Categorie: Economie

Economisch Nieuws

  • Fed houdt QE op $85 miljard per maand

    Zoals verwacht handhaaft de Amerikaanse centrale bank de extreem lage rente van 0 tot 0,25%. Ondertussen haalt ze nog steeds iedere maand $40 miljard aan hypotheekleningen en $45 miljard aan staatsobligaties van de markt, met als doel de lange rente te drukken. Een lage rente moet de groeiende schuldenberg nog iets langer betaalbaar houden, maar we hoeven u niet uit te leggen dat dit geen oplossing is voor het Amerikaanse schuldenprobleem. De $85 miljard lijkt een constante hoeveelheid, maar we moeten niet vergeten dat ook het rendement op al het schuldpapier van de Amerikaanse centrale bank opnieuw belegd wordt in staatsobligaties en hypotheekleningen.

    Het comité stemde met een overgrote meerderheid van 11 tegen 1 voor het handhaven van het stiimuleringsprogramma. Alleen Esther L. George stemde tegen vanwege toenemende zorgen over inflatie. De balans van de Federal Reserve is sinds het uitbreken van de crisis geëxplodeerd. Als we onderstaande grafiek bekijken zien we geen enkele aanwijzing dat de Amerikaanse centrale bank binnenkort gaat stoppen met stimuleren.

    Het schuldenprobleem van Amerika, dat zich zowel op publiek als privaat niveau manifesteert, is simpelweg niet op te lossen met meer schulden. Onderstaande grafiek is daar het bewijs van. Door schulden van de markt te halen wordt de rente laag gehouden en wordt het niveau van ‘verzadiging’ in de markt verder uitgesteld naar de toekomst. Tegelijkertijd hoopt de Federal Reserve dat de lage rente mensen aanspoort meer te lenen en consumeren.

    Over de inflatie maakt de Federal Reserve zich nog weinig zorgen, zo lezen we in de samenvatting van de FOMC meeting. Op de middellange termijn blijft deze rond of beneden de doelstelling van 2%. De Fed put hoop uit bedrijfsinvesteringen en bestedingen van huishoudens, want die sterkten de laatste tijd volgens de centrale bank weer wat aan. In de FOMC notulen wordt geen verwijzing gemaakt naar de slechte macro-economische cijfers van de afgelopen weken, zoals het teleurstellende ADP banencijfer dat gisteren bekend werd gemaakt.

    Aandelen omlaag, goud omhoog

    Op de beurs werden de FOMC notulen lauw ontvangen, de S&P 500 sloot bijna een procent lager. De voortzetting van het stimuleringsprogramma, waarbij men de mogelijkheid voor extra stimulering open hield, stemde de goudmarkt en de zilvermarkt positief. De goudprijs steeg na de bekendmaking van het besluit van de FOMC. Ook de zilverprijs veerde weer wat op. Eerder die dag werden de edelmetalen nog in de verkoop gedaan, heel toevallig na de publicatie van de teleurstellende ADP banencijfers.

    Monetaire basis VS

  • LIVE: ECB persconferentie 2 mei 2013 (14:30)

    UPDATE: De ECB heeft de rente verlaagd naar 0,5%. De rente voor de marginal lending facility is ook met 25 basispunten verlaagd tot 1%

    De inflatie in de eurozone is al een half jaar aan het dalen en kwam de afgelopen maand uit op slechts 1,2%. In juni 2012 is de rente voor het laatst verlaagd, toen van 1 naar 0,75 procent. Om de prijsstabiliteit te bewaken verlaagde Draghi destijds ook de opslag op geld dat banken bij de centrale bank parkeren, van 0,25% naar 0%.

    Nieuwe maatregelen van de ECB worden vandaag niet verwacht. Volgens sommigen is het mogelijk dat Draghi de eisen aan het onderpand van banken versoepelt, zodat die makkelijker geld uit kunnen lenen aan bedrijven en particulieren.

    De financiele markten zijn relatief kalm en ook de obligatierente van de ‘probleemlanden’ geeft momenteel weinig reden tot zorg. Onlangs zakte de rente op Italiaanse staatsobligaties met een looptijd van 10 jaar onder de 4%, het laagste niveau in drie jaar tijd. Ook de Spaanse rente kruipt alweer richting de 4%. De daling van de rente op deze staatsobligaties voor een deel worden toegeschreven aan Italiaanse banken en een Spaans pensioenfonds, zoals we eerder al schreven op Marketupdate.

     

  • Pimco: Pas op voor de verborgen haircuts

    1. Negatieve reële rente

    Tijdens en na de Tweede Wereldoorlog verlaagden veel landen met een hoge schuldenlast de rente tot een niveau lager dan de inflatie. Spaarders werden op deze manier niet volledig gecompenseerd voor het waardeverlies van de munt. In combinatie met een groeiende economie wist de VS op deze manier haar staatsschuld als percentage van het GDP in enkele jaren te halveren vanaf de piek van 250%. Dit ging ten koste van de spaarders, die met hun dollars niet genoeg compensatie kregen voor de inflatie.

    Wat de obligatiehouders laten liggen is de winst voor de overheid, die de reële omvang van haar schuld ziet afnemen. Grote obligatiehouders als Japan en China zullen volledige terugbetaling krijgen van de Amerikaanse staatsobligaties, maar de vraag is hoeveel koopkracht daar nog van over blijft.

    2. Inflatie / devaluatie munt

    Inflatie lijkt onlosmakelijk verbonden te zijn met een fractioneel banksysteem. Als er meer kredieten worden verstrekt dan afbetaald neemt de geldhoeveelheid in circulatie toe, wat een prijsopdrijvend effect heeft in een economie die minder snel groeit. De inflatie verkleint de koopkracht van iedere dollar of euro in circulatie. Een stijging van de nominale waarde van een belegginsportefeuille hoeft niet altijd te betekenen dat u rijker bent geworden. In een scenario van hyperinflatie gaan ook aandelenkoersen sterk omhoog, maar vaak niet voldoende om de inflatie bij te houden.

    3. Kapitaalcontroles

    Overheden en centrale banken kunnen kapitaalcontrole toepassen om de instroom of uitstroom van geld te beperken. Zo belast Brazilië inkomend kapitaal en beperkt Cyprus de hoeveelheid kapitaal die het land mag verlaten. In 1933 verbood de Amerikaanse regering zelfs het privé bezit van goudbaren en gouden munten, boven een bepaalde hoeveelheid.

    4. Faillissement

    Een ‘default’ kan ook vrij plotseling komen. Bill Gross haalt het voorbeeld aan van de 5-jaars obligaties van wapenfabrikant Dobbins. De obligatie met goudkleurige zegel beloofde terugbetaling in dollars of in machinegeweren, maar geen van beide werd uiteindelijk geleverd. Met een ironische ondertoon merkt Bill Gross op dat steeds meer centrale banken nu aandelen aan het kopen zijn. Dat zou aandelen nog veiliger maken dat bedrijfsobligaties van bedrijven als Dobbins.

    Bron: Pimco

  • Ook Amerikaanse aandelenmarkt blijft maar stijgen…

    De macro-economische indicatoren in de VS staan momenteel op het laagste niveau in zeven maanden tijd, maar de S&P 500 index staat ruim 10% hoger dan toen. De index van 500 grote Amerikaanse bedrijven breekt nieuwe records en is op het moment van schrijven nog maar een neuslengte verwijderd van de 1600 punten.

    Macro-economische indicatoren negatief, maar aandelenmarkt is positief (Bron: Zero Hedge)

  • Percentage huiseigenaren VS terug op niveau van 1995

    Door een versoepeling van de kredietvoorwaarden en een daling van de rente konden steeds meer mensen geld voor een huis. Als gevolg daarvan steeg het percentage Amerikanen met een koopwoning tussen 1994 en 2005 van minder dan 64 naar meer dan 69 procent. De schuldgedreven vastgoedbubbel bleek niet houdbaar toen de Federal Reserve de rente in twee jaar tijd stapsgewijs verhoogde van 1% naar 5%.

    Vooral de Amerikanen met lage inkomens kwamen in de problemen door de stijgende maandlasten. Steeds meer Amerikanen konden of wilden de hypotheek niet langer betalen en leverden de sleutels van hun huis bij de bank in. Een tragedie die vooral de lagere inkomensgroepen veel schade heeft toegebracht.

    In 2002 hield toenmalige president George W. Bush nog een vurig pleidooi voor meer huizenbezit, met name onder huishoudens met een laag inkomen. Bush zorgde ervoor dat de regels versoepeld werden en dat Fannie Mae en Freddie Mac kredieten verstrekten aan hypotheekgevers die de lasten eigenlijk niet konden dragen. Onderaan dit artikel staat de audio-opname die RTL-Z jaren

    Stijgende huren

    De lagere huizenprijzen trekken op dit moment vooral investeerders aan, die verschillende woningen tegelijk opkopen met als doel deze te verhuren. De groeiende vraag naar huurwoningen in de VS heeft een prijsopdrijvend effect gehad op de huren, zoals de twee grafiek laat zien. De derde grafiek toont aan dat ook de prijzen van leegstaande woningen weer langzaam aan het stijgen zijn.

    Percentage Amerikanen met eigen woning weer terug op het niveau van 1995 (Bron: Zero Hedge)

    Huren stijgen, prijzen van leegstaande woningen zitten ook weer in de lift (Bron: Zero Hedge)

    George Bush wil woningbezit stimuleren (oktober 2002)

  • Grafiek: Aandelen ongevoelig voor slechte economische cijfers?

    Eind 2009 en in de eerste helft van 2011 waren beleggers enthousiast over aandelen, terwijl de macro-economische cijfers al een correctie voorspelden. Met een vertraging van enkele maanden zakten de aandelenkoersen in en werd de relatie met de macro-economsiche data hersteld. Afgelopen week kwamen er opnieuw veel teleurstellende macro-economische cijfers uit in Europa, zoals onderstaande grafieken op Zero Hedge laten zien. Tegelijkertijd steeg de Eurostoxx aandelenmarkt met 5%.

    Zitten de macro-economische cijfers eaast of zijn de aandelenbeleggers te positief geworden?

    Macro-economische data voorspelt een correctie? (Grafiek van Bloomberg, via Zero Hedge)

    Grootste verslechtering macro-economische data sinds 2007 (Grafiek van Bloomberg, via Zero Hedge)

  • Grafiek: Alle bull markets in aandelen sinds 1871

    Onderzoekers Butler, Philbrick, Gordillo and Associates pakten een database met Amerikaanse aandelenkoersen vanaf 1871. Een bull market werd gedefinieerd als een stijging van tenminste 50% vanaf het dieptepunt die tenminste zes maanden duurde. Een bear market werd aangemerkt als een prijsdaling van tenminste 20% vanaf de top die tenminste drie maanden aanhield. Daar kwamen onderstaande grafiek en de bijbehorende tabel uit rollen.

    De huidige bull market begon in april 2009 en duurt nu al 49 maanden. Gedurende deze periode steeg de S&P 100 index met 104,94%. Gemiddeld duurde een bull market, zoals hierboven omschreven, 67 maanden en steeg de index met 178,09%. Wat dat betreft heeft de huidige bull market dus nog een weg te gaan. Maar door de grote verschillen tussen de ‘bull markets’ is het misschien beter om naar de mediaan te kijken (de middelste waaeming uit de reeks). Als we die als uitgangspunt nemen ziet de toekomst er wat minder zonnig uit voor aandelen. De mediaan was namelijk 50 maanden (één maand meer dan de huidige bull market) met een rendement van 123,81% (een kleine 20 procent meer dan de huidige bull market).

    De grote vraag is dan ook hoe lang de koersen nog zullen blijven stijgen….

    Alle ‘bull markets’ van de Amerikaanse aandelenmarkt sinds 1871 (Bron: Ritholtz)

    De tabel laat zien dat de huidge bull market nog ‘ondergemiddeld’ is  (Bron: Ritholtz)

  • Australië zet deel valutareserves om in Chinese staatsobligaties

    Dit besluit volgt op een overeenkomst tussen de regerlingsleiders van China en Australië om voortaan handel te drijven in de eigen valuta, waar Marketupdate begin deze maand over berichtte. China is al de grootste buitenlandse afzetmarkt voor de Australische economie en die relatie zal alleen nog maar intensiever worden. Vorig jaar maakten de twee landen al een onderlinge valutaswap om transacties in de eigen valuta te stimuleren.

    De Chinezen willen hun yuan renminbi steeds meer naar voren schuiven als een alteatieve handelsmunt. Daarom stelt het land haar relatief gesloten kapitaalmarkten steeds meer open voor het buitenland. “Het is voor het eerst dat de Reserve Bank of Australia directe toegang heeft tot de obligatiemarkt van een Aziatisch land, anders dan Japan”, zo verklaarde gouveeur Philip Lowe van de Australische centrale bank tijdens een toespraak die hij afgelopen woensdag hield in Shanghai. “Het weerspiegeld de bredere economische relatie tussen China en Australië en de versterking van de onderlinge financiële band”, zo voegde hij eraan toe.

    “Door de kapitaalmarkt open te stellen voor centrale banken als die van Australië zet China een nieuwe stap in het openbreken van de markt voor buitenlandse investeerders”, aldus Martin Whetton van Nomura Holdings in Syndey. Hij vervolgt: “Gezien de sterke economische band tussen de twee landen was Australië een voor de hand liggende kandidaat om deze investering te kunnen doen [Chinese staatsobligaties te kopen]. De vraag is alleen of andere centrale banken zullen volgen”.

    De Australische centrale bank zit op een totale valutareserve van 38,25 miljard Australische dollars (ongeveer €30 miljard), zo blijkt uit data op de website van de Reserve Bank of Australia. Als men daar 5% van investeert in Chinees schuldpapier gaat dat dus om een bedrag van omgerekend €1.5 miljard.

    Mijlpaal

    Hoewel het absolute bedrag niet zo groot is spreekt de Australische schatkistbewaarder Wayne Swan van een belangrijke mijlpaal. Per email gaf hij zijn reactie aan Bloomberg: “Een sterke financiële en economische band tussen onze economieën zal ervoor zorgen dat Australië nog beter gepositioneerd is om te kunnen profiteren van een verschuiving van de wereldwijde economische groei richting Azië”. 

    De Australische economie heeft sterk geprofiteerd van een bull market in grondstoffen. De vraag vanuit de Aziatische markt, waaronder China, neemt toe. Chinese investeringen in de Australische economie – vooamelijk in de mijnbouwsector – zijn sinds 2006 vervijfvoudigd en bedroegen eind 2011 ongeveer 20 miljard Australische dollars. Omgekeerd waren investeringen van Australië in de Chinese economie in 2011 in totaal 17 miljard Australische dollars. Volgens Philip Lowe van de Australische centrale bank zijn de investeringen in China in werkelijkheid nog groter, omdat een gedeelte van de investeringen via het financiele centrum van Hong Kong gedaan is.

    “Een significant gedeelte van de groei van de Chinese investeringen in Australië was in de vorm van directe investeringen. Dat was vooral in de grondstoffensector, maar meer recent vindt er ook diversificatie plaats richting de dienstensector en in vastgoed”, aldus Lowe.

    China nam één in de maand februari eenderde van de totale export van Australië voor haar rekening. Ze kochten vooral veel kolen en ijzererts. De totale handel tussen China en Australië werd in de eerste zes maanden van 2012 geschat op een waarde van 127,8 miljard Australische dollars.

    Australië krijgt toegang tot de Chinese obligatiemarkt en zal 5% van haar reserves omzetten in schuldpapier

  • Grafiek: Steeds meer jongeren langs de zijlijn

    Onderstaande grafiek is gebaseerd op gegevens uit 2011, waarvan we nu weten dat die minder slecht waren dan de cijfers van nu. Twee jaar geleden had bijna één op de vijf jongeren van 16 t/m 24 jaar in landen als Ierland, Spanje, Griekenland en Italie geen werk en geen studie.

    Percentage jongeren zonder werk en zonder studie in verschillende landen (Bron: Credit Suisse, via Zero Hedge)

    De meest recente cijfers van de jeugdwerkloosheid in Europa (Bron: Zero Hedge)

  • Grafiek: De rente op 10-jaars Treasuries vanaf 1790

    Onderstaande grafiek laat zien hoe de rente op Amerikaanse staatsobligaties met een looptijd van 10 jaar zich door de jaren heen ontwikkeld heeft. De grafiek gaat terug tot het jaar 1790 en bevat dus meer dan 220 jaar aan data. De grafiek laat zien dat de rente na de ontkoppeling van de dollar aan goud sterk begon te stijgen, om vanaf 1980 weer de weg naar beneden in te zetten. De rente staat inmiddels historisch laag. Hoe ver kunnen we nog zakken?

    Amerikaanse staatsobligaties hebben vanaf 1980 een uitstekend rendement laten zien, omdat de rente op de 10-jaars ‘Treasuries’ toen in een dalende trend terecht kwam. Sinds het uitbreken van de financiele crisis is de rente verder weggezakt tot niveaus die we nog niet eerder gezien hebben. De vlucht in de vermeende veiligheid van de Amerikaanse dollar, gecombineerd met de geldpers van de Federal Reserve, heeft de rente naar een ongekend laag niveau gebracht.

    Op het moment van schrijven staat de rente op 1,7%, een percentage dat we ten tijde van de Tweede Wereldoorlog voor het laatst gezien hebben. In de zomer van vorig jaar stond de rente op een gegeven moment zelfs onder de 1,5%, de laagste stand ooit. Zo lang de rente blijft dalen (en er genoeg beleggers en spaarders te vinden zijn die in Amerikaans schuldpapier wil beleggen) kan Amerika haar ongekend hoge staatsschuld financieren. Toch wordt de speelruimte om de rente verder omlaag te brengen bijzonder klein, zoals ook de grafiek laat zien. Het is nog maar drie jaar geleden dat de rente op Amerikaanse 10-jaars staatsobligaties nog 3,8% was, meer dan het dubbele van de vergoeding die het Amerikaanse ministerie van Financiën op dit moment zou moeten betalen voor een nieuwe lening.

    Rente naar 20%

    Het vertrouwen in de Amerikaanse dollar stond in 1980 zwaar onder druk, toen toenmalig Fed-voorzitter Paul Volcker de rente naar 20% moest verhogen om het vertrouwen in de munt terug te winnen. Hoe het vertrouwen in de munt nu gered moet worden is de grote vraag, want een substantiële stijging van de rente door de Federal Reserve is onder de huidige omstandigheden volledig uitgesloten. In plaats daarvan probeert de centrale bank het vertrouwen van beleggers vast te houden door de markten oneindig te ondersteunen. Door staatsobligaties en hypotheekleningen van de markt te houden wordt de lange rente omlaag gedrukt, zodat schulden makkelijker gefinancierd kunnen worden.

    Tegelijkertijd zorgt de lage rente ervoor dat er geld van spaarrekeningen wordt losgeweekt en op zoek gaat naar rendement, bijvoorbeeld in aandelen, vastgoed en grondstoffen. Stijgende aandelenkoersen en huizenprijzen, wat Fed-voorzitter Ben Beanke het ‘wealth effect’ noemt, is het recept geworden om deze crisis te bezweren. Hoe ver kan de rente nog dalen, voordat de wereld het vertrouwen in het Amerikaanse schuldpapier opzegt?

    Rente op 10-jaars staatsobligaties vanaf 1790 in kaart gebracht (via Zero Hedge)

  • Alleen rijkste Amerikanen zagen hun vermogen toenemen

    De meest vermogende huishoudens kwamen relatief goed door de crisis heen, want het gemiddelde vermogen van de rijkste 7% groeide tussen 2009 en 2011 van $2.476.244 naar $3.173.895. Tegelijkertijd zagen de overige 111 miljoen huishoudens het vermogen licht krimpen van $139.896 naar $133.817, een verlies van 4%. De scheve verdeling is volgens Pew Research toe te schrijven aan het feit dat vermogende huishoudens meer spreiding kunnen toepassen in hun vermogen. Ze bezitten bijvoorbeeld een grote portefeuille van aandelen en obligaties, beleggingen die tussen 2009 en 2011 in waarde zijn toegenomen. Minder rijke huishoudens hebben het grootste gedeelte van hun vermogen vaak in hun huis zitten, een huis dat niet bepaald meer waard is geworden sinds het knappen van de vastgoedbubbel…

    Kloof tussen rijk en arm groter

    Pew Research schrijft in haar persbericht dat de 8 miljoen rijkste huishoudens (met een vermogen boven de $836.033) tussen 2009 en 2011 er $5,6 biljoen op vooruit gegaan is, terwijl de 111 miljoen huishoudens met het minste vermogen samen naar schatting $600 miljard van hun vermogen zagen verdampen. Als we deze cijfers in een cirkeldiagram zouden uittekenen zouden we het vermogen van de 7% rijkste huishoudens zien opschuiven van 56% naar 63% van het totaal (tussen 2009 en 2011). Het gemiddelde vermogen van een huishouden in de rijke groep was in 2011 bijna 24x zo groot als het gemiddelde vermogen van een huishouden uit de minder rijke groep. Dat was in 2009 nog maar 18x zo veel.

    Aandelen versus huizenprijzen

    Het vermogen van huishoudens wordt gemeten als het totaal van alle bezittingen, zoals een huis, auto, een aandelenportefeuille, pensioenen en dergelijke, minus alle schulden zoals een hypotheek, een autolening, creditcardschuld en studentenleningen. Tussen 2009 en 2011 steeg de S&P 500 aandelenindex met 34% (en daaa met nog eens 26%), terwijl de Case Shiller index van huizenprijzen met 5% omlaag ging. De huizenprijzen beginnen volgens Pew Research alweer iets te stijgen, maar ze staan nog altijd 29% beneden de piek van 2006.

    Beleggingsportefeuille

    Huishoudens met een vermogen van meer dan $500.000 hebben gemiddeld 65% in aandelen, obligaties en pensioenrekeningen zitten, terwijl hun huis slechts 17% van hun vermogen is. Bij huishoudens onder de $500.000 vermogen komt gemiddeld de helft voor rekening van de woning en 33% van aandelen, obligaties en andere financiële activa. Tussen 2009 en 2011 daalde het aantal huishoudens in de categorie onder de $500.000 dat een eigen beleggingsportefeuille beheerde van 16% naar 13%. Aan het eind van de rit waren er dus minder huishoudens die profiteerden van de opwaartse trend in de aandelenmarkt. Onder de meest vermogende huishoudens zakte het percentage met een eigen beleggingsportefeuille overigens ook, van 62% naar 59%.

    Het vermogen van de rijken werd groter, de rest werd iets armer tussen 2009 en 2011 (Bron: Pew Research)

    Vooral de rijke huishoudens profiteerden van stijgende aandelenkoersen (Bron: Pew Research)

    Vermogen van de rijkste 7% groter dan van armste 93% (Bron: Pew Research)

    Vermogensontwikkeling naar vermogen alleen positief voor de $500.000+ huishoudens (Bron: Pew Research)