Categorie: Columns

  • Kamerdebat over ons geldstelsel

    Door: Edgar Wortmann

    Woensdag 16 maart debatteerde de Tweede Kamer over ons geldstelsel. Dit vanwege burgerinitiatief ‘Ons Geld’, een samenwerking tussen theatergroep De Verleiders en Stichting Ons Geld.

    Deze samenwerking ontstond in het kader van de voorstelling ‘Door de bank genomen’. In deze voorstelling wordt het geldstelsel aan de kaak gesteld, en de rol die banken daarin spelen. Volgens acteur en bedenker van dit theaterstuk, George van Houts, was het voor veel mensen een eerste kennismaking met het onderwerp. Dat verbaasde Van Houts: “Waarom weet 99% van de bevolking niet hoe het geldstelsel werkt? Bijna alle bezoekers van onze voorstelling, veelal hoogopgeleid, denken dat de staat over het geld gaat, en dat de staat de geldhoeveelheid creëert en beheert. Dat wordt ook als logisch en rechtvaardig beschouwd.”

    ‘Door de bank genomen’ leert het publiek dat banken de spreekwoordelijke geldpers exploiteren. Dat maakt het geldstelsel instabiel en onstuurbaar. Het dient vooral de belangen van banken en financiers. Samen met de Stichting Ons Geld brachten De Verleiders dit onder de aandacht van de Tweede Kamer. Ze inventariseerden de gebreken van het huidige geldstelsel en formuleerden een voorstel ter verbetering ervan. Met meer dan 100.000 steunbetuigingen werd dit vorig jaar bij de Tweede Kamer ingediend.

    Centraal in dit voorstel staat de ontvlechting van de geldomloop en het bankbedrijf. De geldhoeveelheid ziet Ons Geld als een publieke aangelegenheid, die de overheid direct onder haar hoede zou moeten nemen. Kredietverlening ziet het daarentegen als een private zaak, die aan de markt moet worden overgelaten. Na ontvlechting van de geldomloop en het bankbedrijf slepen banken het spaargeld en de betaalinfrastructuur niet meer mee als ze omvallen. Banken kunnen dan failliet gaan, net als gewone bedrijven. De overheid hoeft insolvente banken dan niet meer overeind te houden. De markt kan dan zijn werk gaan doen, zodat alleen solvente banken overblijven.

    onsgeld-logo-breed

    De voorstellen van Ons Geld hebben ook invloed op de rente. Deze wordt thans centraal aangestuurd door de centrale bank. Dit ‘rentebeleid’ staat in de belangstelling omdat het niet (meer) blijkt te werken. Ons Geld stelt voor om het monetaire beleid om te vormen. De kredietmarkt zou daarbij moeten worden geliberaliseerd. De rente zou niet het gevolg moeten zijn van centrale sturing, maar de weerspiegeling van risico, vraag en aanbod van krediet. Meer marktwerking dus, met een overheid die zich richt op een gelijk speelveld. Dat doet ze door de geldpers bij de banken weg te halen. De banken gaan dan opereren op bestaand geld, dat de overheid daartoe aan de maatschappij beschikbaar stelt.

    Om prijsstabiliteit te bewaren zou de overheid regelmatig nieuw geld moeten scheppen. Dit zou de schatkist jaarlijks vele miljarden opleveren, die bijvoorbeeld zijn te gebruiken voor belastingverlaging en duurzame infrastructuur. Bovendien geeft het ruimte om schulden af te betalen. Dat adresseert een belangrijk probleem van het huidige geldstelsel: de schuldenlasten. De geldomloop wordt nu ‘geleend’ van de banken, die hem belasten met rente. Voor Nederland gaat het om circa €700 miljard waarover jaarlijks zo’n €30 miljard rente wordt afgedragen. Als de overheid deze €700 miljard zelf aan de maatschappij beschikbaar zou stellen, betekent dat een schuldreductie van €700 miljard. Dat zou de economie bevrijden van schuldenlasten, en in staat stellen om tot volle bloei te komen. Dat zou de schade die de financiële crisis de maatschappij heeft berokkend kunnen compenseren.

    Het huidige geldstelsel heeft haar grenzen bereikt. Het is een last geworden voor de maatschappij. Het dwingt de samenleving aanhoudend tot hervorming en versobering. Ons Geld ziet een natuurlijk moment om dit geldstelsel te herzien. De samenleving moet zich niet aanpassen aan een geldstelsel dat niet goed werkt. Ze moet dit geldstelsel verbeteren.

    Edgar Wortmann, Stichting Ons Geld

    cash-euros

  • Kamikaze acties…

    Eindelijk was het afgelopen donderdag zover. De financiële markten keken er al tijden reikhalzend naar uit. De ECB zou weer met een beslissing komen en maakte bekend dat ze de rente (toch onverwachts) weer verlaagde. Het feit dat zo ontzettend wordt uitgekeken naar een beslissing van president Draghi, voormalig medewerker van Goldman Sachs, geeft te denken.

    draghi-teaserVroeger was dit een non-event en waren de financiële markten bezig om te kijken naar fundamenten van bedrijven/landen. Inmiddels lijkt het alsof het op de financiële markten alleen maar gaat om hoeveel QE (kwantitatieve verruiming) de centrale banken nu weer uit de hoge hoed toveren. Dat een vergadering van de ECB zo’n belangrijke gebeurtenis is, lijkt mij totaal geen goede ontwikkeling.

    Wat er daarna gebeurde was bizar te noemen. De koersen van aandelen schoten omhoog en de euro daalde extreem hard. Deze beweging was echter van zeer korte duur, daarna gebeurde het tegenovergestelde. De AEX zakte in korte tijd 20 punten van het hoogtepunt dat kort na de persconferentie van Draghi bereikt werd. Dit maakte in ieder geval duidelijk dat investeerders niet wisten hoe dit nieuws te interpreteren.

    Zo’n verrassende beslissing kon immers ook betekenen dat de Europese economie er nog slechter voorstaat dan vooraf gedacht. We zullen er in de toekomst achter komen wat het antwoord zal zijn. Ik denk persoonlijk dat elke actie van centrale banken de afrekening uitstelt, maar niet afstelt. De afrekening zal daardoor alleen maar pijnlijker en pijnlijker worden. Ik hoop écht dat ik ongelijk ga krijgen.

    Hoe gek de financiële wereld nu in elkaar zit, zal ik proberen uit te leggen met het volgende voorbeeld. Afgelopen woensdag kwam het nieuws naar buiten dat de Duitse bank Berlin Hyp een obligatie (schuldpapier dus) had uitgegeven van €500 miljoen tegen negatieve rente. Dit betekent dus dat investeerders (!) die voor bv €1.000 deze obligatie aankochten over 3 jaar precies €998,38 terugkrijgen. Een gegarandeerd verlies dus. Deze bank, Berlin Hyp, ging acht jaar geleden bijna failliet!

    Alleen omdat de Duitse overheid €500 miljard in het Duitse banksysteem pompte, kon deze bank nipt overleven. Acht jaar later moet je als investeerder dus geld betalen om geld aan deze zelfde bank te lenen, zonder dat deze bank nu opeens 100% gezond is, integendeel. Als je dit aan iemand uitlegt die acht jaar geen nieuws gekeken of gelezen heeft, ben ik benieuwd hoe die zal reageren.

    Wat betekent dit nu precies. Wat drijft een investeerder om zo’n transactie aan te gaan? De inschrijving op deze obligatie was zelfs overtekend. Waarom stalt een investeerder zijn geld gewoon niet bij een bank? Is er zó weinig vertrouwen in het bankensysteem? Weten sommige investeerders wat er gaat gebeuren? Het blijft slechts gissen. Ik probeer altijd zo onpartijdig mogelijk een niet-commercieel stukje te schrijven, maar vraag u nu recht op de man af: Heeft u al genoeg goud?

    Sander Noordhof

    gs-logo-breed

    Deze column van Sander Noordhof verscheen afgelopen vrijdag in de nieuwsbrief van Goudstandaard.

  • Het Tientje van Lieftinck: De Geldzuivering van 1945

    De plannen die rondgaan over het afschaffen van grote bankbiljetten roepen veel weerstand op, maar het is zeker niet ondenkbaar dat zoiets vroeg of laat zal gebeuren. Als we verder terugkijken in de geschiedenis zien we dat overheden wel vaker zeer extreme maatregelen nemen. Maatregelen die onder ‘normale omstandigheden’ volstrekt ondenkbaar zijn.

    Tientje van Lieftinck

    tientje-lieftinck-teaserZo werd na de Tweede Wereldoorlog in Nederland het Tientje van Lieftinck ingevoerd, nieuw geld dat na de Tweede Wereldoorlog in circulatie werd gebracht om een einde te maken aan de hoge inflatie en de zwarte economie van de oorlogsjaren. Toen Lieftinck net twee weken minister was verklaarde hij alle bankbiljetten van honderd gulden van de een op de andere dag ongeldig. Men kon deze biljetten inwisselen bij de bank, maar de tegoeden bleven nog voor onbepaalde tijd geblokkeerd.

    De volgende stap was om al het briefgeld uit circulatie te halen. In een week tijd moest iedereen zijn geld inleveren en vermogen laten registreren, inclusief inhoud van een eventuele bankkluis, buitenlandse banktegoeden en aandelen. In deze periode, van 26 september tot 2 oktober, was al het oude geld onbruikbaar en moest iedere Nederlanders rondkomen van tien gulden aan nieuw geld: Het Tientje van Lieftinck.

    Wordt de video niet geladen? Probeer dan deze pagina opnieuw te laden

    Vlucht naar ‘hard assets’

    LieftinckIn de aanloop naar deze operatie, ook wel de Geldzuivering genoemd, probeerden vermogende mensen zo veel mogelijk geld in veiligheid te brengen. Dat kon, omdat een jaar eerder in België een soortgelijke hervorming van het geldsysteem had plaatsgevonden. Spaarders die nattigheid voelden waren bereid heel veel meer te betalen om van hun geld af te komen. In een poging het geld zo snel mogelijk kwijt te raken kochten zij goud, sieraden, grond, vastgoed en andere kapitaalgoederen.

    De wens om van het geld in te wisselen voor iets van tastbare waarde was zelfs zo groot dat een boekenwinkel in Haarlem op papier kostbare encyclopedieën verkocht die pas meer dan tien jaar later zouden verschijnen. Op al deze goederen werden veel hogere bedragen geboden dan waar ze normaal voor verhandeld werden, omdat de angst groot was dat ook in Nederland de bankbiljetten ongeldig verklaard zouden worden. En dat gebeurde dus in de zomer van 1945 tijdens de grote Geldzuivering.

    Terug naar 2016…

    Vandaag de dag leven we ook in een ongekende tijd. Gelukkig is er nu geen sprake van oorlog en gelukkig is er ook geen sprake van zichtbare extreme geldontwaarding. Maar nog nooit eerder in de geschiedenis hebben we meegemaakt dat verschillende centrale banken wereldwijd negatieve rente hanteren of overwegen en tegelijkertijd voor miljarden aan schuldpapier opkopen.

    De negatieve rente waar we vandaag de dag mee te maken hebben is een compleet nieuw fenomeen, iets waarvan we de gevolgen nog maar moeilijk kunnen overzien. Want wat betekent een aanhoudende negatieve rente voor het spaargedrag van mensen? En blijft het verdienmodel van pensioenfondsen, banken en verzekeraars nog wel overeind? Niemand die dit met zekerheid kan zeggen…

    Centrale banken en overheden proberen de rekening van decennia lang schulden stapelen nu bij de spaarder neer te leggen. Denk aan de bail-in, kapitaalcontroles en nu het pleidooi voor het afschaffen van contant geld. Want contant geld biedt spaarders de mogelijkheid aan een negatieve rente te ontsnappen.

    Mijn zorg is dat grote bankbiljetten in de toekomst inderdaad worden uitgebannen, waarmee het voor banken en overheden nog makkelijker wordt geldstromen te controleren en kapitaalcontroles te hanteren.

    Wees voorbereid op de meest ondenkbare scenario’s, want de geschiedenis leert ons dat ook datgene wat nu nog ondenkbaar is, op een dag de realiteit kan worden. Zorg daarom dat u uw vermogen op tijd in veiligheid brengt. Grote bankbiljetten zijn nu nog erg handig, maar als die in de toekomst inderdaad verboden worden heeft u als spaarder een probleem. U heeft de almachtige staat en haar centrale bank als tegenpartij.

    Het is daarom zeker in deze tijd niet onverstandig met een deel van uw vermogen goud te kopen. Fysiek goud dat u op een veilige plek en buiten het zicht van banken en de overheid kunt bewaren.

    Bronnen: NPO Geschiedenis, Andere Tijden (1 maart 2001)

  • Helikopter Ben komt eraan…

    In november 2002 verhaalde Ben Bernanke dat de beste oplossing voor een deflatoir scenario al la Japan misschien het best op te lossen was om biljetten van $100 uit een helikopter te strooien. Dat klonk en klinkt amusant, maar de kans neemt toe dat zoiets daadwerkelijk staat te gebeuren.

    bernanke-drops-money-from-helicopters_71_fliDe reden daarvoor is duidelijk. De wereldeconomie lijkt structureel te vertragen en beleidsmakers zitten met de handen in het haar. Welke oplossing kunnen ze nog kiezen. Het wapen van de negatieve rente is al ingezet en de uitkomsten lijken nu al uiterst dubieus. De OESO heeft gesuggereerd dat het misschien tijd wordt voor een fiscale expansie na jaren van bezuinigingen. Het is nog maar de vraag of dat dat de ultieme oplossing is of dat er nog meer nodig is. De laatste wapen zou wel eens kunnen zijn om de fiscale expansie te combineren met rechtstreekse monetaire steun. Dat zou inderdaad de vorm kunnen aannemen die Ben Bernanke in navolging van Milton Friedman suggereerde: Gratis geld uitdelen al dan niet met behulp van een helikopter.

    Monetaire stimulering uitgewerkt?

    Het ziet er steeds meer naar uit, dat het monetaire beleid van de afgelopen crisisjaren uitgewerkt en mislukt is. En dus zijn radicalere stappen nodig om bestedingen weer op gang te brengen en zodoende de wereldeconomie een injectie te geven. De huidige trage groei is het gevolg van immer groeiend spaaroverschot als gevolg van een chronisch vraagtekort. Dat chronisch vraagtekort werd tot de crisis van 2008 kunstmatig bezworen door een ongelooflijke kredietexpansie in het Westen en door de kwantitatieve verruiming door centrale banken na 2008. In China probeerden de autoriteiten de vraag te stimuleren door massieve investeringen met behulp van goedkope kredietverlening.

    Zowel in China als in het Westen loopt dit beleid op zijn laatste benen en dus komt het probleem van het vraagtekort in volle hevigheid terug. Daar blijft het echter niet bij. De vraag is ook zwak ten opzichte van een verzwakt aanbod. Op wereldniveau lopen zowel arbeidsaanbod als arbeidsproductiviteit terug. Lagere productiviteit leidt indirect tot een lagere vraag, omdat dan ook de investeringen teruglopen. Investeringen zijn cruciaal voor de bestedingen in een kapitalistische economie.

    Vraaguitval

    Deze en andere problemen verklaren ook het huidige dilemma voor veel overheden. Een gebrekkige vraag op de thuismarkten kan deels verholpen worden door succesvol de internationale exportmarkten te betreden. Een goedkope valuta is daartoe een geëigend wapen. Japan en de EU hebben dit wapen al ingezet, evenals veel opkomende economieën. Het lijkt nog slechts een kwestie van tijd voordat ook China inzet op een zwakkere renminbi. Dit beleid moet vroeg of laat wel misgaan!

    currency-wars

    Valutaoorlog: Economische groei stelen van je buurman

    Het enige alternatief is dat overheden hun publieke investering gaan opvoeren, al dan niet in combinatie met structurele hervormingen. Het tijdstip lijkt gunstig nu de kosten om geld te lenen zo laag zijn. Maar overheden zijn echter nog steeds in de ban van het bezuinigen. De kans dat er op grote schaal gestimuleerd gaat worden, is derhalve klein. Misschien moeten centrale bankiers dan maar het ondenkbare gaan doen en iedere volwassen persoon digitaal een nader te bepalen bedrag gaan overmaken.

    Waarom zouden we niet voor deze oplossing kunnen kiezen. De economische krachten die de wereld in de richting van de negatieve rente hebben gedreven, lijken nog steeds aan kracht te winnen. De wereldeconomie vertraagt structureel, prijzen voor commodities zijn nog nooit zo lag geweest, het monetair beleid is bot geworden en prijzen van steeds meer assets komen onder druk. Deze situatie lijkt ‘the new normal’ te worden. Wil de wereld uiteindelijk ontsnappen aan het chronisch vraagtekort, dan moeten beleidsmakers kiezen voor ondenkbare maatregelen die bij een tot voor kort ondenkbare situatie horen. Het ondenkbare wordt het normale!

    Cor Wijtvliet

    Deze bijdrage is mogelijk gemaakt door Beurshalte

    beurshalte-logoOver Beurshalte:

    Dagelijks publiceert Beurshalte nieuwsbrieven en columns van leden van de redactie en van gastauteurs over de wereld van beleggen en alles wat ermee samenhangt. Daarnaast publiceert beurshalte wekelijks een nieuwsbrief met unieke inhoud over relevante beleggingsthema’s. Belangstellende lezers kunnen een gratis abonnement nemen. Als u geïnteresseerd bent, kunt u zich hier aanmelden!

  • Column: Waarom negatieve rente zo gevaarlijk is

    Donderdag neemt de ECB een rentebesluit en de consensus is dat de centrale bank de depositorente verder zal verlagen om de kredietverlening van banken aan consumenten en bedrijven te stimuleren. Sinds december vorig jaar staat deze ‘boeterente’ op -0,3%, wat betekent dat banken op jaarbasis miljarden euro’s aan de ECB moeten betalen om hun reserves dar veilig te kunnen stallen.

    Volgens de centrale bank is het verhogen van deze ‘boeterente’ een prikkel voor banken om meer krediet te verlenen aan huishoudens en bedrijven, maar dat blijkt in de praktijk maar mondjesmaat te gebeuren. De negatieve rente maakt lenen goedkoper, maar dat haalt niets uit als er simpelweg geen vraag is naar krediet. De meeste mensen zitten al vrij diep in de schulden en hebben niet de behoefte om nog meer geld te lenen. Sterker nog, velen zien de lage rente juist als reden om juist schulden af te lossen. Dat werkt alleen maar meer deflatie in de hand!

    Is het beleid van negatieve rente dan nog wel te rechtvaardigen? Ik zal een aantal ongewenste effecten van dit monetaire (wan)beleid op een rij zetten…

    1. Banken kunnen negatieve rente doorberekenen

    Als gevolg van het monetaire beleid van de ECB is de rente op staatsobligaties spectaculair gedaald, tot zelfs ver onder de nul procent. Dat betekent dat banken ook steeds minder geld verdienen aan staatsobligaties die ze op de balans houden. Banken rekenen de kosten van de negatieve rente door aan spaarders in de vorm van een lagere spaarrente. Zo is er in Nederland op dit moment geen enkele bank meer te vinden die een hogere rente biedt dan 1%.

    Spaarders betalen dus de rekening voor het monetaire beleid van de centrale bank. En dat gaat om grote bedragen, want volgens de laatste cijfers van het CBS hebben Nederlanders in totaal €336 miljard aan spaartegoeden uitstaan. Bij een procentpunt minder rente lopen spaarders dus meer dan €3 miljard mis!

    Banken kunnen een negatieve rente kan ook op andere wijze doorberekenen aan de klant. In Zwitserland is de hypotheekrente sinds vorig jaar bijvoorbeeld gestegen, terwijl die in de rest van Europa juist daalde. Door middel van een hogere winstmarge op hypotheken proberen de banken in Zwitserland het verlies op de negatieve depositorente goed te maken. Het is denkbaar dat banken elders in Europa de hypotheekrente gaan verhogen bij een toename van negatieve rente!

    2. Spaarders halen geld weg?

    Voor banken zijn spaartegoeden van essentieel belang, omdat het spaargeld als de kapitaalreserve beschouwd mag worden. Daalt de spaarrente tot -0,5%, dan worden spaarders minder loyaal aan de bank en zullen ze eerder overwegen geld weg te halen bij de bank. Uit een onderzoek van ING blijkt dat bijna vier op de vijf spaarders een negatieve rente niet zal accepteren en zal besluiten (een deel van) het spaargeld van de rekening te halen. Daarmee wordt het complete fundament onder het fractioneel bankieren wankel. Er zal meer financiële repressie nodig zijn om spaartegoeden binnen de bank te houden, zoals kapitaalcontroles en het afschaffen van grote bankbiljetten.

    3. Rendement pensioenfondsen daalt

    Als gevolg van het monetaire beleid van centrale banken bestaat er niet meer zoiets als een risicovrij rendement. Kon je in het verleden nog makkelijker vier of vijf procent rendement halen op staatsobligaties, nu is dat vrijwel onmogelijk geworden. Wereldwijd is er al meer dan $6 biljoen aan schuldpapier met een negatieve rendement, wat wil zeggen dat de kosten over de hele looptijd hoger zijn dan de opbrengsten.

    Als pensioenfondsen geen rendement meer kunnen maken op de relatief ‘veilige’ staatsobligaties, dan moet zij de premie verhogen of een meer risicovolle beleggingsstrategie volgen om aan alle toekomstige verplichtingen te kunnen voldoen. Door de negatieve rente wordt ook de zekerheid van een goed pensioen aangetast. Zit ook de aandelenmarkt tegen, dan zakt de dekkingsgraad snel onder de kritieke grens van 90%.

    4. Nieuwe huizenmarktbubbel?

    Door de negatieve rente kunnen mensen meer geld lenen tegen dezelfde maandlasten. Dat werkt risicovol gedrag in de hand, zoals ook te zien is op de Nederlandse huizenmarkt. De markt trekt weer aan, omdat starters zich door de lage hypotheekrente veel dieper in de schulden kunnen steken. Of dat een positieve ontwikkeling is, dat hangt maar net van je persoonlijke situatie af. Voor huishoudens die ‘onder water’ staan is de stijging van de huizenprijzen gunstig, maar voor huurders en mensen die nog een huis moeten kopen worden de woonlasten steeds hoger. Een te lage rente kan opnieuw oververhitting in de huizenmarkt veroorzaken, met een pijnlijke correctie tot gevolg.

    negative-rates

    Negatieve rente heeft veel ongewenste effecten

  • Goud maakt een comeback als safe haven

    In bijzonder omstandigheden gaan ook beleggers bijzonder te werk. Ze mijden de normale beleggingsklassen en kiezen voor vaak exotische oplossingen. Dat kunnen raceauto’s zijn of Chinees keramiek. Ook nu lijkt de wereld beland in bijzondere tijden, maar dit keer kiezen beleggers niet voor de exotische uitweg, zo lijkt het, maar voor de aloude beproefde oplossing. Ze gaan weer in beleggen in goud.

    goud-grafiek-financial-times

    Goudprijs stijgt weer (Bron: Financial Times)

    Goud weer populair

    Sinds het begin van dit jaar is de prijs van goud al met bijna 17% gestegen en volgens Merrill Lynch nam de belangstelling voor het gele goedje in de afgelopen maand februari snel toe. De belangstelling bij beleggers was het hoogste sinds het midden van het crisisjaar 2009. De afgelopen maand liet het edelmetaal ook de beste performance zien in jaren. Het is misschien wel het bewijs bij uitstek dat beleggers nog maar weinig vertrouwen hebben in het kunnen van beleidsmakers en politici.

    Dat ze daar terecht wantrouwend over zijn bewijst de uitkomst van de bijeenkomst van de G20 in Shanghai. Welbeschouwd is daar niets besloten. De aanwezigen leken helemaal niet van plan om een collectief besluit te nemen om de wereldeconomie een impuls te geven. Het leek louter en alleen te draaien om het eigen nationale belang.

    g20-meeting

    Er is op de G20 in Shanghai eigenlijk niets besloten

    Ook de verwachtingen over het kunnen van de centrale banken, de Fed voorop, eroderen snel. De ECB en de Bank van Japan lijken de race naar de bodem van het ravijn aangegaan te zijn door een negatief rentebeleid te entameren. En dan is er nog de centrale bank van China, dat zich bijzonder weinig gelegen laat aan wat de andere centrale banken denken of doen. Het lijkt een heilloze weg en wie ook maar een beetje sceptisch is, die zoekt een veilige haven die goud heet.

    Wat mogen we van goud verwachten?

    Hoe ver de prijs nog kan stijgen, hangt voor een belangrijk deel af wat beleggers denken van de dollar. Historische gesproken beweegt de prijs van goud invers aan de waardeontwikkeling van de dollar. Bij de Deutsche Bank heeft de somberheid over de goudprijs plaatsgemaakt voor optimisme. Aan het einde van 2015 dachten analisten van die bank dat de prijs van goud naar $1.000 zou zakken. De dollar leek immers alleen maar sterker te worden, dankzij de renteverhoging en sterke aandelenmarkten. Van dat optimisme over de dollar en bloeiende aandelenmarkten is aan het begin van de maand maart niet veel meer over. Ergo, de kansen voor goud lijken alleen maar toe te nemen.

    goldpriceHet huidige positieve sentiment kan nog een steun in de rug krijgen als de Chinezen en Indiërs hun rol als grootste kopers van fysiek goud weer serieus gaan nemen. Daar is tot nu toe weinig van te merken. De import van goud vanuit Hongkong lag in januari 21% lager dan een jaar daarvoor. Als de prijs blijft stijgen, dan kan de lauwe belangstelling zomaar omslaan in een warme. De Chinezen nemen een wait-and-see houding aan. Ze willen bewijs, dat de huidige opleving handen en voeten heeft en niet een zoveelste oprisping blijkt te zijn! Het is aan de belegger de Chinezen van de duurzaamheid van de huidige rally te overtuigen.

    Die beleggers zelf lijken al wel overtuigd. De instroom in gold-backed etf’s is in 17 maanden niet zo hoog geweest. Dat hebben ze bij Bloomberg uitgedokterd. En ook hedge funds nemen weer op grote schaal long posities in. Het zijn allemaal evenzovele bewijzen, dat steeds meer beleggers nog maar weinig vertrouwen in de richting die de wereldeconomie is ingeslagen. In ieder geval voor de korte termijn heeft goud zijn naam als safe haven weer eens overtuigend bewezen.

    Cor Wijtvliet

    Deze bijdrage is mogelijk gemaakt door Beurshalte

    beurshalte-logoOver Beurshalte:

    Dagelijks publiceert Beurshalte nieuwsbrieven en columns van leden van de redactie en van gastauteurs over de wereld van beleggen en alles wat ermee samenhangt. Daarnaast publiceert beurshalte wekelijks een nieuwsbrief met unieke inhoud over relevante beleggingsthema’s. Belangstellende lezers kunnen een gratis abonnement nemen. Als u geïnteresseerd bent, kunt u zich hier aanmelden!

  • Deflatie in Eurozone, ondanks stimulering ECB

    Ondanks het stimuleringsprogramma van de ECB slaagt de centrale bank er niet in de inflatie naar de gewenste 2% te brengen. Sterker nog, in februari zakten de prijzen in de Eurozone met 0,2% op jaarbasis. Deflatie dus, terwijl de centrale bank nu al een jaar lang €60 miljard per maand in de markt pompt door middel van het opkopen van staatsobligaties.

    “Niet alleen de normale inflatie, maar ook de kerninflatie, is veel lager dan waar de ECB op rekende. Het is dus niet slechts de lage olieprijs, er is ook een breder probleem met tweede ronde effecten en en een zwakke vraag”, zo verklaarde analist Nick Kounis van de ABN Amro tegenover Bloomberg. “Dit geeft de centrale bank een extra zetje om meer agressieve monetaire stimulering aan te kondigen tijdens de ECB bijeenkomst in maart.”

    Centrale banken proberen met een nog ruimer monetair beleid de inflatie aan te jagen, maar hun pogingen worden teniet gedaan door de daling van de olieprijs. Daardoor zijn veel producten goedkoper te produceren en daalt het algemene prijsniveau. Maar ook de kerninflatie, waarin de prijsontwikkeling van voedsel en energie niet zijn meegenomen, blijft al enige tijd opvallend laag.

    Vraaguitval leidt tot deflatie

    Centrale banken als de ECB en de Bank of Japan proberen met quantitative easing de inflatie aan te jagen, maar tot op heden zonder succes. Zowel in Japan als in de Eurozone worstelt de centrale bank met een inflatie van bijna nul procent, die soms zelfs omslaat in een milde deflatie. Ondanks een zeer ruim monetair beleid met negatieve rente en het maandelijks opkopen van staatsobligaties weten beide centrale banken de kredietverlening nog niet op gang te brengen.

    Het grote probleem lijkt dus niet aanbod gedreven te zijn, maar juist vraag gedreven. Er is meer dan genoeg liquiditeit beschikbaar, maar er is simpelweg geen vraag naar. Bedrijven zijn door de onzekere economische situatie terughoudend met het doen van investeringen. Ze lenen nog wel geld, maar dat wordt in veel gevallen gebruikt om eigen aandelen terug te kopen. Consumenten willen door de lage rente nog wel geld lenen, maar worden vaak tegengehouden omdat banken minder risico willen nemen. Ze verstrekken niet meer zo makkelijk een hypotheek als voor de crisis.

    inflation-eurozone

    Deflatie in de Eurozone, kunnen we meer stimulering van de ECB verwachten? (Grafiek via Bloomberg)

    Meer stimulering?

    Het is dus maar de vraag of meer stimulering gaat helpen. Het opkopen van staatsobligaties heeft zowel in Japan als in de Eurozone nog niet het gewenste effect gehad. Sterker nog, door staatsobligaties uit de markt te halen wordt het tekort aan kwalitatief goed onderpand alleen maar groter gemaakt! Vandaar dat verschillende landen tegen een negatieve rente kunnen lenen en dat u steeds minder rente over uw spaargeld krijgt…

    De ECB kan de effectiviteit van haar stimuleringsprogramma veel groter maken als ze ook slechte leningen van banken opkoopt. In landen als Italië, Spanje, Portugal en Griekenland stijgt het percentage slechte leningen in rap tempo. Dat maakt banken erg terughoudend bij het verstrekken van nieuwe leningen. Door deze slechte leningen over te nemen zullen banken gemakkelijker kredieten verstrekken. Het nadeel van deze aanpak is dat de ECB veel meer risicovolle leningen op haar balans krijgt en dat het ‘moral hazard’ bij de bankensector in de hand werkt.

    Een alternatief dat steeds vaker geopperd wordt is ‘QE for the people’, waarbij de centrale bank rechtstreeks geld overmaakt naar de burgers. Zij kunnen het geld naar eigen inzicht gebruiken om schulden af te lossen of te consumeren, een directe vorm van stimulering die waarschijnlijk veel sneller leidt tot een stijging van het prijspeil.

    In maart komt de ECB weer bijeen om het monetaire beleid te bespreken. Met het uitblijven van een hogere inflatie is de kans groot dat de centrale bank besluit meer van hetzelfde te doen, bijvoorbeeld door het maandelijkse bedrag te verhogen van €60 miljard naar €80 of €90 miljard per maand.

  • De megaonderneming aan banden

    Door Lou Keune

    Ongelijkheid is een hot issue geworden in het publieke debat. Meestal gaat het dan over de ongelijkheid in inkomens: toegenomen. Steeds meer ook gaat het over de ongelijkheid in vermogens: nog meer toegenomen. Maar waar de auteurs van het recent verschenen boek ‘De macht van de megaonderneming – Naar een rechtvaardige internationale economie‘ voor pleiten is eens goed te kijken naar de samenballing van macht in een betrekkelijk klein aantal ondernemingen die zij aanduiden met de term ‘megaonderneming’. En die macht is enorm, alleen al door hun omvang. De 147 grootste ondernemingen controleren ‘cumulatief’ zo’n 40% van de wereldeconomie. Daaronder betrekkelijk veel banken, verzekeringsmaatschappijen en investeringsfondsen. En 737 ondernemingen controleren 80%.

    Top 147

    lou keuneIs dat een probleem? De auteurs: Joost Smiers, Pieter Pekelharing en John Huige vinden van wel. Neem het grote aantal financiële instellingen onder die top 147. Alleen al vanwege hun omvang bleek bij de crisis van 2008 dat wanbeleid in één instelling grote gevolgen had (en heeft) voor de hele wereldeconomie. Om dat gevaar te temperen werd de boodschap too big to fail rondgebazuind, met als gevolg dat overheden zich gedwongen zagen in te grijpen en omvangrijke financiële garanties te stellen. Daaronder zuchten wij nog steeds, want er wordt aan alle kanten bezuinigd. Dat risico is vanwege deze financiële instellingen des te groter nu 98% van het mondiale financiële verkeer niets van doen heeft met invoer of uitvoer van goederen en diensten, het is pure geldhandel. Hoe groter de mega’s, des te groter het gevaar van instabiliteit.

    Mega macht

    Aan deze omvang zijn ook andere problemen verbonden. Smiers c.s. behandelen er een aantal van. Bijvoorbeeld dat de omvang en dus invloed van deze ondernemingen hun macht enorm vergroot. Zij hebben meer te zeggen over de economie (en over nog meer) dan vele zo niet alle publieke overheden. Dat eens te meer nu dankzij de golf van liberaliseringen de overheden zich eerder afzijdig opstellen, soms zelfs de hand ophouden opdat de betreffende ondernemingen hun goedgezindheid tonen bijvoorbeeld door in het betreffende land te investeren.

    macht-van-de-megaondernemingDie ondernemingen worden overladen met goedgunstigheden als lagere vennootschapsbelasting, andere belastingfaciliteiten, infrastructurele investeringen, en flexibele arbeidsmarkten met verslechterende arbeidsvoorwaarden. Met alle gevolgen van dien, ik verwijs als voorbeeld naar de eindelijk opgevlamde discussie in Nederland over de schamele arbeidsmarktposities van een groot deel van de ZZP-ers, en naar de golf van ontslagen en loondalingen in en verschraling van de dienstverlening in de zorgsector. Concentratie en liberalisering gaan hand in hand met ontdemocratisering en minder welzijn.

    En dat niet alleen. Deze terecht ‘mega’ genoemde ondernemingen nemen op de betreffende markten een bepalende positie in. De auteurs gebruiken daarvoor termen als quasi-monopolisten en oligopolisten. Hoe zeer er wereldwijd wetgevingen zijn die erop gericht zijn de dominantie van één of enkele ondernemingen tegen te gaan, feit is dat zij in heel veel opzichten hun betreffende markten domineren. Dat betekent o.a. dat de mega’s betrekkelijk eenvoudig aan price-setting kunnen doen, bijvoorbeeld ten opzichte van zeer concurrentiële leveranciers. Het doet mij denken aan de positie van de Nederlandse veehouders die steeds maar weer moeten afwachten wat Albert Hein en andere grootwinkelbedrijven bereid zijn te betalen voor melk en vlees. En wat te denken van farmaceutische bedrijven die in sommige gevallen exorbitante prijzen rekenen voor hun medicijnen. De auteurs wijzen daarbij op het verschijnsel dat het mededingingsrecht wereldwijd is verwaterd. Natuurlijk, het beeld kent vele schakeringen. Er zijn ook prima en zeer bekende voorbeelden van overheidsingrijpen, bijvoorbeeld de procedures van de EU tegen de mondiale ICT reuzen. Maar dat kunnen alleen de echt groten als de EU en de VS, en dan nog in beperkte mate.

    Schaalvergroting en efficiëntie

    Daarbij wijzen Smiers c.s. erop dat het argument van de efficiëntie die op zou treden bij dergelijke schaalvergrotingen steeds minder opgaat. Het blijken steeds meer grote molochs te zijn met enorme bureaucratieën die vooral gericht zijn op verdediging, zo niet vergroting, van hun posities op de diverse markten. Daarbij staan dan, mede dankzij de financialisering van de wereldeconomie, korte termijn financiële belangen voorop, belangen die het primaat van de shareholder bevestigen en de positie van andere stakeholders verslechteren. Terecht wijzen Smiers c.s. erop dat deze aandeelhouders wel de vruchten van dat beleid mogen plukken maar niet aansprakelijk zijn voor als het mis gaat, al dan niet met grote maatschappelijke gevolgen. Wel de baas dus, maar niet verantwoordelijk. Dit geldt eens te meer nu de posities en persoonlijke belangen van de leden van de raden van bestuur van deze mega’s dankzij hun eigen aandelenbezit nauw zijn verbonden met die van de andere aandeelhouders. Kortom: de mega’s zijn veel te groot en veel te machtig, en moeten aan banden worden gelegd.

    Intellectuele eigendomsrechten

    Veel aandacht wordt in het boek geschonken aan de problematiek van de intellectuele eigendomsrechten als patenten en copyrights. De auteurs zijn zeer kritisch over wat zij de privatisering van kennis noemen. Hun bezwaren zijn velerlei. Kennis is een maatschappelijk product ontstaan in de geschiedenis van mensen en culturen. Het object van een patent betreft meestal een beperkte toevoeging aan de kennis op een zeer specifiek terrein maar dan toch met het label van het eigendom van die onderneming en dus niet van al die anderen, laat staan de mensheid als geheel. Dat is een toe-eigening die terecht als zeer onrechtvaardig wordt beschouwd. Veel kennis die gepatenteerd is komt voort uit programma’s en projecten die overheden hebben ondernomen of gefinancierd. Bekende voorbeelden zijn de fall-outs van het onderzoek over de ruimte en voor de ruimtevaart, en de ontwikkeling van het World Wide Web. Bovendien is het enorm inefficiënt. Het leidt bijvoorbeeld tot verspilling omdat dat stukje kennis dat aan een patent is verbonden niet zomaar door anderen mag worden gebruikt. Dat beperkt het onderzoek flink. Eigenlijk vertraagt het hele stelsel van intellectuele eigendomsrechten de verdere ontwikkeling van kennis en technologie en de toepassing daarvan. De verspilling manifesteert zich ook in een ander opzicht. Het leidt namelijk tot vele juridische procedures die inmiddels miljarden dollars of euro’s per jaar kosten, geld dat veel beter aan onderzoek en ontwikkeling kan worden besteed. Bijkomend effect is dat grote ondernemingen zich die processen gemakkelijker financieel kunnen veroorloven dan de kleintjes. Daarom dat die laatsten, hoe zeer zij ook in hun recht mogen staan, al gauw tot een vergelijk proberen te komen met de grote broer. Een ander aspect van verspilling manifesteert zich in wat wel of niet verder onderzocht en ontwikkeld wordt. Dat doet zich gelden in de medische sector. Welke geneesmiddelen worden wel ontwikkeld en welke niet? De verdienmogelijkheden vormen de belangrijkste leidraad. Om deze reden heeft het lang geduurd voordat anti-malaria medicijnen werden ontwikkeld en breed toegankelijk gemaakt, ook voor de armsten op deze wereld. Vergelijkbare problemen doen zich voor bij medicijnen voor kleine tot zeer kleine groepen van zieken. Zeker ingeval van monopoloïde bezit van het intellectuele eigendom leidt dit in veel gevallen tot buitensporige prijzen.

    Het kan anders

    Dat kan anders, is de boodschap van dit boek. Intellectuele eigendomsrechten moeten worden opgeheven, kennis moet voor iedereen toegankelijk zijn. Dat wordt door de auteurs niet als een gratuite boodschap verkondigd. Integendeel, zij zijn zeer te prijzen voor de gedetailleerde uitwerking die zij geven aan dit principe. Het voert te ver om die in deze bespreking te behandelen. Overigens, voor één vorm van intellectueel eigendom maken zij een uitzondering, namelijk trademarks als logo’s. Die zijn nauw verbonden met de identiteit van de betreffende ondernemingen, uitdrukking daarvan. Maar voor de rest: openbaarheid. Zal dat betekenen dat daarmee een rem komt op onderzoek en ontwikkeling? Dat hoeft niet. Want overheden en door hen gefinancierde instellingen kunnen dat onderzoek doen of uitbesteden. Dat voorkomt verspilling en versterkt de coördinatie, en koppelt de ontwikkeling van kennis en technologie veel directer aan maatschappelijke belangen in plaats van aan geprivatiseerde verdienmogelijkheden. Zal dat leiden tot een rem op onderzoek en ontwikkeling bij ondernemingen? Dat hoeft niet, ondernemingen kunnen bij de toepassing van nieuwe technologie profiteren van de voorsprong die hen dat geeft op de betreffende markten. Natuurlijk, dan geen monopoloïde voorsprong maar een tijdelijke en concurrentiële. En daar mag dan iedereen van profiteren.

    Mega’s aan banden

    Ook doen de auteurs vele voorstellen om de mega’s aan banden te leggen. Hun gedachtegang lijkt veel op die welke de afgelopen jaren bovenkwam bij discussies over de toekomst van banken. Zo geven zij veel aandacht aan de noodzaak om te grote ondernemingen op te splitsen en daarmee concurrentiëler te maken. Zij willen ook het mededingingsrecht gaan vitaliseren. En dat alles binnen het breder verband van het plaatsen van ondernemingen binnen de maatschappelijke kaders gesteld door proactieve overheden op nationale, supranationale en mondiale niveaus. In dat verband besteden zij betrekkelijk veel aandacht aan de geschiedenis sinds de Tweede Wereldoorlog van het zoeken en ontwikkelen van mondiale afspraken over handel en investeringen. Vele afkortingen passeren de revue, van GATT via UNCTAD en WTO naar ISDS en TTIP (lees ook mijn column hierover). In het verlengde daarvan doen zij diverse voorstellen hoe het anders zou kunnen. Daarbij maken zij duidelijk dat zij niet af willen van de private ondernemingen. Zij willen slechts dat die beter worden ingekaderd opdat zij inderdaad de maatschappij kunnen brengen waar zij eigenlijk voor bedoeld zijn: welvaart, welzijn en geluk. Daarbij wel met de kritische kanttekening dat niet alle menselijke activiteiten in de vorm van commerciële ondernemingen moeten worden geprivatiseerd. Over privatisering en vermarkting van collectieve goederen en diensten zijn de auteurs zeer kritisch.

    Duidelijk standpunt

    Dit boek presenteert veel kennis en inzichten, met een indrukwekkende documentaire onderbouwing en vele afgewogen oordelen. Daarbij mis ik overigens een register van namen en onderwerpen, en/of een meer gedetailleerde inhoudsopgave. Er wordt zoveel besproken dat het niet gemakkelijk is om over een specifiek onderwerp iets terug te vinden. Het boek is zeker ook een betoog, de auteurs stáán ergens voor. Met betrokkenheid worden situaties geproblematiseerd en voorstellen geoperationaliseerd. Die betrokkenheid kan bij sommige lezers twijfel zaaien over de waarde daarvan. Ik vind dat geen probleem. Integendeel, het wordt tijd om sommige discussies als die over de mega’s en gerelateerde onderwerpen als het intellectuele eigendom eens grondig aan te pakken, zeker ook in de politieke en maatschappelijke gremia. Dit boek kan daar goed bij helpen. Lou Keune Voor meer teksten van Lou Keune zie www.loukeune.nl of www.platformdse.org. Interesse in dit boek? Klik hier om te bestellen. Joost Smiers, Pieter Pekelharing en John Huige: De macht van de megaonderneming – Naar een rechtvaardige internationale economie. Amsterdam, Van Gennep, 2016, 287 pagina’s

  • Donald Trump en cash

    Tijdens deze periode is het erg lastig kiezen welk onderwerp over te schrijven, de gebeurtenissen volgen elkaar in hoog tempo op. Wat ik persoonlijk erg opmerkelijk vond was dat de ABN Amro haar koersdoel voor goud in 2016 onlangs veranderde van $900 naar $1.300 per troy ounce. Deze ommezwaai kwam binnen twee maanden nadat ABN Amro een uitgebreid rapport publiceerde!

    Grootbanken zijn al nooit erg positief geweest over goud (zij sloegen de plank met hun koersdoelen in het verleden dan ook vaak faliekant mis), dus een erg interessante ontwikkeling. In deze nieuwsbrief vindt u een uitgebreid interview met de verantwoordelijke voor het goudrapport bij de ABN Amro, Georgette Boele.

    Het is verder erg evident dat overheden en banken aansturen op het afschaffen van contant geld. Verschillende belangrijke beleidsbepalers hebben hierover de afgelopen tijd al gesproken. Officieel luidt nog steeds de uitleg dat overheden cash geld willen verbieden om criminele en terroristische activiteiten aan banden te leggen. Ik laat aan u over de werkelijke redenen te bepalen…

    €500 biljetten

    Er wordt door de beleidsmakers gesproken dat de €500 biljetten als eerste aan de beurt zijn. Hoewel het briefje van €500 maar een klein deel van alle bankbiljetten in circulatie vertegenwoordigt, maakt het 30% (!) uit van de totale waarde van al het briefgeld. De briefjes van $100 in de Verenigde Staten maken 78% van de waarde van cash geld uit, terwijl de grootste Japanse bankbiljetten van 10.000 yen nog hoger scoren met 92%.

    In 2009, het moment dat het financiële systeem bijna ten onder ging, was nog duidelijk dat cash geld een belangrijke manier was om spaargeld veilig te stellen. De uitgifte van briefjes van €500 piekte in 2009, dat was op het hoogtepunt van de financiële crisis.

    Door briefjes van €500 uit omloop te halen, elimineert men bijna zo goed als zeker de mogelijkheid om cash geld van een bank te halen. Uiteraard kan men dan nog steeds het geld van de ene naar de andere bank verplaatsen, zodra men het vertrouwen in een bepaalde bank verliest. Maar wat als men geen enkele bank meer vertrouwt? Wanneer men geen geld meer uit de bankautomaat kan halen, krijgen de banken helemaal vrij spel om te doen wat ze willen. De enige manier om dan nog geld uit het systeem te halen… is via goud.

    Donald Trump

    1. Nu iets heel anders. Het begint er steeds meer de op te lijken dat Donald Trump dé kandidaat gaat worden voor de Republikeinse partij voor het presidentschap van de VS. Nu kan ik hier heel veel positieve en negatieve dingen over schrijven, maar het leek mij interessant zijn visie op goud puntsgewijs te bespreken.
    2. In 2011 aanvaardde het bedrijf van Donald Trump $200.000 in goud als betaalmiddel van een toekomstige huurder.
      Als presidentskandidaat moet men een deel van het vermogen bekend maken. Hieruit blijkt dat Donald Trump zelf fysiek goud bezit en dat hij meer dan waarschijnlijk nog andere investeringen heeft in goud via zijn holdings.
    3. Trump begrijpt maar zeer goed dat een dure Amerikaanse dollar grote gevolgen heeft voor de Amerikaanse economie. Hij liet het dan ook niet na om aan te kondigen een valutaoorlog aan te gaan met China. Het zwakker maken van de dollar zal niet alleen de concurrentiepositie van de VS verbeteren, ook is het gunstig voor goud.
    4. Trump is niet de enige kandidaat die goud bezit. Ook andere kandidaten hebben goud, sommigen dromen zelfs hardop van een nieuwe goudstandaard. Wanneer Trump president wordt, zal één van deze kandidaten vice-president worden.
    5. Reeds 20% van de Amerikaanse Staten aanvaardt opnieuw goud als wettelijk betaalmiddel. Dit aantal zal vermoedelijk nog groeien. Trump zal ongetwijfeld gebruik maken van de populariteit in deze Staten.

    Dat zijn interessante standpunten!

    Sander Noordhof

    donald-trump-gold

    Donald Trump accepteert goud

    gs-logo-breed

    Deze column van Sander Noordhof verscheen afgelopen vrijdag in de nieuwsbrief van Goudstandaard.

  • Goud of zilver..?

    Veel cliënten stellen mij of één van mijn collega’s de vraag of er nu zilver of goud aangekocht dient te worden en welke verhouding tussen de twee ze het beste kunnen kiezen. Vaak antwoord ik dat spreiding van beide edelmetalen het meest aan te raden is. Dit hangt natuurlijk vooral af van de persoonlijke situatie, welke voor iedereen verschillend is. Overigens vind ik spreiding binnen een beleggingsportefeuille sowieso het belangrijkste tijdens deze woelige tijden.

    Er zijn momenteel zoveel verschillende scenario’s mogelijk zodat iedereen met veel vermogen er verstandig aan doet op verschillende paarden te wedden. Binnen edelmetalen zijn platina en palladium naar mijn mening ook erg interessante beleggingen, daarover zal ik op een later moment meer schrijven.

    Veilige haven

    Zilver heeft net als goud de status van veilige haven, maar de prijs gedraagt zich toch net iets anders. Dit komt omdat slechts 10 tot 15 procent van de goudproductie gaat naar industrieel gebruik, tegenover meer dan 50% bij zilver. Dat zilver als veilige haven gezien wordt blijkt ook wel uit het feit dat zowel goud als zilver het de laatste jaren beduidend beter gedaan hebben dan andere grondstoffen.

    Zilver wordt vanwege haar unieke eigenschappen onder andere gebruikt in batterijen, LED-lampen, zonnepanelen, elektronische apparaten en waterfilters. Aan de aanbodzijde is zilver misschien nog wel schaarser dan goud. Dit zagen wij een half jaar geleden, toen er door verschillende munthuizen een orderstop werd ingevoerd vanwege de te grote vraag. Ook is er natuurlijk maar een vaste hoeveelheid zilver in de wereld, die tijdens de menselijke geschiedenis haar waarde net als goud heeft weten te behouden.

    gold-silver-bars

    Goud of zilver?

    Cyclisch karakter

    De grotere blootstelling aan industrieel gebruik maakt wel dat zilver veel meer afhankelijk is van economische cycli dan goud. Dit is duidelijk te zien in de volatiliteit (beweeglijkheid) van de zilverprijs. Maar tijdens een financiële crisis komt de status van veilige haven toch bovendrijven. Tijdens de ‘Grote Recessie’ van 2008 tot 2010 steeg de goudprijs 70%, terwijl de zilverprijs in waarde wist te verdubbelen.

    Beleggen in zilver?

    Een groot probleem bij zilver is dat de overheid 21% btw over zilverbaren in rekening brengt (zilveren munten zijn hiervan uitgezonderd!), dit is dé reden dat wij btw-vrij zilver aanbieden in onze opslag in Zwitserland. Daar mag u het edelmetaal vrij van btw opslaan en verhandelen.

    Dit jaar houden beide edelmetalen elkaar nog in evenwicht en blijft de goud/zilver ratio op hetzelfde niveau. Momenteel betaal je zo’n 79 keer meer voor goud dan zilver, maar deze ratio kende de afgelopen honderd jaar grote extremen. In de jaren ’70 lag de ratio bijvoorbeeld rond 20, terwijl deze begin jaren ’90 was gestegen naar 100.

    De huidige ratio maakt dat zilver in historisch perspectief ondergewaardeerd is ten opzichte van goud, want het historische gemiddelde ligt rond 55. Maar het verleden heeft ook bewezen dat een hogere ratio niet onmogelijk is. Daarom blijft spreiding tussen beide edelmetalen misschien toch wel de meest veilige keuze.

    Sander Noordhof

    gs-logo-breed

    Deze column van Sander Noordhof verscheen afgelopen vrijdag in de nieuwsbrief van Goudstandaard.

  • Negatieve rente opent de deur naar goud

    Beleggers zoeken een veilige haven en parkeren hun geld het liefst in staatsobligaties van landen met een goede kredietstatus. Maar omdat de vraag naar dit schuldpapier veel groter is dan het aanbod moet men genoegen nemen met een negatieve rente. Voor kortlopend schuldpapier uit de Eurozone is een negatieve rente inmiddels zelfs de norm geworden, terwijl de Japanse overheid met een staatsschuld van meer dan 200% van het bbp zelfs voor een looptijd van tien jaar tegen negatieve rente kan lenen.

    Het ziet er niet naar uit dat de rente spoedig weer zal stijgen. De meerderheid van een panel economen dat onlangs door Bloomberg ondervraagd werd zei dat centrale banken als de ECB, de Zweedse Riksbank, de Zwitserse centrale bank en de Bank of Japan nog tot en met 2018 vast zullen houden aan een monetair beleid met zeer lage tot negatieve rentes. Ook Yellen van de Amerikaanse centrale bank liet weten dat de Federal Reserve open staat voor een negatieve rente, als de economische situatie daarom vraagt.

    negative-yielding-debt-amounts

    Negatieve rente de norm voor staatsobligaties?

    Negatieve rente voor $6 biljoen aan schuldpapier

    Er staat wereldwijd inmiddels $6 biljoen aan schuldpapier uit dat tegen een negatieve rente verhandeld wordt. Ter vergelijking, dat is bijna evenveel als de totale waarde van al het goud in de wereld tegen de actuele goudprijs van iets meer dan $1.200 per troy ounce ($6,63 biljoen). Beleggers accepteren dat het inmiddels geld kost om vermogen ‘veilig’ te parkeren in staatsobligaties. Maar hoe veilig zijn staatsobligaties eigenlijk?

    Het is nog geen jaar geleden dat beleggers werden opgeschrikt door een plotselinge verkoopgolf in Duitse staatsobligaties. In minder dan twee maanden tijd schoot de rente op Duitse 10-jaars leningen omhoog van een dieptepunt van minder dan 0,1% naar een piek van bijna 1,1%, een ommezwaai van één procentpunt! Beleggingsfondsen die deze ‘veilige’ staatsobligaties in de boeken hadden zagen de waarde ervan in korte tijd met 13% dalen…

    german-bunds-selloff

    Grote verkoopgolf liet waarde Duitse staatsobligaties met 13% dalen (Bron: Bloomberg)

    Obligatiebubbel?

    We zijn een jaar verder en de rust lijkt weer te zijn teruggekeerd. Over de hele linie zakt de rente op staatsobligaties naar een nieuw dieptepunt, wat in feite betekent dat je als belegger nu de hoofdprijs betaalt voor het schuldpapier. Het lijkt wel alsof beleggers geen enkel veilig alternatief meer zien voor het schuldpapier van overheden, terwijl bovenstaande grafiek laat zien dat ook deze financiële activa zeer volatiel kunnen zijn. Over risicovrij rendement gesproken!

    Is er dan echt geen alternatief voor het liquide schuldpapier? Met een rendement van -0,55% op Duits schuldpapier met een looptijd van twee jaar is het bezit van een schuldbewijs van de Duitse overheid al bijna even duur als geheel verzekerde goud in opslag! Een negatieve rente is misschien wel de voornaamste reden om vermogen niet langer als schuldpapier aan te houden, maar om het (gedeeltelijk) om te zetten in goud.

    umicore-goudbaarTip: U kunt goudbaren kopen bij Hollandgold, daar zijn verschillende Umicore goudbaren zoals die van 50 gram en 100 gram momenteel direct uit voorraad leverbaar!