Tag: italie

  • Grafiek: Steeds meer slechte leningen in Spanje en Italië

    Het percentage slechte leningen op de balans van Spaanse en Italiaanse banken neemt sinds het uitbreken van de financiële crisis gestaag toe. De volgende grafiek laat zien dat de banken in Spanje en Italië momenteel respectievelijk 13,4% en 9,9% van al hun uitstaande leningen hebben aangemerkt als ‘bad loan’. Dat zijn leningen waarvan de bank verwacht dat ze niet volledig of niet binnen de vastgestelde termijn afgelost zullen worden. Deze trend staat volstrekt haaks op de ontwikkeling van de rente waartegen de twee landen kunnen lenen. Beleggers nemen op het moment van schrijven genoegen met een rente van slechts 3% op 10-jaars schuldpapier van Spanje en Italië, terwijl dat bijna een jaar geleden nog ongeveer 5% was.

    De tegenstrijdigheid van deze twee ontwikkelingen is mogelijk te verklaren door de 'bazooka' die Draghi in de zomer van 2012 afvuurde. Hij zei dat hij alles zou doen om de euro te redden, waarmee de lucht voor obligatiebeleggers geklaard werd. Dat er in de private sfeer steeds meer betalingsachterstanden zijn, dat lijkt beleggers minder te interesseren.

    Steeds meer slechte leningen bij Spaanse en Italiaanse banken

    Steeds meer slechte leningen bij Spaanse en Italiaanse banken (via twitter)

  • Aantal slechte leningen in Italië blijft toenemen

    De rente op Italiaanse staatsobligaties daalt al enige tijd, maar daarmee is niet gezegd dat de economie van het land aan de beterende hand is. Zo steeg de werkloosheid in Italië de afgelopen drie jaar van 8% naar 12,7% en is de staatsschuld nog verder opgelopen ten opzichte van het bbp. Zero Hedge komt met nog meer slecht nieuws, want de volgende grafiek laat zien dat het percentage slechte leningen sinds 2008 vrijwel onafgebroken stijgt.

    Meer slechte leningen

    De Italiaanse regering kan momenteel voor tien jaar geld lenen tegen 3,83%, een rentetarief dat we sinds het uitbreken van de Europese schuldencrisis niet meer hebben gezien. Is het niet vreemd dat de kapitaalmarkten op dit moment zoveel vertrouwen hebben in het schuldpapier van de regering, terwijl de bevolking van Italië zich in allerlei bochten moet wringen om de private schuldenlast te dragen?

    In november stond er €149,6 miljard aan slechte leningen op de bankbalansen, omgerekend 7,8% van het totaal aan private schulden. Dat is een forse toename ten opzichte van de 6,1% een jaar eerder. Jaar op jaar steeg het percentage slechte leningen bij Italiaanse huishoudens met 23%, de snelste stijging in twee jaar tijd. Hieruit kunnen we concluderen dat het nog steeds niet zo goed gaat met de Italiaanse consument. Ook daar is het nog volop crisis, ondanks het feit dat de regering weer goedkoop geld kan ophalen uit de markt.

    Aantal slechte leningen blijft toenemen in Italië

    Aantal slechte leningen blijft toenemen in Italië 

  • Italië wil gewoon niet hervormen

    Het lot van Mario Monti staat misschien wel symbool voor het falen van de Italiaanse politiek. Hoewel populair als premier, wist hij zich niet opnieuw te laten herkiezen. En nu is hij ook nog teruggetreden als eerste man van de door hemzelf opgerichte Scelta Civica. In tegenstelling tot de overige elf senatoren van zijn partij wilde hij niet zijn handtekening zetten onder het huidige Italiaanse budget. Mario Monti is als buitenstaander ten onder gegaan in de slangenkuil van de Italiaanse politiek.

    Benchmark
    Zijn ondergang is tegelijk een bewijs van het onvermogen en onwil van diezelfde Italiaanse politiek om serieus werk te maken van hervormingen. Het terugtreden had alles te maken met het belangrijkste thema van het budget. Dat was een voorstel om de belastingwig tussen wat de werkgever aan kosten voor zijn werknemer betaalt en wat diezelfde werknemer uiteindelijk ontvangt te verkleinen. In het voorstel was een bedrag van € 2,5 miljard opgetekend. Maar om de wig substantieel te verkleinen en zodoende het concurrerend vermogen van het land te verbeteren, was een tot twintig maal toe groter bedrag noodzakelijk. Alleen dan zou het land een beetje in de buurt van de Europese grootmacht en benchmark Duitsland komen.

    Wurggreep
    Natuurlijk weten politici als Monti, de huidige premier Letta en minister van financiën, Saccomanni, precies wat nodig is voor het land. Het is echter de partijcultuur die een oplossing voor de Italiaanse problemen verhindert. Zijn partij de Partito Democratico is een partij van oude socialistische snit. Ze willen het tekort onder 3% brengen, ze willen in de eurozone blijven. Ze zijn echter niet bereid om daar de noodzakelijke financiële middelen voor vrij te maken om zo belastingverlagingen mogelijk te maken. De PDL van oud-politicus Berlusconi wil op haar beurt niets weten van hogere belastingen voor de rijken. En zo houden beide partijen elkaar in een wurggreep en is de ruimte voor budgettaire bewegingsvrijheid nagenoeg nul.

    Giftige combinatie
    Om toch aan de benodigde financiële ruimte te komen staat de politiek nog andere middelen ter beschikking. Ze zou kunnen besluiten om een regionale bestuurslaag weg te snijden en/of de vele staatsbedrijven te gaan privatiseren. Dat zou niet alleen veel geld opbrengen, maar ook de bestuurlijke efficiency vergroten. Helaas, in beide gevallen gaat het hier om een veilig economisch heenkomen van talloze oud politici. Het resultaat is, dat het politieke establishment gekozen heeft voor de giftige combinatie van bezuinigingen en boekhoudkundige trucs.
    De komende maand zal de Italiaanse bevolking er getuige van zijn hoe hun politici het ene na het andere amendement op de begroting zullen indienen. Niet met de bedoeling om de kwaliteit van de begroting te verbeteren, maar louter om de special interests te dienen. Het kan zelfs gebeuren, dat haviken binnen de PDL opnieuw zullen proberen om de regering te laten vallen. Of nieuwe verkiezingen iets zullen oplossen? Het is maar helemaal de vraag. De PDL is bovendien de partij van het special interest bij uitstek.

    Onwil
    Als er politiek iets kan veranderen, dan moet het komen van de beoogde nieuwe voorzitter van de Partito Democratico, Matteo Renzi.
    Hij neemt geen blad voor zijn mond en zegt waar het op staat. Hij is populair binnen zijn partij, maar of dat voldoende is om die volledig achter zich te krijgen is een ander verhaal. Het veranderen van een partijcultuur duurt lang, heel lang. Dat weten de Britse socialisten maar al te goed. En tijd, daar ontbreekt het Italië aan. Dat is geheel te wijten aan een onwillig establishment, dat wel alles wilde, maar daarvoor niets wilde opofferen.

    Cor Wijtvliet spreekt aankomende tijd op de seminar reeks ‘Bescherm uw toekomst’. Meer informatie…

    Bron:

    Wolfgang Münchau, Italy’s awful budget misses the chance for reform. Financial Times, October 21 2013

  • Het is erop of eronder voor de Italiaanse politiek

    Het is erop of eronder voor de Italiaanse politiek

    Afgelopen week was op zijn zachts gezegd een geruchtmakende. Er kwam toch nog een onverwacht einde aan de lange politieke carrière van oud-premier Berlusconi. Hij vergiste zich schromelijk in de absolute loyaliteit van zijn partijgenoten van de Popolo della Liberta (PdL). Zijn medestrijder Angelino Alfano vond het toch een brug te ver het kabinet te laten vallen om zo de mogelijkheid te openen dat Berlusconi via nieuwe verkiezingen zijn bedreigde Senaatszetel veilig kon stellen.

    Populisme

    De overwinning van zittend premier Letta op zijn rivaal Berlusconi mag ook een overwinning genoemd worden van het politieke centrum op het rechtspopulisme. De afgang van de oud-premier biedt het centrum een grote kans om politiek orde op zaken te stellen. Het is echter zeer de vraag of de politici deze kans met beide handen zullen aangrijpen of dat ze die weer eens verkwanselen met alle negatieve gevolgen van dien.

    Moed en daadkracht

    Er is op voorhand reden tot grote bezorgdheid, ook al zijn de randvoorwaarden voor Letta gunstig. Hij kan naar alle waarschijnlijkheid doorregeren tot 2015. Zijn huidig kabinet heeft een comfortabele meerderheid. Die is zonder meer nodig om werkelijke daadkracht aan de dag te kunnen leggen. Zo zou het van wilskracht getuigen als hij de regionale democratie zou weten in te dammen en liefst afschaffen. Het is in feite niet meer dan een overbodige bestuurslaag die wel kost maar niet rendeert.

    Zal Letta ook de moed hebben om de belasting op arbeid te verlagen en zal hij een groot del van het publieke bedrijfsleven eindelijk eens privatiseren? Het is maar zeer de vraag of hij hiertoe in staat is. Staatsbedrijven zijn een warm toevluchtsoord voor politici die hun carrière in Rome beëindigd hebben. Partijen als de PdL, maar ook de PD van Letta zelf heeft steeds de belangen van deze politieke kaste verdedigd.

    Bankensector

    Maar misschien is de grootste uitdaging wel om de bankensector te saneren. De Italiaanse banken hebben te weinig eigen vermogen en teveel schulden. Van het beetje geld, dat ze nog in kas hebben, kopen ze staatsobligaties in plaats van bedrijven van krediet te voorzien. Gebrek aan krediet is uiteraard een sta-in-de-weg voor een voorspoedig herstel van de economie.

    Maar ook in dit geval heeft de politiek zo haar eigen belangen. Ze domineert feitelijk de sector.

    Gevestigde belangen

    Zou Letta het aandurven om de gevestigde belangen, ook binnen zijn eigen partij te trotseren? Het land moet komende jaren zeer zwaar herstructureren en bezuinigen om überhaupt in de buurt van een tekort van 3% te komen. Dat zal om zeer impopulaire maatregelen vragen. Daarbij zal Letta alle steun nodig hebben die hij kan krijgen. Hij kan zeker niet zonder de steun van zijn eigen partijbaronnen.

    Comeback

    En dan nog. Letta en Alfano hebben een grote overwinning behaald op populistisch rechts, maar die is nog niet definitief verslagen. Het is beslist niet ondenkbaar dat de partij van Berlusconi en Alfano zich gaat opsplitsen in een gematigde centrumpartij en een rechts-populistische. De laatste zou waarschijnlijk opnieuw onder leiding staan van de clan van Berlusconi. Die laatste zou beslist niet kansloos zijn bij de komende verkiezingen als het land dan nog steeds in een uitzichtloze recessie verkeert. Mario Monti weet daar alles van. Hij verloor de verkiezingen aan Berlusconi.

    Als het politieke centrum nu niet de crisis echt aanpakt, krijgt ze daar in 2015 alsnog de rekening voor gepresenteerd in de vorm van een glorieuze comeback van Berlusconi en zijn paladijnen. Dan is Italië waarlijk vervloekt en aan de goden overgeleverd.

    Cor Wijtvliet spreekt aankomende tijd op de seminar reeks ‘Bescherm uw toekomst’. Meer informatie…

    Bron:
    Wolfgang Münchau: Italy’s chance to realign – or to mess things up.

    Finanacial Times, October 7 2013

  • Gelooft u nu werkelijk in het herstel?

    Gelooft u nu werkelijk in het herstel?

    Over het tweede kwartaal van dit jaar bedroeg de groei in de eurozone 0,3%. Het heeft er alle schijn van, dat ook over het zojuist beëindigde derde kwartaal de groei positief zal zijn. Brussel kan zijn geluk niet op, want twee kwartalen op rij van positieve groei betekent ‘volgens Bartjens’ dat de recessie voorbij is.

    Business Cycle

    Dat is toch echt te kort door de bocht. Die wetmatigheid zou opgeld doen, als er de afgelopen jaren sprake was geweest van een normale ‘business cycle’. Niemand met een beetje gezond verstand zal die bewering voor zijn rekening willen nemen. Voor wie toch twijfelt, zetten we enkele cijfers op een rij. Tussen 2007 en 2013 bedroeg de economische krimp in de eurozone 1,3%, voor Spanje was dat 5,3% en voor Italië zelfs 8,4%. In diezelfde periode daalden de investeringen met maar liefst 19%. Iedereen kent de werkloosheidscijfers van landen als Griekenland en Spanje. Die behoeven geen commentaar. Het zal de nodige jaren duren voor al dat leed definitief geleden is.

    Italië

    Los van al dat leed kampt de eurozone met enkele hardnekkige problemen die een terugkeer van een gezond groeitempo in de weg staan. Op dit moment is Italië weer gedompeld in een regeringscrisis. Een bijkomend effect daarvan is, dat ondernemers onder dit soort omstandigheden zuinig zijn met hun investeringen. Maar ook zonder de chronische politieke onrust blijft het land een blok aan het been van het herstel. De schuldenlast is veel te hoog en de productiviteit is veel te laag. Het woord hervormen kennen de Italiaanse politieke leiders echter nog steeds niet. Het zou maar het beste zijn, als het land de eurozone verliet. Maar dat wil nagenoeg niemand in dat land. Het huidig beleid kan ook nog lang volgehouden worden, als de rente maar laag blijft. Gaat die onverhoeds stijgen, dan zal de wal het schip keren en zullen er spijkers met koppen geslagen moeten worden. Zolang blijft het land ook een sta-in-de-weg voor een eurozone breed herstel.

    De grootste belemmering is overigens niet Italië en ook niet het stringente bezuinigingsbeleid. Die dubieuze rol is weggelegd voor de banken. Sinds de bankencrisis in 2009 aan de oppervlakte kwam is de kredietverlening aan burger en bedrijven steeds verder gedaald. In augustus van dit jaar bijvoorbeeld was de kredietverlening aan bedrijven opnieuw met 2% gedaald. Die druppelende kredietverlening wil zeggen, dat de groei zwak zal zijn, totdat banken hun traditionele rol als kredietverstrekker weer serieus gaan nemen. Maar dan moeten er nog een serie stappen gezet worden. Een bankenunie zou zo’n verstandige eerste stap kunnen zijn. Maar het is bij lange na niet voldoende. De bankenunie zou er scherp op toe moeten zien, dat de nauwe banden tussen banken en overheden

    doorgesneden worden. In veel landen zijn banken de belangrijkste kopers van overheidspapier. Zo houden beide partijen elkaar in een wurggreep. Vervolgens zou de bankenunie er serieus werk van moeten maken om de kwaliteit van de bankbalans te verbeteren. In de doorsnee bankbalans schuilen nog enorme bedragen aan dubieuze schulden en vermogenstitels. Maar dat kan niet zonder bijstand van overheden. Die deinzen echter terug voor hun verantwoordelijkheden, want het gaat om vele honderden miljarden aan dubieuze balansposities. Zolang de bankbalans niet op orde is, zolang zal de kredietverlening niet verbeteren. Zolang de kredietverlening niet verbetert, is de kans op een gezonde economische groei nagenoeg nihil. Dat is helaas een waarheid als een koe.

    Cor Wijtvliet

    Bron:

    Wolfgang Münchau, Do not kid yourself that the eurozone is recovering. Financial Times, September 30, 2013

  • Italië wordt het Japan van Europa

    Het gaat niet goed met Italië, ondanks recente, opbeurende berichten. Sinds 2008 is het bruto nationaal product (BNP) met maar liefst 8% gedaald, is de werkloosheid met bijna een miljoen mensen gegroeid en is een vaste baan nagenoeg een fata morgana geworden. De regering doet echter te weinig om de problemen fundamenteel aan te pakken. Het opvallendste aspect van de tamelijk hopeloze situatie is misschien nog wel, dat de bevolking rustig blijft en niet de straat opgaat.

    Spaartegoeden

    De relatieve rust laat zich verklaren met een verwijzing naar de forse spaartegoeden van vooral de oudere generaties. Maar er speelt meer. Onderliggend worden trends zichtbaar, die een onstuitbare neergang van dit land bewerkstelligen. Het zijn trends die al veel langer spelen in Japan en ook daar al 20 jaar zorgt voor een proces van achteruitgang.

    Twintig jaar lang heeft de Japanse overheid nagenoeg niets gedaan om de overheidsschulden te saneren. Die bedragen nu al meer dan 220% van het  BNP. Waarom hebben politici dit niet gedaan? Het antwoord is, omdat de kiezer dit niet eiste. Dat is weer het gevolg van de demografie van dit land. De Japanse bevolking behoort tot de meest vergrijzende ter wereld. De gemiddelde leeftijd bedaagt 45,8 jaar. Ter vergelijking, in Nederland is de gemiddelde leeftijd 39 jaar. De grote groep ouderen in Japan zitten op een berg spaartegoeden. Dat maakt hen relatief onkwetsbaar voor economische tegenwind. Sterker nog, de aanhoudende daling van de consumentenprijzen verhoogt in feite hun koopkracht. Het doel van de oudere is om die koopkracht te beschermen en als het even kan nog te vergroten. Ze hebben er dus geen belang bij de status quo te veranderen.

    Renteniers

    De situatie in Italië is niet fundamenteel anders. Ongeveer 33% van de bevolking is al ouder dan 55 jaar en evenals hun tegenvoeters in Japan zit deze groep op een fors berg spaartegoeden. In Italië ontvangen vandaag de dag 18,6 miljoen Italianen een pensioen en zijn er maar 12 miljoen Italianen met een vaste baan. Het is derhalve niet vreemd, dat de tegenstelling tussen de renteniers en de productieve groeit. Vooralsnog werkt de wet in Italië in het voordeel van de renteniers. Ze hoeven slechts 12,5% belasting te betalen over hun beleggingswinst. Iemand, die een bedrijf wil beginnen, betaalt 50% over zijn eerste investeringen. De huisbaas betaalt 15% belastingen over zijn huurinkomsten, maar de ongeschoolde arbeider betaalt 23% belasting over zijn vaak schamel inkomen.

    Tegenstellingen

    De renteniers danken hun sterke positie aan hun hoge opkomst bij de verkiezingen. Van de jongeren tot 34 jaar gaat 60% naar de stembus, maar van de 55 plussers 72%. En dus dienen politici vooral de belangen van deze bovenliggende partij. Daardoor raken de werkenden steeds meer vervreemd van het democratisch bestel, dat hun belangen verwaarloost. De combinatie van een sterke groep renteniers met daar tegenover grote groepen ontevreden werknemers is een feilloos recept voor economische neergang. Japan is daar het angstaanjagende  voorbeeld van. Pas na twintig jaar dreigt het land uit de verlammende patstelling te breken. Daar was wel de dreiging van een steeds sterker China voor nodig. Hoe de wake up call voor Italië er moet uitzien, weet niemand nog. Maar het is voor alle Italianen niet te hopen, dat die nog twintig jaar uitblijft. Dan zal de neergang niet meer te stoppen zijn. Overigens zullen ook in andere landen van Europa de tegenstellingen tussen renteniers en productieven snel gaan toenemen als het economisch herstel nog lang uitblijft. Cor Wijtvliet Bron: Federico Fubino, Europe’s Japan? Project-syndicate September 20 2013 >> Wilt u de dagelijkse column van Cor Wijtvliet zonder een dag vertraging ontvangen? Klik hier om u aan te melden voor de gratis Wijtvliets Investment Insider nieuwsbrief! <<

  • Obligatiehouders nemen verlies voor redding Monte Paschi

    De Italiaanse Monte Paschi bank zit diep in de problemen en moet herstructureren. Dat betekent onder de nieuwe ‘bail-in’ strategie dat ook de obligatiehouders verlies moeten nemen. Europese autoriteiten hebben besloten dat achtergestelde obligatiehouders van de bank geen rente meer zullen ontvangen over in totaal €481 miljoen aan schuldpapier dat verstrekt is onder MPS Capital Trust II en Antonveneta Capital Trust I en II.

    Op deze manier wordt een formele ‘default’ voorkomen, maar daarmee zijn de zorgen voor de bezitters van de achtergestelde obligaties niet weggenomen. Zo lang het onduidelijk blijft of en wanneer de rente van deze obligaties weer uitgekeerd zal worden is het moeilijk om de waarde van het schuldpapier op de secundaire markt te bepalen.

    Bail-in

    Volgens Eurocommissaris Joaquin Almunia met de uitstroom van cash uit de bank ten behoeve van de achtergestelde obligatiehouders tot het absolute minimum beperkt worden. Dat schreef hij in een brief die hij op 16 juli stuurde aan Fabrizio Saccomanni, de Italiaanse minister van Financiën en die werd ingezien door de redactie van Bloomberg.

    Daarmee heeft hij alvast duidelijk gemaakt dat Europa geen bank meer zal redden zonder ‘hulp’ van andere stakeholders, zoals de aandeelhouders en de vermogende spaarders. We zagen eerder al bij de redding van SNS en van diverse Cypriotische banken dat obligatiehouders en spaarders met meer dan €100.000 op hun bankrekening verliezen moesten nemen.

    Onderdeel van het herstructureringsprogramma is om de salarissen bij de top van de bank te matigen. Hoeveel de top van de bank erop achteruit gaat weten we niet, maar we beschouwen het als een gezonde ontwikkeling voor de sector.

    Tier 1 versus tier 2

    Bloomberg schrijft dat de €108 miljoen aan preferente aandelen van de bank, uitgegeven door Antonveneta Capital Trust II, met 5 cent in waarde zakte naar 41 cent. Dat is het laagste niveau sinds 23 april.

    Terwijl de Monte Paschi bank stopt met het betalen van rente over obligaties die bij het Tier 1 kapitaal horen, blijft de bank wel rente uitkeren over €2,6 miljard aan Tier 2 obligaties die in euro’s en Britse ponden zijn uitgegeven. Het is nog onduidelijk of de bank de rente over deze obligaties wel zal blijven betalen.

    Obligaties terugkopen

    Volgens Eva Olsson van Mitsubishi UFJ Securities in Londen gokken investeerders er wellicht op dat de Italiaanse bank de obligaties gaat terugkopen, rond of beneden de huidige koers. De obligaties zijn voor het grootste gedeelte in het bezit van Italiaanse investeerders, die de afgelopen jaren een belangrijke bron van kapitaal zijn geweest voor de banken.

    Op 25 september vindt er een persconferentie plaats over wat er precies met deze Italiaanse bank gaat gebeuren. “Waarschijnlijk moet de bank volgend jaar meer kapitaal ophalen en wij denken dat dat in deze markt een grote uitdaging zal worden”, zo liet Olsson weten tegenover Bloomberg.

    De prijs van credit-default swaps, verzekeringen tegen mogelijke verliezen, stegen ook door het nieuws. Bloomberg schrijft dat men voor een verzekering van €10 miljoen aan ‘junior bonds’ van de bank inmiddels een verzekeringspremie van €2,1 miljoen moet neerleggen, aangevuld met jaarlijkse verzekeringskosten van €500.000. Dat wijst erop dat de markt de kans op een default binnen dit tijdsbestek inschat op 49,5%.

    Problemen achter de voordeur van de Monte Paschi bank

    Problemen achter de voordeur van de Monte Paschi bank…

  • Video: Beppe Grillo

    Zonder verdere toelichting, gewoon kijken…

  • Buitenlandse beleggers verkochten €100 miljard aan Italiaanse staatsobligaties

    De volgende grafieken laten zien dat veel buitenlandse beleggers in 2011 hun posities in Italiaanse staatsobligaties hebben afgebouwd. De data is afkomstig van de Italiaanse centrale bank en laat het effect zien van de Europese schuldencrisis. Toen Italië onder vuur kwam te liggen en de rente naar meer dan 7% steeg verkochten institutionele beleggers tientallen miljarden aan Italiaanse schuldpapier. Was in 2010 meer dan de helft van de Italiaanse staatsschuld in buitenlandse handen, nu is dat nog minder dan 40%. In absolute getallen gaat het om een daling van meer dan €100 miljard, zoals de tweede grafiek laat zien.

    Percentage Italiaanse schuld bij buitenlandse beleggers

    Percentage Italiaanse schuld bij buitenlandse beleggers (Bron: Banca d’Italia, via twitter)

    Buitenlandse beleggers verkochten meer dan €100 miljard aan Italiaanse staatsobligaties

    Buitenlandse beleggers verkochten meer dan €100 miljard aan Italiaanse staatsobligaties (Bron: Banca d’Italia, via twitter)

  • Bank en regering in Italië reiken elkaar helpende hand toe

    Volgens Zero Hedge is er een goede verklaring te vinden voor de redding van de Italiaanse bank Monte dei Paschi. De derde grootste bank van Italië kreeg in 2009 nog een injectie van €2 miljard om haar kapitaalbuffer te versterken, werd begin dit jaar nog betrapt op het bezit van derivaten die een verlies van €367 miljoen moesten maskeren en vraagt nu opnieuw om hulp.

    De reden waarom de Italiaanse regering deze bank een hand boven het hoofd houdt is uit onderstaande grafiek af te leiden. Zero Hedge dook in de laatste cijfers (PDF) van de Banca Monte dei Paschi en ontdekte dat de bank alleen in het tweede kwartaal van dit jaar al €3 miljard aan Italiaanse staatsobligaties gekocht heeft. De overheid reikt de bank de helpende hand toe, terwijl de bank op haar beurt de Italiaanse regering helpt met de financiering van haar enorme staatsschuld!

    Monte Paschi koopt meer Italiaanse schuldpapier
    Monte Paschi koopt meer Italiaanse schuldpapier (Bron: Zero Hedge)

    Schuldfinanciering

    Het is een uitruil van gunsten die we eerder ook al ter sprake brachten op Marketupdate. Ook Spanje heeft er een handje van, want daar zit het grootste pensioenfonds al helemaal vol met staatsobligaties van de eigen overheid! In de VS gaat het overigens nog simpeler, daar staat een private centrale bank die maandelijks $85 miljard aan schuldpapier opkoopt (waarvan $40 miljard staatsobligaties).

  • Sterke toename aantal slechte leningen in Italiaanse banken

    De banken uit onderstaande grafiek zijn Intesa Sanpaolo (ISP), UniCredit (UCG), Monte dei Paschi di Siena (MPS), Banco Popolare (BP), Unione di Banche Italiane (UBI) en Banca Popolare di Milano (BPM). Allemaal zagen ze het percentage leningen waarvan ze inschatten dat deze niet meer volledig terugbetaald zullen worden toenemen. De percentages zijn nog steeds zeer klein, aangezien er op de verticale as het aantal basispunten weergegeven wordt.

    De hoeveelheid slechte leningen nam bij veel banken met ongeveer 0,1 procentpunt toe, maar bij Monte dei Paschi di Siena verdubbelde het aantal ten opzichte van vorig jaar tot 4,5%. Onder de grafiek staat de tabel uit het rapport van de Bank of America, die laat zien dat de verhouding tussen slechte leningen en het eigen vermogen bij Banca Monte dei Paschi di Siena het slechts is (dekkingsgraad van 88%). De bank die er nog het beste voor staat van deze zes is Intesa Sanpaolo met een dekkingsgraad van 459%.

    Percentage slechte leningen bij Italiaanse banken nam in 2012 sterk toe (Grafiek van Zero Hedge)

    Vooral de Banca Monte dei Paschi di Siena (MPS) staat er slecht voor