Auteur: Cor Wijtvliet

  • Is Britse pond eerste slachtoffer van Brexit?

    Sinds het bekend worden dat de Britten nog dit jaar, in juni, gaan stemmen over de vraag of ze wel of geen lid blijven van de Europese Unie, heeft de nationale munt klap op klap gekregen. De waarde is gedaald tot onder $ 1,40. Dat is een niveau dat we sinds 2009 niet meer gezien hebben.

    De klappen die het pond krijgt zijn wel te begrijpen. Beleggers worstelen al met een te lage olieprijs, economische problemen in China en grote politieke onrust in het Midden-Oosten. Kopzorgen over een mogelijke ‘Brexit’ is de druppel, die de emmer doet overlopen. Een run op het pond kan bovendien ook nog eens politiek misbruikt worden door de diverse partijen, die om de gunst van het Britse publiek strijden. Beleggers willen helemaal niet dat het pond een politieke speelbal wordt. In het Verenigd Koninkrijk loopt niet alleen de politieke discussie over de gevolgen van een Brexit, maar ook over de gevolgen voor het pond.

    Britse pond onder druk

    Verschillende partijen in het veld proberen daarom te gissen tot welk niveau het pond kan gaan wegzakken. Daarbij kijken ze vooral naar ervaringen uit het verleden. In de jaren na het einde van Bretton Woods (1973) zweefden de diverse Westerse valuta’s vrijelijk. Gemiddeld was het pond in die jaren $1,70 waard, maar in 1985 bereikte de munt een dieptepunt van $1,05. De huidige daling is in dat perspectief niet buitengewoon, zo schrijft de Financial Times. Evenmin is het tempo van daling exceptioneel te noemen. Het pond stort niet in elkaar. Dat is althans de mening van partijen als BNY Mellon en Brown Brothers Harriman. Daar denken ze dat veel beleggers zich ingedekt hebben tegen een daling van het pond. Daarmee is het volgens hen veel te vroeg om al een eventueel dieptepunt te prikken.

    Bij Commerzbank denken ze daar heel anders over. Daar zijn ze wel degelijk van mening, dat het crisis is en dat de stormbaal gehesen moet worden. Ze hameren erop, dat in de afgelopen 35 jaar het pond slechts driemaal het huidig niveau heeft aangetikt. Dat was in 1992, toen het Wisselkoersmechanisme in elkaar klapte. Het gebeurde opnieuw ten tijde van de dot.com crisis in 2001/2002 en in het crisisjaar 2008.

    us-dollar-to-pound-annotated-graph

    Het Britse pond ging in het verleden vaker hard onderuit (Bron: Bloomberg, via de Financial Times)

    Kapitaalvlucht?

    Onzekerheid over de gevolgen van een grote gebeurtenis kan grote onverwachte consequenties hebben, daar zijn alle discussiërende partijen het over eens. Alle partijen vragen zich af, of een Brexit de instroom van assets kan doen verminderen. Zo ja, hoe moet het Verenigd Koninkrijk dan zijn tekorten financieren? Als de assets, die in handen van buitenlanders zijn, het Verenigd Koninkrijk gaan uitstromen, dan zou er pas echt sprake van een crisis zijn. In dat geval zou het maar het beste zijn, als het pond sterk aan waarde inboette, zo denkt een enkeling. Op die manier zou het mogelijk moeten zijn om een handelsoverschot te scheppen, waarmee bovenstaand probleem verholpen is.

    Voor weer anderen is dat een te optimistische kijk op zaken. Zij denken dat bij een Brexit niet alleen massaal afscheid genomen wordt van het pond, maar ook van de euro en in tweede instantie zelfs van Europese aandelen en obligaties. Dat gebeurt als de overtuiging postvat, dat een Brexit slecht kan uitpakken voor de stabiliteit in Europa. Een ‘ja’ in het Verenigd Koninkrijk tegen een Brexit kan in andere landen van de Europese Unie de roep om een referendum fors versterken. Dan is het hek echt goed van de dam!

    Cor Wijtvliet

    Britse pond zakt onder de $1,40 vanwege zorgen Brexit

    Deze bijdrage is mogelijk gemaakt door Beurshalte

    beurshalte-logoOver Beurshalte:

    Dagelijks publiceert Beurshalte nieuwsbrieven en columns van leden van de redactie en van gastauteurs over de wereld van beleggen en alles wat ermee samenhangt. Daarnaast publiceert beurshalte wekelijks een nieuwsbrief met unieke inhoud over relevante beleggingsthema’s. Belangstellende lezers kunnen een gratis abonnement nemen. Als u geïnteresseerd bent, kunt u zich hier aanmelden!

  • Goud herwint zijn glans

    Het is alweer jaren geleden, dat de goudprijs piekte op een niveau van $ 1.921 per troy ounce. Sindsdien is het geleidelijk bergafwaarts gegaan. Het voornemen van de Federal Reserve om in meerdere kleine stapjes de rente te verhogen, leek het lot van goud als beleggingsklasse definitief bezegeld te hebben, maar recentelijk is aan de neergang een einde gekomen.

    Beleggers die in 2015 nog het goud de rug toe keerden doen nu het omgekeerde. Het onbehagen onder beleggers is groot. Het feit dat Europa, Japan en kleine landen als Zweden en Zwitserland steeds nadrukkelijker het wapen van de negatieve rente hanteren, is verantwoordelijk voor dit groeiende gevoel van onbehagen. De alom aanwezigheid van negatieve rente versterkt het al lang sluimerend gevoel dat het met de wereldeconomie de verkeerde kant opgaat. Het heeft ook het idee doen post vatten dat centrale bankiers aan het einde van hun Latijn zijn. Hun gereedschapskist ter bestrijding van de te lage inflatie en de te lage economische groei lijkt nu bijna leeg.

    En dus wijkt de belegger uit naar zijn traditionele veilige haven: Goud.

    Diezelfde belegger lijkt er trouwens ook van overtuigd dat jaren van monetaire verruiming funest zijn geweest waarderingen. Koersen van een veelheid aan effecten zijn door al dat gratis geld veel te hoog opgelopen. Het is dus maar het beste om een veilig heenkomen te zoeken, voordat deze ballon gevuld met gebakken lucht, gaat ontploffen.

    Beleggen in goud

    Het gedrag van de belegger lijkt daarmee rationeel en de cijfers staven dat ook. Een studie van JP Morgan vanaf 1975 toont dat aan. Goud heeft in die afgelopen periode betere gerendeerd dan een mandje van aandelen, obligaties en commodities. Daar was wel een voorwaarde aan verbonden. De rente moest laag zijn en de neiging vertonen om nog verder te gaan dalen. In die gunstige omstandigheden liet goud omgerekend een maandelijks rendement zien van 1,4%. De bankiers zijn daarom van mening dat de prijs van goud voor het einde van 2016 een niveau van $1.250 per troy ounce kan aantikken.

    De stijging van de prijs tot dusverre is vooral te danken aan de instroom in zogeheten gold-backed ETF’s. Daarvoor groeit de belangstelling in alle delen van de wereld. Of een hoger prijsniveau structureel kan worden hangt van meer factoren. Zo zou het prettig zijn als in China en India de vraag naar fysiek goud eveneens een opleving laat zien. Een andere factor van belang is het aanbod. In 2015 is volgens the World Gold Council de productie van goudmijnen voor het eerst sinds 2008 weer licht gedaald. Als die daling voorlopig blijft aanhouden, dan kan de stijging wel eens structureel blijken.

    gold-etf-goldprice

    Beleggers stappen weer in goud (Grafiek via Financial Times)

    Goudprijs naar $1.300?

    Volgens de meeste analisten is het nog echt te vroeg om te juichen. In hun visie hoeft de economische berichtgeving maar weer positiever te worden, of veel beleggers ruimen hun goud weer op. Er zijn echter dissidenten zoals de ABN Amro. Daar geloven ze dat de prijs naar $1.300 kan nog voor het einde van het jaar. Er is teveel slecht nieuws in omloop. Bovendien lijkt de Fed afgestapt van het idee om in 2016 de rente verder te verhogen. Er is groeiende twijfel over de kracht van de economie in dat land. In zo’n omgeving is het onwaarschijnlijk dat de zon plotseling gaat doorbreken!

    Cor Wijtvliet

    Deze bijdrage is mogelijk gemaakt door Beurshalte

    beurshalte-logoOver Beurshalte:

    Dagelijks publiceert Beurshalte nieuwsbrieven en columns van leden van de redactie en van gastauteurs over de wereld van beleggen en alles wat ermee samenhangt. Daarnaast publiceert beurshalte wekelijks een nieuwsbrief met unieke inhoud over relevante beleggingsthema’s. Belangstellende lezers kunnen een gratis abonnement nemen. Als u geïnteresseerd bent, kunt u zich hier aanmelden!

  • Is China de reddingsboei voor Apple?

    Deze bijdrage is afkomstig van Beurshalte

    De vragen zoemden al enkele kwartalen rond. Hoe lang kan een gigant als Apple zo hard blijven groeien? En, is Apple voor zijn groei niet te afhankelijk geworden van de iPhone. Dat toestelletje genereert ongeveer 68% van de omzet van het bedrijf. Sinds de publicatie van de cijfers over het vierde kwartaal van 2015 is er meer duidelijkheid gekomen over beide vragen.

    apple-china-teaserHet was een fantastisch kwartaal voor Apple. De omzet bedroeg $76 miljard en de winst kwam uit op $18,4 miljard. De winst per aandeel bedroeg $3,28 waar de markt uitging van $3,23. Het bedrijf verkocht het record aantal van 74,8 miljoen iPhones. Niets aan de hand dus, maar toch viel de omzetstijging van 1,7% de markt tegen. Die had gerekend op $76,5 miljard. Het was een deukje in een stralend harnas. Apple kon echter aantonen dat de omzet te lijden had onder de sterke dollar. Apple haalt ongeveer 65% van zijn omzet van over de grens.

    Minder iPhones

    Toch ontkwam Apple er dit keer niet aan om voor het eerst sinds onheuglijke tijden met slecht nieuws te komen. De uitkomsten over het eerste kwartaal van 2016 zullen niet aan de verwachtingen voldoen. De omzet zal uitkomen op een bedrag van $50 – 53 miljard waar de markt hoopte op $55,5 miljard. Er zullen in het huidige kwartaal vooral minder iPhones aan de man gebracht worden. De grootste teruggang is te zien in China, inclusief Hong Kong. Volgens ceo Tim Cook ontkomt ook Apple niet aan de economische turbulentie in dat land. Hij moest vaststellen, dat er sinds het midden van 2015 de klad was gekomen in het tempo van verkoop. Overigens steeg de omzet in China in het afgelopen kwartaal nog met 14% naar een totaal $18,4 miljard. De echte terugval zal te merken zijn in het huidige kwartaal.

    De guidance van Apple werpt een aantal vragen op. De eerste en misschien wel belangrijkste vraag is of het tijdperk van de iPhone en meer in het algemeen het tijdperk van de smartphone ten einde loopt. Is de markt verzadigd en zal Apple het voortaan moeten hebben van de vervangingsvraag. Feit is wel, dat ook grote concurrent Samsung teleurstellende cijfers presenteerde. Dat maakt de vraag heel actueel of Apple een product of dienst in de mouw verborgen houdt dat de rol van de iPhone kan overnemen. De twijfel daaromtrent is heel groot. Diensten als Apple Pay en Apple Music weten vooralsnog weinig enthousiasme los te maken. Hetzelfde geldt voor Apple Watch.

    apple-aandeel

    Aandeel Apple daalt, beleggers twijfelen aan succes van nieuwe diensten en producten

    Groeien in China

    Een tweede prangende vraag is of China wel het beloofde land blijft nu de economische teruggang doorwerkt in de cijfers van Apple. Voorlopig blijft Tim Cook optimistisch zonder de huidige problemen te willen bagatelliseren. Apple blijft gewoon investeren in China. Het aantal van 28 Applewinkels moet nog voor de zomer van 2016 gegroeid zijn naar 40.

    Cook baseert zijn optimisme vooral op demografische factoren. In 2010 omvatte de middenklasse ongeveer 50 miljoen, maar in 2020 gaat het maar liefst om 500 miljoen mensen. Dat zijn allemaal potentiële kopers voor de iPhone en andere apparaten van Apple. Daarnaast verandert de structuur van de Chinese economie. Het accent komt meer en meer te liggen op consumentenbestedingen. Ook dat is niet ongunstig, zo oordeelt Cook.

    De argumentatie van Cook is rationeel en goed onderbouwd. Edoch, het beantwoordt niet de vraag of het tijdperk van de iPhone/smartphone ten einde loopt. Het beantwoordt evenmin de vraag of Apple een echt alternatief voor de iPhone in gedachten heeft! Het uitblijven van een definitief antwoord verklaart de daling van de koers van het aandeel!

    Cor Wijtvliet

    Hoofdredacteur Beurshalte.nl

     

    beurshalte-logoOver Beurshalte:

    Dagelijks publiceert Beurshalte nieuwsbrieven en columns van leden van de redactie en van gastauteurs over de wereld van beleggen en alles wat ermee samenhangt. Daarnaast publiceert beurshalte wekelijks een nieuwsbrief met unieke inhoud over relevante beleggingsthema’s. Belangstellende lezers kunnen een gratis abonnement nemen. Als u geïnteresseerd bent, kunt u zich hier aanmelden!

    Disclaimer: Bovenstaand artikel is geen professioneel beleggingsadvies en het is ook geen uitnodiging om te gaan beleggen. Beleggen brengt kosten en risico’s met zich mee. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. Het artikel is louter de persoonlijke mening van de auteur.

  • Dance macabre op de internationale financiële markten

    Deze bijdrage is afkomstig van Beurshalte

    Het gaat er hard en ruig aan toe op de internationale financiële markten aan het begin van 2016. In de eerste twee weken verdween er voor meer dan $4 biljoen aan internationale beurswaarde door de schoorsteen. Volgens sommige analisten vormt de huidige paniek een eerste aanwijzing wat de wereld staat te wachten na het beëindigen van de monetaire verruimingsprogramma’s.

    Als dat waar mocht blijken te zijn dan liegen de voortekenen er niet om. Er is paniek vanwege de onduidelijkheid over de economische koers in China en over de waardevermindering van de renminbi. De obligatiemarkten worden door elkaar gehusseld, omdat centrale banken hun reserves aanspreken om de lokale munten te steunen. Tegelijkertijd zoeken beleggers hun heil in staatsobligaties in hun zoektocht naar veiligheid. De paniek wordt nog aangewakkerd door de schijnbaar onstuitbare val van de prijzen voor grondstoffen, die van olie in het bijzonder. Het resultaat is dat de beurzen van Shanghai en Shenzen in 2016 al meer dan 20% aan waarde hebben ingeboet. Hun Europese en Amerikaanse tegenvoeters doen het met 10% iets minder slecht, maar daar is alles ook mee gezegd.

    danse-macabere

    La Danse Macabere

    Nieuw recessie?

    Er is niet alleen veel onrust over China en wat daar wel of niet gaande is, maar ook over de economie van de Verenigde Staten heerst twijfel en ongerustheid. Is er nu wel of niet sprake van een winstrecessie? Gaan bedrijven in de energiesector nu wel of niet massaal op de fles, omdat ze bezwijken onder hun torenhoge schulden en lage olieprijzen?

    shanghai-stock-exchangeHoe kunnen deze onrust en paniek bezworen worden? Dat zal niet eenvoudig zijn. Sommige wijzen daarbij met de beschuldigende vinger naar de Fed. Al sinds dat de mogelijkheid voor een renteverhoging slechts geopperd werd is de dollar in waarde gaan stijgen. Dat heeft tot een financiële verkrapping geleid die verkeerd uitpakt voor het Amerikaans bedrijfsleven. De Fed mag dan wel claimen dat de crisis voorbij is maar daar merkt de Amerikaan in de praktijk weinig van. De groei van de economie is nog steeds teleurstellend laag ondanks jaren van monetaire stimulering en een rentevoet van nagenoeg 0%. Het idee begint post te vatten dat de Fed eigenlijk geen mogelijkheden meer heeft om de economie een impuls te geven.

    Moet het heil dan weer komen van China, zoals in 2008/09? Ook daar zetten beleggers vraagtekens bij. Na al de mislukte ingrepen op de Chinese beurzen in de afgelopen maanden lijkt de overheid wat kopschuw geworden om nieuwe maatregelen te implementeren. Daar komt nog bij, dat Beijing in februari gastheer is voor de bijeenkomst van de G20. In de aanloop hiernaar lijkt het uitgesloten dat er radicale maatregelen genomen worden. De autoriteiten willen het liefst zoveel mogelijk rust bij dit soort belangrijke internationale aangelegenheden.

    Maar waar kan de belegger dan wel enige zekerheid aan ontlenen? Wat kan wel als leidraad dienen voor zijn beleggingsbeslissingen in de komende dagen en weken? Twee zaken zou hij in zijn overwegingen kunnen meenemen. De eerste is, dat turbulentie op de financiële markten niet automatisch uitmondt in een wereldwijde recessie. De kans daarop is volgens JP Morgan voor dit jaar ongeveer 50%. De bank voegt er echter aan toe dat het huidig pessimisme niet stoelt op reële economische data. Dat is een opvatting die gedeeld wordt door Goldman Sachs. Strateeg Jan Hatzius verwacht dan ook dat nieuwe economische data die begin februari naar buiten komen voor de broodnodige rust onder beleggers zullen zorgen.

    Impact China overschat?

    Hij bestrijdt eveneens de overtuiging onder veel beleggers, dat de gebeurtenissen in China hun verwoestende uitwerking op de wereldeconomie niet zullen missen. Hatzius poneert dat de invloed van China op de rest van de wereld nog beperkt is. Als de Chinese import met 10% daalt dan kost dat de ontwikkelde landen slechts 0,1% aan groei! Voor deze strateeg is de prijsdaling van grondstoffen eerst en vooral het gevolg van overinvesteringen in goede tijden en is de dure dollar bewijs van de kracht van de Amerikaanse economie. De Chinese onrust tenslotte heeft alles te maken met de transitie naar een economie die steunt op de consument en diensten. Al deze zaken zorgen voor problemen, grote problemen zelfs maar beheersbare problemen. Het zijn troostende gedachten van Hatzius, zij het dat ze slechts een schrale troost bieden aan een de belegger die nu behoefte heeft om de uitgang uit de malaise te vinden!

    Cor Wijtvliet

    Hoofdredacteur Beurshalte.nl

    beurshalte-logoOver Beurshalte:

    Dagelijks publiceert Beurshalte nieuwsbrieven en columns van leden van de redactie en van gastauteurs over de wereld van beleggen en alles wat ermee samenhangt. Daarnaast publiceert beurshalte wekelijks een nieuwsbrief met unieke inhoud over relevante beleggingsthema’s. Belangstellende lezers kunnen een gratis abonnement nemen. Als u geïnteresseerd bent, kunt u zich hier aanmelden!

  • Vooruitzichten zijn belangrijker dan de cijfers!

    Deze bijdrage is afkomstig van Beurshalte

    Maandag 11 januari 2016 kwam Alcoa, de Amerikaanse aluminiumreus, met cijfers over het vierde kwartaal van 2015. Met die gebeurtenis is het nieuwe cijferseizoen officieus van start gegaan. De grote en misschien ook wel bange vraag is of de bedrijven de Chinese grauwsluier over de aandelenbeurzen kunnen verdrijven. Dat is niet uitgesloten, want dat gebeurde ook aan het einde van het derde kwartaal van 2015.

    Ook toen zagen we het somber in. De markt had een daling van de winstgevendheid ingecalculeerd van gemiddeld 4,3%. Het bleek met een daling van 0,8% allemaal reusachtig mee te vallen. Van puur enthousiasme schoot de S&P 500 met 10% de lucht in. Het herstel verraste de kenners!

    Sombere verwachtingen

    Evenals toen is het ook nu weer China dat beleggers schrik aan jaagt met zijn tot mislukking gedoemde pogingen greep op een op hol geslagen markt te krijgen. Angst en schrik hebben de aandelenkoersen omlaag gejaagd. Tegelijkertijd hebben ze echter ook de verwachtingen voor de bedrijfsresultaten mee omlaag getrokken. Dat gebeurde ook aan het einde van de zomer van afgelopen jaar! Dat zou nu ook zomaar weer kunnen gebeuren.

    guidanceDe koers van een aandeel ten tijde van het cijferseizoen wordt voornamelijk door twee factoren bepaald. De uiteindelijke cijfers zijn natuurlijk de belangrijkste. Bedrijven zijn er meester in geworden om verwachtingen omlaag te praten, waarna het niet zo moeilijk om die bijgestelde verwachtingen royaal te verslaan met alle positieve gevolgen van dien. Dat proces voltrekt zich ook dit keer weer. Opnieuw gaat de markt uit van een winstdaling.

    Het grootste slachtoffer zal de sector energie zijn met een winstdaling van maar liefst 70%. Tellen we deze sector niet mee, dan zullen bedrijven een omzet- en winststijging noteren van slechts 1,1%. Daar moet menig bedrijf zonder veel problemen aan voorbij kunnen stuiven. Een hinderlijke bijkomstigheid is weer wel, dat bij de vooruitzichten voor 2016 wel hoog ingezet wordt op 8,3% in de winstgroei van bedrijven, die uit de energiesector uitgezonderd. De omzet moet in 2016 met gemiddeld 4,4% omhoog!

    Inkoop aandelen

    Een tweede factor van belang vormen de talrijke programma’s voor inkoop van eigen aandelen. Dat is al jaren een continue proces van belang met uitzondering van de maand voorafgaand aan de bekendmaking van de cijfers. Dankzij die programma’s vinden koersen een stabiele steun met als enige uitzondering de genoemde maand. Dan willen er nog weleens onverwachte dingen gebeuren. Dit zijn uiteraard allemaal algemeenheden. En die programma’s winnen nog steeds aan populariteit. Volgens Capital Economics is er in 2015 waarschijnlijk voor een bedrag van $868 miljard eigen aandelen opgekocht.

    En toch staan beide factoren niet garant voor succes. Dat bewees het eerder genoemde Alcoa. Het kwam met cijfers die de consensus versloegen en het heeft een programma voor inkoop eigen aandelen ter waarde van luttele miljarden dollars en toch ging de koers na het bekend worden van de cijfers met 9% onderuit. Alcoa verslikte zich in een derde factor van eminent belang en dat is de guidance. Die zag er niet goed en dus lieten beleggers het aandeel vallen. Niet alles laat zich sturen door getructe ceo ’s, zo blijkt ook nu weer! Het wordt met andere woorden ook dit keer weer spannend. Het is weer afwachten wat de ceo ‘s weer te vertellen hebben en hoeveel geld ze bereid zijn te doneren om de beurskoers te steunen. Pas dan kunnen we vaststellen of de berenmarkt dit keer wel is gearriveerd!

    Cor Wijtvliet

    Hoofdredacteur Beurshalte.nl

    beurshalte-logoOver Beurshalte:

    Dagelijks publiceert Beurshalte nieuwsbrieven en columns van leden van de redactie en van gastauteurs over de wereld van beleggen en alles wat ermee samenhangt. Daarnaast publiceert beurshalte wekelijks een nieuwsbrief met unieke inhoud over relevante beleggingsthema’s. Belangstellende lezers kunnen een gratis abonnement nemen. Als u geïnteresseerd bent, kunt u zich hier aanmelden!

  • Daimler heeft geen last van Volkswagen, laat staan van China

    Deze bijdrage is afkomstig van Beurshalte

    Wie nu rept van de Duitse automobielindustrie denkt bijna vanzelfsprekend aan Volkswagen en zijn sjoemelsoftware. Dat heeft een smet geworpen op de parel van de Duitse maakindustrie en het toonbeeld van de Duitse exportkracht. Die zou vast te lijden krijgen van het gesjoemel bij Volkswagen en Audi.

    mercedes-daimlerDat de verkopen van Volkswagen en Audi last hebben van het geschonden image lijkt buiten kijf, maar voor het overige lijkt de schade enorm mee te vallen. Een bedrijf als Daimler Benz moet in China, notabene een land in crisis, alle zeilen bijzetten om aan de vraag te voldoen. In de maand december zag het Duits bedrijf de verkopen in China met maar liefst 31% toenemen. In elke maand van het afgelopen jaar kochten Chinese rijkaards 500 peperdure Maybachs, het vlaggenschip van de Mercedes vloot aan auto’s. Mede daardoor kon Daimler zijn verkopen over 2015 met 33% verhogen.

    Dat wil weer niet zeggen dat Daimler immuun is voor de troebelen in dat land. De koers van het aandeel lijkt mee te bewegen met de aard van de berichtgeving. In de succesvolle maand december zagen BMW en Daimler hun gezamenlijke marktkapitalisatie met een bedrag van € 24 miljard verminderen, omdat in die maand de angst de kop opstak dat een verzwakkende yuan wel eens voor een stagnatie in de verkoop zou kunnen zorgen. De angst bleek wel erg voorbarig. Dat was trouwens ook al in juli en augustus het geval. De crash op de Chinese beurzen, in combinatie met de devaluatie van de yuan, moest wel uitmonden in winstwaarschuwingen van Duitse autoproducenten. China is voor hen min of meer het Walhalla. BMW bijvoorbeeld haalt meer dan 20% van zijn omzet uit dat land. Veel sombermannen waren echter vergeten, dat de Duitsers steeds meer auto’s in China zelf produceren. Dan is het effect van een devaluatie minder.

    daimler-shares

    Koers aandeel Daimler

    Chinese automarkt blijft groeien

    Het gaat echter veel te ver te beweren, dat de Duitsers helemaal geen last hebben van de mindere gang van de Chinese economie. Vraag dat maar eens Audi. Dat merk zag zijn verkopen met 1,5% dalen in 2015. Het lijkt er echter op, dat Daimler dat type auto’s in de aanbieding heeft, dat oogstrelend is voor de Chinese rijkaards. De cijfers bewijzen het. Ongeveer een derde van alle auto’s van het type S-Klasse staat op een Chinese oprijlaan! Naar het zich laat aanzien gaan de verkopen in 2016 onverminderd door, want de Chinese automarkt groeit in 2016 weer 5% – 7%. Dat is helemaal niet slecht voor een land in crisis met een zwakke munt!

    Daimler mag dan een ijzersterk luxe imago hebben, maar dat geldt beslist niet voor het aandeel. Dat heeft voor 2016 een koerswinstverhouding van 7,8x. Dat is in dezelfde orde van grootte als de koers/winst van BMW. Die bedraagt 7,4x, maar met BMW gaat het wel minder voorspoedig! Anders gezegd, Daimler is een luxe die een doorsnee belegger zich wel kan veroorloven!

    Cor Wijtvliet

    Hoofdredacteur Beurshalte.nl

    beurshalte-logoOver Beurshalte:

    Dagelijks publiceert Beurshalte nieuwsbrieven en columns van leden van de redactie en van gastauteurs over de wereld van beleggen en alles wat ermee samenhangt. Daarnaast publiceert beurshalte wekelijks een nieuwsbrief met unieke inhoud over relevante beleggingsthema’s. Belangstellende lezers kunnen een gratis abonnement nemen. Als u geïnteresseerd bent, kunt u zich hier aanmelden!

  • Beleggers in grondstoffen lazen tekenen aan de wand niet

    Deze bijdrage is afkomstig van Beurshalte

    De Bloomberg Commodity Index van 22 grondstoffen is in 2015 naar het laagste niveau gedaald van de hele crisis. Achteraf gezien kunnen we die daling gemakkelijk verklaren, maar dat is achteraf altijd gemakkelijk. Maar nog in augustus moest de hoogste baas van Glencore, Ivan Glasenberg, bekennen dat hij weinig zicht had op de ontwikkelingen in China en dat hij oprecht verrast was over de tuimeling van de grondstoffen.

    De tekenen aan de wand lieten zich in de eerste helft van 2015 niet eenduidig lezen. In januari van het voorbije jaar voorspelde Goldman Sachs dat de prijs van zink in de loop van 2015 zou stijgen naar een niveau van $2.500 per ton. In december lag het niveau op de London Metal Exchange op $1.500. Goldman had zijn voorspelling gebaseerd op het sluiten van twee zinkmijnen in Australië en Ierland. Hetzelfde kan gezegd worden van de prijs van nikkel. Ook van dat metaal leken de vooruitzichten tamelijk rooskleurig. Uiteindelijk is de prijs van dit metaal met meer dan 40% getuimeld.

    bloomberg-commodity-index

    Bloomberg Commodity Index verder omlaag in 2015

    Tekenen aan de wand

    Met de voorspellingen van Goldman Sachs in het achterhoofd is het niet zo vreemd dat de sector zo traag reageerde op de feitelijke prijsdalingen. Het heeft maanden geduurd voordat bijvoorbeeld Glencore echt in beweging kwam en alsnog besloot voorrang te geven aan het verlagen van zijn schuldenlast ten nadele van zijn investeringsplannen. Ook Anglo American kwam pas in beweging toen het aandeel meer dan 70% van zijn waarde had ingeleverd. Ook dit bedrijf gaat gebukt onder een zware schuldenlast. Het bedrijf heeft nu besloten 60% van zijn mijnen te sluiten.

    En toch waren er tekenen aan de wand die wel de juiste richting aangaven. We zijn het waarschijnlijk allemaal al weer vergeten, maar in januari van dit jaar ondernam een groep Chinese hedge funds een poging om de koperprijs ver omlaag te duwen, terwijl handelaren in London letterlijk en figuurlijk sliepen. De Chinezen ondernamen deze bear raid in de overtuiging dat Westerse handelaren te optimistisch waren. Die hadden te weinig oog voor de fundamentele veranderingen in China, waar het accent van de economie begon te verschuiven naar de consument. In een maand tijd daalde de koperprijs met 10%.

    China

    Veranderingen in de Chinese economie speelden ook een sleutelrol bij de ontwikkeling van de olieprijs. Ook hier werd lang gedacht, dat het allemaal niet zo’n vaart zou lopen. De meeste analisten gingen er in januari vanuit dat de olieprijs zich in de loop van 2015 geleidelijk zou gaan herstellen. Aan het eind van 2015 zou een vat Brent wel weer minimaal $70 dollar losten. Nog in mei leek het alsof ze gelijk zouden krijgen. Toen raakte de prijs van Brent heel even het niveau van commodities-4$67, maar daar is het bij gebleven. Het herstel was maar van korte duur, zoals we nu allemaal weten. Nu kiest de sector voor het scenario van ‘lower for longer ‘ en heeft het een streep gezet door investeringen ter waarde van $280 miljard. We weten nu, dat OPEC op de toppen van zijn kunnen blijft oppompen en dat bijvoorbeeld de Amerikaanse schalieproducenten koppig weigeren het hoofd in de schoot te leggen. Terwijl het aanbod hoog blijft en zelfs nog iets toeneemt, ontwikkelt de vraag zich maar mondjesmaat. De Chinezen kunnen met veel minder olie af! De veranderingen in de structuur van de Chinese economie en de daarmee samenhangende groeivertraging blijken fnuikend uitgepakt te hebben voor de internationale grondstoffenmarkten in 2015. Het is moeilijk voor te stellen dat trends in 2016 plotseling een stuk beter gaan worden. Het ziet er naar uit dat het aanbod van metalen en olie ook in dit jaar nog de vraag zullen overtreffen. Dat zal de prijzen zeker geen goed doen. Op een herstel van formaat hoeven we waarschijnlijk niet te rekenen. Een nieuwe commodity boom kan nog wel enkele jaren op zich laten wachten. Daar past enige nuancering bij. Voorspellen is echt moeilijk, juist omdat het de toekomst betreft!

    Cor Wijtvliet

    Hoofdredacteur Beurshalte.nl beurshalte-logoOver Beurshalte: Dagelijks publiceert Beurshalte nieuwsbrieven en columns van leden van de redactie en van gastauteurs over de wereld van beleggen en alles wat ermee samenhangt. Daarnaast publiceert beurshalte wekelijks een nieuwsbrief met unieke inhoud over relevante beleggingsthema’s. Belangstellende lezers kunnen een gratis abonnement nemen. Als u geïnteresseerd bent, kunt u zich hier aanmelden!

  • Dure dollar helpt de boer in de opkomende markten

    Deze bijdrage is afkomstig van Beurshalte

    Afgelopen jaar is de prijs van Braziliaanse koffie met maar liefst 30% gedaald. Daarmee presteerde koffie nog slechter dan bijvoorbeeld goud, koper of olie. Dat doet vreemd aan, want de koffieoogst in Brazilië valt al twee jaar op rij tegen door aanhoudende droogte. Toch zijn de Braziliaanse boeren helemaal niet ontevreden. Als ze hun koffie in dollars kunnen verkopen, ontvangen ze voor die dollars steeds meer lokale reales.

    koffiebonenDat is het beeld van dit moment bij soft commodities. De dure dollar heeft een grote impact op de vraag naar landbouwgewassen, zeker als die een prijs hebben uitgedrukt in dollars. Door de dure dollar importeren opkomende markten nu al minder Amerikaanse gewassen. Hun valuta’s zijn vaak scherp in waarde gedaald ten opzichte van de dollar. De Amerikaanse boeren zien de vraag uit Afrika en Azië naar graan en sojabonen opdrogen. Exporten van beide gewassen liggen fors onder het langjarig gemiddelde en het ministerie van landbouw is bang dat de exporten in 2016 nog verder omlaag gaan. Het ziet er immers naar uit, dat de Fed in 2016 de rente gaat verhogen, waardoor de dollar nog duurder gaat worden.

    dollarindex

    Sterke dollar

    De sterke dollar zal de waarde van valuta’s van veel opkomende markten nog verder omlaag duwen. Die scherpe waardedaling maken boeren in veel van die landen echter alleen maar blij. De waardedaling van de lokale valuta’s is in landen als Rusland en Oekraïne zo sterk, dat hun gewassen uitgedrukt in die lokale valuta’s meer opbrengen!

    Beide landen bieden het paradoxale beeld, dat de prijs voor graan uitgedrukt in dollars daalt. Boeren gaan echter meer produceren, omdat ze steeds meer geld ontvangen uitgedrukt in lokale valuta’s. En zo kan het gebeuren dat de prijs van mais in dollar termen 13% is gedaald op de Chicago Trade of Board, maar 42% in prijs is gestegen uitgedrukt in de Braziliaanse reaal. Als het om de valuta van Oekraïne gaat, de hryvinia, dan bedraagt de prijsstijging zelfs 150%.

    agri-commodities

    Grondstofprijzen in verschillende valuta (Bron: Financial Times)

    Een renteverhoging zal de verschillen alleen nog maar verder aanscherpen. De boeren en handelaren in de opkomende markten zullen er echter geen traan om laten, omdat zij hun inkomen zien stijgen. Het is echter niet alleen goud wat er blinkt. Die zwakke lokale munten hebben ook hun schaduwzijde. Boeren in die landen moeten vaak hun zaaigoed, kunstmest en pesticiden importeren. Door de zwakke munten schieten de prijzen van die goederen snel de lucht in. Kunstmest is in een jaar tijd 50% duurder geworden in Brazilië. Hier is duidelijk sprake van een boemerangeffect. Vooralsnog overheersen de positieve effecten van de dure dollar. Dat zal waarschijnlijk in 2016 niet veel anders zijn!

    Cor Wijtvliet

    Hoofdredacteur Beurshalte.nl

    beurshalte-logoOver Beurshalte:

    Dagelijks publiceert Beurshalte nieuwsbrieven en columns van leden van de redactie en van gastauteurs over de wereld van beleggen en alles wat ermee samenhangt. Daarnaast publiceert beurshalte wekelijks een nieuwsbrief met unieke inhoud over relevante beleggingsthema’s. Belangstellende lezers kunnen een gratis abonnement nemen. Als u geïnteresseerd bent, kunt u zich hier aanmelden!

  • Vooruitblik: Valuta in 2016

    Deze bijdrage is afkomstig van Beurshalte

    Op zich lijken de kaarten op de internationale valutamarkten voor 2016 al aardig geschud. Enkele grote thema’s zijn min of meer onbetwist. De US dollar zal versterken, valuta’s van de opkomende markten blijven zwak en de Chinese renminbi zal aan waarde inboeten. Een heel wat moeilijker te beantwoorden vraag is uiteraard wanneer dat allemaal staat te gebeuren en in welke mate. Over die vragen is veel minder eensgezindheid.

    Vooral over de eerste helft van 2016 heerst de nodige ongerustheid. Die zal waarschijnlijk erg onder invloed staan van de beslissing van de Federal Reserve later deze maand, waardoor het beleid van beide centrale banken diametraal ten opzichte van elkaar kan komen te staan. Natuurlijk, de effecten van beide beslissingen heeft de markt al grotendeels in geprijsd. Dat wil weer niet zeggen, dat het alsnog mis kan gaan. Het loskoppelen van de Zwitserse franc van de euro, maar ook de devaluatie van de renminbi heeft afgelopen jaar voor onverwachte volatiliteit gezorgd. Die ervaringen uit 2015 kleuren de verwachtingen voor 2016.

    Valutamarkt in 2016

    Volgens sommigen hebben de gebeurtenissen in 2015 geleerd dat de huidige valutamarkten anders functioneren, dat prijzen en transacties anders tot stand komen. Dat komt, zo denken ze, omdat door de nieuwe regelgeving de liquiditeit verminderd is. Daardoor is de risico appreciatie veranderd en verminderd. Ja, de dollar gaat in 2016 naar pariteit met de euro, maar daar kan men toch een heel groot voorbehoud bij maken. De Fed lijkt toch wel bevreesd voor de mogelijke negatieve gevolgen van een te sterke dollar. Dat heeft in ieder geval JP Morgan ertoe verleid haar verwachtingen voor de euro in 2016 te laten oplopen naar $ 1,16. Volgens die bank is de Amerikaanse economie wel gezond, maar is daarmee feitelijk alles wel gezegd. Als de groei ook maar een kwartaal tegenvalt, kan de Fed zomaar besluiten om de cyclus van kleine rentestappen in 2016 vroegtijdig te stoppen.

    eur-usd

    Volgens Morgan Stanley zal het monetaire beleid van centrale banken ook in 2016 de valutamarkten blijven domineren. Meer nog dan in 2015 zullen de beperkingen van dat beleid aan het licht komen. De ECB heeft het geluk, dat de verlenging van haar verruimingsbeleid geschiedt tegen de achtergrond van een geleidelijk verbeterende economie. Pech is weer wel, dat door de agressieve verruiming de euro de funding currency wordt voor de zogeheten carry trades. Als door ongelukjes op de internationale financiële markten de risico aversie plotseling toeneemt, dan kan aan deze funding zomaar een einde komen. Het gevolg kan dan een duurdere euro zijn.

    Japan

    Het monetair beleid zal ook de waarde van de yen in 2016 bepalen. Die kan zakken naar ¥ 130 in de dollar zonder dat de BoJ het beleid verder verruimt. Het is vooral de opstelling van de Japanse centrale bank die een verdere verzwakking bevordert. De uitzondering op de regel is opnieuw JP Morgan. Daar geloven ze helemaal niets van een verdere verzwakking van de Yen. Het tegendeel zal eerder gebeuren. Dat laatste zal in ieder geval niet met de Chinese renminbi gebeuren. Die zal verder verzwakken. Daar zal de PoBC geen rol van betekenis in spelen.

    usd-jpy

     

    De verzwakking is in zoverre een probleem, dat het een uitstroom van kapitaal tot gevolg zal hebben en dat kan een toch al verzwakkende economie verder onder druk zetten. Dat achten strategen een onmiskenbaar risico voor 2016. Een zwakker China tenslotte kan het voorziene voorzichtige herstel in de opkomende markten opnieuw onderuit halen. Dat kan zeker het geval zijn voor die landen, die veel commodities produceren. Voorspellen is zo moeilijk, juist omdat het de toekomst betreft. Dat geldt zeker voor valuta waarvan het gedrag zich ook op de korte termijn moeilijk laat voorspellen!

    Cor Wijtvliet

    Hoofdredacteur Beurshalte.nl

    beurshalte-logoOver Beurshalte:

    Dagelijks publiceert Beurshalte nieuwsbrieven en columns van leden van de redactie en van gastauteurs over de wereld van beleggen en alles wat ermee samenhangt. Daarnaast publiceert beurshalte wekelijks een nieuwsbrief met unieke inhoud over relevante beleggingsthema’s. Belangstellende lezers kunnen een gratis abonnement nemen. Als u geïnteresseerd bent, kunt u zich hier aanmelden!

  • China moet leren consumeren

    Deze bijdrage is afkomstig van Beurshalte

    China is bezig aan een imponerende omslag. Het economisch model dat gebaseerd is op export en eindeloze investeringen heeft zijn beste tijd gehad. De positieve effecten zijn nagenoeg uitgewerkt. Het model heeft China in enkele decennia wel hoog geplaatst op de lijst van landen met een gemiddeld inkomen. De Communistische Partij wil echter meer. Het gemiddeld inkomen moet aansluiting vinden bij het gemiddelde inkomen in de ontwikkelde landen. De geschiedenis leert, dat die laatste stap de moeilijkste is en heel veel tijd en inspanning kost.

    De Chinese oplossing is om die stap te maken door de economie meer op diensten te baseren en op consumptie. Na vijf jaar van inspanningen mag de conclusie luiden dat het land veel stappen vooruit heeft gezet, maar dat het uiteindelijke doel nog lang niet is bereikt. De ombouw naar een diensteneconomie loopt voorspoedig. Droegen diensten in 2010 voor 44% bij aan het bruto binnenlands product (bbp), in 2015 werd de grens van 50% geslecht. Daarmee verloopt de transitie sneller dan beleidsmakers beoogd hebben. Natuurlijk blijft er een en ander te wensen. Sectoren als IT Services, gezondheidszorg en recreatie mogen, nee moeten sneller groeien om de doelstelling van 60% – 65% in het komende decennium werkelijkheid te maken.

    Shopping_street_in_Wenzhou

    “Chinezen moeten leren consumeren”

    Van sparen naar consumeren

    Dat lijkt geen onoverkomelijk probleem! Dat is de Chinese consument misschien wel. De private consumptie groeit tergend langzaam. In 2010 bedroeg de bijdrage aan het bbp 36%, maar in 2014 is dat nog steeds een schamele 38%. Het lijkt vooralsnog moeilijk voor de overheidsdienaren het DNA van de doorsnee Chinese burger ineens te veranderen en aan te passen. Hoewel zeker de Chinese verstedelijkte burgers steeds meer zijn gaan verdienen zijn ze ook steeds meer gaan sparen in plaats van spenderen. De gemiddelde stedelijke burger spaart 30% van zijn besteedbaar inkomen. Tien jaar geleden was dat nog 24%.

    Sparen zit de Chinees in de genen. Omdat er geen sociaal vangnet is, voelt hij/zij zich gedwongen een grote appel voor de dorst achter de hand te hebben. Hij moet geld hebben voor zijn gezondheidszorg, maar zeker ook voor de jaren na zijn pensionering. China is het sterkst vergrijzende land ter wereld. De ouder wordende Chinees kijkt ongerust naar de nabije toekomst en legt nog eens iets extra’s opzij.

    Sociaal vangnet

    vergrijzing-chinaDe overheid is uiteraard niet blind voor de grote onzekerheid onder de bevolking. Het dertiende vijfjarenplan, dat loopt van 2016 tot en met 2020, is er op gericht de onzekerheid over de toekomst weg te nemen. Waarschijnlijk gaat de komende jaren het fundament van een sociaal vangnet gelegd worden, waarbij veel aandacht zal zijn voor gezondheidszorg en pensioenen. Misschien moeten Nederlandse beleidsmakers die vurig pleiten voor de afbraak van ons sociaal vangnet eens met hun Chinese tegenvoeters gaan praten. Het besluit om de een-kind-politiek met ingang van 2017 volledig los te laten kan niet los gezien worden van het streven meer zekerheden in het dagelijks leven in te bouwen. Het gezin en de familie spelen een centrale rol in een Chinees leven. Als de samenstelling van een doorsnee gezin in stad en dorp verandert, waardoor de samenleving weer begint te vergroenen, kan dat een beslissende stap zijn om het probleem van de vergrijzing te beheersen. Minder kopzorgen over werk, inkomen, gezondheidszorg en pensioenen zullen het voor de Chinezen mogelijk maken meer te genieten van het leven. Daar zal de rest van de wereld ook baat bij hebben! Meer dan 1 miljard hedonistische Chinezen is een bijna paradijselijk vergezicht voor producenten en beleggers!

    Cor Wijtvliet

    Hoofdredacteur Beurshalte.nl beurshalte-logoOver Beurshalte: Dagelijks publiceert Beurshalte nieuwsbrieven en columns van leden van de redactie en van gastauteurs over de wereld van beleggen en alles wat ermee samenhangt. Daarnaast publiceert beurshalte wekelijks een nieuwsbrief met unieke inhoud over relevante beleggingsthema’s. Belangstellende lezers kunnen een gratis abonnement nemen. Als u geïnteresseerd bent, kunt u zich hier aanmelden!

  • Beleggers zijn dol op nieuw en snel!

    Deze bijdrage is afkomstig van Beurshalte

    Een ezel stoot zich over het algemeen geen twee keer aan dezelfde steen. Het is nog maar de vraag of die waarheid ook op gaat voor de particuliere belegger! In zijn eeuwig durende jacht op rendement holt hij vaak hijgend en puffend achter de laatste beleggingshype aan. Het resultaat is vaak dezelfde: de hype wordt op een te hoog niveau aangekocht en op een te laag niveau weer verkocht. ‘Buy high and sell low’, zoals dat cynisch heet.

    Steeds opnieuw trappen particuliere beleggers in de mooie praatjes van de fondsmanager, die zo steeds weer fraai verpakte beleggingsproducten aan de man of vrouw weet te brengen. Dat althans lijkt de conclusie uit een onderzoek van Morningstar. Daar hebben ze onderzoek gedaan welke factoren de instroom in beleggingsfondsen beïnvloeden. De invloed van Morningstar zelf blijkt daarin enorm. Al in de jaren negentig van de vorige eeuw hadden fondsen met drie sterren of minder moeite om nieuw geld aan te trekken. Bijna al het nieuwe geld stroomde naar de fondsen met het hoogste aantal sterren. Fondsen met vijf sterren trekken het meeste geld naar zich toe. Fondsen aan de top van de pyramide zagen hun instroom maandelijks met 3,3% groeien, terwijl fondsen aan de onderkant van de pyramide een nagenoeg even grote uitstroom zagen! Prestaties uit het verleden zeggen niets over de toekomst, maar ze bepalen wel het koopgedrag van de particuliere belegger!

    bubble-psychology

    Beleggers worden gedreven door hebzucht en angst

    Het onderzoek van Morningstar levert ook een inkijkje in het verschillende gedrag van Amerikaanse en Europese beleggers. Amerikanen zijn veel prijsbewuster dan de Europeanen. Bij een keuze tussen twee identieke fondsen verkiezen de Europeanen vaak het iets duurdere fonds. Dat zegt veel over de beleggingsintelligentie van de doorsnee Europese belegger. Het zegt ook iets over de geestelijke gesteldheid van de beleggingsadviseur die willens en wetens de belegger het duurdere fonds aansmeert.

    Fear-GreedOpvallend en misschien ook wel alarmerend is dat de leeftijd van een fonds een zo grote beslissing vormt bij eventuele beleggingen. Oudere fondsen zien maandelijks een gemiddelde uitstroom van liquiditeiten, ook al heeft de fondsmanager een vlekkeloze en lange staat van dienst. Maar dat blijkt voor veel particuliere beleggers amper een rol te spelen. Het is een vreemde gewaarwording, dat zelfs fondsen met vijf sterren last hebben van een uitstroom van liquiditeiten. De verklaring voor dit bizarre verschijnsel is, dat een fonds minimaal drie jaar moet bestaan voordat Morningstar er een waardering aan knoopt. De conclusie moet luiden, dat particuliere beleggers jonge fondsen verkiezen, ook al hebben die geen historie en kunnen ze geen meerjarige prestaties laten zien!

    Beleggers zijn blijkbaar gevoelig voor hypes en slimme marketeers spelen in op deze zwakheid bij beleggers. Een juiste allocatie van vermogen speelt bij veel adviseurs en fondsmanagers nog steeds geen rol van belang, zo leert het onderzoek van Morningstar. Het gaat nog steeds om het aantrekken van zoveel mogelijk assets of de klant daar nu bij gebaat is of niet. Dat is een trieste conclusie na ruim zeven jaar crisis en discussies over het morele gehalte van de financiële sector.

    Cor Wijtvliet

    Hoofdredacteur Beurshalte.nl

    beurshalte-logoOver Beurshalte:

    Dagelijks publiceert Beurshalte nieuwsbrieven en columns van leden van de redactie en van gastauteurs over de wereld van beleggen en alles wat ermee samenhangt. Daarnaast publiceert beurshalte wekelijks een nieuwsbrief met unieke inhoud over relevante beleggingsthema’s. Belangstellende lezers kunnen een gratis abonnement nemen. Als u geïnteresseerd bent, kunt u zich hier aanmelden!