Tag: grafiek

  • China importeerde 95 ton goud in december

    China heeft in december meer goud geïmporteerd dan in de maand november, zo blijkt uit de nieuwste cijfers van het Hong Kong Census and Statistics Department. De bruto import van goud vanuit Hong Kong richting China kwam in december uit op 126,64 ton, een stijging van 18% ten opzichte van november. De netto import – die corrigeert voor het volume goud dat van China terug gaat naar Hong Kong – kwam in de laatste maand van vorig jaar uit op 94,54 ton. Dat is een stijging van ruim 23% ten opzichte van de 76,39 ton netto import in november.

    De sterke toename in december is mogelijk te verklaren door voorraadopbouw voor het Chinese Nieuwjaar. Op 31 januari begon in de Chinese kalender het jaar van het paard. Voor veel Chinezen was dat niet alleen een moment om vuurwerk af te steken, maar ook om goud te kopen.

    Chinese bruto import van goud via Hong Kong in 2012 en 2013

    Chinese bruto import van goud via Hong Kong in 2012 en 2013

    Bruto versus netto import goud vanuit Hong Kong naar China

    Bruto versus netto import goud vanuit Hong Kong in 2013

    China verdubbeld import goud

    China heeft in 2013 twee keer zoveel goud geïmporteerd via Hong Kong als in 2012. Was de netto import in 2012 ongeveer 557,7 ton, het afgelopen jaar kwam het totaal uit op een nieuw record van meer dan 1.128 ton goud. De bruto import steeg van 834,4 ton goud in 2012 naar 1.496,82 ton goud in het afgelopen jaar, een toename van bijna 80% in een jaar tijd. Bij deze ontwikkeling moeten we aantekenen dat China niet alleen goud importeert via Hong Kong. Hoewel deze cijfers een groot deel van de totale Chinese import van goud in kaart brengen zijn er meer aanvoerroutes. Zo komt er ook rechtstreeks goud binnen via Shanghai. Desondanks geven de hierboven genoemde cijfers een goede indicatie van de totale vraag naar fysiek goud vanuit China. Volgens analist Victor Thianpiriya van de Australia New Zealand Banking Group (ANZ) kunnen we voor januari nog hogere importcijfers verwachten. Dat komt niet alleen door het Chinese Nieuwjaar, maar ook doordat veel Chinezen niet rekenen op een verdere daling van de goudprijs.

    China passeert India

    Traditioneel is India de grootste importeur van fysiek goud, maar vorig jaar nam China het stokje over. India heeft te kampen met een tekort op de betalingsbalans, wat voor de overheid en de centrale bank van India reden was om de aankoop van fysiek goud te ontmoedigen. Vooral het importquotum dat afgelopen zomer werd ingevoerd heeft de Indiase import van goud sterk teruggebracht. In China wordt het kopen van goud juist aangemoedigd door de overheid. China en India zijn samen verantwoordelijk voor bijna de helft van de jaarlijkse vraag naar fysiek goud.

  • Historische grafieken van olie, goud en de dollar

    Wat heeft de Amerikaanse aandelenmarkt sinds 1789 gedaan? En hoe de rente op Amerikaanse 10-jaars leningen zich sinds het begin van de 19e eeuw ontwikkeld? En hoe hebben de prijzen van grondstoffen zich sinds 1770 ontwikkeld? De volgende grafieken laten het allemaal zien. Klik op de grafieken voor een grotere en leesbare versie.

    Bron: @Macro_Tourist

    Aandelen

    Aandelenkoersen vanaf 1789

    Aandelenkoersen vanaf 1789

    Rente op 10-jaars Treasuries

    Rente op 10 jaars leningen vanaf 1791

    Rente op 10 jaars leningen vanaf 1791

    Goudprijs in dollars

    Goudprijs vanaf 1792

    Goudprijs vanaf 1792

    Grondstofprijzen

    Grondstoffenprijzen vanaf 1770

    Grondstoffenprijzen vanaf 1770

    Olieprijs

    Olieprijs vanaf 1860

    Olieprijs vanaf 1860

    Dollarindex

    Dollarindex sinds 1792

    Dollarindex sinds 1792

    Goudprijs

    Goudprijs vanaf 1257

    Goudprijs vanaf 1257

  • Grafiek: De tapering is overal

    In een recent rapport getiteld “Tapering Everywhere” van Sandler O’Neill kwamen we een interessante grafiek tegen die we u zeker niet willen onthouden. De grafiek laat zien wie het tekort van de Verenigde Staten de afgelopen jaren heeft gefinancierd. We zien een overzicht van september 2004 tot en met september 2013, aangevuld met schattingen voor de komende twee jaar.

    Ieder balkje vertegenwoordigt de totale aankopen van staatsobligaties van de Verenigde Staten gedurende een kwartaal, uitgedrukt in miljarden dollars. De donkerblauwe balkjes geven de aankopen weer van binnenlandse beleggers en de lichtblauwe balkjes die van buitenlandse beleggers (met name centrale banken in de rest van de wereld). De oranje balkjes weerspiegelen tenslotte de aankopen van Treasuries door de Federal Reserve.

    Niet alleen de Federal Reserve doet aan tapering

    Niet alleen de Federal Reserve doet aan tapering (Bron: "Tapering Everywhere" van Sandler O'Neill)

    Niet alleen de Federal Reserve doet aan tapering...

    Als we deze grafiek bestuderen kunnen we er verschillende conclusies uit halen. Als eerste valt ons op hoeveel staatsobligaties Amerikaanse beleggers en het buitenland kochten in de de eerste jaren van de crisis. De aankopen van de Federal Reserve waren op dat moment nog relatief klein, in vergelijking met de totale vraag naar Amerikaans schuldpapier. Tijdens het QE2 programma veranderde de dynamiek. De centrale bank kocht veel meer staatsobligaties op en compenseerde daarmee voor de netto verkopen van Treasuries binnen de VS. Het buitenland bleef de Amerikaanse tekorten financieren, maar verzamelde in 2013 veel minder Treasuries dan in voorgaande jaren. Onder het huidige QE3 programma financiert de Amerikaanse centrale bank een nog groter deel van de tekorten, zoals onderstaande grafiek mooi laat zien. Ondertussen bouwen zowel Amerikaanse beleggers als het buitenland hun aankopen van schuldpapier af. De maker van de grafiek verwacht dat de Federal Reserve spoedig haar QE3 programma zal afwikkelen en dat Amerikaanse beleggers dat verschil goed zullen maken. Maar hoe groot is die kans?

  • België kocht de meeste Amerikaanse staatsobligaties

    Deze week publiceerde de Federal Reserve nieuwe cijfers over de hoeveelheid Amerikaanse staatsobligaties in handen van het buitenland, de zogeheten ‘Foreign Holdings’. Uit deze cijfers blijkt dat België in november het meeste Amerikaanse schuldpapier heeft gekocht, namelijk voor $20,3 miljard. Dat was meer dan China en Japan, de landen die op de tweede en derde plaats komen met aankopen van respectievelijk $12,2 en $12 miljard. Rusland deed in november de meeste Treasuries van de hand, namelijk $10 miljard.

    België, China en Japan kochten in november de meeste Amerikaanse Treasuries

    België, China en Japan kochten in november de meeste Amerikaanse Treasuries (klik voor grotere versie)

    Welke landen kochten in 2013 de meeste staatsobligaties?

    Aan de hand van de TIC-data van de Federal Reserve kunnen we de positie in Amerikaanse staatsobligaties tussen november en januari vergelijken. De resultaten daarvan ziet u in de volgende grafiek. Zoals u ziet verzamelden China en Japan in 2013 opnieuw veel Amerikaans schuldpapier, een ontwikkeling die samenhangt met het grote exportoverschot dat deze landen hebben met de Verenigde Staten. Ze importeren in feite dollars en zetten die op in langlopende Treasuries van de Verenigde Staten. Aan de rechterkant van de grafiek zien we de landen die in 2013 netto hun positie in het Amerikaanse schuldpapier hebben afgebouwd. Hier treffen we de olie-exporterende landen en Rusland aan. Deze landen zijn mogelijk minder bereid Amerikaanse dollarreserves uit te breiden. En andere verklaring is dat deze landen hun overschot op de handelsbalans hebben weten terug te brengen, waardoor ze simpelweg minder dollars overhouden.

    China en Japan kochten in 2013 de meeste Amerikaanse staatsobligaties

    China en Japan kochten in 2013 de meeste Amerikaanse staatsobligaties

    Federal Reserve houdt dollar overeind

    Misschien vraagt u zich af hoe deze cijfers zich verhouden tot het monetaire stimuleringsprogramma van de Federal Reserve. De Amerikaanse centrale bank koopt iedere maand immers voor tientallen miljarden aan staatsobligaties. We raadpleegden de database van de St. Louis Fed en verzamelden cijfers over de hoeveelheid Amerikaanse Treasuries op de balans van de centrale bank.

    De drie onderstaande grafieken hebben betrekking op respectievelijk de aankopen in november 2013, de eerste elf maanden van 2013 en de totale aankopen sinds januari 2009. Nu ziet u hoe groot de impact van QE eigenlijk is. De Amerikaanse centrale bank koopt sinds 2009 meer Amerikaanse staatsobligaties op dan het buitenland!

    De Federal Reserve kocht in november $47,7 miljard aan Treasuries

    De Federal Reserve kocht in november $47,7 miljard aan Amerikaanse staatsobligaties

    De Federal Reserve kocht in de eerste elf maanden van 2013 voor $456,7 miljard aan staatsobligaties

    De Federal Reserve kocht in de eerste elf maanden van 2013 voor $456,7 miljard aan staatsobligaties

    Sinds begin 2009 kocht de Fed $1.669 miljard aan US Treasuries

    Sinds begin 2009 kocht de Fed $1.669 miljard aan US Treasuries

  • Monetaire basis en goud

    De ratio van goud over de Adjusted Monetary Base (AMB) zag de afgelopen honderd jaar twee toppen (1929 en 1980) en drie laagtepunten (1971, 2000 en 2014). In 1929 en 1980 stond de goudprijs in verhouding op het hoogste niveau tegenover de AMB en vandaag staat goud op z’n historisch allerlaagste (!!!) niveau tegenover de enorm toegenomen AMB (hyperbolisch sinds 2008).

    Dit zou dan moeten betekenen dat iedereen nu het volste vertrouwen heeft in de monetaire expansie!? Daarom zouden we het goudwaarde collateraal niet meer nodig hebben..? Het vertrouwen in economisch herstel zou groot genoeg zijn om de explosief gestegen monetaire basis geloofwaardig te maken…

    Ratio goud versus monetaire basis

    Ratio goud versus monetaire basis (Bron: Macrotrends.net)

    In de omgekeerde grafiek (AMB over goud ratio) die u hieronder ziet is het verloop van de afgelopen 45 jaar wat duidelijker. De voorbije twee jaar steeg de Adjusted Monetary Base met 14% en ging de goudprijs met ongeveer een kwart onderuit…

    Omgekeerde grafiek van monetaire basis gedeeld door de goudprijs

    Omgekeerde grafiek van monetaire basis gedeeld door de goudprijs (Bron: St. Louis FED)

    Goud raakt los van monetaire basis

    Die extreme divergentie zien we nu evenwel niet meer bij de andere goudratio’s, bijvoorbeeld de Dow/Gold ratio, die van 42 in 2000 daalde naar 13 vandaag de dag. Sinds de goudprijs top van 2011 moet je nu (in 2014) bijna twee keer zo veel gewicht aan goud ruilen voor een gemiddeld huis (9 kg). Vandaag koop je een huis voor vier keer minder goudgewicht dan in 1971 ($35 per troy ounce). Ook de Dow Jones koop je nu voor de helft aan goudgewicht ten opzichte van 1971. Welke conclusies zouden we hieruit mogen trekken? Richard Nixon en Wim Duisenberg hebben naar goud-theorie van Jacques Rueff het monetaire goud losgekoppeld door de-monetisatie. Daarmee is goud aan z’n revaluatie-proces begonnen dat evenwel nog steeds hectisch-volatiel verloopt en dat nog lang niet aan z’n finale toe is. Vandaag doet goud het nog steeds tweemaal beter dan de Dow Jones sinds 1971. Goud z’n vaste koppeling aan het financieel-monetair complex raakt steeds losser, steeds vrijer vlottend, met vallen en opstaan. Iedereen die economische rijkdom produceert (bijv: China) en alle eigenaars van grondstoffen (olie/gas) hebben overschotten die ze maar al te graag consolideren in universele goud-rijkdom-reserve. Een lastige zaak voor iedereen die blijft steken bij systemische deficits (het Westen). Het goud-revaluatie proces is niet eenvoudig te vatten omwille van de vele periodieke tegenstrijdigheden. Dat is ook het gekende verhaal van het bos en ’n bomen... Door: 24 karaat

    Disclaimer: De artikelen van gastschrijver 24 karaat zijn op persoonlijke titel geschreven en hoeven daarom niet altijd de visie van Marketupdate te vertegenwoordigen. Marketupdate geeft geen beleggingsadvies en de artikelen van 24 karaat moeten ook niet als zodanig worden aangemerkt. Marketupdate heeft geen geld ontvangen of betaald voor de bijdragen van 24 karaat.

  • Grafiek: Ratio goud versus monetaire basis

    De volgende grafiek die gastschrijver 24 karaat ons doorstuurde willen we u zeker niet onthouden. Wat is hieronder ziet is de goudprijs in dollars, gedeeld door de monetaire basis van de Verenigde Staten. Omdat de grafiek terug gaat tot het jaar 1918 hebben we gelijk mooi vergelijkingsmateriaal met eerdere crises en de impact die deze hadden op de ratio tussen de goudprijs en de monetaire basis.

    Zoals u ziet was de ‘goud dekking’ van de monetaire basis tot en met het begin van de Tweede Wereldoorlog nog relatief hoog. Door de Tweede Wereldoorlog werd de monetaire basis in de VS sterk opgeblazen, waardoor de dekking met twee derde deel verwaterde. Ten tijde van het Bretton Woods systeem en de Londen Gold Pool kon de geldhoeveelheid in verhouding tot de onderliggende goudwaarde nog verder opgeblazen worden, tot en met de ontkoppeling van goud door president Nixon in 1971. Vanaf dat moment werd de marktprijs van goud losgelaten en steeg de waarde van het goud in verhouding tot de monetaire basis weer terug naar het niveau van 1934, toen de Verenigde Staten hun dollar devalueerden ten opzichte van goud om de koppeling te kunnen handhaven.

    Goudwaarde daalt tegenover monetaire basis

    Als we de ontwikkeling van de jaren zeventig naast de ontwikkeling van de goudprijs sinds 2001 leggen, dan valt ons op dat goud in verhouding tot de omvang van de monetaire basis helemaal niet groter is geworden. Sterker nog, door de introductie van quantitative easing groeide de monetaire basis zo snel dat de gouddekking alleen maar verder omlaag ging. De alsmaar stijgende goudprijs viel de afgelopen tien jaar dus in het niet bij al het extra basisgeld dat centrale banken de laatste jaren gecreëerd hebben. De marktprijs van goud in verhouding tot de omvang van de monetaire basis is in vergelijking met de jaren '20 en '30 van de vorige eeuw met een factor tien afgenomen. Betekent dat ook dat de goudprijs tien keer hoger zou moeten zijn dan die nu is?

    Goud in verhouding tot de monetaire basis

    Goud in verhouding tot de monetaire basis (Bron: Macrotrends.net)

  • Grafiek: Centrale banken stuwen aandelen omhoog

    Zero Hedge zette in 2013 een koersdoel van 1900 punten op de S&P 500, enkel en alleen door het balanstotaal van de Federal Reserve te extrapoleren naar het einde van het jaar en daar een soortgelijke stijging van de beurs overheen te projecteren. Rond de jaarwisseling stond de S&P 500 op 1850 punten, slechts enkele procenten verwijderd van dat koersdoel. Was dat toeval?

    Het lijkt er niet op, want JP Morgan heeft de afgelopen jaren meer bewijs gevonden van de sterke correlatie tussen het beleid van centrale banken en de richting van de aandelenmarkt. De aankondiging van ‘Abenomics’ in Japan, ‘Operation Twist’ in de Verenigde Staten en Draghi’s verklaring om de euro koste wat kost te redden bleken achteraf een uitstekend instapmoment voor de aandelenmarkt. Financiële markten zijn dol op makkelijk geld en op de goede intentieverklaringen van de machtige centrale bankiers.

    JP Morgan spreekt van een tijdperk van 'centrale bank gedreven rally's in aandelen'. Daarbij hoort de volgende grafiek.

    Centrale banken stuwen aandelen omhoog

    Centrale banken stuwen aandelen omhoog (Bron: JP Morgan, via Zero Hedge)

  • De Spaanse schulden in één grafiek

    De volgende grafiek van Zero Hedge willen we u niet onthouden. Wat deze grafiek zo sprekend maakt is de sterke correlatie die er de afgelopen jaren bestond tussen deze twee ontwikkelingen. De groene lijn laat het verschil zien tussen de Spaanse en de Duitse obligatierente (de spread) en de rode lijn geeft het percentage slechte leningen weer op de balans van de Spaanse banken. Tussen 1997 en 2007 was het aantal betalingsachterstanden op private leningen nog verwaarloosbaar klein en was het vertrouwen in de kredietwaardigheid van de Spaanse banken en de Spaanse overheid nog groot. Dat vertaalde zich naar een relatief klein verschil in rente tussen de Duitse en de Spaanse staatsobligaties.

    Door de financiële crisis werd alles anders. De Spaanse huizenmarkt crashte en veel mensen die daar hun boterham mee verdienden raakten werkloos. Als gevolg daarvan steeg het percentage leningen met betalingsachterstanden van minder dan 1% naar meer dan 13%. Die explosieve toename van slechte leningen op de balans van Spaanse banken (rode lijn) zette de bankensector zodanig onder druk dat Bankia genationaliseerd moest worden. Als gevolg daarvan kregen financiële markten meer twijfels over de kredietwaardigheid van de Spaanse overheid en begon ook de rente op de Spaanse staatsobligaties toe te nemen (groene lijn).

    Rente Spaanse staatsobligaties daalt, maar aantal slechte leningen blijft stijgen

    Rente Spaanse staatsobligaties daalt, maar aantal slechte leningen blijft stijgen (Bron: Bloomberg, via Zero Hedge)

    Draghi

    De afgelopen vijftien jaar was er dus een sterke correlatie tussen de 'spread' op Spaanse staatsobligaties en het percentage slechte leningen in de bankensector. Die correlatie viel in 2012 opeens volledig weg. Beleggers kregen plotseling weer meer vertrouwen in de obligaties van de Spaanse overheid, terwijl de druk op de Spaanse bankensector alleen maar groter is geworden door een toenemend percentage slechte leningen (nu al 13%!). Hoe valt dit te verklaren? Daarvoor gaan we terug naar de zomer van 2012, toen de rente op Spaanse staatsobligaties met een looptijd van 10 jaar richting de gevreesde 7% kroop. Het was dat moment waarop ECB president Draghi de lucht klaarde, door op een conferentie in Londen te verklaren dat de ECB alles zou doen om de euro te redden. De twijfel op de obligatiemarkt maakte plaats voor opluchting en de rente op Spaanse staatsobligaties ging in minder dan een jaar tijd met enkele procenten omlaag. Maar daarmee zijn de onderliggende problemen nog niet verdwenen, want het percentage slechte leningen laat vooralsnog geen enkel teken van herstel zien. Deze grafiek toont mooi aan hoe bepalend centrale banken zijn voor de stemming op de financiële markten...

  • Grafiek: Inkomensongelijkheid in perspectief

    De volgende grafiek van Visualizingeconomics laat zien dat er verschillende gradaties van inkomensongelijkheid bestaan. Zo is niet alleen het loon ongelijk verdeeld, maar komt ook de vermogensopbouw uit bedrijfswinsten, rente-opbrengsten en koersrendement niet bij elke laag van de samenleving terecht. Sterker nog, de verdeling van alternatieve inkomstenbronnen is nog veel schever dan die van de factor arbeid! Niet onlogisch, want de lagere inkomens hebben over het algemeen geen grote portefeuille met aandelen, obligaties en vastgoed waar ze extra inkomsten uit kunnen vergaren.

    Inkomensongelijkheid in vier verschijningen

    We zien hieronder vier verschillende varianten van inkomensongelijkheid in de Verenigde Staten, gebaseerd op cijfers van het jaar 2007 en weergegeven als een Lorenz-curve. Hoe zou deze grafiek er nu uitzien, na de crash van de huizenmarkt en de aandelenmarkt en de steeds hogere golven van goedkoop geld (QE en lage rente)?? En hoe zag deze grafiek er een eeuw geleden uit? Is deze inkomensongelijkheid van alle tijden?

    Inkomensongelijkheid in de VS groter dan gedacht

    Inkomensongelijkheid in de VS groter dan gedacht (Bron: Visualizingeconomics)

  • Grafiek: Inflatie sinds 1960

    De volgende grafiek kwamen we tegen op het Goudstudieforum. We zien de nominale prijs van een groot aantal grondstoffen vanaf 1960 tot en met 2011 en hoeven daarbij niet uit te leggen dat er behoorlijk wat inflatie (geldontwaarding) heeft plaatsgevonden. De data is afkomstig van de Wereldbank en heeft betrekking op de wereldwijde grondstoffenprijzen in dollars.

    Het waren niet de grondstoffen die duurder werden, maar het geld dat in koopkracht daalde…

    Grafiek: Inflatie van 1960 tot 2011

    Grafiek: Inflatie van 1960 tot 2011 (h/t: Goudstudieforum)

  • Wanneer bereiken die goudmijnen hun bodem?

    Volgens analisten van Citigroup draaien de meeste goudmijnen momenteel verlies, omdat de all-in kostprijs voor een troy ounce goud beduidend hoger ligt dan de goudprijs. Het is dan ook niet vreemd dat de aandelen van de mijnbouwbedrijven het hele jaar al ernstig onder druk staan. Maar hoe ernstig is de huidige bear market in de mijnbouwaandelen in vergelijking met eerdere bear markets van de afgelopen honderd jaar? Dat is precies wat de volgende grafiek van Goldseek ons laat zien.

    De zwarte lijn geeft de prijsontwikkeling van de mijnbouwaandelen weer vanaf de piek in 2011. De andere lijntjes laten de correcties zien die de markt eerder voor haar kiezen heeft gehad. Sinds 1939 zijn er al negen verschillende correcties geweest waarbij de aandelenkoersen meer dan 60% onderuit gingen. In dat opzicht is de huidige bear market niet uitzonderlijk. Zowel in duur als in omvang is de huidige correctie niet extreem. Alleen in 1939, 1986 en 1996 duur de correctie langer dan nu. Ook valt op dat veel van de correcties op een lager niveau stopten dan waar we vandaag de dag staan.

    De risico's van goudmijnen

    We zullen ons niet wagen aan uitspraken over mogelijke bodems. Hoewel de geschiedenis van de afgelopen honderd jaar suggereert dat we niet veel verder kunnen zakken moeten we altijd ruimte open laten voor extreme scenario's die ongunstig zijn voor goudmijnen. We moeten niet vergeten dat een belegging in een goudmijn veel risico's met zich meebrengt die fysiek goud niet heeft. Een goudmijn kent bedrijfsrisico en heeft daarnaast te maken met een overheid. Die kan, indien de bevolking daarom vraagt, hogere belastingen heffen op de mijnen of zelfs overgaan tot nationalisatie van mijnen.

    De aandelen van goudmijnen hebben al vaker grote correcties laten zien

     

    De aandelen van goudmijnen hebben al vaker grote correcties laten zien (Bron: Goldseek.com)