Tag: starters

  • Vertrouwen in woningmarkt daalt

    Vertrouwen in woningmarkt daalt

    Het vertrouwen dat Nederlanders hebben in de woningmarkt is voor het eerst in 4,5 jaar weer negatief. Dat schrijft de Vereniging Eigen Huis (VEH) op basis van nieuwe cijfers over de woningmarkt. Vooral in de grote steden als Amsterdam, Rotterdam en Den Haag is het sentiment de laatste maanden verslechterd. Ruim vier op de tien Nederlanders vindt het momenteel een (zeer) ongunstige tijd om een huis te kopen. Van de doorstromers vindt een derde het momenteel niet gunstig om een ander huis te kopen.

    De Vereniging Eigen Huis publiceert maandelijks haar Eigen Huis Indicator, die het consumentenvertrouwen ten aanzien van de woningmarkt meet. Deze indicator is gebaseerd op maandelijkse peilingen onder een representatief aantal Nederlanders. Deze indicator kwam in maart uit op 99 punten en dook daarmee voor het eerste in 4,5 jaar onder het neutrale niveau van 100 punten. Hieronder ziet u het verloop van deze vertrouwensindex sinds maart 2007.

    Eigen Huis Indicator kwam voor het eerst in 4,5 jaar weer onder neutrale score van 100 punten (Bron: VEH)

    Betaalbaarheid woningen verslechtert

    Het belangrijkste probleem op de woningmarkt is dat de prijzen voor veel starters te hoog zijn geworden. Ze willen wel graag een huis kopen, maar kunnen met hun inkomen niet genoeg geld lenen. Dat betekent dat starters zonder spaargeld of schenking de financiering simpelweg niet rond kunnen krijgen. Ruim de helft van de starters noemt de slechte betaalbaarheid van koopwoningen dan ook het grootste probleem van de woningmarkt.

    Volgens Hans André de la Porte van de Vereniging Eigen Huis is de slechte betaalbaarheid vooral te wijten aan een gebrek aan woningen, meer specifiek nieuwbouwwoningen. Daardoor is er met name in de populaire stedelijke gebieden schaarste ontstaan. Econoom en beurscommentator Hans de Geus is het daar niet mee eens. Hij merkt op dat er op dit moment in Nederland meer woningen per huishouden zijn dan ooit tevoren.

    Beleggers op de woningmarkt

    Het probleem is volgens hem niet zozeer de schaarste aan woningen, maar het feit dat steeds meer beleggers op de woningmarkt actief zijn. Dat drijft de prijzen van woningen verder op en zorgt ervoor dat meer starters uit de markt worden geprijsd. Ook zijn de hypotheekvoorwaarden aangescherpt, waardoor starters minder kunnen lenen. Zij worden door deze omstandigheden min of meer gedwongen te huren in de vrije huursector, waar de prijzen hoog zijn. Daardoor kunnen ze ook minder vermogen opbouwen, waardoor de vermogensongelijkheid groter wordt. Hans de Geus schreef daar een boek over getiteld ‘Hoe ik toch huisjesmelker werd’ dat binnenkort wordt uitgegeven.

    Steeds meer starters kunnen geen huis kopen en blijven in dure huurwoning (Bron: RTL-Z)

    Volg Marketupdate nu ook via Telegram

    Waardeert u de artikelen en analyses op onze site, steun ons dan met een eenmalige of periodieke donatie. Met uw donatie kunnen we mooie artikelen blijven schrijven en worden we minder afhankelijk van inkomsten uit advertenties. Klik hier om te doneren!




  • Startersleningen maken wonen onbetaalbaar

    De startersleningen die de Britse regering sinds 2013 verstrekt om starters op de woningmarkt te ondersteunen werkt averechts, zo blijkt uit onderzoek van The Times. Met het ‘Help to Buy’ programma kunnen starters meer geld lenen voor de aankoop van een huis, maar na een paar jaar kunnen we concluderen dat deze maatregel vooral heeft geleid tot een verdere stijging van de huizenprijzen. Starters moeten zich daardoor nog dieper in de schulden steken, terwijl projectontwikkelaars hun vastgoed duurder kunnen verkopen en er met de winst vandoor gaan.

    Een onderzoek naar de ontwikkeling van de huizenprijzen in tien verschillende dorpen en steden in het Verenigd Koninkrijk wijst uit dat de huizen die in aanmerking komen voor een starterslening per vierkante meter bijna 15% duurder zijn dan woningen die niet in aanmerking komen. Dat is bijna evenveel als de starterslening die de overheid verstrekt, want die bedraagt 20% van de waarde van het huis (40% in Londen).

    Meer belastinggeld naar woningmarkt

    Projectontwikkelaars slaan munt uit deze situatie door de prijzen van nieuwe woningen en appartementen te verhogen. Ze weten dat starters meer kunnen lenen en passen hun prijzen daarop aan. Het resultaat is dat starters teveel geld betalen voor een woning en dat ze waarschijnlijk met een restschuld achterblijven als de overheid het stimuleringsprogramma stopt.

    Sinds 2013 heeft de Britse overheid via het Help to Buy programma al meer dan £8 miljard in de woningmarkt gepompt. Dat geld kwam echter vooral terecht bij projectontwikkelaars en veel minder in nieuwbouwprojecten die het tekort aan woningen moeten oplossen. Dat blijkt ook uit de recordwinsten die twee van de grootste projectontwikkelaars deze week bekendmaakten.

    Makelaars kennen al honderden voorbeelden van starters die door het ‘Help to Buy’ programma onder water staan. Dat probleem wordt nog groter als de huizenprijzen gaan dalen of als de overheid zou besluiten het programma stop te zetten.

    Help to Buy

    Het ‘Help to Buy’ programma geldt voor starters die 5% van de waarde van hun woning uit eigen zak kunnen betalen. Is dat het geval, dan geeft de overheid een lening ter waarde van 20% van de waarde van de woning. Een starter hoeft dan nog maar 75% van de waarde van het huis te lenen bij een bank. Wie een woning zoekt in Londen kan zelfs 40% van de aanschafwaarde via de overheid lenen, mits voldaan is aan de regel van 5% eigen inleg.

    Voorstanders van de maatregel zeggen dat veel starters zonder het ‘Help to Buy’ programma niet in staat waren geweest een huis te kopen en op die manier vermogen op te bouwen. Door de stijgende huizenprijzen is het vermogen van huizenbezitters de laatste jaren toegenomen, terwijl huurders daar niet van profiteerden. Dit argument valt natuurlijk weg als er weer een crisis op de huizenmarkt uitbreekt en de prijzen dalen.

    Volg Marketupdate nu ook via Telegram

  • Huizen worden onbetaalbaar voor starters

    De huizenprijzen zullen de komende twee jaar waarschijnlijk nog blijven stijgen en daarmee wordt het voor starters steeds moeilijker om iets te vinden, zo blijkt uit onderzoek van RTL Z. Door de lage rente blijft de vraag naar koopwoningen toenemen, terwijl het aanbod veel minder snel groeit. In de grote steden is al sprake van een tekort aan woningen, waardoor de woningen die beschikbaar komen meestal ver boven de vraagprijs van de hand gaan. In dat biedingsproces delven starters meestal het onderspit, omdat ze niet genoeg kunnen lenen.

    Volgens hoogleraar woningmarkt Peter Boelhouwer is het zelfs voor starters met een modaal salaris lastig om een woning te vinden, zeker als ze niet kunnen rekenen op financiële ondersteuning van de ouders. Daar komt bij dat er momenteel erg weinig keuze is, want op dit moment hebben kopers volgens cijfers van de Nederlandse Vereniging voor Makelaars (NVM) gemiddeld slechts 3,8 woningen om uit te kiezen. Vergeleken met de afgelopen tien jaar is dat uitzonderlijk laag, zoals de grafiek van RTL Z hiernaast laat zien.

    ‘Kopen blijft goedkoper’

    Door de extreem lage rente is het voor veel huishoudens goedkoper om een huis te kopen dan om ergens te gaan huren. Zelfs nu de huizenprijzen in de steden vanaf het dieptepunt met tientallen procenten zijn gestegen. Zo lang die rente laag blijft en er niet genoeg gebouwd kan worden zullen de huizenprijzen naar verwachting blijven stijgen.

    Bij RTL Z werden de resultaten van het onderzoek naar de woningmarkt uitgebreid besproken.

    Volg Marketupdate nu ook via Telegram

  • Stijgende huizenprijzen zorgen voor steeds meer problemen

    Vorige week werd bekend dat de huizenprijzen in Nederland sinds 2001 niet meer zo hard gestegen zijn als nu. Dat is goed nieuws voor iedereen die al een koopwoning heeft en daar met veel plezier woont, maar voor veel anderen begint de situatie op de woningmarkt alleen maar vervelender te worden. De krapte in het woningaanbod belemmert de doorstroming, terwijl starters met steeds minder genoegen moeten nemen. Ook zijn veel huurders ontevreden met wat ze kunnen krijgen.

    Deze problematiek zien ook terug in de nieuwste cijfers van ING over de Nederlandse woningmarkt. In hun nieuwste kwartaalrapport lezen we dat het vertrouwen in het eerste kwartaal van dit jaar verder gedaald is, omdat steeds meer mensen van mening zijn dat dit geen gunstige periode is om een huis te kopen. Volgens de ondervraagde starters is het de afgelopen tien jaar nog niet zo ongunstig geweest om een woning te kopen als nu.

    Starters ontevreden

    Uit het marktonderzoek van ING blijkt dat gemiddeld meer dan 2/3 van de mensen met een koopwoning zeer tevreden is over hun woonsituatie, terwijl dat slechts bij 15% van de starters het geval is. Potentiële starters, die nu nog huren of bij hun ouders wonen, geven hun huidige woonsituatie een 6,6. Redenen waarom starters niet tevreden zijn is dat ze de huizen te duur vinden (23%), dat het huis waarin ze wonen te klein is (43%) en dat ze graag een tuin zouden willen hebben (39%).

    Wim Flikweert, manager Wonen bij ING, zei het volgende over de uitkomsten van het kwartaalrapport.

    “Voor potentiële starters zijn koopwoningen simpelweg te duur of niet beschikbaar. Dat betekent dat ze moeten blijven zitten waar ze zitten. Starters willen juist graag verhuizen naar een koopwoning om een stapje dichterbij hun ideale woning te komen, maar zijn genoodzaakt thuis te blijven wonen of tegen (hoge) prijzen te huren. Dit gaat ten koste van het woongenot en de hoge lasten kunnen leiden tot financiële kwetsbaarheid. Die kan zo groot worden dat de stap naar een koopwoning mogelijk niet meer gemaakt kan worden.”

    Huurders ontevreden

    Het zijn niet alleen starters die ontevreden zijn over de stijgende huizenprijzen en het beperkte aanbod. Ook huurders merken de gevolgen van krapte op de woningmarkt, waardoor ze niet de ideale huurwoning kunnen vinden en relatief hoge huren betalen. Volgens het onderzoek van ING is slechts 15% van de huurders momenteel tevreden over zijn of haar woning. Veel starters vinden de huur te hoog en meer dan de helft zou voor dezelfde maandlasten liever willen kopen dan huren.

    Volgens Flikweert ligt de oplossing voor deze problematiek niet alleen in het bouwen van nog meer huizen in de grote steden. Ook moet er volgens hem goed gekeken worden naar de bereikbaarheid van de Randstad. In een verklaring tegenover de Telegraaf zegt hij dat er investeringen in infrastructuur nodig zijn om andere gebieden buiten de grote steden aantrekkelijker te maken. Mensen zullen dan vaker kiezen voor een goedkopere woning buiten de stad, zo verwacht Flikweert.

    Meer potentiële starters haken af door stijgende huizenprijzen (Bron: ING)

    Veel starters niet tevreden over hun woning (Bron: ING)

  • Stijging huizenprijzen houdt jongeren thuis

    In het Verenigd Koninkrijk beginnen de negatieve effecten van stijgende huizenprijzen zichtbaar te worden. Bijna de helft van de jongvolwassenen tussen de 20 en 34 jaar kan zich niet veroorloven een huis te kopen of te huren, zo blijkt uit een onderzoek van liefdadigheidsinstelling Shelter. Op dit moment zijn er in het Verenigd Koninkrijk bijna 2 miljoen jongvolwassenen tussen de 20 en 34 jaar die nog bij hun ouders wonen.

    In het onderzoek werd aan 250 jongvolwassenen gevraagd wat de belangrijkste reden is waarom ze nog thuis wonen. Bijna de helft (48%) gaf aan onvoldoende geld te hebben om een woonruimte te huren of te kopen. Door de stijging van de huizenprijzen wordt ook huren steeds duurder, zodanig dat veel jongeren het gewoon niet meer kunnen betalen. De Mirror haalt het voorbeeld aan van de 32-jarige Sarah, die momenteel weer thuis woont bij haar ouders in Croydon. Ze werkt in de reclamebranche, maar heeft moeite om financieel rond te komen. De afgelopen tien jaar heeft ze afwisselend bij haar ouders en zelfstandig gewoond, terwijl ze ondertussen probeert wat geld opzij te zetten.

    Stijgende huizenprijzen

    Volgens Sarah zorgen de stijgende huizenprijzen ervoor dat ze nooit zekerheid heeft over de betaalbaarheid van een woning.

    "Als ik nu op mezelf ga wonen is de kans groot dat ik de rest van mijn leven een hoge huur moet blijven betalen. Ik weet dat ik blij moet zijn dat ik ergens kan wonen en dat ik werk heb, maar de gedachte dat ik tot ver in de 30 als een tiener moet blijven leven werkt ontmoedigend".

    Campbell Robb, de directeur van liefdadigheidsinstelling Shelter, ergert zich aan het stimulerende beleid van de Britse regering en de centrale bank. Het bevoordeelt de mensen die al een huis hebben, ten koste van de jongere generatie die net de woningmarkt betreedt. Hij zegt er het volgende over:

    "In plaats van meer geld te stoppen in stimuleringsprogramma's als Help to Buy moeten we daadkrachtiger optreden in het beantwoorden van de vraag naar betaalbare woningen. Niet in het verder opblazen van de huizenprijzen. Projectontwikkelaars moeten investeren in de toekomstige generatie door deels huur en deels koopwoningen te bouwen en het tekort aan woonruimte te verhelpen. Politici moeten de bouw van voldoende woonruimte voor de volgende generatie als topprioriteit op de agenda zetten."

    Interactieve kaart van de BBC laat zien waar je kunt huren voor een bepaald budget

    Interactieve kaart van de BBC laat zien waar je kunt huren voor een bepaald budget