaat het economisch in snel tempo minder. De meest recente ZEW Indicator of Current Conditions in Duitsland viel in een maand tijd met 12,6 punten naar 15. Dat is het laagste niveau sinds 2014 en ver onder de verwachtingen van 23.

    Op moment van schrijven zijn de notulen van de Fed over de maand januari nog niet gepubliceerd. Beleggers rekenen er echter op dat de Fed gaat stoppen met het verder afslanken van zijn balans. Er leven ook verwachtingen dat de Fed zijn houding gaat veranderen ten opzichte van de inflatie. Als de inflatie onder het beoogde niveau van 2% blijft, dan kunnen nieuwe verruimingsmaatregelen overwogen worden. Kortom, het tij lijkt zich gunstig te ontwikkelen voor de prijs van goud.

    Cor Wijtvliet

    corwijtvliet-logo

    Deze bijdrage is afkomstig van www.corwijtvliet.nl

    Tot slot:

    • Hebt u opmerkingen en/of vragen? Mail ze gerust aan: [email protected]
    • Of via mijn twitteraccount: @wijtvliet
    • Voor meer door mij geschreven artikelen bezoekt u mijn website: www.corwijtvliet.nl
    • Of bezoek www.Beurshalte.nl
    • Ontvangt u het Cor Wijtvliet Journaal niet rechtstreeks? Abonneert u zich dan hier!

    Vindt u deze columns van Cor Wijtvliet interessant, dan kunt voor €25 per jaar donateur worden van het CorWijtvlietJournaal. Ook kunt u een geheel vrijwillige bijdrage overmaken naar NL14RABO0156073676, ten name van Wijtvliet Research.

    Donateurs krijgen niet alleen zonder vertraging het CorWijtvlietJournaal in hun mailbox, maar kunnen ook rekenen op een wekelijkse extra nieuwsbrief met vijf beleggingstips van Cor Wijtvliet. Neem voor meer informatie contact op met Cor Wijtvliet via het hierboven genoemde mailadres.




  • Roemenië wil goudvoorraad terughalen?

    Roemenië wil goudvoorraad terughalen?

    In navolging op een aantal andere Europese landen overweegt nu ook Roemenië haar goudvoorraad terug te halen naar eigen land. De leider van de grootste politieke partij, Liviu Dragnea, heeft namelijk een nieuwe wetsvoorstel ingediend dat de centrale bank verplicht 95% van de goudvoorraad in eigen land te bewaren.

    Als het wetsvoorstel wordt aangenomen moet de centrale bank ongeveer 61 ton goud terughalen uit Londen. Roemenië beschikt over een goudvoorraad van in totaal 103,7 ton, waarvan ongeveer 60% ligt opgeslagen bij de Bank of England. In vergelijking met omliggende landen beschikt het land over een substantiële goudvoorraad.

    In het wetsvoorstel staat dat er in het huidige economische landschap geen reden is om zoveel goud in het buitenland aan te houden. Ook zouden er significante kosten mee gemoeid zijn om het bij de Bank of England op te slaan, terwijl het goud volgens Dragnea ook in eigen land bewaard kan worden.

    Meer landen halen goudvoorraden terug

    De afgelopen jaren hebben verschillende landen hun goudvoorraad teruggehaald naar eigen land. Duitsland en Nederland begonnen daar een paar jaar geleden al mee en later volgden ook Oostenrijk en Hongarije. Ook hebben sommige Europese landen edelmetaal aan hun reserves toegevoegd, zoals Hongarije en Polen.

    Verschillende landen halen hun goudvoorraden terug vanwege toenemende economische en geopolitieke onzekerheid. Het edelmetaal wordt door centrale banken gezien als de meest veilige reserve, omdat het geen tegenpartij risico kent. Dat argument geldt overigens alleen wanneer het edelmetaal daadwerkelijk bij de eigen centrale bank wordt bewaard.

    Dat de opslag van goud in een ander land niet vrij van risico is werd laatst nog duidelijk. Venezuela wilde een deel van haar voorraad terughalen uit Londen, maar de Bank of England weigerde het vrij te geven. Of dit incident voor Roemenië reden is om goud weg te halen, dat valt lastig te zeggen. Wel zien we een duidelijk trend van landen die hun goudreserves terughalen en uitbreiden. Daarmee leggen ze een solide fundament onder de goudmarkt.

    Dit artikel verscheen eerder op Holland Gold




  • Deze indicator suggereert dat de goudprijs verder kan stijgen

    De goudprijs is de afgelopen weken al behoorlijk opgelopen, maar de prijs zou de komende tijd nog verder kunnen stijgen. Veel beleggingsfondsen hebben namelijk geen positie in goud, wat betekent dat de rally nog enige tijd kan aanhouden. Bloomberg schrijft dat beleggingsfondsen nog steeds een relatief kleine long positie in het edelmetaal aanhouden, zeker in vergelijking met voorgaande jaren.

    Die terughoudendheid betekent dat er nog steeds veel opwaarts potentieel in de goudmarkt zit, zeker als de correctie waar veel beleggingsfondsen op wachten uitblijft. Onderstaande grafiek laat zien dat beleggingsfondsen op de termijnmarkt een beperkte long positie hebben in het edelmetaal. In vergelijking met voorgaande jaren zijn de fondsbeheerders nu dus veel terughoudender. Joni Teves, strateeg bij de Zwitserse bank UBS, zei daar tegenover Bloomberg het volgende over.

    “Ondanks een meer positieve houding zijn beleggers nog niet massaal in goud gestapt. De terughoudendheid blijft hangen. Het risico van een situatie waarin veel marktparticipanten wachten op een dip is dat ze een grote inhaalslag moeten maken als de positieve factoren aanhouden.”

    Beleggingsfondsen hebben nog weinig posities in goud (Bron: Bloomberg)

    Goudprijs kan verder stijgen

    Verschillende banken zijn de laatste maanden positief geworden over beleggen in goud. Eind vorig jaar sprak Georgette Boele van de ABN Amro de verwachting uit dat de goudprijs dit jaar waarschijnlijk verder zal stijgen. Later volgden ook Goldmans Sachs en Société Générale met een positief koersdoel voor goud in 2019.

    Volgens Boele zal het verzwakken van de dollar dit jaar een gunstig effect hebben op de goudprijs. Ook noemde ze de shortpositie in goud als reden om positief te zijn over het edelmetaal, omdat dat een indicator is van een overdreven negatief sentiment. Dat sentiment lijkt nu om te keren, met als resultaat dat veel beleggers de goudprijs verder aanjagen.

    Het Franse Société Générale verwacht dat het edelmetaal zal profiteren van goudaankopen door centrale banken en een zwakker economisch sentiment. Het feit dat de Federal Reserve een nieuwe renteverhoging heeft uitgesteld geeft goudbeleggers reden om positief te zijn.

    Voorzichtigheid geboden

    Ondanks de positieve trend in goud is niet iedereen optimistisch. Morgan Stanley heeft haar koopadvies voor het edelmetaal deze week ingetrokken. De bank adviseerde beleggers in september om goud te kopen, maar verwacht nu dat de prijs weer gaat dalen. Ook David Govett, goudhandelaar bij Marex Spectron Group in Londen, ziet weinig opwaarts potentieel. In een verklaring tegenover Bloomberg zei hij daar het volgende over:

    “Je krijgt een omgekeerd sneeuwbaleffect als de goudprijs stijgt. Hoe hoger de prijs gaat, hoe meer geld het van fondsen aantrekt. Maar over het algemeen is de aandelenmarkt solide en ik betwijfel of de dollar zoveel verder gaat dalen, dus ik denk dat het opwaarts potentieel voor deze beweging beperkt is.”

    Dit artikel verscheen eerder op Holland Gold




  • Rusland voegt 6,2 ton goud aan reserves toe

    Rusland heeft de afgelopen maand 6,2 ton goud aan haar reserves toegevoegd, zo blijkt uit de laatste cijfers van de centrale bank. Daarmee komt de totale goudvoorraad uit op 2118,2 ton, goed voor de vijfde plaats in de ranglijst van landen met de grootste goudreserves. Door de stijging van de goudprijs is de marktwaarde ook verder toegenomen, namelijk tot $89,5 miljard. Daarmee vertegenwoordigt het edelmetaal 18,8% van de totale reserves van de Russische centrale bank.

    Vorig jaar kochten centrale banken een recordhoeveelheid goud, waarbij Rusland met 272 ton de grootste afnemer was. Het land breidt haar goudvoorraad uit om minder afhankelijk te worden van de dollar. Het edelmetaal wordt in eigen land opgeslagen en kent geen tegenpartij risico, in tegenstelling tot reserves in vreemde valuta. Dmitry Tulin van de centrale bank zei in 2015 dat het edelmetaal 100% vrij staat van wettelijke en politieke risico’s.

    ‘Genoeg reserves om alle schulden te dekken’

    De totale reserves van de centrale bank stegen in januari naar $475 miljard, het hoogste niveau sinds juli 2014. Daarmee zijn de reserves van het land voor het eerst groter dan alle schulden aan het buitenland, zo merkte president Poetin op tijdens zijn jaarlijkse ‘State of the Union’. De valutareserves van het land bestaan sinds afgelopen jaar voornamelijk uit euro’s, dollars en Chinese yuan.

    Centrale banken zijn sinds het uitbreken van de crisis netto kopers van goud. Ondanks het feit dat de wereldeconomie de laatste jaren wat beter draait blijven diverse landen hun voorraad uitbreiden. Vorig jaar werden onder andere Polen, Hongarije, India en China weer actief op de goudmarkt. Rusland koopt al jaren goud en doet dat sinds 2014 in een verhoogd tempo. Mogelijk heeft dat te maken met de verslechterde relatie met het Westen en de dreiging van economische en financiële sancties.

    Valutareserves bereiken hoogste niveau sinds juli 2014

    Goudreserve Rusland gestegen tot een waarde van bijna $90 miljard

    Goud als percentage van totale reserves is sterk toegenomen sinds 2008

    Dit artikel verscheen eerder op Goudstandaard




  • Palladium of goud?

    De prijs van palladium bereikte afgelopen week een recordniveau van €40.000 per kilogram. Het edelmetaal is voor het eerst sinds 2002 zelfs weer duurder dan goud. Sinds augustus gaat de prijs van palladium in een rechte lijn omhoog, gedreven door een structureel tekort in de markt. Het is dan ook niet vreemd dat steeds meer beleggers naar dit edelmetaal beginnen te kijken. Is het nog interessant om in palladium te beleggen? Of is goud toch de betere keus?

    Industrieel metaal

    Kijken we naar de ontwikkeling van de palladiumprijs, dan zien we dat het edelmetaal sterk meebeweegt met de stand van de economie. Rond het millennium stond de prijs van het edelmetaal ook erg hoog, terwijl de markt met de crisis van 2008 in elkaar zakte. Dat komt omdat palladium voornamelijk wordt gebruikt in de auto-industrie, een sector die zeer gevoelig is voor de stand van de economie.

    Dat de palladiumprijs het afgelopen halfjaar zo hard is gestegen is het resultaat van een combinatie van factoren. De laatste jaren kon het tekort in de markt worden aangevuld door beleggers, die hun positie in het edelmetaal afbouwden. De belangrijkste beleggingsfondsen gingen van 3 miljoen troy ounce aan beheerd vermogen in 2014 naar minder dan een miljoen troy ounce nu.

    Daar zou je aan toe kunnen voegen dat er meer onzekerheid is over het toekomstige aanbod van palladium. Rusland is een van de belangrijkste producenten van dit metaal en zou als gevolg van sancties kunnen besluiten minder te exporteren. Daardoor kan een schaarste ontstaan die ervoor zorgt dat de prijs snel oploopt.

    Prijs palladium is de laatste maanden hard gestegen

    Beleggen in palladium?

    De vraag is nu of het nog verstandig is om in palladium te beleggen. Het edelmetaal is belast met btw en omdat er weinig in gehandeld wordt is het verschil tussen aan- en verkoopprijs relatief groot. De prijs van het edelmetaal moet dus substantieel stijgen, voordat een dergelijke belegging geld oplevert. Die kans is natuurlijk wel aanwezig, want producent Johnson Matthey voorziet dit jaar een nog groter tekort dan vorig jaar.

    Toch blijft het speculeren in deze markt. We lezen de laatste maanden veel over een dreigende handelsoorlog en over groeivertraging in grote economieën als Duitsland en China. Er is dus een reële kans dat er weer een nieuwe recessie komt, met alle gevolgen van dien. Komt er weer een crisis zoals die van 2008, dan is de kans is groot dat palladium weer net zo hard naar beneden gaat als toen. Een belegging in palladium loopt in dat opzicht mee met de economische cyclus.

    Goud blijft de veilige haven

    In een crisis zullen beleggers hun toevlucht zoeken in veilige havens. Daarbij zal goud het meest gewilde edelmetaal zijn, omdat dat het meest liquide is. Ook is het wereldwijd ruim voorhanden, omdat het maar beperkt wordt gebruikt voor industriële toepassingen. Het is niet voor niets dat vrijwel alle centrale banken in de wereld een goudvoorraad aanhouden en geen andere edelmetalen.

    Juist omdat goud relatief weinig nuttige toepassingen heeft kan het makkelijk worden opgepot in kluizen. Andere edelmetalen als zilver, platina en palladium kennen veel meer nuttige toepassingen en zijn daarom minder geschikt als spaarmiddel. Zouden centrale banken deze edelmetalen hamsteren, dan zouden ze een maatschappelijk ongewenste schaarste creëren.

    Om bovengenoemde reden zal goud waarschijnlijk ook in de toekomst het referentiepunt blijven als veilige haven en alternatief spaarmiddel. Een edelmetaal als palladium kent een grilliger koersverloop, zeker als vraag en aanbod niet gemakkelijk op elkaar afgestemd kunnen worden. Dat neemt niet weg dat palladium een zeer interessante belegging kan zijn die op korte termijn mogelijk meer rendement oplevert dan goud. Maar anders dan dat het beide edelmetalen zijn hebben ze vrij weinig met elkaar gemeen.

    Deze column verscheen eerder op Goudstandaard




  • Alan Greenspan: Goud en economische vrijheid (1966)

    Alan Greenspan schreef in 1966 een helder essay over de essentie van goud. In het stuk houdt hij een pleidooi voor een gouden standaard, omdat dit de meest effectieve manier is om te voorkomen dat overheden teveel schulden maken. De voormalig centraal bankier schrijft over de disciplinerende werking van goud onder een gouden standaard, omdat het een excessieve kredietcreatie in de weg staat. Hij schrijft dat de grote depressie van de jaren dertig niet veroorzaakt is door de beperkingen die de gouden standaard oplegde, maar door een veel te ruime kredietcreatie in de jaren voorafgaand aan de crisis.

    De beperking die goud oplegt aan kredietcreatie werd door beleidsmakers ten onrechte aangewezen als het probleem, zo oordeelde Greenspan. Men dacht dat iedere crisis bezworen kon worden als centrale banken maar voldoende liquiditeit beschikbaar zouden stellen aan banken. Dat blijkt op de korte termijn inderdaad te werken, maar over de langere termijn leidt het alleen maar tot meer onbalans in de economie. Hij verwijst naar de periode van 1927 tot 1929, toen de Federal Reserve met een kunstmatig lage rente probeerde het Britse pond te ondersteunen. Het gevolg was een speculatieve bubbel op de aandelenmarkt die zelfs de centrale bank niet meer onder controle kon krijgen.

    Greenspan schrijft in het essay dat spaarders zonder een gouden standaard geen mogelijkheid hebben om hun vermogen te beschermen tegen inflatie. Hij waarschuwde voor het gebruik van staatsobligaties als onderpand voor nieuwe leningen, omdat dat overheden in de gelegenheid zou stellen om veel meer schulden te maken. Dat betekent dat de geldhoeveelheid sneller kan toenemen dan de hoeveelheid goederen en diensten in een economie, waardoor de koopkracht van het geld afneemt.

    Spaarders die geld opzij zetten worden in dit systeem benadeeld, omdat ze voortdurend aan koopkracht inleveren. Inflatie is volgens hem een verborgen belasting, omdat het koopkracht overdraagt van de private sector naar de overheid. Het probleem van inflatie speelt vandaag de dag nog steeds, maar door de schuldenopbouw van de afgelopen vijftig jaar die mogelijk werd gemaakt door het loslaten van de goudstandaard vormt deflatie vandaag de dag een veel grotere bedreiging. Hieronder volgt het essay dat Greenspan in 1966 schreef.

    Alan Greenspan: Goud en economische vrijheid (1966)

    Een bijna hysterisch vijandigheid tegenover de goudstandaard is een kwestie die alle voorstanders van een grote overheid met verschillende overtuigingen verenigd. Ze lijken – misschien nog wel duidelijker en subtieler dan veel consistente verdedigers van de vrije markteconomie aan te voelen dat goud en economische vrijheid onlosmakelijk aan elkaar verbonden zijn en dat de gouden standaard een instrument van laissez-faire [red: een zuivere vrije markteconomie met een zo klein mogelijke rol voor de overheid] is en dat het één ook het ander vereist. Om de bron van hun vijandigheid te begrijpen, is het noodzakelijk om eerst de specifieke rol van goud in een vrije samenleving te begrijpen.

    Geld is de gemeenschappelijke noemer van alle economische transacties. Het is een goed dat als een ruilmiddel dient en dat universeel aanvaardbaar is voor alle deelnemers in een ruileconomie als betaling voor hun goederen of diensten. Daardoor kan het worden gebruikt als een standaard van waarde en als een opslag van waarde, dat wil zeggen als een manier om te sparen.

    Het bestaan ​​van een dergelijk goed is een voorwaarde voor een verdeling van de arbeidseconomie. Als de mensheid geen instrument van objectieve waarde had dat algemeen aanvaardbaar was als geld, dan zou ze haar toevlucht moeten nemen tot primitieve ruilhandel of gedwongen worden te leven op zelfstandige boerderijen, waarmee ze de onschatbare voordelen van specialisatie moeten laten varen. Als de mensheid geen middelen had om waarde op te slaan, dat wil zeggen om te sparen, dan zou planning of uitwisseling op de lange termijn of niet mogelijk zijn.

    “Als de mensheid geen middelen had om waarde op te slaan, dat wil zeggen om te sparen, dan zou planning of uitwisseling op de lange termijn of niet mogelijk zijn.”

    Welk ruilmiddel aanvaardbaar is voor alle deelnemers aan een economie wordt niet willekeurig bepaald. Ten eerste moet het ruilmiddel duurzaam zijn. In een primitieve samenleving van schamele rijkdom kan tarwe voldoende duurzaam zijn om als ruilmiddel te dienen, omdat alle uitwisselingen alleen tijdens en onmiddellijk na de oogst zouden plaatsvinden, waardoor er geen surplus van waarde overblijft om te sparen. Maar daar waar waardeopslag belangrijk is, zoals het geval is in rijkere, meer ontwikkelde samenlevingen, moet het ruilmiddel een duurzaam goed zijn, meestal een metaal.

    Een metaal wordt meestal gekozen omdat het homogeen en deelbaar is: elke eenheid is hetzelfde als elke andere en het kan worden gemengd of gevormd in elke hoeveelheid. Edelstenen zijn bijvoorbeeld niet homogeen en niet deelbaar. Belangrijker nog, de grondstof die als ruilmiddel wordt gekozen, moet een luxe zijn. De menselijke verlangens naar luxe zijn onbeperkt en daarom zijn luxegoederen altijd in trek en zullen ze altijd geaccepteerd worden. Tarwe is een luxe in ondervoede beschavingen, maar niet in een welvarende samenleving. Sigaretten zouden normaal niet als geld dienen, maar ze deden dat in Europa na de Tweede Wereldoorlog, waar ze als een luxe werden beschouwd. De term ‘luxe goed’ impliceert een zekere schaarste en een hoge waarde per eenheid. Met een hoge waarde per eenheid is zo’n goed gemakkelijk draagbaar. Zo is een ounce goud bijvoorbeeld een halve ton ruw ijzer waard.

    In de vroege stadia van een zich ontwikkelende geldeconomie kunnen verschillende ruilmiddelen worden gebruikt, omdat een breed scala van goederen aan de bovengenoemde voorwaarden zou voldoen. Een van de goederen zal echter geleidelijk alle andere verdringen, omdat deze op een bredere schaal geaccepteerd wordt. Voorkeuren over wat te bewaren als opslag van waarde zullen verschuiven naar het meest geaccepteerde goed, wat het op haar beurt nog meer geaccepteerd maakt. De verschuiving is progressief totdat dat goed het enige ruilmiddel wordt. Het gebruik van een enkel medium is zeer voordelig om dezelfde redenen dat een geldeconomie superieur is aan een ruileconomie: het maakt uitwisselingen mogelijk op een onberekenbaar veel grotere schaal.

    Of dat enkele medium goud, zilver, schelpen, vee of tabak is, dat is afhankelijk van de context en ontwikkeling van een bepaalde economie. In feite hebben ze allemaal, op verschillende tijdstippen, dienst gedaan als ruilmiddel. Zelfs in de huidige eeuw werden twee belangrijke grondstoffen – goud en zilver – gebruikt als internationaal ruilmiddel, waarbij goud de overheersende werd.

    Goud, dat zowel artistieke als functionele toepassingen kent en relatief schaars is, heeft aanzienlijke voordelen ten opzichte van alle andere ruilmiddelen. Sinds het begin van de Eerste Wereldoorlog was het vrijwel de enige internationale standaard voor handel. Als alle goederen en diensten in goud zouden moeten worden betaald, dan zouden grote betalingen moeilijk uit te voeren zijn en zou dit de omvang van de arbeids- en specialisatiegebieden van een samenleving waarschijnlijk beperken. Dus een logische uitbreiding van de creatie van een ruilmiddel is de ontwikkeling van een banksysteem met kredietinstrumenten (bankbiljetten en deposito’s) die fungeren als substituut voor, maar converteerbaar zijn in, goud.

    Een vrij banksysteem op basis van goud kan krediet uitbreiden en aldus bankbiljetten (valuta) en deposito’s creëren, afhankelijk van de productie-eisen van de economie. Individuele eigenaars van goud worden door rentebetalingen ertoe aangespoord hun goud in een bank te deponeren (waartegen zij cheques kunnen opvragen). Maar aangezien het zelden voorkomt dat iedereen zijn goud tegelijkertijd willen opnemen, hoeft de bankier slechts een fractie van zijn totale deposito’s in goud als reserves te houden. Dit stelt de bankier in staat meer uit te lenen dan het bedrag van zijn gouddeposito’s (wat betekent dat hij vorderingen op goud in plaats van goud aanhoudt als zekerheid voor zijn deposito’s). Maar het aantal leningen dat hij zich kan veroorloven, is niet willekeurig. Hij moet het afmeten aan zijn reserves en aan de status van zijn beleggingen.

    Wanneer banken geld lenen om productieve en winstgevende initiatieven te financieren, dan worden de leningen snel afbetaald en blijft bankkrediet algemeen beschikbaar. Maar wanneer de met bankkrediet gefinancierde initiatieven minder rendabel zijn en moeizaam afbetalen, dan merken bankiers al snel dat hun uitstaande leningen buitensporig zijn in vergelijking met hun goudreserves. Ze beginnen nieuwe leningen dan in te krimpen, meestal door hogere rentetarieven in rekening te brengen. Dit heeft de neiging om de financiering van nieuwe ondernemingen te beperken en dwingt de bestaande kredietnemers dat ze hun winstgevendheid verbeteren voordat ze krediet krijgen voor verdere expansie.

    “Onder de gouden standaard dient een vrij banksysteem als de beschermer van de stabiliteit van een economie en een evenwichtige groei.”

    Dus, onder de gouden standaard dient een vrij banksysteem als de beschermer van de stabiliteit van een economie en een evenwichtige groei. Wanneer goud door de meeste of alle naties als ruilmiddel wordt geaccepteerd, dient een ongehinderde vrije internationale goudstandaard om een ​​wereldwijde arbeidsdeling en de breedste internationale handel te bevorderen. Hoewel de ruileenheden (de dollar, het pond, de frank, enzovoort) van land tot land verschillen, zo lang ze allemaal in termen van goud zijn gedefinieerd fungeren de economieën van de verschillende landen als één, op voorwaarde dat er geen beperkingen zijn op handel of op het kapitaalverkeer.

    Kredieten, rentetarieven en prijzen hebben de neiging vergelijkbare patronen te volgen in alle landen. Als banken bijvoorbeeld in het ene land het krediet te ruim uitbreiden, dan zullen de rentetarieven in dat land dalen en zal dat depositohouders aansporen hun goud te verplaatsen naar banken in andere landen die een hogere rente bieden. Dit zal onmiddellijk leiden tot een tekort aan bankreserves in het land met ‘soepele’ kredietverlening, waardoor de kredietvoorwaarden worden aangescherpt en de rentetarieven weer concurrerend worden.

    Een volledig vrij banksysteem en een volledig consistente goudstandaard zijn tot nu toe nog niet bereikt. Maar voorafgaand aan de Eerste Wereldoorlog was het banksysteem in de Verenigde Staten (en in de meeste landen) gebaseerd op goud. Hoewel regeringen soms tussenbeide kwamen, was bankieren meer vrij dan gecontroleerd. Periodiek, als gevolg van een al te snelle kredietuitbreiding, leenden banken uit tot de limiet van hun goudreserves, stegen de rentetarieven scherp, werden nieuwe kredieten afgesneden en kwam de economie in een scherpe, maar kortstondige recessie. (In vergelijking met de depressies van 1920 en 1932 waren de cycli in de vooroorlogse wereld relatief mild). Het waren de beperkingen van de goudreserves die een onevenwichtige uitbreiding van de bedrijfsactiviteiten stopzette, voordat deze zich kon ontwikkelen tot een soort ramp als na de Eerste Wereldoorlog. De aanpassingsperioden waren kort en de economieën herstelden snel een solide basis om de expansie te hervatten.

    “Het proces van genezing werd verkeerd gediagnosticeerd als de ziekte.”

    Maar het proces van genezing werd verkeerd gediagnosticeerd als de ziekte. Als een tekort aan bankreserves een neerwaartse bedrijfscyclus veroorzaakte – zo betoogden economische interventionisten – waarom dan niet een manier vinden om meer reserves aan de banken te leveren, zodat ze nooit tekort hoeven te komen! Als banken door kunnen gaan met het lenen van geld voor een onbepaalde tijd – zo werd beweerd – dan hoeft er nooit meer sprake te zijn van een inzinking in de economie.

    En zo werd het Federal Reserve System in 1913 georganiseerd. Het bestond uit twaalf regionale Federal Reserve-banken die in naam eigendom waren van private bankers, maar die in feite door de overheid gesponsord, gecontroleerd en ondersteund werden. Het krediet dat deze banken verstrekken wordt in de praktijk (hoewel niet wettelijk) ondersteund door de belastende macht van de federale overheid. Technisch gezien bleven we op de gouden standaard, want individuen waren nog steeds vrij om goud te bezitten en goud bleef in gebruik als bankreserves. Maar nu, als aanvulling op goud, zou de kredietverlening door de banken van de Federal Reserve (“papieren reserves”) kunnen dienen als wettig betaalmiddel om spaarders te betalen.

    Toen de economie in de Verenigde Staten in 1927 een milde fase van krimp liet zien, creëerde de Federal Reserve meer papieren reserves in de hoop eventuele tekorten aan bankreserves te voorkomen. Meer rampzalig was echter de poging van de Federal Reserve om Groot-Brittannië te helpen, die goud aan ons had verloren omdat de Bank of England weigerde de rente te laten stijgen toen de marktkrachten dat dicteerden (het was politiek onverteerbaar).

    De redenering van de betrokken autoriteiten was als volgt: Als de Federal Reserve buitensporige papieren reserves naar Amerikaanse banken zou pompen, zou de rente in de Verenigde Staten dalen tot een niveau vergelijkbaar met dat in Groot-Brittannië. Dit zou ertoe bijdragen het goudverlies van Groot-Brittannië te stoppen en de politieke schaamte te voorkomen van een renteverhoging. De “Fed” slaagde. Ze stopte het goudverlies, maar vernietigde de economieën van de wereld tijdens dit proces. De overmatige kredieten die de Fed in de economie pompte vloeide over naar de aandelenmarkt, wat een spectaculaire speculatieve groei teweegbracht.

    Op dat moment trachtten de ambtenaren van de Federal Reserve de overtollige reserves op dweilen en slaagden ze er uiteindelijk in de hausse af te remmen. Maar het was te laat. Tegen 1929 waren de speculatieve onevenwichtigheden zo overweldigend dat het ingrijpen van de centrale bank een scherpe versobering en een consequente demoralisatie van het ondernemersvertrouwen veroorzaakte. Als gevolg daarvan stortte de Amerikaanse economie in. Groot-Brittannië deed het nog erger, en in plaats van de volledige schok van haar eerdere dwaasheid te absorberen, verliet ze de goudstandaard volledig in 1931. Daarmee verscheurde het land wat er nog over was van de vertrouwensstructuur en veroorzaakte het een wereldwijde reeks van bankfaillissementen. De wereldeconomieën werden in de Grote Depressie van de jaren dertig gestort.

    Met een logica die doet denken aan een generatie eerder, voerden etatisten [red: voorstanders van een sterke overheid] aan dat de gouden standaard grotendeels verantwoordelijk was voor het kredietdebacle dat leidde tot de Grote Depressie. Als de goudstandaard niet had bestaan – zo voerden ze aan – dan zou de stopzetting van goudbetalingen door Groot-Brittannië in 1931 niet het falen van banken over de hele wereld tot gevolg hebben gehad. (De ironie was dat we sinds 1913 niet op een gouden standaard waren, maar op wat we een “gemengde goudstandaard” zouden kunnen noemen, maar het is goud dat de schuld op zich heeft gekregen).

    “Maar de weerstand tegen de goudstandaard in welke vorm dan ook – van een groeiend aantal voorstanders van de verzorgingsstaat – werd ingegeven door een veel subtieler inzicht, namelijk het besef dat de gouden standaard onverenigbaar is met chronische begrotingstekorten.”

    Maar de weerstand tegen de goudstandaard in welke vorm dan ook – van een groeiend aantal voorstanders van de verzorgingsstaat – werd ingegeven door een veel subtieler inzicht, namelijk het besef dat de gouden standaard onverenigbaar is met chronische begrotingstekorten (het kenmerk van de verzorgingsstaat). Ontdaan van zijn academische jargon is de verzorgingsstaat niets meer dan een mechanisme waarmee regeringen de rijkdom van de productieve leden van een samenleving in beslag nemen om een ​​breed scala aan welvaartsprogramma’s te ondersteunen. Een aanzienlijk deel van de inbeslagname vindt plaats door belastingheffing. Maar de verzorgingsstaten erkenden snel dat, als ze de politieke macht wilden behouden, de hoeveelheid belasting moest worden beperkt en ze hun toevlucht moesten nemen tot massale overheidstekorten, dat wil zeggen dat ze geld moesten lenen door staatsobligaties uit te geven, om welvaartsuitgaven op grote schaal te kunnen financieren.

    Onder een gouden standaard wordt de hoeveelheid krediet die een economie kan ondersteunen bepaald door de materiële activa van de economie, aangezien elk kredietinstrument uiteindelijk een claim is op een of ander materieel goed. Maar staatsobligaties worden niet gedekt door tastbare welvaart, slechts door de belofte van de overheid om toekomstige belastinginkomsten te betalen. Ook kunnen deze niet gemakkelijk worden geabsorbeerd door de financiële markten. Een groot aantal nieuwe staatsobligaties kan alleen tegen steeds hogere rentetarieven aan het publiek worden verkocht. Zo zijn de overheidstekorten onder een gouden standaard erg beperkt.

    “Het verlaten van de gouden standaard maakte het voor etatisten mogelijk om het banksysteem te gebruiken als een middel tot een onbeperkte uitbreiding van het krediet.”

    Het verlaten van de gouden standaard maakte het voor etatisten mogelijk om het banksysteem te gebruiken als een middel tot een onbeperkte uitbreiding van het krediet. Ze hebben papieren reserves gecreëerd in de vorm van staatsobligaties die banken – via een complexe reeks stappen – accepteren in plaats van materiële goederen. Ze behandelen deze alsof ze een feitelijk tegoed zijn, dat wil zeggen als het equivalent van wat voorheen een storting van goud was.

    De houder van een staatsobligatie of van een bankdeposito dat is gecreëerd door een papieren reserve gelooft dat hij een geldige claim op een echt goed heeft. Maar het feit is dat er nu meer claims uitstaan ​​dan echte goederen. De wet van vraag en aanbod kan niet voor de gek worden gehouden. Naarmate de hoeveelheid geld (claims) toeneemt in verhouding tot het aanbod van materiële activa in de economie, dan moeten de prijzen uiteindelijk stijgen. Zo verliezen de winsten die worden bespaard door de productieve leden van de samenleving hun waarde in termen van goederen. Wanneer de balansen van de economie eindelijk weer gelijk zijn, dan ontdekt men dat dit waardeverlies de goederen vertegenwoordigt die door de overheid zijn gekocht voor welvaartsprogramma’s of andere doeleinden, met de geldopbrengst van staatsobligaties die worden gefinancierd door uitbreiding van het bankkrediet.

    “Bij gebrek aan de gouden standaard is er geen manier om spaargeld te beschermen tegen confiscatie door inflatie.”

    Bij gebrek aan de gouden standaard is er geen manier om spaargeld te beschermen tegen confiscatie door inflatie. Er is geen veilige opslag van waarde. Als dat er wel zou zijn, dan zou de overheid het bezit daarvan illegaal moeten maken, zoals dat het geval was met goud*. Als iedereen bijvoorbeeld besloot om al zijn of haar bankdeposito’s om te zetten naar zilver of koper of een ander goed, en daarna weigerde om papieren cheques te accepteren als betaling voor goederen, dan zouden bankdeposito’s hun koopkracht verliezen en zou het door de overheid gecreëerd bankkrediet waardeloos zijn als claim op goederen. Het financiële beleid van de verzorgingsstaat vereist dat de bezitters van vermogen geen mogelijkheid hebben om zichzelf te beschermen.

    Dit is het armzalige geheim van de tirades van voorstanders van de verzorgingsstaat tegen goud. Tekorten maken is simpelweg een manier om rijkdom in beslag te nemen. Goud staat dit sluipende proces in de weg. Het staat als een beschermer van eigendomsrechten. Als men dit begrijpt, heeft men geen moeite om de vijandigheid van de etatisten ten opzichte van de gouden standaard te begrijpen.

    Alan Greenspan

    *In de Verenigde Staten werd het privé bezit van goud van 1934 verboden. Dat verbod werd in 1974 weer opgeheven, nadat er een papieren markt voor goud was geïntroduceerd.

    Dit artikel verscheen eerder op Goudstandaard




  • Rogoff: “Verdwijnen contant geld is gunstig voor goud”

    Rogoff: “Verdwijnen contant geld is gunstig voor goud”

    Het verdwijnen van contant geld zal een positieve impact hebben op goud. Dat zegt econoom Kenneth Rogoff in een interview met de World Gold Council. Hij verwacht dat de rol van contant geld in de economie steeds kleiner zal worden, waarbij met name de grote bankbiljetten uit het straatbeeld zullen verdwijnen. Als gevolg daarvan wordt het minder interessant om contant geld te bewaren en zal men vaker uitwijken naar goud.

    Econoom Rogoff hield eerder al een pleidooi voor het afschaffen van grote bankbiljetten. Hij is van mening dat deze vooral voor niet legitieme doeleinden worden gebruikt, zoals belastingontduiking en witwassen. Daar zei hij het volgende over.

    “Contant geld raakt uit de mode, maar het aanbod blijft toenemen. Dat zijn bijna allemaal grote coupures, die hoofdzakelijk gebruikt worden voor belastingontduiking en misdaad. Uiteindelijk zullen deze biljetten zo weinig gebruikt worden voor legitieme transacties dat men niet meer in staat zal zijn om ze wit te wassen. Centrale banken moeten de biljetten dan innemen, maar ik denk dat dat proces versneld moet worden.

    De belastingdienst schat in dat 15% van alle verschuldigde belastingen nooit geïnd wordt. Bedrijven die veel met contant geld werken vertegenwoordigen ongeveer de helft daarvan. In Europa zijn de cijfers nog veel hoger, vooral in Italië, Spanje, Griekenland en Duitsland. En het probleem is dat hierdoor de belastingen voor de rest van ons hoger worden.”

    Financiële repressie

    Het afschaffen van grote bankbiljetten en het ontmoedigen van contant geld dient volgens Rogoff ook en ander doel. Centrale banken kunnen makkelijker een negatieve rente invoeren als consumenten geen mogelijkheid hebben om in contant geld te vluchten. In een tijdperk waarin de rente al bijna op nul procent staat is het belangrijk om ook een effectieve negatieve rente te kunnen hanteren, aldus concludeert de econoom.

    Volgens Rogoff kunnen virtuele munten in de toekomst een grotere rol gaan spelen, maar op een andere manier dan veel mensen denken. Hij verwacht dat overheden en centrale banken er alles aan zullen doen om deze markt te reguleren. Het idee dat techneuten virtuele munten uitbrengen waar overheden geen controle over hebben is volgens hem uitermate naïef. Hij verwacht dat centrale banken deze technologie zullen overnemen en in een gecentraliseerd model zullen uitgeven.

    “De geldhoeveelheid zal in toenemende mate digitaal worden. Over pakweg twintig jaar zullen vrijwel alle centrale banken virtuele munten uitgeven. Je kunt dan op zijn minst een digitale spaarrekening aanhouden bij de centrale bank.

    Cryptocurrency adepten praten over permissieloze en gepermitteerde systemen. Blockchain is een permissieloos systeem omdat het geen centrale vertrouwde autoriteit nodig heeft. Ik denk dat de digitale munten van de toekomst zullen werken via een gepermitteerd systeem met een centrale tegenpartij. Ze zullen wel encryptie hebben, maar niet anoniem zijn.”

    Grotere rol voor goud

    In tegenstelling tot contant geld en decentrale virtuele munten ziet Rogoff wel een toekomst voor goud. Het edelmetaal zal meer gewaardeerd gaan worden als alternatief spaarmiddel. Ook zullen vermogensbeheerders en centrale banken volgens hem meer goud kopen als vorm van diversificatie.

    “Als je naar de geschiedenis van geld kijkt, dan zie je dat goud een unieke rol heeft. Ik denk dat dat geen toeval is. Sommige mensen zeggen dat als goud duizenden jaren geleden niet was gekozen als geld, dat het vandaag dan geen rol had gespeeld. Ik ben het daar niet mee eens. Goud heeft veel nuttige eigenschappen en ik denk niet dat haar status op welke manier dan ook toevallig is. Het is een monetair instrument. Ik denk dat als je de geschiedenis opnieuw zou afspelen, dat je dan opnieuw bij goud zult uitkomen.

    Ondanks dat we minder papiergeld hebben is er behoefte aan een vorm van waardeopslag. Niet alleen vanwege privacy, maar ook om transacties te kunnen doen tussen twee partijen die elkaar niet vertrouwen. Goud vervult deze rol. Het is waarschijnlijk de beste vervanger voor contant geld, dus ik kan me lastig voorstellen dat de waarde in de loop der jaren niet zal toenemen. En er zijn allerlei toepassingen voor goud in nieuwe technologie waar niemand jaren geleden aan gedacht heeft. Dus al met al zie ik de rol van goud niet afnemen.”

    ‘Centrale banken moeten goud kopen’

    Ook in internationaal perspectief voorziet Rogoff een grotere rol voor goud. Hoewel de dollar nog steeds belangrijkste valuta is voor de internationale handel staat de positie van de Verenigde Staten steeds meer ter discussie. Met name de centrale banken van opkomende economieën zouden daarop moeten anticiperen door meer goud te kopen.

    “Centrale banken in opkomende economieën zouden minder dollars en meer goud moeten aanhouden als een manier om hun portefeuille te diversifiëren. Het is simpelweg een kwestie van diversificatie. Op dit moment bezitten de meeste centrale banken van opkomende markten 1 a 2% van hun reserves in goud, met 70 tot 80% in dollars en de rest in euro’s en andere valuta’s. Ik denk dat een toewijzing van 5% een natuurlijke positie is als onderdeel van een effectief diversificatiebeleid, hoewel het hoger zou kunnen zijn. Het Amerikaanse aandeel van de wereldeconomie krimpt immers, de macht wordt gecentraliseerd en we weten niet wat de toekomst brengt.

    De dollar wordt meer dan ooit gebruikt. Een groeiend deel van de Europese bedrijfsobligaties is in dollars, niet in euro’s. Wanneer Aziatische landen schulden in het buitenland schuldpapier uitgeven doen ze dat in dollars. De reserves zijn in dollars en veel goederen zijn geprijsd in dollars. De dollar is vandaag de dag dominanter dan onder Bretton Woods, maar dat betekent niet dat het stabiel is.

    We hebben nu al tekorten van biljoenen dollars en ze zijn beheersbaar. Maar als zakelijke, lokale, staats- en federale schulden groeien, dan zal er een moment komen waarop de VS onder stress komt te staan. En als de tekorten tegen die tijd verdubbeld of verdrievoudigd zijn, zal de inflatie onvermijdelijk volgen. Ons systeem is niet gebouwd voor hoge inflatie, dus het zou ongelooflijke financiële onrust en stress veroorzaken. Het kan tientallen jaren duren, maar deze dingen hebben altijd de neiging op een bepaald moment op te blazen. Naarmate de Amerikaanse economie evenredig kleiner wordt en de dollarisering van de wereldeconomie groter wordt, wordt het evenwicht steeds fragieler.”

    Diversificatie

    Tegen deze achtergrond wordt het volgens Rogoff steeds rationeler om goud te bezitten. De komende jaren zullen Amerikaanse staatsobligaties nog wel veilig zijn, maar het is nog maar de vraag of ze dat op de langere termijn ook zullen blijven. Als je een portefeuille wilt inrichten voor de komende veertig jaar, dan moet je daar de nodige diversificatie in aanbrengen. En daar hoort volgens Rogoff ook een gedeelte in goud bij. Dat geldt voor zowel vermogende particulieren als voor beleggingsfondsen en centrale banken.

    Disclaimer: Marketupdate geeft geen beleggingsadvies en dit artikel moet dan ook niet als zodanig worden beschouwd. Uitspraken over de toekomst gaan gepaard met onzekerheid, wat betekent dat de verwachtingen kunnen veranderen. Resultaten uit het verleden bieden geen garantie voor de toekomst.

    Dit artikel verscheen eerder op Goudstandaard




  • Rusland wil goud belastingvrij maken?

    Het Russische Ministerie van Financiën overweegt de belasting op beleggingsgoud te schrappen, zo meldt de Russische krant Izvestia. Momenteel worden goudbaren in Rusland belast met 20% btw, waardoor het voor particulieren niet interessant is om goud te kopen. De belasting die je betaalt bij aankoop krijg je niet terug bij de verkoop, waardoor je een deel van de inleg meteen kwijt bent. Door de belasting op goud te schrappen wordt het opeens wel interessant om goud te kopen.

    Volgens cijfers van de World Gold Council wordt er in Rusland amper 3 ton aan beleggingsgoud verkocht. Wordt de belasting opgeheven, dan zou de afzetmarkt voor het edelmetaal kunnen groeien naar 50 tot 100 ton. Dat zou een sterke impuls moeten geven aan de wereldwijde vraag naar gouden munten en goudbaren. Het Ministerie van Financiën liet weten dat de belasting op gouden sieraden zal blijven bestaan.

    Russen stimuleren om goud te kopen

    Er zijn voor Rusland verschillende redenen te bedenken om deze maatregel door te voeren. Niet alleen geeft het consumenten de mogelijkheid om in edelmetaal te beleggen, ook geeft het een impuls aan de goudsector. Rusland heeft de derde grootste goudmijnproductie ter wereld, maar kan het edelmetaal niet altijd aan het buitenland verkopen.

    Een van de smelterijen in het land verloor in 2018 haar LBMA status, omdat de smelterij eigendom is van een persoon die op een Amerikaanse sanctielijst staat. De mogelijkheid dat er in de toekomst meer economische sancties zullen volgen maakt het voor Rusland zinvol de binnenlandse vraag naar goud te versterken. Smelterijen kunnen dan vrijwel de volledige productiecapaciteit inzetten voor de binnenlandse markt.

    Volgens Andrei Shemetov van de Sberbank is het edelmetaal door de toenemende geopolitieke risico’s in de wereld een interessant alternatief voor traditionele beleggingen in dollars. Hij verwacht dat de vraag naar beleggingsgoud zal stijgen naar 50 tot 100, indien het wordt vrijgesteld van belasting. Alexey Panferov van de Sovcombank zegt tegen Izvestia dat deze maatregel een belangrijke stap is in de richting van de-dollarisatie.

    Dit artikel verscheen eerder op Holland Gold




  • Lega Nord wil goudvoorraad Italië verkopen?

    De Italiaanse regeringspartij Lega Nord heeft een wetsvoorstel ingediend waarmee de regering de nationale goudvoorraad kan verkopen. Dat schrijft persbureau Reuters op basis van een concept versie van een nieuw wetsvoorstel. Daarvoor is wel een verandering in de grondwet nodig, omdat de goudreserve nu nog eigendom is van de centrale bank. Met de verkoop van goud zou de regering een geplande btw-verhoging in 2020 kunnen schrappen.

    De plannen om goud te verkopen worden door de regeringspartij overigens ontkend. Volgens Claudio Borghi, economisch woordvoerder van Lega Nord, was het voorstel slechts ‘hypothetisch’. Hij legt uit dat de voorgestelde grondwetswijziging juist bedoeld is om de bevolking gerust te stellen dat er geen plannen zijn om goud te verkopen. Voor een grondwetswijziging die dat mogelijk maakt is een twee derde meerderheid in het parlement vereist.

    Italië heeft na de Verenigde Staten en Duitsland de grootste goudvoorraad ter wereld. De centrale bank beschikt over 2.451,8 ton goud, dat omgerekend naar de actuele goudprijs een waarde van bijna €92 miljard vertegenwoordigt. Goud is de belangrijkste reserve van de centrale bank, want het edelmetaal vertegenwoordigt 68% van de totale bezittingen. Dat lijkt veel, maar het is niet veel meer dan 5% van het bbp. Om dat in perspectief te plaatsen, daarmee kan Italië twee jaar haar tekort op de begroting dichten.

    Volg Marketupdate nu ook via Telegram

    Waardeert u de artikelen en analyses op onze site, steun ons dan met een eenmalige of periodieke donatie. Met uw donatie kunnen we mooie artikelen blijven schrijven en worden we minder afhankelijk van inkomsten uit advertenties. Klik hier om te doneren!