Tag: groei

  • McKinsey: “Resultaten uit het verleden zijn geen garantie voor de toekomst”

    De geschiedenis wil, dat de afgelopen 30 jaar de belegger geen of amper rendement hebben opgeleverd. Die periode crashten tot tweemaal toe de beurzen in de Verenigde Staten, in 2000 tijdens de dotcom crisis en in 2008 aan het begin van de bankencrisis. In 1990 ging in Japan de beurs onderuit en de gevolgen daarvan zijn nog steeds niet overwonnen.

    Die feiten zijn onweerlegbaar, maar dat wil niet zeggen dat er geen rendementen behaald zijn. Volgens McKinsey zijn de afgelopen 30 jaar wel degelijk een zegen geweest voor de belegger. Het trieste is echter dat die mooie resultaten niet meer voor de kinderen en kleinkinderen van de huidige generatie beleggers zijn weggelegd. Bij McKinsey hebben ze berekend dat de koersen in de VS de afgelopen 30 jaar met gemiddeld 7,9% zijn gestegen. Dat is boven het 100 jarig gemiddelde van 6,5%.

    McKinsey is bang dat er voor de komende 20 jaar maar een gemiddelde stijging van 4% in het vat zit. Ook Europa heeft goed gepresteerd met een stijging van eveneens 7,9%, veel meer dan de 4,5% gemiddeld in de 20ste eeuw. Van obligaties is bekend, dat ze de afgelopen 30 jaar een heel mooi rendement hebben gegenereerd.

    mckinsey-returns

    McKinsey verwacht in de toekomst minder rendement

    Liggen de goede jaren achter ons?

    De afgelopen 30 jaar waren om meerdere redenen een bijzonder mooie periode. Er kwam een einde aan de Koude Oorlog, China maakte zijn opwachting in de wereldeconomie en de grote generatie babyboomers kwam op de arbeidsmarkt. Al die positieve factoren dreven de koersen op de beurzen alleen maar verder omhoog. Aan de positieve bijdrage komt echter langzamerhand een einde en zeker vier van die factoren kunnen in de nabije toekomst niet meer opnieuw een rol van belang spelen. De eerste factor is die van de inflatie. Dankzij de harde knoet van Paul Volcker, voorzitter van de Federal Reserve tussen 1975 en 1987, is de inflatie van een niveau boven 10% gedaald naar om en nabij 1%. De inflatie lijkt definitief getemd. Dat huzarenstukje kan niet meer herhaald worden of hij moet weer onstuitbaar de kop opsteken. Dat zou trouwens op de korte termijn heel negatief zijn voor de prijs van allerlei assets! De tweede factor is die van de dalende rente. Die is nu zo laag, lager kan eigenlijk niet meer. De rente kan blijven liggen of omhoog gaan. Als dat laatste gebeurt, zal dat over een breed front verliezen opleveren. Sommigen denken, dat een negatieve rente aandelenkoersen kan stimuleren, maar dat lijkt toch een valse hoop. De derde factor van belang is die van de economische groei. Die is de afgelopen 30 jaar in de VS op gemiddeld 3,5% uitgekomen. Die stoelde op de gelukkige combinatie van een gunstige demografische ontwikkeling en een snelle technologische ontwikkeling waardoor de productiviteit snel omhoog kon. Deze gelukkige combinatie is niet meer. Voor veel landen breekt een lange periode van vergrijzing aan. Tegelijkertijd groeit er twijfel aan de kwaliteit van de technologische ontwikkelingen.

    mckinsey-economics

    Resultaten uit het verleden zijn geen garantie voor de toekomst, zo verwacht ook McKinsey

    'Lagere rendementen in de toekomst'

    In de afgelopen 30 jaar steeg het aantal consumenten van 1 naar 2,5 miljard. De snelle verspreiding van het Internet zorgde ervoor dat kosten eerder de neiging hadden te dalen in plaats van te stijgen. De belastingdruk daalde, evenals de rente. Dankzij al die factoren konden bedrijfswinsten alsmaar verder stijgen. Ook aan die mooie periode lijkt een einde gekomen. Het internet is nu bron van disruptieve trends die de winstontwikkeling van bedrijven bedreigen. Nieuwkomers als Amazon en Google vormen een steeds grotere bedreiging voor de gevestigde orde. Die kan bovendien de komende decennia rekenen op meer concurrentie uit de opkomende markten. Als McKinsey gelijk krijgt en het rendement op beleggingen gaat terug naar 4%, dan heeft dat heel vervelende consequenties voor de jongere generaties die hun pensioen nog moeten opbouwen. In de VS gaan rekenen pensioenfondsen nog steeds met een rendement op beleggingen van 7% om aan hun verplichtingen te voldoen. In geval van een rendement van 4% moet de huidige dertiger zeven jaar langer werken en/of meer premie gaan betalen. Het vervelende is ook dat er weinig of geen alternatieven zijn om een gemiddeld rendement van 7% te behalen. Er dreigt met andere woorden een reëel gevaar, dat steeds meer senioren in de nabije toekomst grote problemen krijgen om de eindjes aan elkaar te knopen. Angst en onvrede over de financiële toekomst is nu al een bron voor de groei van het politieke populisme. Die angst is in ieder geval niet ten onrechte. Cor Wijtvliet Deze bijdrage is mogelijk gemaakt door Beurshalte beurshalte-logoOver Beurshalte: Dagelijks publiceert Beurshalte nieuwsbrieven en columns van leden van de redactie en van gastauteurs over de wereld van beleggen en alles wat ermee samenhangt. Daarnaast publiceert beurshalte wekelijks een nieuwsbrief met unieke inhoud over relevante beleggingsthema’s. Belangstellende lezers kunnen een gratis abonnement nemen. Als u geïnteresseerd bent, kunt u zich hier aanmelden! Bron: McKinsey Global Institute, Diminishing Returns: Why Investors May Need To Lower Their Expectations. April 2016

  • Die snelle groei, die komt er niet meer

    De financiële crisis van 2008/2009 heeft veel schade toegebracht. Zoveel, dat al snel duidelijk werd dat de weg naar herstel voor de ontwikkelde markten lang zou duren. Daar waren in de geschiedenisboekjes veel teleurstellende voorbeelden van te vinden.

    De voorspelling van toen is uitgekomen. De ergste wonden van de crisis zijn geheeld, maar de groei blijft tergend laag. Alle voorwaarden voor een snel herstel lijken aanwezig met als belangrijkste een renteniveau dat bijna 0% bedraagt.

    Productiviteit stijgt amper

    Er is al veel gespeculeerd over het waarom, maar een sluitende verklaring blijft vooralsnog uit. Misschien moeten we de verklaring wel zoeken in de matige vooruitzichten voor de middellange termijn. Die kunnen wel eens van grote invloed zijn op vraag en aanbod. De stand van zaken op dit moment is niet om over naar huis te schrijven. Voor de ontwikkelde landen is de potentiële groei voor de langere termijn met 0,5% tot 1% verlaagd. Belangrijke factoren daarbij zijn de vergrijzing en een lagere productiegroei. De factor vergrijzing was al ingecalculeerd. Die van de vertragende productiegroei is een factor die pas de laatste jaren veel opgang maakt. De eerste tekenen van de vertragende productie-ontwikkeling waren al zichtbaar voor de crisis. In de jaren voor de crisis liepen de succesvolle implementaties van de ICT-innovaties geleidelijk ten einde. Daaruit zou je mogen concluderen, dat de hoge productiviteit aan het einde van de vorige eeuw en aan het begin van deze eeuw de uitzondering op de regel is. Normaal is een lagere productiviteitsgroei. De huidige vertraging kan wel eens structureel zijn. wereldeconomie-groei-marketupdate  

    Groei wereldeconomie gaat in een slakkengang

    Vergrijzing en een geringe productiviteitsgroei is slechts nieuws voor morgen en overmorgen. Het kan ook de trage economische ontwikkeling van dit moment verklaren. Als de vooruitzichten voor de langere termijn niet goed zijn, waarom zou je dan als verstandig gaan investeren in deze magere toekomst. De consument op zijn beurt wordt ook voorzichtiger als de kansen op een gezonde inkomensontwikkeling minder worden. Hij besluit meer te gaan sparen. Dit zou een verklaring voor de huidige vertraging kunnen zijn. De trage groei in de ontwikkelde landen verklaart ook ten dele de vertraging in de opkomende markten. Minder vaart betekent minder export en dus ook minder groei in die landen.

    Langdurig lage groei

    Als deze lijn van denken correct is, dan moeten we tevreden zijn met een aanhoudend maar wel traag herstel. Er is dan geen grond voor paniekverhalen over een mogelijke nieuwe recessie. Er is evenmin grond voor verregaande experimenten zoals het inzetten van helikoptergeld. Dat kan altijd nog, als gevreesde rampen zich inderdaad voordoen. Als dit verhaal waar is, dan moet dat van invloed zijn op het beleid van centrale banken en overheden. Zij willen die trage groei immers coute que coute opstuwen. Maar dat kan niet! Cor Wijtvliet Deze bijdrage is mogelijk gemaakt door Beurshalte beurshalte-logoOver Beurshalte: Dagelijks publiceert Beurshalte nieuwsbrieven en columns van leden van de redactie en van gastauteurs over de wereld van beleggen en alles wat ermee samenhangt. Daarnaast publiceert beurshalte wekelijks een nieuwsbrief met unieke inhoud over relevante beleggingsthema’s. Belangstellende lezers kunnen een gratis abonnement nemen. Als u geïnteresseerd bent, kunt u zich hier aanmelden! Bron: Olivier Blanchard, Slow growth is a fact of life in the post-crisis world. Financial Times, April 13 2016

  • IMF verlaagt opnieuw groeiverwachting wereldeconomie

    Het IMF heeft vandaag voor de derde keer in minder dan een jaar tijd haar groeiverwachtingen voor de wereldeconomie naar beneden bijgesteld. De verwachtingen werden naar beneden bijgesteld, nadat bekend werd gemaakt dat de economie van China in het vierde kwartaal met 6,9% op jaarbasis was gegroeid. Dat zijn percentages waar we in de Westerse wereld alleen maar van kunnen dromen, maar voor Chinese begrippen waren het de zwakste groeicijfers sinds 2009.

    Een zwakkere groei in China is niet de enige reden voor het IMF om somberder te zijn over de wereldeconomie. Door de daling van de grondstofprijzen en de olieprijs zijn ook heel veel andere landen in de problemen gekomen. Vooral de BRICS-landen worden getroffen door een combinatie van dalende grondstofprijzen en een kapitaalvlucht richting de dollar. De waarde van de Russische roebel en de Zuid-Afrikaanse rand zijn door al deze problemen sterk gedaald ten opzichte van de dollar.

    Groeivertraging China

    Het IMF voorziet nu een groei van de wereldeconomie van 3,4% in 2016 en 3,6% in 2017, terwijl men eerder nog uitging van 0,2 procentpunt meer groei in zowel dit jaar als volgend jaar. De Chinese economie zal volgens het IMF dit jaar met 6,3% en volgend jaar met 6% groeien. Dat betekent een verdere terugval ten opzichte van de 6,9% groei die in 2015 gerealiseerd werd.

    IMF“We zien geen grote veranderingen in de fundamenten van de Chinese economie ten opzichte van zes maanden geleden, maar de markten zijn zeker erg geschrokken van de recente gebeurtenissen en vinden het lastig om deze signalen te interpreteren”, zo verklaarde IMF-econoom Maury Obstfeld in een videoboodschap. Hij merkt ook op dat de financiële markten nogal volatiel en risico-avers zijn en daarom vrij sterk reageren op het macro-economische nieuws.

    Voor de Eurozone verhoogde het IMF haar groeiprognose met 0,1 procentpunt naar 1,7%, terwijl het vooruitzicht voor de Amerikaanse economie voor dit jaar en voor volgend jaar met 0,2 procentpunt verhoogd werd naar 2,6%. Het IMF ziet tekenen van herstel in de Amerikaanse economie, maar ziet ook bedreigingen in de lage olieprijs en de waardestijging van de dollar. Dat eerste remt de investeringen in de energiesector, terwijl het tweede ongunstig is voor de exportcapaciteit van de Amerikaanse economie als geheel.

    Wereldwijde recessie mogelijk?

    Volgens de Amerikaanse bank Morgan Stanley is er dit jaar 20% kans op een wereldwijde recessie. Men spreekt van een wereldwijde recessie als de economie minder dan 2,5% groeit, omdat dat de minimale groei is die compenseert voor de groei van de wereldbevolking. De aandelenmarkten wereldwijd gingen begin dit jaar ongekend hard onderuit, niet alleen in China maar ook in de rest van de wereld. Veel beleggers zijn nerveus geworden en zien in de daling van de grondstofprijzen een signaal dat het slecht gaat met de wereldeconomie. Volgens Obstfeld doen centrale banken van Japan en Europa er verstandig aan een extreem soepel monetair beleid te hanteren. Ook hoopt hij dat deze economieën meer fiscale stimulering gaan toepassen om de economie aan te jagen. Vooral investeringen in infrastructuur is volgens de IMF-econoom een onderwerp dat de regeringen op tafel zouden moeten brengen. TIP: Verwacht je een nieuwe recessie in 2016? Zorg dat je een goed gespreide portefeuille hebt! Wist je dat het toevoegen van goud aan de beleggingsportefeuille een betere verhouding oplevert tussen risico en rendement? En wilt u weten wat de optimale weging van goud is? Download dan de goudgids die Goudstandaard in samenwerking met Slimbeleggen maakte.

  • Het bbp: “Van voren af aan beginnen”

    Door: Lou Keune

    Het was ergens in de jaren zeventig van de vorige eeuw. In de aula van onze universiteit vond een levendige discussie plaats over het karakter van de dominante vormen en paradigmata van de wetenschapsbeoefening. De spanningen spatten er vanaf. Het was vooral een confrontatie tussen gevestigde wetenschappelijke opvattingen en praktijken versus hooggespannen verwachtingen over de maatschappelijke mogelijkheden en taken van de wetenschap. Een van de topics in de discussie was de zogenaamde waardenvrijheid van de wetenschapsbeoefening. Dat mede naar aanleiding van toen onder studenten en sommige docenten populaire boeken als Simone de Bouvoirs ‘De Mandarijnen’ en Noam Chomsky’s ‘De macht van Amerika en de Nieuwe Mandarijnen’. Die lieten zien hoe intellectuelen terecht kunnen komen in een beroepspraktijk ten dienste van de heersende machten. Chomsky bijvoorbeeld beschreef hoe antropologen en andere sociaalwetenschappelijke onderzoekers werden ingezet in de oorlog in Vietnam, ten dienst van het Amerikaanse leger.

    Wetenschap instrument in de koude oorlog

    Dat boek herinnerde mij aan mijn eigen ervaringen met het VS programma Operación Simpatico, begin jaren zestig in Colombia. Mijn Colombiaanse collega en ik kregen het aanbod van Amerikaanse onderzoekers om onze omvangrijke en gedetailleerde dataverzameling over duizenden lokale leiders en gemeenschappen en hun ontwikkelingsinspanningen te laten verwerken door de toen meest geavanceerde machines van verwerking, voorlopers van de hedendaagse computers. En dat zonder enige verplichting. Onze Amerikaanse collega’s vertelden daarbij van hun inspanningen en ervaringen opgedaan in Zuidoost Azië. Dat zette ons aan het denken, wat is hier gaande? De ‘koude oorlog’ werd immers op veel terreinen gevoerd, ook op die van de wetenschap en haar beroepspraktijken. Om een lang verhaal kort te maken: wij maakten de zaak aanhangig bij de Vereniging van Sociologen van Colombia. Haar onderzoek en dat van collega associaties in andere Latijns-Amerikaanse landen openbaarde het bestaan van Operación Simpático.

    lou keuneDat VS-programma had ten doel informatie te krijgen over lokale leiderschapspatronen tot op het niveau van namen van plaatsen en personen, met als doel campagnes van bestrijding van communistisch geachte personen en bewegingen te vergemakkelijken, de zogenoemde counter-insurgency. Sociale wetenschap dus als oorlogsinstrument. In genoemd boek van Chomsky wordt ook dit programma besproken. Het boek laat zien in welke vaarwateren je terecht kunt komen, dikwijls met de beste bedoelingen. Ik wil niet zeggen dat het werken met indicatoren als het bbp vergelijkbaar is met het werken voor de CIA. Het gaat mij om het algemene punt: wat is jouw beroepspraktijk, werk je met opvattingen en methoden die maatschappelijk gezien ons allen vooruit helpen of dieper het moeras in? Of, dat kan natuurlijk ook, doet het er niet toe wat je doet, behalve misschien verspilling van energie?

    “Dan kan ik van voren af aan beginnen”

    Terug naar Tilburg, naar de aula. Het was een met emoties geladen en tegelijkertijd diepgaande discussie. Het ging dan ook ergens over, vrijblijvendheid leek uitgebannen. Na afloop stond ik na te praten met een van mijn collega’s. Beiden waren wij zeer te spreken over de confrontaties die hadden plaatsgevonden, wij vonden die ondanks alle emoties hoogstaand en zeer relevant. Wij stonden ieder op eigen wijze en eigen plek in dat strijdperk. Mijn collega zei toen, en dat is mij bijgebleven: “Lou, wat jullie willen betekent dat ik helemaal van voren af aan moet beginnen.” Daarmee gaf hij blijk van een voor intellectuelen dikwijls groot probleem. Je hebt een bepaalde wetenschappelijk houding en inzichten opgebouwd en daarmee ook een bepaalde beroepspraktijk waarmee je vooraanstaand hoogleraar bent geworden. En dan word je geconfronteerd met vragen en eisen die een heel andere kant uitgaan. En ja, geef daar maar eens aan toe. Je zou het misschien kunnen vergelijken met de metanoia (omkering) van Saulus in Paulus, een kleine 2000 jaar geleden, tijdens zijn reis naar Damascus. Althans, zo zou je dat kunnen ervaren.

    Ik moet daaraan nogal eens denken, de laatste tijd, als het gaat om de kwestie van het nut of onnut, of de zin of onzin van het gebruik van de in beleids- en economenkringen zeer populaire indicator bruto binnenlands product: bbp. Zoals eerder beschreven kleven aan deze maatstaf van economische ontwikkeling veel tekortkomingen. Met het bbp wordt gepretendeerd inzicht te geven in de totale toegevoegde waarde gedurende één jaar, bijvoorbeeld van Nederland. Maar doet het dat ook? Toegevoegde waarden waar geen geld aan te pas komt tellen niet mee. Huishoudelijke arbeid bijvoorbeeld. Met heel veel onttrokken waarden als milieuschades wordt geen rekening gehouden. Bovendien worden soms transacties als toegevoegde waarden meegeteld die eigenlijk verloren waarden impliceren. Bijvoorbeeld gezondheidsuitgaven ten dienste van mensen ziek geworden door het door het verkeer veroorzaakte fijnstof. De gebruikers van het bbp pretenderen met deze indicator ook de economische groei te meten. Ik denk dat hier sprake is van een vergissing. Het zou wel eens kunnen zijn dat als je alles meetelt, de laatste drie decennia sprake is geweest van krimp in plaats van groei, of op zijn minst van stagnatie.

    So what?

    Nu kun je zeggen, wat doet het er toe, er worden wel meer statistieken gebruikt die niet helemaal kloppen. Maar in dit geval gaat het om een heel ernstige zaak. Want aan dat bbp denken en meten is ook een beleid gekoppeld van economische groei, bbp groei dus. Groei moet! En daarmee worden ook allerlei andere eisen en verwachtingen aan de samenleving gesteld. Bedrijven moeten groeien, en daarvoor hun winsten maximaliseren. Het consumentenvertrouwen moet omhoog want er moet verkocht worden. En zo meer. Dit groei-fetisjisme is funest voor het milieu. En is funest voor de sociale verhoudingen omdat het races to the bottom en ongelijkheden aanwakkert. Waarom wordt daarmee toch doorgegaan?

    Iedereen doet het

    Verschillende factoren spelen een rol. Een daarvan heeft te maken met de aard van de economische wetenschapsbeoefening. Het gebruik van het bbp stamt uit de jaren dertig van de vorige eeuw en is gebleken een handig instrument te zijn om de economie te beschrijven en te kwantificeren. Groei was ook de overheersende doelverwachting, zeker na de Tweede Wereldoorlog toen er veel hersteld moest worden en tientallen nieuwe landen, ‘ontwikkelingslanden’, gestimuleerd werden en eigen ambities ontplooiden om deel te nemen aan de wereldwelvaart. Vanaf de jaren vijftig, gefaciliteerd door de onder auspiciën van de Verenigde Naties en daarmee gelieerde instellingen als de Wereldbank en het IMF ontwikkelde nationale rekeningen en andere statistieken, werden economieën planmatiger aangepakt. Daarbij speelde, zeker in de westerse wereld en in de daarmee gelieerde landen het bbp een belangrijke rol. Want het vergemakkelijkte het stellen van doelen en het meten van resultaten. Voor alle duidelijkheid, in een groot deel van de wereld, in de Sovjet-Unie en in China en enkele kleinere landen, werd niet het bbp, maar andere begrippen als het Netto Materiële Product gehanteerd, die meer zicht zouden geven op de materiële vooruitgang. In zijn toespraken over de voortgang geboekt in een bepaald jaar, had Fidel Castro het niet over economische groei maar over hoe de productie en consumptie van bijvoorbeeld eieren en schoenen waren toegenomen. Maar in de westerse wereld en in de meeste ontwikkelingslanden was het bbp dé maatstaf. Natuurlijk, andere maatstaven voor meting van vooruitgang werden ook gehanteerd, bijvoorbeeld de kindersterftegraad en het alfabetisme. Maar economisch gezien ging het om het bbp. Deze mondiale praktijk vergemakkelijkte het ontwikkelen van wereldwijde programma’s van ontwikkeling. Herlezing van de VN documenten over het eerste ontwikkelingsdecennium (vanaf 1961) laat niet alleen het enthousiasme zien waarmee ontwikkelingseconomen als Jan Tinbergen de grote taak van het uitbannen van armoede ondernamen. Het laat ook zien hoe de beleidsbepaling gefaciliteerd werd door het gebruik van instrumenten als het bbp. En dat niet alleen. De hele economische wetenschap ‘genoot’ van het gemak van dergelijke data. Het leidde ook tot de ontwikkeling van modellen die de beleidsbepaling zeer vergemakkelijkten: Als je dít doet, verandert er daar en daar dát. Mede natuurlijk dankzij instrumenten als input-outputtabellen, elasticiteiten en multipliers.

    Belangen in het geding

    Met andere woorden, iedereen gebruikte en gebruikt deze statistieken. Vele economische proefschriften zijn erop gebouwd, vele beleidsdocumenten zijn er aan opgehangen. Maar ja, als iedereen het doet, dan wordt het natuurlijk moeilijk om er van af te komen. Want hoe kun je nu mondiaal communiceren, bijvoorbeeld op wetenschappelijke congressen, als je niet dezelfde taal hanteert? Ik denk dat dit een belangrijke verklaring is van de irrationele houding om te blijven werken als van ouds. Daar komt nog een punt bij. Het 'bbp denken' heeft zoals gezegd gevolgen voor de doelstellingen van het economische beleid. Dat beleid vergemakkelijkt de bestaande vormen van ondernemerschap. Dat wil zeggen dat productie en handel en financiering ten eerste geleid worden door het principe van (private) winstmaximalisatie. Grote private belangen zijn verbonden aan het heersende economische vertoog. Zou je andere economische maatstaven dominant verklaren, bijvoorbeeld de ecologische voetafdruk, dan botst dat ten gronde met deze particuliere belangen. Uit oogpunt van winstmaximalisatie moet Unilever de consumptie van lekkere ijsjes aanwakkeren. Maar om te helpen de voetafdruk omlaag te krijgen moet Unilever het tegenovergestelde doen, namelijk de overconsumptie ontraden. Geloof maar dat als het EU parlement zou willen besluiten om op een andere, ecologisch en sociaal verantwoorde manier nationale rekeningen in te richten en het beleid daardoor te laten bepalen, het immense leger van lobbyisten van al die transnationals in actie zou komen. Er speelt meer. En dan kom ik weer terug bij mijn zeer gewaardeerde collega. Hij heeft natuurlijk gelijk. Het kan inderdaad zijn dat als je tot het inzicht komt dat je verkeerde instrumenten hanteert en dat je eigen beroepspraktijk discutabel is, dat dan verregaande gevolgen kan hebben voor jezelf. Ik herinner mij nog goed het moment dat de Club van Rome in 1972 met haar eerste rapport kwam. Mijn eerste reactie was zeer afwijzend. Er waren belangrijker zaken dan ‘die zeehondjes’, als de mondiale sociale kwestie en onze solidariteit met de armen in de wereld. Gelukkig verkeerde ik in kringen die mij al dan niet hardhandig wezen op het gebrekkige van mijn standpunten. Ecologische en sociale vraagstukken zijn even belangrijk en hebben alles met elkaar te maken. Wat moet dat moet!

    Commissie Breed Welvaartsbegrip

    Er schijnt een lichtje aan de horizon. En dat is de Nederlandse Tweede Kamer. Daar loopt een discussie over de welvaartsmeting en of het bbp nu wel of niet zo’n goede indicator is. Al enkele jaren ‘hangt boven de Kamer’ een motie van die strekking ingediend door de ChristenUnie en GroenLinks om het probleem eindelijk eens aan te pakken. Dat heeft geleid tot het besluit van de Kamer om zelf een onderzoek hierover te starten. Daarvoor is uit eigen midden een 'Tijdelijke Commissie Breed Welvaartsbegrip' ingesteld, die sinds enkele maanden met haar onderzoek bezig is. Is het bbp wel zo’n goede indicator om welvaart te meten, vraagt die commissie zich af, en welke andere indicatoren zouden nodig zijn om het beter te doen? Wie weet komt het er dan toch eens van. Voor meer teksten van Lou Keune, zie www.loukeune.nl of www.platformdse.org. Meer columns van Lou Keune:

  • Economische groei VS sterker dan verwacht

    De groei van de economie in de Verenigde Staten is in het tweede kwartaal hoger uitgevallen dan al gedacht. Dat blijkt uit de derde schatting die de Amerikaanse overheid vrijdagmiddag heeft gepubliceerd.

    De grootste wereld economie van de wereld groeide vorig kwartaal met 3,9 procent op jaarbasis. Eerder werd gedacht dat de economie met 3,2 procent zou groeien, later werd dit al bijgesteld naar 3,9 procent. De meeste economen hadden geen rekening gehouden met een nieuwe positieve bijstelling.

  • Warren Buffett optimistisch over China‏

    warrenbuffettDe Chinese aandelenmarkten daalden de afgelopen maanden tientallen procenten. Steeds meer vraagtekens worden gezet bij de groeicijfers die de Chinese overheid voorspiegelt. Pessimisme over de economische groei in China vormde aanleiding voor een stevige correctie op de aandelenmarkten wereldwijd.

    Warren Buffett behoort niet tot het kamp der pessimisten. In een recent video-interview met persbureau Bloomberg liet hij weten juist erg optimistisch over China te zijn. “Ik ben optimistisch over China. In de Verenigde Staten hebben we tal van ups en downs gehad maar per saldo zijn we er toch enorm op vooruit gegaan. Voor China zal precies hetzelfde gelden”, aldus ’s werelds rijkste belegger.

    Berkshire Hathaway, het investeringsvehikel van Buffett, heeft “op wat fabrieken na” nauwelijks investeringen in het volkrijkste land ter wereld. “Maar dat kan veranderen”, aldus Buffett die aangeeft open te staan voor nieuwe ideeën en kansen, waar dan ook. Want “capital travels”, zegt hij lachend.

    Wereldeconomie

    Over de wereldeconomie is Buffett evenmin somber. Een sterke groeivertraging acht hij onwaarschijnlijk. "Maar het kan altijd." De 85-jarige Buffett richt zich vooral op de langere termijn. Het is ondenkbaar voor hem dat er de komende vijf, tien of twintig jaar geen progressie in de Verenigde Staten, China of Europa zou zijn. Buffett: "We leren steeds meer over hoe het menselijk potentieel ontketend kan worden. We zijn dezelfde mensen als 200 jaar geleden maar vergelijk het leven van nu eens met het leven van toen."

    Olie

    Aan het einde van het video-interview stelt Buffett zijn volledige aandelenbelang in olieproducent Exxon Mobil te hebben verkocht. En dat voor $4,5 miljard een nieuwe positie in Phillips 66 ingenomen is, een bedrijf dat zich vooral met raffinage bezighoudt. De verkoop van Exxon Mobil is vooral ingegeven door Buffett's pessimistische kijk op de olieprijs eerder: "Ik dacht dat de toekomst [wat betreft de olieprijs] minder goed zou zijn dan veel mensen op dat moment dachten." Buffett voegt er nog aan toe dat hij momenteel helemaal geen aandelen meer bezit van olieproducerende bedrijven. Het video-interview is hieronder te bekijken. Gebeurt er niets, klik dan hier.

    Hendrik Oude Nijhuis

    hendrik-oude-nijhuisOver de auteur: Hendrik Oude Nijhuis is een expert op het gebied van value investing en medeoprichter van Kingfisher Capital, een op value investing principes gebaseerde business model & investment research boutique. Hij heeft uitgebreid onderzoek verricht naar de investeringsstrategieën van value investors als Warren Buffett. Zijn publicaties zijn verschenen in zowel Nederlands- als Engelstalige media, waaronder Het Financieele Dagblad, Z24.nl en Gurufocus.com. Eerder is hij als bestuurslid actief geweest voor onder andere de beleggingsstudieclubs HCC Beleggen en B.S.C. Duitenberg. Hendrik heeft Management, Economics & Law aan de Universiteit Twente gestudeerd en is auteur van de Nederlandstalige bestseller over Warren Buffett: 'Leer beleggen als Warren Buffett - zijn beleggingsstrategie in theorie & praktijk'. Van dit boek is in 2014 een derde druk uitgebracht en is tevens als audioboek beschikbaar. Online hebben al meer dan 100.000 beleggers een exemplaar van ‘Leer beleggen als Warren Buffett’ aangevraagd. *Een aantal van onze columns over de euro bundelden wij vijf jaar geleden (april 2010) in een online-boekje getiteld 'Terug naar de Gulden?'. Dit boekje is via deze link te downloaden (PDF-bestand). Lees meer over value-investing op warrenbuffett.nl en beterinbeleggen.nl Disclaimer: De artikelen van gastschrijver Hendrik Oude Nijhuis zijn op persoonlijke titel geschreven en hoeven daarom niet altijd de visie van Marketupdate te vertegenwoordigen. Marketupdate geeft geen beleggingsadvies en de artikelen van Hendrik Oude Nijhuis moeten ook niet als zodanig worden aangemerkt. Marketupdate heeft geen geld ontvangen of betaald voor deze bijdrage.

  • De OESO verwacht een zwakkere wereldeconomie

    Vanwege de afkoeling van de economieën in China en Brazilië zal de groei van de wereldeconomie dit jaar en volgend jaar lager uitpakken dan eerder verwacht. Dat liet de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) woensdag weten.

    De OESO geeft aan dat de wereld economie dit jaar met 3 procent zal groeien en volgend jaar met 3,6 procent. Eerder werd nog gedacht dat de wereldeconomie kon rekenen op een groei van 3,1 procent dit jaar en een groei van 3,6 procent in 2016. De OESO stelt dat de vooruitzichten voor de mondiale economie zijn verslechterd doordat de opkomende economieën niet zo snel groeien als verwacht.

    Volgens de OESO is de Amerikaanse economie sterk genoeg om een renteverhoging van de Fed te doorstaan. De OESO geeft aan de Fed donderdag de rente moet verhogen, om aan te geven dat er vertrouwen is in de Amerikaanse economie.

  • Steve Keen: “Volgende grote crisis komt in China”

    Volgens econoom Steve Keen moeten we de komende maanden vooral China goed in de gaten houden. De afgelopen jaren heeft China een gigantische private schuldenbubbel gecreëerd, waardoor de economie snel kon groeien. Door de schuldengroei konden bedrijven en huishoudens op korte termijn veel meer investeren en consumeren, maar dat bestedingsniveau is op de lange termijn niet houdbaar. Dat betekent dat de Chinese economie in de toekomst vanzelf een keer met een grote recessie te maken zal krijgen en dat alle groeiverwachtingen voor een langere termijn naar beneden bijgesteld moeten worden.

     

    china-us-debt-chart

    Schulden in China zijn spectaculair toegenomen

    dajoi-vague-china

    Vooral private schulden hebben de economie de laatste jaren een boost gegeven

  • Kijk eens naar Portugal…‏

    Alle aandacht gaat momenteel uit naar Griekenland. Maar hoe staat het met dat andere Zuid-Europese land dat ook voor faillissement behoed moest worden? Is Portugal werkelijk het succesverhaal dat het op de financiële markten lijkt te zijn? Portugal lijkt er in eerste instantie duidelijk beter voor te staan dan in 2011. Toen moest het land onder zware druk van de financiële markten noodhulp accepteren van de Europese Commissie, de Europese Centrale Bank en het Internationaal Monetair Fonds. Anders zou het land failliet gaan. Inmiddels heeft Portugal noodhulp niet langer nodig. Voor nieuwe leningen kan het land weer op de financiële markten terecht en de Portugese 10-jaars rente bedraagt momenteel slechts 2,7%.

    De Portugese economie groeit weer, al is het nog niet veel. In 2014 bedroeg de groei 0,9% en voor dit jaar wordt een groei van 1,6% verwacht. De werkloosheid is bovendien gedaald. Eind 2014 bedroeg het werkloosheidspercentage 13,5% waar deze twee jaar daarvoor nog 17,5% was. Met bovenstaande is het positieve nieuws over Portugal wel verteld. De werkloosheid lijkt niet meer verder te dalen en van de jongeren zit nog altijd een derde zonder baan.

    Bij de gedaalde werkloosheid zijn vanwege de bescheiden groei eveneens wel kanttekeningen te maken. Veel oudere werknemers zouden de hoop op een nieuwe baan hebben opgegeven en vervroegd met pensioen zijn gegaan. Bovendien is 6% van de bevolking geëmigreerd, vooral jongeren.

    portugalMeer schulden

    Ondanks jaren van hervormen en bezuinigen zit Portugal nog steeds opgescheept met grote schulden. Meer dan ooit zelfs. Want door overheidstekorten en jaren van krimp is de Portugese schuldquote alleen maar opgelopen. Had de schuldquote in 2010 nog een grootte van 96%, inmiddels is dat percentage opgelopen tot 130% (!). Om de publieke schuld met een omvang van 130% van de Portugese economie niet nog verder te laten toenemen zou de economische groei in Portugal dik 3% per jaar moeten bedragen. Er is echter niets wat daar ook maar enigszins op wijst. Een van de verklaringen daarvoor? Andere schulden... Ook de private sector (bedrijven en gezinnen) in Portugal heeft zich in de goede jaren diep in de schulden gestoken. Tellen we de publieke en private schuld van Portugal bij elkaar dan komen we uit op een totale schuldquote van maar liefst 380% (!). Dat is meer dan in welk Europees land dan ook. Ter vergelijking: zelfs met de Griekse schulden valt het zo bezien nog wel mee. Daar komt de totale schuldquote uit op 290%. Bij Griekenland ligt de schuld vooral bij de overheid. Door de hoge private schulden zal de komende jaren in Portugal veel geld besteed moeten worden aan rente en aflossing. Vooral aan buitenlandse partijen overigens die de Portugese schulden voor een groot deel in bezit hebben. Door de onvermijdelijke rentebetalingen en aflossingen door de private sector in Portugal blijft er minder geld over voor binnenlandse investeringen en consumptie. Dat remt de Portugese economie af terwijl hoge groei juist cruciaal is om de (publieke) schuldquote niet nog verder te laten stijgen.

    Verkiezingen

    Van enige onrust is vooralsnog in Portugal geenszins sprake. Maar op financiële markten hoeft er niet veel te gebeuren om de vlam in de pan te laten slaan. En in Portugal zou dat weleens de start van de verkiezingen kunnen zijn... De eerstvolgende Portugese verkiezingen vinden dit najaar plaats. Voorlopige peilingen wijzen uit dat Antonio Costa's Socialistische Partij de grote winnaar zou kunnen worden. Vergelijkbaar met Syriza (de partij die in Griekenland de verkiezingen won) stelt Antonio Costa te willen stoppen met het bezuinigingsbeleid. Een aantal hervormingen is hij van plan terug te draaien. De kans dat Portugal haar schuld dan nog kan terugbetalen wordt dan nog kleiner dan dat nu al is. Ondanks de grote onzekerheden en risico's verbonden aan het euro-experiment, de komende verkiezingen in Portugal en de torenhoge schulden lijkt vrijwel niemand zich over dit land enige zorgen te maken. Onbegrijpelijk voor ons. Of is het zo dat de markten vooruitlopen en er al vanuit gaan dat Portugal straks - op kosten van belastingbetalers elders - toch wel 'gered' zal worden? Hendrik Oude Nijhuis hendrik-oude-nijhuisOver de auteur: Hendrik Oude Nijhuis is een expert op het gebied van value investing en medeoprichter van Kingfisher Capital, een op value investing principes gebaseerde business model & investment research boutique. Hij heeft uitgebreid onderzoek verricht naar de investeringsstrategieën van value investors als Warren Buffett. Zijn publicaties zijn verschenen in zowel Nederlands- als Engelstalige media, waaronder Het Financieele Dagblad, Z24.nl en Gurufocus.com. Eerder is hij als bestuurslid actief geweest voor onder andere de beleggingsstudieclubs HCC Beleggen en B.S.C. Duitenberg. Hendrik heeft Management, Economics & Law aan de Universiteit Twente gestudeerd en is auteur van de Nederlandstalige bestseller over Warren Buffett: 'Leer beleggen als Warren Buffett - zijn beleggingsstrategie in theorie & praktijk'. Van dit boek is in 2014 een derde druk uitgebracht en is tevens als audioboek beschikbaar. Online hebben al meer dan 100.000 beleggers een exemplaar van ‘Leer beleggen als Warren Buffett’ aangevraagd. *Een aantal van onze columns over de euro bundelden wij vijf jaar geleden (april 2010) in een online-boekje getiteld 'Terug naar de Gulden?'. Dit boekje is via deze link te downloaden (PDF-bestand). Lees meer over value-investing op warrenbuffett.nl en beterinbeleggen.nl Disclaimer: De artikelen van gastschrijver Hendrik Oude Nijhuis zijn op persoonlijke titel geschreven en hoeven daarom niet altijd de visie van Marketupdate te vertegenwoordigen. Marketupdate geeft geen beleggingsadvies en de artikelen van Hendrik Oude Nijhuis moeten ook niet als zodanig worden aangemerkt. Marketupdate heeft geen geld ontvangen of betaald voor deze bijdrage.

  • Monetaire verruiming alleen zal niet werken

    Na eindeloos dubben gaat het in maart van dit jaar toch gebeuren. De ECB gaat voor veel, heel veel miljarden maandelijks schatkistpapier opkopen in de hoop zo uiteindelijk de groei in Europa aan te zwengelen. Er zijn echter maar weinig mensen te vinden die van mening zijn dat dit beleid de definitieve route naar herstel zal zijn. Natuurlijk zal het beleid van verruiming een beetje helpen en de eerste tekenen zijn nu al zichtbaar. Zo is de euro in waarde gedaald ten opzichte van veel andere concurrerende valuta’s. Dat zal de export vanuit de eurozone goed doen en dus de economische groei een zetje in de rug even. De verzwakking van de euro heeft ook als gevolg dat de importprijzen wel moeten stijgen en dat zal de inflatie versterken. Deflatie is dan ook geen probleem meer.

    draghi-bazooka

    Herstructurering

    Dat is echter allemaal niet genoeg om alle problemen weg te werken. Er is en blijft noodzaak tot verdergaande herstructurering van de arbeidsmarkt, maar ook blijft de noodzaak onverminderd hoog om de productiviteit in de eurozone te verbeteren. De eerste stap zal en moet echter blijven om de vraagkant van de economie te verbeteren. Een puur Keynesiaanse aanpak is daarvoor nagenoeg onmogelijk, omdat teveel landen nu al kampen met te hoge schulden om verantwoord de tekorten te kunnen lapten oplopen. Het middel van kwantitatieve verruiming had trouwens sowieso meer kans van slagen in de VS dan nu het geval is voor de eurozone. Toen de Fed in 2008 met QE1 startte, bedroeg de rente op de 10-jaars Treasury 4%. Door jarenlang hetzelfde beleid te voeren en dankzij de toezegging de rente voor een heel lange periode laag te houden, is de yield op de treasury uiteindelijk gedaald naar 1,5%. De scherpe daling van de yield dwong beleggers min of meer om aandelen te gaan kopen. Dat dreef de koersen steeds verder omhoog. Dankzij de ultra lage hypotheekrente kreeg ook de huizenmarkt een impuls.

    'Wealth effect'

    Stijgende huizenprijzen gecombineerd met hoge aankoersen versterkte in 2013 de vermogenspositie van gezinnen met maar liefst $10 biljoen. Dit leidde tot hogere consumentenuitgaven, wat bedrijven stimuleerde de productie op te voeren en meer personeel aan te nemen. Het uiteindelijk resultaat is dat na jaren van haperen de economische groei in de VS alweer neigt naar 4%. De sleutel tot het tamelijk grote Amerikaanse succes was het vermogen van de Fed de rente op obligaties fors omlaag te drukken. Maar in de meeste Europese landen is de rente al extreem laag. In een land als Duitsland is de rentevergoeding op de Bund slechts 0,5%. De dollar kan nog wel verder in waarde dalen, maar het positieve effect ervan zal beperkt zijn.

    ficus-belastingen

    In principe hebben beleidsmakers in de Eurozone nog enkele andere wapens in hun ransel. Er kunnen bij de belastingheffing andere accenten gelegd worden, waardoor bijvoorbeeld de bouwsector gestimuleerd wordt. Ook kan het investeringsklimaat belastingtechnisch bevorderd worden zonder dat de tekorten hoeven te stijgen. Het is aan de beleidsmakers van de afzonderlijke lidstaten om te bezien wat nodig is. Tot nu toe blijven ze steken in generieke in plaats van specifieke maatregelen. Soms doen ze ook helemaal niets en kijken ze alleen naar de ECB. Dat zal zeker niet helpen. Cor Wijtvliet Over Cor Wijtvliet: Als econoom studeerde Wijtvliet af op economische geschiedenis en kent hij als geen ander de valkuilen en mogelijkheden van crises. Wijtvliet werkte tot de vorige crisis van 2008 als onderzoeker, analist en vermogensstrateeg voor banken en instellingen zoals het Nederlands Instituut voor het Bank- en Effectenbedrijf (NIBE), Centraal Bureau voor de Statistiek, KBW-Wesselius, Friesland Bank Securities en Van Lanschot Bankiers. Die wereld laat hij in 2009 achter zich en vestigt zich succesvol als onafhankelijk analist. Hij schrijft in 2009 onthullende commentaren en vileine columns en wordt regelmatig gevraagd zijn doortastende kijk op geld- en beleggingszaken te geven in de Nederlandse media. Zo was Dr. Wijtvliets opinie onder andere te zien, te horen en te lezen in RTLZ, Business Nieuws Radio (BNR) en Het Financieele Dagblad (FD). Meer informatie:

  • DNB: Nederlandse economie trekt weer aan

    De Nederlandse economie trekt weer aan, zo concludeert de Nederlandsche Bank in een vandaag verschenen rapport. Een sterker consumentenvertrouwen zorgde in 2014 voor een stijging van de particuliere consumptie, terwijl ook de export een robuuste groei liet zien. Dat patroon zal ook de komende jaren zichtbaar blijven, zo suggereren de cijfers die de centrale bank naar buiten heeft gebracht. Een zwak punt blijft de arbeidsmarkt, want ondanks de daling van de werkloosheid blijft het aantal mensen zonder baan vrij hoog. Volgens berekeningen van DNB ligt de werkloosheid ook de komende twee jaar nog 2,5 procentpunt boven het ‘evenwichtsniveau’.

    Verder merkt de Nederlandsche Bank op dat de huizenmarkt door het dieptepunt heen is, gezien de toename in het aantal transacties en in de gemiddelde huizenprijzen. In september lagen de gemiddelde prijzen ruim 3% boven het dieptepunt van de zomer van vorig jaar, al gaan er achter dit gemiddelde grote regionale verschillen schuil. De Nederlandsche Bank verwacht dat de huizenmarkt in 2015 en 2016 verder zal aantrekken. De lage hypotheekrente en een toenemend consumentenvertrouwen zal zich volgens de centrale bank vertalen naar een inhaalvraag van starters die de afgelopen jaren gewacht hebben met het kopen van een huis. Toch duurt het nog wel even voordat de grote voorraad te koop staande woningen is weggewerkt. Ook is het grote aantal hypotheken dat onder water staat (ruim een miljoen huishoudens) voor de Nederlandsche Bank een reden om voorzichtig te zijn over het economische herstel voor de komende jaren. We hebben een aantal grafieken uit het rapport gehaald. Het volledige rapport kunt u hier downloaden.

    bbp-groei-nederland2

    Nederlandse economie laat weer een beetje groei zien

    bbp-groei-nederland

    De export en toenemende consumentenbestedingen dragen de groei

    economisc-sentiment-dnb

    Soberheid maakt langzaam plaats voor optimisme

    beschikbaar-inkomen

    DNB voorziet stijging van reële inkomens

    huizenmark-herstel-dnb

    Huizenmarkt kruipt langzaam uit een dal