Categorie: Economie

Economisch Nieuws

  • Grafiek: Huizenmarkt Spanje ligt in coma

    De overstimulering van de Spaanse huizenmarkt met goedkope kredieten en speculatief geld uit het buitenland heeft een verwoestend effect gehad op de huizenmarkt. Sinds het uitbreken van de crisis is de vraag naar Spaans vastgoed sterk afgenomen. Tegelijkertijd is er veel leegstand die weggewerkt moet worden. Soms zegt een goede grafiek meer dan duizend woorden…

    Aanvraag vergunningen voor nieuwbouw in Spanje

    Aantal bouwvergunningen voor nieuwbouw in Spanje (via twitter, afkomstig uit dit BBVA rapport)

  • Het monster van deflatie bedreigt economisch herstel


    Christine-lagard-world-economic-forum

    Figuur 1 Lagarde blijft waarschuwen voor deflatie in Europa

    De afgelopen weken heeft de directeur van het Internationaal Monetair Fonds bij herhaling de kat de bel aangebonden. Ook tijdens het World Economic Forum in het Zwitserse Davos waarschuwde ze ervoor. Het fragiele economische herstel in de Westerse wereld wordt bedreigd door het monster van de deflatie. Voor Lagarde is vooral Europa kwetsbaar voor deflatie. Tot december van 2013 bedroeg de inflatie 0,8% en dat is ver onder het gewenste niveau van 2%. Maar ook in de VS is er met een inflatieniveau van 1,5% sprake van disinflatie. Dat is min of meer de laatste stap op weg naar deflatie. Als afschrikwekkend voorbeeld noemde de directeur Japan. Daar tiert deflatie al 20 jaar welig en is de economie in een soort coma is beland. Van enige dynamiek is amper meer sprake.

     japanse inflatie
    Figuur 2 Meer dan 20 jaar in de ban van deflatie

    Van deflatie is sprake wanneer lonen en prijzen in een neerwaartse spiraal terecht komen. Voor de korte termijn hoeft dit patroon niet schadelijk te zijn. Vooral de werknemer, wiens inkomen onder druk staat, kan profijt hebben van dalende prijzen. Zo blijft zijn koopkracht op peil. Ook landen kunnen profijt hebben van korte periodes van deflatie. Een land als Spanje heeft er voordeel van. Door de daling van lonen en prijzen heeft het land aan concurrentiekracht gewonnen.

    Op de wat langere termijn is de neerwaartse spiraal dodelijk voor een economie. Consumenten en bedrijven stellen hun aankopen steeds maar weer uit in de bijna zekerheid, dat prijzen alleen nog maar verder zullen dalen. Bedrijven zullen daarom hun investeringen ook steeds verder de tijd in verschuiven. Voor schuldenaars betekent een dalend inkomen, dat hun schulden feitelijk steeds hoger worden. Dat geldt ook voor staten die hun belastinginkomsten zien teruglopen.

    In een reactie op de woorden van mevrouw Lagarde sprak de president van de ECB, Mario Draghi, sussende woorden. Hij achtte de kans op deflatie in de eurozone niet zo heel groot. Het huidige zeer lage niveau was volgens hem te wijten aan enkele eenmalige statistische bijzonderheden in Duitsland.

    Niettegenstaande deze geruststellende woorden, ging de bankpresident uitvoerig in op de mogelijkheden die de ECB ter beschikking staan om het monster van de deflatie te bestrijden. Daarbij verwees hij naar de mogelijkheid van een Europese variant van Quantitative Easing, als middel om de inflatie aan te wakkeren, naar het rijk der fabelen. Het is de ECB niet toegestaan schuldpapier van staten rechtstreeks op te kopen. Het opkopen van schuldpapier van grote bedrijven heeft evenmin zin volgens Draghi.

    Inflatie in VS en eurozone
    Figuur 3 Geen inflatie maar disinflatie in het Westen

     Het is in Europa een relatief kleine markt, die bovendien goed functioneert. De enige mogelijkheid, die hem wel aan staat is het grootschalig opkopen van gebundelde leningen van het MKB en consumenten. Voorwaarde is echter wel, dat de markt voor deze zogeheten asset backed securities in Europa weer tot leven komt. Nu is die zo dood als een pier. Dat hoeft niet zo’n groot probleem te zijn voor banken als ze beseffen, dat er zich wel een heel grote klant voor dit soort papier meldt.

    Het voordeel van deze werkwijze is, dat het voor banken gemakkelijker wordt kredieten te verlenen, wat rechtstreeks aan de economie ten goede komt.

    Er hoeft dus geen vuiltje aan de lucht te zijn. Toch is voorzichtigheid geboden. Het beleid van de ECB is de afgelopen jaren er vooral een geweest van veel praten en beloven. Dat is nu duidelijk weer de inzet. Het gevaar daarbij is reëel, dat de ECB te lang wacht met actie. In dat geval kan 2014 wel eens het jaar worden van heel onconventionele maatregelen van de Bank, die veel verder gaan dan in Davos gesuggereerd.

    veel woorden geen daden
    Figuur 4 Veel woorden, weinig daden

    Cor Wijtvliet

    Vragen en Opmerkingen kunt u richten aan [email protected]

  • Bankrun dreigt in Oekraïne?

    In Oekraïne dreigt een bankrun, nadat spaarders in drie dagen tijd in totaal 7% van hun spaartegoeden weghaalden bij hun bank. Volgens Stepan Kubiv, de nieuwe gouverneur van de centrale bank, werd er tussen 18 en 20 februari in totaal voor 30 miljard Oekraïense hryvnia opgenomen. Dat is omgerekend ongeveer €2,25 miljard. Spaarders maken zich zorgen over de veiligheid van de bankensector en over de waarde van de munt. In het midden en in het westelijke deel van Oekraïne zwakt de uitstroom van spaartegoeden af, maar in het oostelijke deel blijft de situatie vooralsnog problematisch.

    Valuta onder druk

    De waarde van de hryvnia staat door de onrusten in Oekraïne onder druk. Afgelopen maandag verloor de munt 6,4% van haar waarde en zakte de wisselkoers weg tot 9,8 hryvnia per dollar. Vergeleken met het begin van dit jaar heeft de valuta van het verdeelde land al 16% aan waarde ingeboet ten opzichte van de dollar. In een poging de waarde van de munt te verdedigen heeft de Oekraïense centrale bank al een deel van haar buitenlandse valutareserves verbruikt. Beschikte de centrale bank eind januari nog over $17,8 miljard aan reserves, inmiddels is dat teruggelopen tot ongeveer $15 miljard. De centrale bank overweegt volgens analisten leningen aan vijf verschillende banken, zodat spaarders gekalmeerd worden en niet tegelijkertijd massaal hun geld komen ophalen. De centrale bank zou reeds maatregelen getroffen hebben om de uitstroom van kapitaal tegen te houden. Verschillende banken in Oekraïne hebben limieten ingesteld voor de bedragen die klanten dagelijks mogen opnemen. Het Italiaanse Unicredit stelde de limiet in op 1.500 hryvnia per dag, wat omgerekend €109,23 is. Bij andere banken was de maximale opname per dag slechts 500 hryvnia. Sommige banken hebben de opnamelimiet alweer opgeheven en de Russische Sberbank vond het niet nodig om limieten te hanteren. De centrale bank van Oekraïne heeft de koppeling van de munt aan de Amerikaanse dollar losgelaten. Dat is niet vreemd als je bedenkt dat het land een tekort van 8% op zowel de betalingsbalans als op de begroting heeft.

    ukraine-bankrun

    Oekraïne heeft zware financiële problemen, mensen halen geld van de bank (Afbeelding via Bloomberg)

    "Financiële ineenstorting"

    Nicholas Spiro van Sprio Sovereign Strategy verklaarde tegenover CNBC dat Oekraïne op de rand van de financiële afgrond staat. De huidige situatie zou vergelijkbaar zijn met de valutacrisis van eind jaren '90, een crisis die ontstond doordat landen geen valutareserves meer hadden om de waarde van hun munt te verdedigen. "Er is een run op de weinig liquide bankensector en de belastinginkomsten zijn in elkaar gezakt. Spaartegoeden worden opgenomen vanwege de verwachting van een scherpe devaluatie van de munt. We zijn getuige van een financiële meltdown".

    Noodhulp

    Het IMF is bereid om een noodpakket van $15 miljard te verstrekken aan Oekraïne, maar dat zou onvoldoende zijn. De nieuwe regering in Kiev zegt $35 miljard nodig te hebben. Ook de Europese Unie heeft bereidheid getoond om de nieuwe regering te helpen. Kredietbeoordelaar S&P verlaagde de kredietstatus van het land op 21 februari naar CCC, acht stappen verwijderd van 'investment grade'.

  • Boeren in Argentinië hamsteren soja door hoge inflatie

    Argentinië wordt geplaagd door een hoge inflatie en dat heeft haar weerslag op de economie. De Financial Times schrijft dat sojaboeren een steeds kleiner deel van de oogst direct naar de markt brengen, omdat de pesos waarin ze betaald worden steeds minder waard worden. Door de zwakke peso is het voor de boeren die soja verbouwen veel verstandiger om hun product wat langer achter de hand te houden als voorraad.

    "Pesos zijn waardeloos"

    "Pesos zijn waardeloos, het domste wat je kunt doen is pesos aanhouden", Alfredo Rodes van de Argentijnse landbouwvereniging tegenover de Financial Times. Hij doelt op de extreem hoge inflatie in Argentinië, die nog hoger is dan de officiële statistieken doen vermoeden. Argentinië is verantwoordelijk voor ongeveer tien procent van de wereldwijde export van sojabonen en voor bijna de helft van de bewerkte soja levensmiddelen. Men verwacht dat het hamstergedrag van de boeren in Argentinië op termijn effect zal hebben op de wereldwijde sojaprijs, omdat de boeren een deel van hun productie achter de hand houden. Boeren zien hun oogst als een vorm van bescherming tegen een mogelijke devaluatie van de Argentijnse peso, zo verklaart Juan Luciano tegenover de Financial Times. Luciano werkt voor een bedrijf dat landbouwproducten verhandelt en verwerkt.

    Voorraden soja

    Eind vorig jaar begonnen boeren al een kleiner deel van hun oogst te verkopen, vanwege zorgen over een verdere waardedaling van de valuta. De laatste tijd is de prijs van soja in Argentijnse peso met 20% gestegen, terwijl de prijs van een future op de grondstoffenbeurs van Chicago in dezelfde periode met slechts 1,6% steeg. Argentijnse boeren hebben volgens de laatste cijfers van Macquarie  nog maar 6% van hun oogst op de markt gebracht. Vorig jaar om dezelfde tijd was dat 11% en het jaar daarvoor zelfs 25%. "Normaal gesproken is dit de tijd van het jaar waarop de oogst grotendeels verkocht is en er bijna geen voorraden meer zijn", zo merkt analist Paula Savanti van de Rabobank in Buenos Aires op. Volgens analist Chris Gadd van Macquarie uit Londen zullen de Argentijnse boeren in pas in april weer een substantiële voorraad soja op de markt brengen, omdat ze dan inkopen moeten doen voor zaadjes en kunstmest. Doordat boeren in Argentinië voorraad achter de hand houden zullen de sojavoorraden in de VS verder dalen tot 4,5% van de jaarlijkse Amerikaanse consumptie. De Argentijnse regering laakt het gedrag van de sojaboeren om voorraden achter de hand te houden, maar als je de volgnede grafiek gezien hebt weet je ook waarom ze dat doen.

    Inflatie in Argentinië blijkt veel hoger dan wat de overheid voorspiegelt

    Inflatie in Argentinië blijkt veel hoger dan wat de overheid voorspiegelt (Bron: FT)

  • Steeds meer Amerikanen sparen niet

    Uit een nieuw onderzoek dat maandag gepubliceerd werd blijkt dat slecht 68% van de Amerikanen wat geld overhoudt om te sparen. Dat betekent dat ongeveer 1 op de 3 helemaal niet in staat is te sparen. In 2010 wist 73% van de Amerikanen nog geld over te houden aan het einde van de maand. Uit het onderzoek blijkt ook dat slechts 64% van de Amerikaanse huishoudens geld opzij heeft gezet voor noodgevallen, tegenover 71% in 2010. Het onderzoek laat ook zien dat vandaag de dag 76% van de huishoudens schulden afbouwt, een daling ten opzichte van de 79% in 2010.

    Van de huishoudens die meer dan $50.000 per jaar verdienen weet 90% de schulden af te bouwen en heeft 80% een reserve voor noodgevallen. Bij de inkomens lager dan $50.000 liggen deze percentages op respectievelijk 78% en 63%. De mediaan van het huishoudinkomen kwam in 2013 uit op $51.017.

    dollars

  • Vijf jaar stimulering

    Sinds het begin van de financiële crisis heeft de Amerikaanse overheid grote stimuleringsprogramma’s opgestart om de economie overeind te houden. Maar wat hebben we gekregen voor al die miljarden die gestopt zijn in subsidies, programma’s als cash for clunkers en tal van andere omstreden projecten?

    Zero Hedge plaatste maandag een artikel van STA Wealth Management, waarin de resultaten van het Keynesiaanse stimuleringsbeleid onder de loep worden genomen. De uitkomst is teleurstellend: alle overheidsinterventies van de afgelopen vijf jaar leverden een marginale verbetering op van het GDP. Van iedere $29,61 die de overheid spendeert groeit de economie slechts met $1. Over multipliereffect gesproken…

    Overheidsinterventie levert nauwelijks economische groei op

    Overheidsinterventie levert nauwelijks economische groei op (Bron: STA Wealth Management)

    Het probleem van steeds lagere economische groei komt niet alleen voor rekening van verkwistende overheidsbestedingen. Ook van een iets grotere afstand bezien komen we dezelfde trend tegen. De volgende grafiek van Incrementum laat zien hoeveel het GDP groeit met iedere $1 extra schuld….

    Steeds meer geld levert steeds minder groei op

    Steeds meer geld levert steeds minder groei op (Bron: Incrementum)

    Stimulering

    De Wall Street Journal blikte begin deze week ook terug op vijf jaar stimulering, want het is alweer vijf jaar geleden dat de Amerikaanse president Obama de American Recovery and Reinvestment Act ondertekende. De opdracht van dit stimuleringsprogramma was om de werkloosheid terug te brengen en daar werd destijds $830 miljard voor beschikbaar gemaakt. Vijf jaar later is de werkloosheid inderdaad weer gedaald, tot ver onder de 7%. Maar de participatiegraad in de VS is nog steeds beroerd en het aantal werkloze Amerikanen dat niet meer naar werk zoekt is opgelopen tot boven de 90 miljoen. De Wall Street Journal vatte vijf jaar overheidsstimulering als volgt samen:

    “De mislukking van het stimuleringsprogramma weerspiegelt de foute inschatting van neo-Keynesianen dat de economie opgepept kan worden met een golf van overheidsbestedingen. Mensen zijn in feite slim genoeg om zich te realiseren dat iedere dollar die de overheid spendeert uiteindelijk aan de productieve economie onttrokken moet worden middels de belastingen. De beste manier om een economie weer op gang te brengen en om lange-termijn groei te bewerkstelligen is om mensen aan te moedigen meer te werken, te sparen en te investeren. Laten we hopen dat het volgende stimuleringsprogramma uit Washington gericht is op het verlagen van de belastingen en de regeldruk op het Amerikaanse bedrijfsleven.”

    Tijdens de Amerikaanse depressie van 1920-1921 werd ook een zogeheten ‘laissez-faire’ strategie gekozen om de economie weer aan de praat te krijgen. In plaats van overheidsstimulering besloot president Harding juist te snijden in de overheidsbestedingen. Veel ambtenaren werden ontslagen en de private sector bleek zich daarna snel te herstellen. Door het snelle herstel is deze depressie veel minder bekend dan die van 1929. Lees meer: Dit artikel verscheen afgelopen vrijdag in de Marketupdate Weekendeditie. Schrijf u hier in en ontvang iedere vrijdag onze nieuwsbrief!

  • Gebrek aan gedurfd denken belemmert het economisch herstel

    U kent de discussie nog wel van enkele jaren terug onder economen. Hoe zou het komende herstel er gaan uitzien? Zou het in de vorm van een V zijn zoals gebruikelijk? Of zou het in de vorm van een U zijn of als alles tegen zou zitten, in de vorm van een W? Na vijf jaar crisis komt een nieuwe letter uit het alfabet aan bod om het herstel te duiden en wel de letter L.

    Tevredenheid
    Natuurlijk, het afgelopen jaar mocht er best zijn, zeker voor de ontwikkelde landen. De eurozone krabbelde op uit een reeks van recessies en in de VS is het niveau van werkloosheid lager dan in welk jaar van de crisis ook. Zelfs Japan begon tekenen van leven te vertonen na jaren van een comateuze slaap.
    Als we echter iets verder graven, dan blijft er weinig over om tevreden over te zijn. In de eurozone dreigen meer landen in de malaise weg te zinken dan de gebruikelijke uit de periferie. Denk maar aan ons eigen land en bijvoorbeeld Tsjechië. In landen als Frankrijk en Zweden is de groei zo abominabel, dat het inkomen per hoofd van de bevolking aan het dalen is. In economisch sterke landen als de VS en Duitsland laat de arbeidsmarkt nog steeds zeer te wensen over. In Duitsland dreigt de werkloosheid weer licht omhoog te gaan, terwijl in de VS de onderliggende werkloosheid hoger is dan ooit tevoren. Dat kan in de toekomst tot nodeloze fricties op de arbeidsmarkt leiden. Iedereen is er trouwens van overtuigd, dat het herstel in Japan van korte duur zal zijn, als premier Shinzo Abe niet onverdroten verder gaat met hervormen. van-rompuy-status-quo-herstel Figuur 1 Van Rompuy is tevreden met de status quo Gebrek aan innovatie Het is met andere woorden niet louter kommer en kwel, maar er is ook weinig om met enig optimisme de nabij toekomst in te turen. Daar komt nog iets bij. Moderne technologie maakt het mogelijk, dat de bewoners van de opkomende landen gemakkelijk deelgenoot kunnen worden van de wereldwijde markten. Dit proces heeft vooral de ontwikkelde landen zwaar getroffen, omdat er geen innovatie is die compenseert voor het verlies van werkgelegenheid en groei van deze nieuwkomers. Er zijn ook weinig innovatieve ontwikkelingen waarneembaar, die aannemelijk maken dat de ontwikkelde landen zich ontworstelen aan de nadelen van de nieuwe economische verhoudingen. Sterker nog, het denken van de beleidsmakers in de westerse landen is geenszins meegegroeid met de nieuwe verhoudingen in de wereld, laat staan dat het een antwoord weet te formuleren op de uitdagingen van het voortschrijdend proces van globalisering. franklin-d-roosevelt Figuur 2 President Franklin D. Roosevelt zocht naar nieuwe antwoorden om de Grote Depressie het hoofd te bieden Terughoudend Voor een deel is deze stagnatie in denken en doen goed te begrijpen. Crises nopen tot voorzichtigheid, zowel in het geval van de ondernemer als in het geval van de beleidsmaker. Men kiest in eerste instantie voor voorzichtigheid en voor wat men kent en vertrouwt. Nieuwe projecten en initiatieven worden in eerste instantie op de lange baan geschoven. Dat kiezen voor voorzichtigheid en vertrouwdheid blijft echter maar voortduren, terwijl na vijf jaar crisis het duidelijk is dat nieuwe antwoorden nodig zijn op nieuwe en ongekende uitdagingen. Dat resulteert in een geestelijke opstelling waar zekerheid een absolute conditio sine qua non is en waar het waden in onbekende wateren bijna een doodzonde is. Het betekent wel, dat de beleidsmaker en zijn adviserende econoom voor de status quo kiezen. Ze gaan er aan voorbij, dat de status quo alleen nog maar meer slachtoffers zal maken en meer verliezers zal tellen. Illustratief daarvoor is het halsstarrig vasthouden aan de 3% norm in de eurozone, terwijl na vijf jaar van bezuiniging die norm steeds verder weg lijkt te komen liggen! In Nederland blijven economen en beleidsmakers hameren op het aanbeeld van het loonoffer alsof daarmee het schrikbeeld van het totaal wegvallen van de binnenlandse koopkracht weggepoetst kan worden! John-maynard-keynes-herstel Figuur 3 Keynes brak met het oude denken Aanpak Iedere grote crisis vraagt om zijn eigen aanpak. In Nederland zijn we er nog steeds van overtuigd, dat we de Grote Depressie van het begin van de 21ste eeuw kunnen bestrijden met de wapens, ontwikkeld ten tijde van de crisis van de jaren tachtig van de vorige eeuw. Zolang die manier van denken prevaleert in Nederland en meer in het algemeen in het westen, dan zal ervan groei van enig formaat geen sprake kunnen zijn. Cor Wijtvliet, Bron: Kaushik Basu, the fear of ‘L’. Project syndicate, January 5 2013

  • Federal Reserve kocht de meeste staatsobligaties in 2013

    De Federal Reserve heeft in 2013 het grootste deel van het Amerikaanse begrotingstekort gefinancierd, zo schrijft de New York Times. Van de netto schulduitgifte van $759 miljard werd $543 miljard (omgerekend 71,5%) gekocht door de Federal Reserve. Sinds het uitbreken van de financiële crisis heeft de centrale bank niet zoveel procent van de netto schulduitgifte gefinancierd als het afgelopen jaar. In 2011 kocht de Fed meer Treasuries ($656 miljard), maar dat bedrag vertaalde zich naar ‘slechts’ 61% van de netto schulduitgifte van de Amerikaanse overheid.

    De Federal Reserve financiert de Amerikaanse overheid niet direct, want ze koopt het schuldpapier op de secundaire markt van de ‘primary dealers’. Dat zijn de grote banken op Wall Street die zich in kunnen schrijven op de nieuwe staatsobligaties die door het ministerie van Financiën worden uitgegeven.

    Federal Reserve

    Eind vorig jaar begon de Federal Reserve met tapering, de afbouw van het stimuleringsprogramma. Als men daar in de loop van dit jaar mee doorgaat zal het tekort dat door de Fed gefinancierd wordt weer wat lager uit kunnen vallen dan de 71,5% van het afgelopen jaar. Volgens Gorka Bemer, trader bij Goudstandaard, is er een goede kans dat de Fed haar stimuleringsprogramma inderdaad verder gaat afbouwen:

    "Het is niet ondenkbaar dat de Federal Reserve minder staatsobligaties zal opkopen. Door de onrust in de opkomende markten is er sinds begin dit jaar weer een vlucht van het kapitaal richting veilige vluchthavens. De Amerikaanse staatsobligaties gelden nog steeds als de veilige vluchthaven bij uitstek."

    En terwijl de Federal Reserve naar verhouding meer staatsobligaties kocht, bouwde de private sector (beleggingsfondsen en private beleggers) in de VS haar positie af. Zij waren in 2013 netto verkopers van schuldpapier.

    Federal Reserve kocht meeste Treasuries in 2013

    Federal Reserve kocht meeste Treasuries in 2013 (Bron: New York Times)

    Buitenland

    Ook het buitenland toonde in 2013 aanzienlijk minder bereidheid om de Amerikaanse tekorten te financieren. Kocht de rest van de wereld in 2012 netto nog meer dan $500 miljard aan Treasuries, in het afgelopen jaar was dat nog maar $137,9 miljard. De landen die in 2013 de meeste Treasuries kochten waren Japan ($78,6 mrd), België ($71,2 mrd) en China ($54,7 miljard). In 2012 was China nog de grootste koper van Amerikaans schuldpapier, maar die rol hebben andere landen die loyaal zijn aan de VS overgenomen. De olie-exporterende landen en Rusland waren het afgelopen jaar de grootste verkopers van Treasuries (zie ook dit artikel). China en Japan bezitten samen 42% van de bijna $5,8 biljoen aan Treasuries die in handen zijn van het buitenland. Het Amerikaanse publiek en de Federal Reserve hadden eind vorig jaar respectievelijk $4,3 en $2,2 biljoen aan Treasuries op de balans staan.

  • Hoge voedselprijzen oorzaak van sociale onrust?

    De wereld wordt geteisterd door sociale onrust in onder meer Oekraïne, Venezuela, Thailand, Syrië en Bosnië. Burgers gaan de straat op en vreedzame protest escaleert al snel tot gewelddadige confrontaties met de oproerpolitie. In ieder land worden er weer andere verklaringen gezocht voor een explosie van geweld. Een corrupte regering, sociale problemen en confrontaties tussen groepen met bepaalde politieke of religieuze overtuigingen en etnische achtergronden zijn daar voorbeelden van. Maar als we nog iets verder kijken zien we dat de opstanden wereldwijd een andere gemeenschappelijke deler hebben, namelijk hoge voedselprijzen. Motherboard publiceerde een uitgebreide analyse.

    In 2011 verscheen een wetenschappelijk artikel getiteld "The Food Crises and Political Instability in North Africa and the Middle East" van Marco Lagi, Karla Z. Bertrand en Yaneer Bar-Yam. In dit artikel beschrijven de auteurs de correlatie tussen voedselprijzen en sociale onrust in de wereld. Op basis van de FAO Food Price Index komen ze tot de conclusie dat in veel landen rellen uitbraken bij een voedselprijs index van meer dan 210. Dat gebeurde in de zomer van 2008 (vlak voor het uitbreken van de financiële crisis) en in 2011 (begon in Tunesië en verspreidde zich over Noord-Afrika). Sindsdien zijn de voedselprijzen weer wat gezakt, maar lang niet zo snel als na de piek in 2008. De volgende grafiek laat zien op welk moment de protesten begonnen in verschillende landen.

    Hoge voedselprijzen veroorzaken sociale onrust

    Hoge voedselprijzen veroorzaken sociale onrust (Bron: Lagi, Bertrand en Bar-Yam, 2011)

    Aanhoudend hoge voedselprijzen

    De gemiddelde voedselprijs index zit al sinds 2011 in de gevarenzone. De afgelopen drie jaar werd een gemiddelde voedselprijs index genoteerd van 230,1 (2011), 213,4 (2012) en 209,9 punten (2013). Dat de voedselprijzen op een relatief hoog niveau stabiliseren is ook op de volgende grafiek goed te zien. Deze is gebaseerd op dezelfde cijfers als bovenstaande grafiek, maar is bijgewerkt tot en met januari 2014. De aanhoudend hoge voedselprijzen zetten vooral druk op landen waar de bevolking een relatief groot deel van het inkomen moet besteden aan voeding. Onderzoeker Bar-Yam merkt op dat de reactie op hoge voedselprijzen per land verschillend is, maar dat het fenomeen zich overal ter wereld voor kan doen.

    Voedselprijsindex sinds 1990

    Voedselprijsindex sinds 1990

    Wereldwijd

    In Oekraïne, Thailand en in Venezuela hebben gewelddadige confrontaties al een aantal slachtoffers geëist, een ontwikkeling waar de Verenigde Naties in 2012 ook al voor waarschuwden. Ook in Bosnië worden de protesten heviger, een land dat te kampen heeft met een hoge werkloosheid en honger onder delen van de bevolking. Ook relatief rijke landen blijken niet immuun voor demonstraties, want in 2011 laaide het geweld al op in het Verenigd Koninkrijk en afgelopen zomer waren er ook een aantal incidenten in Zweden.

    De hoge voedselprijzen zijn volgens Bar-Yam te verklaren door voedselspeculatie en door subsidies voor het omzetten van voedsel in biobrandstoffen. Beide drijven de voedselprijzen op en zorgen indirect voor sociale onrust en honger in de wereld. De voedselprijzen worden op een wereldwijde markt bepaald en daar kunnen landen weinig invloed op uitoefenen. Oekraïne produceerde vorig jaar een recordhoeveelheid tarwe, maar dat betekende niet dat er in Oekraïne voldoende eten was. Een deel van de binnenlandse productie was bestemd voor de export en kwam dus niet ten goede aan de eigen bevolking. Het netwerk van import en export van voedsel is zo complex geworden dat geen enkel land immuun meer is voor hoge voedselprijzen, zo stelt Bar-Yam.

    Zo lang de voedselprijzen hoog blijven is er een verhoogde kans op sociale onrust. Het is de vonk die het vuur doet ontbranden.

    Conflict in Kiev

    Conflict in Kiev

  • Historisch laag aantal bouwvergunningen in 2013

    Het afgelopen jaar werden er opnieuw minder bouwvergunningen verleend voor nieuwbouw. Het afgelopen jaar werden er in totaal ruim 26.000 nieuwe vergunningen verleend, een daling van 30% ten opzichte van 2012. Sinds het begin van de crisis in 2008 is het aantal verstrekte vergunningen voor nieuwbouwwoningen met 70% afgenomen. Sinds de eerste registratie van deze gegevens in 1953 zijn er niet zo weinig vergunningen verleend als in 2013. Wie spreekt over herstel van de woningmarkt moet dus niet naar deze cijfers kijken…

    Overigens verschilt het aantal vergunningen sterk per regio. In Zeeland en Friesland daalde het aantal vergunningen met respectievelijk 55 en 63 procent. In Utrecht steeg het aantal vergunningen met 18 procent. Dit is conform de prijsontwikkeling van woningen in landelijke en in stedelijke gebieden. Zie voor meer informatie het persbericht van het CBS.

    Aantal vergunningen voor nieuwbouw historisch laag

    Aantal vergunningen voor nieuwbouw historisch laag (Bron: CBS)

  • Huizenprijzen in België verdubbeld sinds 2003

    De huizenprijzen in België zijn in de afgelopen tien jaar behoorlijk gestegen. Kocht je tien jaar geleden in Vlaanderen nog een huis voor €103.000, anno 2013 was is de aankoopprijs verdubbeld naar gemiddeld €211.000. De huizenprijzen in Vlaanderen zijn overigens hoger dan in het Franstalige Wallonië, waar een gemiddelde woning vandaag de dag €147.000 kost. In Brussel stegen de huizenprijzen overigens het snelst. Daar betaalde men in 2013 gemiddeld €330.000 voor een woning, dat is 2,5 keer zo veel als de €134.000 die men in 2003 neertelde voor een optrekje in de hoofdstad van België.

    Ook bouwgrond werd aanzienlijk duurder. In tien jaar steeg de prijs van €112/m² naar €208/m². Ook dat is bijna een verdubbeling ten opzichte van tien jaar geleden. De ongekende prijsstijging roept de vraag op of er bij onze zuiderburen ook een bubbel op de woningmarkt is ontstaan.

    Stijgende huizenprijzen

    Niet alleen in België stijgen de huizenprijzen nog steeds. Ook in het Verenigd Koninkrijk stijgen de prijzen snel en deze week waarschuwde de Bundesbank ook al voor snel stijgende prijzen in Duitsland. Daar zouden de huizen inmiddels 20 tot 25% overgewaardeerd zijn, na een stijging van gemiddeld 6,25% in het afgelopen jaar.

    Grafiek: Stijging huizenprijzen in België

    Stijgende huizenprijzen in België. Sinds 2003 zijn de gemiddelde prijzen verdubbeld in Vlaanderen (Bron: Statbel)

    Stijging huizenprijzen in België

    Stijging huizenprijzen per gemeente sinds 2003 (Bron: Standaard.be)