Auteur: Redactie

  • Goud en zilver daily report [20-01-2012]

    Op moment van schrijven staat de goudprijs op $1.663 en €1.285 per troy ounce en noteert zilver $31,70 en €24,55. Daarmee houdt goud stand boven haar 200-daags gemiddelde en is zilver overtuigend door een belangrijk weerstandsniveau van $30,50 gebroken. Volgens Phil Streible, grondstoffenhandelaar bij RJO Futures, vond er vandaag veel technische handel plaats. Rond deze prijsniveau's voor goud en zilver zijn er veel short posities die gedekt worden, waardoor de prijs makkelijker kan stijgen. Meer handelaren nemen nu posities in, waardoor de prijs stijgt.

    Verder valt op dat de EUR/USD wisselkoers niet meer verder lijkt te zakken, waardoor de goudprijs weer wat steun vindt. Op momenten dat de Amerikaanse dollar relatief sterk staat tegenover de andere ongedekte valuta staat goud en zilver vaak wat onder druk. Dat de dollar niet meer verder aansterkt tegenover de euro geeft dus een positief signaal af aan goud. Volgens Jon Nadler, een goud- en zilveranalist die regelmatig schrijft voor Kitco en die zich vooral bezighoudt met technische analyse, is het belangrijk dat goud de stijging vast weet te houden tot boven de $1.700. Als we dat niveau niet weten te doorbreken kunnen we volgens hem weer terugzakken tot $1.400.

    Volgende week zal de Chinese markt gesloten zijn vanwege de viering van het Chinese nieuwjaar, waardoor er wat minder handel zal zijn in goud. Ook in India is de vraag naar goud iets teruggezakt, veroorzaakt door een zwakkere roepie die het goud voor Indiërs relatief duur maakt. Volgende week zouden de prijzen van beide metalen hierdoor weer iets kunnen zakken, al zal effect hiervan volgens HSBC niet zo heel groot zijn.

    De olieprijs zakte vandaag juist wat terug, want WTI olie zakte met 1,92% tot $98,61. De Brent olie werd 1,19% goedkoper en staat op moment van schrijven op $110,11. Samen met de iets aansterkende euro betekent dat minder druk op de bezineprijs, die eerder deze week nog richting een recordprijs van $1,75 per liter ging.

    Uit de wekelijkse Kitco News Gold Survey bleek dat 9 van de 23 ondervraagden rekening houdt met een stijgende goudprijs, terwijl er eveneens 9 rekening hielden met een daling en 5 een neutrale positie innamen. Onder deze ondervraagden zitten bullion dealers, investeringsbanken, futures handelaren, fondsbeheerders en technische analisten.

    Goud in dollars, ten opzichte van het slot van gisteren ongeveer 0,7% hoger

    Goud in euro's liet hetzelfde beeld zien

    Zilver steeg 4% in dollars

    En in euro's steeg de zilverprijs nog iets meer

    Enquête van Kitco onder professionals geeft verdeelde meningen weer over verwachtte goudprijs

  • Canada richt ogen op China na uitstel Amerikaanse Keystone XL pijpleiding

    Het besluit van de Amerikaanse president Obama om de pijpleiding nog even in de wacht te zetten heeft de relatie tussen de VS en Canada geen goed gedaan. De Canadese overheid had blijkbaar ingecalculeerd dat deze pijleiding er snel zou komen, maar door de toegenomen onzekerheid zoekt het land nu naar diversificatie. Volgens de Canadese minister van grondstoffen, Joe Oliver, versterkt Canada haar financiële zekerheid als het haar afhankelijkheid van de VS weet te verkleinen.

    Momenteel exporteert Canada 99% van al haar olie naar de VS, een percentage dat volgens de minister-president Stephen Harper omlaag moet worden gebracht om Canada weer in de markt te zetten als 'supermacht' in de globale energiemarkt. De tegenslag in de ontwikkeling van de 'Keystone XL' pijpleiding door de VS heeft duidelijk gemaakt dat Canada haar klantenbestand moet diversificeren en uitbreiden naar andere gebieden, inclusief de groeiende Aziatische markt. Het is voor Canada natuurlijk het makkelijkste om naar haar buurland te exporteren, maar ook aan de andere kant van de Stille Oceaan zou het land haar olie makkelijk kunnen verkopen.

    Canada heeft grootste oliereserve van niet-OPEC landen

    Canada vertegenwoordigd meer dan 90% van alle bekende oliereserves buiten de OPEC-landen om, zo blijkt uit data van het 'BP Statistical Review of World Energy'. De meeste olie in Canada komt van teerzanden, die met name te vinden zijn in Alberta. De olieproductie in dit gebied zal in de komende acht jaar naar verwachting verdubbelen, aldus de Canadese associatie van olieproducenten. Het bedrijf Enbridge Inc. heeft al een voorschot genomen op het vooemen van de Canadese regering, want die zijn bereid een pijpleiding aan te leggen van het olieproducerende Alberta naar de westkust van het land. Daar kan de olie vervolgens in schepen worden getankt die het naar de Aziatische markt kunnen brengen.

    Het uitstel van de plannen voor de 'Keystone XL' pijpleiding door de VS werd door milieuactivisten als een overwinning gezien, omdat een dergelijke pijpleiding tot gevolg kan hebben dat de olieproductie uit teerzanden sneller wordt uitgebreidt. En dat is bijzonder schadelijk voor het milieu, omdat er voor olieproductie uit teerzanden veel natuur opgeofferd wordt (de olie zit aan de oppervlakte, zie onderstaande afbeelding) en omdat het enorm veel energie kost om de olie uit de teerzanden te koken. De energie van één vat olie zou naar verluid maar drie vaten olie uit teerzand opleveren, een zeer laag rendement vergeleken met de olie die in het Midden-Oosten uit de grond komt.

    Amerikaans banenprogramma was ongunstig voor Canada

    De economische verhoudingen tussen Canada en de VS werden al op scherp gezet door het banenprogramma dat president Obama vorig jaar wilde doorvoeren, maar dat er uiteindelijk niet is gekomen. In dit programma was namelijk een 'Buy American' provisie opgenomen, die een negatieve effect zou hebben op de hoeveelheid handelsverkeer tussen de twee landen. Ook was er in het voorgestelde $447 miljard grote banenprogramma een heffing van $5,50 opgenomen voor Canadezen die naar Amerika zouden reizen.

    En terwijl Canada de mogelijkheden verkent om een deel van haar olieproductie naar Azië te exporteren blijft het natuurlijk nog steeds achter de bouw van de Amerikaanse 'Keystone XL' pijpleiding staan. De Canadese minister van Buitenlandse Zaken verklaarde immers dat de bouw van deze pijleiding door de VS in het belang is van zowel de VS als Canada.

    Grootschalige verwoesting van het landschap om olie uit het teerzand te halen. Een lucratief bedrijfsmodel bij olieprijs van $100 per vat

    Interessante video over Canadese olieproductie uit teerzanden

    Het aantal vaten olie dat uit de grond kan worden gehaald met de energie van één vat olie. Een dalende lijn die de gestegen olieprijs kan verklaren

  • Eric Sprott werkt aan platina en palladium ETF

    Het investeringsfonds van Eric Sprott gaat een nieuw exchange-traded fund (ETF) lanceren dat volledig gedekt zal worden met fysiek platina en palladium. Er zullen 11,5 miljoen aandelen van $10 worden uitgegeven, waardoor het investeringsfonds $115 miljoen binnenhaalt om fysiek platina en palladium mee te kopen. Het nieuwe ETF zal op dezelfde manier gestructureerd worden als het bestaande PSLV, het zilverfonds dat Eric Sprott eind 2010 opzette en dat ook een volledige dekking met het edelmetaal kent.

    Het nieuwe ETF voor platina en palladium is gericht op beleggingsfondsen en institutionele beleggers en moet het voor hen makkelijker maken om blootstelling te krijgen aan de prijsontwikkeling van deze metalen. Via het nieuwe ETF van Eric Sprott zitten beleggers immers wel dicht op het metaal, maar hebben ze geen omkijken naar de bezorging en opslag ervan. De aandelen van het nieuwe platina en palladium ETF zijn immers vrij verhandelbaar, waardoor ze in principe net zo liquide zijn als aandelen.

    Het fonds focust zich op de lange termijn en zal dus niet laten leiden door prijsontwikkelingen op de korte termijn, dat maakte het beleggingsfonds van Eric Sprott immers bekend aan de US Securities and Exchange Commission. De prijs van platina is op moment van schrijven $1523, terwijl palladium voor $666 per troy ounce verhandeld wordt. Ten opzichte van tien jaar geleden staat platina drie keer zo hoog, terwijl palladium is verdubbeld in prijs. De twee edelmetalen zijn minder bekend dan goud en zilver, omdat ze geen monetaire functie hebben (gehad). In plaats daarvan kennen beide metalen veel industriële toepassingen, waardoor de koers ervan meer beweegt zoals die van een andere industrieel metaal zoals koper. Echter zijn palladium en platina zeer schaars, waardoor ze ook voor beleggers erg interessant kunnen zijn.

    Door de uitgifte van 11,5 miljoen aandelen in het nieuwe ETF kan Eric Sprott in totaal $115 miljoen aan platina en palladium van de markt halen. Met de huidige dagkoers is $115 miljoen goed voor ruim 75.000 troy ounce aan platina of ruim 172.000 troy ounce aan palladium. Volgens data van Johnson Matthey staat 10.000 troy ounce aan palladium en platina gelijk aan respectievelijk 0,13 en 0,11 procent van het totale aanbod in beide edelmetalen over heel 2010. Daardoor zal het nieuwe ETF van Eric Sprott maar een marginale invloed hebben op de prijs van het metaal op de termijnmarkt.

    Beleggers die aandelen kopen in het nieuwe platina en palladium ETF kunnen, mits ze minimaal 25.000 aandelen in bezit hebben, ook elke maand fysiek metaal opvragen uit de kluizen van Sprott Asset Management. De koers van het ETF zal meebewegen met de onderliggende waarde van het edelmetaal en met de wet van vraag en aanbod, waardoor alle aandelen uit het ETF samen meer waard kunnen zijn dan de onderliggende waarde op zichzelf (in dit geval de baren van platina en palladium in de kluis). Het PSLV zilverfonds van Eric Sprott wordt momenteel ook al voor 30% boven de onderliggende waarde verhandeld, waarmee beleggers aangeven een meerprijs te willen betalen om een positie in het ETF van Eric Sprott te krijgen.

    Platina en palladium reageren door hun industriële toepassing sterker op de toestand van de economie dan goud en zilver, de edelmetalen die ook een monetaire functie hebben (gehad). Begin 2008 bereikte platina nog een hoogtepunt van $2252 per troy ounce, maar toen de crisis eind 2008 en begin 2009 in de meest kritieke fase zat daalde de prijs van dit edelmetaal tot slechts $800. Beleggers die in een ETF voor platina en palladium stappen moeten dus voorbereid zijn op de grote volatiliteit van de koersen.

    Het platina en palladium ETF kent een managementvergoeding van 0,5 procent en er zullen ook kosten in rekening worden gebracht als een investeerder besluit aandelen van het ETF in te ruilen voor fysiek metaal. Dat zijn trouwens baren die voldoen aan de ‘Good Delivery Standard’ van de Londen Platinum and Palladium Market. Het edelmetaal zal worden opgeslagen bij de Royal Canadian Mint, een logische keus gezien het feit dat Canada het belangrijkste handelspunt is voor grondstoffen en daarvan afgeleide beleggingsinstrumenten. Morgan Stanley en RBC Capital Markets zullen de aandelen uitbrengen op de Amerikaanse beurs, terwijl Morgan Stanley met RBC Dominion Securities zal samenwerken om de aandelen van het ETF op de Canadese markt uit te geven.

    Helaas is momenteel nog niet duidelijk wanneer dit nieuwe fonds daadwerkelijk opgestart zal worden. Gezien de details die nu al bekend zijn zal dit waarschijnlijk niet lang meer duren.

  • Wat de Chinese GDP cijfers u niet vertellen: De vastgoedbubbel die gaat leeglopen

    Chinezen worden soms bekritiseerd om hun kopieergedrag en gebrek aan originaliteit, maar kunnen wij ze dat wel verwijten? Veel Chinezen dromen immers van het welvaartsniveau dat we in Europa en Amerika hebben bereikt en grijpen daardoor alle kansen aan die zich voordoen om welvarender te worden. De jeugd trekt nog steeds massaal naar de stad, op zoek naar werk dat meer oplevert dan het werk op het platteland of een studie die ze meer kansen geeft op de arbeidsmarkt. Door de enorme economische groei die China doormaakt hebben Chinezen ook meer geld te besteden, geld dat in de afgelopen jaren vooamelijk richting de huizenmarkt stroomde. Daar komt nog eens speculatief geld uit het buitenland bij, van beleggingsfondsen die mee wilden profiteren van de stijgende huizenprijzen in China.

    De investeringen in de vastgoedmarkt werden ook ondersteund door de hoge inflatie, die het gevolg is van de koppeling aan de Amerikaanse dollar. De dollars die Chinezen bedrijven ontvangen voor hun export moeten ze immers bij hun bank omwisselen voor Chinese yuan, waardoor de munt elk jaar minder waard wordt. Vastgoed wordt, net als in Europa en in de V.S., beschouwd als een investering die zich weet te corrigeren voor inflatie. Chinezen begonnen dus steeds meer geld in huizen te stoppen, gefinancierd met een hypotheek van de bank en met het kleine beetje spaargeld dat ze hadden verzameld. Als gevolg daarvan gingen de prijzen stijgen en begon de markt speculatieve vormen aan te nemen. Net als in Amerika trokken de stijgende huizenprijzen in China speculanten aan, mensen die een huis of appartement kochten met als enige doel om dat later weer door te verkopen voor een hoger bedrag.

    De projectontwikkelaars deden hier net zo goed aan mee, want het leverde geld op en het was goed voor de werkgelegenheid. Complete steden werden uit de grond gestampt, met nieuwe woonruimte die was afgestemd op de speculatieve vraag. Er werden daarom ook veel teveel luxe appartementen gebouwd, die veel te duur waren ten opzichte van het gemiddelde inkomen van de Chinezen die deze appartementen zouden moeten kopen.

    Er zijn inmiddels verschillende signalen dat het einde van de huizenmarktbubbel nabij is. Zo verschenen er op het blog van FT Alphaville verschillende artikelen die hier aandacht aan besteden (1 / 2 / 3), publiceerde de website chovanek.wordpress.com een tweedelig artikel over de Chinese vastgoedmarkt (deel 1 / deel 2) en zijn er YouTube tal van video's te vinden over onbewoonde steden en compleet lege winkelcentra en wegen.

    De Chinese economie laat nog wel een sterke groei zijn, want met 8,9% groei ten opzichte van een jaar geleden overtreft het cijfer de groeiverwachting van 8,7%. Andere cijfers laten een heel ander beeld zien. Zo berichtte Reuters eerder deze week over de jaarlijkse investering in vastgoed in China, die in december 2011 maarliefst 40% lager was dan een maand eerder. De vastgoedinvesteringen groeien nog wel, maar december was met 12,3% een stuk slechter dan november, toen de groei van investeringen op 20,2% lag. Volgens Yao Wei, een econoom die werkzaam is bij Societe Generale in Hong Kong, geeft dit aan dat de Chinese groeicijfers van het eerste kwartaal van 2012 wel eens erg zouden kunnen tegenvallen. Wei houdt zelf rekening met een lagere groei van 8,3 procent in de eerste drie maanden van dit jaar.

    Leegstand in nieuw gebouwde flats, de toegangswegen blijven daardoor leeg

    Dat de huizenprijzen te hard zijn gestegen in verschillende grote steden blijkt uit de een artikel dat Bloomberg vorig jaar publiceerde. Vastgoedhandelaren zouden de prijzen van bepaalde appartementen flink hebben verlaagd, tot woede en frustratie van vroege kopers die met veel moeite het geld bij elkaar kregen om de koop te sluiten. Deze huizenbezitters betalen soms wel de helft van hun inkomen aan een hypotheek van de bank, terwijl ze ook nog eens spaargeld van zichzelf en van familie hebben ingelegd. Als projectontwikkelaars vervolgens de prijzen met 25% verlagen doet dat pijn. Zeker als huiseigenaren ontdekken dat de projectontwikkelaars en makelaars veel winst maken op de verkopen. De Chinese overheid probeert de stijgende huizenprijzen al wat af te remmen, door de banken te verplichten minder geld uit te lenen en meer inleg van de huizenkoper te vragen. In Beijing zouden huizenkopers nu al 30% aan eigen geld moeten inleggen om een hypotheek te krijgen op een huis of appartement. Een daling van de huizenprijzen zou goed zijn om de markt weer in evenwicht te brengen, maar een harde en verwoestende crash met de omvang van de vastgoedbubbel in de V.S. is nog steeds niet uit te sluiten.

    In heel China zijn de huizenprijzen in de afgelopen tien jaar met gemiddeld 155% gestegen, maar in stedelijke gebieden was de stijging nog veel groter. In Shanghai verviervoudigden de huizenprijzen in tien jaar tijd. In november 2011 zakten de huizenprijzen in 33 van de 70 gemeten steden ten opzichte van een maand eerder. Volgens analisten van Credit Suisse zullen de huizenprijzen in China dit jaar met 10% zakken, maar volgens de econoom Huang Yiping die werkzaam is bij Barclays in Hong Kong kunnen de vastgoedprijzen wel 10 tot 30% zakken in 2012. Als er een serieuze daling komt van de huizenprijzen heeft de grootste bank uit China ook een groot probleem, want dan wordt volgens het IMF het onderpand onder 40% van alle uitstaande leningen geraakt.

    Volgens het OECD (Organization for Economic Cooperation and Development) overschaduwd de vastgoedzeepbel in China de economische vooruitzichten. Naast de financiële problemen die voortvloeien uit dalende huizenprijzen kan er ook sociale onrust ontstaan, iets waar de Chinese overheid zich de meeste zorgen over maakt.

    De website Business China bracht naar buiten dat er eind november 22% minder huizen verhandeld werden dan diezelfde periode een jaar geleden. De data zou ook laten zien dat er in 80% van de 35 grootste steden in China in november minder transacties waren dan een jaar geleden in diezelfde maand. In de Zuid-Chinese stad Shenzhen werden slechts 294 flats verkocht, een halvering ten opzichte van eenjaar eerder. Er zijn nog veel meer cijfers om op te noemen, maar daarvoor verwijzen we graag naar het uitgebreide verslag van Patrick Chovanec. Vaak weten beelden in één oogopslag een bepaalde trend te vatten, zoals onderstaande afbeelding. Deze troffen we aan op FT Alphaville en laat zien hoe de Chinese huizenprijzen veranderd zijn over de eerste tien maanden van 2011. De trend is duidelijk: in meer steden beginnen de prijzen te dalen, terwijl prijsstijgingen aan het eind van 2011 niet meer zo vanzelfsprekend waren als aan het begin van dat jaar.

    Huizenprijzen stijgen in steeds minder Chinese steden, terwijl de dalingen steeds meer zichtbaar worden (bron: Bloomberg)

    Een andere factor die gekoppeld is aan de vastgoedmarkt en die ook een rol kan gaan spelen is de verkoop van de grond. Volgens Patrick Chovanec heeft de Chinese regering onderzoek laten doen naar de opbrengsten die gemeenten opstrijken uit de handel in grond. Dat blijkt maar liefst 40% te zijn, een inkomstenbron die ook zal opdrogen als de vastgoedbubbel uiteenspat en projectontwikkelaars stoppen met bouwen. In het tweede deel van zijn analyse schrijft Chovanec over de omvang van de Chinese vastgoedsector, die minimaal 10% van het Chinese GDP vertegenwoordigd. De vastgoedsector groeide in 2010 met 30%, maar als die sector een jaar helemaal niet zou groeien zou dat ook een negatief effect hebben op het totale GDP. Dat zou kunnen zakken tot 5,5%, een waarde die door veel analisten en beurscommentatoren gezien zal worden als een 'harde landing'. En dan houden we nog niet eens rekening met een krimp van de werkgelegenheid in de Chinese vastgoedsector, want als dat gebeurt worden de cijfers nog veel slechter.

    We hebben in de V.S. al gezien dat de totale schade aan de economie vele malen groter was dan louter de cumulatieve waardedaling van het vastgoed. Ook banken kwamen in de problemen, de werkloosheid begon te stijgen en aandelen van andere bedrijven begonnen ook te dalen. De schade die voort zal vloeien uit het knappen van de Chinese vastgoedbubbel mag dan ook niet gebagatelliseerd worden.

    De Chinese huizenmarkt begint buitenproportionele vormen aan te nemen ten opzichte van de eigen economie (bron: HSBC)

    De tragische documentaire van de Australische zender SBS Dateline. Deze hebben we eerder al eens laten zien op Marketupdate, maar voor wie dat bericht gemist heeft is de video absoluut het kijken waard!

  • Goud en zilver daily report (19-01-2012)

    De goudprijs staat op moment van schrijven op $1657 en €1278, terwijl zilver op $30,57 en €23,58 noteert. In dollars uitgedrukt bleven de twee edelmetalen dicht bij huis, maar vroeg in de Europese handelstijd stonden de metalen nog wel iets hoger. In euro's zakte de prijs van met name goud, namelijk met zo'n €14,50 (-1,13%). Zilver staat ten opzichte van het slot van gisteren een dubbeltje lager, een min van een halve procent. Opnieuw geen grote koersbewegingen, terwijl de AEX en de Dow Jones indices weer op het hoogste niveau staan sinds de grote koersdalingen van ruim vijf maanden geleden. De stijgende aandelenkoersen in de VS zijn te danken aan beter dan verwachte macro-economische data, terwijl de goede obligatieveilingen in Europa voor een positief sentiment zorgden.

    De goudprijs blijft nog steeds in haar trend omhoog en zit dicht op haar 200-daagse gemiddelde. Voor zilverbeleggers was 2011 waarschijnlijk vooral een frustrerend jaar, want netto ging de koers nergens heen. Wie alleen naar de grafiek van de afgelopen tien jaar zou kijken en de fundamentals van de markt niet zou kennen zou in de grafiek een klassieke bubbel kunnen herkennen, met een piek op $49 per troy ounce eind april 2011.

    De olieprijs veranderde vandaag ook niet zoveel, blijkbaar hecht de oliemarkt niet veel waarde aan het meest recente nieuws omtrent de Keystone XL oliepijpleiding. Deze geplande pijpleiding, die olie moet transporteren van Canada naar de Golf van Mexico, zal er in elk geval voorlopig nog niet komen. Obama stak daar een stokje voor omdat de effecten voor het milieu onvoldoende in kaart zouden zijn gebracht. De WTI olie staat momenteel op $100,56, terwijl Brent olie uit de Noordzee stabiel blijft op een relatief hoog niveau van $111,60.

    De euro/dollar koers laat zien dat het allemaal nog wel meevalt met de crisis rondom onze muntunie en het bestaansrecht daarvan. De euro wordt door beleggers wereldwijd nog steeds hoger gewaardeerd dan het gemiddelde sinds de euro in 1999 werd ingevoerd. In 2001 was de euro bijvoorbeeld maar $0,80 waard, terwijl het met de schuldencrisis die erbij is gekomen ruim de helft hoger staat tegenover de dollar. Blijkbaar zijn de problemen in Amerika nog veel groter dan die in Europa wat de waarde van en het vertrouwen in de munt betreft. De actuele wisselkoers is $1,2967 voor een euro.

    Goud in dollars praktisch ongewijzigd

    Zilver in dollars stond een tijdje hoger, maar sluit dicht bij huis

    Goud in euro's staat ruim een procent lager

    Zilver in euro's staat een halve procent lager

    Zilver werd na een lange aanloop gelanceerd tot $49, daaa ging het net zo hard weer naar beneden. Sentiment is daardoor behoorlijk afgezwakt, terwijl de fundamentals even sterk blijven

    Een reminder: de euro staat met de huidige schuldencrisis nog steeds ruim boven het gemiddelde sinds de invoering van de munt

  • Nieuw bewijs van manipulatie goudprijs: De long-short strategie

    Verschillende insiders zijn ervan overtuigd dat er manipulatie is in de goud- en zilvermarkt. Grote banken zouden door hun sterk geconcentreerde shortpositie in staat zijn de prijzen van het edelmetaal te onderdrukken. Dit zou gebeuren voorafgaand aan nieuwe economische data en bij ‘options expiry’.

    Op de website SK Options Trading verscheen in augustus 2010 al een artikel over de opvallende koersbeweging van goud gedurende een handelsdag. Er gaan al langer verhalen rond dat de goudmarkt onderhevig is aan manipulatie, waarin centrale banken en grote Amerikaanse zakenbanken een kartel vormen waarmee ze de prijs van goud proberen te onderdrukken. Deze banken zijn vooral actief in de Amerikaanse handelstijd, waarin traditioneel de grootste volumes verhandeld worden.

    Goudprijs fixing

    Eerder onderzoek wees uit dat de PM fix, de prijs die in de middag (15:00 GMT) wordt geregistreerd in de goud- en zilvermarkt, opvallend vaak lager staat dan de AM fix, de registratie die in de ochtend (10:30 GMT) wordt gemaakt. Dat is vreemd voor een markt die al elf jaar op rij netto gestegen is, want dan zou je gemiddeld juist een opgaande dagelijkse trend moeten zien met gemiddeld hogere PM dan AM fixes. Rondom de tijden van deze AM- en PM-fix zijn er wel vaker verdacht sterke koersbewegingen, maar dat is onderwerp voor een andere (zeer interessante) discussie. In dit bericht willen we namelijk een opvallende constatering met u delen. Bij SK Options Trading werd op basis van de vermeende manipulatie een fictieve handelsstrategie ontwikkeld die goud koopt gedurende de Aziatische en Europese handel en vervolgens de posities weer van de hand doet zodra de Amerikaanse handel opent. Deze strategie is in de praktijk nauwelijks rendabel, omdat er door de spread tussen de bied- en laatkoers en door de hoge transactiekosten dan weinig rendement overblijft. Als we deze praktische bezwaren wegdenken en vanuit een puur wetenschappelijk perspectief naar deze fictieve portefeuille kijken komen we tot een opmerkelijke conclusie:

    De long-short strategie

    Het long gaan in goud en later op die dag als de Amerikaanse handel opent weer short gaan levert namelijk een veel hoger rendement op dan een eenvoudige buy-and-hold strategie. En met veel bedoelen we ook echt veel, want een portefeuille van $100 miljoen die in 2001 op deze manier zou zijn opgebouwd zou dan inmiddels zijn uitgegroeid tot $5,26 miljard! Dat is een rendement van 43,24% per jaar. Wie in 2001 een bedrag van $100 miljoen in goud had gestopt en er vervolgens niet meer naar had omgekeken zou nu iets minder dan $500 miljoen aan goud in handen hebben. Een buy-and-hold strategie heeft sinds 2003 gemiddeld per jaar een rendement opgeleverd van 17,1%, minder dan de helft van het jaarlijkse rendement op de fictieve long/short portefeuille die speculeert op een koersstijging voorafgaand aan de AM fix en een koersdaling in de Amerikaanse handel (PM fix). Sinds 2009 is het verschil in rendement tussen de buy-and-hold strategie en de fictieve long-short portefeuille nog groter geworden, want in deze periode van drie jaar was het jaarlijkse rendement van de long-short strategie 64,4%.

    Nieuw bewijs van manipulatie goudprijs

    De buy-and-hold strategie wordt verslagen door de long-short strategie (voor aftrek transactiekosten en spread)

    Manipulatie?

    Afgezien van de praktische bezwaren van een dergelijke long-short strategie toont het wel heel duidelijk aan dat de goudmarkt zich niet volledig normaal en zeker niet efficiënt gedraagt. Dit wordt ook onderbouwd door andere data die SK Options Trading heeft verzameld, want een strategie die long gaat gedurende de Amerikaanse handel (dus tussen de AM en de PM fix) zou de belegger erg veel geld gekost hebben. In tien jaar tijd zou de portefeuille meer dan gehalveerd zijn volgens deze strategie, terwijl de onderliggende goudprijs in diezelfde periode wel 6x over de kop ging! Een opmerkelijke groot verschil, dat statistisch absoluut niet te verklaren is als toeval. Wat verklaart dit opmerkelijke verschijnsel in de goudmarkt dan wel? Probeert men gedurende de Amerikaanse handelsuren te profiteren van de hogere goudprijs door enthousiast kopende Aziaten en Europeanen? Dat lijkt ons niet waarschijnlijk, ten eerste omdat de Amerikaanse spelers in de termijnmarkt voor goudmarkt veel sterker vertegenwoordigd zijn dan de Aziatische spelers en ten tweede omdat de goudprijs al elf jaar op rij netto gestegen is. Als de goudprijs echt overgewaardeerd zou zijn zou de koers in deze markt in elk geval niet elf jaar op rij kunnen stijgen en zouden de Amerikaanse zakenbanken die short gaan op goud meer succes moeten hebben in het omlaag brengen van de prijs.

    Long gaan tussen de AM fix op 10:30 GMT en de PM fix op 15:00 GMT levert nog beter rendement

    Long gaan tussen de AM fix op 10:30 GMT en de PM fix op 15:00 GMT levert nog beter rendement

    Maar ook short gaan tijdens de Amerikaanse handel is netto een winnende strategie

    Goudprijs tussen de AM fix en de PM fix daalt, de fictieve long portefeuille is een goede manier om geld te verliezen in een bull market!

  • Goud en zilver daily report (18-01-2012)

    Opnieuw een dag zonder richtinggevend nieuws, maar door het verzwakken van de Amerikaanse dollar tegenover de euro stroomt er weer iets meer geld richting de edelmetalen. De euro wist wat aan te sterken door het bericht dat het IMF bereid is $500 miljard extra te lenen, terwijl de dollar juist iets in waarde wegzakte omdat de Federal Reserve kenbaar maakte dat het de weg naar nieuwe monetaire verruiming nog open laat staan. Toch maken de gebeurtenissen weinig indruk op de markt, want ten opzichte van gisteren staat zilver in euro's op hetzelfde niveau als gisteren. De goudprijs in euro's ging zelfs iets omlaag, we staan op het moment van schrijven op €1.290. Tegenover de vlakke handelsdag voor goud en zilver stond ook kleine uitslagen op de belangrijkste aandelenmarkten.

    De goudprijs staat op dit moment op $1.659,59, een stijging van ongeveer $28 (1,77%) ten opzichte van het slot van gisteren. Zilver staat in dollars een goede 3,34% hoger door een koersstijging van $0,99. De prijs staat op moment van schrijven op $30,50 per troy ounce. In euro's noteren goud en zilver respectievelijk €1.290 en €23,67. De olieprijs zakte vandaag weer iets, de WTI olie staat op moment van schrijven op $100,34 (-0,37%) en de Brent olie noteert $110,61 (-0,89%). Door het aansterken van de euro zakt de olieprijs dus nog iets meer.

    Ondertussen komt Credit Suisse vandaag met een verlaging van haar koersdoel voor goud en zilver in 2012. Ging het eerder nog uit van een goudprijs van $1.850, nu stelt de zakenbank dat bij naar $1.755 per troy ounce. Het koersdoel voor zilver stond aanvankelijk op 33,70, maar dat verlaagt Credit Suisse nu naar $32,80. Daar tegenover staat een heel ander bericht dat we lezen op de Times of Oman. Deze website weet te melden dat Thomson Reuters GFMS begin 2013 een goudprijs van $2.000 verwacht als gevolg van het verzwakken van de koopkracht van verschillende valuta.

    Goud en zilver noteren hoger in dollars vanwege hogere EUR/USD wisselkoers

  • Goud en zilver daily report (17-01-2012)

    De goudprijs staat momenteel op $1652, een paar dollar hoger dan het slot van $1647,70 gisteren. In euro's is de goudprijs ook vrijwel onveranderd gebleven, de koers staat nog steeds op net iets minder dan €1300 per troy ounce. De zilverprijs kende een soortgelijk verloop als goud. Eerder op de dag tikte de koers de $30,50 aan, maar nu staan we weer praktisch gelijk aan de vorige slotkoers van $30,12. In euro's staat zilver nog iets lager dan gisteren, omdat de euro weer een klein beetje wist aan te sterken tegenover de dollar. De wisselkoers is op moment van schrijven $1,274 tegenover de euro.

    Het beter dan verwachte nieuws uit China en Europa ondersteunde de aandelen- en grondstoffenmarkten, waar ook goud en zilver wat op mee konden liften. De prijs van Amerikaanse WTI olie blijft ondertussen nog steeds boven de $100, maar staat praktisch onveranderd ten opzichte van gisteren. De Europese Brent olie is door de aanhoudende onzekerheid over Iran weer een procentje duurder geworden en staat nu op $111,53 per vat. Door de stijgende olieprijs en de zwakkere euro is benzine een stuk duurder geworden, een liter Euro95 kost vandaag de dag gemiddeld €1,76, terwijl diesel stijgt naar €1,49 per liter.

    Palladium en platina staan op respectievelijk $647 en $1520 per troy ounce, terwijl de koperprijs op $3,72 per kilo staat. Door het uitblijven van groot nieuws zijn er geen noemenswaardige koersverandering waar te nemen.

    Vandaag kleine verandering in de goud- en zilverprijzen door gebrek aan richtinggevend nieuws

  • Vraag naar Silver Eagle en Canadian Maple leaf overstijgt binnenlandse productie

    De wet van vraag en aanbod leert ons dat de prijs van een goed moet stijgen als de vraag toeneemt en tegelijkertijd het aanbod blijft dalen. Dat zien we ook terug in de zilverprijs, die sinds 2002 al meerdere keren over de kop is gegaan. Op Silverseek kwamen we een paar interessante grafieken tegen die de grote verschuiving tussen vraag en aanbod van fysiek zilver in beeld brengen. Door de binnenlandse productie van zilver in de V.S. en Canada af te zetten tegen de verkoopaantallen van de populairste zilveren beleggingsmunten uit beide landen wordt duidelijk hoe weinig zilver er feitelijk voorhanden is.

    De data van het USGS (United States Geological Survey) laat zien dat de productie van zilver uit Amerikaanse mijnen in oktober van 2011 uitkwam op 81.400 kilogram, tegenover 117.000 kilogram van diezelfde maand een jaar eerder. Tot en met oktober 2011 was de Amerikaanse zilverproductie 923.000 kilogram en ligt ongeveer 15% lager dan de totale zilverproductie in de eerste tien maanden van 2010. Als we deze cijfers extrapoleren komen we uit op een totale zilverproductie over heel 2011 van ongeveer 1,1 miljoen kilogram zilver, wat omgerekend ongeveer 35 miljoen troy ounce is.

    Daar tegenover staat de verkoop van de Silver Eagle (1 troy ounce) beleggingsmunten, die volgens de U.S. Mint uitkwam op bijna 40 miljoen stuks over heel 2011. De verkoop van alleen dit type beleggingsmunt was in het afgelopen jaar dus al verantwoordelijk voor 114% van de totale zilverproductie in de Verenigde Staten. Daar komt de vraag naar andere vormen van beleggingszilver en de industriële vraag nog bij op. Het is dus goed mogelijk dat Amerika in 2011 een netto importeur van fysiek zilver was.

    Van 5% naar 114% van de zilverproductie

    In 1997 produceerde de U.S. Mint slechts 3,6 miljoen Silver Eagle beleggingsmunten, terwijl de productie toen piekte op ongeveer 70 miljoen troy ounces. In dat jaar eiste de Silver Eagle nog maar 5% van de totale zilverproductie uit eigen land op. In het jaar 2011, slechts veertien jaar later, was de complete Amerikaanse zilverproductie onvoldoende om de U.S. Mint van genoeg metaal te voorzien! De jaren dat Amerika een overschot aan zilver had is definitief voorbij, terwijl de strategische reserves van de Amerikaanse overheid door de jaren heen volledig werden opgemaakt.

    De Amerikaanse overheid vereiste dat er uitsluitend zilver uit Amerikaanse mijnen gebruikt mocht worden voor de productie van de Silver Eagle beleggingsmunten, maar een wetswijziging die in 2002 door president Bush jr. werd ondertekend maakte daar een einde aan:

    ”The authorizing legislation for the American Silver Eagle bullion program stipulated that the silver used to mint the coins be acquired from the Defense National Stockpile with the intent to deplete the stockpile’s silver holdings slowly over several years. By 2002, it became apparent that the stockpile would be depleted and that further legislation would be required for the program to continue. On June 6, 2002, Senator Harry Reid (D-Nevada) introduced bill S. 2594, “Support of American Eagle Silver Bullion Program Act,” “to authorize the Secretary of the Treasury to purchase silver on the open market when the silver stockpile is depleted.” The bill was passed by the Senate on June 21 and by the House on June 27 and signed into law (Pub.L. 107-201, 116 Stat. 736) by President Bush on July 23, 2002.” (Bron: Wikipedia)

    De Amerikaanse strategische zilvervoorraad waar de U.S. Mint uit kon putten voor haar zilverbehoefte is er niet meer, terwijl de vraag naar de beleggingsmunten door de financiële crisis is geëxplodeerd. Een aanpassing aan de wet was nodig om de totale behoefte aan zilver van de U.S. Mint op te kunnen vangen. Stel je eens voor wat er met de premiums op Amerikaanse Silver Eagle munten zou zijn gebeurd als de productie van de munten beperkt zou zijn tot de ongeveer 35 miljoen troy ounce die in 2011 uit de grond werd gehaald in de VS.

    Ook de Canadese Maple Leaf overstijgt binnenlandse productie in 2011

    In Canada is de situatie niet anders. Ook dit land kende in het verleden een ongekend grote zilverproductie, maar sinds 2004 zit die productie al in een dalende trend. In 2004 werd er in dit land ruim 44 miljoen troy ounce aan zilver uit de grond gehaald, maar in 2010 en 2011 bleef de teller onder de 20 miljoen troy ounce staan. Canada kende in een periode van slechts zes jaar een halvering van haar eigen zilverproductie. Daar staat ook een explosieve groei van de vraag naar Canadese Maple Leaf munten tegenover.

    In 2003 bijvoorbeeld verkocht de Canadese munt 576.196 van deze 1 troy ounce beleggingsmunten, wat gelijk stond aan 1,3% van de totale Canadese zilverproductie in dat jaar. Acht jaar later was het beeld compleet anders, zoals ook onderstaande grafiek goed laat zien. In 2011 was de verkoop van de Canadese Maple Leaf munten gestegen tot ongeveer 22,5 miljoen stuks, een toename van 30% ten opzichte van de 17,9 miljoen beleggingsmunten die in 2010 werden verkocht. De vraag naar de Canadese Maple Leaf was dus goed voor 121% van de binnenlandse productie van zilver in 2011.

    Fysiek zilver versus papieren zilver

    De wereldwijde zilverprijs is een afgeleide van de termijnmarkt voor zilver aan de COMEX, waar zilver in contracten van 5.000 troy ounces wordt verhandeld tussen producenten, afnemers en speculanten. Het aanbod van papieren beloftes op zilver geeft een verkeerde voorstelling van zaken, aangezien veel zilvercontracten worden gekocht door speculanten die geen daadwerkelijke levering van het metaal vragen. In plaats daarvan worden veel contracten afgehandeld met cash, zonder tussenkomst van fysiek zilver. Het zilver wordt verhandeld middels termijncontracten, waar iedereen kan beloven om in de toekomst zilver te leveren zonder het metaal feitelijk in bezit te hebben. Hierdoor is het aanbod van zilver op de termijnmarkt veel groter dan het aanbod van het fysieke zilver en is de prijs van het metaal sterk onderhevig aan speculatie. De schaarste die we zien op de fysieke zilvermarkt zegt ons dat de prijs van zilver vroeg of laat wel moet stijgen om de markt weer in evenwicht te brengen. Daar zal de papieren handel op de termijnmarkt geen verandering in kunnen brengen.

  • Strategy Metals Bulletin (56)

    Aims to update investors on developments in the world of strategy metals – crucial inputs to industry, defense and technology innovation
     

    Terence van der Hout

    Jan 8 – 16, 2012 Gold&Discovery Fund

    This week’s bulletin discusses the recently released Chinese REE export quotas, sees demand for REE in South Korea drying up, briefly looks at a Russo-Chinese lithium joint venture, and summarizes a PwC survey on scarce natural resources.

    China quotas
    In what I find to be a somewhat surprising move, China has revealed their 2012 export quotas, and for the first time since REE have become important commodities, China will not lower the amount of exports leaving the country this year compared with the previous one.

    For the number cruncher amongst us, the H1 quota has been set at 10,546 tonnes (somewhat lower than this time last year), but the full year quota is  cited to be ‘basically level’ with that of 2011, with Bloomberg even calculating a slight rise from last year’s level.

    The surprise to me is the fact that quotas are not down significantly, despite clear signals from China in the form of production stops, limited export licenses, a new invoice system, additional taxes and a broadening of the goods subject to the export quota regime. All these measures were, in my opinion, aimed at keeping the prices of FOB prices high allowing the Chinese to capture downstream REE technology for a more value added and permanent advantage in the sector. Perhaps the Chinese have taken the WTO allegations to heart, and have opted to concede, favouring a lower inteational profile in a year of China’s leadership changes.

    Well, I believe the devil is in the details, as officials also unveiled a new system that would split the quota into light (LREE), and medium-to-heavy (MHREE) categories. The lights are more abundant, cheaper, and less rare, whilst the MHREE are more valuable, scarcer and much more critical. Under the new system, the export of 9,095 tons of light minerals is permitted in 2012, leaving a mere 1,451 tons for the medium-to-heavy category.

    Until now, the absence of this segregation has meant that Chinese traders weighted their exports towards the HREE, solely because their vastly higher prices meant more revenues. This meant that traders would seek to first offload all of their HREE, until demand for them was satisfied, before tuing to the LREE. This is now being curtailed, in favour of a system that will attempt to keep more of the elements for which China sees looming shortages in the upcoming years, within the country. So although China’s case at the WTO appears to be saved, the new system will leave the rest of the world with less of the rare earths that are truly in demand, whilst flushing us with the type of REE that Molycorp and Lynas have said they will be producing 26,000 additional tons of this year (satisfying two-thirds of global demand currently supplied by China).
    In all, these changes in quota policies will eventually lead to a mere trickle of REE exports from China, keeping virtually all of the valuables within the country for the further development of their industries. There will be no demand for nine-tenths of China’s REE exports. The measures must therefore be considered a further step in China’s desire to become the centre of green-tech and high-technology innovation, and not one accommodative to the true demand of everyone else.

    South Korea’s REE imports from China drop 48.3%
    As we know, rare earth elements are important and often irreplaceable inputs to hybrid and electric vehicles, wind turbines, liquid crystal displays and other day-to-day high-tech equipment. Despite this importance, South Korea, one of the largest end-users of REE, has seen a marked reduction of REE imports from China, last month. This comes not as a consequence of lack of availability in China, nor because of any other supply constraints that we have been reading and writing about during the last year. Rather, the suppressed global economic environment has muted demand for luxury goods in general, affecting the many products containing REE. In South Korea, companies were apparently able to secure enough supplies on the price drawbacks over the summer.

    Although demand for REE has shown annual growth rates averaging 8-10% over the last decade, the 2008 credit crunch caused a massive break in the uptrend. This lasted just a year, but the current lower demand is a clear indication that we are in similar straits. In fact, by November, only about half the quota had been shipped out to buyers outside of China, as demand has slumped considerably. Clearly we are delaying our purchases of new automobiles, laptops and plasma TV sets as we wait for Eurozone and US financial woes to dissipate, and the BRIC countries to retu to their growing ways.

    Russia and China open largest lithium battery factory in the world
    The world’s largest lithium battery manufacturing plant opened in Russia, just before Christmas. The factory is a joint venture between China and Russia, and is focused on providing batteries for urban bus (and truck) transportation in the two countries. Where subsidization of clean energy programs in both the US and Europe are being suspended because of funds redirection or austerity measures, it is the BRICs that have taken up the gauntlet of curbing their environmental degradation caused by the growing energy consumption of a wealthier population.
    China is rolling out the mass production and usage of electric busses as part of their 5 year plan ending in 2015, and is aiming to build quick battery exchange stations rather than developing recharging technologies. Liotech, the producer of the batteries, claims they are capable of operating within a large range of temperatures, -45°C to +65°C which ought to suit both the Russian and Chinese weather conditions, and the range is estimated to be about 200 miles.

    PwC surveys scarcity of metals
    PricewaterhouseCoopers have reported results of a global survey on conces in industry about shortages in supplies of natural resources. Scarcity is a very real and current issue, and is caused by the growing demand for materials, and political issues.

    Executives in the automotive, chemicals and energy industries perceive themselves to likely be hit hardest by scarcity of metals and minerals, in the next five years. The renewable energy, automotive, energy and utilities sectors are already facing supply instability, while those in the aviation, high-tech and infrastructure sectors expect increasing disruption of supply by 2016. Chemical and high-tech companies were least prepared for a supply disruption, mirroring to some extent the level of criticality (and lack of alteatives) in these industries.

    There is also a geographical divide. European companies are more conceed than their Asian or American colleagues, and govements are much more aware of the issue in Europe than elsewhere. This reflects the almost complete absence of natural resources on the European continent, which, after millennia of natural resource exploitation, has become almost completely dependent on imports from other parts of the globe.

    Finally, firms said the problem is currently focused upstream. Suppliers were very much conceed about scarcity of inputs, whilst customers generally saw much less of an issue. This is exactly the crux of the problem for the rare earths. Clearly, with the current economic downtu, end-users are not yet feeling enough of the pain to force them to move upstream to secure supplies. Should various forms of quantitative easing retu to fashion and economic activity be subsequently revived, the supply issue may retu with a vengeance.

    Twitter: @GoldDiscFund
    www.gdfund.com

    Disclaimer: The author is a researcher for the Gold&Discovery Fund, and neither he nor the Gold&Discovery Fund has commercial ties to, or shares in, the companies reviewed, unless explicitly stated in the text. The information in this bulletin is the author’s independent opinion of developments in markets and at companies, and hence may contain factual errors, and may not reflect the opinions of the Gold&Discovery Fund. The content of this bulletin is not intended as an investment recommendation.

    Copyright: The information in this bulletin can be forwarded, cited or used otherwise, but only within the context as intended by the author, and with complete reference to the source.

  • Goud en zilver daily report (16-01-2012)

    Op moment van schrijven staat de goudprijs op $1643, een stijging van ongeveer 0,75 procent in dollars. In euro's staat de koers ook ongeveer driekwart van een procent hoger, namelijk op €1297,42. Zilver ging nog iets meer omhoog, want met een koerswinst van 43 dollarcent staat de zilverprijs nu op $29,95. Dat is een stijging van 1,45%. In euro's was de stijging van soortgelijke omvang, waardoor de koers nu op €23,65 staat. De goudprijs staat stevig boven het 200-daags gemiddelde, terwijl Nouriel Roubini eind vorig jaar het negatief doorbreken van deze grens aangreep om de goudbeleggers de grond in te stampen. Of Roubini gelijk krijgt? We verwachten van niet. Natuurlijk kan goud nog flink naar beneden door een deflatoire crisis, net zoals goud en zilver omlaag gingen toen Lehman Brothers in 2008 omviel. Maar de fundamenten onder goud en zilver blijven nog steeds sterk, waardoor we op de lange termijn een hogere prijs verwachten.

    Goudprijs, afbeelding van Goldprice.org

    Zilverprijs, afbeelding van Goldprice.org

    De stijging van aandelen, goud en zilver maakt duidelijk dat beleggers weinig onder de indruk zijn van de downgrade van S&P afgelopen vrijdag of dat ze een dergelijke actie al hadden ingeprijsd. Volgens Afshin Nabavi, hoofd van de handelsafdeling van MKS Finance, is er momenteel weinig interesse van beleggers in de goudmarkt. ''We lijken vast te zitten in een bandbreedte van $1630 tot $1660, pas als we door de $1700 breken zou er meer belangstelling komen van beleggers'', aldus Nabavi. Uit India kwam ook nieuws, want daar wist de grootste verkoper van gouden juwelen te melden dat er over heel 2011 een omzetgroei van 5 tot 7 procent behaald. Voor 2012 is een prognose gesteld van 10 tot 15 procent meer verkopen van gouden juwelen. Daar staat echter een dalende verkoop van gouden juwelen in Italië gedurende 2011 tegenover.

    Op de termijnmarkt is de long positie de afgelopen weken wat gekrompen, wat duidt op een minder sterk positief sentiment onder de grote goudbeleggers. In hoeverre dat een voorspellende functie heeft valt moeilijk te zeggen, aangezien er veel variabelen in het spel zijn die de prijs van goud en zilver kunnen beïnvloeden. Traditioneel zijn de maanden januari en februari relatief gunstig voor goud, zoals ook op onderstaande afbeelding te zien is.

    De prijs van Amerikaanse WTI olie zakte met 0,4% tot $98,70, terwijl de Europese Brent olie juist 0,5% duurder werd. Een vat olie uit de Noordzee kost op moment van schrijven precies $111. De euro/dollar bleef zoals gezegd stabiel liggen op een koers van $1,266 tegenover de euro.

    Traditioneel waren januari en februari sterke maanden voor goud. Bron: Casey Research

    Bronnen: