Categorie: Economie

Economisch Nieuws

  • Centrale banken kopen meer aandelen

    Gary Smith van BNP Paribas heeft het afgelopen jaar met 103 centrale bankiers gesproken over diversificatie van de valutareserves, zo schrijft Bloomberg. “Als valutareserves groeien neemt ook de druk om te diversifieren toe. Morgen zullen centrale banken niet niet allemaal aandelen hebben, maar het is wel de richting die we op gaan”, aldus Smith. Beheerders van de buitenlandse reserves van centrale banken zoeken alteatieven voor het aanhouden van staatsobligaties, omdat het stimuleringsbeleid van de Federal Reserve, de Bank of Japan en de Bank of England de rente op schuldpapier naar een extreem laag niveau gebracht heeft.

    Bloomberg meldt dat centrale banken alleen in de afgelopen tien jaar ongeveer $8,5 biljoen aan hun reserves hebben toegevoegd, meer dan ze nodig hebben voor dagelijkse transacties. Centrale banken houden valutareserves aan die ze makkelijk van de hand kunnen doen, zodat ze de reserves kunnen gebruiken om de waarde van hun munt te verdedigen. Er zijn nu zoveel reserves dat centrale banken naar alteatieven beginnen te kijken.

    QE

    Sinds 2008 is het landschap dramatisch veranderd. De Federal Reserve zette de geldpers aan en daaa volgde ook de Bank of England met een eigen QE-programma. De Zwitserse centrale bank verraste de markt door een plafond in te stellen voor de waarde van haar munt ten opzichte van de euro. Om een grens van 1,20 Franc per euro te verdedigen moest ook de Swiss National Bank de geldpers aanzetten. Ook Japan kon de verleiding niet weerstaan en trok eerder dit jaar alle registers open met een nieuw stimuleringsprogramma. De wereldwijde monetaire verruiming (quantitative easing) ondermijnt de waarde van valuta en daarmee de waarde van de staatobligaties die op de balans staan. De rente op deze obligaties is in veel gevallen al lager dan de inflatie.

     

    Aandelen

    Een enquete onder zestig centrale bankiers, die gezamenlijk $6,7 biljoen aan reserves beheren, bracht aan het licht dat bijna de helft bereid is meer risico’s te nemen door het lage rendement op obligaties. Veertien centrale bankiers hebben al aandelen gekocht of hebben plannen om dat binnen vijf jaar te gaan doen. De vraag om aandelen te kopen is nog niet eerder aan centrale bankiers gesteld in een dergelijke enquete.

    “Ik zie dat andere centrale banken aandelen kopen of dat overwegen”, aldus Jan Schmidt van de Tsjechische centrale bank. De in Praag gevestigde centrale bank heeft vanaf 2008 tot en met nu 10% van haar totale reserves van $44,4 miljard omgezet in aandelen, net als de Zwitserse centrale bank. De Bank of Japan maakte onlangs bekend dat haar portefeuille van aandelen in 2014 verdubbeld zal zijn tot omgerekend $35,2 miljard. Ook de Israelische centrale bank kocht vorig jaar voor het eerst aandelen en heeft inmiddels 3% van haar reserves omgezet in aandelen van Amerikaanse bedrijven. De Bank of Korea begon vorig jaar Chinese aandelen te kopen en heeft inmiddels 5,7% van haar totale reserves hierin gestopt. Het gaat om een portefeuille van $18,6 miljard.

    De valutareserves groeiden het afgelopen jaar met $734 miljard tot een record van $10,9 biljoen. Dat is ongeveer 20% van de wereldwijde  aandelenmarkt, die Bloomberg schat op een marktwaarde van $55 biljoen.

    Volgens Matthey Beesley van Henderson Global Investors Holding is het een logische keuze van centrale banken om in aandelen te stappen. “Aandelen zijn bezittingen die het langste stand zullen houden. Als het dividendrendement hoger is dan het rendement op staatsobligaties is de keuze voor aandelen een logische”, zo verklaarde hij op 18 april tegenover Bloomberg. Aandelen uit de S&P 500 index bieden gemiddeld een dividendrendement van 2,2%, terwijl een 10-jaars Treasury maar 1,69% oplevert.

    Goud?

    Opvallend genoeg rept Bloomberg in haar artikel geen woord over goud, terwijl dat toch één van de meest prominente reserves is van een centrale bank. Het edelmetaal is de olifant in de kamer. De ultieme diversificatie voor valutareserves, omdat fysiek goud voor haar waarde niet afhankelijk is van de valuta. Aandelen en obligaties zijn beide genoteerd in een bepaalde valuta, terwijl een goudreserve daar los van staat. Wat Bloomberg niet zegt is dat steeds meer centrale banken spreiding aanbrengen door goud te verzamelen en dat tegen de actuele marktwaarde op de balans te zetten.

    Centrale banken begeven zich steeds meer op de aandelenmarkt

  • Grafiek: Amerika bezuinigt op openbare werken

    De bestedingen aan constructie van publieke voorzieningen, de Total Public Construction Spending (TLPBLCONS), zijn na 2009 sterk teruggelopen. Gecorrigeerd voor de inflatie zijn de bestedingen in een paar jaar tijd met meer dan 25% gezakt en in verhouding tot het GDP zijn deze uitgaven met 28% omlaag gegaan. Door de crisis krijgen Amerikaanse staten minder belastinginkomsten binnen en worden er minder publieke voorzieningen aangelegd. Businessinsider haalde de volgende twee grafieken naar voren.

    Uitgaven voor constructie, gecorrigeerd voor de CPI inflatie (Bron: St. Louis Fed)

    Uitgaven voor constructie in verhouding tot het GDP (Bron: St. Louis Fed)

  • Uitkeringsaanvragen VS naar laagste niveau in vijf jaar

    MarketWatch wijst erop dat de vakantiedagen rond Pasen de cijfers van de nieuwe uitkeringsaanvragen kunnen vertroebelen, maar dat dit effect begin mei weer uit de statistieken verdwijnt. Het Amerikaanse “Department of Labor”, dat de cijfers iedere week publiceert, zegt dat er geen ongebruikelijke factoren meespeelden in de cijfers. De daling suggereert volgens het onderzoeksbureau een verbetering in de arbeidsmarkt, die zichtbaar begint te worden in een daling van het aantal ontslagen. Toch moet daarbij gezegd worden dat de uitkeringsaanvragen een minder sterke indicator zijn voor de gezondheid van de arbeidsmarkt dan de banengroei. Woensdag kwam het ADP al met een slecht banencijfer en vrijdag komt het definitieve cijfer van de overheid.

    Het 4-wekelijkse gemiddelde van de nieuwe uitkeringsaanvragen, een cijfer dat minder volatiel is, zakte afgelopen week met 16.000 aanvragen naar een totaal van 342.250. Om de cijfers in perspectief te plaatsen hebben we naast de laatste uitkeringsaanvragen ook de ontwikkeling van de participatiegraad (het percentage van de beroepsbevolking met een baan) en het aantal niet-werkzoekende Amerikanen (not in labor force) ook meegenomen. Deze cijfers, afkomstig van de St. Louis Fed, wijzen nog niet op een herstel van de Amerikaanse economie.

    Uitkeringsaanvragen dalen naar laagste punt sinds 2008…

    … maar de participatiegraad staat op het laagste percentage in meer dan dertig jaar….

    … en het aantal Amerikanen dat niet meer wordt meegeteld op de arbeidsmarkt was nog nooit zo groot

  • Ook Amerikaanse aandelenmarkt blijft maar stijgen…

    De macro-economische indicatoren in de VS staan momenteel op het laagste niveau in zeven maanden tijd, maar de S&P 500 index staat ruim 10% hoger dan toen. De index van 500 grote Amerikaanse bedrijven breekt nieuwe records en is op het moment van schrijven nog maar een neuslengte verwijderd van de 1600 punten.

    Macro-economische indicatoren negatief, maar aandelenmarkt is positief (Bron: Zero Hedge)

  • Percentage huiseigenaren VS terug op niveau van 1995

    Door een versoepeling van de kredietvoorwaarden en een daling van de rente konden steeds meer mensen geld voor een huis. Als gevolg daarvan steeg het percentage Amerikanen met een koopwoning tussen 1994 en 2005 van minder dan 64 naar meer dan 69 procent. De schuldgedreven vastgoedbubbel bleek niet houdbaar toen de Federal Reserve de rente in twee jaar tijd stapsgewijs verhoogde van 1% naar 5%.

    Vooral de Amerikanen met lage inkomens kwamen in de problemen door de stijgende maandlasten. Steeds meer Amerikanen konden of wilden de hypotheek niet langer betalen en leverden de sleutels van hun huis bij de bank in. Een tragedie die vooral de lagere inkomensgroepen veel schade heeft toegebracht.

    In 2002 hield toenmalige president George W. Bush nog een vurig pleidooi voor meer huizenbezit, met name onder huishoudens met een laag inkomen. Bush zorgde ervoor dat de regels versoepeld werden en dat Fannie Mae en Freddie Mac kredieten verstrekten aan hypotheekgevers die de lasten eigenlijk niet konden dragen. Onderaan dit artikel staat de audio-opname die RTL-Z jaren

    Stijgende huren

    De lagere huizenprijzen trekken op dit moment vooral investeerders aan, die verschillende woningen tegelijk opkopen met als doel deze te verhuren. De groeiende vraag naar huurwoningen in de VS heeft een prijsopdrijvend effect gehad op de huren, zoals de twee grafiek laat zien. De derde grafiek toont aan dat ook de prijzen van leegstaande woningen weer langzaam aan het stijgen zijn.

    Percentage Amerikanen met eigen woning weer terug op het niveau van 1995 (Bron: Zero Hedge)

    Huren stijgen, prijzen van leegstaande woningen zitten ook weer in de lift (Bron: Zero Hedge)

    George Bush wil woningbezit stimuleren (oktober 2002)

  • Grafiek: Aandelen ongevoelig voor slechte economische cijfers?

    Eind 2009 en in de eerste helft van 2011 waren beleggers enthousiast over aandelen, terwijl de macro-economische cijfers al een correctie voorspelden. Met een vertraging van enkele maanden zakten de aandelenkoersen in en werd de relatie met de macro-economsiche data hersteld. Afgelopen week kwamen er opnieuw veel teleurstellende macro-economische cijfers uit in Europa, zoals onderstaande grafieken op Zero Hedge laten zien. Tegelijkertijd steeg de Eurostoxx aandelenmarkt met 5%.

    Zitten de macro-economische cijfers eaast of zijn de aandelenbeleggers te positief geworden?

    Macro-economische data voorspelt een correctie? (Grafiek van Bloomberg, via Zero Hedge)

    Grootste verslechtering macro-economische data sinds 2007 (Grafiek van Bloomberg, via Zero Hedge)

  • Grafiek: Alle bull markets in aandelen sinds 1871

    Onderzoekers Butler, Philbrick, Gordillo and Associates pakten een database met Amerikaanse aandelenkoersen vanaf 1871. Een bull market werd gedefinieerd als een stijging van tenminste 50% vanaf het dieptepunt die tenminste zes maanden duurde. Een bear market werd aangemerkt als een prijsdaling van tenminste 20% vanaf de top die tenminste drie maanden aanhield. Daar kwamen onderstaande grafiek en de bijbehorende tabel uit rollen.

    De huidige bull market begon in april 2009 en duurt nu al 49 maanden. Gedurende deze periode steeg de S&P 100 index met 104,94%. Gemiddeld duurde een bull market, zoals hierboven omschreven, 67 maanden en steeg de index met 178,09%. Wat dat betreft heeft de huidige bull market dus nog een weg te gaan. Maar door de grote verschillen tussen de ‘bull markets’ is het misschien beter om naar de mediaan te kijken (de middelste waaeming uit de reeks). Als we die als uitgangspunt nemen ziet de toekomst er wat minder zonnig uit voor aandelen. De mediaan was namelijk 50 maanden (één maand meer dan de huidige bull market) met een rendement van 123,81% (een kleine 20 procent meer dan de huidige bull market).

    De grote vraag is dan ook hoe lang de koersen nog zullen blijven stijgen….

    Alle ‘bull markets’ van de Amerikaanse aandelenmarkt sinds 1871 (Bron: Ritholtz)

    De tabel laat zien dat de huidge bull market nog ‘ondergemiddeld’ is  (Bron: Ritholtz)

  • Grafiek: Steeds meer jongeren langs de zijlijn

    Onderstaande grafiek is gebaseerd op gegevens uit 2011, waarvan we nu weten dat die minder slecht waren dan de cijfers van nu. Twee jaar geleden had bijna één op de vijf jongeren van 16 t/m 24 jaar in landen als Ierland, Spanje, Griekenland en Italie geen werk en geen studie.

    Percentage jongeren zonder werk en zonder studie in verschillende landen (Bron: Credit Suisse, via Zero Hedge)

    De meest recente cijfers van de jeugdwerkloosheid in Europa (Bron: Zero Hedge)

  • Australië zet deel valutareserves om in Chinese staatsobligaties

    Dit besluit volgt op een overeenkomst tussen de regerlingsleiders van China en Australië om voortaan handel te drijven in de eigen valuta, waar Marketupdate begin deze maand over berichtte. China is al de grootste buitenlandse afzetmarkt voor de Australische economie en die relatie zal alleen nog maar intensiever worden. Vorig jaar maakten de twee landen al een onderlinge valutaswap om transacties in de eigen valuta te stimuleren.

    De Chinezen willen hun yuan renminbi steeds meer naar voren schuiven als een alteatieve handelsmunt. Daarom stelt het land haar relatief gesloten kapitaalmarkten steeds meer open voor het buitenland. “Het is voor het eerst dat de Reserve Bank of Australia directe toegang heeft tot de obligatiemarkt van een Aziatisch land, anders dan Japan”, zo verklaarde gouveeur Philip Lowe van de Australische centrale bank tijdens een toespraak die hij afgelopen woensdag hield in Shanghai. “Het weerspiegeld de bredere economische relatie tussen China en Australië en de versterking van de onderlinge financiële band”, zo voegde hij eraan toe.

    “Door de kapitaalmarkt open te stellen voor centrale banken als die van Australië zet China een nieuwe stap in het openbreken van de markt voor buitenlandse investeerders”, aldus Martin Whetton van Nomura Holdings in Syndey. Hij vervolgt: “Gezien de sterke economische band tussen de twee landen was Australië een voor de hand liggende kandidaat om deze investering te kunnen doen [Chinese staatsobligaties te kopen]. De vraag is alleen of andere centrale banken zullen volgen”.

    De Australische centrale bank zit op een totale valutareserve van 38,25 miljard Australische dollars (ongeveer €30 miljard), zo blijkt uit data op de website van de Reserve Bank of Australia. Als men daar 5% van investeert in Chinees schuldpapier gaat dat dus om een bedrag van omgerekend €1.5 miljard.

    Mijlpaal

    Hoewel het absolute bedrag niet zo groot is spreekt de Australische schatkistbewaarder Wayne Swan van een belangrijke mijlpaal. Per email gaf hij zijn reactie aan Bloomberg: “Een sterke financiële en economische band tussen onze economieën zal ervoor zorgen dat Australië nog beter gepositioneerd is om te kunnen profiteren van een verschuiving van de wereldwijde economische groei richting Azië”. 

    De Australische economie heeft sterk geprofiteerd van een bull market in grondstoffen. De vraag vanuit de Aziatische markt, waaronder China, neemt toe. Chinese investeringen in de Australische economie – vooamelijk in de mijnbouwsector – zijn sinds 2006 vervijfvoudigd en bedroegen eind 2011 ongeveer 20 miljard Australische dollars. Omgekeerd waren investeringen van Australië in de Chinese economie in 2011 in totaal 17 miljard Australische dollars. Volgens Philip Lowe van de Australische centrale bank zijn de investeringen in China in werkelijkheid nog groter, omdat een gedeelte van de investeringen via het financiele centrum van Hong Kong gedaan is.

    “Een significant gedeelte van de groei van de Chinese investeringen in Australië was in de vorm van directe investeringen. Dat was vooral in de grondstoffensector, maar meer recent vindt er ook diversificatie plaats richting de dienstensector en in vastgoed”, aldus Lowe.

    China nam één in de maand februari eenderde van de totale export van Australië voor haar rekening. Ze kochten vooral veel kolen en ijzererts. De totale handel tussen China en Australië werd in de eerste zes maanden van 2012 geschat op een waarde van 127,8 miljard Australische dollars.

    Australië krijgt toegang tot de Chinese obligatiemarkt en zal 5% van haar reserves omzetten in schuldpapier

  • Alleen rijkste Amerikanen zagen hun vermogen toenemen

    De meest vermogende huishoudens kwamen relatief goed door de crisis heen, want het gemiddelde vermogen van de rijkste 7% groeide tussen 2009 en 2011 van $2.476.244 naar $3.173.895. Tegelijkertijd zagen de overige 111 miljoen huishoudens het vermogen licht krimpen van $139.896 naar $133.817, een verlies van 4%. De scheve verdeling is volgens Pew Research toe te schrijven aan het feit dat vermogende huishoudens meer spreiding kunnen toepassen in hun vermogen. Ze bezitten bijvoorbeeld een grote portefeuille van aandelen en obligaties, beleggingen die tussen 2009 en 2011 in waarde zijn toegenomen. Minder rijke huishoudens hebben het grootste gedeelte van hun vermogen vaak in hun huis zitten, een huis dat niet bepaald meer waard is geworden sinds het knappen van de vastgoedbubbel…

    Kloof tussen rijk en arm groter

    Pew Research schrijft in haar persbericht dat de 8 miljoen rijkste huishoudens (met een vermogen boven de $836.033) tussen 2009 en 2011 er $5,6 biljoen op vooruit gegaan is, terwijl de 111 miljoen huishoudens met het minste vermogen samen naar schatting $600 miljard van hun vermogen zagen verdampen. Als we deze cijfers in een cirkeldiagram zouden uittekenen zouden we het vermogen van de 7% rijkste huishoudens zien opschuiven van 56% naar 63% van het totaal (tussen 2009 en 2011). Het gemiddelde vermogen van een huishouden in de rijke groep was in 2011 bijna 24x zo groot als het gemiddelde vermogen van een huishouden uit de minder rijke groep. Dat was in 2009 nog maar 18x zo veel.

    Aandelen versus huizenprijzen

    Het vermogen van huishoudens wordt gemeten als het totaal van alle bezittingen, zoals een huis, auto, een aandelenportefeuille, pensioenen en dergelijke, minus alle schulden zoals een hypotheek, een autolening, creditcardschuld en studentenleningen. Tussen 2009 en 2011 steeg de S&P 500 aandelenindex met 34% (en daaa met nog eens 26%), terwijl de Case Shiller index van huizenprijzen met 5% omlaag ging. De huizenprijzen beginnen volgens Pew Research alweer iets te stijgen, maar ze staan nog altijd 29% beneden de piek van 2006.

    Beleggingsportefeuille

    Huishoudens met een vermogen van meer dan $500.000 hebben gemiddeld 65% in aandelen, obligaties en pensioenrekeningen zitten, terwijl hun huis slechts 17% van hun vermogen is. Bij huishoudens onder de $500.000 vermogen komt gemiddeld de helft voor rekening van de woning en 33% van aandelen, obligaties en andere financiële activa. Tussen 2009 en 2011 daalde het aantal huishoudens in de categorie onder de $500.000 dat een eigen beleggingsportefeuille beheerde van 16% naar 13%. Aan het eind van de rit waren er dus minder huishoudens die profiteerden van de opwaartse trend in de aandelenmarkt. Onder de meest vermogende huishoudens zakte het percentage met een eigen beleggingsportefeuille overigens ook, van 62% naar 59%.

    Het vermogen van de rijken werd groter, de rest werd iets armer tussen 2009 en 2011 (Bron: Pew Research)

    Vooral de rijke huishoudens profiteerden van stijgende aandelenkoersen (Bron: Pew Research)

    Vermogen van de rijkste 7% groter dan van armste 93% (Bron: Pew Research)

    Vermogensontwikkeling naar vermogen alleen positief voor de $500.000+ huishoudens (Bron: Pew Research)

  • Grafiek: De rente op 10-jaars Treasuries vanaf 1790

    Onderstaande grafiek laat zien hoe de rente op Amerikaanse staatsobligaties met een looptijd van 10 jaar zich door de jaren heen ontwikkeld heeft. De grafiek gaat terug tot het jaar 1790 en bevat dus meer dan 220 jaar aan data. De grafiek laat zien dat de rente na de ontkoppeling van de dollar aan goud sterk begon te stijgen, om vanaf 1980 weer de weg naar beneden in te zetten. De rente staat inmiddels historisch laag. Hoe ver kunnen we nog zakken?

    Amerikaanse staatsobligaties hebben vanaf 1980 een uitstekend rendement laten zien, omdat de rente op de 10-jaars ‘Treasuries’ toen in een dalende trend terecht kwam. Sinds het uitbreken van de financiele crisis is de rente verder weggezakt tot niveaus die we nog niet eerder gezien hebben. De vlucht in de vermeende veiligheid van de Amerikaanse dollar, gecombineerd met de geldpers van de Federal Reserve, heeft de rente naar een ongekend laag niveau gebracht.

    Op het moment van schrijven staat de rente op 1,7%, een percentage dat we ten tijde van de Tweede Wereldoorlog voor het laatst gezien hebben. In de zomer van vorig jaar stond de rente op een gegeven moment zelfs onder de 1,5%, de laagste stand ooit. Zo lang de rente blijft dalen (en er genoeg beleggers en spaarders te vinden zijn die in Amerikaans schuldpapier wil beleggen) kan Amerika haar ongekend hoge staatsschuld financieren. Toch wordt de speelruimte om de rente verder omlaag te brengen bijzonder klein, zoals ook de grafiek laat zien. Het is nog maar drie jaar geleden dat de rente op Amerikaanse 10-jaars staatsobligaties nog 3,8% was, meer dan het dubbele van de vergoeding die het Amerikaanse ministerie van Financiën op dit moment zou moeten betalen voor een nieuwe lening.

    Rente naar 20%

    Het vertrouwen in de Amerikaanse dollar stond in 1980 zwaar onder druk, toen toenmalig Fed-voorzitter Paul Volcker de rente naar 20% moest verhogen om het vertrouwen in de munt terug te winnen. Hoe het vertrouwen in de munt nu gered moet worden is de grote vraag, want een substantiële stijging van de rente door de Federal Reserve is onder de huidige omstandigheden volledig uitgesloten. In plaats daarvan probeert de centrale bank het vertrouwen van beleggers vast te houden door de markten oneindig te ondersteunen. Door staatsobligaties en hypotheekleningen van de markt te houden wordt de lange rente omlaag gedrukt, zodat schulden makkelijker gefinancierd kunnen worden.

    Tegelijkertijd zorgt de lage rente ervoor dat er geld van spaarrekeningen wordt losgeweekt en op zoek gaat naar rendement, bijvoorbeeld in aandelen, vastgoed en grondstoffen. Stijgende aandelenkoersen en huizenprijzen, wat Fed-voorzitter Ben Beanke het ‘wealth effect’ noemt, is het recept geworden om deze crisis te bezweren. Hoe ver kan de rente nog dalen, voordat de wereld het vertrouwen in het Amerikaanse schuldpapier opzegt?

    Rente op 10-jaars staatsobligaties vanaf 1790 in kaart gebracht (via Zero Hedge)