Auteur: Redactie

  • Rusland bouwt positie in Amerikaanse staatsobligaties verder af

    In de langetermijnvisie van China en Rusland passen de Amerikaanse obligaties steeds minder goed thuis. In plaats daarvan zoeken de landen diversificatie, bijvoorbeeld door de goudreserves uit te breiden en de posities in grondstoffen te versterken. In de toekomst ziet Rusland haar grote gasreserves als strategische reserve, gas waar Europa sterk van afhankelijk is. China werkt op haar beurt aan het veiligstellen van een reserve aan zeldzame aardmetalen, die met name in de high-tech industrie worden gebruikt. Zowel Rusland als China willen hun blootstelling aan Amerikaanse staatsschuld verkleinen, wat vooamelijk verklaard kan worden door het beleid van de Federal Reserve dat erop gericht is de Amerikaanse dollar te verzwakken. Een zwakkere dollar betekent ook dat de obligaties die Rusland, China en vele andere landen in de boeken hebben staan minder waard worden in hun eigen valuta.

    Rusland begon vorig jaar oktober al met het afbouwen van haar positie in Amerikaanse staatsobligaties, zoals ook onderstaande grafiek laat zien. Bezat Rusland in oktober van vorig jaar nog voor $176,3 miljard aan zogeheten 'Treasuries', een jaar later was dat teruggelopen tot een totaal $92,1 miljard. Een afname van bijna 48%, die met name is opgevangen door aankopen van Japan en het Verenigd Koninkrijk. Deze landen voegden in diezelfde periode respectievelijk ongeveer $100 en $200 miljard aan Amerikaans schuldpapier aan hun reserves toe. Halverwege dit jaar bevestigde de economisch adviseur van de Russiche premier Medvedev dat Rusland door zou gaan met het verkopen van Amerikaans staatspapier. En zo geschiedde.

    Onderstaande grafiek is opgebouwd uit de TIC data, die maandelijks door het Amerikaanse ministerie van Financiën worden gepubliceerd. Deze tabel laat de totale posities in Amerikaanse staatsobligaties zien die als reserve worden aangehouden door centrale banken van de verschillende landen. China heeft in het afgelopen jaar haar posities niet verder uitgebouwd, terwijl er door het handelsoverschot wel meer dollars binnen zijn gekomen. Op die manier heeft het land haar reserve van Amerikaanse staatsobligaties procentueel toch weten te verkleinen.

    In plaats van de staatsschuld van Amerika te financieren zet Rusland nu in op de 'redding' van het eveneens met schulden overladen Europa. Zo maakte Arkady Dvorkovich, een plaatsvervangende minister van de Russische regering, bekend dat Rusland een noodinjectie van $20 miljard aan het IMF overweegt. Dit geld zou het IMF dan kunnen gebruiken in de aanpak van de Europese schuldencrisis. Ongetwijfeld wil Rusland daar ook iets voor terug zien, maar zover is het nog niet. Europa heeft al genoeg problemen om een eenduidig standpunt in te nemen en een allesomvattend plan op papier te zetten om de souvereine schulden te herstructureren.

    Rusland heeft de afgelopen twaalf maanden haar positie in Amerikaanse staatsobligaties bijna gehalveerd

  • Crisis in beeld grafiek (16/12/2011)

    De Britten besloten afgelopen week een nieuw Europees akkoord aan zich voorbij te laten gaan. Volgens de Britse premier David Cameron worden de Britse belastingbetalers het best beschermd als Groot-Britannië zich isoleert van het Europese vasteland. Het dwarsliggen van de Britten kan vanuit het Europese vasteland niet op veel sympathie rekenen. De voorzitter van de Franse centrale bank, Christian Noyer, zei donderdag in een interview dat Groot-Brittanië er nog slechter voor staat dan Frankrijk. Volgens Noyer zou Groot-Brittanië daarom eerder haar “triple A” status moeten kwijtraken dan Frankrijk.

    Vorige week werd Frankrijk door de Amerikaanse kredietbeoordelaar Standard & Poor's gewaarschuwd. Frankrijk zou namelijk kunnen worden meegesleept in een val van één van de nog zwakkere landen uit de eurozone. Noyer is van mening dat een afwaardering niet gerechtvaardigd is en niet in lijn is met de economische beginselen. Groot-Brittanië staat er volgens de voorzitter veel slechter voor dan Frankrijk en zou daarom ook eerder aan de beurt moeten zijn voor een afwaardering. “Zij hebben grotere tekorten, evenveel schuld, meer inflatie en minder groei dan Frankrijk” zei Noyer. De Britse regering stelde in een reactie dat het land een goed plan heeft om haar schulden onder controle te krijgen en weg te werken. 

    Hieronder een paar grafieken waarin enkele economische indicatoren van Frankrijk, Groot-Brittanië en Duitsland tegen elkaar worden afgezet. Duitsland verslaat de andere twee landen uiteraard op vrijwel elk vlak. Oordeel zelf wie van de twee anderen er beter, of nog slechter, voor staat. 


    Bron: Reuters 
     
    De onderstaande grafieken laten een vergelijkbaar beeld zien. Voor de probleemkinderen van de financiële markten wordt het steeds duurder en daarmee moeilijker om geld te lenen op de kredietmarkten. Goedkoop krediet is nog alleen weggelegd voor landen die goed presteren, of de schijn dat ze goed presteren hoog kunnen houden.

    Bron:
    Zero Hedge

     

     
  • Irak oorlog kost Amerikaanse belastingbetaler $4 biljoen

    In 2003 besloten de Verenigde Staten voor de tweede maal in vijftien jaar het Irak van Saddam Hoessein binnen te vallen. Irak maakte in de ogen van de Amerikaanse overheid samen met Iran en Noord-Korea deel uit van de axis of evil. De Verenigde Staten verantwoorde de inval met “bewijs” voor massaveietigingswapens en overduidelijke connecties met terroristische anti-westerse organisaties. De Verenigde Staten hadden de nobelheid de wereld van het gevaar te ontdoen en democratie naar Irak te brengen. 

    Meer dan acht jaar later blijkt dat er geen sprake was van massaveietigingswapens en is er nog steeds geen sprake van een veilige werkende democratie in Irak. De Amerikaanse belastingbetaler werd wederom door haar eigen overheid een oorlog ingeluisd en krijgt nu de rekening gepresenteerd.
     
    Bij de aanvang van de Irak oorlog projecteerde het Amerikaanse ministerie van defensie dat een oorlog en bezetting van Irak tussen de $50 en $80 miljard zou gaan kosten. Een economische adviseur van het Witte Huis werd in 2002 ontslagen toen hij suggereerde dat een oorlog met en bezetting van Irak $200 miljard zou gaan kosten. 
     
    De directe kosten van de oorlog komen uit rond de $800 miljard. Dat is al meer dan tien keer wat het ministerie van defensie had geprojecteerd Er zijn echter nog veel hogere indirecte kosten. Dit zijn onder andere de rentelasten van het geld dat geleend is om de oorlog te financieren, de kosten om militaire basissen aan te houden in Kuweit, Qatar en Bahrein om Irak te verdedigen of opnieuw te bezetten bij het falen van de Iraakse overheid, kosten om particulieren in te huren om Amerikaanse eigendommen in het land te beschermen en de kosten om het Iraakse leger te trainen. Daar komen de kosten voor de zorg van de meer dan 2 miljoen veteranen nog bij. 
     
    De constante ontwikkeling van de gezondheidszorg zorgt ervoor dat steeds meer soldaten wonden die ze op het slagveld oplopen overleven. De zorg die volgt kan echter levenslang zijn en hoge kosten hebben. In Irak raakte meer dan 32,000 soldaten gewond. Samen met de gewonden uit Afghanistan zijn dit er zelfs 47,000. Volgens conservatieve voorspellingen zal de zorg voor veteranen de Amerikanen minstens $1,000 miljard gaan kosten. De kosten voor de Vietnam veteranen piekte pas dertig a veertig jaar na de oorlog. Het zit er daarom ook in dat de hoge kosten voor de Irak veteranen nog decennia lang gevoeld gaan worden. 
     
    In totaal heeft de Irak oorlog de Amerikaanse belastingbetaler ongeveer $4.000 miljard gekost. Over een periode van 50 jaar komt dit neer op $80 miljard per jaar oftewel 1% van het Amerikaanse Bruto Binnenlands Product (BBP). De kosten lijken zo mee te vallen maar $4 biljoen is één derde van de totale staatsschuld van de Verenigde Staten. Het aangaan van de Irak oorlog heeft ervoor gezorgd dat de Amerikaanse schuld momenteel al 100% van het BBP bedraagt. De kosten van de Irak oorlog zullen nog decennia lang door de Amerikaanse belastingbetaler worden gevoeld.

    Bron:
    Market Watch

  • Paul Farrell: Amerika’s slechtste decennium ooit

    De 10 voorspellingen van Paul Farrell voor het slechtste Amerikaanse decennium ooit:

    2011: De super rijken zullen miljarden blijven uitgeven voor de controle van Washington

    2012: De super rijken zullen hun absolute macht over ons politieke systeem verankeren

    2013: De wereldbevolking zeepbel zal exploderen die onze natuurlijke rijkdommen snel zal verspillen

    2014: Pentagon's wereldwijde grondstoffenoorlog zal versnellen in de loop naar de piek van 2020

    2015: Het gilde-tijdperk van globalisering doet het Amerikaanse wereldrijk ontploffen

    2016: Het “Reaganomics” kapitalisme zal zichzelf veietigen, crashes, en bankfaillissementen

    2017: Klassenstrijd en revolutie: de rijke klasse zal groots verliezen, en geeft zich over

    2018: De Fed en Wall Street banken zullen instorten, Glass-Steagall zal in ere hersteld worden

    2019: Mondiale grondstoffenprijzen oorlog verspreidt zich, miljoenen doden, verspilling van miljarden

    2020: Eerste vrouwelijke Amerikaanse president, patriarchale dominantie is dood

    Lees zijn hele column op MarketWatch! Must read..

  • Italië en Spanje staan garant voor één derde noodfonds

    In 2010 werd het Europese noodfonds EFSF opgericht. In anderhalf jaar is het noodfonds al meerdere keren uitgebreid en is de structuur aangepast. Volgens de laatste wijziging uit oktober dit jaar zullen de lidstaten tot €790 miljard aan leningen garanderen. Het fonds moet daaaast door middel van leverage worden vergroot naar €1.000 miljard. Het fonds werd met weinig enthousiasme door de financiële markten ontvangen en heeft sinds het begin moeite met het aantrekken van kapitaal. 

    Uit de laatste publicatie van het EFSF blijkt dat Italië en Spanje voor één derde van het noodfonds garant staan. Dit is opvallend aangezien zowel Spanje als Italië afgelopen tijd te maken had met sterk oplopende rente op hun staatspapier. Beide landen, die zelf al moeite hebben met het aantrekken van kapitaal, staan garant om geld uit te lenen aan andere “probleemlanden”. Dit terwijl zowel Spanje als Italië zelf een goede aanspraak maken op de stempel “probleemland”.

    Griekenland, Portugal en Ierland staan als enige eurozone landen niet garant voor een deel van het EFSF. Dit is logisch aangezien het fonds in eerste instantie is opgericht om juist deze landen te ondersteunen. Wat gebeurd er echter als Spanje dan wel Italië aanspraak gaan maken op het noodfonds. Staan ze dan garant voor leningen die ze zelf ontvangen? Naar alle waarschijnlijkheid zullen de “sterke” Europese landen en in het bijzonder Duitsland de garanties oveemen. De druk op de Duitse belastingbetaler blijft op deze manier stijgen. De onzekerheid die de eurozone  door middel van het EFSF probeert weg te nemen lijkt met dit soort constructies alleen maar groter te worden.

    Bron:
    Zero Hedge
     

  • Goud en zilver onder sterke verkoopdruk, wat is er aan de hand?

    Voor de lange-termijn belegger zijn dergelijke dalingen te omschrijven als een mooie koopkans, maar voor beleggers die vlak voor de daling hebben gekocht is het een zure appel waar ze even doorheen moeten bijten. Veel verschillende gebeurtenissen kwamen vandaag samen, die allemaal negatief waren voor de prijzen van het edelmetaal. Goud stond aan het begin van de Europese handel rond de $1638, maar zakte gedurende de dag in een zichzelf versterkende verkoopgolf tot een niveau van ongeveer $1570. Na de sluiting van de handel in Londen veerde de koers weer licht op, maar op moment van schrijven schommelen we alweer rond dat dieptepunt van $1570 per troy ounce.

    Deze maand heeft goud in dollars al 8% aan waarde verloren en in vergelijking met het record van $1920 eerder dit jaar staan we zelfs al 18% lager. Met deze sterke koersdaling van ruim 5% – en de zwakte van voorgaande dagen – hebben we totnogtoe de zwakste decembermaand voor goud sinds 2008 te pakken. Drie jaar geleden was de vlucht naar liquiditeit (met name dollars) de drijvende factor achter de dalende goudprijs en nu lijkt dat weer het geval te zijn. Zo bericht Reuters dat een aantal grote investeringsfondsen een gedeelte van hun goud uit de portefeuille hebben gehaald om de blootstelling aan een verdere daling van de goudprijs te verkleinen. Fondsen die al langer in goud zitten zouden het einde van het jaar als een goed moment zien om een gedeelte verkopen en winst te nemen. Volgens de zakenbank HSBC werd goud door diverse beleggingsfondsen in de verkoop gedaan om hun cashposities te versterken. Ook gingen er geluiden dan een groot hedgefund, Paulson & Co., haar grote positie in GLD (termijncontracten voor goud) wilde afbouwen. In het derde kwartaal van dit jaar deed dit fonds al een derde van haar goudpositie van de hand, dat goed was voor een totaal volume van 1,1 miljoen troy ounces.

    Goudprijs in USD

    Zilverprijs in USD

    Verder speelde teleurstelling mee over het uitblijven van nieuwe maatregelen van de Federal Reserve. Zoals we gisteren al schreven zet de FED nog geen nieuwe stappen in haar 'goedkoop geld' beleid, iets waar sommige beleggers blijkbaar al wel op gerekend hadden. Door het verzwakken van de euro tegenover de dollar verschoven beleggers vermogen van goud naar dollars, wat de goudprijs verder onder druk zette. Dit bevestigde ook Suki Cooper, een analist van Barclays Capital in New York tegenover Bloomberg.

    Door de dalende koersen kwam ook de 200-daagse gemiddelde goudprijs in zicht (zie Kitco voor meer grafieken), een steunpunt dat jaren stand heeft gehouden maar dat nu vrij snel werd doorbroken. Dit was voor beleggers die geloven in technische analyse een sterk bearish signaal, waardoor de koersen nog meer onder druk kwamen te staan. Een neveneffect van sterk dalende koersen is dat de zwakke handen in de markt (beleggers met weinig liquiditeit of met veel leverage in hun portefeuille) worden gedwongen hun posities te sluiten, wat een nieuwe verkoopgolf uitlokt.

    Goudprijs zakt voor het eerst sinds eind 2008 door belangrijk steunpunt, het 200-daagse gemiddelde

    De koers van zilver zakte ook weg, en deed dat traditioneel met een nog groter percentage dan goud. Stond de koers aan het begin van de Europese handel nog op ongeveer $30,80, zo sloot de koers in de Londense handel op ongeveer $28,60. Een koersval van uiteindelijk 7%, die ook in de Amerikaanse handel nog niet wist op te krabbelen van het dieptepunt van die dag.

    Het handelsvolume was 50% groter dan het 30-daagse gemiddelde en was in de afgelopen drie maanden nog niet eerder zo groot geweest. Daarmee is ook de trend van dalende handelsvolumes gebroken. Echter weet analist James Steel van HSBC tegenover Reuters te vertellen dat het handelsvolume in de laatste dagen van het jaar traditioneel juist weer heel laag is, waardoor ''een grotere volatiliteit in de koersen verwacht kan worden''.

    De storm, die aan het eind van de Europese handel zo goed als uitgeraasd was, trof ook andere segmenten van de grondstoffenmarkt. Zo daalden de prijzen van WTI en Brent olie met respectievelijk 4,57 en 5,18 procent. Ook industriële metalen zoals koper, platina en palladium stonden aan het eind van de dag stevig in de min met verliezen van meerdere procenten. Platina, het edelmetaal dat al een paar maanden voor lagere prijzen wordt verhandeld dan goud, wist het gat weer wat klener te maken. Na een historisch prijsverschil van $200 is goud nu teruggezakt naar een premium van ongeveer $165 per troy ounce boven het veel schaarsere platina.

    Roubini en Citi

    Tot slot nog wat opmerkelijke meningsverschillen op hoog niveau. Zo kwam Citi met een nieuw bericht naar buiten, waarin ze de verwachting uitspreken dat de goudprijs in de komende twee jaar de opwaartse trend zal voortzetten en daarbij tenminste het niveau van $3.400 per troy ounce zal bereiken. Komt daar nog een conflict op globale schaal bij, dan zou de koers zelfs naar de $6.000 kunnen gaan. In de woorden van Citi:

    ''While we remain cautious on Gold in the near term and believe that we could correct lower towards $1,600 and possibly re-test the $1,550 area we continue to believe that the bull market remains intact. As with the Equity market we believe that 2012 may be reminiscent of 1978 when Gold rallied nearly 50% off the 1977 close. Such a move would likely put Gold in the $2,300-2,400 area in the 2nd half of 2012.

    On a longer term basis we expect even higher levels and target a move towards $3,400 over the next 2 years or so. We are not yet on board with the idea of a move with the same magnitude as seen in 1970-1980 when the last spike in Dec 1979-Jan 1980 saw Gold almost double in price as Russia invaded Afghanistan. Such a dynamic would suggest a move above $6,000 but we prefer to take a more conservative stance and look for a move similar to that seen without that final event driven push at the high which was a “blowout top” in Jan. 1980.''

    Econoom Nouriel Roubini bekijkt het van de andere kant. Viel hij eerder openlijk via twitter James Rickards aan (de auteur van het boek Currency Wars), nu komt hij ook nog eens zijn gelijk halen door de bullmarket in goud dood te verklaren. Hij plaatste op zijn twitteraccount het volgende bericht:

    Op Zero Hedge werd de uitspraak van Roubini nog even doorgezaagd. Bijna alle redenen om toch maar fysiek goud in de portefeuille te hebben komen langs.

  • Schuldherstructurering werkt: Luigi Zingales’ Plan B!

    _______
    Voordat u aan de vertaling begint, wil ik allereerst benadrukken dat alle credits voor Luigi Zingales zijn. Deze professor Ondeemerschap en Financiën aan de University of Chicago Booth School of Business voelde het in 2008 als zijn plicht om met een alteatief plan te komen voor de compleet ridicule reddingsoperaties van Wall Street onder leiding en dwang van toenmalig Amerikaans minister van Financiën, Hank Paulson.

    Deze vertaling is gemaakt om te laten zien dat er simpele en doeltreffende oplossingen bestaan voor de ontstane financiële problemen. De elegantie en de eenvoud van Zingales' Plan B om de problemen op de (Amerikaanse) woningmarkt en de bijbehorende bancaire problemen aan te pakken en op te lossen, tonen aan dat – zonder dat er belastinggeld aan te pas komt – goedkope en effectieve oplossingen bestaan voor de huidige crisis. In Amerika is het inmiddels te laat; in Nederland nog niet!

    Zijn “Plan B” heeft mij in 2008 ertoe bewogen om snel een bewerking los te laten op de Nederlandse situatie in verband met de hypotheekrenteaftrek en die onder de aandacht te brengen bij het ministerie van Financiën. De plicht waar Zingales in zijn slotoverweging aan refereert, is er één die ik dus volledig deel. Hij en andere economen weten dat het anders kan en anders moet zodat we uit deze ellendige situatie kunnen komen. Schuldherstructurering is de enige uitweg in een met schulden overladen economie. Echter, dit is slechts één onderdeel van een pakket maatregelen die ik nodig acht. Er is nog veel meer nodig. Het centrale idee dat hiij zeer eenvoudig uiteenzet, is waar het bij het hele scala aan maatregelen die noodzakelijk zijn, om draait.

    Helaas geldt er dat er in Amerika niet is geluisterd naar het advies van Luigi Zingales en zijn collega's. Tot op de dag van vandaag vind ik het onbegrijpelijk en onbestaanbaar dat de Amerikaanse autoriteiten zijn door gegaan op de oude voet, of we het nu hebben over het beleid onder president George W. Bush of Barack Obama. Het is eigenlijk een regelrechte schande!

    Zingales' Plan B is een subliem voorbeeld van een op vrije marktwerking gebaseerde aanpak van deze monetaire en financiële systeemcrisis. Het is tevens een wijze van aanpak die in Nederland bittere noodzaak zal zijn indien wij in dit land de problemen willen oplossen en de democratische rechtsorde willen behouden. Dat laatste heeft met name betrekking op hypotheeksecuritisaties.

    Bij een aantal passages in de tekst heb ik (daaronder) enkele opmerkingen ter toelichting geplaatst. Tevens staan tussen [..] kleine opmerkingen, vrije vertalingen of toevoegingen ten behoeve van goedlopende zinnen. De woorden tussen (..) zijn afkomstig uit het origineel. De uitgebreide opmerkingen gaan in op onderliggende problemen die later (dus na 12 oktober 2008) in het publieke domein aan het daglicht zijn gekomen, waaronder die van hypotheeksecuritisaties. Tevens heb ik bij één opmerking op juridische verschillen met Nederland gewezen.

    Als zeer belangrijke kanttekening wil ik u uitdrukkelijk meegeven dat dergelijke rommelhypotheken – of om in vakjargon te blijven: “hypotheeksecuritisaties” – ook in Nederland zijn gemaakt. De orde van omvang van deze Nederlandse hypotheekpakketten bevindt zich zo rond de €250 miljard op een totaal van €644 miljard aan uitstaande hypotheekschuld (cijfers 2011; zie DNB).

    Dit enorme bedrag doet mij het ergste vrezen, te meer onderinvestering in de woningmarkt met negatief eigen vermogen voor hypotheekgevers (schuldenaren) onmogelijk is op te lossen zonder een vorm van schuldherstructurering. Anders gezegd, een kleine sneeuwbal boven aan de berg kan – indien onaangepakt – resulteren in een allesverwoestende lawine zoals die reeds in de Verenigde Staten heeft plaatsgevonden. Daarbij is het voor Nederland zaak om te voorkomen dat er ook hier een juridische desintegratie van de Nederlandse huizenmarkt plaatsvindt. Dit moet ten koste van veel worden voorkomen. Mijn stellingname in deze is dat een preventief plan noodzaak is.

    Het belang van de centrale gedachte van Zingales' Plan B moet mijn inziens het uitgangspunt vormen voor het kabinetsbeleid om de crisis op de Nederlandse woningmarkt en de problemen in Nederlandse bancaire sector te lijf te gaan. Aan struisvogelpolitiek, of beter gezegd: kamikaze-beleid, heeft de Nederlandse burger helemaal niets. Hoe langer we wachten, des te groter de problemen zullen worden. Nu in Nederland opnieuw de discussie oplaait over de houdbaarheid van de hypotheekrenteaftrek en omdat Zingales' plan B naar mijn inzicht de enige oplossing biedt voor de huidige problemen zie ik de vertaling van zijn “Plan B” als mijn morele plicht als “econoom”.

    Ten overvloede, alle credits voor de onderstaande tekst zijn voor professor Luigi Zingales!!
    _______
     

    “Plan B”

    Door Luigi Zingales, Robert C. McCormack Professor of Entrepreneurship and Finance and the David G. Booth Faculty Fellow, 12 oktober 2008

    Nadat een pistool tegen het hoofd van het Amerikaanse congres was gezet – dreigend met een financiële ineenstorting wanneer zijn plan niet werd goedgekeurd – is minister van Financiën Hank Paulson eindelijk aangekomen bij de enige logische conclusie: zijn plan zal niet werken.

    Wanhopig op zoek naar een Plan B, is Paulson langzamerhand aan het warm lopen voor de suggestie van een groot aantal economen: injecteer een zekere hoeveelheid kapitaal in het bancaire systeem. Helaas, het is te weinig en te laat. De vertrouwenscrisis die momenteel het financiële systeem raakt, is zó estig dat alleen een enorme kapitaalinjectie [met eigen vermogen] de markten gerust kunnen stellen [en die hen overtuigen] dat de grote banken niet zullen omvallen, [en die zorgen dat] er opnieuw vertrouwen ontstaat zodat banken aan elkaar [geld] uit lenen. De fragmentarische aanpak van $100 miljard vandaag, $100 miljard morgen zoals gebruikt werd bij AIG zal niet werken. Het eet alleen het geld op, zonder dat het gewenste effect bereikt wordt – en zonder dat dit de markt gerust stelt dat het ergste voorbij is. Eenvoudig gezegd, niets minder dan een 5% verhoging van het eigen vermogen van het bancaire stelsel zal de truc doen. We hebben het over $600 miljard. Helaas, zelfs als de [Amerikaanse] overheid bereid is om geld van deze orde van omvang uit te geven, zijn er drie problemen.

    Ten eerste, om het noodzakelijke vertrouwen te herstellen, moet een kapitaalinjectie het risico van wanbetaling op triviale niveaus van financiële instellingen verminderen. Dit impliceert dat de huidige uitstaande schulden (ruwweg twee biljoen [dollar] als we alleen de langlopende obligaties tellen) getransformeerd moeten worden in veilige schulden. Een groot deel van het geïnjecteerde kapitaal zal niet nieuwe leningen genereren, maar zal als een verzekering werken voor de bestaande houders van [bancaire] schulden. Hoeveel? Dat kunnen we schatten door te kijken naar credit default swaps [vrij vertaald: kredietverzekeringen] die ons inzicht geven in de kosten voor het verzekeren van schulden tegen wanbetaling. Met de prijzen van gisteren [dus: 11 oktober 2008], zouden de kosten van het verzekeren van de twee biljoen van uitstaande langlopende obligaties ​​meer dan $300 miljard zijn. Als gevolg hiervan zal de helft van het kapitaal dat de regering zal investeren in banken niet gaan naar nieuwe leningen, maar naar het redden van Wall Street beleggers.

    Ten tweede, lost een kapitaalinjectie niet de ke van het probleem op die voortvloeit uit de woningmarkt. Wanneer huiseigenaren bij hun huizen kunnen blijven weglopen en failleren, dan zal de banken-sector blijven bloeden en extra kapitaalinjecties nodig gaan hebben. Nog belangrijker is dat het reddingsplan bij uitstek en de vijandigheid die het veroorzaakt, steeds meer huiseigenaren die in een huis bezitten [waarop zij] een negatief eigen vermogen hebben ertoe zal bewegen om weg te lopen*. Velen van hen zullen denken: “Waarom moet ik volgens de regels spelen wanneer Wall Street dat niet doet?”

    ______
    * Opmerking 1: Een wezenlijk verschil tussen het Amerikaans rechtstelsel (in de meeste staten) en de wet in Nederland, is dat Amerikanen door middel van het inleveren van de sleutel van hun huis bij de bank, hun hypotheekschuld bij de desbetreffende bank kunnen beëindigen. In Nederland kan dit niet. In Nederland wordt de schuld hoe dan ook verhaald. De hypotheek rust daarmee dus niet alleen op de woning, die heeft ook betrekking op ander eigen vermogen alsook toekomstig inkomen
    – ook al is dit in Nederland wettelijk met minimale eisen ten aanzien van het levensonderhoud geregeld.
    _______

    Dit leidt ons tot het derde en belangrijkste probleem. Als we Wall Street van een bailout voorzien, waarom zouden we niet Detroit (waarschijnlijk nog eens $150 miljard) en Main Street redden? In feite heeft senator McCain [toen Republikeins presidentskandidaat] al gesproken over het kopen van de in gebreke gebleven hypotheken om mensen in hun huizen te houden. Zelfs als we ons beperken tot de subprime-hypotheken, dan hebben we het over $1.300 miljard. Waar stoppen we?

    We hebben een andere oplossing nodig: een plan B. Een plan dat het geld dat de regering gebruikt voor het redden van Wall Street en Main Street om [zodoende] onze kostbare dollars te besparen voor een stimuleringspakket, die van essentieel belang zal zijn om de economie [nieuw leven in te blazen].

    Het redden van “Main Street”
    Stel dat u een huis in Califoië heeft gekocht in 2006. U betaalde $400.000 met slechts 5% eigen vermogen. Helaas is tijdens de laatste twee jaar de waarde van uw huis gedaald met 30%; dus u heeft nu een hypotheek ter waarde van $380.000 en een huis dat $280.000 waard is. Zelfs als u uw maandelijkse betaling kunt betalen(en dat kan u waarschijnlijk niet), waarom zou u dan de moeite doen om de hypotheek te betalen terwijl wanneer u weg loopt, u 100.000 dollar bespaart, meer dan de meeste mensen kunnen sparen in een mensenleven? Echter, wanneer de huiseigenaar wegloopt dan zal de hypotheekhouder [lees: de bank] geen $280.000 kunnen terugverdienen. De procedure voor “foreclosure” [lees: executieverkoop] duurt enige tijd, gedurende het huis niet goed onderhouden wordt en verder in waarde daalt. De herstelratio in standaard hypothecaire faillissementen (die niet zal gaan plaatsvinden temidden van de ergste crisis sinds de Grote Depressie) is 50 cent op elke dollar van de hypotheek. Ik ben gul bij de schatting dat onder de huidige omstandigheden er  misschien 50 cent voor elke dollar van de geschatte waarde van het huis terugkomt; momenteel is dat slechts 37 cent voor elke dollar van de hypotheek, en dat voor een [typisch] huis dat getaxeerd wordt op $280.000 dit overeen komt met slechts $140.000 dollar voor de hypotheeknemer [dus: de bank]. Met andere woorden, executieverkopen zijn zowel een kostbare zaak voor de geldlener als voor de schuldenaar. De hypotheekhouder krijgt slechts de helft van wat de huiseigenaren verliest als gevolg van wat wij economen onderinvestering noemen: het onvermogen om het huis te behouden.

    Vroeger, toen hypotheken [nog] werden verleend door uw lokale bank was er een eenvoudige oplossing voor dit enorme [probleem van] inefficiëntie. De bank schelde een deel van uw hypotheek kwijt; laten we 30% zeggen. Hierdoor ontstaat een klein positief eigen vermogen – een [financiële] prikkel – voor u om in uw huis te blijven. Omdat u in de woning verblijft en die onderhoudt, krijgt de bank een nieuwe schuld van $266.000 terug, die de $140.000 ver overschrijdt die het zou krijgen bij een executie-verkoop.

    Helaas is deze win-win oplossing heden ten dage niet mogelijk. Uw hypotheek is verkocht en herverpakt in een [zogenaamd] “pool of asset-backed securities” [vrij vertaald: bundels van met-bezittingen-gedekte-beleggingspapieren] en verkocht in [verschillende] tranches [lees: financiële plakjes hypotheekclaims] met verschillende prioriteiten**. Er is onenigheid over wie het recht heeft om opnieuw te onderhandelen en heronderhandeling zou kunnen vereisen de instemming van ten minste 60% van de schuldhouders, die zijn verspreid over de hele wereld***. Dit gaat niet gebeuren. Bovendien, in tegenstelling tot uw lokale bank, kunnen houders van schuldpapier op afstand niet zeggen of u een goede kredietnemer bent die pech heeft gehad of iemand die gewoon probeert om te profiteren van de kredietgever. Bij twijfel, willen zij u niet een deel van de schuld kwijtschelden uit angst dat zelfs huiseigenaren die makkelijk hun hypotheek kunnen betalen [ook] zullen vragen om kwijtschelding.

    ______
    ** Opmerking 2: Met prioriteiten verwijst Zingales naar de trapsgewijze veiligheid van de afzonderlijke tranches van hypotheeksecuritisaties. Die hebben elk vanwege de verschillen in kredietrisico een eigen kredietwaardigheidsstempeltje en daardoor een verschillende waarde. Deze papieren werden op secundaire markten verhandeld, en werden zelfs in synthetische vorm verhandeld: CDO squared. Die markt is sinds 2008 overleden. De beleggingen bestaan daarentegen nog en staan bij financiële partijen in de boeken.

    *** Opmerking 3: Wat Zingales overigens in 2008 naar aller waarschijnlijk nog niet wist, (of wel wist maar waaraan hij geen enkele ruchtbaarheid wilde of durven geven) is dat er op systeemschaal is gefraudeerd met hypotheekaktes en eigendomspapieren. We hebben hierover al geruime tijd en met enige regelmatigheid over geschreven, maar een korte samenvatting is wellicht op zijn plaats.

    De hypotheekpapieren moesten systematisch worden vervalst omdat er vooraf op geen enkele wijze is vast te stellen welke hypotheek in gebreke blijft en dus stuk gaat, en welke niet. Die kapotte hypotheek behoort een specifieke tranche van een hypotheeksecuritisatie toe. De vraag is: welke? De veiligste of de minst veilige? Die toewijzing heeft dus achteraf plaatsgevonden. Dit proces verloopt in Amerika via het door banken opgerichte digitale hypotheekregister MERS. Via MERS (Mortgage Electronic Registration System) werd het wettelijke en lokale eigendomsregister door de banken op eigen houtje omzeilt. Hierdoor ontdoken banken niet alleen lokale belastingen, maar erger, zij hebben de zogenaamde “chain of title” (vrij vertaald: de consistente in de opeenvolging van de eigendomstitels) juridisch onklaar gemaakt.

    Anders gezegd, banken kunnen in Amerika niet bewijzen dat zij de rechtmatige hypotheeknemer zijn omdat de documenten nooit adequaat zijn bijgehouden. Hierdoor kunnen zij niet op rechtmatige wijze de eigendomsakte van de hypotheekgever (de huiseigenaar) opeisen. Althans, dat kunnen claimanten (lees: banken) alleen als zij de papieren achteraf vervalsen. Dit schandaal kwam aan het licht en bekend te staan onder de noemer “robo-signing”: inhuurkrachten voorzagen voor zo'n $10 per uur, honderden zo niet duizenden hypotheekcontrachten van een valse handtekening. Veel zogenaamde “robo-signers” heette bijvoorbeeld Linda Green, wie zij ook moge zijn (google die naam maar eens..).

    Kort gezegd komt de rol van MERS en de wijze waarop Amerikaanse banken de papieren adminisreerde erop neer dat MERS de digitale tafel is waarop Dr. Frankenstein tijdens de huizenboom de rommelhypotheken heeft gefabriceerd – en nadat de huizenmarkt was ingestort – MERS de digitale tafel werd waarop Dr. Frankenstein de hypotheekpapieren toe wees aan banken, die nadien via onderaannemers de papieren vervalsten. Dat zorgt ervoor dat de gehele Amerikaanse woningmarkt in juridisch drijfzand terecht is gekomen. Immers, wat gebeurt er als blijkt dat een uit een executieverkoop gekocht huis, verkregen is door fraude? Strikt juridisch gezien, is er dan sprake van heling. Dat betekent dat het huis aan de oorspronkelijke eigenaar terug gegeven moet worden op het moment dat dit wordt aangetoond. Koopt u in zo'n markt een huis? Zullen pensioenfondsen ooit nog een bundel Amerikaanse hypotheken kopen? De enige conclusie die nu al gesteld kan worden is dat de Amerikaanse woningmarkt door het ontstaan van deze juridische nachtmerrie de komende decennia verboden terrein zijn voor buitenlandse beleggers. Men weet domweg niet waarin men belegt.  
    ______

    Hier is waar de overheid met ingrijpen kan helpen. In plaats dat zij geld naar één van beide kanten pompt [dus: of naar banken of naar huiseigenaren], moet de overheid zorgen voor een gestandaardiseerde wijze voor het heronderhandelen van hypotheken. Eén die zowel snel werkt als eerlijk is. Hier is mijn voorstel.

    Het [Amerikaanse] congres moet een wet aannemen die een heronderhandelde oversluiting van een hypotheek als optie beschikbaar stelt voor alle huiseigenaren die in een postcode[-gebied] wonen waar de huizenprijzen met meer dan 20% zijn gedaald sinds de tijd dat zij hun woning kochten. Waarom? Omdat er geen reden is om ​inwoners van Charlotte, North Carolina te matsen; daar zijn de huizenprijzen in de afgelopen twee jaar met 4% gestegen.

    Hoe implementeren we dit? Dankzij twee briljante economen, Chip Case en Robert Shiller, hebben we betrouwbare meetinstrumenten van prijswijzigingen van huizen op de postcode-niveau. Dus, op basis van deze onroerend goed-index kan de optie tot heronderhandelen van de hypotheek gelicht worden, en kan de nominale waarde van de hypotheek (en de bijbehorende rente) verlaagd worden met hetzelfde percentage als waarmee huizenprijzen zijn gedaald sinds de huiseigenaar dat huis heeft gekocht (of opnieuw heeft geherfinancierd). Exact zoals in mijn hypothetische voorbeeld hierboven.

    In ruil zal echter de hypotheekhouder een deel van het eigen vermogen van de woning krijgen op het moment dat het wordt huis verkocht wordt. Tot die tijd zullen de huiseigenaren zich gedragen alsof zij voor 100% van het huis eigenaar zijn. Pas op het moment van de verkoop zal 50% van het verschil tussen de verkoopprijs en de nieuwe [en lagere] waarde van de hypotheek worden terugbetaald aan de hypotheekhouder. Het lijkt misschien een vreemd contract, maar Stanford University heeft met succes een soortgelijke regeling getroffen voor haar faculteit: de universiteit financierde een deel van de aanschaf van het huis in ruil voor een fractie van de overwaarde vanaf het moment van vertrekking [van de lening].

    De reden voor het delen van de voordelen is tweeledig. Aan de ene kant, maakt het de heronderhandeling minder aantrekkelijk voor de huiseigenaren, waardoor het onaantrekkelijk is voor diegene die het niet nodig heeft. Bijvoorbeeld, huiseigenaren met een zeer groot eigen vermogen in hun huis (die geen behoefte hebben voor een herstructurering omdat ze niet failliet dreigen te gaan) zullen het erg duur vinden om deze optie te gebruiken, omdat zij tenminste 50% van hun eigen vermogen moeten opgeven. Ten tweede vermindert dit de kosten van heronderhandeling voor de kredietinstellingen, omdat [op deze wijze] de problemen in het financiële systeem [worden] geminimaliseerd.

    Aangezien de optie om opnieuw te onderhandelen via de American Housing Rescue & Foreclosure Prevention Act niet stimulus genoeg blijkt te zijn, zal deze heronderhandeling opgelegd moeten worden aan geldschieters, en zal die slechts als een optie aan huiseigenaren gegeven worden. Zijn moeten hun vooemen dan wel in een relatief korte periode aankondigen.

    Het grote voordeel van dit programma is dat het erin voorziet dat hulp aan noodlijdende huiseigenaren gegeven wordt zonder kosten voor de federale overheid en tegen zo minimaal mogelijke kosten voor de hypotheekhouders. Het andere grote voordeel is dat het de defaults op hypotheken zal stoppen, waardoor de stortvloed aan huizen die op de markt komen en waardoor een neerwaartse druk op de vastgoedprijzen ontstaat geëlimineerd kan worden. Door de vastgoedmarkt te stabiliseren, kan dit plan helpen te voorkomen dat een verdere verslechtering van de balans van financiële instellingen plaatsvindt. Maar het zal geen oplossing bieden voor het probleem van de estige onderkapitalisatie van deze instellingen waarmee zij op dit moment worden geconfronteerd. Daarvoor hebben wij het tweede deel van dit plan nodig.

    Het redden van Wall Street
    Het plan voor Wall Street volgt dezelfde belangrijkste gedachte: het faciliteren van een efficiënt heronderhandeling. Het belangrijkste verschil tussen de Main Street en Wall Street plannen is het gemak waarmee de actuele waarde van de in moeilijkheden verkerende [financiële] activa [lees: hypotheekgerelateerde beleggingen op de linkerzijde van de balans bij banken] beoordeeld kan worden. Het is relatief eenvoudig om de huidige waarde van een woning te schatten door te kijken naar de aankoopprijs en op de tussenliggende daling van de waarde (via de Case & Shiller index). Bij banken echter, is deze schatting door het gebrek aan transparantie erg moeilijk te maken****. Om te voorkomen dat deze raming noodzakelijk is, die bovendien een moeilijk proces vol met potentiële belangenconflicten zal zijn, gaan we een slim mechanisme gebruiken dat twintig jaar geleden door een advocaat en econoom, Lucian Bebchuk is bedacht.

    ____
    **** Opmerking 4: Boekhoudkundige regels maken dat onmogelijk: mark-to-market is vervangen door mark-to-model (ook wel mark-to-fantasy) en daardoor is er nauwelijks tot geen vertrouwen in de juistheid van de boekhoudkundige waarde van hypotheken en hypotheekgerelateerde beleggingen. Zoals bij de vorige kanttekening al is gesteld: deze secundaire markt voor hypotheekbeleggingen is dood en bestaat nagenoeg niet meer. Voor zover die nog bestaat, wordt die door banken vormgegeven en wel via onderlinge twijfelachtige transacties zodat zij elkaar helpen aan een kunstmatige waarde.
    _____

    De kegedachte is dat het [Amerikaanse] congres een wet moet aannemen die een voorverpakte [lees: een nieuwe gestructureerde] faillissementsvorm voorschrijft, die banken in staat stelt om hun schulden te herstructureren, en [die hen bovendien in staat stelt om] het verstrekken van leningen te hervatten. Voorverpakt betekent dat alle voorwaarden vooraf zijn gespecificeerd en die banken over nacht uit [de problemen] laat komen. Het enige dat nodig zou zijn is een handtekening van een federale rechter. In de private sector zijn voorwaarden over het algemeen  overeengekomen tussen de betrokken partijen. De innovatie hier zou zijn dat alle voorwaarden vooraf ingesteld worden door de overheid, waardoor het proces versneld wordt. Bedrijven die in deze speciale faillissement procedure gaan, zullen hun oude aandeelhouders weggevaagd zien worden [dat betekent dus dat er een streep door het vermogen van aandeelhouders wordt gezet] en hun bestaande schulden (commercial paper en obligaties) worden omgezet in eigen vermogen. Dit zou onmiddellijk banken solide maken doordat zij een grote buffer eigen vermogen krijgen. Zoals het er nu uitziet, hebben banken zoveel geld verloren in rommelhypotheken dat die de waarde van hun eigen vermogen bijna tot nul is getuimeld. Met andere woorden, ze zijn zo goed als failliet. Door van alle banken de schuld in eigen vermogen om te zetten, zal dit speciale Chapter 11 [dat is de naam van de wet t.a.v. faillissementen; zie: wiki] banken solvabel maken en in staat stellen om opnieuw te lenen aan hun klanten.

    Zeker is dat sommige van de huidige aandeelhouders het niet eens zullen zijn dat hun bank insolvabel is en zullen zich onteigend voelen door een procedure die hun belegging tot nul reduceert. Dit is waar het Bebchuk-mechanisme handig is. Na de indiening van dit speciale faillissementsregime, geven we deze aandeelhouders een week de tijd om de crediteuren van de bank uit te kopen door hen de nominale waarde van de schuld te betalen. Iedere aandeelhouder kan [dus] individueel beslissen. Als hij denkt dat het bedrijf solvabel is, betaalt hij zijn deel van de schuld [dus naar rato van zijn aandeel ten opzichte van de schuld] en herwint zijn deel van het eigen vermogen. En anders, laat hij het voor wat het is.

    Mijn plan zou individuele spaarders vrijstellen die federaal worden gewaarborgd [lees: gegarandeerd via het Am. depositogarantiestelsel FDIC]. Ik zou ook credit default swaps en repo-contracten vrijstellen om mogelijke rimpel effect te vermijden door het systeem (wat is gebeurd door Lehman Brothers niet door middel van een soortgelijke procedure te ontbinden). Het zou volstaan ​​door [in de wet] te schrijven dat dit speciale faillissementsregime voor banken niet wordt beschouwd als een “default” (lees: failleren op schuld) voor zover het deze contracten betreft.

    Hoe zou de overheid deze insolvabele banken (en alleen die) op vrijwillige basis kunnen verleiden om dit speciale faillissementsregime te volgen? Een manier is om gebruik te maken van de kracht korte termijn schulden. Door de kort lopende schulden te betrekken in deze herstructurering, zal dit speciale faillissementsregime angst veroorzaken onder de houders van kort lopende schulden. Indien zij denken dat de instelling wel eens insolvabel kan zijn, dan zullen zij hun geld zo snel mogelijk terugtrekken uit angst om betrokken te raken bij deze schuldherstructurering. Op die manier zullen zij een liquiditeitscrisis genereren die deze instellingen dwingt tot dit speciale faillissement.

    Een alteatief mechanisme is dat de Fed de toegang tot liquiditeit limiteert. Zowel banken als investeringsbanken kunnen momenteel bij het noodloket van de Federal Reserve geld lenen; dat betekent dat zij door middel van het plaatsen van onderpanden, geld kunnen lenen tegen een redelijke rente. Onder mijn plan zouden de komende twee jaar alleen banken die dit speciale faillissementsregime zijn ondergaan toegang krijgen tot het noodloket. Op deze manier hoeven solide financiële instellingen die geen behoefte hebben aan liquiditeit niet gedwongen te worden om door middel van deze herstructurering dit faillissementsmechanisme te ondergaan, terwijl die [banken die] insolvabel zijn met haast deze mogelijkheid kiezen om een nationalisatie te vermijden.

    Een ander probleem zou kunnen zijn dat de instellingen die in het bezit zijn van de [bancaire] schulden – [en] die [na de herstructurering] zullen eindigen als eigenaar van de aandelen – dit vanwege regelgeving of contract niet mogen [..]. Om te voorkomen dat aandelen gedumpt worden en die een negatief effect zouden hebben op de marktprijzen, is het voldoende om een ​​norm in te stellen die het mogelijk maakt dat deze instellingen twee jaar de tijd krijgen om te voldoen aan de gestelde eisen. Dit was vroeger de gangbare praktijk voor banken die geen aandelen konden bezitten, daartoe wel gedwongen werden om die te ​​nemen bij een herstructurering.

    Het mooie van deze aanpak is drieledig. Ten eerste wordt het bankwezen geherkapitaliseerd zonder kosten voor de belastingbetaler. Ten tweede, het voorkomt dat de regering betrokken raakt bij de uiterst moeilijke zaak om de waarde van financiële activa die “onder stress” staan [zeg maar de probleem-activa] te bepalen. Als de schuld wordt omgezet in eigen vermogen, dan zal de totale waarde niet veranderen, alleen de juridische aard van de schuldvordering. Ten derde, voorkomt dit plan de mogelijkheid dat de overheid voor God gaat spelen, en gaat beslissen welke banken gered worden en mogen doorgaan en welke moeten omvallen; in plaats daarvan zal de markt deze beslissingen maken.

    Morgen is het te laat is
    De Verenigde Staten (en mogelijk de wereld) wordt geconfronteerd met de grootste financiële crisis sinds de Grote Depressie. Er is een sterk verlangen voor de overheid om in te grijpen om ons te redden, maar hoe? Tot nu toe heeft de schatkist de adviezen van Wall Street opgevolgd die er uit bestaat om publieke geld te smijten naar de problemen. Echter, de kosten zullen snel escaleren. Als we dit niet stoppen, dan zullen we een ondraaglijke schuldenlast achterlaten aan onze kinderen.

    De tijd is gekomen dat de minister van Financiën om te luisteren naar sommige economen. Door de oorzaken van de huidige crisis te begrijpen, kunnen we die verhelpen zonder een beroep te hoeven doen op publieke middelen. Dus, ik voel het als mijn plicht om als econoom een ​​alteatief aan te reiken: een op de markt gebaseerde oplossing, die geen publiek geld verspilt en gebruik maakt van de kracht van de overheid door slechts het proces van herstructurering te versnellen. Het is misschien niet perfect, maar het is een concrete mogelijkheid die moet worden onderzocht voordat berust wordt in de waargenomen onvermijdelijke [noodzaak] van Paulson's voorstellen.
     

    De originele tekst kan via de persoonlijke pagina van Luigi Zingales gevonden worden, of door hier te klikken.

    _______

    Tot slot. Er zijn meerdere mechanisme's die schuldherstructurering mogelijk maken, en niet in de laatste plaats voor die van overheden. In de nabije toekomst zal ik daar opnieuw bij stil staan en op welke wijze Europa dat kan doen. Ik zou u bij wijze van uitzondering willen vragen om familie, vrienden en bekenden die geconfronteerd worden met een negatief eigen vermogen op hun gekochte huis te wijzen op de mogelijkheden voor schuldherstructurering. De hele simpele gedachte die hieraan ten grondslag ligt is eenvoudig: hoe meer mensen weten dat dit soort eenvoudige oplossingen mogelijk zijn, des te groter de druk wordt op de politiek. De druk op politiek Den Haag om eens te gaan handelen en te besluiten in het ALGEMENE is te laag. Terwijl in Den Haag men alleen oog lijkt te hebben om de onhoudbare verworvenheden van het verleden te beschermen staat wat mij betreft onze toekomst en die van toekomstige generaties op het spel. Deze kennis en inzichten vormen in die zin voor mij een morele verplichting om hier op te wijzen; of die de politiek nu uitkomt of niet. 

  • Federal Reserve handhaaft lage rente en blijft obligatiemarkt ondersteunen

    De centrale bank van Amerika zegt op deze manier het beste te voldoen aan haar dubbele mandaat van maximale werkgelegenheid en prijsstabiliteit. Uit het persbericht blijkt dat de FED nog enige groei ziet in de Amerikaanse economie, maar dat de groei op wereldwijd niveau aan het vertragen is. De arbeidsmarkt laat volgens de indicatoren van de FED verbetering zien (niet volgesn de oude rekenmethode, zoals Shadowstats laat zien), maar de werkloosheid blijft nog steeds op een te hoog niveau. Huishoudens zijn volgens het persbericht gemiddeld genomen ook weer iets meer gaan consumeren, maar de investeringen door bedrijven blijven nog wel iets achter. Volgens de FED is de officiële inflatie de laatste maanden ook weer iets gezakt en wordt het vooruitzicht voor de inflatie als 'stabiel' aangemerkt.

    Meer van hetzelfde

    Deze omstandigheden vereisen volgens de Amerikaanse centrale bank een voortzetting van eerder genomen maatregelen. Zo blijft de FED via 'Operation Twist' obligaties met korte looptijd inruilen voor varianten met een langere looptijd en zal het de rente handhaven op 0 tot 0,25 procent. Dit beleid van goedkoop geld zal nog tot midden 2013 gevoerd worden, zo laat de FED opnieuw weten. Goed nieuws voor Amerikaanse banken dus, die bijna gratis geld kunnen lenen en dat kunnen gebruiken om hun balans aan te sterken of om te beleggen in bijvoorbeeld staatsobligaties. Het renteverschil is voor de bank, zodat die van inkomsten verzekerd zijn. Daar tegenover staan de spaarders en de pensioenfondsen, die netto verliezers zijn geworden van de 'goedkope dollar strategie' van de FED. Ze moeten genoegen nemen met een bijzonder lage rente of moeten een hoger risico aanvaarden om de werkelijke inflatie bij te kunnen houden.

    Lage inflatie, deur open voor QE3

    Volgens de FED zal de inflatie voorlopig laag blijven, waardoor toekomstige monetaire verruiming (in de taal van de FED: accomodatie) tot de mogelijkheden blijft behoren. Met een zwakke economie en kwetsbare banken is het logisch dat de FED vroeg of laat opnieuw zal gaan proberen de economie aan te jagen met een soort QE3. Naar verwachting zal deze derde ronde lijken op QE1, waarbij de Federal Reserve rommelhypotheken en andere waardeloze bezittingen van de grote banken oveeemt in ruil voor verse dollars (lees: getallen op een computer). De Federal Reserve slaat daarmee twee vliegen in één klap. Ten eerste hoeven de banken niet meer volledig af te boeken op de waardeloze bezittingen die ze kunnen verkopen aan de FED en ten tweede krijgen ze vers kapitaal waarmee ze de markt op kunnen gaan om bijvoorbeeld Amerikaanse staatsobligaties te kopen. Daarmee ondersteunen ze de Amerikaanse obligatiemarkten, zodat de Obama regering makkelijk de tekorten op de begroting kan bijlenen.

    Het nieuwe geld dat op deze manier in omloop kan worden gebracht zal de dollar verder verzwakken, wat ongunstig is voor spaarders. Daaaast kent het 'monetair verruimen' een ongewenst bij-effect, namelijk die van sterke inflatie in de grondstoffenprijzen. Voedsel en brandstof zullen duurder worden, precies het probleem dat aanleiding gaf voor de onrusten in het Midden-Oosten.

    Valuta-oorlog

    De Federal Reserve zet met haar beleid van goedkoop geld ook de politieke verhoudingen op scherp. De Federal Reserve weet dat de Amerikaanse consument tot over zijn oren in de schulden zit en niet meer zoveel kan consumeren als ze in de afgelopen jaren heeft gedaan. De overheid zit ook diep in de schulden en kan op veel weerstand van de bevolking rekenen als het opnieuw een stimuleringsplan opstart waar eigenlijk geen geld voor is. In deze omstandigheden zullen ook bedrijven minder bereid zijn te investeren, waardoor de enige uitweg naar economsiche groei het versterken van de export is. En wat is het ultieme wapen om de export te verbeteren? Juist, een zwakkere valuta.

    Door de rente laag te houden en daarmee de geldkraan maximaal open te zetten daalt de waarde van de dollar, waardoor het buitenland relatief goedkoop goederen kan importeren uit de VS. Een gunstige exportpositie door een goedkope valuta maakt import weliswaar duurder, maar de groeiende export schept in potentie meer werkgelegenheid (daar komt het mandaat van maximale werkgelegenheid en tevens de wens van Obama om de hoek kijken).

    Amerika probeert haar economie via een zwakkere dollar aan te jagen, wat direct ten koste gaat van andere landen. Die worden immers uit de markt geprijsd, waardoor ze minder goed kunnen concurreren met hun export. Vooral voor China is dit een groot probleem, omdat dit land voor haar economische groei zeer afhankelijk is van een sterke export. Een zwakkere exportpositie kan de werkloosheid in China doen stijgen, wat in combinatie met stijgende voedsel- en brandstofprijzen een gevaarlijke mix geeft. In de Chinese geschiedenis zijn er veel periodes van sociale onrust en geweld geweest, waardoor de Chinese regering de laatste paar decennia er alles aan doet om de bevolking tevreden en vooral rustig te houden.

    Europa bashen

    De onmacht van Amerika om haar eigen economische problemen op te lossen is tot daar aan toe, maar de FED maakt het wel heel erg bont door ook Europa op negatieve wijze in het verhaal te betrekken. De Europese schuldencrisis zou de Amerikaanse economie schade toe kunnen brengen, aldus de Amerikaanse berichtgeving. Ook Timothy Geithner, de Amerikaanse minister van Financiën, staat aan de kant van de Federal Reserve. Hij pleitte onlangs voor een daadkrachtige aanpak door de Europese leiders, maar ondertussen kan de Amerikaanse overheid en de FED niets anders bedenken dan het aanzetten van de geldpers om alle problemen te maskeren. De geldpersfinanciering raakt niet alleen de Amerikanen met een klein inkomen, maar heeft door de stijgende grondstofprijzen ook zijn weerslag op de kosten van levensonderhoud in andere werelddelen.

    We moeten niet vergeten dat de Amerikaanse centrale bank wezenlijk anders is dan bijvoorbeeld de ECB in Europa. Zo is de Federal Reserve een private organisatie, waarvan de grote zakenbanken in Amerika de aandeelhouders zijn. Met deze kennis kan iedereen op zijn vingers natellen wiens belangen de Federal Reserve primair dient.

    Spotprent over de Amerikaanse dollar

  • India drukt steeds meer bankbiljetten met hogere waarde

    Volgens The Times of India zijn er inmiddels meer biljetten van 500 roepie in omloop dan het gezamenlijke aantal biljetten van 20 en 50 roepie. Door de aanhoudend hoge inflatie heeft de Indiase bevolking steeds meer in de portemonnee, waardoor het kleine briefgeld steeds minder functioneel wordt in het dagelijkse betalingsverkeer. De Indiase overheid drukt, vergeleken met tien jaar geleden, nu bijna 17x zoveel bankbiljetten met een waarde van 500 roepie. Werden er tussen 2000 en 2001 nog 213 miljoen van deze biljetten gemaakt, inmiddels is dat aantal gegroeid tot 3.543 miljoen stuks. De hoogste denominatie, het biljet van 1.000 roepie (dat omgerekend naar de wisselkoers van vandaag €14,26 waard is), wordt nu in 9x zo grote hoeveelheid gemaakt als in 2000-2001. Destijds was de jaarlijkse productie nog 115 miljoen biljetten, maar nu rollen er jaarlijks al 1 miljard van dergelijke 1000 roepie biljetten uit de geldpers.

    Sinds 2008 is de officiële inflatie in India tenminste 8% geweest, maar begin 2010 werd een veel hoger niveau van 16% bereikt. Daarmee ligt de inflatie een stuk hoger dan de voorgaande periode van 2000 tot 2006, toen de inflatie per jaar gemiddeld nog onder de 4% lag. Op TradingEconomics.com lezen we dat een hoge inflatie niet vreemd is in India, want de gemiddelde stijging van het prijspeil kwam in de periode van 1969 tot en met 2010 uit op 7,99%. Door de stijgende kosten van levensonderhoud (en door stijgende lonen), heeft de bevolking van India steeds meer geld in de portemonee (wat overigens niets zegt over de koopkracht).

    Het 500 roepie biljet wordt steeds meer gedrukt door de Reserve Bank of India

    Volgens Manoranjan Roy, activist van RTI, kiest de bevolking liever voor biljetten met een hogere waarde dan een groter aantal biljetten met kleinere waarde. Daarom zijn de 500 en 1.000 roepie briefjes zo sterk in trek. Econoom Ajit Ranade bevestigt dit gegeven, want hij legt uit dat dezelfde levensstijl als twee jaar geleden nu 10 tot 20 procent meer geld vereist. Door de economische groei komt er meer geld in de handen van de grote massa, met name bij werknemers in de industrie- en dienstensector. Het extra geld leidt tot meer consumptie en vertaalt zich ook naar hogere prijzen.

    Bedrijven die de geldautomaten in India bijvullen herkennen de behoefte aan grotere coupures. Er wordt momenteel gemiddeld 7.000 roepie per keer gepind bij de geldautomaat, terwijl de gemiddelde opname drie jaar geleden nog rond de 5.000 roepie lag. ''De kosten van levensonderhoud stijgen, waardoor men meer geld nodig heeft'', aldus Mani Mamallan van het bedrijf C-H Technologies dat de geldautomaten voor de State Bank of India bijvult. Een woordvoerder van de Reserve Bank of India stelt dat de economische groei, de hoge inflatie en de lage rente op spaargeld de groeiende vraag naar meer briefgeld veroorzaken.

    Inflatie in India van 2004 tot en met eind 2011 (geannualiseerd). Bron: TradingEconomics

  • Griekse spaartegoeden nemen met €6,8 miljard af

    Zowel Griekse huishoudens als het Griekse bedrijfsleven namen massaal geld op bij de Griekse banken. Het bericht komt nadat de European Banking Association (EBA), de Europese bankentoezichthouder, afgelopen week bekend maakte dat de Griekse bankensector het slechtst door de stresstest was gekomen. Volgens de EBA moeten Griekse banken €30 miljard ophalen om te slagen voor de stresstest. Hier moet wel nog de kanttekening bij worden geplaatst dat de schatting van de EBA naar alle waarschijnlijkheid aan de conservatieve kant is.

    De €6,8 miljard is een ongekende 4% van de totale spaartegoeden die de Griekse banken in hun bezit hebben. De totale spaartegoeden bedroegen aan het einde van oktober €176 miljard. In alleen 2011 namen de spaartegoeden al met €33 miljard af. Dit is een daling van meer dan 15% ten opzichte van het begin van 2011. Toen had de Griekse bankensector nog €210 miljard aan spaartegoeden in hun beheer. De vraag is of Griekse bankensector uit de vicieuze cirkel zal komen of op termijn al haar spaartegoeden zal zien opdrogen.  

    Bron:
    Zero Hedge

  • Strategy Metals Bulletin (54)

     

    Aims to update investors on developments in the world of strategy metals – crucial inputs to industry, defense and technology innovation

    Terence van der Hout, december 4 – 10, 2011

    This week’s bulletin is the final set of commentaries on the Hong Kong Rare Earth Conference, and covers the REE processing steps as described by ANSTO, summarizes the Ferro Corp presentation, and makes some concluding remarks on the conference.

    ANSTO

    The processing of rare earths (REE) into a product worth selling is, due to its complex nature and subsequent impact on operational costs, the make-or-break for a junior. Although I have touched on the topic of processing a lot in the past, I feel I should summarize the points laid out to us by Karin Soldenhoff from the Australian Nuclear Science and Technology Organisation (ANSTO), the institute that has been involved in designing and testing the processing flowsheets for Lynas, Arafura and Alkane.

    Dr. Soldenhoff identifies five stages in coming to a viable REE concentrate:

    1. Batch testing small volumes of REE helps understand the mineralogy and determines what is gangue material.
    2. Designing a conceptual flowsheet, including various sub-stages through bench scale testing. This also helps in making preliminary cost assessments with regard to chemical agents. Chemical agents can contribute two-thirds of the operational costs of REE processing, so this is a crucial step.
    3. In a mini pilot plant, the continuous processing of the flowsheet is tested, and scale-up issues identified. Data is collected that is used for a Preliminary Feasibility Study.
    4. In a subsequent pilot plant, volumes testing is done in combination with the testing of different feeds. First steps are made in integration of various steps in processing.
    5. Continuous testing of the fully integrated circuit at higher volumes is done in a demonstration plant. This delivers end-products for client testing.

    Dr. Soldenhoff was there are numerous considerations to make during testing, and each will have impact on economics. These pertain to whether the mineralogy is well known, whether there is just one mineral or many, whether REE is a by-product or not, whether the processing is complex or not, where does the thorium/ uranium get separated, and whether a mixed concentrate will be produced or separated into individual elements.

    Dr. Soldenhoff concluded that REE processing is NOT simple, and is not amenable to short cuts. As a reference, Lynas has taken over 10 years to get past this stage, and Alkane has needed 7 years to define a process for extracting two REE concentrates from their fine-grained zirconium-containing minerals.

    Ferro Corp

    In what was possibly the most interesting presentation in Hong Kong, Jai Subramanian of Ferro Corp introduced us to the world of polishing powders and ceramics.

    Mr. Subramanian looked at strategies for coping with the price explosions for cerium in the glass polishing sector, and in ceramics. Glass polishing is highly sensitive to price. Where in the past cerium, at $7 per kg, was a low cost input, it has now become an input subject to efficiencies. In the polishing of flat glass, cerium has been eliminated completely. In other applications such as LCDs and camera lenses where replacement of cerium is not feasible (both price and performance are critical), manufacturers have been forced to improve upstream processes, reduce cerium usage to the benefit of zirconium, extend the life of polishing slurries, and take more liberties in what previously were the cost bottlenecks in the process. In all, the added processing costs that are the consequence of these measures are more than off-set by the reduction in cerium costs that are achieved.

    In the world of ceramics (capacitors used in virtually every electronic device), Mr. Subramanian said cost is a very important factor. Because of innovation advancing towards further miniaturization, tiny volumes of material are needed to manufacture something which is a low cost high performer. Raising the price of an input ten-fold has severe consequences for the price of the end-product. Mr. Subramanian distinguishes between various classes of capacitors, ranging from those where performance is critical and the REE content is largest, to those where the input of REE does not constitute a necessary improvement to the operation of the capacitor. In the former, neodymium will remain a necessary element because of its properties of remaining stable in a range of temperatures. In the lesser performance-oriented capacitors, the usage of neodymium is more one of accidental development. Palladium was originally used, and when that got too expensive, a mixture of nickel, copper and neodymium was applied. Should neodymium remain too expensive or supply-constrained, Mr. Subramanian predicts that it will be engineered out of these capacitors, possibly replaced by magnesium. This would take two to three years of innovation, but once it is out, it will not retu.

    Hong Kong conclusions

    The sum of the Hong Kong Rare Earth presentations leads me to conclude that the application of REE will become more selective. REE production is destined to shift towards a split into two worlds. One route leads up the commodity path, where the input of REE is conditional on low pricing. We have seen that in the big (in REE terms), cost-driven markets for low performance capacitors, glass polishing of flat screens and the low performance magnets, the current pricing of REE is much too steep to be sustainable. It is here that REE will eventually be engineered out of the products, in favour of lower cost inputs with similar characteristics. Innovation in this commoditized section is already in full swing, and whether the prices of rare earths drop or not, I would assume that given the insecurities involved as well as the politicization that has become inherent in REE, this development will continue, leading to a sustainably lower demand in these sub-sectors. If the REE isn’t price-competitive, it’s out. It is here that large volumes of future REE demand will probably be lost.

    The second route that REE will take, is where performance is a precondition for the quality of the end-product. Where the product is subject to harsh environmental conditions such as high temperatures, corrosion, etc. This is where REE are irreplaceable. Rising costs are considered a nuisance, and may lead to reduction strategies and other efficiencies, but REE will be needed for an indefinite period. Particularly in high performance magnets and phosphors, demand will remain strong and may even strengthen given the particular unique characteristics of some elements. And despite current market conditions that see speculators offloading their stocks and lower demands due to unsure global economic conditions, supply is not likely to keep up for such elements as dysprosium, europium and terbium for a while.

    It is these sectors that presentors at the conference refer to when they say that there will be no new and high technology without rare earths. Period. A few of these technologies, such as magneto resistance and magnetic refrigeration have the potential to tap into multi-billion dollar markets. Other markets have yet to be discovered. All it takes is a steady supply of a specific set of rare earth elements, and this is where the challenge lies for juniors: find and develop deposits containing these elements, preferably economically, and don’t get too distracted by the mixed signals that are currently being sent out to confuse uninformed investors.

    Terence van der Hout

    Twitter: @GoldDiscFund

    www.gdfund.com

     

    Disclaimer: The author is a researcher for the Gold&Discovery Fund, and neither he nor the Gold&Discovery Fund has commercial ties to, or shares in, the companies reviewed, unless explicitly stated in the text. The information in this bulletin is the author’s independent opinion of developments in markets and at companies, and hence may contain factual errors, and may not reflect the opinions of the Gold&Discovery Fund. The content of this bulletin is not intended as an investment recommendation.

     

    Copyright: The information in this bulletin can be forwarded, cited or used otherwise, but only within the context as intended by the author, and with complete reference to the source.