Categorie: Economie

Economisch Nieuws

  • China verwelkomt yuan in Europese valutareserves

    De Chinese centrale bank heeft gezegd dat ze positief staan tegenover een toevoeging van de Chinese yuan in de valutareserves van oost-Europese landen. Dit statement verscheen woensdag op de website van de centrale bank, na afloop van een ontmoeting tussen vertegenwoordigers van China en zestien verschillende centraal-Europese en oost-Europese landen. Ook zouden de zestien Europese landen met China overeenstemming hebben bereikt over meer financiële samenwerking, waaronder het afsluiten van leningen in de Chinese yuan.

    China wil minder afhankelijk worden van de dollar en promoot daarom steeds vaker haar eigen valuta in het internationale handelsverkeer. Verschillende landen hebben de yuan al opgenomen in hun valutareserves en met de zijderoute probeert China handelspartners te verleiden om projecten te financieren met leningen in yuan. Op die manier weet China als nieuwe economische grootmacht andere landen financieel aan zich te binden, vergelijkbaar met de manier waarop het IMF landen destijds meer afhankelijk maakte van de dollar.

    Chinese Zijderoute

    De oost-Europese landen zijn voor China een belangrijke schakel in de Zijderoute, omdat goederentreinen door deze landen heen moeten om de West-Europese markt te bereiken. Dat betekent dat er de komende jaren veel geïnvesteerd zal worden in nieuwe spoorlijnen en snelwegen. Enige tijd geleden namen Chinese investeerders de haven van Pireaus in Griekenland over. Goederen die in deze haven worden uitgeladen kunnen per spoor verder getransporteerd worden naar andere Europese landen.

    Deze bijdrage is afkomstig van Geotrendlines

  • Iran wil €300 miljoen aan contanten uit Duitsland halen

    Iran heeft plannen om voor €300 miljoen aan contant geld in te vliegen vanuit Duitsland, zo meldt de Duitse krant Bild. Het gaat om tegoeden die Iran momenteel geparkeerd heeft bij de Europaeisch-Iranische Handelsbank AG in Hamburg en die ze uit vrees voor nieuwe Amerikaanse sancties in veiligheid wil brengen.

    De financiële toezichthouder van Duitsland onderzoekt momenteel of deze operatie, vanwege wetgeving omtrent het tegengaan van witwassen. Als deze horde genomen is kan de bank het bedrag in de vorm van bankbiljetten opvragen bij de Bundesbank.

    Het zou niet de eerste keer zijn dat Iran een grote hoeveelheid contant geld per vliegtuig laat invliegen. In 2016 werd bekend dat de Amerikaanse regering voor omgerekend $400 miljoen aan contanten in de vorm van euro’s en Zwitserse franken naar Teheran had gestuurd. De biljetten voor dit transport werden toen geleverd door de Nederlandse en Zwitserse centrale bank.

    Sancties

    In de Verenigde Staten en Israel worden de geldtransporten naar Iran met enige argwaan bekeken. Zij vrezen dat Iran het geld mogelijk gebruikt voor financiering van de Hezbollah en strijdgroepen in Syrië. Volgens Iran zijn die zorgen onterecht en is het geld bestemd voor Iraniërs die naar het buitenland reizen en vanwege de financiële sancties geen bankpasjes en creditcards kunnen gebruiken om mee te betalen.

    Met deze operatie komt de Duitse centrale bank voor een lastig dilemma te staan. Geeft ze het tegoed van €300 miljoen aan contant geld vrij, dan handelt ze in feite tegen de Amerikaanse belangen. De nieuwe sancties tegen Iran zijn er namelijk op gericht het land economisch te isoleren en haar tegoeden in het buitenland te blokkeren.

    Iran probeert op verschillende manieren de impact van de Amerikaanse sancties te verkleinen. Zo heeft het land twee jaar geleden besloten olie niet langer in dollars, maar in euro’s af te rekenen. Ook kiest het land nu bewust voor contant geld in andere valuta dan de dollar. Met contant geld kan Iran financiële sancties ontwijken, omdat bankbiljetten buiten het banksysteem verhandeld kunnen worden.

    Deze bijdrage is afkomstig van Geotrendlines

  • Hoe goed is ons economieonderwijs?

    Economie is een belangrijk vak in het Nederlandse onderwijs, maar in hoeverre sluit het lesmateriaal dat op scholen en universiteiten gebruikt wordt nog aan bij de actualiteit? Zijn de theorieën en modellen die we moeten leren nog wel relevant en betrouwbaar? Volgens Rethinking Economics NL, een netwerk van studenten, academici en gepassioneerde denkers, is het economieonderwijs in Nederland te eentoning, te wiskundig en te theoretisch.

    Rethinking Economics NL probeert via de website Economie Onderwijs de discussie over het lesmateriaal op gang te brengen en bracht in kaart wat de stand van het huidige onderwijs is. Uit dat onderzoek blijkt dat de neoklassieke theorie over economie nog altijd de dominante stroming is. Veel alternatieve benaderingen van de economie, zoals de Oostenrijkse school, blijken nauwelijks aan bod te komen.

    Sam de Muijnck van Rethinking Economics NL ging bij Café Weltschmerz in gesprek met econoom Martijn Jeroen van der Linden om de staat van het economieonderwijs te analyseren. Een boeiend gesprek over de evolutie van het lesmateriaal op onze scholen en universiteiten.

    Volg Marketupdate nu ook via Telegram

  • ‘Risk on’ op de markten leidt tot uitverkoop dollar

    Wereldwijd besloten de markten opgewekter te reageren op de dreiging van een handelsoorlog tussen belangrijke handelspartners. De aandelenkoersen stegen wereldwijd, maar de Amerikaanse rendementen daalden juist licht. De combinatie van lagere Amerikaanse rendementen en een grotere risicobereidheid leidde tot een rally van elke belangrijke valuta ten opzichte van de Amerikaanse dollar. De best presterende munt was de Mexicaanse peso, die meer dan 6% steeg. De markten vertoonden een ‘verkoop het gerucht, koop het nieuws’-reactie op de overtuigende winst van links bij de Mexicaanse verkiezingen afgelopen zondag.

    Alle ogen zijn nu gericht op het Amerikaanse inflatierapport van juni, dat donderdag verschijnt. In het banencijfer van juni was de loonstijging minder dan verwacht; dit betekent dat de kans op een afwijking bij deze cijfers waarschijnlijk ook groter is geworden. Ook de publicatie van de notulen van de laatste ECB-bijeenkomst donderdag zal deze week een doorslaggevende gebeurtenis zijn. Hieronder de belangrijkste valuta in detail.

    Euro

    Hoewel er in de eurozone verder weinig gebeurde, waren de Duitse fabrieksorders en de industriële productie toch belangrijke positieve verrassingen. Ook deze gegevenspunten bevestigen dat de vertraging in activiteit in de eurozone voor de zomer een incident was en geen trendwijziging. De ECB-notulen die donderdag verschijnen zullen wat meer duidelijkheid geven over de planning die de Raad van Bestuur heeft voor het verhogen van de rente. De markten verwachten een eerste verhoging in september 2019. Wij beginnen te verwachten dat het wel eens wat eerder zou kunnen gebeuren.

    Britse pond

    De markten negeerden zowel het positieve nieuws uit de PMI-rapporten over zakelijke activiteit als het opgewekte bericht van Carney, en bleven zich richten op het gebrek aan voortgang bij de Brexit-onderhandelingen. Het Britse pond volgde bijna elke tick van de euro ten opzichte van de Amerikaanse dollar, wat deze week een mooie rally van meer dan 1% opleverde.

    Voor het pond wordt het een drukke week. De cijfers van de industriële productie en de maakindustrie die dinsdag verschijnen zouden het pond kunnen steunen als ze de sterke opleving in de economische cijfers van het Verenigd Koninkrijk bevestigen.

    Amerikaanse dollar

    Het banencijfer van juni gaf een wisselend beeld. Het headline cijfer voor banengroei was met 213.000 hoger dan de consensus van 195.000. Hierbij moet toegevoegd worden dat ook het cijfer voor mei opwaarts werd bijgesteld. De werkloosheid steeg echter onverwacht van 3,8% in mei naar 4% in juni – maar dit werd volledig veroorzaakt door het feit dat meer mensen zich weer als werkzoekenden meldden. De loongroei vertraagde licht, van 0,3% naar 0,2% op maandbasis, en steeg met 2,7% jaar op jaar; hiermee ligt hij nu voor het eerst sinds vele jaren net iets onder de inflatie.

    Na deze afwijking zouden teleurstellende CPI-cijfers over de inflatie donderdag er wel eens toe kunnen leiden dat de markten hun verwachtingen ten aanzien van toekomstige renteverhogingen door de Fed bijstellen en de recente sell-off van de dollar aangewakkerd wordt.

    Door: Enrique Díaz-Álvarez (Ebury)

    Enrique Diaz-Alvarez is chief risk officer en staat aan het hoofd van het analistenteam van Ebury in New York. Vanwege zijn gedrevenheid, passie en gedegen kennis, wordt Enrique door Bloomberg erkend als een van de meest accurate voorspellers van de marktbewegingen.

    Over Ebury:

    Ebury maakt internationale markten toegankelijker met valutadiensten op maat en flexibel handelskrediet voor ondernemingen. Ebury werkt samen met ruim 12.000 organisaties en verricht 12 miljard euro aan valutatransacties in 140 verschillende valuta. Het bedrijf heeft kantoren in het Verenigd Koninkrijk, Nederland, Spanje en Polen. De speerpunten van Ebury:

    • Financiële diensten die normaal zijn voorbehouden aan grote multinationals
    • Financiering van uw aankopen
    • Marktkennis en valutadiensten op maat
    • Ons netwerk van liquidity providers en intermediaire banken
    • Transacties in ruim 140 verschillende valuta

    Meer informatie op www.ebury.nl

  • Grote vermogensongelijkheid in Nederland

    De vermogensongelijkheid in Nederland is relatief groot in vergelijking met andere Westerse landen, zo blijkt uit een recent onderzoek van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO). Van alle 28 landen waar de gegevens van verzameld werden kwam ons land op de tweede plaats, wanneer je kijkt naar de vermogensconcentratie onder de bevolking. Alleen in de Verenigde Staten zijn de verschillen in rijkdom nog groter.

    Van alle onderzochte landen bleek de rijkste 10% gemiddeld goed te zijn voor 52% van het totale vermogen. Ter vergelijking, in Nederland ligt dat aandeel met 68% aanzienlijk hoger. Toch is de situatie nog niet zo extreem als in de Verenigde Staten, waar de top 10% van de bevolking maar liefst 79% van het vermogen in handen heeft. Om dat in perspectief te plaatsen, de ‘armste’ 60% van de Amerikaanse bevolking heeft slechts 2,4% van al het vermogen.

    Vermogensongelijkheid is groot in Nederland (Bron: OESO, grafiek van Statista)

    Geen vermogen maar schuld

    Dat een groot deel van de bevolking geen vermogen heeft wil niet zeggen dat ze geen bezittingen hebben. We moeten er ook rekening mee houden dat er veel huishoudens zijn die hun vermogen met schulden gefinancierd hebben, waardoor hun netto vermogenspositie gering of zelfs negatief is.

    Volgens cijfers van de OESO is dit bijvoorbeeld het geval in Nederland en Denemarken. In deze landen is het vermogen van de ‘onderste ‘60% van de bevolking zelfs negatief. Dat betekent dat de schulden van deze huishoudens gemiddeld groter zijn dan hun bezittingen.

    Lees ook:

  • De oliemaatschappijen zijn de weg kwijt

    Het doet een beetje vreemd aan op een moment dat olieprijzen gestaag omhoog kruipen, maar oliemaatschappijen weten het even niet meer. Moeten ze nu wel of niet blijven investeren in langlopende projecten of is het beter meer op de korte termijn te werken? De wijsheid van het moment is immers dat de vraag naar olie in het komend decennium gaat pieken. En dan te bedenken dat de sector zijn investeringen in het afgelopen decennium al gehalveerd heeft.

    In de jaren 2010 – 2015 beliepen de investeringen in nieuwe projecten een bedrag van $875,1 miljard. In de tweede helft van dit decennium bedragen de investeringen $443,5 miljard. De daling was de uitkomst van druk door beleggers en de noodzaak stevig in de kosten te snijden.

    Productietekort in oliesector?

    Maar langzamerhand begint het gevoel te ontstaan dat de sector op het verkeerde pad is beland is. Het huidige beleid kan er immers ook in uitmonden dat er op den duur een tekort aan olie groeit. Natuurlijk groeit de productie van schalie-olie in de VS nog gestaag, maar het is maar de vraag of die stijgende productie wel voldoende is.

    Kenners wijzen erop dat de kwaliteit van de bewezen reserves er niet op vooruit is gegaan. Diezelfde kenners wijzen er ook op dat de verwachtingen over het pieken van de vraag naar olie op zijn best vaag zijn. De bandbreedte is immers extreem. Sommige partijen zijn van mening dat de vraag naar olie al in 2030 zal gaan dalen, andere denken echter eerder aan 2070.

    Twijfelaars vragen zich af welke wijsheid schuilgaat achter een beleid om langlopende investeringen te schrappen op een moment dat de vraag uit Afrika en Azië alleen maar groeit. Ze wijzen er daarbij op dat de vraag naar olie sinds 2014 ieder jaar met 1,7 miljoen vaten per dag is gegroeid.

    Critici wijzen daarbij op het gedrag van beleggers. Die tonen zich steeds meer en steeds vaker beducht voor de mogelijk financiële gevolgen van ‘global warming’, maar ook zijn ze bang voor de negatieve uitkomsten van de opmars van de elektrische auto en de groeiende aversie tegen bijvoorbeeld plastic. In dit wereldbeeld passen geen investeringen met een looptijd van meer dan tien jaar.

    Oliemaatschappijen moeten in hun ogen meer en meer het accent gaan leggen op het maximeren van de uitkering aan de belegger. In hun ogen is dat zinvoller dan het pogen van sommige oliemaatschappijen om zich om te vormen tot producenten van renewable energy. Daar missen ze immers de kennis voor.

    Welke strategie is succesvol?

    Het is niet alleen de vrees van beleggers die de huidige handelswijze van de oliemaatschappijen stuurt. Ook binnen de sector is daar brede steun voor. Menigeen wijst tevreden naar de hogere kosten-efficiëntie. Middelen worden niet zomaar meer ingezet, zoals in een niet al te ver verleden. De inzet van nieuwe technologieën maakt het bovendien mogelijk meer op te pompen uit bestaande velden.

    De prangende vraag is echter hoe lang dit beleid goed uitpakt. Het is niet ondenkbaar dat over pakweg zeven jaar de oliemaatschappijen niet langer in staat zijn om voldoende olie op te pompen met alle gevolgen van dien voor de prijs en in het verlengde daarvan voor de economie.

    Voor het moment pakt de huidige strategie goed uit. Volgens Wood MacKenzie zullen de grote oliemaatschappijen hun productie tot 2020 jaarlijks met 3,5% opvoeren. De huidige stijging van de olieprijs is dan ook niet het gevolg van een achterblijvende productie. Die is toe te schrijven aan factoren waar de sector geen greep op heeft. Zo is daar het beleid van OPEC en Rusland om de productie voorlopig te blijven beperken.

    Ook de crisis in Venezuela speelt een rol, evenals de beslissing van president Trump om uit de Iran-deal te stappen. Gecorrigeerd door al die factoren zou de prijs amper stijgen, ondanks de groeiende vraag. Dat neemt niet weg dat de twijfel over de wijsheid van de huidige korte termijnaanpak groeit.

    De bekende hedgefondsmanger Pierre Andurand voorziet een olieprijs van $150 in minder dan twee jaar. Hij wijst erop dat de doorbraak van de elektrische auto nog steeds op zich laat wachten. Het zal in zijn ogen ook nog wel een tijd kunnen duren voordat het zover is. Hij vraagt zich dan ook hardop af waar de olie vandaan moet komen als de oliemaatschappijen volharden in hun huidige aanpak, terwijl de vraag alleen maar blijft toenemen. Voorlopig is hij een roepende in de woestijn, wat niet automatisch wil zeggen dat hij ongelijk heeft.

    Cor Wijtvliet

    corwijtvliet-logo

    Deze bijdrage is afkomstig van www.corwijtvliet.nl

    Tot slot:

    • Hebt u opmerkingen en/of vragen? Mail ze gerust aan: [email protected]
    • Of via mijn twitteraccount: @wijtvliet
    • Voor meer door mij geschreven artikelen bezoekt u mijn website: www.corwijtvliet.nl
    • Of bezoek www.Beurshalte.nl      
    • Ontvangt u het Cor Wijtvliet Journaal niet rechtstreeks? Abonneert u zich dan hier!

    Vindt u deze columns van Cor Wijtvliet interessant, dan kunt voor €25 per jaar donateur worden van het CorWijtvlietJournaal. Ook kunt u een geheel vrijwillige bijdrage overmaken naar NL14RABO0156073676, ten name van Wijtvliet Research.

    Donateurs krijgen niet alleen zonder vertraging het CorWijtvlietJournaal in hun mailbox, maar kunnen ook rekenen op een wekelijkse extra nieuwsbrief met vijf beleggingstips van Cor Wijtvliet. Neem voor meer informatie contact op met Cor Wijtvliet via het hierboven genoemde mailadres.

  • Lex Hoogduin: “Centrale banken hebben verkeerde diagnose gesteld”

    Centrale banken hebben in 2008 de verkeerde diagnose gesteld en hebben daardoor niet de juiste maatregelen genomen. Dat zegt voormalig centraal bankier Lex Hoogduin in een interview met Café Weltschmerz. Banken hebben weliswaar meer buffers aangelegd en ook is het toezicht op de bankensector verscherpt, maar het fundamentele probleem van teveel schulden is nog steeds niet opgelost. Sterker nog, die zijn de laatste jaren alleen maar verder toegenomen.

    Lex Hoogduin merkt op dat er sinds het loslaten van de goudstandaard begin jaren zeventig geen rem meer is op de geldgroei, met als gevolg dat de financiële sector enorm in omvang is toegenomen ten opzichte van de reële economie. De financiële crisis van 2008 was dan ook een resultaat van een decennia lange periode van bijna onbeperkte geldcreatie, een fase die door Hoogduin omschreven wordt als de ‘Great Financial Expansion’.

    Boom-bust cyclus

    In het gesprek legt Hoogduin uit dat het huidige monetaire beleid van vrijwel onbeperkte geldgroei en structurele inflatie leidt tot een verkeerde allocatie van kapitaal en daarmee tot een voortdurende boom-bust cyclus. Om dat te kunnen doorbreken zou er weer een soort anker in het monetaire systeem teruggebracht moeten worden, waarmee de geldgroei beperkt kan worden.

    Volgens Lex Hoogduin is het tijd dat de ECB haar monetaire beleid heroverweegt en een nieuwe strategie uitwerkt op basis van een nieuwe diagnose van de economische crisis. Een van de maatregelen die volgens de voormalig centraal bankier al lang genomen had moeten worden is het verhogen van de rente.

    Volgens de Taylor regel zou die vandaag de dag tussen de 2,5% en 3,5% moeten liggen, terwijl de ECB nog steeds een rente van nul procent hanteert. Door die kunstmatig lage rente stimuleer je de economie, maar heeft de centrale bank geen instrument meer in handen om af te remmen en oververhitting van de economie te voorkomen.

    Het volledige gesprek tussen Lex Hoogduin en Paul Buitink duurt iets meer dan 48 minuten en is hieronder te bekijken. In 2016 spraken wij ook met Lex Hoogduin, het volledige interview kunt u hier teruglezen.

  • Rusland voegt meer Chinese yuan aan reserves toe

    De centrale bank van Rusland heeft in het vierde kwartaal van vorig jaar veel meer Chinese yuan aan haar valutareserves toegevoegd, zo blijkt uit een nieuw rapport dat maandag door de centrale bank naar buiten werd gebracht. Het aandeel van de renminbi, zoals de Chinese valuta ook wel wordt genoemd, steeg vorig jaar van 1% in het derde kwartaal naar 2,8% in het vierde kwartaal.

    Deze cijfers zijn een half jaar oud, maar laten wel zien dat Rusland meer diversificatie zoekt in andere valuta dan de Amerikaanse dollar. De dollar is nog steeds de belangrijkste valuta, al zakte het marktaandeel vorig jaar van 46,5% in het derde kwartaal naar 45,8% in het vierde kwartaal van 2017. Opvallend is dat ook het aandeel van de euro in de totale reserves in die periode omlaag ging, van 24,1% in het derde naar 21,7% in het vierde kwartaal.

    Meer reserves in goud

    Tegenover een daling van de valutareserves in euro’s en dollars staat een verdere toename van de goudreserve. Meer dan 17% van de totale reserves van de centrale bank bestaat inmiddels uit goud, terwijl dat tien jaar geleden nog maar 2,4% was. De Chinese yuan komt met een weging van 2,8% op de vijfde plaats, na de euro, de dollar, het Britse pond en de Canadese dollar. Dat is nog steeds relatief weinig, als je bedenkt dat China inmiddels Nederland heeft ingehaald als belangrijkste afzetmarkt voor de Russische economie.

    Vier jaar geleden ondertekenden de centrale banken van China en Rusland een valutaswap om de handel en investeringen tussen beide economieën te promoten. De Russische centrale bank investeerde daarna 14,5 miljard roebels (omgerekend $228 miljoen) in Chinese obligaties.

    Rusland voegt meer yuan aan reserves toe (Bron: Bloomberg)

    Diversificatie

    Poetin zei vlak na zijn inauguratie nog dat het monopolie van de dollar als wereldhandelsmunt voor veel landen onwenselijk en zelfs gevaarlijk is. Hij sprak daarbij zijn voornemen uit om de economische soevereiniteit van Rusland te versterken, door de afhankelijkheid van dollars te verkleinen. In die context kunnen we de grootschalige goudaankopen van de afgelopen jaren plaatsen. De centrale bank heeft sinds 1999 haar reserves uitgebreid van ongeveer $10 naar $460 miljard, waarvan de goudreserve goed is voor ruim $80 miljard.

  • Realiteitszin op de financiële markten lijkt zoek

    Beleggers moeten zich onderhand toch wel gaan afvragen of alles wel goed gaat op de financiële markten. De geopolitieke spanningen nemen alleen maar toe en zowel in Europa als in de VS wordt het monetair beleid op zijn kop gezet. Reacties blijven echter nagenoeg uit. De MSCI World Equity Index koestert nog steeds een plus van 10%, hoewel er een handelsoorlog is uitgebarsten. Dat is toch wel vreemd.

    Opvallend is ook dat niet alleen waarderingen bizar aan doen onder de huidige omstandigheden. Wie de moeite neemt om even goed polshoogte te nemen, ziet wel heel veel zaken die op zijn zachtst gezegd verbazing wekken. Neem bijvoorbeeld de kredietverlening. Steeds vaker hoor je dat schulden van bedrijven te hoog en te riskant zijn. Meer dan 40% van de asset managers is die mening toegedaan. De klacht is niet ongegrond. Bedrijven hebben afgelopen jaren steeds meer geleend voor bijvoorbeeld buy-outs of overnames. Die hebben vaak een rating variërend van Triple B-plus tot Triple B-min. Beleggers lijken echter onaangedaan. De vraag naar schuldpapier blijft hoog, heel hoog. Daardoor is de spread tussen veilige triple A-papier en ongemakkelijk Triple B-papier slechts een heel magere 50 basispunten. In 2012 bedroeg de spread 200 basispunten.

    ‘Dollar premium’

    Ook de zogeheten dollar term premium zou op zijn minst verbazing moeten wekken. Daarmee wordt de premie bedoeld die de Federal Reserve bereid is beleggers te betalen die hun geld in langlopend schuldpapier willen stoppen. Normaal zou dat positief moeten uitpakken voor de belegger, zeker onder de huidige omstandigheden. De rente stijgt en de inflatie lijkt weer wakker te worden. Daar komt nog bij dat de overheid in de VS de komende jaren veel schuldpapier gaat uitgeven als gevolg van de belastinghervormingen en de groeiende tekorten. Maar de belegger krijgt helemaal geen premie. Die bedraagt nul! Volgens JP Morgan is er wereldwijd zelfs sprake van een inverse yield curve.

    Ook moet het bevreemding wekken dat er amper een correlatie te ontdekken is tussen valuta en renteverschillen. De markt veronderstelt dat de kloof tussen de rente in de VS en die in Japan en Europa alleen maar breder zal worden. De spread tussen de overnight rate voor de dollar en de euro bedraagt nu 250 basispunten. Dat was 25 basispunten in 2016 en 100 basispunten in 2017. In eerdere cycli leidde een dergelijke kloof tot een sterkere dollar. Daar is nu geen sprake meer van.

    Waar komt het optimisme vandaan?

    En zo wemelt het van de tegenstrijdigheden en paradoxen. Beleggers blijven Amerikaanse aandelen kopen ondanks de torenhoge waarderingen. Je zou verwachten dat ze daarom voor niet Amerikaanse aandelen kiezen. Maar nee. De goudprijs blijft maar dalen ondanks de toenemende internationale spanningen. Hetzelfde geldt voor de VIX Index. Die staat weer onder 15, terwijl de spanningen maar blijven oplopen.

    Hoe is die onverschilligheid te verklaren. Zijn beleggers ervan overtuigd dat de groei wereldwijd gezond blijft, zodat bedrijven hun schulden kunnen betalen en hoge winsten blijven boeken? Of zijn beleggers te zelfgenoegzaam geworden na al die jaren van kwantitatieve verruiming en gratis geld? Wie het weet mag het zeggen. Een ding moet echter duidelijk zijn. Markten reageren onder de huidige omstandigheden niet normaal ook al blijven ze zo kalm. Geopolitiek ziet de wereld er immers allesbehalve normaal en kalm uit!

    Cor Wijtvliet

    corwijtvliet-logo

    Deze bijdrage is afkomstig van www.corwijtvliet.nl

    Tot slot:

    • Hebt u opmerkingen en/of vragen? Mail ze gerust aan: [email protected]
    • Of via mijn twitteraccount: @wijtvliet
    • Voor meer door mij geschreven artikelen bezoekt u mijn website: www.corwijtvliet.nl
    • Of bezoek www.Beurshalte.nl      
    • Ontvangt u het Cor Wijtvliet Journaal niet rechtstreeks? Abonneert u zich dan hier!

    Vindt u deze columns van Cor Wijtvliet interessant, dan kunt voor €25 per jaar donateur worden van het CorWijtvlietJournaal. Ook kunt u een geheel vrijwillige bijdrage overmaken naar NL14RABO0156073676, ten name van Wijtvliet Research.

    Donateurs krijgen niet alleen zonder vertraging het CorWijtvlietJournaal in hun mailbox, maar kunnen ook rekenen op een wekelijkse extra nieuwsbrief met vijf beleggingstips van Cor Wijtvliet. Neem voor meer informatie contact op met Cor Wijtvliet via het hierboven genoemde mailadres.

  • Euro stabiliseert na beter politiek nieuws

    Het was een volatiele week voor zowel de dollar, de euro als het pond. De week begon met een koersstijging van de dollar, toen het nieuws kwam dat Trump overweegt beperkingen op te leggen aan Chinese investeringen in de VS. Dat zorgde voor een golf van risicomijding op de markten. De euro ondervond nu ook druk door de angst dat in Duitsland de regerende coalitie van Merkel ondermijnd zou worden door het uitblijven van een akkoord over migratie. Maar aan het einde van de week kwam het verrassende nieuws dat een akkoord was bereikt. Ook was er wat uitstekend nieuws uit het IFO-rapport van Duitse investeerders. Dit samen maakte een rebound van de euro mogelijk, waardoor de koers van de munt deze week uiteindelijk gelijk bleef, met het pond er vlak bij.

    De verliezer van de week was de Nieuw-Zeelandse dollar, die meer dan 2% daalde nadat bekend werd dat de centrale bank zich zorgen begint te maken over de neerwaartse risico’s voor de economie.

    Deze week zal alle aandacht uitgaan naar het Amerikaanse payroll report, dat vrijdag verschijnt. De Britse PMI-indicatoren voor zakelijke activiteit die maandag en woensdag gepubliceerd worden, kunnen het pond ook steunen, terwijl de Australische en Zweedse centrale banken beide op dinsdag bijeenkomen. Hieronder de belangrijkste valuta in detail.

    Euro

    Het verrassende akkoord van de Europese Unie over het migratiebeleid bood de gemeenschappelijke munt wat broodnodige steun. Zondag laat werd echter bekend dat in de Beierse CSU geëist werd dat migranten die in een ander land geregistreerd zijn, (in strijd met de Schengen-overeenkomst) aan de grens teruggestuurd worden. Dit dreigde de regerende coalitie weer te ondermijnen. Deze week is er weinig economisch of beleidsmatig nieuws uit de eurozone, behalve de Duitse fabrieksorders op donderdag. De politieke krantenkoppen zullen hier de koersen blijven bepalen.

    Britse pond

    Het was een hele stille week, zonder belangrijke ontwikkelingen, noch in het economische nieuws, noch in de Brexit-onderhandelingen. Het Britse pond volgde hierdoor de bewegingen van de euro ten opzichte van niet-Europese valuta’s op de voet. De handel zal deze week bepaald worden door de publicatie van de PMI-indicatoren voor zakelijke activiteit op maandag en woensdag. Er is een redelijke kans op een opwaartse verrassing, gezien het feit dat het economische nieuws uit het Verenigd Koninkrijk de laatste tijd in het algemeen steviger van toon is. Als dit gebeurt, denken wij dat er een voedingsbodem is voor een significante rally in het pond ten opzichte van zowel de euro als de dollar.

    Amerikaanse dollar

    Het economische nieuws uit de VS blijkt wat zwakker te zijn dan een paar weken lang verwacht werd. Het is nog te vroeg om hier betekenis aan te geven, maar het feit dat de koers van de dollar hier helemaal niet op reageerde, betekent dat deze waarschijnlijk gevoelig zal zijn voor elke neerwaartse verrassing uit het Amerikaanse payroll report dat vrijdag verschijnt, gezien de algemene verwachting dat dat sterk zal zijn. Ook de publicatie van de notulen van de laatste bijeenkomst van de Federal Reserve donderdag zal belangrijk zijn.

    Door: Enrique Díaz-Álvarez (Ebury)

    Enrique Diaz-Alvarez is chief risk officer en staat aan het hoofd van het analistenteam van Ebury in New York. Vanwege zijn gedrevenheid, passie en gedegen kennis, wordt Enrique door Bloomberg erkend als een van de meest accurate voorspellers van de marktbewegingen.

    Over Ebury:

    Ebury maakt internationale markten toegankelijker met valutadiensten op maat en flexibel handelskrediet voor ondernemingen. Ebury werkt samen met ruim 12.000 organisaties en verricht 12 miljard euro aan valutatransacties in 140 verschillende valuta. Het bedrijf heeft kantoren in het Verenigd Koninkrijk, Nederland, Spanje en Polen. De speerpunten van Ebury:

    • Financiële diensten die normaal zijn voorbehouden aan grote multinationals
    • Financiering van uw aankopen
    • Marktkennis en valutadiensten op maat
    • Ons netwerk van liquidity providers en intermediaire banken
    • Transacties in ruim 140 verschillende valuta

    Meer informatie op www.ebury.nl

  • Is de financiële cyclus getemd?

    Tien jaar na de financiële crisis lijkt alles weer goed te gaan, maar nog steeds worstelen economen met de vraag of de economie nu echt sterker is geworden. De schulden zijn wereldwijd nog hoger dan voor de crisis en in sommige landen zijn de banken zijn nog steeds kwetsbaar door een grote hoeveelheid slechte leningen op de balans. Hoe veilig is ons spaargeld? En wat kunnen we doen om een nieuwe crisis te voorkomen?

    Sustainable Finance Lab organiseerde onlangs een bijeenkomst, waarbij verschillende experts hun visie geven op de economie tien jaar na de crisis. Onder andere centraal bankier Klaas Knot, hoogleraar Arnoud Boot, publicist Jeroen Smit en verschillende bankiers komen aan het woord. Hieronder ziet u het videoverslag van deze bijeenkomst van 15 juni.