Tag: olieprijs

  • Doet de olieprijs er nog wel toe?

    Er was een tijd dat stijgende olieprijzen een voorbode waren van economische ellende. Het laatste voorbeeld stamt uit de periode 2011 – 2014. Hoge prijzen voor een vat olie waren een sta-in-de-weg voor een snel herstel. Het zou daarom logisch zijn als de sterke stijging van de olieprijs sinds december 2018 voor de nodige onrust zou zorgen. Maar nee, aandelenkoersen zijn alleen maar verder omhoog gekropen en de vrees voor een recessie wordt steeds kleiner.

    Economen wijzen op twee factoren ter verklaring. De stijging van de olieprijs is volgens hen slechts ten dele te wijten aan mogelijke tekorten, maar ten dele ook aan een verbeterde vraag dankzij een sterkere economie. Daarom zijn olie-consumerende landen ook beter in staat de stijging probleemloos te verwerken. Een tweede factor van belang zijn diepgaande veranderingen in de oliemarkt zelf. Dan gaat het vooral om de productie van schalie-olie in de VS. Die is zo snel gegroeid en de kosten zijn zo omlaag gegaan dat klassieke schokken steeds minder waarschijnlijk lijken.

    Wil een schok in de aanvoer van olie echt een uitwerking hebben, dan moet de verstoring een langdurig karakter hebben. Het wegvallen van Venezuela en Iran is tot dusverre gemakkelijk opgevangen door Amerikaanse schalie, Russische olie of olie uit OPEC-landen die om geld zitten te springen om hun economie meer te diversifiëren.

    Olieproductie

    Ondanks al dat optimisme kan een olieschok een fragiele economie nog steeds schade toebrengen. Onder de huidige instabiliteit in de wereld kunnen prijzen langdurig hoog een ook nog volatiel zijn. De Amerikaanse schalie-productie kan niet eindeloos opgevoerd worden. Bovendien blijken bedrijven niet altijd bereid of in staat om de productie op te voeren, telkens wanneer prijzen omhoog gaan. Ondanks alles duurt het toch minstens zes maanden om een productieverhoging in de praktijk waar te maken. Daar komt nog bij dat het schalielandschap veranderd is. Het veld wordt nu bevolkt door grotere en gevestigde bedrijven. Die kunnen wel leven met tijdelijke prijsvolatiliteit en zijn alleen al daarom uit kostenoverwegingen minder geneigd om steeds opnieuw de productie naar boven of naar beneden aan te passen.

    Speelveld veranderd

    Alle partijen zijn het er echter over eens dat het speelveld in de afgelopen jaren sterk veranderd is. De olieproducenten, die zwaar te lijden hadden van de lage prijzen vanaf 2014, komen nu beter in hun financiële jasje te zitten. Met dat extra geld kunnen ze de gevolgen van heftige prijsbewegingen op de vraag ietwat verzachten. Ook Europa is minder kwetsbaar geworden, omdat zowel productie als consumptie minder olie-intensief zijn geworden. De groei komt uit de dienstverlening en de arbeidsmarkten floreren. Volgens de ECB heeft een olieprijs van $75 weinig of geen impact op de ontwikkeling van het reële inkomen of op de consumptie.

    Het zijn toch vooral de opkomende landen die de prijs betalen. Landen als Turkije en Argentinië leunen voor hun groei zwaar op olie-importen. Een prijs van $100 per vat scheelt al snel 1% economische groei. Ook landen als China en India zijn nog steeds erg gevoelig voor prijsbewegingen. Dat is vervelend, want beide landen spelen een vooraanstaande rol binnen de wereldeconomie.

    Hogere olieprijs

    De belangrijkste verandering is misschien wel het verbreken van het verband tussen de prijs van een vat olie en de groei van de Amerikaanse economie. Volgens het Brookings Instituut had de prijsdaling vanaf 2014 op papier moeten zorgen voor een extraatje van 1%. In de praktijk kwam de netto stimulering uit op nagenoeg 0%. Het voordeel voor de consument in de vorm van lagere benzineprijzen werd totaal teniet gedaan door een scherpe daling van de investeringen in de olie-industrie.

    De olieprijs verandert door het veranderende landschap van een economisch in een politiek probleem. Politici moeten nu de belangen van de consument afwegen tegen die van een bloeiende olie-industrie en alle mensen die daarin werkzaam zijn. Hoge olieprijzen zijn niet langer verkeerd voor de Amerikaanse economie als geheel. Leg dat maar eens uit aan de consumenten/kiezers in de o zo belangrijke swing states!

    Cor Wijtvliet

    corwijtvliet-logo

    Deze bijdrage is afkomstig van www.corwijtvliet.nl

    Tot slot:

    • Hebt u opmerkingen en/of vragen? Mail ze gerust aan: [email protected]
    • Of via mijn twitteraccount: @wijtvliet
    • Voor meer door mij geschreven artikelen bezoekt u mijn website: www.corwijtvliet.nl
    • Of bezoek www.Beurshalte.nl
    • Ontvangt u het Cor Wijtvliet Journaal niet rechtstreeks? Abonneert u zich dan hier!

    Vindt u deze columns van Cor Wijtvliet interessant, dan kunt voor €25 per jaar donateur worden van het CorWijtvlietJournaal. Ook kunt u een geheel vrijwillige bijdrage overmaken naar NL14RABO0156073676, ten name van Wijtvliet Research.

    Donateurs krijgen niet alleen zonder vertraging het CorWijtvlietJournaal in hun mailbox, maar kunnen ook rekenen op een wekelijkse extra nieuwsbrief met vijf beleggingstips van Cor Wijtvliet. Neem voor meer informatie contact op met Cor Wijtvliet via het hierboven genoemde mailadres.




  • De oliesector pompt heel grote vrije kasstromen op

    Na jaren van de tering naar de nering zetten lijken de goede oude tijden weergekeerd voor de oliesector. Misschien worden de tijd wel beter dan ze ooit geweest zijn! Dankzij een stijgende vraag, problemen in Venezuela en politieke spanningen in het Midden-Oosten is de olieprijs in 2018 fors omhooggelopen. De barrière van $80 is al doorbroken. Dat is de eerste keer sinds 2014. Die hogere olieprijzen resulteren in wel heel forse vrije kasstromen, de mooiste en grootste sinds 2008!

    Het mooie van dit jaar is dat oliemaatschappijen meer vrije kasstromen produceren bij een olieprijs van $80 per vat dan ten tijde van een olieprijs van $100. In de moeilijke jaren hebben de oliemaatschappijen niet met de handen over elkaar gezeten. Sinds 2014 zijn de kosten per vat met een derde gedaald en de ontwikkelkosten eveneens met een derde. Zoals de zaken er nu voor staan, kunnen de grote producenten hun investeringen en dividenden uit eigen zak betalen bij een prijs van $50 per vat. Bij een prijs van $80 produceren ze overschotten.

    Meer geld naar de beleggers

    De vraag is nu wat ze ermee gaan doen, met al dat overtollige geld. Ceo’s zeggen dat ze hun lesje geleerd hebben. De periode van met geld strooien, zoals dat gebeurde bij een prijs van $100, is voorgoed voorbij. De grote olieproducenten gaan het accent leggen op kostenreductie en aandeelhouderswaarde. De schuldenlast is in de moeilijke jaren snel gestegen, omdat bedrijven veel geld leenden om hun dividend te kunnen betalen.

    Shell heeft laten doorschemeren met een programma van terugkoop van eigen aandelen te starten wanneer de debt-to-capital ratio in de buurt komt van 20%. Die bedraagt nu nog 25%. Het programma zal een omvang hebben van $25 miljard. Opgewonden beleggers denken dat Shell deze doelstelling al in de tweede helft van dit jaar zal bereiken. Andere bedrijven, zoals BP Group en Equinox (Statoil) zeggen eenzelfde pad te zullen bewandelen.

    Nieuwe investeringen?

    De stortvloed aan nieuw geld zal overigens nog niet resulteren in hogere investeringen. Die gaan dit jaar nog met 1,1% omlaag. Die daling is een uitvloeisel van het beleid van de grote olieproducenten om alleen de meest profijtelijke projecten aan te vangen en dan alleen nog wanneer de kosten er totaal uitgeknepen zijn. Ook dat is een breuk met het verleden. In de goede oude tijden bedroeg het budget voor nieuwe exploratieprojecten al vlug $5,5 miljard. Nu is dat nog slechts $2,7 miljard. De uitzondering op de regel is Exxon Mobile, dat zijn investeringen in exploratie & productie sinds 2016 weer aan het verhogen is. Dat is onderdeel van een poging de magere vooruitzichten te verbeteren.

    Sommige analisten zijn bang dat de grote olieproducenten simpelweg te weinig gaan investeren. Het is nog maar de vraag of al die kleinere projecten op den duur voor voldoende continuïteit in de productie kunnen zorgen. Andere denken dat ze wel met krappe budgetten moeten werken om zo bijvoorbeeld de concurrentie van de schalieproducenten aan te kunnen. Die zitten op overvloedige voorraden. Ook kunnen ze er niet omheen dat de concurrentie van de producenten van renewable energy alleen maar gaat toenemen. Kortom, of ze willen of niet, de grote olieproducenten zullen hun businessmodel moeten aanpassen aan de nieuwe concurrentie. In die zin keren de goede oude tijden niet meer terug!

    Cor Wijtvliet

    corwijtvliet-logo

    Deze bijdrage is afkomstig van www.corwijtvliet.nl

    Tot slot:

    • Hebt u opmerkingen en/of vragen? Mail ze gerust aan: [email protected]
    • Of via mijn twitteraccount: @wijtvliet
    • Voor meer door mij geschreven artikelen bezoekt u mijn website: www.corwijtvliet.nl
    • Of bezoek www.Beurshalte.nl      
    • Ontvangt u het Cor Wijtvliet Journaal niet rechtstreeks? Abonneert u zich dan hier!

    Vindt u deze columns van Cor Wijtvliet interessant, dan kunt voor €25 per jaar donateur worden van het CorWijtvlietJournaal. Ook kunt u een geheel vrijwillige bijdrage overmaken naar NL14RABO0156073676, ten name van Wijtvliet Research.

    Donateurs krijgen niet alleen zonder vertraging het CorWijtvlietJournaal in hun mailbox, maar kunnen ook rekenen op een wekelijkse extra nieuwsbrief met vijf beleggingstips van Cor Wijtvliet. Neem voor meer informatie contact op met Cor Wijtvliet via het hierboven genoemde mailadres.

  • Gaat de olieprijs weer terug naar $100?

    De kogel is door de kerk. President Trump heeft besloten het verdrag, dat zijn voorganger Obama met Iran had gesloten, niet meer te verlengen en daarvoor in de plaats oude en nieuwe sancties in te stellen. Iran is een belangrijke partij binnen OPEC en het is derhalve niet vreemd dat olieprijzen begonnen te stijgen na het bekend worden van het nieuws.

    De grote vraag nu is wat de gevolgen zijn van de sancties ingesteld door de VS. Hoeveel minder vaten olie zullen elke dag minder naar de exportmarkten stromen? Daar is geen eenduidig antwoord op te geven. Het hangt van meerdere factoren af. Zal bijvoorbeeld Europa het aandurven om het beleid van Trump te negeren? Zullen internationale bedrijven en banken zwichten voor de secundaire sancties van de VS? Secundaire sancties houden in dat de VS partijen straft die zaken blijven doen met Iran.

    Een factor van belang is ook in hoeverre de Verenigde Staten erin slagen extra olie naar de markt te brengen om het wegvallen van een deel van de Iraanse productie te compenseren. In de jaren 2011 – 2012, ook jaren van sancties, kwamen er 1,5 miljoen vaten Iraanse olie minder naar de markt. Niemand gelooft dat het nu weer zo’n vaart zal lopen. Schattingen lopen uiteen van 200.000 vaten per dag minder tot maximaal 1 miljoen vaten per dag minder.

    Olieproductie Iran daalde door sancties (Bron: Bloomberg)

    Wie neemt marktaandeel over?

    In deze schattingen is niet opgenomen een Amerikaans succes om extra olie naar de exportmarkten te laten stromen. De kans dat president Trump in deze opzet slaagt is reëel, maar het succes zal waarschijnlijk slechts gedeeltelijk zijn. De regering Trump heeft in de aanloop naar zijn beslissing overleg gepleegd met Saoedi-Arabië, haar belangrijke bondgenoot in het Midden-Oosten. Het overleg behelsde de vraag in hoeverre de Saoedi’s bereid en in staat zijn om de oliekraan verder open te draaien. Op zich hoeft dat geen probleem te zijn. De Saoedi’s produceren ongeveer 9,9 miljoen vaten per dag, maar hebben het vermogen om de productie in korte tijd naar 12,5 miljoen vaten op te schroeven.

    Kat in het bakje, zou je denken. In een niet zover verleden zou dat inderdaad het geval zijn geweest, maar vandaag de dag niet meer. Saoedi-Arabië moet niet alleen de Amerikanen te vriend houden, maar zeer zeker ook de Russen. In eendrachtige samenwerking met Rusland weet OPEC alweer maanden de olieproductie redelijk te beperken. Vladimir Poetin zou het niet op prijs stellen als de Saoedi’s de productiebeperking eenzijdig zouden opschorten. In Riyad zijn ze zich daar terdege van bewust.

    Gecoördineerde aanpak

    Trouwens, verschillende OPEC-leden zouden een Saoedische alleingang evenmin weten te waarderen. Kroonprins en sterke man Mohammed bin Salman is zich terdege bewust van de verschillende gevoeligheden en heeft al gezegd dat er een gezamenlijke reactie van OPEC en zijn bondgenoten geformuleerd moet worden als de olieprijs door het dak dreigt te gaan. Als op korte termijn de nood aan de man komt, dan heet de kroonprins bereid te zijn de productie mondjesmaat op te voeren. De Amerikanen schofferen is ook zowat.

    De regering Trump heeft niet alleen met Riyad gebeld, maar is ook op bezoek geweest bij de eigen binnenlandse producenten. Vooral de schalieproducenten hebben hun productie sinds 2016 met duizelingwekkende snelheid opgevoerd en dat gaat nog steeds door. De verwachting is dat dagelijkse productie in 2018 gemiddeld 1,4 miljoen vaten hoger zal uitvallen dan in 2017.

    Infrastructuur

    De Amerikanen zullen dagelijks meer dan 10 miljoen vaten omhoog pompen, maar de industrie begint echter tegen de grenzen aan te lopen. Er groeit een tekort aan mensen, materiaal en vooral aan pijpleidingen. Met andere woorden, het ontbreekt aan een adequate infrastructuur om bijvoorbeeld the Permian Basin in Texas naar de Golf van Mexico af te voeren. Er zijn te weinig pijpleidingen, het spoorwegnetwerk is overbezet en er is een tekort aan vrachtauto’s en chauffeurs.

    Het probleem van de wrakkige infrastructuur laat zich niet op korte termijn oplossen. Sterker nog, het gebrek aan voldoende capaciteit om de olie af te voeren kan bedrijven nopen om hun productie in te perken. Pas over een jaar komen er drie nieuwe pijpleidingen gereed die samen elke dag 1,9 miljoen vaten kunnen afvoeren. Tot die datum moet president Trump maar hopen dat de consument de prijs aan de pomp niet teveel ziet oplopen. Gelukkig voor hem treden de sancties pas over zes maanden echt in werking. In die tussentijd kan er veel gebeuren!

    Cor Wijtvliet

    corwijtvliet-logo

    Deze bijdrage is afkomstig van www.corwijtvliet.nl

    Tot slot:

    • Hebt u opmerkingen en/of vragen? Mail ze gerust aan: [email protected]
    • Of via mijn twitteraccount: @wijtvliet
    • Voor meer door mij geschreven artikelen bezoekt u mijn website: www.corwijtvliet.nl
    • Of bezoek www.Beurshalte.nl      
    • Ontvangt u het Cor Wijtvliet Journaal niet rechtstreeks? Abonneert u zich dan hier!

    Deze column verscheen eerder in het CorWijtvlietJournaal en wordt u gratis aangeboden door Marketupdate. Vindt u deze columns interessant, dan kunt voor €25 per jaar donateur worden van het CorWijtvlietJournaal. Ook kunt u een geheel vrijwillige bijdrage overmaken naar NL14RABO0156073676, ten name van Wijtvliet Research.

    Donateurs krijgen niet alleen zonder vertraging het CorWijtvlietJournaal in hun mailbox, maar kunnen ook rekenen op een wekelijkse extra nieuwsbrief met vijf beleggingstips van Cor Wijtvliet. Neem voor meer informatie contact op met Cor Wijtvliet via het hierboven genoemde mailadres.

  • China lanceert benchmark voor olie in yuan

    China heeft vandaag met succes haar eigen benchmark voor de olieprijs gelanceerd. Met ingang van deze week kunnen handelaren via de Shanghai International Energy Exchange contracten voor levering van olie afsluiten, waarbij de olieprijs in yuan genoteerd staat. Met de lancering van dit oliecontract wil China als grootste consument van olie ter wereld meer invloed uitoefenen op de prijsvorming van olie.

    De ambitie van China is om een nieuwe benchmark voor de olieprijs in de markt te zetten naast de Amerikaanse West Texas Intermediate (WTI) en de Europese Brent olie. En er was zeker belangstelling voor, want in de eerste 25 minuten van de handel werden er al bijna 20 miljoen vaten olie verhandeld. De referentieprijs van het oliecontract met levering voor september was omgerekend 416 yuan per vat, maar bij opening steeg de koers gelijk naar 440 yuan per vat. Die prijs was ongeveer 6% hoger dan wat er op hetzelfde moment betaald werd voor Brent olie in Londen en WTI olie op de beurs van New York.

    Chinese oliemarkt

    China streefde vorig jaar de Verenigde Staten voorbij als grootste afnemer van olie ter wereld en wil met de lancering van deze nieuwe oliecontracten het gebruik van de yuan als internationale handelsmunt promoten. China heeft de handel in oliecontracten aan de Shanghai International Energy Exchange opengesteld voor buitenlandse partijen en dat is een primeur voor de Chinese grondstoffenmarkt. Volgens informatie van Bloomberg stonden er vorige week al 19 buitenlandse handelaren geregistreerd om dit oliecontract te kunnen verhandelen.

    Volgens sommige analisten kunnen de oliecontracten een grote rol spelen in het promoten van de yuan als wereldhandelsmunt, zeker als blijkt dat er veel vraag is naar deze oliecontracten. Anderen verwachten niet er dat op korte tot middellange termijn veel zal veranderen in de wereldwijde oliemarkt, omdat er nog steeds vraagtekens zijn over de stabiliteit van de Chinese munt en de vrijheid van kapitaalstromen. De devaluatie van de yuan in 2015 staat bij handelaren nog steeds in het geheugen, ook al was deze minder ernstig dan deze in eerste instantie leek.

    Kapitaalcontroles

    Begin 2017 kwam de Chinese overheid met nieuwe kapitaalcontroles om de waardedaling van de munt af te remmen. Ook werd rond die tijd bekend dat de yuan was gezakt op de wereldwijde ranglijst van meeste gebruikte handelsmunten binnen het SWIFT betaalsysteem. De angst voor kapitaalcontroles kan voor handelaren een reden voor terughoudendheid zijn voor wat betreft het gebruik van de yuan als betaalmiddel. Grondstoffenhandelaar Daniel Hynes van de Australia & New Zealand Banking Group zei daar in een verklaring tegenover Bloomberg het volgende over:

    “Het is lastig om in te zien hoe dit op de korte en middellange termijn een belangrijke factor kan worden voor de olieprijs. Ik denk dat er nog steeds een algemene terughoudendheid is bij wereldwijde investeerders om de Chinese contracten te verhandelen.”

    Om te voorkomen dat de markt door speculanten wordt overgenomen zijn de opslagkosten voor olie bij de Shanghai International Energy Exchange twee keer zo hoog als elders. Daardoor wordt het minder aantrekkelijk om een positie steeds door te rollen, zonder daadwerkelijk olie af te nemen.

    Volg Marketupdate nu ook via Telegram

    Waardeert u de artikelen en analyses op onze site, steun ons dan met een eenmalige of periodieke donatie. Met uw donatie kunnen we mooie artikelen blijven schrijven en worden we minder afhankelijk van inkomsten uit advertenties. Klik hier om te doneren!




  • Olieprijs naar hoogste niveau in 2,5 jaar

    De olieprijs bereikte maandag het hoogste niveau in 2,5 jaar, nadat kroonprins Mohammed bin Salman van Saoedi-Arabië een greep naar de macht deed. Afgelopen weekend liet de kroonprins een aantal zeer invloedrijke personen in de regering arresteren, waaronder miljardair Alwaleed bin Talal en het hoofd van de Nationale Garde, prins Miteb bin Abdullah. Deze actie kwam voor velen als een verrassing en daarom is het vooralsnog lastig in te schatten welke gevolgen dit heeft voor toekomst van Saoedi-Arabië en haar positie in de regio.

    Olieprijs omhoog

    Beleggers reageerden heftig op het nieuws, want de olieprijs schoot maandag met 3,5% omhoog naar $64,32 per vat. In het kielzog van olie schoten ook de prijzen van andere grondstoffen omhoog. Saoedi-Arabië is een van de grootste olieproducerende landen ter wereld en dat betekent dat politieke instabiliteit in dit land gevolgen kan hebben voor de wereldwijde oliemarkt. Die zorgen vertalen zich naar een hogere olieprijs. Ook de goudprijs reageerde op deze ontwikkelingen, al bleef de prijsstijging van het edelmetaal beperkt tot minder dan een procent.

    Een potentieel conflict kan de olieprijs verder aanjagen, zeker als de OPEC-landen zich volgend jaar aan de afspraak houden om 1,8 miljoen vaten per dag minder op te pompen. De verlaging van de productie in combinatie met een stijging van de wereldwijde vraag heeft ervoor gezorgd dat de prijs van olie vanaf het dieptepunt verdubbelde van minder dan $30 naar meer dan $64 per vat.

    Olieprijs stijgt naar hoogste niveau in 2,5 jaar (Grafiek via Bloomberg)

  • “Goudprijs kan verder stijgen tegenover olieprijs”

    De goudprijs nadert de $1.300 per troy ounce en staat daarmee op het hoogste niveau in negen maanden. Zorgen over de groei van de Amerikaanse economie en opgelopen geopolitieke spanningen met Noord-Korea hebben de prijs van het edelmetaal een impuls gegeven, maar volgens sommige experts kan de goudprijs nog veel verder stijgen.

    Kijken we bijvoorbeeld naar de historische relatie tussen goud en olie, dan zitten we volgens Bloomberg nog steeds in een opwaartse trend die nog enige tijd kan aanhouden. Sinds het begin van dit jaar is de goudprijs met 11% gestegen, terwijl de olieprijs dit jaar juist tien procent gedaald is. De afgelopen drie jaar is goud al twee keer zo duur geworden ten opzichte van olie, maar veel speculanten verwachten dat deze ratio de komende tijd verder zal stijgen.

    Goud versus olie

    Alleen deze maand voegden beleggers $321 miljoen toe aan het SPDR Gold Trust (GLD), terwijl ze $540 miljoen weghaalden uit de SPDR Energy Select Sector fonds dat vooral geld in de energiesector investeert. Beleggers geven momenteel dus duidelijk hun voorkeur aan het edelmetaal, dat goed presteert bij een negatieve reële rente en toenemende geopolitieke spanningen.

    “De goudprijs is gestegen door recent gepubliceerde tegenvallende cijfers en test nu het weerstandsniveau van $1.300 per troy ounce. Dit is het niveau waarop de rallies zowel in april als in juni gestopt werden. Als we daar deze keer significant doorheen kunnen breken, dan is dat zeer positief voor het edelmetaal”, zo verklaarde analist Matt Maley van Miller Tabak & Co tegenover Bloomberg.

    gold-oil-rally

    Goud/olie ratio opnieuw in opwaartse trend (Bron: Bloomberg)

  • Goldman Sachs: “Olieprijs gaat naar $40 per vat”

    Heel even heeft het er dit jaar naar uitgezien dat de prijs voor een vat olie structureel boven het niveau van $50 per vat zou komen liggen. De vreugde is echter van korte duur geweest. De prijs schommelt behoorlijk, maar heeft de neiging eerder te dalen dan te stijgen, ondanks pogingen van OPEC en Rusland om door productiebeperkingen de prijs juist omhoog te stuwen.

    Die pogingen zijn gedoemd te mislukken en de voornaamste verklaring daarvoor zijn de ontwikkelingen op de Amerikaanse oliemarkt. De productie blijft daar stijgen en dat zal de VS de komende jaren ook nog tot een factor van belang maken op de exportmarkten. Volgens het gerespecteerde Texaanse consultancybureau PIRA Energy zullen de Verenigde Staten tegen 2020 om en nabij de 2,25 miljoen vaten per dag exporteren. Een belangrijke producent als Koeweit exporteert vandaag 2,1 miljoen vaten per dag. Als PISA gelijk heeft, dan is het nog maar de vraag of OPEC erin zal slagen om de prijzen omhoog te krijgen.

    Overproductie

    Volgens PIRA, maar ook volgens het Internationaal Energie Agentschap (IEA) gaat de schalieproductie in de VS zowel dat jaar als in 2018 verder omhoog. In 2018 zal de productie naar verwachting 9,9 miljoen vaten per dag bedragen. Die hoge productie maakt van de VS in de komende jaren een van de grootste exporteurs ter wereld. Omdat het land geen lid is van OPEC heeft het ook geen behoefte om zijn productie en export te beperken. De enige hinderpaal is dat de exportcapaciteit nu nog beperkt is, maar daar komt razendsnel een einde aan. Volgens PIRA kunnen de Verenigde Staten nu al 2,7 miljoen vaten per dag exporteren. Daar komt voor het einde van 2018 nog eens 600 duizend vaten per dag bij.

    Problemen te over voor OPEC en zijn bondgenoten, zo lijkt het. Die mening is ook Goldman Sachs toegedaan. In een zeer recent rapport komt de bank tot de conclusie dat zonder aanvullend beleid de prijs voor een vat olie op korte termijn tot onder $ 40 per vat kan dalen. Goldman adviseert OPEC daarom om nog dieper te snijden in de productie dan nu het geval is. In realiteit is er van productiebeperking geen sprake. Landen als Libië en Nigeria zijn vrijgesteld van productiebeperkingen en deze landen slagen er steeds beter in om hun productie verder op te voeren. Met als gevolg dat steeds meer olie beland op de exportmarkten, zo stelt Goldman nuchter vast.

    Olieprijs blijft onder druk

    De aanwas van olie maakt het onmogelijk dat het aanbod op korte termijn gaat verkrappen en dat is nodig om beleggers ervan te overtuigen dat ergens in 2018 er een evenwicht ontstaat tussen vraag en aanbod. Nog niet zolang geleden was Goldman hiervan overtuigd, mede omdat ze veronderstelden dat de schalieproductie in de VS op korte termijn zou gaan vertragen. Vooralsnog zijn deze veronderstellingen nergens op gebaseerd. Eind juni lag de schalieproductie op het hoogste niveau in dit jaar. Ook sloegen de Amerikanen meer putten na een lichte vertraging in de afgelopen weken.

    Het heeft allemaal niet zo mogen zijn en dat zal eveneens in de nabije toekomst zo zijn. Goldman denkt dat OPEC en zijn bondgenoten de wereld moeten verrassen met een plotselinge Shock and Awe aankondiging dat de productie fors gaat beperkt worden. De kans op shock & awe is op korte termijn niet groot, zo erkennen de bankiers.

    Cor Wijtvliet

    corwijtvliet-logo

    Deze bijdrage is afkomstig van www.corwijtvliet.nl

    Disclaimer: Bovenstaand artikel is geen professioneel beleggingsadvies en het is ook geen uitnodiging om te gaan beleggen. Beleggen brengt kosten en risico’s met zich mee. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. Het artikel is louter de persoonlijke mening van de auteur.

  • De olieproducenten zijn nog lang niet uit de zorgen

    Op het eerste gezicht ziet het er allemaal goed uit. De resultaten van de grote olieproducenten over het eerste kwartaal van 2017 dragen de vruchten van het prijsherstel in vergelijking met een jaar geleden en van het diep snijden in de kosten. Er lijkt een einde gekomen aan de neerwaartse spiraal waar de sector in 2014 in terecht is gekomen. Bedrijven als Shell waren in het eerste kwartaal in staat om hun Capex en hun dividendbetalingen te financieren uit de kasstromen.

    net-income-oil-producers-ft

    Herstel olieprijs goed voor winsten van de grote olieproducenten (Bron: Financial Times)

    Ondanks de mooie resultaten beseffen de grote olieproducenten dat de vooruitzichten voor de sector fundamenteel veranderd zijn. Zowel op de korte termijn als op de lange termijn blijven de uitdagingen groot. Misschien zijn de vooruitzichten recentelijk nog verder verslechterd. De prijs voor een vat olie is weer tot onder $50 gedaald en de markt begint steeds meer te betwijfelen of de productiebeperkingen door OPEC en enkele non-OPEC landen een einde gaan maken aan de bestaande overproductie. Bij BP gaan ze er veiligheidshalve maar van uit dat de olieprijs dit jaar tussen $50 en $55 per vat zal blijven schommelen.

    oil-discoveries-ft

    Door de lage olieprijs zijn er minder nieuwe ontdekkingen gedaan (Bron: Financial Times)

    Grote olieproducenten letten beter op de kosten

    De grote uitdaging voor de Oilmajors en de grote vraag voor beleggers is of de sector in staat zal blijven om de Capex – evenals het dividend – op peil te houden. De grote olieproducenten worden niet moe de markt te bezweren dat de begrotingsdiscipline groot en intact is. Shell heeft zijn beleggers bezworen dat de Capex dit jaar naar $25 miljard gaat, een daling van $4 miljard ten opzichte van 2016.

    De sector is erg terughoudend geworden als het om investeringen gaat. Die hebben meestal een korte horizon, zodat er binnen enkele jaren een rendement behaald kan worden. Van investeringen met een lange doorlooptijd – bijvoorbeeld tien jaar – zien ze liever af. Toch is er op dit terrein weer een voorzichtig herstel te bespeuren. De consultants van Wood Mackenzie schatten dat er dit jaar toestemming komt voor misschien wel 20 langlopende projecten. Dat is een hele verbetering ten opzichte van 2016. Toen kwamen er maar negen nieuwe projecten in de markt. Tussen 2010 en 2014 kwamen er gemiddeld 40 projecten op stoom!

    Te lage investeringen in grote projecten met een lange doorlooptijd kan op de langere termijn voor problemen gaan zorgen. Bij het Internationaal Energie Agentschap (IEA) zijn ze bang, dat de huidige trend al kort voor 2020 of kort hierna voor tekorten kan zorgen met als gevolg een sterke prijsstijging. Er is nu echter een groot verschil met eerdere cycli en dat is de schalie-industrie in de VS. Die is weer nagenoeg hersteld van de dreun als gevolg van de aanhoudende prijsdalingen in de afgelopen jaren. Volgens ceo Scott Sheffield van het bedrijf Natural Resources kunnen er alleen al in Permian Basin dagelijks 8 à 9 miljoen vaten per dag opgepompt worden als de prijs rond $50 blijft schommelen. Nu komen er dagelijks 2,4 miljoen vaten omhoog. Als deze ceo het gelijk aan zijn kant heeft, dan zullen olieprijzen nog jarenlang laag blijven!

    oil-wells-decline-ft

    Lage olieprijs blijvend?

    De echte sombermannen denken dat het er sowieso somber uitziet voor de grote olieproducenten van buiten de VS. Als de schalie-industrie zijn beloftes inlost, dan zal de sector voor een lange periode gebukt gaan onder lage prijzen. Krijgt de IEA gelijk, dan kunnen prijzen tegen 2025 al zo hoog zijn dat het zeer aantrekkelijk wordt om massaal uit te wijken naar alternatieven als renewable energy! Geen van beide scenario’s zijn erg aantrekkelijk voor de Shell’s van deze wereld!

    Cor Wijtvliet

    Deze bijdrage is mogelijk gemaakt door Beurshalte

    beurshalte-logoOver Beurshalte:

    Dagelijks publiceert Beurshalte nieuwsbrieven en columns van leden van de redactie en van gastauteurs over de wereld van beleggen en alles wat ermee samenhangt. Daarnaast publiceert beurshalte wekelijks een nieuwsbrief met unieke inhoud over relevante beleggingsthema’s. Belangstellende lezers kunnen een gratis abonnement nemen. Als u geïnteresseerd bent, kunt u zich hier aanmelden!

    Disclaimer: Bovenstaand artikel is geen professioneel beleggingsadvies en het is ook geen uitnodiging om te gaan beleggen. Beleggen brengt kosten en risico’s met zich mee. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. Het artikel is louter de persoonlijke mening van de auteur.

  • OPEC bouwt stilletjes aan nieuwe productiecapaciteit

    In maart daalde de olieprijs in een behoorlijk tempo. De prijsval kwam nadat bekend was geworden dat de voorraden in de VS met 8,2 miljoen vaten veel sterker waren gegroeid dat verwacht. Niet alleen de prijs van een vat olie kelderde, maar ook olieaandelen gingen in de aanbieding. Binnen de S&P 500 staat de sector energie dit jaar op een duidelijk verlies.

    Een ongeluk komt nooit alleen. Een dag voordat het nieuws over de voorraden naar buiten kwam, sprak de minister van oliezaken van Saoedi Arabië waarschuwende woorden. Khalid al-Falih wees erop dat de huidige overeenkomst van OPEC met non-OPEC landen de schalie-industrie in de VS weer op de been had geholpen. Dat deed de prijzen geen goed. De minister drong aan op een verlening van de overeenkomst om zo het huidige overschot terug te dringen naar meer normale niveaus.

    Van overproductie naar tekort

    In die week van prijsdalingen en overaanbod sprak ook het Internationaal Energie Agentschap waarschuwende woorden. Door de aanhoudend lage olieprijs zijn investeringen in nieuwe oliewinning op de lange baan geschoven. Bedrijven als Exxon Mobile investeren wel, maar dan in projecten met een korte looptijd die al na drie jaar winstgevend zijn. Als dat zo blijft, dan vreest de IEA dat rond het jaar 2020 de huidige overproductie wel eens kan omslaan in een tekort. Dan kunnen aan het begin van het komende decennium prijzen wel eens sterk gaan stijgen.

    Door de langzaam verbeterende economische groei en bijvoorbeeld het herstel van de luchtvaart verwacht het IEA dat de vraag naar olie tot 2022 jaarlijks met 1,2 miljoen vaten per dag gaat stijgen. De verwachte snelle doorbraak zal daar weinig aan kunnen veranderen. Als de oliemaatschappijen hun investeringen niet snel opvoeren, zal de wereld een steeds groter beroep op OPEC moeten doen. De organisatie zal dan zijn productie opvoeren van 32,2 miljoen vaten per dag in 2016 naar 35,8 miljoen vaten in 2022, zo heeft het IEA berekend.

    olieproductie-opec-bbg

    Verschillende OPEC-landen willen productie verhogen (Grafiek via Bloomberg)

    OPEC verwacht meer vraag naar olie

    De beweringen van het IEA hangen niet in de lucht. De organisatie stelt vast dat OPEC zich nu al aan het voorbereiden is op het herstel in de vraag. Het bouwt aan het verhogen van zijn productiecapaciteit met 1,95 miljoen vaten in 2022 per dag. In 2015 voorspelde het IEA dat de verbetering van de capaciteit niet veel verder zou reiken dan 800.000 vaten per dag.

    Vooral landen met een lage kostenbasis sleutelen driftig aan hun productiecapaciteit. De koppositie wordt daarbij ingenomen door Irak. Dat land streeft ernaar om in 2022 ongeveer 5,4 miljoen vaten per dag op te pompen in plaats van het eerdere streefcijfer van 4,6 miljoen vaten. Iran volgt op de voet en wil in 2022 een volume van 4,15 miljoen vaten per dag op de markt zetten.

    Het is voor het IEA nog maar de vraag of de verbeterde capaciteit ook onmiddellijk gevolgd wordt door een daadwerkelijke verhoging van de productie. Dan zouden prijzen in 2018 wel eens naar historisch lage niveaus kunnen dalen. Daar lijkt geen enkele producent bij gebaat, maar dat op zich wil weinig zeggen. Dat beseffen ze bij het IEA ook!

    Cor Wijtvliet

    Deze bijdrage is mogelijk gemaakt door Beurshalte

    beurshalte-logoOver Beurshalte:

    Dagelijks publiceert Beurshalte nieuwsbrieven en columns van leden van de redactie en van gastauteurs over de wereld van beleggen en alles wat ermee samenhangt. Daarnaast publiceert beurshalte wekelijks een nieuwsbrief met unieke inhoud over relevante beleggingsthema’s. Belangstellende lezers kunnen een gratis abonnement nemen. Als u geïnteresseerd bent, kunt u zich hier aanmelden!

    Disclaimer: Bovenstaand artikel is geen professioneel beleggingsadvies en het is ook geen uitnodiging om te gaan beleggen. Beleggen brengt kosten en risico’s met zich mee. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. Het artikel is louter de persoonlijke mening van de auteur.

  • Extreme volatiliteit keert terug op internationale oliemarkt

    De geschiedenis leert geen lessen, maar het is de moeite waard de geschiedenis goed te bestuderen. Dat geldt zeker voor de oliemarkt. Amerikanen en Europeanen hebben OPEC vaak beticht van manipulatie van de prijs, maar zeker de Amerikanen zijn geen haar beter. Tussen 1930 en 1970 blonken ze uit in het manipuleren van het olie-aanbod en legden aldus een bodem onder de prijs. In die jaren legde de Amerikaanse overheid oliemaatschappijen en individuele staten de verplichting productiequota’s op om zo te voorkomen dat prijzen te heftig op en neer zouden bewegen. Op die manier werden de belangen van de sector, burgers, beleggers en overheid het bet gediend, zo was de gedachte.

    oil-well-pixabay-teaserHet beleid van toen staat haaks op de structurele veranderingen die de internationale oliemarkten te wachten staan. Die veranderingen kunnen grote gevolgen hebben voor de oliesector, maar ook voor de economische groei, de internationale veiligheid en het milieu. Het afgelopen decennium schoten olieprijzen in snel tempo omhoog en omlaag. Het luidde het einde in van OPEC als manager van het aanbod en de terugkeer van de vrije markt.

    Het resultaat zal naar alle waarschijnlijkheid zijn dat prijzen over een lange termijn heftig gaan bewegen. Dat brengt grote financiële, economische en geopolitieke risico’s mee voor de burger, bedrijfsleven en overheden.

    Het beeld van prijsbewegingen is eigenlijk zo oud als de olie-industrie zelf. Vraag en aanbod reageerden traag op prijsbewegingen en opslag was duur en de capaciteit beperkt. Het was voor producenten en overheden het startsein om te proberen het aanbod in goede banen te leiden. Dat beleid was niet onsuccesvol.

    Stabilisering olieprijs

    Het ontmantelen van Standard Oil in 1911 maakte een einde aan een periode van relatieve rust op het prijsfront. De aanhoudende onrust op het prijzenfront bezorgden de industrie en de overheid hoofdbrekens, omdat olie onmisbaar was geworden. De onrust hield aan tot 1931. In dat jaar zakten prijzen zo diep weg, dat Texas en Oklahoma militairen naar de olievelden stuurden om het sluiten van de nodige bronnen af te dwingen. Het was het begin van een vier decennia durende samenwerking tussen het Witte Huis en de olie-industrie om het aanbod te quoteren. Het succes was enorm, want de prijsstabiliteit was indrukwekkend.

    In 1972 brak een nieuwe periode aan. De productie in de VS begon te dalen en in het Midden-Oosten bleek OPEC zeer wel in staat het aanbod en de olieprijs naar eigen inzicht te managen. Het succes van OPEC was niet vergelijkbaar met dat van Texas in de decennia daarvoor. Ongeveer 10 jaar geleden is een einde gekomen aan de dominantie van OPEC. Prijzen schoten om van een hoogtepunt van $145 per vat in 2008 naar een dieptepunt van $26 in februari 2016.

    koersdaling-olieprijs

    De olieprijs zakte in 2014 hard weg door toename wereldwijde productie

    De opzet van Texas en OPEC was niet alleen op korte termijn te stabiliseren, maar om ook zekerheid te bieden voor de langere termijn. Dat is absolute noodzaak, omdat olie toen en nu een centrale rol in de wereld. Heftige prijsschommelingen verkort de planningshorizon van bedrijven, schrikt investeringen af met alle economische gevolgen van dien. Heftige prijsbewegingen kunnen zelfs het monetair beleid van centrale banken in de wielen rijden, voor recessies zorgen en zelfs oorlog en terrorisme uitlokken.

    OPEC verliest controle

    Bezien vanuit dat perspectief is het niet vreemd dat sommige partijen in de VS niet blij waren met de prijsval die in 2014 inzette. Ze riepen OPEC op om de productie terug te schroeven. Sommige van deze partijen hebben goede hoop dat de overeenkomst tussen Rusland en OPEC het begin zal zijn van een betere afstemming tussen vraag en aanbod.

    Die hoop is waarschijnlijk vals. In februari begonnen gesprekken over beperking van de productie, maar sindsdien is de productie met 1,4 miljoen vaten per dag toegenomen. Het overaanbod is zodoende eerder toe- dan afgenomen. Dat feit ondergraaft min of meer de duurzaamheid van het akkoord en geeft een meer ad-hoc karakter, zoals in de geschiedenis wel vaker gebeurt is. Het geeft geen structurele rust op de markt.

    De (nabije) toekomst gaat zodoende meer en meer op het verleden lijken, met sterke schommelingen in vraag en aanbod uitmondend in politieke onrust. Evenals in het grijze verleden is er op dit moment geen alles bepalende swing producer om de prijsbewegingen naar eigen inzicht te beteugelen. Het ontbreken van een kompas op de oliemarkt zal veel gaan vragen van consumenten, bedrijven en overheden. Ze moeten slimmer en innovatiever worden om de schommelingen het hoofd te bieden. Dat is geen geringe opgave, zo laat de geschiedenis zien. Een vrije oliemarkt is een mixed blessing!

    Cor Wijtvliet

    Deze bijdrage is mogelijk gemaakt door Beurshalte

    beurshalte-logoOver Beurshalte:

    Dagelijks publiceert Beurshalte nieuwsbrieven en columns van leden van de redactie en van gastauteurs over de wereld van beleggen en alles wat ermee samenhangt. Daarnaast publiceert beurshalte wekelijks een nieuwsbrief met unieke inhoud over relevante beleggingsthema’s. Belangstellende lezers kunnen een gratis abonnement nemen. Als u geïnteresseerd bent, kunt u zich hier aanmelden!

    Disclaimer: Bovenstaand artikel is geen professioneel beleggingsadvies en het is ook geen uitnodiging om te gaan beleggen. Beleggen brengt kosten en risico’s met zich mee. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. Het artikel is louter de persoonlijke mening van de auteur.

  • Big Oil is weer helemaal terug van weggeweest

    Het valt moeilijk te ontkennen dat de jaren sinds 2014 niet de beste waren voor de energiesector. De prijs voor een vat olie daalde naar een ongekend laag niveau. De sector zag zich gedwongen het mes diep in hun kostenstructuur te zetten en investeringen werden op de lange baan geschoven. Als de voortekenen niet bedriegen zal de sector in 2017 en zeker in 2018 de zoete vruchten plukken van hun voortvarend beleid in de afgelopen jaren.

    Dat is althans de mening van de consultants van het Noorse Rystad Energy. Zij voorzien dat de zeven grootste oliemaatschappijen hun gezamenlijke productie in 2017 met maar liefst 398.000 vaten per dag zullen verhogen. In 2018 zal de productie nog verder stijgen tot naar schatting 670.000 vaten per dag. En daarmee lacht het geluk de oliemaatschappijen weer toe. De stijging van de productie is te danken aan het naar de markt komen van investeringen die voor 2014 plaatsvonden. Die nieuwe productie maakt de stijging mogelijk. Tegelijkertijd heeft de prijs zich hersteld van het dieptepunt van $27,10 in januari 2016. Sindsdien is de prijs opgekrabbeld naar een niveau tussen $55 – $60. Dat heet bingo, omdat bij het huidig prijsniveau de oil majors bijvoorbeeld geen geld meer hoeven te lenen om aan hun dividendverplichtingen te voldoen. Hier plukt de sector de vruchten van zijn inspanningen om de kosten fors te verlagen.

    oil-production-resilience-bloomberg

    Olieproductie zal beperkt toenemen (Bron: Bloomberg)

    Productiestijging beperkt

    Ondanks alle feestvreugde zijn er nog wel degelijk waarschuwende stemmen te horen. Ook Rystad Energy wijst erop dat het opschorten van de investeringen in de afgelopen twee à drie jaren als negatief gevolg kan hebben dat de productiestijging maar een beperkt leven beschoren is. Bij ongewijzigd beleid kan er al in 2020 een kink in de productiekabel komen. De investeringsbereidheid in de sector is nog niet bijzonder groot. In 2017 zullen de investeringen wereldwijd met 3% toenemen naar een bedrag van $450 miljoen. Dat is positief. Ook zal het aantal positieve investeringsbeslissingen om weer te gaan boren naar verwachting stijgen naar twintig, tegenover negen in 2016. Nog een twintig wachten op definitief groen licht.

    Dat klinkt allemaal heel positief, zeker vergeleken met de gang van zaken in de jaren 2015 – 2016. Het verwachte investeringsniveau ligt wel 40% onder dat van 2014. Het aantal positieve investeringsbeslissingen ligt met 20 ook fors onder het gemiddelde van 40 in de periode 2010 – 2014.

    capital-expenditure-ft

    Investeringen nemen mondjesmaat weer toe (Bron: Financial Times)

    Minder investeringen

    De terughoudendheid is begrijpelijk. De afgelopen twee jaren waren niet goed voor het zelfvertrouwen van de sector. De les van die periode is, dat de sector in goede tijde met geld gesmeten had en amper oog had voor het rendement op geïnvesteerd vermogen. Die houding is nu fundamenteel veranderd. Daarnaast groeien de twijfels over de toekomst van de fossiele brandstof en is er twijfel over de duurzaamheid van de productiebeperking van OPEC. Bij veel bedrijven is daarom schraalhans nog steeds keukenmeester en stellen ze zich ten doel eerst weer degelijke positieve kasstromen te genereren na uitkering van dividenden en investeringen.

    Het komt er in feite op neer, dat de komende jaren investeringen beperkt van omvang zullen blijven. Daar zal vooral de schaliesector in de VS van profiteren. Daar zijn de kosten per project veel beter in de hand te houden. Activiteiten kunnen in een tijdsbestek van enkele weken opgevoerd of verlaagd worden. Dat is onmogelijk bij projecten die vele miljarden opslorpen en jaren in beslag nemen. De Noorse consultants kunnen daarom nog wel eens gelijk krijgen als ze de vrees uitspreken dat de productiestijging niet vanzelfsprekend is! De huidige jubelstemming kan dan ook van korte duur zijn!

    Cor Wijtvliet

    Deze bijdrage is mogelijk gemaakt door Beurshalte

    beurshalte-logoOver Beurshalte:

    Dagelijks publiceert Beurshalte nieuwsbrieven en columns van leden van de redactie en van gastauteurs over de wereld van beleggen en alles wat ermee samenhangt. Daarnaast publiceert beurshalte wekelijks een nieuwsbrief met unieke inhoud over relevante beleggingsthema’s. Belangstellende lezers kunnen een gratis abonnement nemen. Als u geïnteresseerd bent, kunt u zich hier aanmelden!

    Disclaimer: Bovenstaand artikel is geen professioneel beleggingsadvies en het is ook geen uitnodiging om te gaan beleggen. Beleggen brengt kosten en risico’s met zich mee. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. Het artikel is louter de persoonlijke mening van de auteur.