Tag: modern monetary theory

  • Het gevaar van Modern Monetary Theory

    Het gevaar van Modern Monetary Theory

    De laatste maanden horen we steeds meer over Modern Monetary Theory (MMT) als middel om de economie te stimuleren. Het uitgangspunt van deze theorie is dat overheden een grotere rol krijgen in de sturing van de economie. In plaats van indirecte stimulering via centrale banken moeten overheden de economie rechtstreeks gaan stimuleren, bijvoorbeeld door overheidsuitgaven te verhogen of belastingen te verlagen. De achterliggende gedachte is dat overheden op deze manier de geldhoeveelheid beter kunnen sturen en verdelen dan centrale banken.

    Deze theorie bestaat al langer, maar wint aan populariteit nu de effectiviteit van centrale banken lijkt af te nemen. Centrale banken hebben de rente al drastisch verlaagd en hebben daarna ook verschillende rondes van monetaire verruiming uitgevoerd, maar daar heeft niet iedereen evenveel van geprofiteerd. Tien jaar na de crisis kunnen we concluderen dat het monetaire beleid vooral gunstig was voor de rijken en dat de vermogensongelijkheid alleen maar verder is toegenomen.

    Het is om die reden dat er in verschillende wetenschappelijke en politieke kringen wordt opgeroepen tot meer fiscale stimulering, vooral aan de linkerzijde van het politieke spectrum. Juist nu de rente laag is zouden overheden meer geld moeten uitgeven om werkgelegenheid te creëren en de middenklasse te ondersteunen. Het is een nobel streven, maar het is nog maar de vraag of dit beleid ook op de langere termijn houdbaar is.

    Modern Monetary Theory (MMT)

    Voorstanders van Modern Monetary Theory zien weinig bezwaren. Als overheden kunnen lenen in hun eigen valuta, dan kunnen ze altijd extra geld bijdrukken om hun schuldverplichtingen na te komen. Wel kan de inflatie als gevolg van overheidsstimulering verder oplopen, maar dat kan volgens voorstanders van MMT worden opgevangen door de belastingen te verhogen. Op die manier kan er weer geld uit de economie worden gehaald en kan de inflatie gecontroleerd worden, zo luidt de theorie.

    Ook vermogensbeheerder Ray Dalio ziet meer fiscale stimulering wel zitten. In een nieuw artikel op LinkedIn schrijft hij dat beleidsmakers eigenlijk geen andere keuze hebben dan om deze theorie te omarmen. Hij concludeert dat zowel de inkomensongelijkheid als de vermogensongelijkheid de afgelopen decennia door het beleid van centrale banken sterk is toegenomen. Het is nu de uitdaging voor beleidsmakers om “welvaart te creëren voor de meeste mensen in een tijd dat monetair beleid niet meer werkt”, aldus Dalio.

    In zijn analyse bespreekt de vermogensbeheerder de verschillende mogelijkheden van rechtstreekse fiscale en monetaire stimulering. De meest subtiele manier is een uitbreiding van het opkoopprogramma van centrale banken, waarbij zij meer soorten activa opkopen. Bij meer agressieve vormen van monetaire en fiscale stimulering moeten we denken aan het kwijtschelden van publieke en private schulden of het uitdelen van geld aan overheden en huishoudens. Denk bijvoorbeeld aan de invoering van een soort basisinkomen.

    Volgens Dalio is het na renteverlagingen en stimuleringsprogramma’s tijd voor een derde fase van stimulering. Deze fase omvat meer coördinatie tussen fiscaal en monetair beleid, wat in de praktijk zoveel betekent als een nauwere samenwerking tussen overheden en centrale banken. Ook Christine Lagarde van het IMF heeft zich onlangs positief uitgelaten over het idee van meer fiscale stimulering. Volgens haar kan de theorie van MMT zeer nuttig zijn in een nieuwe crisis, omdat daarmee deflatie effectiever aangepakt kan worden.

    Ray Dalio ziet verschillende mogelijkheden voor fiscale stimulering (Bron: LinkedIn)

    Meer overheidsinterventie

    Op de korte termijn zou meer fiscale stimulering zoals hierboven wordt beschreven zeker kunnen helpen. Dat is ook meteen het grootste gevaar, want als je eenmaal deze weg inslaat is er geen weg meer terug. Fiscale stimulering zal worden gevolgd door nog meer fiscale stimulering, waardoor men uiteindelijk het vertrouwen in het geld verliest. Daar houdt de theorie van Modern Monetary Theory geen rekening mee, omdat die gebaseerd is op de aanname dat de overheid altijd belasting kan heffen en geld kan bijdrukken. Boekhoudkundig klopt de theorie, maar er wordt geen rekening mee gehouden dat men het vertrouwen in de overheid kan verliezen. Een scenario van hyperinflatie valt dan niet uit te sluiten, zo leert de geschiedenis ons.

    Een ander gevaar van deze theorie is dat het nog meer macht geeft aan overheden om de allocatie van middelen in de economie te sturen. We weten allemaal dat het herverdelen van de welvaart gepaard gaat met een afname van de economische productiviteit, omdat overheden nou eenmaal minder efficient kapitaal kunnen toewijzen dan de vrije markt. Dat probleem los je niet op met nog meer overheidsuitgaven, zeker niet op de langere termijn. Toch is de kans groot dat we het pad van fiscale stimulering gaan bewandelen, om de simpele reden dat de meeste mensen zullen kiezen voor politici die veel leuke dingen beloven voor de mensen. Bezuinigen is zowel in goede als in slechte tijden niet populair, zeker niet in een wereld waarin overheden bijna gratis kunnen lenen…

    Deze column verscheen eerder op Goudstandaard




  • Stephanie Kelton over Modern Monetary Theory

    Stephanie Kelton, hoogleraar economie aan de universiteit van Missouri-Kansas is van mening dat veel economische theorieën zich niet hebben aangepast aan de nieuwe situatie die ontstond na het uiteenvallen van Bretton Woods. Ze legt uit dat overheden en centrale banken in het nastreven van volledige werkgelegenheid en economische groei steeds beperkt werden door de koppeling van geld aan een bepaalde hoeveelheid goud. Na 1971 werd de koppeling aan goud verbroken en kregen centrale banken en overheden meer vrijheid om de geldhoeveelheid te laten toenemen en was er niet langer een rem op de kredietcreatie.

    Van gouddekking naar rente

    Kelton legt uit dat overheden vandaag de dag makkelijker schulden kunnen blijven maken, omdat ze er niet voor hoeft te vrezen dat het geldsysteem instort door een run op het goud dat het geld voorheen moest dekken. De inwisselbaarheid van geld voor fysiek goud maakte plaats voor een nieuw instrument, namelijk rente. Omdat overheden tekorten kunnen blijven maken is er door de jaren heen een grote obligatiemarkt gegroeid, die beleggers beloont met een rentevergoeding. Neemt het wantrouwen over het geldsysteem toe, dan kan een stijgende rente verhinderen dat mensen hun geld omzetten in goud. Dat gebeurde ook in 1980, toen Paul Volcker van de Federal Reserve de rente verhoogde.

    Hyperinflatie

    Professor Kelton weerlegt ook het verhaal dat monetair stimuleringsbeleid op termijn hyperinflatie veroorzaakt. Ze merkt op dat in alle historische gevallen van hyperinflatie er meer zaken een rol speelden. Landen waar de munt volledig waardeloos werd hadden vaak grote problemen, zoals het wegvallen van productiecapaciteit (Duitsland moest na WO I belangrijke industriegebieden afstaan en Zimbabwe joeg de blanke boeren weg die wisten hoe ze de plantages moesten beheren) en het probleem van schulden in een vreemde valuta (wederom het geval in Weimar Duitsland en Zimbabwe). Kelton merkt op dat er in de historie nog geen hyperinflatie is voorgekomen in landen met een gezonde productieve economie. De grote vraag is: Hoe gezond is de Amerikaanse economie? Veel productieve capaciteit is de afgelopen decennia overgeplaatst naar het buitenland, wat direct voortvloeit uit de overwaardering van de dollar. Ook is er sprake van een zeer hoge werkloosheid, getuige de uitzonderlijk lage participatiegraad en de trend van dalende reële inkomens voor de middenklasse. Is Amerika, dat volledige soevereiniteit heeft over het drukken van dollars, echt immuun voor een hyperinflatie?

  • Video: “De Amerikaanse overheid kan niet failliet gaan”

    “De Amerikaanse overheid kan nooit failliet gaan, omdat ze schulden maakt in een valuta die waar ze zelf de controle over heeft.” Dat zegt Randal Wray, professor economie aan de Missouri-Kansas City in een college van een half uur. Vergelijkbare woorden werden eerder uitgesproken door Bernanke en Alan Greenspan van de Federal Reserve. Als uitgever van de wereldreservemunt kan de VS het zich permitteren om veel schulden te maken, want ze kan die schulden altijd terugbetalen met nieuwe dollars.

    Volgens Wray zijn de zorgen omtrent het omvallen van de dollar overdreven, omdat de grote hoeveelheid dollarschulden juist heel veel vraag naar dollars creëert binnen en buiten de Verenigde Staten. Dollarschulden moeten immers afbetaald worden in dollars, waardoor er altijd vraag zal zijn naar deze munt. Het is duidelijk dat de inzichten van Wray gebaseerd zijn op de Modern Monetary Theory. Maar is deze theorie echt feilloos? Als een land met soevereine munt tot in het oneindige schulden kan maken, waarom zijn er door de menselijke geschiedenis dan zoveel valuta aan hyperinflatie ten onder gegaan? Is het echt onmogelijk dat de rest van de wereld de dollar op een dag gewoon de rug toe keert? Of dat centrale banken (gecoördineerd) een devaluatie van de dollar afdwingen door een hoge dollarprijs te bieden voor fysiek goud…?

  • Video: Warren Mosler over Modern Monetary Theory

    In de volgende video geeft econoom Warren Mosler zijn visie op de economie. Mosler heeft veel geschreven over de Modern Monetary Theory (MMT), een economische theorie die beschrijft hoe fiatgeld circuleert in de moderne economie. Mosler publiceerde in 2012 het boek “Seven Deadly Innocent Frauds of Economic Policy”, waarin hij naar eigen zeggen zeven misvatting over de economie behandelt.

  • Marketupdate in gesprek met Herman Meester

    Marketupdate sprak onlangs met Herman Meester, docent Hebreeuws en NT2. Meester studeerde rechten en heeft zich verdiept in de economie. Daarbij heeft hij zich gespecialiseerd in de modern monetary theory (MMT), een beschrijvende economische theorie die de geldstromen volgt in de economie. We kwamen Herman Meester voor het eerst op internet tegen in een gesprek met Lex Hoogduin, waarmee onze interesse gewekt werd. Zijn alternatieve invalshoek op de economie levert ook voor onze lezers wellicht nieuwe inzichten op. In elk geval heeft zijn verhaal ons zodanig geïnspireerd dat we hem een aantal pittige vragen wilden voorleggen. Herman Meester is te volgen op twitter (@hermanovice) en heeft ook een aantal columns geschreven voor Joop.nl.

    Vragen aan Herman Meester

    1. Kun je de modern monetary theory (MMT) kort omschrijven? Modern Money Theory beschrijft het modern geldsysteem zo:
    • Alle geld is schuld;
    • De (monetair soevereine) overheid stelt een rekeneenheid vast, en heft belastingen in die eenheid;
    • De overheid creëert geld door het uit te geven, door het kopen van goederen en diensten uit de private sector;
    • Er is geen mogelijkheid dat een soevereine overheid onvrijwillig in gebreke blijft voor haar betalingsverplichtingen;
    • Het heffen van belastingen in de eigen munt is voldoende om waarde te geven aan de munt;
    • Het begrotingstekort van de overheid is het begrotingsoverschot van de private sector (binnenlands en buitenlands).
    Je kan ook zeggen dat MMT een synthese is van chartalisme, de sectorbalans van Wynne Godley en Abba Lerners Functional Finance. MMT beschrijft de monetaire operaties in detail en stelt dat je de centrale bank en het ministerie van financiën van “monetair soevereine staten” kan beschouwen als één geconsolideerde “sector overheid”. Daar krijgt MMT erg veel commentaar op, want veel mensen beschouwen de zelf-opgelegde beperkingen van de overheid als reële beperkingen. Voor monetair soevereine staten bestaan dus geen financiële beperkingen voor de hoogte van het begrotingstekort (deze overheden kunnen dus nooit zeggen dat “het geld op is”). Maar MMT beweert niet dat het overheidstekort zo hoog kan zijn als regeringen maar willen, en ook niet dat belastingen niet noodzakelijk zijn. Inflatie is goed mogelijk als de economie volledige werkgelegenheid bereikt en alle productiecapaciteit volledig benut, en de overheid dan toch zonodig meer geld wil uitgeven. MMT wil dus niet per se een Grote Overheid. Belastingen zijn een belangrijke voorwaarde om waarde te verlenen aan de munt, maar zijn niet de bron van bestedingen van de (monetair soevereine) overheid. In detail kijken naar de balansen van Financiën, van de Centrale Bank en van de macro-economische sectoren is erg belangrijk. Monetaire en fiscale operaties zijn nodeloos ingewikkeld, doordat de overheid zich allerlei beperkingen oplegt. Maar als je ze reduceert tot de essentie komt het erop neer dat overheidsuitgaven belastinggeld financieren, en niet andersom; en overheidsuitgaven financieren de aankoop van staatsschuldpapier, en niet andersom. MMT beschrijft hoe het werkt, maar heeft ook voorstellen voor een stabielere economie. Abba Lerner was student van Friedrich Hayek en John Maynard Keynes. Lerner verwierp al in de jaren 1940 het idee van 'Sound Finance' (begrotingsdiscipline) en verving dit door zijn Functional Finance. Heel in het kort: begrotingstekorten moeten net zo groot zijn als nodig is om de reële tekorten in de economie – waaronder de werkloosheid – op te lossen. Ze moeten ook net zo laag zijn (of desnoods in een overschot veranderen) als nodig is om een oververhitte economie af te koelen. 2. Je gelooft sterk in Modern Money Theory (MMT). Hoe ben je op dat spoor terecht gekomen en waarom ben je zo overtuigd van deze benadering van het monetaire systeem? Het woord geloof is wat sterk, het is goed als er altijd kritisch debat is. Ik heb o.a. Hebreeuws gestudeerd en in de oudheid was schuld al een belangrijk thema. Economie en godsdienst lopen dwars door elkaar heen. Neem bijvoorbeeld de mensenoffers in Carthago en in andere regio's. Mensen offerden soms hun eigen kinderen om schulden aan de goden “terug te betalen.” Het staat in de bijbel vol van de verwijzingen naar schuldkwijtschelding. Dat was nodig om de maatschappij niet in chaos te laten ontaarden als schulden sneller waren gegroeid dan de reële economie aankon. Jezus komt in het Onze Vader-gebed met de zin “vergeef ons onze schulden”. Waarom zou dat niet gegaan zijn over echte, financiële schulden in plaats van alleen over morele dingen? Het is niet de eerste hervormer die de elite in het Romeinse Rijk laat ombrengen om zijn privileges te beschermen. Ook Julius Caesar werd vermoord door de elite omdat hij de schulden van de bevolking aan diezelfde elite wilde saneren. Maar op het gymnasium leer je dat hij “dictatoriale neigingen” had en daarom werd vermoord. Flauwekul, want andere dictators, die veel vriendelijker waren voor de “1%” lieten ze netjes in leven. Dus de economische geschiedenis vind ik erg interessant. Michael Hudson (Super Imperialism) is zo'n historicus, die werkt aan de “MMT”-universiteit UMKC. Ook MMT kijkt naar de geschiedenis van geld om te begrijpen wat geld nou eigenlijk is. 3.Volgens de Oostenrijkse economische school is de spaardrift van de bevolking een belangrijk fundament voor nieuwe investeringen en economische groei. Dat terwijl MMT stelt dat spaardrift leidt tot onderbesteding en onvolledige benutting van het potentieel van de economie. Dat is een fundamenteel verschil. Hoe is dat volgens jou te verklaren? Volgens mij is er geen echt verschil. Voor investeringen die burgers en bedrijven uit hun eigen spaargeld (dus hun eigen neergeslagen inkomen) financieren is iedereen het eens over het belang van spaargeld. Maar spaargeld financiert geen nieuwe kredieten, als we het over de banken hebben. Als er een kredietwaardige klant is verlenen banken nieuwe kredieten, die tegelijkertijd nieuwe deposito's creëren, en zoeken ze pas achteraf naar de vereiste bankreserves. Bankgeld is endogeen, niet exogeen. In de banken creëert krediet spaargeld, niet andersom. MMT beweert dat als het netto spaargeld van de private sector onder een bepaalde grens komt, of zelfs negatief wordt, er vaak een te laag tekort of zelfs een overschot van de overheidssector tegenover staat. Als je kijkt naar de economische geschiedenis van bijv. de Verenigde Staten, dan wordt elke periode waarin de overheid een begrotingsoverschot had gevolgd door een recessie. De begrotingsoverschotten van de regering Clinton worden vaak gezien als een groot succes. Maar MMT ziet dit juist als slecht beleid: daardoor zakte de private sector in het rood, met een recessie als gevolg. 4.Volgens MMT kunnen overheden met een eigen munt en een eigen centrale bank nooit in de problemen komen, omdat er altijd meer geld in omloop gebracht kan worden. Een hoge staatsschuld of een structureel begrotingstekort is in dat geval geen enkel probleem. Toch zijn er talloze gevallen van hyperinflatie geweest waarin het geld al haar koopkracht verloor. Spreekt de praktijk de MMT theorie niet tegen? Onverstandig beleid is onverstandig beleid. Als de economie op volle toeren draait maar de overheid voert het begrotingstekort op, krijg je mogelijk hoge inflatie. Als het probleem aan de aanbodkant zit (zoals de oliecrisis in de jaren 1970) maar er wordt meer geld tegenaan gegooid en er komen geen structurele aanpassingen aan de aanbodkant, krijg je inflatie, zelfs met hoge werkloosheid. Maar hyperinflatie is toch een vrij uniek verschijnsel. Als het belastingstelsel instort, zoals in Zimbabwe, verliest geld snel elke waarde omdat mensen kunnen overstappen op stabielere valuta zoals bijv. Amerikaanse dollars. Als de reële productie instort door grote sociale conflicten, door (burger)oorlog, en ook als er hoge schulden zijn in buitenlandse valuta of goud zoals in de Weimarrepubliek, en de wisselkoers raakt in vrije val, krijg je mogelijk hyperinflatie. Het idee dat je volgens MMT nooit te hoge begrotingstekorten zou kunnen hebben is dus een karikatuur. Maar een flexibele wisselkoers, geen schulden aangaan in buitenlandse valuta, en goed een functionerend belastingstelsel zorgen voor de meeste beleidsruimte voor een soevereine overheid. Zolang de overheid de private sector niet probeert te overbieden, is hoge inflatie niet waarschijnlijk. De causale relatie tussen (hyper)inflatie en hoge overheidsuitgaven is niet automatische eenrichtingsverkeer. Hoge overheidsuitgaven kunnen ook veroorzaakt worden door hogere prijzen, i.p.v. omgekeerd. Stoppen met het indexeren van overheidsuitgaven en het verhogen van de belastingen kunnen pijnlijk maar noodzakelijk zijn om hoge inflatie te lijft te gaan – ook volgens Modern Money Theory. 5. Volgens de Oostenrijkse economische school is de overheid altijd minder productief dan de private sector. Het laten stijgen van de overheidsbestedingen is onwenselijk, omdat daarmee waarde vernietiging plaatsvindt. Wat vind je van deze argumentatie? Over de hele wereld zijn de meest succesvolle economieën allemaal gemengde economieën, waarin de overheid een grote maar niet allesoverheersende rol speelt. Je moet de overheid wel goed in de gaten houden, maar dat geldt ook voor (grote) bedrijven. Ook private bedrijven kunnen bureaucratisch, corrupt, inefficiënt en zelfs gewoon crimineel zijn. Als ze eenmaal failliet gaan is de schade al aangericht. Het probleem is dat de private sector in zijn eentje niet kan zorgen voor duurzame volledige werkgelegenheid. Als de reële economie veel ongebruikte hulpbronnen heeft (zoals nu, met vele miljoenen werklozen in heel Europa) dan is het juist waardevernietiging om deze niet in te schakelen om zo waarde toe te voegen aan de economie. En daar heb je hogere begrotingstekorten voor nodig. Blijkbaar is de private sector niet in staat om zelf die verspilling van arbeid tegen te gaan. Dat hoeft ook niet, daar kan de overheid een rol in spelen. Ik denk dat de Oostenrijkse school geld ziet als een soort “grondstof”, dus als het geld op is, moet er weer gegraven worden zodat er weer geld is. Er zit een moralistische kant in de Oostenrijkse kijk op de wereld, ik snap ook waarom dat mensen aanspreekt. Maar geld is puur krediet, een techniek om slapende rijkdommen te mobiliseren om nieuwe welvaart te maken. En geld graaf je niet uit de grond, dat creëer je op het toetsenbord. Uiteraard kunnen hogere begrotingstekorten ontstaan door belastingverlagingen in plaats van hogere overheidsuitgaven. MMT is dus op zich niet links of rechts. In zijn Modern Money Theory-introductie schrijft L. Randall Wray expliciet dat MMT goed samen kan gaan met de Oostenrijkse school en het ideaal van een zo groot mogelijke private sector en een kleine overheid (ook al kijkt hij er zelf anders tegenaan). 6. Hoe kijk je vanuit de MMT benadering naar de onconventionele monetaire stimuleringsprogramma’s van centrale banken? Denk aan QE, operation twist, LTRO? Er is veel ongerustheid over het “bijdrukken” van geld door centrale banken, maar bankreserves zijn assets, geen geld dat de economie in kan vloeien. Banken hebben ook geen reserves nodig om geld te kunnen scheppen, die regelen ze achteraf. Dus behalve een lage rente (lucht voor debiteuren), carry trade en het verlossen van de banken van slechte leningen doet het eigenlijk niets voor de economie. Wat mij betreft moeten banken niet gered worden; pure moral hazard. Het is veel efficiënter om de reële economie te redden. Dus het “cash for trash” deel van de “onconventionele” programma's is een regelrechte ramp. Slechte leningen moet je wegvagen. MMT'ers vergelijken bankreserves vaak met een betaalrekening, en staatsobligaties met een spaarrekening bij de centrale bank. De aankoop van obligaties voor reserves is dus het equivalent van een afboeking van de spaarrekening en een bijboeking van de betaalrekening; er wordt netto geen nieuw geld gecreëerd. Dat betekent niet dat “QE” ook een goed idee is, want begrotingsmaatregelen zijn nodig, in plaats van monetaire trucs die het leven van de zeepbeleconomie maar verlengen. 7. Hoe zou de economische situatie in de VS en in Europa eruit hebben gezien als centrale banken geen stimuleringsprogramma’s hadden opgestart? Tegen de lage rente kan ik niet zijn, want hoe kan een hoge rente bijdragen aan de welvaart van de productieve economie? Een hogere rente maakt de private schuldenlast zwaarder, en dan zou de schulddeflatie en dus de krimp sterker zijn. Maar het monetair beleid doet erg weinig, dus ook zonder dat waren we weinig opgeschoten. We hebben begrotingsbeleid nodig. In de Eurozone is het probleem dat landen geen eigen munt meer hebben, en dat we idiote begrotingsregels hebben afgesproken. Zelfs als we de falende banken failliet hadden laten gaan (zodat ze de staatsschulden niet hadden laten exploderen), zouden we daarna van onszelf niet het beleid mogen voeren (met begrotingstekorten ver boven de 3% om puin te ruimen) dat we moesten voeren in zo'n diepe crisis. 8. De Federal Reserve bouwt haar stimuleringsprogramma af. Wat is de volgende stap? Kan de centrale bank het stimuleringsprogramma ook weer terugdraaien? Of is dit het new normal? Je kunt niet terug in de tijd maar de aankoop van financiële assets kun je terugdraaien, door ze weer te verkopen – als iemand ze wil hebben. Warren Mosler, een drijvende kracht achter MMT is 'berucht' om zijn uitspraak: “the natural rate of interest is zero.” Hij bedoelt dat er onder normale omstandigheden, waarin de overheid een begrotingstekort heeft, automatisch overtollige bankreserves in het systeem zitten. Behalve als de centrale bank er rente over betaalt of Financiën ze laat ruilen voor staatsobligaties, is de rente over die reserves 0%. De Fed kiest er nu voor om rente te betalen over die reserves, maar dat is net als het uitgeven van obligaties een onvrijwillige keuze. Veel MMT'ers pleiten ervoor om nooit rente te betalen over risicovrije financiële assets. Maar ik denk dat de druk vanuit de pensioensector zal oplopen om de staatsrente weer op te schroeven als er weer eens een aandelenzeepbel is doorgeprikt. Het is schijnwelvaart maar mensen willen graag gefopt worden. 9. Er dreigt deflatie in de Eurozone. Is de terughoudendheid van de ECB een verstandige aanpak? Het wordt zomaar aangenomen dat centrale banken in de reële economie even de inflatie aan kunnen wakkeren, maar dat is helemaal niet zo. Geld groeit endogeen, als banken een kredietwaardige klant zien, niet omdat de rente zo laag is. Maar met de euro zijn de mogelijkheden van begrotingsbeleid erg beperkt. Als de ECB iets nuttigs wil doen zou ze veel grotere hoeveelheden overheidsschuld moeten aankopen, zodat de rente daarover tot nul daalt, en de overheidstekorten op een peil kunnen komen waarbij de werkgelegenheid echt kan toenemen. Begrotingsbeleid is het enige effectieve in een schulddeflatie/balansrecessie zoals we die hebben. Politiek nu niet haalbaar, maar dat kan misschien veranderen als Frankrijk echt dwars zou gaan liggen met het begrotingsbeleid. 10. Met de komst van een gemeenschappelijke munt hebben Europese regeringen het devaluatie instrument ingeleverd. Daardoor kunnen ‘probleemlanden’ als Spanje, Italië, Frankrijk, Portugal en Griekenland niet meer devalueren zoals ze dat in het verleden deden. Is dat naar jouw inzicht een goede of een slechte ontwikkeling? In het licht van het alternatief dat we nu zien (van de “interne devaluatie” die neerkomt op een economische depressie) is het een slechte ontwikkeling geweest. Dat hoeft het op zichzelf niet te zijn. De euro schept een paradijs voor één categorie: de exporterende bedrijven. Maar een land dat netto exporteert, exporteert ook zijn werkloosheid de grens over. Die onbalansen op zichzelf kunnen alleen niet het probleem zijn, want over de hele wereld bestaan er binnen muntunies altijd regio's met tekorten en regio's met overschotten. Ook de Verenigde Staten – vergelijkbaar met de EMU – heeft structurele 'onbalansen' tussen staten. Stel dat Californië op de betalingsbalans structurele overschotten heeft en Alabama structurele tekorten. Waarom lezen we daar nooit iets over in de krant? Omdat het niets uitmaakt, en niemand het weet. Met het begrotingsbeleid van de federale overheid wordt werkgelegenheid gecreëerd in de chronische tekortstaten (daar worden dan bijv. de nieuwe tanks van het leger in elkaar gezet, en gevangenissen of windmolenparken uit de grond gestampt – met geld van de federale overheid). Niemand klaagt erover dat “de belastingbetaler” in Texas de chronische tekorten van South Carolina financiert. Het probleem van de Eurozone zit dus niet in de betalingsbalans maar in het feit dat de lidstaten geen monetair soevereine staten meer zijn. En dat zonder dat er een sterk begrotingscentrum zoals Washington voor in de plaats is gekomen. We willen niet vooruit, en we kunnen niet achteruit, en zo zit de Eurozone met zijn wielen vast in de modder. 11. Hoe kijk je vanuit het MMT perspectief naar de extreem lage rente van centrale banken? Zijn hier positieve of negatieve externaliteiten aan verbonden. Veel economen (o.a. Oostenrijkse) geloven in de rol van de rente als de “prijs” van geld, waarbij het mechanisme van vraag en aanbod essentiële informatie overbrengt. De centrale bank zou die informatie maar verstoren met “kunstmatig” rentebeleid. Maar elke centrale bankrente boven (of onder) de 0% is eigenlijk kunstmatig, want een rentevergoeding over overheidsschuld (bankreserves, obligaties) is voor een soevereine staat helemaal vrijwillig. Als banken vrij concurreren en hun huiswerk maken staat niets ze in de weg om klanten de 'juiste' rente te rekenen. Banken lenen hun reserves niet uit aan hun klanten, dus lage rentes hebben op zichzelf geen invloed op de kredietverstrekking. Overheden die vrijwillig rente betalen over hun staatsschuld voegen netto die rentebetalingen toe aan het saldo van de private sector. In die zin bevorderen hoge rentes juist de inflatie die ze zogenaamd moeten bestrijden! Je hoort wel dat een te lage rente de oorzaak is van hypotheekgestuurde huizenzeepbellen, maar dat is te simpel. In de jaren 1960 was de rente laag, maar er werden geen zeepbellen geblazen. Deregulering, fraude, een regressief belastingstelsel, renteaftrekbaarheid, stagnerende reële lonen, zijn allemaal veel belangrijke oorzaken. Eigenlijk zou je banken gewoon moeten verbieden om de aankoop van bestaande assets zoals huizen en grond te financieren (in plaats van echte investeringen). 12. Hoe kijk je vanuit het MMT perspectief naar de klassieke goudstandaard, waarin de waarde van geld gekoppeld is aan goud en bankbiljetten inwisselbaar zijn voor goud? Het is niet noodzakelijk voor het behoud van de waarde van geld, daarvoor is een goed functionerend en eerlijk belastingstelsel genoeg. Elke claim van inwisselbaarheid van goud is een belofte waarvan je nog maar moet zien dat die gehouden wordt. De overheid beperkt er de eigen beleidsvrijheid mee. In de jaren '30 was de depressie het diepst en hardnekkigst in Nederland. Nederland bleef koppig vasthouden aan de goudstandaard. Ik zie goud nu vooral als een enorme milieuramp, kijk eens naar Suriname en hoe ze daar het oerwoud vergiftigen om dat spul tevoorschijn te halen. Een goudstandaard op alleen internationaal niveau is zinvoller, dan worden de goudstromen tussen centrale banken gestuurd door schommelingen op de betalingsbalans. Het werkt in een machtsevenwicht maar in 1971 zagen we dat een supermacht als de VS die belofte eenzijdig kan intrekken als een overschot omslaat in een tekort. De VS stond voor de keus: bezuinigen op oorlog voeren of stoppen met goud leveren voor dollars. Hoe kun je een goudstandaard afdwingen als de VS alle bommen en granaten heeft? 13. Centrale banken hebben de afgelopen jaren veel goud aan hun reserves toegevoegd. Wat is daar de gedachte achter? Ook als het voorzorg is betekent het nog niet dat een nieuwe goudstandaard er in de toekomst echt aan zit te komen. Vergelijk het met de bewapeningswedloop. Rusland, de VS en China hebben langeafstandsraketten, atoomwapens enz., maar dat betekent nog niet dat ze ermee schieten. Soms is de dreiging alleen al genoeg. De toekomst is fundamenteel onzeker. Centrale banken mogen in feite zoveel goud aantrekken als ze willen, terwijl ze voor het kopen van printers of koffiezetapparaten netjes de bonnetjes moeten inleveren. De Griekse overheid probeert te bezuinigen en de Grieken raken massaal werkloos, maar de Griekse centrale bank kocht vrolijk goud! Wat veel goudhandelaren misschien niet helemaal beseffen is dat centrale banken ook strategisch goud kunnen dumpen, als het in hun straatje past, waardoor handelaars in de problemen kunnen komen. Goudspeculanten die veel risico namen worden dan weggevaagd. 14. De ECB waardeert de goudreserve van het Eurosysteem eens per kwartaal naar de actuele marktwaarde. Op die manier kan een waardedaling van valutareserves opgevangen worden door een waardestijging van het goud. Wat vind je van dit systeem? Je moet voor niet-financiële assets op de een of andere manier een getal op de balans zetten, dus of dat marked-to-market is of niet lijkt me niet essentieel. Wat wel opvallend is, is dat bekende goudkevers zoals Willem Middelkoop het vaak hebben over de manipulatie van de goudprijzen – ongetwijfeld wordt er van alles gemanipuleerd, maar als de koersen stijgen horen we die klacht niet. Dat is niet erg consequent: als er gemanipuleerd wordt, is dat zowel omhoog als omlaag. 15. Hoe kijk je vanuit de MMT visie naar rol van goud binnen het monetaire stelsel? Geld is altijd schuld, het zijn de getallen op de 'spreadsheet' (het scorebord) van de economie. Geld is geen stof die uit de grond komt. Iedereen houdt van glimmend spul dat niet vergaat, maar ergens snap ik niet waar al die goudkoorts en boosheid richting het “fiat geld” vandaan komt. Stel, je hebt geen vertrouwen in fiat geld, en je koopt goud. Dat kan gewoon! Wat voegt het toe als de overheid je belooft om een bepaalde hoeveelheid goud per zoveel euro of dollar te geven? De fundamentele onzekerheid blijft, want je weet dat beloften kunnen worden gebroken. Achter de goudkoorts zit de illusie dat bezitters van een zak “fiat geld” een soort grondrecht hebben op het behoud van de reële waarde van dat geld. De maatschappij, de economie ontwikkelt zich in een bepaalde richting, de welvaart neemt toe, de bevolking groeit – maar toch moet je voor $100 uit 2014 net zoveel kunnen kopen als voor $100 uit 1914? Veel van wat nu te koop is bestond in 1914 niet eens, en omgekeerd. Het idee dat er een vorm van bezit bestaat met een gegarandeerde waarde past niet in een dynamische wereld. Geld moet rollen en geïnvesteerd worden voor productieve doelen zodat de mensheid er wat aan heeft. Stel, je hebt een mooie dure viool uit 1717, en er is een gebrek aan violen zodat de marktwaarde van je viool de lucht in schiet. Je bent – op papier – miljonair. Maar dan worden er opeens veel nieuwe, goede vioolbouwers opgeleid die geweldige nieuwe violen bouwen. Goede kans dat je viool minder waard wordt omdat er nu ruime keus aan alternatieven bestaat. Ga je dan protesteren tegen de vioolinflatie, omdat er zoveel mooie nieuwe violen bijkomen? 16. Velen voorspellen een crash van de dollar, bijvoorbeeld in de vorm van een devaluatie of in de vorm van hyperinflatie. Wat vind je daarvan? De Verenigde Staten leven als economie al decennia op veel te grote voet. Niet zozeer door de netto import van consumptiegoederen, maar meer door het Amerikaanse leger dat wereldwijd in honderden bases in tientallen landen aanwezig is, en gefinancierd wordt met fiat dollars. Veel van de rest van de wereld wil van die dominantie af, maar ziet erg op tegen de instabiliteit die het gevolg kan zijn van een echte “crash” van de dollar. Dus er is zoveel onzekerheid dat je onmogelijk een duidelijke voorspelling kan doen. Je moet dus vooral kijken naar het Amerikaanse leger. Zolang de VS nog overal “satellietstaten” heeft waarvan de overheid goed naar Washington luistert, en die blijven de Amerikaanse legerbases overal van voorzien, zie ik geen gevaar voor de status van de dollar. Maar aan elk privilege komt een eind. Misschien komt dat in stroomversnelling wanneer China van overschotland omslaat naar tekortland, zodat de Chinese munt een belangrijke reservemunt kan worden. 17. Wat vind je van Bitcoin? De techniek is interessant, als betaalmiddel (hoe schimmig ook) is het altijd goed als de banken concurrentie krijgen. Banken moeten gewoon netjes concurreren zodat hun diensten niet te duur zijn. Het is ook tekenend dat de afkeer van de banken zo groot is dat iets als Bitcoin zoveel stof doet opwaaien. Maar het is nog onbetrouwbaarder dan de banken en de waarde ervan is 0 als het gaat om waardeopslag. Leuk voor speculanten maar als ik dan moet kiezen, geef mij dan maar goud...

  • Video: Lex Hoogduin in gesprek met Herman Meester

    Lex Hoogduin sprak met Herman Meester over de Modern Monetary Theory (MMT), een beschrijvende economische theorie die de geldstromen volgt in de economie. In het gesprek legt Meester uit hoe de overheid met haar stimulerende beleid tegen de wens van de vrije markt in gaat. Ook wijst Meester op de implicaties van de Europese muntunie, waardoor deelnemende landen niet langer de uitgever zijn van de munt. In plaats daarvan zijn ze gebruikers geworden, waarmee een begrotingsevenwicht van overheden op termijn wordt afgedwongen.

    Verder legt Herman Meester uit hoe er twee verschillende stromingen zijn ontstaan naar Keynes, één die veronderstelt dat de economie vanzelf naar een evenwicht toe beweegt en één die veronderstelt dat er een vorm van interventie nodig is. Interventie die nodig is als een samenleving als geheel een te grote spaarzucht heeft en er niet genoeg geld wordt uitgegeven om iedereen werk te bieden. MMT behoort tot de post-Keynesiaanse stroming die veronderstelt dat de markt bijgestuurd dient te worden als er te weinig vraag is vanuit de private markt. Werkloosheid is volgens MMT het grootste sociaal-economische kwaad dat ontstaat in een kapitalistisch systeem, aldus Meester. Mensen die langdurig werkloos zijn worden minder aantrekkelijk voor de arbeidsmarkt en volgens MMT moet de overheid zorgen dat er werkgelegenheid komt voor werklozen tijdens de neergaande fase van een economische cyclus. Zo blijft het menselijke kapitaal intact voor de momenten dat er vanuit de private sector meer vraag is naar arbeid.

  • Video: Wat als de dollar haar status als wereldreservemunt verliest?

    Door de explosieve stijging van de Amerikaanse staatsschuld en door de toenemende macht van andere economieën (BRICS-landen) vragen steeds meer mensen zich af hoe lang de Amerikaanse dollar nog de wereldreservemunt kan blijven. Maar wat betekent dat precies, dat de dollar niet meer de wereldreservemunt is? Een interessante video van Michael Norman.