Tag: ratio

  • Waarom de goud / zilver ratio vrijwel nutteloos is

    Veel mensen kiezen voor zilver in plaats van goud vanwege de ‘magische’ goud/zilver ratio (de goud/zilver ratio wordt berekend door de prijs van goud te delen door de prijs van zilver). Zij wijzen dan naar de ‘historische’ 16:1-verhouding als een ‘redelijke schatting’ van het gemiddelde van deze ratio en voorspellen daarbij een ‘regressie naar het gemiddelde’ van zilver tegenover goud. Omdat de ratio tussen goud en zilver op dit moment rond de 65:1 schommelt, is de gedachte dat zilver de rendementen op goud ruimschoots gaat overtreffen. Hoewel er veel goede redenen bestaan om in zilver te investeren, zouden beleggers niet op de goud/zilver ratio moeten afgaan in hun beslissing om goud ofwel zilver te kopen.

    Goud en zilver gaan hand in hand

    Eerst het goede nieuws: van 1971 tot 2011 – toen goud uit haar rol van wereldreservevaluta gezet werd – was de correlatie tussen goud en zilver 0.878, terwijl de correlatie tussen goud en de grondstofprijzen in diezelfde periode (wij hebben de Goldman Sachs Commodity Index als graadmeter gebruikt) 0.862 was. De correlatie tussen de prijzen van primaire metalen en goud was zelfs sterker.

    En inderdaad, zilverprijzen hebben de prijzen van goud omhoog gevolgd tijdens de opgaande goederenmarkten van de jaren 70 en ondergingen daarna samen met goud in de jaren 80 en 90 weer een neerwaartse correctie. Nu wij sinds 2000 weer nieuwe opgaande goederenmarkt kennen, zijn de prijzen van zilver min of meer gelijk met de prijzen van goud gestegen. Algemeen gesproken stijgen of dalen de prijzen van goud en zilver hand in hand, tenminste op lange termijn.

    De relatie tussen goud en zilver is dermate sterk dat beleggers één van beiden (of allebei) kan kiezen om zich in de grondstoffen- en edelmetalenmarkt te positioneren. Echter, in veel gevallen liepen de twee prijzen sterk uiteen. Waarom wijken goud en zilver van elkaar af en welke invloed heeft dit op de beleggingskeuzen die wij maken?

    Waarom goud en zilver een andere koers varen

    Sinds 1972 hebben de prijzen van goud en zilver (min of meer) vrij bewogen. Voor die tijd was de ratio tussen goud- en zilverprijzen vastgelegd. Dit zette de zogenoemde “Wet van Gresham” in werking die verklaart hoe het vastleggen van de ratio door overheden tot de volledige demonetisering van zilver leidde. Door goud ten opzichte van zilver over te waarderen, werd zilver van de markt genomen en elders verkocht; de arbitragehandel floreerde, terwijl zilver verdween. Tijden zijn veranderd; goud- en zilverprijzen worden grotendeels vrij door de markt bepaald, echter niet langer in de functie van ruilmiddelen.

    Sinds Nixon de link tussen de US dollar en goud brak, bewegen goud en zilver (of beter gezegd, grondstoffen in het algemeen) cyclisch. Hun prijzen worden niet langer per overheidsbesluit bepaald, maar nu door het werkelijke vraag en aanbod. Dat gezegd hebbende, de vraag- en aanboddynamiek van goud en zilver verschillen enorm. De vraag naar goud wordt voornamelijk door de beleggingsvraag bepaald, terwijl de vraag naar zilver grotendeels uit de industrie afkomstig is.

    Het mechanisme achter ‘de regressie naar het gemiddelde’ bestaat niet langer

    In vroegere tijden werd de goud/zilver ratio dus vastgezet. Toch wordt door voorstanders van de goud/zilver ratio beweerd dat deze nog steeds naar een bepaald gemiddelde toe beweegt. Dit gemiddelde, zo beweren verdedigers van de ratio, is gebaseerd op het historische prijsniveau van beide metalen sinds 1792, toen zilver nog deel uitmaakte van de bi-metallieke monetaire standaard van die tijd. De prijzen werden door de overheid bepaald: elke ounce goud zou de overheid inruilen voor 16 troy ounce zilver (een troy ounce is ongeveer 31,1 gram). De prijzen waren ‘verankerd’, waarbij bureaucraten de markt omzeilden.

    Er bestaat echter geen logische reden waarom de goud/zilver ratio een regressie naar het gemiddelde zal vertonen. Concurrentie verlaagt bijvoorbeeld de winst en winstmarges. Wanneer een industrie een ruime marge geniet, zal concurrentie (als die niet wordt gehinderd) de markt betreden en de winst van de huidige spelers verlagen. Wanneer we dus torenhoge winsten of marges observeren in een sector binnen de economie kunnen we logischerwijze een regressie naar het gemiddelde verwachten.

    De goud/zilver ratio kent geen logische tegenhanger. Investeerders zouden in zilver kunnen stappen, vooral wanneer er sprake is van een valutacrisis, maar dit zouden ze evengoed niet kunnen doen. Hoewel we een empirisch verband tussen goud en zilver waarnemen, bestaat er geen economische wet die stelt dat de ratio tussen goud en zilver moet terugkeren naar dat magische gemiddelde van 16:1.

    Tijdens het merendeel van de bullmarkt van de jaren ‘70 rendeerde goud beter dan zilver.

    Goud rendeerde beter dan zilver gedurende het leeuwendeel van de bullmarkt van de jaren ‘70, toen beide metalen historische hoogtepunten bereikten. Enkel in 1980 – op het hoogtepunt van de bullmarkt – was het rendement van zilver hoger dan dat van goud. En vergeet niet; dit was het jaar van de fameuze poging van de gebroeders Hunt om de zilvermarkt klem te zetten. Enkel en alleen in dat jaar had zilver een hoger rendement dan goud in de laatste langdurige bullmarkt. Gedurende een kleine zes maanden uit een periode van 10 jaar in de zeventiger jaren was zilver de ‘betere keuze’.

    Toch rendeerde zilver tussen 2009 en 2011 beter dan goud, evenals in andere perioden voor de Grote Depressie. Voor deze mooie rendementen moest echter een prijs betaald worden, want zilverprijzen daalden in sterkere mate dan de goudprijs.

    Kortom, er bestaan goede redenen om goud te kopen, net zoals er goede redenen bestaan om zilver te kopen. De goud/zilverratio mag daar niettemin niet onder worden gerekend.

    De goud/zilver ratio van de laatste dertig jaar

    De goud/zilver ratio van de laatste dertig jaar

    Waar bevindt de goud/zilver ratio zich nu en welke kant gaat deze op?

    Het is een mogelijkheid, hoewel geen logische zekerheid, dat de prijzen van zilver in lijn met goud zullen stijgen. Wanneer en als we echter een economische vertraging meemaken, zouden de zilverprijzen voor een aanzienlijke tijd onder druk kunnen blijven staan. Net zoals in 2008, toen goud door onzekerheid in de markten sterk steeg terwijl zilverprijzen te kampen hadden met een lagere industriële vraag, kan de ratio tussen goud en zilver toenemen tot boven de 80:1. Iets soortgelijks kan nu opnieuw gebeuren, met een goud/zilverratio die aanzienlijk stijgt.

    Ik heb het al eerder gezegd en ik zal het nogmaals onderstrepen: zilver kent haar eigen spelregels. Wanneer er een vertraging van de economie plaatsvindt, zullen de zilverprijzen in de nabije toekomst onder druk blijven staan. Zo was de vraag naar bijvoorbeeld computerhardware recentelijk teleurstellend en blijven ook de vooruitzichten voor de komende jaren broos.

    Elke opwaartse beweging van de zilverprijs zal dus voornamelijk gestuwd worden door een gestegen investeringsvraag. En die vraag zit er wellicht al een lange tijd aan te komen. Het zou goed kunnen dat het eerder besproken substitutie-effect pas plaatsvindt nadat de goudprijs al een stuk hoger liggen.

    Goudprijzen zouden kunnen stijgen voordat zilver aanhaakt

    Des te hoger de goudprijs, des te hoger de correlatie met zilver. Het is een ‘substitutie-effect’, waarover ik eerder heb geschreven. Het vervangingseffect van goud naar zilver, zoals nu gebeurt in India, kan door prijsverstoringen (belastingen of invoerrechten) gestimuleerd worden. Zilver zal op een dag weer ‘poor man’s gold’ worden, maar naar alle waarschijnlijkheid pas wanneer de goudprijs veel, veel hoger ligt.

    Goud kopen is, wellicht, beter voor het overgrote deel van de beleggers omdat de kosten lager zijn en de vraag niet afhankelijk is van de wereldwijde industriële productie. Niettemin, wie een verschuiving van de beleggingsvraag naar zilver verwacht, kan evengoed van de huidige lage zilverprijzen profiteren en van wellicht nog lagere zilverprijzen in de toekomst.

  • Monetaire basis en goud

    De ratio van goud over de Adjusted Monetary Base (AMB) zag de afgelopen honderd jaar twee toppen (1929 en 1980) en drie laagtepunten (1971, 2000 en 2014). In 1929 en 1980 stond de goudprijs in verhouding op het hoogste niveau tegenover de AMB en vandaag staat goud op z’n historisch allerlaagste (!!!) niveau tegenover de enorm toegenomen AMB (hyperbolisch sinds 2008).

    Dit zou dan moeten betekenen dat iedereen nu het volste vertrouwen heeft in de monetaire expansie!? Daarom zouden we het goudwaarde collateraal niet meer nodig hebben..? Het vertrouwen in economisch herstel zou groot genoeg zijn om de explosief gestegen monetaire basis geloofwaardig te maken…

    Ratio goud versus monetaire basis

    Ratio goud versus monetaire basis (Bron: Macrotrends.net)

    In de omgekeerde grafiek (AMB over goud ratio) die u hieronder ziet is het verloop van de afgelopen 45 jaar wat duidelijker. De voorbije twee jaar steeg de Adjusted Monetary Base met 14% en ging de goudprijs met ongeveer een kwart onderuit…

    Omgekeerde grafiek van monetaire basis gedeeld door de goudprijs

    Omgekeerde grafiek van monetaire basis gedeeld door de goudprijs (Bron: St. Louis FED)

    Goud raakt los van monetaire basis

    Die extreme divergentie zien we nu evenwel niet meer bij de andere goudratio’s, bijvoorbeeld de Dow/Gold ratio, die van 42 in 2000 daalde naar 13 vandaag de dag. Sinds de goudprijs top van 2011 moet je nu (in 2014) bijna twee keer zo veel gewicht aan goud ruilen voor een gemiddeld huis (9 kg). Vandaag koop je een huis voor vier keer minder goudgewicht dan in 1971 ($35 per troy ounce). Ook de Dow Jones koop je nu voor de helft aan goudgewicht ten opzichte van 1971. Welke conclusies zouden we hieruit mogen trekken? Richard Nixon en Wim Duisenberg hebben naar goud-theorie van Jacques Rueff het monetaire goud losgekoppeld door de-monetisatie. Daarmee is goud aan z’n revaluatie-proces begonnen dat evenwel nog steeds hectisch-volatiel verloopt en dat nog lang niet aan z’n finale toe is. Vandaag doet goud het nog steeds tweemaal beter dan de Dow Jones sinds 1971. Goud z’n vaste koppeling aan het financieel-monetair complex raakt steeds losser, steeds vrijer vlottend, met vallen en opstaan. Iedereen die economische rijkdom produceert (bijv: China) en alle eigenaars van grondstoffen (olie/gas) hebben overschotten die ze maar al te graag consolideren in universele goud-rijkdom-reserve. Een lastige zaak voor iedereen die blijft steken bij systemische deficits (het Westen). Het goud-revaluatie proces is niet eenvoudig te vatten omwille van de vele periodieke tegenstrijdigheden. Dat is ook het gekende verhaal van het bos en ’n bomen... Door: 24 karaat

    Disclaimer: De artikelen van gastschrijver 24 karaat zijn op persoonlijke titel geschreven en hoeven daarom niet altijd de visie van Marketupdate te vertegenwoordigen. Marketupdate geeft geen beleggingsadvies en de artikelen van 24 karaat moeten ook niet als zodanig worden aangemerkt. Marketupdate heeft geen geld ontvangen of betaald voor de bijdragen van 24 karaat.

  • Dow Jones op recordhoogte is pure illusie

    Uitgedrukt in punten staan de Dow Jones en de S&P 500 op recordhoogte, maar je koopt er vandaag de dag minder grondstoffen voor dan dertig jaar geleden. Dat is de conclusie die Charles Hugh Smith trekt in het artikel “What’s Real? What’s Fake?”. De Dow Jones begon in 2009 aan een lange opwaartse trend en heeft inmiddels de oude records achter zich gelaten. Ook de S&P 500 index van 500 grote bedrijven stoomt door naar nieuwe recordhoogtes. Maar wat zegt dat over de waarde?

    De volgende grafieken zetten de waarde van de index af tegen goud en tegen tal van andere grondstoffen. Hoewel iedere grondstof een ander koersverloop kende loopt er een rode draad door alle grafieken heen: Grondstoffen als koffie, katoen, mais, vee, tarwe, sojabonen en koffie werden de afgelopen decennia allemaal duurder ten opzichte van aandelen. Met de Dow Jones op ruim 16.500 punten koopt u vandaag de dag minder grondstoffen dan met dezelfde index op ruim 9.000 punten in het jaar 1999…

    De volgende grafieken illustreren het verlies van waarde in de Dow Jones index…

    De Dow Jones in goud

    De beurs in goud

    De beurs uitgedrukt in olie

    De beurs uitgedrukt in olie

    De Dow Jones in mais

    De Dow Jones in mais

    De Dow Jones in vee

    De Dow Jones in vee

    De index in tarwe

    De index in tarwe

    De aandelenmarkt in sojabonen

    De aandelenmarkt in sojabonen

    De Dow Jones in koffie

    De beursgraadmeter in koffie

  • Dow Jones in goud

    Hoeveel gram goud kost de Dow Jones over de voorbije 114 jaar? Deze heftig fluctuerende grafiek is niet bepaald een toonbeeld van regelmaat. Dow en goud werden beurtelings héél duur en daarna goedkoop. Beide zijn continu in beweging tegenover mekaar van toppen naar bodems met relatief korte pauzes. In 1929, 1965 en 2000 moest je veel goedkoop goudgewicht geven voor de dure Dow Jones. In 1933, 1980 en 2011 kreeg je veel goedkope Dow voor duur goud. De uitersten liggen tussen 50 gram en 1,3 kilogram goud voor de Dow. Er bestaat eenzelfde grafiek voor de prijs van een gemiddelde woning en het aantal kilogram goud je er moest voor ophoesten (uiteenlopend van 1 tot 10 kg).

    Dow Jones in goud

    Dow Jones in goud (Bron: Pricedingold)

    Historische ratio Dow Jones en goud

    Onze aandacht gaat naar de periode voor 1913, toen Dow & goud relatief rustig evolueerden. Idem voor de post-Weimar periode (1933-1950). De Dow kostte toen gemiddeld ongeveer 100 gram goud. Vandaag betaal je ongeveer 400 gram goud ($16.000) voor de Dow (16.000). De 100 gram goud voor Dow Jones was een gemiddelde tijdens de vaste dollar goudstandaard van voor 1913. Toen kon je op iedere bank je munten en bankbiljetten omruilen voor fysiek goud. In 1933 kwam de goudconfiscatie in de VS en bleef de Dow Jones in goudgram opnieuw relatief constant tot ongeveer het jaar 1950, waarna de London Gold Pool zich op gang trok.

    Er is dus iets met die plus-minus 100 gram goud voor de Dow Jones. Misschien is het wel het antwoord op de vraag hoe we goud-waarde (koopkracht) moeten inschatten. Niet in absolute termen, maar relatief tegenover de Dow als gefabriceerde benchmark in de financiële industrie. De Dow (financiële industrie) als hot-money versus goud als cold-money. Momentum speculatie versus waarde belegging. Het is van alle tijden (bubblemania’s). De cyclus van heftige volatiliteit naar rustige waardevastheid in goud. Vandaag zou goud dan een waarde moeten hebben van om en nabij de $5.000 per troy ounce ($16.000 Dow = 100 gram goud)? Maar sedert 2011 is er iets veranderd. Economisch bleef het de verkeerde kant op gaan en besliste men (FED/ECB/BIS/Bankiers) dat er daar wat aan moest gedaan worden! De fiat dollar en euro munten moesten gered worden. Men besloot dan maar om de financiële industrie aan te jagen om deze positief te laten afstralen op het vertrouwen in economisch herstel. De beurzen omhoog, de euro en de dollar stabiel, de zero rentes behouden en het spuien van positief economisch nieuws... Men stapt UIT goud en stapt IN de beurzen. Koud goudgeld terug laten vloeien door warm financieel geld. Uw digits op de bank brengen zero rente op en worden dus daarmee ook niet veel waard geacht. Dus... put your money at work!

    Herstel?

    Al wie denkt dat hiermee het economisch herstel (back to normal) gaat lukken moet zich nu best ontdoen van alle fysiek goud in bezit, want het komt economisch toch allemaal wel goed... Men moet dan maar besluiten dat de goudwaarde z’n top gehad heeft in 2011 aan 200 gram goud voor de Dow en dat die 100 gram er niet meer in zit: "In a private closed-door meeting at BlackRock, ScotiaMocatta’s Simon Weeks, who is Chairman of the LBMA, is part of a group trying to frighten producers into forward selling by predicting gold is going to plunge ‘another $400 in 2014." (Bron) Een goudprijs van $800/oz in 2014 zou dan 623 gram goud voor een 16.000 Dow betekenen. Een ongeëvenaarde gefabriceerde volatiliteit!? Een goudprijs daling van $1.200 naar $ 800 per troy ounce is 30%. Kan de Dow Jones in 2014 nog 30% stijgen? De meeste optimisten houden het bij 10%.

    Terug naar 623 gram goud voor de Dow?

    Terug naar 623 gram goud voor de Dow? (Bron: Pricedingold)

    De terugkeer naar de normalisering van waarde-vastheid zal niet over een rozenpad lopen. Of je moet heilig geloven dat het economisch herstel zich héél geleidelijk en ordelijk zal ontplooien, zodat er zich op de financiële fronten (rente & wisselkoersen) geen schokken zullen voordoen. Kunnen we nog steeds in zo’n ideale wereld blijven geloven, als die er dan ooit al is geweest... Door: 24 karaat

    Disclaimer: De artikelen van gastschrijver 24 karaat zijn op persoonlijke titel geschreven en hoeven daarom niet altijd de visie van Marketupdate te vertegenwoordigen. Marketupdate geeft geen beleggingsadvies en de artikelen van 24 karaat moeten ook niet als zodanig worden aangemerkt. Marketupdate heeft geen geld ontvangen of betaald voor de bijdragen van 24 karaat.

  • Grafiek: Olieprijs in goud vanaf 1946

    Uitgedrukt in dollars is de olieprijs sinds 1971 sterk gestegen, met als gevolg dat de prijs van benzine en diesel de afgelopen jaren recordniveaus bereikt. Maar als we de olie vergelijken met goud en we het effect van geldontwaarding uit de berekening wegfilteren zien we een heel ander beeld tevoorschijn komen. De olieprijs fluctueerde weliswaar sterk, maar keerde steeds terug om het historische gemiddelde van ongeveer vijftien vaten per troy ounce te doorkruisen.

    Onderstaande grafiek laat zien dat olie ten opzichte van goud relatief goedkoop was in 1973, 1988, 1993, 1998 en 2009. De bodems in de grafiek geven aan in welke periodes olie juist relatief duur was in termen van goud (minder vaten per troy ounce). Opvallend is dat de stijgende olieprijs in 1973 een oliecrisis veroorzaakte, maar dat het zwarte goud in termen van geel edelmetaal toen juist bijzonder goedkoop was.

    Grafiek van de olie goud ratio

    Olieprijs uitgedrukt in goud: aantal vaten ruwe WTI olie per troy ounce goud

    Voor de volledigheid heb ik ook een grafiek gemaakt waarin de goudprijs en de olieprijs (uitgedrukt in $) over elkaar heen gelegd zijn. Die laat de correlatie tussen olie en goud op een andere manier zien. Opvallend is dat de goudprijs de laatste jaren wél is gestegen, maar dat de olieprijs is achtergebleven. Klik op de grafiek voor een grotere versie.

    De goudprijs en de olieprijs

    Goudprijs en olieprijs in dollars vanaf 1946 t/m 2012