Tag: olieproducenten

  • De oliesector pompt heel grote vrije kasstromen op

    Na jaren van de tering naar de nering zetten lijken de goede oude tijden weergekeerd voor de oliesector. Misschien worden de tijd wel beter dan ze ooit geweest zijn! Dankzij een stijgende vraag, problemen in Venezuela en politieke spanningen in het Midden-Oosten is de olieprijs in 2018 fors omhooggelopen. De barrière van $80 is al doorbroken. Dat is de eerste keer sinds 2014. Die hogere olieprijzen resulteren in wel heel forse vrije kasstromen, de mooiste en grootste sinds 2008!

    Het mooie van dit jaar is dat oliemaatschappijen meer vrije kasstromen produceren bij een olieprijs van $80 per vat dan ten tijde van een olieprijs van $100. In de moeilijke jaren hebben de oliemaatschappijen niet met de handen over elkaar gezeten. Sinds 2014 zijn de kosten per vat met een derde gedaald en de ontwikkelkosten eveneens met een derde. Zoals de zaken er nu voor staan, kunnen de grote producenten hun investeringen en dividenden uit eigen zak betalen bij een prijs van $50 per vat. Bij een prijs van $80 produceren ze overschotten.

    Meer geld naar de beleggers

    De vraag is nu wat ze ermee gaan doen, met al dat overtollige geld. Ceo’s zeggen dat ze hun lesje geleerd hebben. De periode van met geld strooien, zoals dat gebeurde bij een prijs van $100, is voorgoed voorbij. De grote olieproducenten gaan het accent leggen op kostenreductie en aandeelhouderswaarde. De schuldenlast is in de moeilijke jaren snel gestegen, omdat bedrijven veel geld leenden om hun dividend te kunnen betalen.

    Shell heeft laten doorschemeren met een programma van terugkoop van eigen aandelen te starten wanneer de debt-to-capital ratio in de buurt komt van 20%. Die bedraagt nu nog 25%. Het programma zal een omvang hebben van $25 miljard. Opgewonden beleggers denken dat Shell deze doelstelling al in de tweede helft van dit jaar zal bereiken. Andere bedrijven, zoals BP Group en Equinox (Statoil) zeggen eenzelfde pad te zullen bewandelen.

    Nieuwe investeringen?

    De stortvloed aan nieuw geld zal overigens nog niet resulteren in hogere investeringen. Die gaan dit jaar nog met 1,1% omlaag. Die daling is een uitvloeisel van het beleid van de grote olieproducenten om alleen de meest profijtelijke projecten aan te vangen en dan alleen nog wanneer de kosten er totaal uitgeknepen zijn. Ook dat is een breuk met het verleden. In de goede oude tijden bedroeg het budget voor nieuwe exploratieprojecten al vlug $5,5 miljard. Nu is dat nog slechts $2,7 miljard. De uitzondering op de regel is Exxon Mobile, dat zijn investeringen in exploratie & productie sinds 2016 weer aan het verhogen is. Dat is onderdeel van een poging de magere vooruitzichten te verbeteren.

    Sommige analisten zijn bang dat de grote olieproducenten simpelweg te weinig gaan investeren. Het is nog maar de vraag of al die kleinere projecten op den duur voor voldoende continuïteit in de productie kunnen zorgen. Andere denken dat ze wel met krappe budgetten moeten werken om zo bijvoorbeeld de concurrentie van de schalieproducenten aan te kunnen. Die zitten op overvloedige voorraden. Ook kunnen ze er niet omheen dat de concurrentie van de producenten van renewable energy alleen maar gaat toenemen. Kortom, of ze willen of niet, de grote olieproducenten zullen hun businessmodel moeten aanpassen aan de nieuwe concurrentie. In die zin keren de goede oude tijden niet meer terug!

    Cor Wijtvliet

    corwijtvliet-logo

    Deze bijdrage is afkomstig van www.corwijtvliet.nl

    Tot slot:

    • Hebt u opmerkingen en/of vragen? Mail ze gerust aan: [email protected]
    • Of via mijn twitteraccount: @wijtvliet
    • Voor meer door mij geschreven artikelen bezoekt u mijn website: www.corwijtvliet.nl
    • Of bezoek www.Beurshalte.nl      
    • Ontvangt u het Cor Wijtvliet Journaal niet rechtstreeks? Abonneert u zich dan hier!

    Vindt u deze columns van Cor Wijtvliet interessant, dan kunt voor €25 per jaar donateur worden van het CorWijtvlietJournaal. Ook kunt u een geheel vrijwillige bijdrage overmaken naar NL14RABO0156073676, ten name van Wijtvliet Research.

    Donateurs krijgen niet alleen zonder vertraging het CorWijtvlietJournaal in hun mailbox, maar kunnen ook rekenen op een wekelijkse extra nieuwsbrief met vijf beleggingstips van Cor Wijtvliet. Neem voor meer informatie contact op met Cor Wijtvliet via het hierboven genoemde mailadres.

  • De olieproducenten zijn nog lang niet uit de zorgen

    Op het eerste gezicht ziet het er allemaal goed uit. De resultaten van de grote olieproducenten over het eerste kwartaal van 2017 dragen de vruchten van het prijsherstel in vergelijking met een jaar geleden en van het diep snijden in de kosten. Er lijkt een einde gekomen aan de neerwaartse spiraal waar de sector in 2014 in terecht is gekomen. Bedrijven als Shell waren in het eerste kwartaal in staat om hun Capex en hun dividendbetalingen te financieren uit de kasstromen.

    net-income-oil-producers-ft

    Herstel olieprijs goed voor winsten van de grote olieproducenten (Bron: Financial Times)

    Ondanks de mooie resultaten beseffen de grote olieproducenten dat de vooruitzichten voor de sector fundamenteel veranderd zijn. Zowel op de korte termijn als op de lange termijn blijven de uitdagingen groot. Misschien zijn de vooruitzichten recentelijk nog verder verslechterd. De prijs voor een vat olie is weer tot onder $50 gedaald en de markt begint steeds meer te betwijfelen of de productiebeperkingen door OPEC en enkele non-OPEC landen een einde gaan maken aan de bestaande overproductie. Bij BP gaan ze er veiligheidshalve maar van uit dat de olieprijs dit jaar tussen $50 en $55 per vat zal blijven schommelen.

    oil-discoveries-ft

    Door de lage olieprijs zijn er minder nieuwe ontdekkingen gedaan (Bron: Financial Times)

    Grote olieproducenten letten beter op de kosten

    De grote uitdaging voor de Oilmajors en de grote vraag voor beleggers is of de sector in staat zal blijven om de Capex – evenals het dividend – op peil te houden. De grote olieproducenten worden niet moe de markt te bezweren dat de begrotingsdiscipline groot en intact is. Shell heeft zijn beleggers bezworen dat de Capex dit jaar naar $25 miljard gaat, een daling van $4 miljard ten opzichte van 2016.

    De sector is erg terughoudend geworden als het om investeringen gaat. Die hebben meestal een korte horizon, zodat er binnen enkele jaren een rendement behaald kan worden. Van investeringen met een lange doorlooptijd – bijvoorbeeld tien jaar – zien ze liever af. Toch is er op dit terrein weer een voorzichtig herstel te bespeuren. De consultants van Wood Mackenzie schatten dat er dit jaar toestemming komt voor misschien wel 20 langlopende projecten. Dat is een hele verbetering ten opzichte van 2016. Toen kwamen er maar negen nieuwe projecten in de markt. Tussen 2010 en 2014 kwamen er gemiddeld 40 projecten op stoom!

    Te lage investeringen in grote projecten met een lange doorlooptijd kan op de langere termijn voor problemen gaan zorgen. Bij het Internationaal Energie Agentschap (IEA) zijn ze bang, dat de huidige trend al kort voor 2020 of kort hierna voor tekorten kan zorgen met als gevolg een sterke prijsstijging. Er is nu echter een groot verschil met eerdere cycli en dat is de schalie-industrie in de VS. Die is weer nagenoeg hersteld van de dreun als gevolg van de aanhoudende prijsdalingen in de afgelopen jaren. Volgens ceo Scott Sheffield van het bedrijf Natural Resources kunnen er alleen al in Permian Basin dagelijks 8 à 9 miljoen vaten per dag opgepompt worden als de prijs rond $50 blijft schommelen. Nu komen er dagelijks 2,4 miljoen vaten omhoog. Als deze ceo het gelijk aan zijn kant heeft, dan zullen olieprijzen nog jarenlang laag blijven!

    oil-wells-decline-ft

    Lage olieprijs blijvend?

    De echte sombermannen denken dat het er sowieso somber uitziet voor de grote olieproducenten van buiten de VS. Als de schalie-industrie zijn beloftes inlost, dan zal de sector voor een lange periode gebukt gaan onder lage prijzen. Krijgt de IEA gelijk, dan kunnen prijzen tegen 2025 al zo hoog zijn dat het zeer aantrekkelijk wordt om massaal uit te wijken naar alternatieven als renewable energy! Geen van beide scenario’s zijn erg aantrekkelijk voor de Shell’s van deze wereld!

    Cor Wijtvliet

    Deze bijdrage is mogelijk gemaakt door Beurshalte

    beurshalte-logoOver Beurshalte:

    Dagelijks publiceert Beurshalte nieuwsbrieven en columns van leden van de redactie en van gastauteurs over de wereld van beleggen en alles wat ermee samenhangt. Daarnaast publiceert beurshalte wekelijks een nieuwsbrief met unieke inhoud over relevante beleggingsthema’s. Belangstellende lezers kunnen een gratis abonnement nemen. Als u geïnteresseerd bent, kunt u zich hier aanmelden!

    Disclaimer: Bovenstaand artikel is geen professioneel beleggingsadvies en het is ook geen uitnodiging om te gaan beleggen. Beleggen brengt kosten en risico’s met zich mee. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. Het artikel is louter de persoonlijke mening van de auteur.

  • Goedkoopste olie kost al minder dan $30

    Op het moment van schrijven staat de olieprijs op ongeveer $37 per vat. We hebben het dan over de prijs van een vat West Texas Intermediate (WTI), ruwe olie met een relatief laag zwavelgehalte dat wordt opgepompt bij de Golf van Mexico en in staten als Texas en Oklahoma. Deze olie wordt via contracten verhandeld op de New York Mercantile Exchange (NYMEX) en is daardoor de belangrijkste referentieprijs geworden voor olie.

    Maar dat betekent niet dat alle olie voor deze prijs verhandeld wordt. In andere delen van de wereld wordt olie van minder hoge kwaliteit al voor veel lagere prijzen aangeboden, zoals het volgende overzicht van Bloomberg laat zien. Zo ligt de prijs van een mix van Mexicaanse ruwe olie op minder dan $28 per vat (laagste niveau sinds 2004) en verkoopt Irak een lagere kwaliteit ruwe olie in Azië voor ongeveer $25 per vat. Sommige Canadese olieproducenten zagen de olieprijs voor hun product dalen tot minder dan $22 per vat.

    “Meer dan twee derde van de wereldwijde olieproductie is niet rendabel tegen de huidige olieprijs. Canadese olieproducenten hebben al moeite om de operationele kosten te dekken”, zo verklaarde consultant Ehsan Ul-Haq van KBC Advanced Technologies tegenover Bloomberg.

    olieprijs-bloomberg

    Veel olieproducenten krijgen minder dan $30 voor een vat olie (Grafiek van Bloomberg)

    Lage olieprijs

    De olieprijs is dit jaar gezakt naar het laagste niveau sinds het uitbreken van de financiële crisis. De oorzaak is een wereldwijde overproductie van olie, waardoor de prijs onder druk staat en er structureel meer aanbod is dan vraag. Deze week zakte de prijs van een vat WTI zelfs onder de $35 en werd Brent olie voor niet meer dan $37 verhandeld. Deze olie is wat duurder, omdat ze door het lage zwavelgehalte makkelijker te raffineren is.

    Producenten die olie met een hoge zwavelgehalte uit de grond halen kunnen een minder hoge prijs voor hun product vragen. Om deze ‘zware olie’ te verwerken moeten raffinaderijen grote investeringen doen. Deze kosten worden doorberekend als een korting op de prijs van de ruwe olie.

    “Op heel veel plekken in de wereld krijgen olieproducenten niet de prijs van Brent of WTI. Dat is een dramatische situatie en veel producenten zullen dat niet lang vol kunnen houden”, zo vertelde analist Torbjoern Kjus van de in Noorwegen gevestigde financiële dienstverlener DNB ASA. Een voorbeeld daarvan zijn de teerzanden in Canada, waar oliegigant Royal Dutch Shell onlangs nog $2 miljard op heeft moeten afschrijven.

    Hedging

    Sommige olieproducerende landen hebben het risico op een daling van de olieprijs afgedekt, zoals Mexico. Zij hebben 212 miljoen vaten olie voor 2016 vooruit verkocht tegen een prijs van $49 per vat. Ook dit jaar hadden ze een deel van hun productie al tegen een hogere prijs vastgelegd, waardoor hun opbrengsten in totaal $6,3 miljard gunstiger uitvielen. Maar er zijn ook landen die geen bescherming hebben tegen dalende prijzen. Venezuela rekent voor in haar begroting voor volgend jaar met een gemiddelde olieprijs van $40 per vat, terwijl haar eigen olie op dit moment voor $30 op de wereldwijde oliemarkt wordt aangeboden. De daling van de olieprijs is echter geen enkel probleem voor landen als Saoedi-Arabië, Irak en Iran, die over enorme voorraden goedkoop te produceren olie beschikken. Ze maken bij de huidige prijs nog steeds veel winst en zullen daarom geneigd zijn de oliekraan juist nu nog wat verder open te draaien. Op die manier kunnen ze hun marktaandeel uitbreiden en concurrenten uit de markt drukken. Een land als Iran kan vandaag de dag bijvoorbeeld olie produceren tegen een kostprijs van $1 tot $1,50 per vat.

    olieprijs-decadelow-bbg

    Olieprijs naar laagste niveau in jaren