Tag: innovatie

  • De wereld is niet plat maar vol pieken en dalen

    Het is alweer bijna 15 jaar geleden dat het boek ‘The World is Flat’ van Thomas Friedman verscheen. De boodschap van het boek was dat dankzij de technologische vooruitgang het economisch belang van de geografie steeds verder zou afnemen. Dat was eerst en vooral te danken aan het internet. Onderzoek van de Amerikanen George Mason en Tim Gulden datzelfde jaar kwam echter tot een tegenovergestelde conclusie.

    De wereld is in hun ogen absoluut niet vlak maar vol pieken en dalen. Sterker nog, als het om puur economische slagkracht gaat en om pure innovatieve kracht, dan spelen slechts een ‘handvol’ regio’s een zeer vooraanstaande rol in de wereldeconomie. Juist de regio’s die de wereldeconomie stuwen groeien ook nog eens het snelst, terwijl de dalen steeds meer verkommeren.

    Urbanisatie versterkt innovatie

    Van vitaal belang voor al deze trends is de explosieve groei van de steden over heel de wereld. Ongeveer 50% van de wereldbevolking leeft in een stedelijk gebied. In de ontwikkelde landen is dat zelfs ongeveer 75%. De economische kracht van een aantal van de grote stedelijke agglomeraties of metropolen is op zijn zachts gezegd verbazingwekkend. De economie van een stad als New York is bijna even groot dan die van landen als Rusland en Brazilië. Volgens de onderzoekers zijn de economisch sterkste stedelijke agglomeraties vooral te vinden in de Verenigde Staten en in mindere mate in Europa. In Azië waren er in 2005 nog maar een handjevol te vinden.

    Metropolen zijn niet alleen magneten voor mensen en derhalve bronnen van economische groei. Het zijn ook de plaatsten waar innovatie groeit en bloeit. Statistieken uit die jaren leren dat 85% van alle patenten toebehoren aan inwoners van vijf landen, te weten Japan, de Verenigde Staten, Duitsland, Zuid-Korea en Rusland. Binnen die landen zijn het weer steden die bronnen zijn van innovaties. Innovatieve koplopers zijn Tokyo, Seoul, New York en San Francisco. De subtop wordt gevormd door steden als Boston, Seattle, Austin, Toronto, Vancouver, Berlijn, Stockholm, Helsinki, London, Osaka, Taipei en Sydney. Als het om diepgravende innovatie gaat, dan eisen slechts een of twee dozijn steden wereldwijd de hoofdrol op. Dat was toen zo en dat is nog steeds zo, zij het dat de rol van steden als Shanghai of Bombay sinds 2005 fors vergroot is.

    Het patroon is duidelijk. Stedelijke agglomeraties trekken creatieve en getalenteerde mensen aan. Ideeën vinden daardoor sneller weerklank en kunnen bovendien sneller in de praktijk gebracht worden. Het ligt immers voor de hand dat in steden ook veel financiers te vinden zijn. Die maar wat graag het gezelschap van de creatievelingen opzoeken. Talent prefereert niet alleen de stad, omdat daar veel ander talent zit of omdat de voorzieningen van hoog niveau zijn. Talent doet dat ook, omdat in een stedelijke agglomeratie ook de voordelen van economies of scale biedt, maar ook die van knowledge spillovers. Het is geen wet dat je naar een stedelijke agglomeratie moet verhuizen om echt innovatief te zijn, het helpt echter wel om in een omgeving te verkeren met een kritische massa aan creativiteit.

    Globalisering

    Het proces van globalisering maakt de vruchten van innovatie alleen nog maar zoeter. Dankzij die trend kunnen innovatieve producten en diensten elke consument ter wereld in een oogwenk bereiken. Dat feit verhoogt weer de aantrekkelijkheid van de innovatieve centra met als resultaat dat welvaart en economische productie zich meer en meer in die centra samenballen.

    Het verhaal van innovatie in de vorige eeuw was vooral een Amerikaans verhaal. In de 21ste eeuw lijkt er een einde te komen aan die dominantie. Regio’s in Europa en Zuidoost-Azië beginnen hun plaats in de eregalerij op te eisen. Dat is misschien mede te danken aan het kleiner worden van de wereld. Sociale maar ook economie afstanden zijn kleiner geworden. Een sterk verbeterde mobiliteit maakt het voor de getalenteerden mogelijk om zich gemakkelijk van het ene centrum naar het andere centrum te bewegen.

    Naar schatting zijn meer dan 150 miljoen mensen onderdeel van deze wereldwijde arbeidsmarkt. Ook in dit opzicht neemt een beperkt aantal steden de koppositie in. Het gaat om steden als Londen, New York, Parijs, Tokyo, Hong Kong, Singapore, Chicago, Los Angelos en San Francisco. Deze steden hebben onderling de nauwste betrekkingen. Bewoners van deze agglomeraties voelen zich vaker met elkaar verbonden en verwant dan met de bewoners in hun spreekwoordelijke achtertuin.

    Dat is dan ook precies de schaduwzijde van een wereld vol pieken en dalen. De slag om talent, investeringen en goed betaalde banen vergroot de ongelijkheid tussen landen maar ook binnen landen. Dat verklaart ook ten dele de sterke anti-globaliseringsgolf die nu over de wereld rolt. Dat stelt beleidsmakers voor misschien wel een onoplosbaar probleem. Die pieken, de succesvolle stedelijke agglomeraties moeten blijven groeien om de economische vooruitgang op peil te houden. Om ervoor te zorgen dat de politieke reacties niet te scherp worden, mogen de belangen van de dalen niet veronachtzaamd worden. Het is aan de politiek om beide doelstellingen succesvol aan elkaar te koppelen! Dat was de conclusie van het onderzoek uit 2005. Die conclusie moet iedereen verrassend bekend in de oren klinken!

    Cor Wijtvliet

    Bron: Richard Florida, the World is spiky. Globalization has changed the economic playing field, but hasn’t levelled it. The Atlantic Monthly, October 2005

    corwijtvliet-logo

    Deze bijdrage is afkomstig van www.corwijtvliet.nl

    Tot slot:

    • Hebt u opmerkingen en/of vragen? Mail ze gerust aan: [email protected]
    • Of via mijn twitteraccount: @wijtvliet
    • Voor meer door mij geschreven artikelen bezoekt u mijn website: www.corwijtvliet.nl
    • Of bezoek www.Beurshalte.nl      
    • Ontvangt u het Cor Wijtvliet Journaal niet rechtstreeks? Abonneert u zich dan hier!

    Vindt u deze columns van Cor Wijtvliet interessant, dan kunt voor €25 per jaar donateur worden van het CorWijtvlietJournaal. Ook kunt u een geheel vrijwillige bijdrage overmaken naar NL14RABO0156073676, ten name van Wijtvliet Research.

    Donateurs krijgen niet alleen zonder vertraging het CorWijtvlietJournaal in hun mailbox, maar kunnen ook rekenen op een wekelijkse extra nieuwsbrief met vijf beleggingstips van Cor Wijtvliet. Neem voor meer informatie contact op met Cor Wijtvliet via het hierboven genoemde mailadres.




  • Banken verliezen een deel van hun bestaansrecht

    Deze bijdrage is afkomstig van Beurshalte

    bank-innovatieHet begrip disruptive technology is hard op weg een nieuwe hype te worden. Elke (technologische) innovatie moet ontwrichtend zijn, moet de bestaande orde op zijn kop zetten. Slimme marketeers proberen hun producten of diensten aan de man te brengen door ze als disruptive, als ontwrichtend te omschrijven. Het begrip wordt zo snel uitgehold en tot een lege huls gemaakt! Het is uiteraard ook verkeerd het hele begrip disruptive technology bij het oud vuil te zetten, want het bankwezen staat aan de vooravond van mogelijk zeer ontwrichtende ontwikkelingen. Dat althans is het beeld dat de consultants van McKinsey schilderen in hun laatste Global Banking Annual Review.

    De consultants denken dat het bankwezen een groot deel van haar inkomsten gaat verliezen, omdat technologiebedrijven in staat en bereid zijn om financiële diensten te verlenen tegen een fractie van de kosten die banken maken. Als McKinsey het goed gezien heeft, dan gaat het niet om klein bier! Als het om kredietverlening gaat, dan zullen banken op termijn 60% van hun huidige winsten verliezen en 40% van hun omzet. Het gaat dan bijvoorbeeld om kredieten voor een nieuwe auto of voor een creditcard. Een deel ervan gaat naar de klant in de vorm van lagere prijzen en een deel verdwijnt in de zakken van de nieuwe concurrentie.

    De nieuwe concurrentie zal zich uiteraard op die diensten richten die de slagroom op de taart vormen. Volgens de consultant genereerde het bankwezen in 2014 uit kredietverlening en verkoopactiviteiten een omzet van $ 1,75 biljoen. De return on equity uit deze activiteiten bedroeg 22%. Balance sheet activiteiten genereerden een omzet van $ 2,1 biljoen, maar de return on equity was hier een magere 9,5%. Het moge duidelijk zijn waar de voorkeur van de technologiebedrijven als Apple en Google naar uit gaat. Banken lopen dus het risico om te verworden tot een gezichtsloze versterker van de balans. Het is aan de banken zelf om te bepalen wat ze gaan doen. Willen ze coute que coute de bankrelatie met de klant overeind houden of kiezen ze voor het lot van de anonieme verstrekker!

    banking-revenues

    Overigens is het zover nog niet, dat banken nu al daadwerkelijk uit hun lucratieve activiteiten verdrongen worden. Het aandeel van banken in de wereldwijde kredietverlening is al jaren stabiel, aldus het rapport. De erosie van dat aandeel kan nog wel eens op zich laten wachten als de toezichthouders mochten besluiten de ontwrichters dezelfde regels en voorschriften op te leggen als de banken. Het is bijna zeker, dat de nieuwkomers hiervoor zullen terugdeinzen. Ze willen wel de lusten, maar niet de lasten! Volgens McKinsey bedroeg in 2014 de winst van het hele bankwezen ongeveer $ 1 biljoen en kwam de return on equity uit op 9,5%. Dat percentage was vooral te danken aan het steeds verder snijden in de kosten. Dat was nodig, omdat het bankwezen al jaren last heeft van een druk op de marges. Dat is voor de banken de zonzijde van het verhaal. De schaduwzijde is, dat de succesverhalen vooral uit de Verenigde Staten en China komen. Volgens de consultants hebben tweederde van de banken in de ontwikkelde wereld en een derde van de banken in de opkomende markten een return on equity die lager is dan de cost of equity. De waarderingen voor deze banken liggen lager dan hun boekwaarde. Die banken kijken reikhalzend uit naar bijvoorbeeld een renteverhoging om zo winsten te verbeteren. Het is echter maar de vraag, of ze dan wel in staat zijn om hun bedrijf fundamenteel te verbeteren. Bij McKinsey denken ze dat het structureel verbeteren van de winst een zeer moeilijke opgave zal blijken, omdat de marges in dit decennium alleen nog maar zullen verkrappen. Het laatste waar de sector dan ook behoefte aan heeft, is een instroom van nieuwe concurrentie! Cor Wijtvliet Hoofdredacteur Beurshalte.nl beurshalte-logoOver Beurshalte: Dagelijks publiceert Beurshalte nieuwsbrieven en columns van leden van de redactie en van gastauteurs over de wereld van beleggen en alles wat ermee samenhangt. Daarnaast publiceert beurshalte wekelijks een nieuwsbrief met unieke inhoud over relevante beleggingsthema’s. Belangstellende lezers kunnen een gratis abonnement nemen. Als u geïnteresseerd bent, kunt u zich hier aanmelden!

  • Heeft de iPhone van Apple een mooie toekomst achter zich?

    Deze bijdrage is afkomstig van Beurshalte

    Deze week, om precies te zijn op woensdag 9 september, zal Apple zijn nieuwe iPhone ten doop houden. De plaats van handeling is het Civic Auditorium in San Francisco, waar in 1977 Steve Jobs de Mac II bij het grote publiek introduceerde. De belangstelling voor de bijeenkomst is groot. Het ziet er immers naar uit, dat de markt voor de smartphone na jaren van onstuimige groei gaat vertragen.

    iphone6s-resizedHet onderzoeksbureau IDC verwacht dat de groei van de smartphonemarkt in 2015 gaat uitkomen op 10,4 procent, een stuk minder dan de 27,5 procent voor 2014. De vertraging is vooral te wijten aan China. Daar zal de groei dit jaar terugvallen naar 1,2%.

    Er zit een pikant detail aan de prognoses van IDC. Die kwamen een dag nadat ceo Tim Cook van Apple in een e-mail de markt had laten weten, dat de verkopen van de iPhone in China sterker waren dan voorzien. Cook schreef die email, omdat door de onrust op de beurzen in China het aandeel Apple ook onder druk was gekomen. Dankzij het optreden van de ceo kwam er een einde aan de koersdaling van het aandeel.

    koers-apple

    Koersontwikkeling aandeel Apple

    Het IDC is echter niet de enige partij die vraagtekens zet bij de groei van de markt voor smartphones dus ook bij de onstuitbare opmars van de iPhone. Ook Wall Street twijfelt. De bankiers vragen zich hardop af of Apple er ook in 2015 opnieuw erin zal slagen de consument in grote getale te overtuigen een nieuwe iPhone aan te schaffen. Ze kijken daarbij met meer dan een schuin oog naar de vertraging in China. Dat land is de belangrijkste groeimarkt voor Apple. Wall Street verwacht dat er in 2015 tussen vijf en tien procent meer iPhones verkocht zullen worden dan in 2014. Toen bedroeg de groei 35%.

    Innovatie?

    Los van de moeilijke economische omgeving vragen de analisten op Wall Street zich af of er nog heel veel innovatie in de pijplijn zit. Die is in hun ogen nodig om verkopen op peil te houden. Ze hebben hun twijfels en die hebben ze zeker over de nieuwe 6S die op de markt gaat komen. Het is een zogeheten ‘S’ jaar. Dat betekent geen complete redesign, maar slechts een enkele verbetering. Bij Apple zijn ze zich terdege ervan bewust, dat dit soort ideeën leeft in de markt en ze proberen die met man en macht de kop in te drukken. Het idee van een groeivertraging bij Apple doet de koers immers geen goed! Nog bij de presentatie van de tweede kwartaalresultaten hamerde ceo Tim Cook er op dat de smartphone nog een lange reeks van innovatieve jaren tegemoet gaat. Maar niet alleen daarom zal de komende jaren de vraag hoog blijven. Gebruikers van Apple ’s iPhone zijn erg merkentrouw en daar zal het bedrijf de komende jaren nog veel profijt van hebben. Uit intern onderzoek blijkt, dat minder dan 30% van de Appleklant een iPhone 6 of 6 Plus heeft. Er zou in dat opzicht nog een wereld te winnen zijn, zo zeggen ze bij Apple. Het zaad van de twijfel is gezaaid, zo lijkt het. Niemand twijfelt eraan, dat Apple nu en in de toekomst nog mooie, innovatieve apparaten in de markt gaat zetten. De magie van de vanzelfsprekendheid lijkt echter op zijn retour. Meer dan in het verleden, zal het bedrijf moeite moeten doen om de iPhone in blijvend zeer grote getale aan de man/vrouw te brengen. Het is overigens een lot dat elk innovatief bedrijf wacht. Eens is de magie uitgewerkt! Wie weet, staat Apple op het punt die les te leren. Cor Wijtvliet  

    Woensdag lanceert Apple de nieuwe iPhone 6S

    Hoofdredacteur Beurshalte.nl beurshalte-logoOver Beurshalte: Dagelijks publiceert Beurshalte nieuwsbrieven en columns van leden van de redactie en van gastauteurs over de wereld van beleggen en alles wat ermee samenhangt. Daarnaast publiceert beurshalte wekelijks een nieuwsbrief met unieke inhoud over relevante beleggingsthema’s. Belangstellende lezers kunnen een gratis abonnement nemen. Als u geïnteresseerd bent, kunt u zich hier aanmelden!

  • Van manufacturing naar brainfacturing

    In Nederland willen beleidsmakers en hooggeleerden nog wel eens minzaam de schouders ophalen, als het onderwerp maakindustrie ter sprake komt. Maakindustrie is hun ogen een laagwaardige economische activiteit die Nederland alweer een tijdje geleden verlaten heeft en nooit meer zal terugkomen. ‘We zijn te duur’. Die geestelijke insteek is helemaal fout, althans als we Antoine van Agtmael mogen geloven. Van Agtmael heeft wereldfaam verworven door in 1982 het begrip Opkomende Markten te introduceren. Hij bedacht de term om zo op een positieve manier aandacht te vragen van beleggers voor de grote mogelijkheden die ontwikkelingslanden in zijn ogen boden. Niemand zal nu nog het succes van het initiatief van Van Agtmael durven betwisten.

    Patrick O'Connell

    Patrick O'Connell

    Concurrentievermogen

    Tijden veranderen. Dat blijkt wel uit het nieuwe boek van deze oud medewerker van the International Finance Corporation. In Back in business. From Rustbelt to Brainbelt voorziet hij dat het economisch initiatief weer meer bij het Westen komt te liggen. In veel Opkomende Landen en in het bijzonder in China heeft de zelfvoldaanheid plaats gemaakt voor twijfel. De angst dringt zich steeds meer op, dat ze hun competitieve voorsprong aan het verspelen zijn. Dat hangt enerzijds samen met de sterke loonstijgingen in veel Aziatische landen. In China bijvoorbeeld zijn de lonen sinds 2001 met ruim 400% gestegen. In de VS daarentegen zijn de loonkosten sinds 1995 met 12% gedaald. En dus komt er uit Azië een exodus van bedrijven op gang die hun heil weer in de VS of Mexico zoeken. Kosten zijn echter niet het enige argument volgens Van Agtmael voor een wederopleving van de industrie in de Verenigde Staten. Het is ook wat hij omschrijft als de creative response van het Westen. Hij doelt uiteraard op de snelle opkomst van fenomenen als 3D printen en/of robotics. Deze en andere trends hebben in het westen de ontwikkeling in gang gezet van manufacturing naar brainfacturing. Bovenstaande wil overigens niet zeggen, dat het tijdperk van de Opkomende Markten passé is. Geenszins, volgens Van Agtmael is en blijven ze voor veel bedrijven het Beloofde Land. Niet langer is de rol van de Amerikaanse consument doorslaggevend voor de wereldeconomie, maar die in India en China. Dat zijn de absolute groeimarkten voor de leveranciers van consumentenproducten als auto's, wasmachines en stofzuigers. Een tragere groei van China is allesbehalve een ramp voor dat land of voor de rest van de wereld. Een koopkrachtige Chinese consument zal een zegen blijken.

    Autoproductie

    Autoproductie

    Brainfacturing

    Maar de echte innovaties vinden even niet meer plaats in de Opkomende Markten maar opnieuw in de VS. Van Agtmael wijst daarbij op de bijna wildgroei aan innovatieve centra in dat land. Hij wijst eveneens op de reshoring van industriële activiteiten door bedrijven als GE en Apple. Dat geeft de VS een hernieuwd zelfvertrouwen in eigen industrieel kunnen. Dat zal zich vertalen in een nieuwe reeks van innovaties in manufacturing, waarop steeds vaker de term brainfacturing van toepassing zal blijken. Brainfacturing maakt het mogelijk, dat ook het Westen met succes een gooi kan doen naar de gunst van miljarden koopgrage consumenten in de Opkomende Markten.

    brainfacturing

    Brainfacturing neemt steeds prominentere rol in

    Van Agtmael is niet uniek in zijn visie. Al eerder kwam the Boston Consultancy Group met een rapport, waarin beschreven werd dat een industriële renaissance in het Westen mogelijk is. In Europa wordt hier uiteraard nog maar nauwelijks over nagedacht. Dat is jammer, want het beetje industrie dat we nog in huis hebben, bleek in de afgelopen jaren veel crisisbestendiger dan al die schone en hoogwaardige dienstverlening. Daar bleken veel burgers en bedrijven in tweede instantie weinig behoefte aan te hebben. We zouden al een stuk op de goede weg raken, als we in Nederland los kunnen komen van het absurde idee dat maakindustrie laagwaardig is! Cor Wijtvliet

    Maakindustrie. Laagwaardig?

    Maakindustrie. Laagwaardig?

    BELANGRIJK: - Opmerkingen en vragen kunt u richten aan: [email protected] - Bezoek ook de website van Cor Wijtvliet en lees meer door hem geschreven artikelen - U kunt Cor Wijtvliet boeken voor een inspirerende spreekbeurt. Laat u verrassen! - U kunt zich hier abonneren voor het wekelijks Cor Wijtvliet Journaal, voor het geval u deze nog niet automatisch ontvangt. - Maak ook kennis met de nieuwsbrief Crash Investor.

  • Innovatie! Welke innovatie?

    innovatie-silicon-valley
    Het is een discussie die eigenlijk niet van wijken weet en met de regelmaat van de klok de kop weer opsteekt. Het heeft alles te maken met het soort innovaties dat uit Silicon Valley komt. Waarom is het na 20 jaar van innovatie nog steeds zo moeilijk om die te zien terugkomen in het Bruto Binnenlands Product (BBP)? Het is een discussie die al dateert uit 1987. Toen merkte de econoom Robert Solow op, dat je weliswaar overal de bewijzen kon zien van het tijdperk van de computer, maar niet in de cijfers over de productiviteitsontwikkeling.

    Er zijn verschillende verklaringen mogelijk voor de geringe zichtbaarheid van de vele innovaties van de laatste decennia. Een positieve is, dat de manier waarop het BBP gemeten wordt niet voldoet om de vele verbeteringen van de huidige levensstandaard zichtbaar te maken. Een meer negatieve verklaring zegt, dat veel innovaties weinig om het lijf hebben.

    innovatie

    Figuur 1 Financiële innovaties

    Financiële innovatie

    Neem de talloze innovaties in de financiële sector. Daar werd hoog van opgegeven, want de knapste koppen werkten voor banken en institutionele beleggers. De wereld heeft na 2008  geleerd, dat deze innovaties alleen maar erop gericht waren markten te manipuleren en om de clientèle op grote schaal op te lichten. De sector droeg dus niets bij om het leven van velen te verbeteren, maar slechts van de enkeling (de bankier). Voor velen was er de crisis, waarvan de wereld nog steeds herstellende is.

    Dot com innovatie

    Je kunt ook vraagtekens zetten bij de kwaliteit van de innovaties uit de dot-com jaren. In hoeverre leveren websites een bijdrage aan de verhoging van de doorsnee levenstandaard? Websites kunnen gebruikers helpen kosten te besparen of tijd te besparen, maar is dat hetzelfde als het verbeteren of verhogen van de levensstandaard? En dan hebben we het maar niet over de sociale kosten, die innovaties teweeg kunnen brengen. Banenverlies en werkloosheidsuitkeringen zijn niet terug te vinden in de winstgevendheid van de individuele innovatie. Het omgekeerde is trouwens ook waar. Het is moeilijk te meten hoe groot het sociale welzijn is, dat Facebook voor zijn gebruikers weet te creëren. Het feit echter, dat de discussie over de kwaliteit van de huidige innovaties steeds weer de kop op steekt, wijst op een knagende twijfel over de lange termijnwaarde van die innovaties. Natuurlijk, er wordt veel tijd, geld en denkkracht geïnvesteerd in het optimaliseren van marketing- en advertentiebudgetten, maar ware het niet beter geweest al die mensen en middelen in fundamenteel of toegepast onderzoek te investeren? Dat had met een beetje geluk geleid tot een reeks nieuwe producten en diensten die de kwaliteit van het leven daadwerkelijk verbeteren.

    mens-in-beeld

    Figuur 2 Het menselijk genoom in kaart gebracht

    Facebook en Twitter zullen ongetwijfeld bijdragen aan het sociale welzijn, maar zal hun bijdrage even duurzame effecten hebben als de uitvinding van de transistor of het in kaart brengen van het menselijk genoom? Beide innovaties hebben tot reeksen andere innovaties geleid. Gelukkig staat echter als een paal boven water, dat innovaties van het kaliber als Facebook of Twitter in ieder geval niet de noodlottige resultaten zullen teweeg brengen als al die financiële innovaties in de aanloop naar 2008. Dat is een bijzonder prettige zekerheid. Cor Wijtvliet Bron: Joseph E. Stiglitz, the innovation enigma. Project Syndicate, March 9 2013