Categorie: Valutacrisis

  • Grafieken: Deflatie versus inflatie

    Bij het uitbreken van de financiële crisis in 2008 was het de Amerikaanse centrale bank er alles aan gelegen om deflatie te voorkomen. Met de ervaring van de Grote Depressie zou de Federal Reserve voorkomen dat er opnieuw een alles verwoestende schulddeflatie zou optreden, die het gevolg is van het opdrogen van de kredietverlening. Om deflatie te bestrijden werd er een grootschalig stimuleringsprogramma opgestart, later gevolgd door verschillende rondes van Quantitative Easing (QE). Een groeiende monetaire basis om de vraaguitval van kredieten in de private markt op te vangen…

    De volgende grafieken uit een rapport van Incrementum illustreren hoe de krachten van inflatie en deflatie elkaar op dit moment in evenwicht houden. Een wankel evenwicht dat ieder moment door kan slaan richting inflatie of deflatie. Volgens Incrementum werken de inflatoire en deflatoire krachten tegen elkaar in als twee aardplaten die tegen elkaar schuiven. Ze onderscheiden daarbij de volgende inflatoire en deflatoire krachten…

    Deflatie

    • Totale omvang kredietmarkt als percentage van het GDP daalt al sinds 2007 (dit noemt men ook wel debt deleveraging)
    • Bankkredieten van alle commerciële banken in de VS stagneert, net als in de periode 2007/2008.
    • De groei van de geldhoeveelheid in de VS en in de Eurozone neemt af
    • Consumentenbestedingen lopen terug
    • De goud/zilver ratio loopt op. In het verleden deed goud het vaak beter dan zilver tijdens periodes van desinflatie en deflatie
    • De CCI grondstoffenindex laat sinds 2011 al een scherpe daling zien

    Inflatie

    • Explosieve groei van de monetaire basis in de VS
    • Amerikaanse huishoudens bouwen niet langer hun gemiddelde schuldpositie af
    • De hoeveelheid geld in circulatie neemt toe
    • Commerciële banken hebben grote hoeveelheden overtollige reserves bij de centrale bank. Zodra banken voor deze reserves rente moeten betalen zullen ze meer geneigd zijn kredieten te verstrekken (bij dit punt moeten we u erop wijzen dat banken geen reserves uitlenen)

    Monetaire inflatie versus schulddeflatie

    Monetaire inflatie versus schulddeflatie

    Kredietgroei heeft haar maximum bereikt?

    Kredietgroei heeft haar maximum bereikt?

    Banken verstrekken steeds minder kredieten

    Banken verstrekken steeds minder kredieten

    Geldhoeveelheid in de VS en Eurozone groeit steeds minder

    Geldhoeveelheid in de VS en Eurozone groeit steeds minder

    Ratio goud versus langlopende obligaties

    Ratio goud versus langlopende obligaties

    Explosieve groei monetaire basis door QE

    Explosieve groei monetaire basis door QE

    Huishoudens in de VS bouwen geen schulden meer af

    Huishoudens in de VS bouwen geen schulden meer af

    Inflatie en deflatie onder verschillende monetaire regimes

    Inflatie en deflatie onder verschillende monetaire regimes

    Is er een exit strategie??

    Is er een exit strategie??

  • Venezuela drukt steeds meer bankbiljetten

    Als gevolg van de hoge inflatie in Venezuela is de omloopsnelheid van het geld sterk toegenomen. Daardoor is ook de vraag naar contant geld, en dan vooral de bankbiljetten met hoge coupures, sterk gestegen. Door de stijgende prijzen neemt de bruikbaarheid van de bankbiljetten met kleine bedragen verder af en groeit de populariteit van de biljetten met de hoogste nominale waarde. Dat blijkt ook uit de cijfers van de centrale bank van Venezuela. In 2008 was slechts 3% van al het briefgeld in circulatie in de vorm van 100 bolivar, inmiddels is dat maar liefst 25%. Het afgelopen jaar groeide het aantal 50 en 100 bolivar bankbiljetten in omloop met respectievelijk 47,5% en 42%.

    Inflatie

    Volgens de laatste berichtgeving is de inflatie in Venezuela opgelopen naar 56% op jaarbasis, maar die cijfers worden met steeds meer wantrouwen ontvangen. Volgens verschillende economen wordt de centrale bank van Venezuela door de regering onder druk gezet om de cijfers mooier te presenteren dan ze in werkelijkheid zijn. Econoom Asdrubal Oliveros uit Caracas zegt bedroefd te zijn over de rapporten die de centrale bank naar buiten brengt. “Het lijkt op propaganda die geschreven is door het Ministerie van Informatie. Het is geen technisch rapport dat je van een centrale bank verwacht”.

    Volgens de centrale bank stegen de prijzen in de maand november met 4,8% en in december met 2,2%. In oktober was de maandelijkse inflatie zelfs 5,1%. De centrale bank communiceert geen inflatiecijfer op jaarbasis, maar president Maduro liet tijdens een persconferentie doorschemeren dat dit cijfer op 56,2% ligt. Hij wijt de hoge inflatie aan valutaspeculanten en aan winkeliers die de prijzen onevenredig zouden verhogen. De centrale bank van Venezuela verklaarde dat 2014 een 'gunstig' jaar is om de berekening van het inflatiecijfer nog eens onder de loep te nemen. Volgens econoom Oliveros is dat een aanwijzing dat de inflatiecijfers in de toekomst nog verder van de werkelijkheid af zullen staan dan nu het geval is. Soortgelijke praktijken zagen we in Argentinië, waar de inflatie ook veel lager wordt weergegeven dan die in feite is.

    Valutacrisis in Venezuela

    Sinds het aantreden van de nieuwe president Maduro is Venezuela in een ernstige valutacrisis terechtgekomen. De regering koppelt de munt nog steeds aan de Amerikaanse dollar, maar die koppeling is volstrekt onhoudbaar gebleken. Officieel staat $1 gelijk aan 6,3 bolivar, maar op de zwarte markt betaalt men inmiddels een veelvoud daarvan om aan dollars te komen. Bedrijven hebben de Amerikaanse valuta nodig om de import van goederen te betalen. Hoe zwakker de bolivar, hoe duurder het wordt om goederen uit het buitenland te importeren en in de winkelschappen te leggen. Reuters schrijft dat de prijs van de dollar op de zwarte markt inmiddels meer dan tien keer zo hoog is. De regering doet zo nu en dan een poging om de inflatie te temperen. Zo kondigde de centrale bank deze week aan $90 miljoen beschikbaar te stellen tegen een gunstige wisselkoers van 12 bolivar per dollar. Deze 'goedkopere' dollars zijn echter voorbehouden aan bedrijven die voedsel of verpakkingsmateriaal produceren. Iedere week stelt de centrale bank een beperkte hoeveelheid dollars beschikbaar tegen een wisselkoers van 12 bolivar, terwijl de officiële wisselkoers nog steeds 6,3 bolivar is. Door goedkoop dollars aan te bieden aan producenten van basisgoederen valt de prijsstijging, en daarmee de gerapporteerde inflatie, lager uit. De officiële wisselkoers bestaat eigenlijk alleen op papier, want vrijwel alle bedrijven zijn door een tekort aan dollars bij het officiële wisselkantoor aangewezen op de zwarte markt. Alleen voor de meest onmisbare goederen, zoals medicijnen, stelt de overheid dollars beschikbaar tegen een kunstmatig lage koers. De extreem hoge inflatie doet de economie geen goed. Ondanks de stijgende prijzen van activa groeide de economie in 2013 met slechts 1,6%. Een jaar eerder groeide de economie van het Zuid-Amerikaanse land nog met 5,6%.

    Valutacrisis in Venezuela: waarde bolivar blijft dalen

    Valutacrisis in Venezuela: waarde bolivar blijft dalen

  • Lezers Marketupdate verwachten weinig van tapering

    Lezers van Marketupdate verwachten dat de tapering van de Federal Reserve slechts van korte duur is. Uit onze peiling van eind vorig jaar gaf bijna 70% van de respondenten aan dat het monetaire stimuleringsprogramma van de centrale bank weer zal worden opgeschroefd naar meer dan $75 miljard. Een kleine twintig procent denkt dat de tapering wordt voortgezet en dat de monetaire stimulering in de loop van 2014 wordt afgebouwd naar $50 tot $75 miljard per maand. Iets meer dan vijf procent is van mening dat de Amerikaanse centrale bank eind 2014 weer staatsobligaties en hypotheken terug kan verkopen aan de markt en dus van de balans kan halen. De resterende ~5% denkt dat de tapering wordt voortgezet naar minder dan $50 miljard per maand.

    Meeste Marketupdate lezers verwachten geen verdere tapering

    Meeste Marketupdate lezers verwachten geen verdere tapering

  • Angst voor hyperinflatie verdwijnt uit beeld?

    Sinds het begin van de financiële crisis begeven centrale banken zich op glad ijs. In een poging schulddeflatie te vermijden werd er volop liquiditeit verstrekt aan het banksysteem. Het beruchte Quantitative Easing en het TARP programma hebben de balans van de Amerikaanse centrale bank in de loop der jaren met enkele biljoenen opgeblazen. Ook andere centrale banken, zoals die van Japan, Zwitserland en het Verenigd Koninkrijk, hebben ‘de geldpers’ aangezet om het financiële systeem te stutten. Maar zijn al deze maatregelen niet een voorbode voor een ongekende hyperinflatie?

    Niet als we naar de cijfers van Google kijken! De volgende grafiek is afkomstig van Google Ngram en laat zien hoe vaak het woord ‘hyperinflation‘ gebruikt werd in alle boeken die tussen 1900 en 2008 verschenen en die Google gedigitaliseerd heeft. Zoals u ziet speelde het onderwerp hyperinflatie het meest aan het begin van de jaren negentig, een tijdperk waarin veel landen geplaagd werden door een valutacrisis. Denk bijvoorbeeld aan Joegoslavië, Armenië, Turkmenistan, Peru, Bosnië-Herzegovina, Congo, Rusland, Moldavië, Georgië, Tadzjikistan en tal van anderen (zie deze tabel).

    In de boeken die later gepubliceerd werden kwam het woord hyperinflatie steeds minder vaak voor. Onderstaande grafiek laat de neergaande trend goed zien.

    Hyperinflatie verdwijnt uit het beeld

    Hyperinflatie verdwijnt uit het beeld (Bron: Google Ngram)




    Google Trends

    Nu vraagt u zich misschien af hoe relevant deze grafiek nog is, aangezien de data stopt in 2008. Juist die jaren na de crisis zijn interessant. Is er sinds het begin van de crisis meer geschreven over hyperinflatie? Of leeft dit fenomeen nog steeds niet in de maatschappij? Om dit gat op te vullen gebruiken we data van Google Trends. Daarmee kan men opzoeken hoe vaak een bepaald zoekwoord sinds 2004 is gezocht op de zoekmachine van Google.

    Hyperinflatie in Google Trends

    Hyperinflatie in Google Trends

    Angst voor hyperinflatie steeds kleiner?

    De verzamelde gegevens van Google laten zien dat er eind 2008 en begin 2009 even meer belangstelling was voor hyperinflatie en dat de belangstelling piekte in maart van 2009. Niet geheel toevallig de maand waarin de aandelenkoersen op het absolute dieptepunt stonden! Sindsdien is de angst voor inflatie langzaam weer naar de achtergrond verdwenen.

    Op basis van deze twee grafieken kunnen we concluderen dat de angst voor hyperinflatie vandaag de dag kleiner is dan in 2009 en ook kleiner is dan aan het begin van de jaren negentig, ondanks al dat ‘geld drukken’ door centrale banken!

  • IMF waarschuwt opnieuw voor wegstrepen schulden

    Het IMF waarschuwt in een nieuw rapport wederom voor financiële repressie en voor het wegstrepen van schulden. In een nieuw working paper voor het IMF schrijven Reinhart en Rogoff dat de Westerse wereld te maken heeft met een ongekend groot schuldenprobleem, met schulden die zijn opgelopen tot het hoogste niveau in 200 jaar. De schulden zijn nu zo groot geworden dat ook het ‘rijke’ Westen weer geconfronteerd zal worden met de afschrijving en kwijtschelding van schulden op een schaal die we sinds de Tweede Wereldoorlog niet meer hebben meegemaakt.

    Rigoureuze maatregelen die het IMF genomen heeft om de schulden van ontwikkelingslanden van tijd tot tijd te verlichten moeten ook in de Westerse economieën genomen worden, maatregelen die een diepe kras in het onkreukbare imago van de westerse wereld veroorzaken. Schulden (en daarmee financiële bezittingen!) wegstrepen is iets dat niet past bij onze beschaafde en ontwikkelde economie, toch?? Decennia lang bouwde de westerse wereld een reputatie op van degelijkheid en betrouwbaarheid, maar die staat nu op het spel. Volgens Ambrose Evans Pritchard houdt de politieke elite in het Westen nog steeds vast aan de illusie dat wij fundamenteel anders zijn dan wat wij de ‘Derde Wereld’-landen noemen en dat onze schuldenproblematiek weg gemasseerd kan worden met een aantal jaren bezuinigen, een beetje meer inflatie en wat milde economische groei.

    Totale schuldengroei in het Westen

    Totale schuldengroei in het Westen (Bron: Reinhart en Rogoff, 2013)

    Schulden wegstrepen

    Reinhart en Rogoff leggen in hun working paper getiteld “Financial and Sovereign Debt Crises: Some Lessons Learned and Those Forgotten” (PDF) de vinger op de zere plek. De maatregelen die totnogtoe genomen zijn in Europa en in de VS hebben de fundamentele problemen alleen maar naar de lange baan geschoven. Met symptoombestrijding en ad-hoc genomen maatregelen strompelt de economie voort, maar op een krachtig herstel rekent niemand meer. Hoe lang is dat nog vol te houden?

    In het rapport verwijzen de twee professors naar de onervarenheid van het Westen als het aankomt op het herstructureren van schulden. Door de omvang van het probleem te ontkennen en door een fundamentele oplossing (schuldverlichting) tegen te houden wordt er uiteindelijk meer schade toegebracht dan wanneer de pijnlijke maatregelen snel genomen zouden worden. Binnen de Eurozone zien we dat de relatief sterke economieën nu omlaag worden getrokken door de zwakkere economieën in de periferie. Belastingbetalers in de sterkere landen betalen het grootste deel van de rekening, een situatie waar volgens Reinhart en Rogoff uiteindelijk niemand beter van zal worden.

    Volgens de twee is het vrijwel onvermijdelijk om de pijnlijke maatregelen toch te nemen. "De omvang van het probleem suggereert dat herstructurering noodzakelijk is, bijvoorbeeld in de periferie van Europa. En dat gaat verder dan alles wat tot op heden publiekelijk besproken is", aldus de professors van Harvard. In het working paper is een tabel opgenomen van eerdere schuldverlichtingen in de jaren dertig. Veel landen konden hun schulden van de Eerste Wereldoorlog niet meer terugbetalen en besloten uiteindelijk om dat ook maar gewoon niet meer te doen. Tal van obligaties zijn in het verleden al waardeloos geworden, omdat overheden ten einde raad hun belofte niet meer konden waarmaken. Ook de VS heeft in het verleden haar belofte niet nagekomen, toen ze de dollar devalueerde ten opzichte van goud. Door de prijs aan te passen van $20,67 naar $35 zat er opeens 40% minder goud in de valuta die de man op straat gebruikte en spaarde.

    Bewustwording

    Dat besef zal zo langzamerhand weer terugkeren. Decennia lang hebben we in het Westen niet zulke schuldenproblemen gehad en is de collectieve ervaring van financiële repressie langzaam uit ons geheugen gewist. De financiële repressie komt de laatste jaren steeds meer terug. Denk aan de extreem lage rente op je spaargeld, die al lang niet meer compenseert voor de inflatie. Denk aan bail-in, waarbij spaarders en achtergestelde obligatiehouders mede moesten opdraaien voor de verliezen van een omvallende bank. Door de negatieve reële rente verliezen spaarders en worden de lasten van de schuldenaren verlicht. Dat gebeurt nu al een paar jaar op beperkte schaal, maar vlak na de Tweede Wereldoorlog was dat volgens Reinhart en Rogoff nog veel erger. Toen was de reële rente in de VS en in het Verenigd Koninkrijk jarenlang -2%. In Italië en in Australië verloor de spaarder na correctie voor inflatie ieder jaar zelfs 5%. In een systeem van spaarders en schuldenaren krijgen de spaarders de rekening gepresenteerd. Dat is ook wat Reinhart en Rogoff constateren in hun onderzoek naar kwijtscheldingen van schulden. Soms werden staatsobligaties gewoon niet meer betaald, in andere gevallen werden de leenvoorwaarden aangepast ten nadele van de crediteur. In sommige gevallen maakte hyperinflatie de schuld (en daarmee ook de claim op die schuld) compleet waardeloos. De schuldencrisis heeft direct gevolgen voor de spaarders, omdat we in de westerse wereld de gewoonte hebben om te sparen in schulden. Denk bijvoorbeeld aan uw spaargeld op de bank en de obligaties in uw beleggingsportefeuille of pensioenfonds. Het zijn dit soort bezittingen die in een schuldencrisis gevaar lopen. [polldaddy poll=7699810]

  • Aandelenmarkt Venezuela verliest drie nullen

    Het is goed gebruik voor tal van bananenrepublieken om een paar nullen weg te strepen van bankbiljetten, omdat de valuta door devaluaties en hoge inflatie sterk in waarde gekelderd is. Ook Venezuela past deze methodes toe, een land waar de inflatie het afgelopen jaar al behoorlijk uit de hand is gelopen. Dat begon in februari al met een devaluatie van de munt ten opzichte van de dollar en daarna ging het van kwaad naar erger. Denk aan prijscontroles, winkels die niet meer bevoorraad worden en de tekorten aan toiletpapier.

    Ondertussen vluchtte een grote hoeveelheid spaargeld uit angst voor de hoge inflatie richting de beurs. Dat leverde in 2013 een koersstijging van 480% op voor de Caracas Stock Exchange. Stond de index begin dit jaar nog op ongeveer 500.000 punten, nu is dat meer dan 2,7 miljoen. Al die nullen blijken ook op de beurs niet zo gewenst, want op de website van de Caracas Stock Exchange lezen we dat er met ingang van dit jaar drie nullen worden weggestreept van de index...

    De aandelenmarkt van Venezuela steeg vorig jaar met 480%

    De aandelenmarkt van Venezuela steeg vorig jaar met 480% (Bron: Zero Hedge)

  • Honderd jaar Federal Reserve!

    Het is vandaag honderd jaar geleden dat de Federal Reserve werd opgericht, een centrale bank die in het leven werd geroepen om de waarde van de dollar te beschermen en te voorkomen dat het banksysteem op slot zou gaan in een nieuwe crisis. Ook zou de Federal Reserve de impact van de bedrijfscyclus zoveel mogelijk moeten beperken, door de rente in crisistijd te verlagen en in betere economische tijden te verhogen. Sinds 1977 heeft de Amerikaanse centrale bank er nog een mandaat bij, namelijk het verbeteren van de werkgelegenheid. Daarom spreken we sindsdien van een ‘Dual Mandate’.

    Trackrecord Federal Reserve

    Later deze week besteden we meer aandacht aan de historie van de centrale bank, maar voordat we dat doen staan we eerst even stil bij de hierboven genoemde doelstellingen. Wat voor rapportcijfer geeft u de Federal Reserve geven voor de taken die ze op zich heeft genomen? Marketupdate stelde een (arbitrair) trackrecord samen.

    Koopkracht van de dollar

    We trappen af met een bekende grafiek, namelijk die van de koopkracht van de dollar. Afhankelijk van de gehanteerde definitie heeft de dollar sinds 1913 tussen de 95% en 98% van haar koopkracht verloren. Wie geld in een oude sok heeft gestopt is er dus behoorlijk in koopkracht op achteruit gegaan... Prijsstabiliteit is een rekbaar begrip, want op korte termijn is de dollar nog steeds een stabiele munt. Door de jaren heen wordt duidelijk dat iedereen een beetje koopkracht verliest door dollars aan te houden. Met de extreem lage rente leveren ook staatsobligaties bijna niets meer op.

    Koopkracht van de dollar sinds 1913

    Koopkracht van de dollar sinds 1913

    Bank Failures

    Een grote centrale bank is in staat schokken te absorberen die een individuele bank niet kan dragen. Door dit extra vangnet zou het aantal bank failures beperkt moeten blijven. Daar kwam in de Grote Depressie weinig van terecht, want toen gingen er heel veel lokale banken kopje onder. Maar sindsdien is de Federal Reserve er inderdaad vrij goed in geslaagd om het aantal omvallende banken laag te houden. Tussen 1934 en 1978 gingen er jaarlijks slechts een handjevol banken over de kop. Tijdens de crisis van begin jaren '80 bleef de schade ook beperkt, zoals onderstaande grafiek laat zien. Door een consolidatieslag blijven er wel steeds minder banken over, die stuk voor stuk een groter marktaandeel hebben. Dat vertekend enigszins het aantal faillissementen van de huidige financiële crisis. De Federal Reserve blijkt voornamelijk de belangen van de banken te dienen, want die hebben de crisis bijzonder goed doorstaan. Door de geldkraan open te draaien met kwantitatieve verruiming en met het TARP programma werden banken geleidelijk ontdaan van veel giftige leningen. De slechte leningen hopen zich op op de balans van de Federal Reserve.

    Aantal 'bank failures' in de Verenigde Staten sinds 1921

    Aantal 'bank failures' in de Verenigde Staten sinds 1921

    Werkgelegenheid

    Sinds 1977 heeft de Federal Reserve een dubbel mandaat. Naast het bewaken van de prijsstabiliteit (wat niet zo goed gelukt is) moest het monetaire beleid van de centrale bank ook positief afstralen op de arbeidsmarkt. Hadden we dit overzicht in 2005 gemaakt, dan zou de Federal Reserve op dit onderdeel een goede beoordeling krijgen. Maar nu blijkt dat die arbeidsmarkt het vooral goed deed door de beschikbaarheid van overvloedige hoeveelheden goedkoop geld. Banken verstrekten zoveel kredieten dat men tegelijkertijd kon sparen en consumeren. Een bubbel op de huizenmarkt gaf een extra boost aan de werkgelegenheid.

    Werkgelegenheid in de VS vanaf 1948

    Werkgelegenheid in de VS vanaf 1948

    Bedrijfscyclus

    De Federal Reserve zou haar rente-instrument inzetten om bubbels in de economie te voorkomen. Als we de S&P 500 als graadmeter voor de economie beschouwen moeten we helaas tot de conclusie komen dat de Federal Reserve ook op dit vlak geen goede score haalt. De afgelopen drie decennia was er een opeenstapeling van bubbels zichtbaar, zoals Sander Boon beschrijft in het interview dat onlangs op Marketupdate verscheen. De opeenstapeling van bubbels blijkt vaker wel dan niet het gevolg te zijn van een te lage rente. Dat de Federal Reserve geen goed gevoel voor timing heeft blijkt ook wel uit de woorden van Fed-voorzitter Bernanke. Hij beweerde in 2007 nog dat er geen bubbel was op de Amerikaanse huizenmarkt, terwijl er op dat moment al genoeg mensen waren die het barsten van de huizenbubbel al zagen aankomen.

    S&P 500 index sinds 1957

    S&P 500 index sinds 1957

    Honderd jaar Federal Reserve. Hoera?

    Honderd jaar Federal Reserve. Hoera?

  • Taper-mania

    Voor 2014 willen de centrale bankiers ons doen geloven dat ze alle steun aan economie & financiën gaan afbouwen tot nul!? We moeten geloven dat dit ook kan omdat de globaliserende economie dat nu zou aankunnen. Flauwekul, natuurlijk. Want de stagnerende economie heeft juist nog meer stimulus nodig. Er steekt dus een centrale bank strategie achter deze taper-mania! Centrale bankiers denken en handelen globaal in functie van hun sterkhouders (de Rothschild’s): de internationale conglomeraten. Waar willen ze naartoe, wat willen ze bereiken…

    Historische 10-jaars rente VS

    Historische 10-jaars rente VS (Via Zero Hedge)

    Dollarsysteem verliest haar fundamenten

    De voorbije 45 jaar (sedert 1971) lijken op een financiële stuiptrekking in vergelijking met de 150 jaar daarvoor. Bekijk de bovenstaande grafiek daarvoor aandachtig. Het dollarsysteem verloor eerst z’n gouddekking en is nu z’n oliedekking aan het verliezen. Het Rothschild dollarsysteem verliest z’n wereld controlerende dollarmacht. Hun gratis geld mania (hot money) is een doodlopende straat.

    Als de Anglo-Amerikaanse internationale conglomeraten hun wereldmacht willen blijven behouden gaan ze iets moeten organiseren waarbij ze de machtshefbomen zullen kunnen blijven behouden. Want dat kan straks niet meer door verdere absolute controle over goud & olie (flow & prijzing).

    Heeft gans de wereld zich in een dollar ‘catch-22’ laten manoeuvreren door het Rothschild systeem? Of is dit enkel een ongelukkige samenloop van omstandigheden!? Het eerste is het het meest waarschijnlijke. Als je alle andere groeiende macht voor een prikkie wil binnenhalen moet je die macht eerst waardeloos maken, door het niet dulden van een multi-polaire wereld met grote spelers als EU en China, die een bedreiging vormen voor de dollarmacht. De 45 jaar stuiptrekking op de rentegrafiek laat zien dat het dollarregime nog steeds niet onthoofd is door de opkomende wereldspelers. We zijn de waardeloze wereld (non-)reserve munt blijven opstapelen onder de dwingende (vernietigende) voorwaarden van het dollarregime. Gans de wereld draagt de zware gevolgen van deze kwaadaardige besmetting. Omdat het dollarsysteem nog steeds blijft bepalen wat uw verdiensten maar waard zijn. Maar die dynamiek ondergraaft ook de eigen krachten van het dollarregime. Dit gebeurt omdat de Rothschild’s (internationale conglomeraten) enkel loyaal zijn aan hun eigen macht, zonder enige binding met welke staat of volk dan ook.

    Daarom is een nieuw Bretton Woods internationaal akkoord ook zee onwaarschijnlijk. Hoe nijpend noodzakelijk dit nu ook moge zijn voor een gezond makende evenwichtige wereldhandel (het stroomlijnen van de overschotten en tekorten). Dit speelt niet alleen op wereldvlak tussen Oost en West, maar ook op EU vlak tussen Noord en Zuid.

    Doorstart maken via een muntdevaluatie?

    Het dollarregime zal meer dan waarschijnlijk weer plotsklaps (uit het niets) een éénzijdige actie ondernemen. Denk bijvoorbeeld aan een dollar devaluatie van 30% (?) met alle andere munten in een muntslang 5% (?), die ze dan maar 'valuta reset' zullen noemen (bijvoorbeeld via QE). Een muntslang is een afspraak tussen verschillende landen dat hun valuta alleen binnen een bepaalde bandbreedte in waarde mag stijgen of dalen ten opzichte van andere gespecificeerde valuta. Dat klinkt neutraal en sophisticated, omdat er geen sociale onrust over uit zou breken. Of nu iedereen zich in die wereld dollar muntslang zou gaan invoegen is een ander paar mouwen. De EU heeft daar tonnen onaardige ervaring mee, tijdens de ECU periode (voorloper van euro). Een wereldwijde valuta reset zou dan opgezet worden aan de hand van total net assets van alle muntblokken. Maar het enige bezit van de VS - als initiatiefnemer van een dergelijke wereld muntslang - is een schuldenlawine!? Misschien kiest men wel voor goudreserve als asset??? Linksom of rechtsom, China zal nooit spijt krijgen van z’n goudaccumulatie (zie ook de artikelen van Koos Jansen). Hoe sneller de tapering verloopt, des te dichter we bij een mogelijke *reset* komen te staan. Het economische optimisme als verantwoording voor tapering is een totale misleiding (afleiding).

    Open zenuwen

    De rentecurve uit bovenstaande grafiek moet terug op een normaal ge-reset worden door een *ingreep*. Omdat dit niet meer op een natuurlijke manier kan. Een muntslang en/of muntkorf (SDR-achtig) is een waarschijnlijke tussenstap naar een nieuwe wereld reservemunt (the EMU way). Daarbij houden we rekening met het feit dat het dollarsysteem en regime nu drie open zenuwen aan de oppervlakte heeft liggen:
    • De euro en de converteerbare yuan/roebel
    • Een wankelende petro-dollar
    • Goud als rijkdom reservewaarde!
    Het wordt dus lastig en pijnlijk manoeuvreren in 2014 en 2015... Door: 24 karaat

    Is een valuta devaluatie de oplossing?

    Is een valuta devaluatie de oplossing?

    Disclaimer: De artikelen van gastschrijver 24 karaat zijn op persoonlijke titel geschreven en hoeven daarom niet altijd de visie van Marketupdate te vertegenwoordigen. Marketupdate geeft geen beleggingsadvies en de artikelen van 24 karaat moeten ook niet als zodanig worden aangemerkt. Marketupdate heeft geen geld ontvangen of betaald voor de bijdragen van 24 karaat.

  • Federal Reserve begint met tapering!

    De Federal Reserve gaat vanaf volgend jaar minder monetaire stimulering toepassen. In plaats van $85 miljard per maand aan ‘quantitative easing’ moet de markt leren leven met slechts $75 miljard per maand. Zowel de aankopen van Treasuries als van hypotheekleningen wordt met $5 miljard teruggeschroefd, een kleine stap in de goede richting.

    Op de valreep geeft Bernanke toch nog gevolg aan zijn voorstel om de tapering te starten, want vanaf volgend jaar zal Janet Yellen zijn taken overnemen als voorzitter van de Amerikaanse centrale bank. Met het terugschroeven van het stimuleringsprogramma is het traject voor de komende jaren gewijzigd. Onderstaande grafiek laat zien hoe groot de impact van het besluit van gisteravond is voor de obligatiemarkt.

    Voor de liefhebber hebben we ook de integrale video van de FOMC meeting voor u opgezocht. Daarin geeft Bernanke een korte toelichting op het besluit van de centrale bank om tot tapering over te gaan. Ook komen de vragen van journalisten voorbij. De notulen van de meeting kunt u vinden op de website van de Federal Reserve.

    Nu de tapering begonnen is stellen we u de vraag: Hoe staat het stimuleringsprogramma er over een jaar bij?

    [polldaddy poll=7658805]

    Ziet u de tapering?

    Ziet u de tapering?

  • Interview met Sander Boon: Het falen van het geld- en kredietsysteem

    Marketupdate sprak met politicoloog en goud kenner Sander Boon over de teloorgang van het vertrouwen in overheden, banken en fiat geld. In het eerste deel van dit gesprek doken we vooral in de maatschappelijke en sociale ontwikkelingen die ons in de huidige crisis gebracht hebben. Maar daarmee is niet het hele verhaal verteld.

    In dit tweede deel analyseert Sander Boon de ontwikkelingen in het monetaire systeem die hebben bijgedragen aan de grootste financiële crisis sinds het begin van de vorige eeuw. Hoe heeft het zo mis kunnen gaan? Welke lessen kunnen we uit deze schuldencrisis trekken? En is er een rol weggelegd voor goud of misschien zelfs bitcoin in de hervorming van ons geldsysteem?

    Risico’s gaan onder het tapijt

    In deel 1 van het interview (klik hier) stelde Sander Boon dat ons geldsysteem in de afgelopen 150 jaar door centralisering van functie en toezicht steeds meer van marktinformatie werd ontdaan, waardoor banken en later andere financiële instellingen steeds roekelozer zijn gaan handelen. Voor de komst van centrale banken was goud nog geld en lag de uitgifte van waardepapier (wissels) en bankgeld nog in handen van private partijen, die het waardepapier op zicht of met een vaste vervaldag uitgaven tegen onderpand of handelsfinanciering. In die tijd circuleerden er meerdere soorten waardepapieren die op decentraal niveau met elkaar concurreerden. Als waardestandaard fungeerde het goud, de waardeverschillen van het waardepapier en het bankgeld werd daarna door de markt bepaald. Als een partij teveel handelspapier in omloop had gebracht of beschikte over steeds slechter onderpand, reageerde de markt daarop door het een lagere waarde of hoger disconto toe te kennen.

    In dit decentrale geldsysteem concurreerde waardepapier en bankgeld met elkaar en kon de markt onderscheid maken tussen de meer en minder betrouwbare en was het mogelijk om van het ene op het andere waardepapier over te stappen. Wisselbanken zorgden ervoor dat het waardepapier en het bankpapier altijd verhandeld en geaccepteerd werd.

    De signaalfunctie van waardeverschillen verdween met de komst van een gecentraliseerd geldsysteem dat werd beheerd door een centrale bank, zo stelt Sander Boon. Door de uitgifte van waardepapier en door het bankgeld over te dragen van private partijen naar de overheid werd de werking van de vrije markt in waardepapier uitgeschakeld. Dat dit systeem van centrale banken nog niet zo oud is, kun je zien aan de late opkomst. Waren het er begin vorige eeuw nog maar zo’n tien centrale banken, tegenwoordig beschikt zo ongeveer ieder land over een eigen centrale bank. Door de verantwoordelijkheid voor de werking van de geldmarkt over te dragen aan de autoriteiten, hebben burgers hun interesse in de kredietwaardigheid van financiële partijen verloren en konden banken onder beheer van centrale banken meer risico’s gaan nemen, omdat hun risicovolle gedrag niet meer werd weerspiegeld in een lagere waarde van hun bankpapier. Hoewel de centralisering van de geldmarkt in theorie kon worden beschouwd als een verhoging van marktefficiëntie – er hoefde immers geen marktprijs voor waardepapier meer te worden gevonden – kleefde er ook een groot nadeel aan: financiële crises en bankruns werden gevaarlijker en wijder verspreid omdat risicovol gedrag van banken langer verscholen bleef. Om die bankruns te voorkomen gingen overheden en centrale banken nog een stap verder: ze introduceerden depositogaranties en centrale banken namen de rol op zich van lender of last resort. Het garanderen van spaargeld en het overeind houden van probleembanken door centrale banksteun zou burgers er voortaan van weerhouden om over te gaan tot een run op de bank als ze de bank niet vertrouwden, zo werd gedacht. Omdat deze regelingen wel erg gunstig waren voor banken, werd door toezichthouders tegelijkertijd getracht de geld- en kredietuitgifte streng te controleren. Lange tijd zorgden deze combinatie van depositogaranties en toezicht inderdaad voor de nodige stabiliteit. Maar het kon niet beletten dat banken nog scherper aan de wind gingen zeilen, onder meer door bankactiviteiten te ontplooien in belastingparadijzen, buiten de invloedsfeer van hun toezichthouders. Toch zijn deze ontwikkelingen alleen niet voldoen de om te verklaren waarom de crisis waarin we nu verkeren zo groot is, aldus Boon. Daarvoor moeten we kijken naar de structurele veranderingen in het wereldwijde monetaire systeem.

    Van balans naar opstapeling van beloftes

    Het monetaire systeem evolueerde op een manier die het steeds gemakkelijker maakte om geld- en kredietcreatie te verruimen. Waar vóór de introductie van een geldsysteem onder beheer van centrale banken de handelsbalansen van verschillende landen door de werking van monetair goud naar evenwicht tendeerden, sloegen die door de introductie van groeiend krediet steeds meer uit het lood. Toch gingen overheden volgens Boon door met het steeds verder wegduwen van goud uit het geldsysteem, waardoor er meer ruimte kwam voor kredietmogelijkheden. De verklaring daarvoor is dat overheden zelf altijd meer geld uit willen geven dan er via belastingen binnenkomt. Tijdens de goudstandaard, de op het Engelse ponden, Amerikaanse dollars en goud gebaseerde goudwisselstandaard van 1925 tot 1931 en de op de Amerikaanse dollar gebaseerde goudwisselstandaard van 1945 tot 1971 (Bretton Woods) was er nog sprake van relatief sterke centrale bankcontrole op geld- en kredietcreatie door commerciële banken, maar onder de dollarstandaard vanaf 1971 was de rem eraf. Toen ook nog sprake was van vergaande deregulering van financiële markten vanaf begin jaren 80 was het hek van de dam. De controle op kredietcreatie werd toen in feite helemaal overboord gegooid.

    De ontkoppeling van de dollar met goud

    De rol die de Amerikanen hierbij hebben gespeeld verdient volgens Boon speciale aandacht. De werking van het monetaire en financiële systeem is door hen namelijk diepgaand beïnvloed. Al ver voordat de VS uiteindelijk besloten om de link tussen goud en de dollar te ontkoppelen, wist de wereld dat dit moment eraan zou komen. De Amerikanen gaven immers veel meer dollars uit in het buitenland dan ze aan onderliggende goudwaarde in de kluis hadden liggen. Er was hierdoor permanent sprake van een dreigende dollarcrisis. Vanaf het moment dat de VS in 1971 (eigenlijk al in 1968) weigerden hun in het buitenland circulerende dollars om te wisselen voor goud, zijn de Amerikaanse handelspartners min of meer noodgedwongen hun overtollige dollars gaan beleggen in Amerikaanse staatsobligaties. De Amerikaanse consument kon hierdoor in het buitenland mooie spullen blijven kopen zonder uiteindelijk af te rekenen. Ze betaalden – en betalen ook nu nog - met beloftes en de Amerikaanse overheid kon permanent begrotingstekorten opstapelen. De extra liquiditeit die dit monetaire non-systeem genereerde werd door het internationale bancaire en financiële systeem geabsorbeerd. In wezen was het loslaten van Bretton Woods in 1971 niet anders dan een erkenning van overheden monetaire autoriteiten dat de kredietcreatie niet meer was te controleren, zegt Boon. Door goud als anker eerst langzaam en later rigoureus los te laten, ontstond uiteindelijk een wereld waarin het creëren van krediet niet meer was te stoppen. De nieuwe doctrine werd het opruimen van de scherven als er weer een bubbel was gebarsten. Vanaf 1980 is er dan ook een opeenvolging van economische crises en het uiteenspatten van bubbels zichtbaar. Denk aan Latijns Amerikaanse schuldencrisis (1982), 'Black Monday' op Wall Street (1987), de Mexico crisis (1994), de Azië crisis (1997), het faillissement van LTCM (1998), de dotcom-crisis (2000) en de subprime crisis (2008). Wat het volgens Boon allemaal nog een tandje erger maakt is dat alle crises zijn ‘verholpen’ met meer geld en meer liquiditeit. Overheden en centrale banken beseften zich namelijk al snel dat niet helpen een ineenstorting van het monetaire en financiële stelsel met zich mee zou kunnen brengen. De tekortkomingen van ons huidige financiële systeem zijn uiteindelijk steeds duidelijker zichtbaar geworden, er is steeds meer geld nodig om elke crisis te bezweren.

    Acties hebben gevolgen

    Boon constateert dat het geleidelijk veranderde geld- en kredietsysteem ervoor heeft gezorgd dat er een scheiding is ontstaan tussen burgers die geen of beperkt inzicht hebben in financiële zaken en een groep professionele beleggers die het geld van andere mensen beleggen. Het heeft er ook toe bijgedragen dat de grote middenklasse voornamelijk schulden heeft in de vorm van hypotheekleningen en hun gespaarde pensioengeld heeft gestoken in schuldpapier, terwijl de meer vermogende mensen voornamelijk belegden in aandelen, grondstoffen, vastgoed en kunst, kortom: tastbare zaken. Dit heeft geleid tot een steeds grotere kloof tussen rijk en arm. De door centrale banken genomen maatregelen na 2008 om het geld- en kredietsysteem te redden hebben daar nog een schep bovenop gedaan, omdat juist die beleggingen die in bezit zijn van de vermogenden er flink meer op vooruit zijn gegaan dan die van de middenklasse, zo blijkt uit onderzoek van de Bank of England.

    De rijken hebben bezit, de armen hebben schuld

    De rijken hebben bezit, de armen hebben schuld (Bron: Levy Economics Institute)

    Rentesignaal functioneert niet meer

    Naast de concentratie van beheerd geld bij professionele beleggers en de gegroeide inkomensongelijkheid wijst Boon op een ander en misschien wel omineuzer gevolg, een ontwikkeling die lange tijd niet goed zichtbaar was: het rentesignaal functioneert niet meer naar behoren. Dit onderwerp is nog niet breed opgepakt, maar wordt volgens Boon al wel bestudeerd door wetenschappers bij de BIS in Basel. De rente op staatsobligaties, met name die van de Amerikaanse overheid, fungeert als wereldwijde benchmark. De hypotheekrente wordt bijvoorbeeld mede gebaseerd op de rente op staatsobligaties. Door regulering is er verstoring opgetreden in de manier waarop rente in de markt wordt bepaald. Door staatsobligaties als 'risicovrij' te bestempelen werd impliciet gesteld dat het tegenpartijrisico anders geprijsd moest worden en het is afgedwongen door wet- en regelgeving. Banken, verzekeraars en pensioenfondsen moeten wegens hun risicoprofiel bijvoorbeeld een bepaald percentage aan 'risicovrij' staatspapier in hun beleggingsportefeuille of als kapitaalbuffers aanhouden. De markt heeft door deze praktijk de risico's van staatsobligaties lager ingeprijsd. De markt is volgens Boon hierdoor als vanzelf 'gestuurd' richting een grotere vraag naar deze obligaties, wat zich vertaalde in lagere rentes. Overheden waren blij met de grote belangstelling voor hun staatsleningen, omdat ze hierdoor meer geld had om mooie dingen voor de bevolking te doen. De lagere rente gaf de illusie van kapitaaloverschot, lage prijsinflatie en groot vertrouwen in de economie weer. Hierdoor zijn we meer gaan lenen om te consumeren en investeren, met als gevolg meer en hogere schulden, meer economische groei en meer spaargeld dat risicovoller belegd moest worden. Sinds 1980 is de lange rente spectaculair gedaald van een piek van 20% in 1980 naar bijna 0% in 2013. Steeds lagere rentes gingen samen met groeiende private en publieke schulden. De risico's in het financiële systeem namen hierdoor jaar na jaar toe...

    Lange termijn rente daalt al dertig jaar

    Dertig jaar dalende rente

    In staatsobligaties gestoken spaargeld is veilig als we terug kunnen keren naar een situatie van economische groei van voor 2007. Gelet op de hoge collectieve schuldenlast, de slechte staat van de banksector en de demografische trend is dat echter onwaarschijnlijk, denkt Boon. Oplopende staatsschulden in combinatie met stagnerende economieën en de her en der opdoemende politieke impasses maakt dat spaarders steeds meer zullen moeten letten op de risico's die zijn verbonden aan beleggen in staatsobligaties. De hoge prijs van 'veilige' staatsobligaties heeft 'risico-vrij rendement' inmiddels al getransformeerd in 'rendement-vrij risico'. Staatsobligaties dragen echter nog steeds de status van risicovrij kapitaal, waar geen reserves tegenover hoeven te worden gezet. Maar is het niet verstandiger om wel onderpand te vragen voor staatsobligaties, uitgaande van de gedachte dat overheden het geld al lang hebben uitgegeven en mogelijk alleen kunnen terugbetalen in geld van minder waarde of met minder geld?

    Van lokale crises naar mondiale crisis

    We zijn volgens Sander Boon vijf jaar na de kredietcrisis op een punt aanbeland waarbij we niet meer voor- of achteruit kunnen. De rente kan niet veel verder meer dalen, maar ook niet stijgen. De economie krijgt, ondanks de historisch lage rente, geen tractie omdat de collectieve schuldenlast te zwaar weegt. Een stijgende rente maakt de financiering van de schulden onbetaalbaar en dat is uitermate onwenselijk in een systeem waarin onze schulden tegelijkertijd onze besparingen zijn. Boon noemt het ironisch dat alle in het verleden door overheden en centrale banken genomen maatregelen om het bank- en financiële systeem veiliger te maken uiteindelijk hebben geleid tot een crisis die zich nu niet lokaal, maar mondiaal manifesteert. Waar crises onder freebanking lokaal bleven, is er door de opeenstapeling van interventies in de markt voor geld inmiddels sprake van een crisis op wereldniveau. De crisis van 2007 / 2008 gaf een blik op wat er kan gebeuren als het mis gaat. Er is sinds de crisis niet veel veranderd, aldus Boon. Nog steeds is sprake van freerider gedrag, waarbij tal van zwakke plekken door de mantel van lage rentes, garanties en geldinjecties worden bedekt. Het vertrouwen dat politici en centrale banken ons willen geven in het geldsysteem is nog niet terug, ondanks talloze inspanningen om het toezicht op de bankensector te verbeteren en de kapitaaleisen voor banken op te schroeven. Centrale banken vormen op dit moment de kurk die de crisis in de fles houdt. Hierdoor hebben overheden tot nu toe nog geen structurele hervormingen doorgevoerd en zijn slechte schulden niet gesaneerd. Maar dit is geen blijvende oplossing, het gevaar ligt zelfs op de loer dat markten het vertrouwen in het beleid van centrale banken gaan verliezen. De BIS in Basel waarschuwt hier volgens Boon al voor.

    Slechte schulden saneren?

    De enige echte oplossing die Boon ziet voor de huidige economische problemen is het saneren van slechte schulden en het structureel hervormen van de economie, het nemen van de pijn. De Europese aanpak van bank bail-ins (het verantwoordelijk maken van investeerders, aandeelhouders en mogelijk spaarders voor faillissement van banken als gevolg van te risicovol bankbeleid) kan een aanzet zijn in deze richting. Zolang er echter onzekerheid bestaat rondom het toekomstige beleid van overheden en centrale banken, zullen consumenten en bedrijven in de reële economie de kat uit de boom kijken en de hand op de knip houden en niet willen investeren. En zolang centrale banken en overheden proberen de schulden houdbaar te houden door lage rente en garanties, blijft de slechte schuld als een molensteen om de nek van de reële economie hangen. De crisis zal dan net zoals in Japan misschien kunnen worden uitgesponnen over decennia. Maar Boon waarschuwt dat Japan dan wel heeft laten zien dat het de crisis vooruit heeft kunnen schuiven, uiteindelijk zal ook dat land niet ontkomen aan een sanering van slechte schulden en een structurele hervorming van de economie.

    Odysseus en de Sirenen

    Als overheden en centrale banken voortvarend optreden en de marktprikkels weer terugbrengen in het geld- en kredietsysteem zal er volgens Boon sprake kunnen zijn van echt duurzame economische groei. Goud kan daarin volgens hem een belangrijke stabiliserende en balancerende rol vervullen. Een interessante casus is hoe overheden om zullen gaan met nieuwe digitale vormen van geld zoals Bitcoin. Of deze virtuele munt veel toekomst heeft is volgens Boon echter minder interessant dan de manier waarop overheden erop zullen reageren. Of er ooit weer sprake zal zijn van een vrije markt in geld is volgens Boon overigens uiteindelijk eerder een filosofische dan een economische kwestie: kunnen we onszelf zoals Odysseus aan een mast vastbinden – eerlijke prikkels en signalen door een vrije geldmarkt - om zo de verlokkingen van de Sirenen – perverse prikkels en signalen door het door overheden en centrale banken mogelijk gemaakte makkelijke kredietgeld - te weerstaan? Klik hier voor deel 1 van ons interview met Sander Boon.

    Sander Boon

    Sander Boon is politicoloog en goudkenner. Hij publiceerde in 2012 zijn boek De Geldbubbel over het vastlopen van het huidige financiële systeem

  • Welke landen kochten in oktober Amerikaanse staatsobligaties?

    Iedere maand publiceert de Federal Reserve een overzicht van alle Amerikaanse staatsobligaties die in handen zijn van het buitenland, de zogeheten TIC-data. Deze ‘foreign holdings’ hebben betrekking op zowel de particuliere als publieke bezittingen van Amerikaans schuldpapier. Een gedeelte daarvan staat op de balans van centrale banken over de hele wereld en een ander deel is in handen van beleggingsfondsen en institutionele beleggers in verschillende landen. Hoe deze verdeling precies is, daar zullen we waarschijnlijk niet achter komen.

    Wel is het interessant om inzicht te krijgen in de ontwikkelingen op de markt voor Amerikaanse Treasuries. De Verenigde Staten moeten ieder jaar nieuwe staatsobligaties uitschrijven om het begrotingstekort te financieren en de grote vraag is altijd welke landen bereid zijn om die leningen te verstrekken. China en Japan zijn de grootste crediteuren van de Amerikaanse overheid, maar hoeveel Treasuries hebben ze in heel 2013 en in de laatste maand gekocht of verkocht? We laten het zien aan de hand van een aantal grafieken.

    Welke landen hebben de meeste Amerikaanse staatsobligaties?

    De eerste grafiek laat de actuele situatie zien. Deze is gebaseerd op de totale positie in Amerikaanse Treasuries in oktober 2013. De Federal Reserve publiceert deze cijfers altijd met enige vertraging, vandaar dat we momenteel geen recentere data hebben dan oktober. Zoals u ziet hebben China en Japan van alle landen buiten de Verenigde Staten verreweg de meeste Amerikaanse staatsobligaties in bezit. Niet vreemd, als je bedenkt dat dit de landen zijn met het grootste handelsoverschot. Zie daarvoor onze grafiek Peak Exorbitant Privilege.

    China en Japan bezitten de meeste Amerikaanse staatsobligaties

    China en Japan bezitten de meeste Amerikaanse staatsobligaties

    buitenlandse-bezittingen-treasuries-2000-2013

    Totale buitenlandse bezittingen van Amerikaanse staatsobligaties

    Welke landen hebben dit jaar staatsobligaties verkocht?

    De twee bovenstaande grafieken geven een totaaloverzicht, maar het is natuurlijk ook interessant om wat dieper in de cijfers te duiken en te kijken welke landen dit jaar Treasuries hebben gekocht of verkocht. De eerste grafiek hieronder laat de mutaties in de eerste tien maanden van 2013 zien, de tweede grafiek geeft slechts de mutaties van de laatste maand (oktober) weer ten opzichte van een maand eerder. Zoals u ziet kochten de Chinezen ook dit jaar netto ook weer Amerikaanse staatsobligaties, om precies te zijn $90,3 miljard. Japan komt op een tweede plaats met een netto stijging van $70,5 miljard. De landen die dit jaar netto het meeste Amerikaanse schuldpapier verkochten zijn de olie-exporterende landen, Singapore, Thailand, Zwitserland, Luxemburg en Rusland.

    Welke landen hebben dit jaar Amerikaanse staatsobligaties gekocht of verkocht?

    Welke landen hebben dit jaar Amerikaanse staatsobligaties gekocht of verkocht?

    De laatste grafiek laat zien dat de aankopen en verkopen in de maand oktober in ieder land beperkt bleven tot hooguit $10 miljard. De drie grootste kopers waren in deze maand China, Hong Kong en Rusland. De drie landen die in oktober de meeste Treasuries van de hand deden waren de Caribische banken, de olie-exporterende landen en Luxemburg.

    Welke landen hebben de afgelopen maand Amerikaans schuldpapier van de hand gedaan?

    Welke landen hebben de afgelopen maand Amerikaans schuldpapier van de hand gedaan?

    Maar wat koopt de Federal Reserve?

    Leuk en aardig al die cijfers, maar hoe verhouden de aankopen van Amerikaanse staatsobligaties door het buitenland zich tot de 'aankopen' van de Federal Reserve? Met het QE programma zuigt de centrale bank in hoog tempo schuldpapier uit de markt. Eerder dit jaar passeerden ze al de grens van $2 biljoen aan opgekochte staatsobligaties. Hieronder ziet u dezelfde grafieken, maar dan inclusief de aankopen van Treasuries door de Federal Reserve.

    Eerder dit jaar passeerde de Federal Reserve de grens van $2 biljoen aan staatsobligaties

    Eerder dit jaar passeerde de Federal Reserve de grens van $2 biljoen aan staatsobligaties

    De Federal Reserve koopt verreweg de meeste Amerikaanse staatsobligaties

    De Federal Reserve koopt verreweg de meeste Amerikaanse staatsobligaties

    De Federal Reserve koopt verreweg de meeste Treasuries

    De Federal Reserve koopt verreweg de meeste Treasuries