Auteur: Redactie

  • Belangstelling voor beleggen in bitcoin neemt af

    Zo snel als beleggen in bitcoin populair werd, zo snel is de belangstelling de laatste maanden ook weer gedaald. Dat blijkt uit cijfers die Google verzamelt over alle zoekopdrachten die gebruikers wereldwijd uitvoeren op de zoekmachine. De volgende grafiek laat zien dat de belangstelling voor bitcoin kopen het grootste was in de week van 10 tot en met 16 december, een paar dagen voordat de virtuele munt haar all-time high van ongeveer $20.000 bereikte.

    Vergelijken we de populariteit van beleggen in virtuele munten met beleggen in edelmetalen, dan zien we dat het aantal zoekopdrachten met betrekking tot goud of zilver veel minder sterk fluctueert. Ook lijkt zilver meer concurrentie te ondervinden van de virtuele munten dan goud, want de laatste twaalf maanden was de interesse voor beleggen in bitcoin groter dan voor beleggen in zilver. Sinds halverwege februari dit jaar zoeken beleggers weer vaker naar goud kopen dan naar bitcoin kopen, de situatie zoals die was tot het voorjaar van 2017.

    Volg Marketupdate nu ook via Telegram

  • Zorgen Tesla drukken prijs lithium omlaag

    De opkomst van elektrische auto’s zorgt voor een grote vraag naar lithium, omdat deze grondstof essentieel is voor de productie van batterijen. Dat zagen we ook terug in de prijs, want die is in twee jaar tijd verdubbeld. Een deel van die prijsstijging was gebaseerd op speculatie, want door de berichten over productieproblemen en de financiële problemen bij Tesla deden veel beleggers hun posities weer van de hand.

    Een toegenomen onzekerheid over de wereldwijde vraag naar lithium heeft de prijs de afgelopen drie maanden onder druk gezet. Het Global X Lithium & Battery Tech ETF, een exchange traded fund dat met geld van beleggers posities neemt in deze markt, zag de waarde van haar aandeel de afgelopen drie maanden met in totaal bijna 20% dalen, de grootste correctie voor het fonds sinds 2015.

    Beleggers verliezen belangstelling voor lithium (Bron: Bloomberg)

    Tekort of overschot aan lithium?

    Een aantal beleggers heeft de markt voor lithium de rug toegekeerd, uit vrees dat de schaarste in de markt zal omslaan in een overschot. Desondanks heeft het fonds behoorlijk geprofiteerd van de nieuwe trends van elektrisch rijden, want het totaal beheerde vermogen is sinds het einde van 2016 met 746% toegenomen. Om dat in perspectief te plaatsen, het was het op een na snelst groeiende exchange traded fund van alle 819 fondsen die Bloomberg in kaart heeft gebracht.

    Analisten van Morgan Stanley verwachten dat de prijs van lithium, dat onder andere gebruikt wordt in mobiele telefoons, tablets, laptops en elektrische auto’s dit jaar een piek van net iets meer dan $14.000 per ton zal bereiken, waarna de prijs zal dalen tot $7.700 in 2021. Dat komt omdat er in landen als Argentinië, Chili en Australië de komende jaren een sterke stijging van de productie wordt verwacht. Ten opzichte van het huidige aanbod van 215.000 ton per jaar verwacht Morgan Stanley een toename van ongeveer 500.000 ton tegen 2025.

    Om de verwachte stijging van de lithiumproductie op te vangen moeten er veel meer elektrische auto’s worden verkocht. Morgan Stanley rekende uit dat in 2025 meer dan 30% van alle wereldwijde autoverkopen een elektrische auto moet zijn om de vraag naar lithium op hetzelfde niveau te brengen als het aanbod. Worden er minder elektrische auto’s verkocht, dan blijft er een overschot in de markt dat de lithiumprijs verder onder druk zal zetten.

    Productie elektrische auto’s

    De conclusie van Morgan Stanley dat er over een aantal jaar een overschot aan lithium zal zijn wordt overigens niet door alle analisten gedeeld. Verschillende mijnbouwbedrijven in de sector lieten weten dat het niet zo makkelijk is om de productie op te schalen en dat prognoses van de productiecapaciteit in de sector vaker niet gehaald werden en dat ook de kosten vaak hoger uitvielen dan werd begroot.

    Beleggers speculeren op een snelle groei van het marktaandeel van elektrische auto’s en denken daar met een positie in lithium profijt uit te halen. Of dat ook het gewenste resultaat zal opleveren is voor een belangrijk deel afhankelijk van de vraag of de autofabrikanten erin slagen hun productie op te schalen. Er worden wereldwijd al verschillende megafabrieken opgezet om de productie van de benodigde batterijen op te schalen.

    Volg Marketupdate nu ook via Telegram

  • Longread: Triffin Dilemma Revisited

    In oktober 2011 hield ECB-bestuurslid Lorenzo Bini Smaghi een interessant toespraak over de weeffouten in ons monetaire systeem. Zijn toespraak stond in het teken van Robert Triffin, de econoom die beroemd werd vanwege zijn inzichten over het dollarsysteem en het ‘Triffin Dilemma’ dat daaruit voortvloeide.

    Met een dreigende handelsoorlog tussen de Verenigde Staten en China is dit een goed moment om de theorie van Robert Triffin en de toespraak van Smaghi uit 2011 nog eens te bestuderen. We hebben daarom de volledige toespraak voor u vertaald. Veel leesplezier!

    The Triffin Dilemma revisited

    Introductie

    De intellectuele erfenis van Robert Triffin begint met de relevantie van zijn “dilemma” voor onze tijd. We hebben nog steeds een situatie waarin één nationale valuta – de Amerikaanse dollar – de belangrijkste internationale valuta is. Het blijft de kern van het internationale monetaire en financiële systeem (IMFS). En we hebben nog steeds een fundamenteel spanningsveld tussen de valuta-eisen van snelgroeiende economieën, de binnenlandse beleidsstimulansen van landen die deze reservemunt uitgeven/houden en de wereldwijde economische en financiële stabiliteit. In de woorden van Triffin blijft het systeem “sterk afhankelijk van beslissingen van individuele landen” .

    Deze spanning – het Triffin dilemma – was gekoppeld aan de specifieke kenmerken van de goudwisselstandaard in 1960, toen zijn boek ‘Gold and the dollar crisis’ voor het eerst werd gepubliceerd. Vandaag bevinden we ons in een veel flexibeler systeem, waar de vraag naar wereldwijde liquiditeit gemakkelijker kan worden opgevangen. Maar zelfs nu de mechaniek is veranderd, is het dilemma nog steeds geldig als we de essentie ervan vastleggen en het in bredere termen formuleren, zoals ik in het eerste deel van mijn toespraak van vandaag zal doen.

    Op de tweede plaats zal ik kort in herinnering brengen hoe het dilemma ontstond en hoe deze in de tijd van Triffin werd aangepakt. Dit zal me in staat stellen om de belangrijkste verschillen en overeenkomsten in vergelijking met onze tijd beter te identificeren, wat me zal doen besluiten dat het inderdaad juist is om te praten over een ‘Triffin dilemma revisited’. Tenslotte zal ik vooruitblikken en de vraag stellen of en hoe het mogelijk is om vandaag aan het dilemma te ontsnappen.

    Mijn belangrijkste beleidsconclusie is dat we een aantal prikkels nodig hebben voor de grote uitgevers en bezitters van reserves, zodat zij geen negatieve externe effecten voor andere landen veroorzaken en zo helpen bij te dragen aan wereldwijde stabiliteit.

    1. Triffin dilemma: een algemene formulering

    Elk internationaal monetair en financieel systeem moet een beroep kunnen doen op een of meerdere internationale valuta, zodat de economische actoren in de wereldeconomie kunnen samenwerken door dergelijke valuta te gebruiken als betaalmiddel, een rekeneenheid of een opslag van waarde. Wanneer deze internationale valuta ook nationale valuta zijn, komt het aanbod van wereldwijde liquiditeit voort uit een of meer “kernlanden”. En wanneer de kernlanden als monopolie of quasi-monopolie opereren, hebben ze de neiging om in de loop van de tijd te profiteren van de grote afhankelijkheid van andere landen van hun binnenlandse geld.

    Door misbruik te maken van dit ‘exorbitante privilege’ ontwikkelen de kernlanden beleidsstimulansen om schokken op te vangen (bijvoorbeeld de financiering van een oorlog) of groeimodellen (bijvoorbeeld op basis van overconsumptie) die uiteindelijk alleen kunnen worden volgehouden als de rest van de wereld onvoorwaardelijk vraagt naar hun liquide en veilige activa.

    Wanneer het beleid echter teveel op de korte termijn georiënteerd is en naar binnen gericht wordt, hebben zij de neiging negatieve externe effecten te produceren voor de rest van de wereld (bijvoorbeeld inflatoire druk of een omgeving met relatief lage rendementen) en op de lange termijn – als er geen maatregelen genomen worden om opnieuw evenwicht te brengen – onhoudbaar blijken te zijn en de goede werking van het IMFS schaden.

    Gedurende enige tijd (of zelfs een zeer lange tijd) brengt dit gedrag echter niet de internationale status van de kernvaluta in gevaar. Dit is niet alleen omdat er geen alternatieven zijn, maar ook omdat bepaalde systemische landen in de rest van de wereld inmiddels prikkels hebben ontwikkeld om steeds vaker activa aan te gaan die zijn uitgedrukt in de valuta van de kernlanden. Zulke landen in de periferie van het IMFS neigen naar groeimodellen die – in een tegenovergestelde richting – overeenkomen met die van de kernlanden en die eveneens negatieve externe effecten kunnen veroorzaken. Denk aan de overschotten op de lopende rekening en de reserve-accumulatie, die in strijd waren met de regels van het internationale monetaire en financiële systeem tijdens Bretton Woods en die op dit moment bijdragen tot te lage opbrengsten en handelsverstoringen.

    Vandaar het spanningsveld, dat vroeg of laat een echt dilemma kan worden, met binnenlandse stimulansen voor kortetermijnbeleid in de belangrijkste landen die deze reserves uitgeven/accumuleren enerzijds, en de stabiliteit op langere termijn van een bepaald internationaal monetair en financieel systeem anderzijds.

    Gezien deze algemene formulering is er echter geen enkele manier om de spanning aan te pakken. En inderdaad bestaan ​​er in de loop van de tijd veel verschillende soorten internationale monetaire en financiële systemen. In de dagen van Triffin werden strenge regels ingesteld voor de aanpassing van het systeem en voor de beschikbaarheid van wereldwijde liquiditeit, zoals ik zo dadelijk zal vertellen. Anderen, zoals in het heden, hebben het in plaats daarvan gemakkelijker gemaakt om mondiale liquiditeit te creëren en onevenwichtigheden te financieren, terwijl ze de stabiliteit op langere termijn van het systeem verwaarloosd hebben – een kwestie die ik later zal bespreken.

    2. Triffin-dilemma in de tijd van Triffin

    Tijdens het Bretton Woods-systeem was de dollar de internationale valuta, en de internationale valuta was vooral nodig als betaalmiddel en als rekeneenheid om buitenlandse goederen te kopen. Gezien de grotendeels gesloten kapitaalrekeningen en onderontwikkelde financiële markten, was de functie van waardeopslag beperkt en vooral gerelateerd aan de noodzaak om een ​​tijdelijk tekort aan dollars te dekken om goederen uit het buitenland te kunnen importeren.

    Een ander belangrijk kenmerk van het systeem waren de vaste wisselkoersen ten opzichte van de dollar, de conversie van de dollar in goud en een mechanisme voor aanpassing van onevenwichtigheden op basis van een symmetrische correctie van binnenlandse absorptie en relatieve prijzen in de betreffende landen. Er was echter geen mechanisme om symmetrie in het aanpassingsproces op te leggen, en aanpassing door herschikkingen van de wisselkoersen was mogelijk, hoewel dat zelden gebeurde.

    Toen het Bretton Woods systeem in de tweede helft van de jaren veertig werd gelanceerd, maakte de enorme economische kloof met de Verenigde Staten het moeilijk voor andere landen om dollars te verkrijgen zonder hulp van de VS. Tegen het einde van de jaren vijftig was het wereldwijde tekort aan dollars echter ten einde, dankzij de stijgende uitvoer van goederen in dollars. Dit werd toegejuicht, omdat het impliceerde dat landen niet langer Amerikaanse hulp nodig hadden om dollars te verkrijgen om naoorlogse economische problemen aan te pakken. Toch was het niet helemaal goed nieuws, zoals Triffin besefte.

    Landen als Duitsland en Japan begonnen inderdaad met het opbouwen van grote overschotten op de lopende rekening en dus dollars in de vorm van stijgende officiële reserves. Dit impliceerde een accumulatie van Amerikaanse monetaire verplichtingen ten opzichte van niet-ingezetenen. Het probleem was dat het aanbod van dergelijke passiva door de Verenigde Staten tegen een vaste wisselkoers elastisch was voor de groeiende vraag, maar dat de Amerikaanse verplichting om tegen een vaste prijs en op verzoek goud te leveren dat niet was. [2]

    Reeds in de vroege jaren zestig overschreden de Amerikaanse monetaire verplichtingen tegenover niet-ingezetenen de totale Amerikaanse goudvoorraad. Vandaar het dilemma, dat in de tijd van Triffin de bekende, specifieke vorm aannam: als de Verenigde Staten weigerden om andere landen Amerikaanse dollars te verstrekken, dan zou de handel stagneren en zou de wereldeconomie uiteindelijk in een deflatoire verkrapping terechtkomen; maar als de Verenigde Staten een onbeperkte hoeveelheid dollars zouden verschaffen, dan zou het vertrouwen dat de dollar naar goud omgezet kan worden het vertrouwen in de internationale munt ondermijnen [3].

    Het dilemma kan echter in meer algemene termen worden geformuleerd. Gezien de Bretton Woods regels waren er binnenlandse beleidsstimulansen in de belangrijkste landen die reserves verstrekten en aanhielden zijn om niet aan deze regels te voldoen, ten koste van de duurzaamheid van het systeem. Dit komt met name doordat het gebruik van de wisselkoers als alternatief herbalanceringsinstrument altijd verleidelijk was en dat het vooral in het geval van grote schokken een politiek aangenamere optie bood dan een langdurig en kostbaar binnenlands aanpassingsproces.

    Aan het einde van de jaren zestig werd de grootste van alle schokken – de Vietnamoorlog – door de Verenigde Staten gefinancierd met een expansief beleid dat resulteerde in hoge inflatoire druk en dat geen rekening hield met de wereldwijde monetaire stabiliteit. Als gevolg hiervan verloren de in Amerikaanse dollars genoteerde reserves 40% van hun koopkracht, waardoor de schuldeisers tegenover de Verenigde Staten steeds terughoudender werden om deze oorlog te financieren door in dollar genoteerde reserves te accumuleren.

    Het systeem zakte uiteindelijk in elkaar, zoals Triffin had voorspeld. Geconfronteerd met het dilemma koos het kernland van het systeem ervoor niet langer de waarde van de dollar in termen van goud te te handhaven, maar in plaats daarvan zijn interne behoeften na te streven en de andere landen te voorzien (die ook niet aanpasten) met zijn reservevaluta.

    3. Het dilemma van vandaag: wat is er veranderd? Wat is nog steeds geldig?

    Wat is er veranderd sinds de tijd van Triffin? Welnu, de manier waarop het IMFS werkt en dus de kenmerken waarmee het dilemma werkt zijn aanzienlijk veranderd, maar het fundamentele spanningsveld tussen de kortetermijn interne beleidsstimulansen en de stabiliteit van het IMFS is dat niet. Vandaar dat het Triffin dilemma in wezen nog steeds springlevend is.

    3.1 Wat is er veranderd?

    Er zijn drie grote veranderingen geweest. Ten eerste hebben we geleerd dat de regels van Bretton Woods te streng waren. In de afgelopen 40 jaar heeft zich een nieuw informeel IMFS ontwikkeld dat veel elastischer van aard is dan de vorige. De dollar hoeft niet langer “zo goed als goud” te zijn. Wisselkoersaanpassingen zijn een belangrijk element geworden in het instrumentarium voor herbalancering en het IMFS heeft zich aangepast aan de verschillende economische omstandigheden en beleidsvoorkeuren van individuele landen. Met name de wisselkoersen van alle geavanceerde economieën en sommige opkomende economieën zweven nu vrij rond, terwijl een nieuw dollargebied met systeemrelevante crediteuren is ontstaan, waardoor het IMFS een hybride zwevend/vast systeem is geworden.

    Ten tweede is er een nieuwe, wereldwijd belangrijke, valuta op het toneel verschenen: de euro. Dit heeft belangrijke gevolgen gehad, maar heeft niet de overgang naar een echt duopolie in de levering van internationale valuta betekend. Hoewel de euro een geloofwaardig alternatief voor de dollar is geworden, heeft dit weinig invloed gehad op de centrale positie van de dollar in het IMFS. Vooral het exorbitante privilege blijft grotendeels het kenmerk van de dollar.

    Om zeker te zijn, het valt niet te ontkennen dat de zeer kleine renteverschillen die tot ongeveer 2008 geassocieerd werden met de schuld van bepaalde Europese landen voornamelijk een bijproduct waren van het “privilege” om deel uit te maken van het eurogebied. En het is ook waar dat dit één van de factoren was die heeft bijgedragen aan de onderschatting van het cruciale belang van begrotingsdiscipline en concurrentievermogen in de monetaire unie.

    Maar het is even accuraat om te concluderen dat de idiosyncratische negatieve schokken die dergelijke landen in het eurogebied sinds 2009 hebben veroorzaakt, geleid hebben tot een belangrijke herziening van hun soevereine risico. Dit is het tegenovergestelde van wat er is gebeurd bij soortgelijke negatieve schokken uit de Verenigde Staten. De huidige stabiliteit van de wisselkoers van de euro is meer te danken aan de algehele goede fundamenten van het gehele eurogebied dan aan enig exorbitant privilege.

    Maar de derde en belangrijkste wijziging, vanuit een Triffin-perspectief, is de volgende: Er is niet langer sprake van een fundamenteel tekort aan wereldwijde liquiditeit [4] dat intrinsiek is aan het functioneren van het systeem. De opeenstapeling van wereldwijde externe onevenwichtigheden in de hedendaagse wereld zou niet als een noodzakelijke voorafgaande voorwaarde voor het aanbieden van wereldwijde liquiditeit en de uitbreiding van de wereldhandel moeten worden beschouwd. Laat het me uitleggen.

    Vandaag de dag zijn de Verenigde Staten en de eurozone niet verplicht stijgende tekorten op de lopende rekening aan te gaan om aan de vraag naar dollars of euro’s te voldoen [5]. Dit is om twee belangrijke, onderling verbonden redenen.

    Ten eerste stellen goed functionerende, meer liquide en diep geïntegreerde mondiale financiële markten landen die reserves verstrekken in staat om de rest van de wereld veilige en liquide financiële verplichtingen te bieden en tegelijkertijd een overeenkomstig bedrag te beleggen in een breed scala aan financiële activa in het buitenland.

    De euro is sinds de start inderdaad een belangrijke internationale valuta geworden en het eurogebied heeft een evenwichtige lopende rekening. In een wereld waar er geen één-op-één koppeling bestaat tussen lopende rekeningen, d.w.z. netto kapitaalstromen en wereldwijde liquiditeit, moet een goed inzicht in de wereldwijde liquiditeit ook bruto kapitaalstromen omvatten.

    Ten tweede, onder Bretton Woods waren de wereldwijde liquiditeit en de officiële liquiditeit [6] in wezen hetzelfde, maar vandaag is het “gemak van financiering” op mondiaal niveau ook van cruciaal afhankelijk van particuliere liquiditeit die direct door financiële instellingen wordt verstrekt, bijvoorbeeld door interbancaire leningen of door hun rol op de aandelenmarkten.

    Gezien het endogene karakter van deze particuliere liquiditeit, moeten de globale officiële en private liquiditeiten tezamen worden beoordeeld voor een juiste evaluatie van de wereldwijde liquiditeitsvoorwaarden op een bepaald moment. Daaruit blijkt dat er geen endemisch tekort aan wereldwijde liquiditeit is, zoals het empirische bewijs bevestigt.

    Dit is niet om te ontkennen dat tijdelijke tekorten kunnen optreden, zoals gebeurde na het faillissement van Lehman Brothers in september 2008. Maar dergelijke tekorten zijn een bijproduct van schokken en economische golfbewegingen en niet een intrinsiek kenmerk van het IMFS. Deze tekorten kunnen dus aangepakt worden met een passend wereldwijd financieel vangnet.

    3.2 Wat is nog steeds geldig?

    Ten eerste zijn er nog factoren die zorgen voor Triffin-dilemma-achtige druk op het IMFS. Met name de officiële sector van verschillende opkomende markteconomieën (EME’s) voegt nog steeds consequent haar eigen vraag naar veilige Amerikaanse activa toe aan de marktgebaseerde particuliere vraag naar Amerikaanse dollars.

    Zelfs wanneer een schok afkomstig is uit de Verenigde Staten, zoeken omvangrijke en aanhoudende officiële kapitaalstromen naar dat land de dollar op als een veilige opslag van waarde en een eventuele bron voor liquiditeit. Als gevolg hiervan stroomt het totale nettokapitaal afkomstig van EME’s in zijn geheel bergopwaarts naar geavanceerde economieën (de Lucas-paradox), zelfs wanneer particulier kapitaal bergafwaarts blijft dalen, zoals de theorie zou voorspellen. Dit zou geen probleem zijn als het de kwetsbaarheid van het Amerikaanse financiële systeem niet vergroot zou worden door risicopremies en reële rentetarieven naar beneden te duwen, waardoor financiële innovatie zou worden gestimuleerd en opleving in de mate van hefboomwerking zou worden aangemoedigd. [7] Maar het vergroot die kwetsbaarheid.

    Er zijn drie belangrijke oorzaken van reserve-accumulatie te identificeren, met name:

    1. Een paar overschotlanden kopen dollars op als bijproduct van een strategie om systematisch hun reële effectieve wisselkoers ondergewaardeerd te houden;

    2. Andere overschotlanden met grotendeels openstaande kapitaalrekeningen, die zijn blootgesteld aan kapitaalstroomvolatiliteit, kopen dollars aan om preventieve reserves op te bouwen in geval van terugkeer van de kapitaalstromen;

    3. De grondstoffenexporteurs recyclen hun overschotten op de lopende rekening in veilige activa in dollars.

    Net als in de tijd van Triffin echter, snijdt dit mes aan twee kanten. De vraag naar veilige activa voedt dat exorbitante voorrecht van de Verenigde Staten. Dit draagt ​​bij aan een verzwakking van de Amerikaanse beleidsdiscipline, omdat het land in normale tijden overmatig kan vertrouwen op gemakkelijk krediet en in tijden van crisis op zeer expansief macro-economisch beleid. Het resultaat is buitensporige Amerikaanse schuldenlast. Het bedrijfsleven had schulden vóór het uiteenspatten van de dotcom-zeepbel in 2001; zo ook de huishoudelijke en financiële sectoren vóór de uitbarsting van de subprime-crisis in 2007-08; en de officiële sector heeft vandaag schulden.

    Dit brengt me bij het tweede geldige element van het Triffin-dilemma. Het IMFS bevindt zich vandaag niet in een betere situatie. Het dilemma onder het Bretton Woods systeem – het ontbreken van een geloofwaardig anker voor internationale monetaire en financiële stabiliteit – blijft bestaan. Belangrijke verstrekkers en bezitters van reservevaluta streven nationale doelstellingen na, onafhankelijk van wat het wereldwijde systeem het beste zou dienen en zelfs hun langere rente.

    Voor zover dit beleid onvoldoende aandacht besteedt aan negatieve effecten voor andere landen en macro-economische en financiële stabiliteitsproblemen op de langere termijn, hebben zij de neiging om niet-duurzame onevenwichtigheden te produceren en de kwetsbaarheid van het mondiale financiële stelsel te voeden.

    Een grote hoeveelheid literatuur steunt de opvatting dat een wereldwijde overvloed van zowel liquiditeit als geplande besparingen ten opzichte van investeringen – afkomstig van respectievelijk reserves verstrekkende en reserves verzamelende economieën – een belangrijke aanjager was van de gevaarlijke omgeving aan het begin van de wereldwijde financiële en economische crisis die uitbrak in de zomer van 2007. [8]

    Al met al is er, net als in de tijd van Triffin, vandaag de dag geen geloofwaardig mechanisme voor symmetrische aanpassing van onevenwichtigheden in werking, ook al hebben we nu meer flexibele wisselkoersen, meer financiële innovatie, meer kapitaalmobiliteit en meer private internationale liquiditeit.

    4. Is het mogelijk aan dit Triffin dilemma te ontsnappen?

    Triffin heeft gelijk gekregen. Niet in de strikte zin, maar in een bredere betekenis. Kortzichtig beleid dat niet-duurzame groeimodellen ondersteunt, voedt niet alleen de hausse die voorafgaat aan financiële crises, maar kan op den duur ook het vertrouwen ondermijnen dat de basis vormt voor de reservestatus van een of meer nationale valuta. Zelfs het meer flexibele IMFS van vandaag kan daarom in deze zin inherent onstabiel blijken te zijn.

    Om de ontbrekende schakel te krijgen tussen de beleidsdiscipline van grote reserves verstrekkende  en accumulerende landen enerzijds en mondiale stabiliteit anderzijds, hebben we prikkels nodig om te voorkomen dat ze negatieve effecten veroorzaken. En dergelijke prikkels kunnen alleen voortkomen uit een mix van i) internationaal coöperatieve beleidsacties, ii) juiste crisisreacties en iii) structurele ontwikkelingen.

    Ten eerste hebben we met betrekking tot internationale samenwerking aanzienlijke vooruitgang geboekt in IMF en regionaal multilateraal toezicht, evenals bij de evaluatie van het wederzijdse beleid van de G20 in de nasleep van de crisis. Landen zijn inderdaad op zoek geweest naar een platform om enige invloed uit te oefenen op het beleid van partnerlanden die negatieve overloopeffecten produceerden – hetzij fiscale verkwisting, gebrek aan hervorming van de financiële sector, ongebreidelde accumulatie van reserves of de herinvoering van kapitaalcontroles. Om dit platform te verkrijgen, moeten landen tegelijkertijd hun partners een platform bieden om hun eigen beleid te beïnvloeden. Dit is het moment waarop dingen kunnen gaan veranderen. [9]

    Ten tweede suggereert de ervaring dat een coöperatief beleid helaas niet genoeg is en dat crises wel degelijk een rol spelen bij het produceren van fundamentele veranderingen in het systeem van beleidsstimulansen. Zo duurde het tot de soevereine schuldencrisis in het eurogebied dat het economische bestuur van de EMU aanzienlijk werd uitgebreid – en de lijst met voorbeelden is natuurlijk erg lang.

    Ten derde kunnen niet alleen crises, maar ook structurele ontwikkelingen op de lange termijn, uiteindelijk het systeem van beleidsstimulansen veranderen. Een dergelijke ontwikkeling zou volgens sommigen een verschuiving kunnen zijn naar een werkelijk multipolair valutasysteem. [10]

    In een dergelijk IMFS wordt beargumenteerd dat er geloofwaardige alternatieven zijn voor in dollars genoteerde investeringen, die op hun beurt onvermijdelijk de beleidsdiscipline in de Verenigde Staten zouden verbeteren. Ook zou een multipolaire valutawereld een grotere autonomie van het monetaire beleid mogelijk maken in opkomende economieën zoals China, die aldus beter in staat zouden zijn om hun onevenwichtigheden en oververhitting onder druk te zetten.

    Ik ben het er in grote lijnen over eens dat een echt multipolair IMFS betere beleidsimpulsen zou betekenen voor een op stabiliteit gericht beleid. Maar hoe komen we daar? En zou een multipolair valutasysteem stabiel zijn, of zou er uiteindelijk een nieuwe hegemonie ontstaan, zoals de Verenigde Staten de afgelopen eeuw deden?

    Om mogelijke tekorten aan dollars aan te pakken gaf Triffin de voorkeur aan de uitgifte van een nieuwe supranationale valuta door een wereldwijde centrale bank, die dienst kan doen als “extern fiat geld” en fluctuerend tegen nationale valuta’s, die landen zouden moeten accepteren in internationale transacties. Zou dit niet het beste patroon zijn om te volgen?

    Conclusie

    Deze vragen zijn zeer relevant en de antwoorden daarop zijn verre van eenduidig. Laat ik daarom besluiten door slechts een paar laatste gedachten te geven:

    • Hoe bereiken we een echt multipolair internationaal monetair financieel systeem? De rol van verdere ontwikkeling van de financiële markt, liberalisering van kapitaalrekeningen en wisselkoersflexibiliteit in opkomende economieën worden in deze context vaak onderschat. Hoe meer vooruitgang de opkomende economieën in deze richting boeken, hoe lager hun officiële kapitaaluitstroom naar geavanceerde economieën zal zijn. Hierdoor zou de vraag naar veilige schuldinstrumenten van de ontwikkelde economieën geleidelijk afnemen en uiteindelijk bijdragen tot meer wereldwijde financiële stabiliteit [11]. Het zou ook een betere kanalisering van het binnenlandse krediet naar investeringen en consumptie mogelijk maken, wat op zijn beurt de groei zou bevorderen die wordt aangedreven door de binnenlandse vraag, waardoor de prikkel wordt verminderd om door export geleide modellen na te streven op basis van ondergewaardeerde wisselkoersen. Een dergelijk proces zal waarschijnlijk van nature geleidelijk zijn en worden aangedreven door talloze autonome en onafhankelijke beslissingen van particuliere en officiële actoren. Hopelijk maakt dit een ordelijke overgang naar een multipolair IMFS mogelijk, waarbij de dollar nog lang “de beste van de gelijken” blijft. Maar in de tussentijd zal veel natuurlijk afhangen van het vermogen van beleidsmakers om de juiste beslissingen te nemen.
    • Zou een multipolair IMFS stabiel zijn? Meer symmetrie in financiële globalisering zou zeker in deze richting gaan. Maar zou het economische gewicht en de geloofwaardigheid van het beleid – de andere belangrijke ingrediënten voor een valuta om een ​​internationale status te verwerven en te profiteren van de voordelen – ook zo worden verwezenlijkt dat er een voldoende aantal concurrerende valuta rond de tafel zou zijn? Nogmaals, het antwoord is in belangrijke mate in handen van de beleidsmakers van vandaag.
    • Tot slot, zou een IMFS met een bancor niet, zoals Keynes in de jaren ’40 en Triffin in de jaren ’60 hoopte, het beste antwoord geven? Dit type oplossing had weinig aanhangers in de jaren zestig – een houding die vijftig jaar later nauwelijks veranderd is. Ik blijf zeer sceptisch over het voorstel van een bancor en niet alleen vanwege de twijfelachtige haalbaarheid ervan. Sommigen hebben zelfs gezegd dat een supranationale valuta sterk moet worden gehouden om niet te devalueren tegen de andere grote bestaande valuta. Elke verzwakking zou de aantrekkelijkheid ervan ondermijnen en daarmee haar functie als reserve. Echter, als het aanbod van een supranationale valuta echter zou worden beperkt, zou het misschien kunnen falen om aan de vraag te voldoen en op die manier zijn functie tekortschieten. [12]

    Zoals je ziet, is het zelfs onduidelijk of een nieuwe supranationale valuta het dilemma voor eens en altijd zou kunnen oplossen, of dat het dilemma gewoon een andere vorm zou aannemen. Gezien deze onzekerheid zal de Triffin International Foundation misschien nog een andere conferentie in de 22e eeuw moeten organiseren!

    European Central Bank
    Directorate General Communications
    Sonnemannstrasse 20, 60314 Frankfurt am Main, Germany
    Tel.: +49 69 1344 7455, E-mail: [email protected]
    Website: www.ecb.europa.eu

    Volg Marketupdate nu ook via Telegram

    Dit artikel verscheen eerder op GoudstandaardGoudstandaard is gespecialiseerd in de verkoop en opslag van fysiek edelmetaal. Wilt u meer informatie over beleggen in edelmetalen? Bel ons op +31(0)88 46 88 488 of mail naar [email protected].




  • Euro wint aan populariteit in SWIFT betaalsysteem

    De euro wint de laatste jaren aan populariteit binnen het internationale SWIFT betaalsysteem, terwijl het aandeel van de Amerikaanse dollar juist daalt. Onderstaande grafiek laat zien dat het gebruik van de euro als betaalmiddel vanaf 2012 begon te dalen, maar dat er sinds 2015 weer een stijging zichtbaar is. Mogelijk hangt deze ontwikkeling samen met een toenemend vertrouwen in de euro, de munt die in 2012 veel negatieve publiciteit kreeg door de Europese schuldencrisis.

    Volgens Holger Zschaepitz van Die Welt is de dollar nog steeds de wereldreservemunt, maar is de superioriteit van de munt de laatste jaren langzaam aan het verzwakken. Hij schrijft op twitter dan de euro op dit moment profiteert van een dreigende handelsoorlog tussen de Verenigde Staten en China.

  • Centrale bank Ecuador stopt met eigen geldsysteem

    De centrale bank van Ecuador trekt na vier jaar de stekker uit haar eigen geldsysteem. In 2014 introduceerde de regering onder leiding van president Correa een nieuwe elektronische geldeenheid, die alleen via een rekening rechtstreeks bij de centrale bank verhandeld kon worden. Het systeem werd begin 2015 in gebruik genomen en daarmee was Ecuador het eerste land in de wereld met haar eigen digitale equivalent van contant geld.

    Het leek allemaal zo veelbelovend. Met deze nieuwe munteenheid zou het land weer minder afhankelijk worden van de Amerikaanse dollar, die sinds de hyperinflatie van de eigen munteenheid in 1999 de rol van betaalmiddel en rekenmiddel heeft overgenomen. In 2000 werd de eigen munt, de sucre, officieel uit omloop gehaald en stapte het land volledig over op de Amerikaanse dollar.

    Centrale bank geld

    In 2014 werd het plan geboren om een eigen elektronische munteenheid, de dinero electronico, te lanceren. De centrale bank kreeg het monopolie over de creatie van dit nieuwe geld, terwijl het telecombedrijf dat in handen was van de staat het monopolie kreeg over het betaalsysteem. In de nieuwe wetgeving werden andere telecommaatschappijen en de commerciële banken uitgesloten van deelname aan dit nieuwe systeem.

    De regering van Ecuador had hoge verwachtingen van dit nieuwe geldsysteem, omdat deze volledig onder beheer stond van de centrale bank. De verwachting was dat in 2015 een half miljoen mensen een rekening bij de centrale bank zouden openen, maar het bleken er uiteindelijk minder dan 5.000 te zijn. Begin 2016 stond er slechts $800.000 aan tegoeden op deze rekeningen, een fractie van de totale geldhoeveelheid in de Ecuadoriaanse economie.

    Later werden er wel wat meer rekeningen geopend, maar het systeem is nooit een doorslaand succes geworden. Hoewel er uiteindelijk meer dan 400.000 rekeningen geopend werden zaten er maar een stuk of 40.000 actieve gebruikers in het systeem die de elektronische munteenheid daadwerkelijk gebruikten om betalingen mee te doen. Ook waren er maar iets meer dan 7.000 bedrijven die het systeem ooit hadden gebruikt om betalingen te doen of te ontvangen. Het systeem werd niet het succes waar de regering op hoopte en daarom werd eind 2017 besloten de stekker uit het hele project te trekken.

    Waarom mislukte het project?

    Dit monetaire experiment in Ecuador geeft ons veel inzichten in de werking van geld. Als eerste kunnen we concluderen dat het succes van een geldsysteem valt of staat bij de acceptatie ervan onder de bevolking. En die acceptatie kwam er om verschillende redenen niet. Zo was er door de hyperinflatie van de eigen munt weinig vertrouwen in de centrale bank, terwijl de kredietwaardigheid van de overheid in 2008 in het geding kwam toen een dollarobligatie niet afgelost kon worden.

    Door deze negatieve ervaringen had de bevolking van Ecuador meer vertrouwen gekregen in de Amerikaanse dollar, omdat deze valuta niet gedevalueerd kan worden door de Ecuadoriaanse regering en centrale bank. Dit simpele gegeven verklaarde waarom de lokale bevolking liever Amerikaanse dollars gebruikte dan een munteenheid die door de eigen centrale bank in omloop werd gebracht.

    Een gebrek aan vertrouwen in de overheid en de centrale bank was de belangrijkste reden voor het mislukken van dit project, maar zeker niet de enige reden. De centrale bank zou ook te weinig haar best hebben gedaan om haar geldsysteem algemeen geaccepteerd te krijgen bij winkels en bedrijven. Door de monopoliepositie van de centrale bank werd er bovendien weinig gedaan om het betaalsysteem te innoveren en de kosten omlaag te brengen.

    Welke lessen kunnen we hieruit leren?

    Het monetaire experiment van de Ecuadoriaanse centrale bank heeft uiteindelijk meer gekost dan het heeft opgeleverd, terwijl het commerciële banken wel lukt een betaalsysteem in de lucht te houden dat door de massa geaccepteerd wordt. Er komt dus heel wat meer kijken bij het introduceren van een nieuwe munteenheid dan alleen het opzetten van een website en een systeem waarmee mensen rekeningen kunnen openen en betalingen kunnen doen. Ook moet de benodigde infrastructuur aanwezig zijn, zodat winkeliers daadwerkelijk met het geldsysteem aan de slag kunnen.

    En last but not least moet er vertrouwen zijn in de partij die het geld in omloop brengt. In het geval van Ecuador was er onvoldoende vertrouwen in de centrale bank en vond men het veiliger om gewoon dollars te gebruiken en met commerciële banken zaken te doen. Het collectieve trauma van de hyperinflatie van 1999 zorgde nog steeds voor een zeker wantrouwen ten aanzien van de overheid en de centrale bank.

    Dit praktijkvoorbeeld staat in contrast met een recente publicatie van Aleksander Berentsen en Fabian Schar, waarin een optimistisch beeld geschetst wordt van elektronisch geld dat door een centrale bank in omloop wordt gebracht. Of het experiment onder betere omstandigheden wel was gelukt is nog maar de vraag, maar wel één die centrale banken zich de komende jaren vaker zullen stellen. Verschillende centrale banken onderzoeken namelijk de mogelijkheden van het in omloop brengen van een eigen virtuele munt.

    Bron: The World’s First Central Bank Electronic Money Has Come – And Gone: Ecuador, 2014-2018

    Lees ook:

    Dit artikel wordt u aangeboden door Goudstandaard, uw adres voor de aankoop en verzekerde opslag van edelmetalen. Wilt u goud kopen? Neem dan contact op door te mailen naar [email protected] of door te bellen naar +31(0)88-4688488.

  • Bloomberg opent markt voor dollarleningen China

    Bloomberg heeft onlangs een nieuw platform gelanceerd waarmee beleggers wereldwijd gemakkelijker geld kunnen uitlenen aan Chinese bedrijven. Via dit platform kunnen Chinese bedrijven zogeheten ‘Kungfu’ obligaties uitschrijven, waarmee ze rechtstreeks toegang krijgen tot de internationale kapitaalmarkt.

    Met de komst van dit nieuwe handelsplatform wordt het Chinese bedrijfsleven minder afhankelijk van de Chinese bankensector voor een dollarlening, omdat het nu mogelijk is rechtstreeks op de wereldwijde kapitaalmarkt geld te lenen. Volgens cijfers van Bloomberg is de uitgifte van Chinese dollarobligaties vorig jaar verdubbeld tot $214 miljard, waarvan $148 miljard voor rekening kwam van het bedrijven in China.

    Kungfu obligaties

    Volgens Yuan Shu van de Bank of China Hong Kong is er bij beleggers veel belangstelling om dollars uit te lenen aan het Chinese bedrijfsleven. In een verklaring tegenover Bloomberg zei hij daar het volgende over:

    “Historische hoogtepunten op de Chinese kapitaalmarkt zijn het bewijs van een groot vertrouwen onder institutionele beleggers in de voortdurende groei van de Chinese economie en weerspiegelen de vraag naar blootstelling aan de Chinese kredietmarkt. We zien een groeiende vraag naar de Kungfu obligatiemarkt, een belangrijke ontwikkeling in China’s groeiende buitenlandse obligatiemarkt.”

    Dollarschaarste in China

    De timing van deze nieuwe Kungfu obligaties is niet toevallig, want de laatste tijd zien we steeds meer signalen van dollarschaarste op de wereldwijde kapitaalmarkt. Daardoor is het voor bedrijven in China die geld geleend hebben in dollars lastiger geworden om dollarleningen bij de bank door te rollen.

    De Chinese centrale bank heeft geen directe dollar-yuan swap met de Amerikaanse centrale bank, waardoor de Chinese bankensector in een acute liquiditeitscrisis niet eenvoudig aan dollars kan komen. Door de schaarste aan dollars werd het voor Chinese bedrijven steeds duurder om nieuwe dollarleningen te krijgen van banken. Door het Chinese bedrijfsleven toegang te geven tot de internationale kapitaalmarkt kan deze schaarste verlicht worden.

    Deze bijdrage is afkomstig van Geotrendlines

  • Euro wint aan populariteit als valutareserve

    Het aandeel van de euro in de wereldwijde valutareserves van centrale banken is dit jaar voor het eerst in jaren weer toegenomen, zo schrijft Bloomberg op basis van de nieuwste cijfers van het Internationaal Monetair Fonds. De euro vertegenwoordigt momenteel ongeveer 20% van de totale valutareserves, terwijl dat in de twee voorgaande jaren nog een procentpunt minder was.

    Er zijn verschillende redenen te bedenken waarom de populariteit van de euro toeneemt. Een van die redenen is dat de Amerikaanse regering steeds meer protectionistische maatregelen neemt en bereid is de dollar te gebruiken als een financieel wapen om landen onder druk te zetten. Om die reden gaat de voorkeur bij sommige landen uit naar de euro, een valuta die minder gevoelig is voor politieke beïnvloeding. Een voorbeeld daarvan is Iran, dat sinds begin vorig jaar alleen nog maar euro’s accepteert voor olie.

    Een andere verklaring voor de toegenomen populariteit van de euro is de terugkeer van een zekere stabiliteit in de eurozone. Door de sterke economische groei in de verschillende eurolanden is ook het vertrouwen in de munt toegenomen, terwijl het ruime monetaire beleid van de ECB per saldo heeft bijgedragen aan een terugkeer van het vertrouwen in de staatsobligaties van de eurolanden.

    Euro als handelsmunt

    De euro wint dus wat aan populariteit, maar in historisch perspectief gezien is haar aandeel in de totale wereldwijde valutareserves de laatste jaren relatief laag. De euro beleefde haar hoogtepunt in 2009, een paar jaar voor het uitbreken van de Europese schuldencrisis. De munt vertegenwoordigde toen bijna 28% van de totale valutareserves van alle centrale banken in de wereld.

    Het marktaandeel van de euro ging door de problematiek met de zuidelijke Eurolanden met ongeveer vier procentpunt onderuit. Daarna maakte de munt opnieuw een slechte beurt, toen de Europese Centrale Bank de grens van haar mandaat opzocht met een grootschalig monetair stimuleringsprogramma. De euro zakte in 2015 weg tot minder dan 20% van de valutareserves van centrale banken, maar lijkt nu weer de weg naar boven gevonden te hebben.

    Euro wint aan populariteit als valutareserve van centrale banken (Bron: Bloomberg)

    Dollar blijft dominant

    De Amerikaanse dollar is met $11,3 biljoen aan valutareserves nog steeds met afstand de belangrijkste valuta ter wereld, maar dat monopolie is geen vanzelfsprekendheid. Valutastrateeg Jens Nordvig zei daar in een verklaring tegenover Bloomberg het volgende over:

    “Veel landen in de wereld richten zich op Europa voor een toename in de handel. Het is niet gek om te denken dat dit ook in de kapitaalmarkten en op het gebied van de allocatie van valutareserves zal gebeuren. Per slot van rekening helpt de positie die de Verenigde Staten nu heeft ingenomen niet mee in het aantrekkelijk maken van de dollar.”

    Nordvig verwacht dat centrale banken de komende twee jaar in totaal ongeveer €500 miljard aan de valutareserves zullen toevoegen, waarmee het aandeel van de euro in de totale wereldwijde valutareserves met een kwart zal stijgen. Blijft de totale omvang van de totale wereldwijde valutareserve gelijk, dan zal het marktaandeel van de euro dus terugkeren naar ongeveer 25%.

    Populariteit euro stijgt

    Volgens Nordvig zullen vooral opkomende economieën en de olieproducerende landen in het Midden-Oosten de komende jaren een groter gedeelte van hun reserves in euro’s aanhouden. Dat kan grote gevolgen hebben voor de Amerikaanse overheid en Amerikaans bedrijven, die door de populariteit van de dollar nog steeds relatief goedkoop geld kunnen lenen.

    De dollar vertegenwoordigt momenteel ongeveer 64% van alle valutareserves van centrale banken, terwijl de euro met een marktaandeel van 20% de tweede plaats inneemt. Op grote afstand volgen de Japanse yen, het Britse pond en de Canadese dollar, die elk een marktaandeel van een paar procent vertegenwoordigen. De Chinese yuan staat op de zevende plaats met een aandeel van 1,17%.

    Deze bijdrage is afkomstig van Geotrendlines

  • Goudprijs naar hoogste niveau in vijf weken

    De goudprijs bereikte vandaag het hoogste niveau in vijf weken als gevolg van een oplopend handelsconflict tussen de Verenigde Staten en China. De Amerikaanse president Trump introduceerde vorige week een importheffing voor staal en aluminium en kondigde daarnaast nieuwe importheffingen aan voor tal van andere Chinese producten.

    Met deze maatregelen wakkert de vrees voor een handelsoorlog tussen beide landen weer aan, waardoor beleggers opnieuw de veiligheid van edelmetaal opzoeken. De goudprijs in dollars steeg maandagmiddag naar $1.354 per troy ounce en kwam in euro’s opnieuw boven de €35.000 per kilogram. Dat was het hoogste niveau in vijf weken. Ook de zilverprijs ging omhoog door de oplopende spanningen tussen China en de VS, zo steeg de prijs maandagmiddag naar $16,73 per troy ounce en meer dan €432 per kilogram.

    Of de prijs nog verder zal stijgen hangt voor een belangrijk deel af van de reactie van China op de Amerikaanse maatregelen. Tot op heden heeft China terughoudend gereageerd, door de maatregelen van Trump te veroordelen en te zoeken naar een oplossing voor het handelsconflict. China kondigde weliswaar importheffingen aan voor een aantal Amerikaanse producten, maar waren in omvang lang niet zo ingrijpend als de importheffingen van de Verenigde Staten.

    Goudprijs naar hoogste niveau in vijf weken door dreiging handelsoorlog (Grafiek via Goldprice.org)

  • Stijgende huizenprijzen zorgen voor steeds meer problemen

    Vorige week werd bekend dat de huizenprijzen in Nederland sinds 2001 niet meer zo hard gestegen zijn als nu. Dat is goed nieuws voor iedereen die al een koopwoning heeft en daar met veel plezier woont, maar voor veel anderen begint de situatie op de woningmarkt alleen maar vervelender te worden. De krapte in het woningaanbod belemmert de doorstroming, terwijl starters met steeds minder genoegen moeten nemen. Ook zijn veel huurders ontevreden met wat ze kunnen krijgen.

    Deze problematiek zien ook terug in de nieuwste cijfers van ING over de Nederlandse woningmarkt. In hun nieuwste kwartaalrapport lezen we dat het vertrouwen in het eerste kwartaal van dit jaar verder gedaald is, omdat steeds meer mensen van mening zijn dat dit geen gunstige periode is om een huis te kopen. Volgens de ondervraagde starters is het de afgelopen tien jaar nog niet zo ongunstig geweest om een woning te kopen als nu.

    Starters ontevreden

    Uit het marktonderzoek van ING blijkt dat gemiddeld meer dan 2/3 van de mensen met een koopwoning zeer tevreden is over hun woonsituatie, terwijl dat slechts bij 15% van de starters het geval is. Potentiële starters, die nu nog huren of bij hun ouders wonen, geven hun huidige woonsituatie een 6,6. Redenen waarom starters niet tevreden zijn is dat ze de huizen te duur vinden (23%), dat het huis waarin ze wonen te klein is (43%) en dat ze graag een tuin zouden willen hebben (39%).

    Wim Flikweert, manager Wonen bij ING, zei het volgende over de uitkomsten van het kwartaalrapport.

    “Voor potentiële starters zijn koopwoningen simpelweg te duur of niet beschikbaar. Dat betekent dat ze moeten blijven zitten waar ze zitten. Starters willen juist graag verhuizen naar een koopwoning om een stapje dichterbij hun ideale woning te komen, maar zijn genoodzaakt thuis te blijven wonen of tegen (hoge) prijzen te huren. Dit gaat ten koste van het woongenot en de hoge lasten kunnen leiden tot financiële kwetsbaarheid. Die kan zo groot worden dat de stap naar een koopwoning mogelijk niet meer gemaakt kan worden.”

    Huurders ontevreden

    Het zijn niet alleen starters die ontevreden zijn over de stijgende huizenprijzen en het beperkte aanbod. Ook huurders merken de gevolgen van krapte op de woningmarkt, waardoor ze niet de ideale huurwoning kunnen vinden en relatief hoge huren betalen. Volgens het onderzoek van ING is slechts 15% van de huurders momenteel tevreden over zijn of haar woning. Veel starters vinden de huur te hoog en meer dan de helft zou voor dezelfde maandlasten liever willen kopen dan huren.

    Volgens Flikweert ligt de oplossing voor deze problematiek niet alleen in het bouwen van nog meer huizen in de grote steden. Ook moet er volgens hem goed gekeken worden naar de bereikbaarheid van de Randstad. In een verklaring tegenover de Telegraaf zegt hij dat er investeringen in infrastructuur nodig zijn om andere gebieden buiten de grote steden aantrekkelijker te maken. Mensen zullen dan vaker kiezen voor een goedkopere woning buiten de stad, zo verwacht Flikweert.

    Meer potentiële starters haken af door stijgende huizenprijzen (Bron: ING)

    Veel starters niet tevreden over hun woning (Bron: ING)

  • Grafiek: Risicopremie banken stijgt weer

    De kosten om je te verzekeren tegen mogelijke problemen bij de grote banken is sinds het begin van dit jaar sterk toegenomen. Een stijgende rente en aanwijzingen van een toenemende dollarschaarste lijken vooral voor Europese banken slecht uit te pakken, want de risicopremies voor banken als Credit Suisse en Deutsche Bank zijn aanmerkelijk hoger dan die van Amerikaanse tegenhangers als JP Morgan en Citi.

    De volgende grafiek van analist Holger Zschaepitz van de Duitse krant Die Welt laat zien dat de premie voor een verzekering met een looptijd van vijf jaar tegen problemen bij Deutsche Bank terug is op het hoogste niveau in een jaar tijd. Toch zijn de premies nog niet zo hoog als tijdens het hoogtepunt in 2016, toen er twee keer zoveel betaald werd voor een vergelijkbare verzekering.

    Risicopremie banken loopt op (via @Schuldensuehner)

  • China lanceert benchmark voor olie in yuan

    China heeft vandaag met succes haar eigen benchmark voor de olieprijs gelanceerd. Met ingang van deze week kunnen handelaren via de Shanghai International Energy Exchange contracten voor levering van olie afsluiten, waarbij de olieprijs in yuan genoteerd staat. Met de lancering van dit oliecontract wil China als grootste consument van olie ter wereld meer invloed uitoefenen op de prijsvorming van olie.

    De ambitie van China is om een nieuwe benchmark voor de olieprijs in de markt te zetten naast de Amerikaanse West Texas Intermediate (WTI) en de Europese Brent olie. En er was zeker belangstelling voor, want in de eerste 25 minuten van de handel werden er al bijna 20 miljoen vaten olie verhandeld. De referentieprijs van het oliecontract met levering voor september was omgerekend 416 yuan per vat, maar bij opening steeg de koers gelijk naar 440 yuan per vat. Die prijs was ongeveer 6% hoger dan wat er op hetzelfde moment betaald werd voor Brent olie in Londen en WTI olie op de beurs van New York.

    Chinese oliemarkt

    China streefde vorig jaar de Verenigde Staten voorbij als grootste afnemer van olie ter wereld en wil met de lancering van deze nieuwe oliecontracten het gebruik van de yuan als internationale handelsmunt promoten. China heeft de handel in oliecontracten aan de Shanghai International Energy Exchange opengesteld voor buitenlandse partijen en dat is een primeur voor de Chinese grondstoffenmarkt. Volgens informatie van Bloomberg stonden er vorige week al 19 buitenlandse handelaren geregistreerd om dit oliecontract te kunnen verhandelen.

    Volgens sommige analisten kunnen de oliecontracten een grote rol spelen in het promoten van de yuan als wereldhandelsmunt, zeker als blijkt dat er veel vraag is naar deze oliecontracten. Anderen verwachten niet er dat op korte tot middellange termijn veel zal veranderen in de wereldwijde oliemarkt, omdat er nog steeds vraagtekens zijn over de stabiliteit van de Chinese munt en de vrijheid van kapitaalstromen. De devaluatie van de yuan in 2015 staat bij handelaren nog steeds in het geheugen, ook al was deze minder ernstig dan deze in eerste instantie leek.

    Kapitaalcontroles

    Begin 2017 kwam de Chinese overheid met nieuwe kapitaalcontroles om de waardedaling van de munt af te remmen. Ook werd rond die tijd bekend dat de yuan was gezakt op de wereldwijde ranglijst van meeste gebruikte handelsmunten binnen het SWIFT betaalsysteem. De angst voor kapitaalcontroles kan voor handelaren een reden voor terughoudendheid zijn voor wat betreft het gebruik van de yuan als betaalmiddel. Grondstoffenhandelaar Daniel Hynes van de Australia & New Zealand Banking Group zei daar in een verklaring tegenover Bloomberg het volgende over:

    “Het is lastig om in te zien hoe dit op de korte en middellange termijn een belangrijke factor kan worden voor de olieprijs. Ik denk dat er nog steeds een algemene terughoudendheid is bij wereldwijde investeerders om de Chinese contracten te verhandelen.”

    Om te voorkomen dat de markt door speculanten wordt overgenomen zijn de opslagkosten voor olie bij de Shanghai International Energy Exchange twee keer zo hoog als elders. Daardoor wordt het minder aantrekkelijk om een positie steeds door te rollen, zonder daadwerkelijk olie af te nemen.

    Volg Marketupdate nu ook via Telegram

    Waardeert u de artikelen en analyses op onze site, steun ons dan met een eenmalige of periodieke donatie. Met uw donatie kunnen we mooie artikelen blijven schrijven en worden we minder afhankelijk van inkomsten uit advertenties. Klik hier om te doneren!