Categorie: Financiële markten

  • ABN Amro verlaagt rente voor gewone spaarders naar 0 procent

    ABN Amro verlaagt rente voor gewone spaarders naar 0 procent

    Bron: RTL-Z

    ABN Amro verlaagt als eerste van de drie grote Nederlandse banken de rente voor gewone spaarders naar 0 procent. De rente was al extreem laag, maar nu is dus het punt bereikt dat je echt geen cent rente meer ontvangt op je spaargeld.

    Voor klanten met een saldo tot 2,5 miljoen euro wordt de rente 0 procent. Klanten met een saldo van meer dan 2,5 miljoen euro moeten zelfs rente gaan betalen. Zij krijgen een negatieve rente van 0,5 procent voorgeschoteld.

    De nieuwe tarieven worden vanaf 1 april ingevoerd.

    Rente al extreem laag

    Voor de meeste klanten zal de renteverlaging trouwens vooral een psychologisch tikje zijn, maar voor de portemonnee maakt het niet veel uit. De rente was al gezakt naar 0,01 procent. Dat betekent dat je voor iedere 10.000 euro op je rekening op jaarbasis slechts een euro rente ontving.

    De rente daalt al jaren doordat het aan de ene kant voor banken heel eenvoudig is om goedkoper aan geld te komen en het aan de andere kant banken zelfs geld kost om spaargeld te stallen.

    Banken moeten namelijk betalen voor het overschot aan spaargeld dat zij ’s nachts stallen bij de Europese Centrale Bank. Die rekent daarvoor -0,5 procent. Dat betekent dus dat spaargeld banken geld kost. Door de rente voor gewone spaarders naar 0 te verlagen en voor zeer vermogende klanten naar -0,5 procent ‘proberen we de kosten die je maakt als bank te verminderen’, aldus een woordvoerder.

    5200 nieuwe rentebetalers

    Concreet betekent de drempel van 2,5 miljoen euro dat het aantal klanten dat negatieve rente moet betalen groeit met 5200. Een klein aantal grote zakelijke klanten en private banking-klanten betaalden al negatieve rente, maar daarvoor waren geen algemene regels. Tot nu toe was dit ‘maatwerk’, zegt de woordvoerder.

    Volgens de bank zijn er 3000 particuliere klanten met meer dan 2,5 miljoen op de bank en 2200 zakelijke klanten. Samen dus 5200.

    Geen negatieve rente voor gewone spaarder

    De bank houdt trouwens vast aan de belofte dat de rente voor spaarders met een saldo tot 100.000 euro geen negatieve rente in rekening gaat brengen.

    Om te bepalen in welke rentecategorie je valt kijkt de bank trouwens naar alle rekeningen van een klant. Dus niet alleen naar de spaarrekening, maar ook naar de betaalrekening. Als het totaal boven de 2,5 miljoen euro uitkomt, ga je rente betalen.

    Rabobank en ING?

    De twee andere bankreuzen, Rabobank en ING, willen weinig kwijt over wat zij met de rente gaan doen. Rabobank houdt het erop dat ze niet kunnen uitsluiten dat de rente ook bij hen op termijn naar 0 procent gaat. ING wil helemaal niets kwijt over de kwestie.

    Bij De Volksbank, bekend van de merken SNS, ASN en Regiobank, hebben ze besloten dat ze in 2020 de rente voor spaarders met een saldo tot 25.000 niet onder de 0,01 procent gaat dalen. Voor spaarders met een saldo tot 100.000 euro belooft de bank dat de rente niet onder de 0 procent gaat zakken.

    Voor alles daarboven houdt de bank de opties open, laat een woordvoerder weten. Triodos Bank hanteert al geruime tijd een spaarrente van 0 procent.

  • Een goed begin: goud als Trend Tracker

    Een goed begin: goud als Trend Tracker

    Bron: Eric Mecking

    De goudprijs wist in december haar neerwaartse trend te doorbreken en maakte vervolgens een indrukwekkende eindejaarsrally. Dit werd ingegeven door de Trend Tracker, een zelf ontwikkeld beleggingsmodel op basis van technisch analyse.

    Trend Tracker is een fractaal geometrisch systeem. Op basis van technische analyse en grafieken worden waarschijnlijkheden opgesteld voor de toekomst. Centraal staan de goudgekleurde getallen uit de Fibonacci-reeks (1, 1, 2, 3, 5, 8, 13, 21, 34, 55 etc.), de Lucas-reeks (2, 1, 3, 4, 7, 11, 18, 29, 47, 76 etc.) en de Padovan-reeks (1, 1, 1, 2, 2, 3, 4, 5, 7, 9, 12, 16, 21, 28, 37 etc.) en de verhoudingen tussen de getallen uit deze reeksen.

    De eerste afbeelding geeft de meest recente weekgrafiek van goud. De toelichting op deze grafiek en de voorspelling die ik een maand geleden deed, vindt u hieronder.

    Analyse goud

    De trend wordt weergegeven door de blauwe trendlijnen. Een belangrijk kenmerk van trendlijnen is dat ze vaak parallel aan elkaar lopen. Hier is de trend gelijk aan de standaardgolf uit het Elliott Wave Principe van vijf subgolven. Daarbij lopen de trend-subgolven 1, 3 en 4 niet alleen volledig parallel aan elkaar lopen maar zijn ze ook in tijd volledig gelijk aan elkaar zijn.

    Hetzelfde geldt voor de correctie-subgolven 2 en 4. Ook die lopen parallel aan elkaar en zijn ook in tijd gelijk aan elkaar, te weten 11 bars. Hieruit volgt dan ook dat de golven 1,2 en 3,4 evenzo een gelijke tijdsduur kennen, in dit geval 37 bars. Bovendien lopen de rode lijnen vanuit de bodems van 1 en 2 en de top van 3 en bodem van 4 precies parallel aan elkaar.

    De tijd – de cyclus – wordt vooral weergegeven door de MMM-indicator, die gemiddeld 21 bars en maximaal 29 bars telt. Bars staan hier voor candles op de grafiek, waarbij elke bar een beursweek weergeeft. Dat betekent dat er gemiddeld bij 21 bars (21 beursweken) en uiterlijk 29 bars een bodem of top in de koers komt. In de grafiek komt de koersbodem bij bar 27, waar hij bovendien afketst op de parallelle trendlijn.

    De verhouding tussen trendgolf 1 en trendgolf 3 is 162%, waarbij hun correctiegolven 2 en 4 elk 38% terugvallen.

    De vorm is het minst belangrijk. Bij het Elliott Wave Principe echter is vorm het belangrijkste en is de volgorde van belangrijkheid: vorm, verhouding, tijd. Vormen hebben echter het grote nadeel dat ze subjectief en suggestief zijn. Bovendien manifesteren ze zich vaak pas halverwege of tegen het einde van de trend waardoor er vaak fouten kunnen optreden.

    Marketupdate geeft geen beleggingsadviezen.

  • Vooruitblik 2020: Kansrijke grondstoffen

    Vooruitblik 2020: Kansrijke grondstoffen

    Bron: Koen Lauwers/ IEX

    Ieder jaar eindigen we bij IEX traditiegetrouw met de vooruitblikken van onze vaste columnisten. Geen vaste lijst, maar juist gericht op hun eigen expertise. Wat worden belangrijke ontwikkelingen in 2020?

    Grondstoffenexpert Koen Lauwers tipt kansrijke grondstoffen. Zijn tips voor 2019 deden het heel aardig en ook voor 2020 staan de sterren gunstig.

    Terugblik grondstoffentips 2019

    Er liggen nog twee handelsdagen in het verschiet. Maar de prijzen van de grondstoffen die Lauwers voor 2019 tipte laten rendementen zien om van te watertanden:

    Koffie (maart future ’19 98,6 USc => ’20 129,3 USc): +31,1%
    Suiker (maart future ’19 12.27 USc=> ’20 13.56 USc): +10,5%
    Goud (spot price YTD 27/12): +18,1%
    Zilver (spot price YTD 27/12:+15,9%
    (peildatum 27-12-2019)

    Gaat het in 2020 ook crescendo? Of moeten beleggers zich voorbereiden op een onsje minder?

    1. Koffie en suiker

    Het prijsherstel bij koffie (+31%) en suiker (+10,5%) kwam traag op gang, maar de klim versnelde naarmate het jaar vorderde. Beide soft commodities gaan volgend jaar van een aanbodoverschot naar een deficit. Het duurde een tijdje voordat dit besef tot de markt doordrong, maar toen ging het ineens ook heel snel.

    Koffie steeg begin december naar het hoogste peil in anderhalf jaar. Vanaf het dieptepunt in mei klom de koffieprijs met ruim de helft.

    Toch is de grondstof historisch bekeken nog steeds erg goedkoop. De prijs komt in vele productieregio’s ook na de recente stijging amper boven de productiekosten uit. Op korte termijn kan de koffieprijs wat lager, omdat de momentumtraders hun long posities fors hebben opgeschroefd. Het aantal speculatieve longs op de termijnmarkt (ICE) was in drie jaar niet meer zo hoog.

    De output in Brazilië, de grootste producent van de arabicavariant, zal in het lopende oogstjaar dalen. Dit heeft gevolgen voor zowel de uitvoer als de voorraden. De koffievoorraden in de geregistreerde opslagplaatsen zijn de voorbije maanden al sterk gedaald.

    Het verhaal bij suiker is grotendeels gelijklopend aan dat van koffie. Ook de suikeropbrengst in Brazilië zal dit oogstjaar lager uitkomen. Tegelijk zorgt de hogere olieprijs ervoor dat meer ruwe suiker in ethanol wordt omgezet, waardoor er nog minder geraffineerde suiker overblijft.

    Naast Brazilië zal ook in India, de grootste suikerproducent, de output lager uitkomen. De marktverstorende subsidiepolitiek van de Indiase regering blijft wel een factor van onzekerheid.

    Opmerkelijk is dat de recente stijging van de koffie- en suikerprijs zich voltrok tegen de achtergrond van een aanhoudende daling van de Braziliaanse real (BRL) tegenover de Amerikaanse dollar. De BRL bereikte eind 2019 zelfs een nieuw dieptepunt, maar ik verwacht de komende tijd een herstel van de Braziliaanse munt.

    Dit is in principe gunstig voor de prijsontwikkeling bij koffie en suiker. Om die reden blijven beide grondstoffen ook in 2020 op mijn kooplijst staan, al is op korte termijn een terugval mogelijk.

    2. Goud en zilver

    Voor goud was 2019 het jaar dat het technische weerstandsniveau uit 2013 ($1.365) eindelijk sneuvelde. Het gele metaal stoomde door naar $1.500 en zette de beste prestatie neer sinds 2010, met een klim van 18% in dollar en zelfs meer dan 23% in euro. Goud zette in nagenoeg alle valuta een nieuwe recordprijs neer in 2019. Alleen de dollar blijft voorlopig een uitzondering.

    Het succes van goud hoeft niet te verbazen, want het klassieke opportuniteitsnadeel van een belegging in goud is omgedraaid naar een voordeel. Goud wordt als niet rentedragende belegging namelijk niet getroffen door de nadelige effecten van de negatieve rente. Anders gesteld: goud is voor private beleggers een uitgelezen manier om te schuilen voor de repressie van het financiële systeem met zijn negatieve rentes en roekeloze monetaire politiek.

    Overigens hebben de centrale banken ook zelf hun goudaankopen opnieuw opgevoerd.

    Er is alle reden om aan te nemen dat het goud het ook in 2020 goed zal blijven doen. De koopkracht van geld zal door lage of negatieve reële rentevoeten verder onder druk komen. Ook de monetaire politiek is gunstig voor goud, nu opnieuw volop de kaart van bijkomende versoepeling wordt getrokken.

    Bij een volgende recessie zijn de klassieke monetaire tools nagenoeg uitgeput. Een en ander zal dus nog onconventioneler moeten worden dan het nu al is, met nieuwe experimenten, zoals modern monetary theory (in essentie helicoptergeld), die de waarde van het geld nog verder zullen aantasten.

    Zilver presteerde nagenoeg even goed als goud, met een klim van 16% (21% in euro). Het goedkoopste edelmetaal profiteerde onder meer van een aantrekkende investeringsvraag, maar toch vooral van de historische link en dus hoge prijscorrelatie met goud.

    Toch is zilver in verhouding tot goud nog steeds ondergewaardeerd. De goud/zilver ratio piekte vorige zomer op het hoogste niveau sinds 1992 en staat nog steeds ver boven het historisch gemiddelde.

    Ik verwacht dat deze situatie in 2020 verder zal normaliseren. Zowel goud als zilver blijven bij de huidige prijzen onverminderd koopwaardig.

    3. Aardgas en katoen

    Geen nieuw jaar zonder nieuwe tips. Een eerste is aardgas en ik zal al meteen waarschuwen dat dit in tegenstelling tot de edelmetalen zeker geen buy-and-hold tip is voor een volledig kalenderjaar.

    De evolutie van de aardgasprijs is traditioneel een stuk volatieler dan die van ruwe olie, waarbij weersomstandigheden en voorraadniveaus een belangrijke rol spelen. In augustus daalde de aardgasprijs tot $2 per miljoen British thermal units (mm Btu), de referentieprijseenheid. Dit was het laagste niveau sinds 2016.

    Aardgas wordt meestal duurder in aanloop naar het withdrawal season, de periode van november tot en met maart, waarin de aardgasvoorraden per saldo dalen. Dit ging dit najaar gepaard met een aantal productieonderbrekingen als gevolg van tropische stormen. Daardoor klom de prijs begin november naar $2,80 per mm Btu. De afgelopen weken is de aardgasprijs teruggevallen naar $2,20.

    De lage prijzen hebben het afgelopen decennium het marktaandeel van aardgas in de energiemix sterk doen toenemen. Dit ging vooral ten koste van steenkool.

    Maar het hogere verbruik ging ook gepaard met een flinke stijging van de productie. Door de schalierevolutie was de Amerikaanse aardgasproductie nooit eerder zo hoog. Er is dus een overaanbod en dit zal op korte termijn niet worden weggewerkt.

    Uitvoer van aardgas is in theorie een oplossing, maar ook dat komt niet zo snel op gang, vanwege de hoge investeringskosten die zijn verbonden aan de bouw van pijpleidingen en installaties die gas vloeibaar maken (LNG).

    Die LNG-prijs is de afgelopen twaalf maanden eveneens sterk gedaald. De markten in Japan en Zuid-Korea, respectievelijk de grootste en derde grootste afnemer van LNG, zijn stilaan volwassen. In China, de tweede grootste markt, daalt de groei van de consumptie.

    Fysiek overaanbod corrigeert uiteindelijk zichzelf. Er zijn nu al signalen dat de meeste aardgasproducenten hun investeringen in 2020 zullen terugschroeven. Maar het duurt een hele tijd voordat dit een impact heeft op de output.

    Op korte termijn spelen de weersomstandigheden een meer doorslaggevende rol. Zo is de recente prijsdaling mede ingegeven door het vooruitzicht op een zachte start van de winter in grote delen van de Verenigde Staten. Enkele stevige winterprikken begin 2020 kunnen zomaar de balans in de andere richting duwen.

    Een eventuele verdere terugval richting $2 biedt een interessante koopkans voor aardgas. Maar ik herhaal dus dat aardgas een tradingtip is en geen buy-and-hold tip.

    Katoen zat net als soja en maïs in het oog van de storm, die werd veroorzaakt door de handelsoorlog tussen de Verenigde Staten en China. Laatstgenoemde is traditioneel een belangrijke invoerder van katoen en granen uit de VS. Als gevolg van de invoertarieven sprak China in eerste instantie de eigen productie en voorraden aan. Daarna ging het land zich met name in Zuid-Amerika bevoorraden.

    Voor het uitbreken van de handelsoorlog kostte een pond katoen nog $1. In augustus viel de prijs terug tot minder dan $0,60, een nieuw dieptepunt.

    De eerste fase van het handelsakkoord tussen beide economische grootmachten zorgde voor ontspanning op de grondstoffenmarkten. China beloofde onder meer om met name meer soja en katoen te zullen invoeren. Die intentie werd bevestigd door de hogere exportcijfers van het Amerikaanse Ministerie van Landbouw in de laatste weken van het jaar.

    Door de lage katoenprijs van het afgelopen anderhalf jaar is de kans groot dat de landbouwoppervlakte voor de teelt van katoen in 2020 zal afnemen. De katoenprijs klom intussen richting $0,70 per pond: het hoogste peil in bijna zes maanden.

    Daar ligt ook een technische weerstand die op korte termijn tot wat winstnemingen zou kunnen leiden. Een nieuwe terugval richting $0,60 zou een interessant instapmoment kunnen creëren voor katoen.

    Net als aardgas is ook katoen geen buy-and-hold, want één tweet van de wispelturige Amerikaanse president kan de handelsafspraken met China op de helling zetten.

    Marketupdate.nl geeft geen beleggingsadviezen.

  • RUN OP GOUD IN DUITSLAND

    RUN OP GOUD IN DUITSLAND

    In Duitsland is de laatste weken een run op goud door nieuwe wetgeving omtrent anonieme aankopen. Vanaf volgend jaar mogen Duitsers nog maar voor €2.000 contant aan goud kopen zonder zich te hoeven legitimeren, terwijl die grens nu nog op €10.000 ligt.

    Daarom besluiten veel Duitsers op het laatste moment nog een deel van hun geld om te zetten in goud. Zo is de levertijd op goudbaren uit Duitsland sterk opgelopen. Er ontstaan in sommige gevallen zelfs lange rijen bij goudhandelaren, zoals bij deze winkel van Degussa in Keulen.

    Hele rijen met mensen die goud willen kopen in 2019.

  • Negatieve spaarrente: wat kun je doen?

    Negatieve spaarrente: wat kun je doen?

    Bron: Rien Meijer

    Bij een negatieve spaarrekening krijg je geen rente, maar moet je betalen om te mogen sparen. Hoe waarschijnlijk is dit scenario en wat kun je doen?

    Banken rekenen al (bijna) negatieve rente

    De rente op spaarrekeningen zonder beperkende voorwaarden komt niet meer boven de 0,3% uit. En bij de grote banken niet boven de 0,02%. Bij Triodos Bank en Van Lanschot-dochter Evi staat de spaarrente zelfs op 0%.

    Vermogende klanten van Van Lanschot hebben al een negatieve spaarrente. Deze is -0,2% boven de €2,5 miljoen en -0,4% boven de €5 miljoen. Insinger Gilissen rekent vanaf 1 januari 2020 een negatieve rente van -0,35%.

    Bij Bunq zijn vermogende klanten het slechtste af. De bank rekent 3 cent ‘bewaargeld’ per €1000, zodra je saldo boven de €100.000 uitkomt. Met een saldo van €150.000 is dat omgerekend €547,50 per jaar.

    ECB de boosdoener

    Voornaamste ‘boosdoener’ is de Europese Centrale Bank (ECB). Deze instantie is verantwoordelijk voor het monetaire beleid van de Europese Unie en bepaalt de hoogte van de rente. Die rente is al lange tijd extreem laag. Dat komt omdat de ECB niet wil dat mensen sparen, maar juist geld uitgeven. Dat is goed voor de economie.

    In de tussentijd hebben banken flink last van de lage rente. Naar eigen zeggen maken ze zelfs verlies op het bewaren van spaargeld van particulieren. Banken onderzoeken of en hoe ze deze verliezen kunnen doorberekenen aan hun klanten. Maar ze zijn huiverig om (als eerste) een negatieve spaarrente in te voeren voor particuliere spaarders, vanwege de nadelige publiciteit die dat ongetwijfeld zal opleveren.

    Wat doen spaarders?

    Wij vroegen 7000 panelleden wat zij zouden doen bij een negatieve spaarrente. De meesten (23%) stappen in eerste instantie over naar een bank die nog wel wat rente geeft. Ook het geld van de bank halen en thuis bewaren, scoort met 20% hoog. Het thuis bewaren van grote bedragen is risicovol, vooral vanwege de kans op verlies of diefstal.

    Wat vindt de Consumentenbond?

    Wij vinden spaargeld van de bank halen ongewenst. Daarom stuurden wij op 12 november 2019 een brandbrief naar minister Hoekstra van Financiën. We vroegen hem om een wettelijk verbod op negatieve spaarrente, in elk geval tot €100.000.

    In reactie op onze brief liet de minister weten dat hij ‘een negatieve rente voor gewone spaarders zeer ongewenst’ vindt. Ook vindt hij het ‘van groot belang dat gewone spaarders voldoende mogelijkheden houden om te bankieren bij een bank die geen negatieve rente rekent.’ Een wettelijk verbod komt er helaas (nog) niet. Een gemiste kans wat ons betreft.

    ABN Amro geeft goede voorbeeld

    Een dag na onze oproep deed ABN Amro een belofte. De bank zegt geen negatieve spaarrente te rekenen voor klanten met maximaal €100.000 op hun spaarrekening. Hiermee zegt ABN Amro ongeveer 95% van zijn klanten te vrijwaren. Of spaarders met meer dan een ton op hun rekening op enig moment wél gaan betalen voor hun spaargeld is niet bekend.

    Wat doen de andere grote banken?

    Andere banken willen (nog) geen concrete toezeggingen doen of alleen op korte termijn. De Volksbank rekent tot €100.000 geen negatieve rente in 2020. Hierna bekijkt de bank de situatie van jaar tot jaar. ING zegt alleen dat een negatieve rente voor consumenten niet aan de orde is. De Rabobank verklaart ‘niet van plan te zijn de rente onder nul te brengen voor onze spaarders.’

    Alternatieven bij negatieve spaarrente

    Maar er zijn meer alternatieven als jouw bank een negatieve spaarrente invoert. Zo kun je overstappen naar een andere aanbieder. In onze online Spaarrentevergelijker zie je in 1 oogopslag dat de spaarrente bij veel kleinere banken hoger ligt dan bij de 3 grote banken. Bijvoorbeeld bij: NIBC Direct, LeasePlan Bank of Knab.

    Spaardeposito

    Als je voor langere tijd zekerheid zoekt, kun je het spaargeld dat je niet direct nodig hebt ook op een spaardeposito storten. Het nadeel hiervan is dat je het geld tussentijds niet of alleen tegen hoge kosten kunt opnemen. Ook loop je rente mis als de spaarrente tussentijds weer omhoog gaat. Maar dat lijkt de komende tijd niet erg waarschijnlijk.

    Matras of oude sok

    De optie om je geld van de bank te halen en thuis te bewaren in een matras of een oude sok blijft over. Dat is niet verboden, maar boven de €542 per persoon (2020) ontkom je ermee niet aan het betalen van vermogensbelasting. Bovendien kleven er risico’s aan. Het geld kan verloren gaan door brand of inbraak. De aanschaf van een brand- en inbraakwerende kluis is in dat geval een serieuze overweging.

  • Beleggingsstrategie Warren Buffet

    Beleggingsstrategie Warren Buffet

    Bron: beleggen.info

    Warren Buffet is met zijn bedrijf Berkshire Hathaway al meer dan 50 jaar succesvol in het beleggen van aandelen. Het heeft hem tot één van de rijkste mensen op aarde gemaakt. Volgens het zakenblad Forbes bedroeg het kapitaal van Warren Buffet in 2016 maar liefst 65,6 miljard dollar. Het is dan ook niet zo gek dat veel beleggers graag de beleggingsstrategie van Warren Buffet willen weten.

    Volgens de belegger zelf heb je geen uitzonderlijk IQ nodig om succesvol te zijn in het beleggen van aandelen. Wat je wel nodig hebt is een plan van aanpak en ervoor zorgen dat dit plan niet door emoties wordt gewijzigd. De beleggingsstrategie van Warren Buffet bestaat dan ook uit een aantal fundamentele begrippen. Op deze pagina bespreken we een aantal van deze begrippen.

    Zie aandelen voor wat ze zijn

    In de beleggingsstrategie van Warren Buffet wil hij vooral dat mensen begrijpen wat aandelen zijn voordat zij deze kopen. Het is namelijk een gedeelte van een onderneming die je hiermee opkoopt. Men moet zich daarom ook afvragen wat voor soort ondernemingen op de lange termijn zullen blijven groeien. Dit zijn de soort aandelen die Warren Buffet zou kopen.

    Beleg enkel in dingen die je begrijpt

    Als een onderneming actief is in een business die je totaal niet begrijpt dan is het niet slim om hierin te beleggen. Warren Buffet adviseert om alleen te beleggen in dingen die je begrijpt. Een goed voorbeeld hiervan waren de zeer complexe financiële obligaties die enkele jaren geleden flinke rendementen opleverden.

    Enorm veel mensen hebben hierin hun spaargeld belegd om van dit rendement te kunnen genieten zonder dat zij precies wisten waarin zij belegden. Inmiddels weten we dat deze producten hypotheken en leningen waren die meerde malen zijn doorverkocht en nooit door de leners konden worden ingelost. Het was de oorzaak van de laatste financiële crisis waarbij veel mensen hun belegde spaargeld zijn verloren.

    Investeer voor de lange termijn

    Warren Buffet is een grote voorvechter voor het investeren op de lange termijn. Wanneer hij aandelen koopt dan is hij van plan om deze voor lange tijd vast te houden. Hij belegt daarom ook enkel in sterke bedrijven met een goed toekomstperspectief. Op de lange termijn beleggen betekent dat je de aandelen niet opeens gaat verkopen als de koers plotseling daalt.

    Deze beleggingsstrategie is er immers op gericht dat plotselinge dalingen en stijgingen zich na verloop van tijd vanzelf weer corrigeren. Op de lange termijn zal het bedrijf waarin belegd is groeien en komt het rendement dat hiermee gepaard gaat.

    Koop je aandelen op het juiste moment

    Volgens Warren Buffet moeten beleggers plotselinge dalingen in de aandelenkoers niet vrezen. In tegendeel. Als belegger zou je deze moeten verwelkomen. Het is immers het goede moment om aandelen van een bepaalde onderneming te kopen. Koop je aandelen als de koers lager is dan de waarde van het bedrijf en pak je winst over de lange termijn.

    Warren Buffet heeft aan de hand van de eerdergenoemde richtlijnen verschillende sterke ondernemingen in gedachte waarin hij wil beleggen. Met de strategie die hij aanhoudt koopt hij echter niet meteen de aandelen die bij dit bedrijf horen. Om zoveel mogelijk winst te maken moet op het moment gewacht worden dat de koers op een aantrekkelijk niveau staat om te kopen.

  • De dollar is nog lang niet dood

    De dollar is nog lang niet dood

    Bron: Cor Wijtvliet

    The dollar is our currency, but it’s your problem is de beroemd geworden uitspraak van John Conally in 1971. Met deze woorden verdedigde hij het besluit van president Nixon om de financiële orde van Bretton Woods los te laten door de dollar los te koppelen van het goud.

    De uitspraak drukt ook de dominantie van de dollar binnen het financieel bestel van die dagen uit. Aan die dominantie is nog weinig veranderd. En dit verdriet heel veel partijen, variërend van de Russen en Chinezen tot de Fransen en de Duitsers. Er zijn in de loop van de jaren meerdere pogingen gedaan om de macht van de dollar en daarmee van de Amerikanen te breken. Al in de jaren zestig probeerden de Fransen het met de Special Drawing Rights (SDR), een synthetische reserve munt. Het heeft niet zo mogen zijn. Ook pogingen van China hebben tot dusverre niet mogen baten.

    Optimisten wijzen erop, dat centrale bankiers wereldwijd met hun voeten aan het stemmen zijn. Volgens het IMF zijn dollarreserves aan het dalen bij een aantal centrale banken ook al is die dollar goed geprijsd ten opzichte van andere belangrijke valuta’s. Wellicht opmerkelijk, maar je mag daar misschien niet al te veel waarde aan hechten.

    Het is niet zo gemakkelijk om de rol van de dollar van de een op de andere dag fors in te perken. Dat kan eigenlijk gewoon niet. Bedenk bijvoorbeeld dat de markt voor in dollars gedenomineerde assets, vooral die voor overheidsschulden, heel omvangrijk en diep is. Daar kan geen andere markt aan tippen. Dat is een belangrijk gegeven. Beheerders van vreemde tegoeden prefereren eersteklas papier boven tegoeden in cash. Dan zijn ze bijna automatisch aangewezen op in dollars gedenomineerde assets, zoals de wel zeer liquide Amerikaanse treasury.

    Het gevolg daarvan is, dat veel centrale bankiers voor enorme bedragen aan dollar assets in kas hebben. Japan en China hebben beiden treasuries in handen met een waarde van meer dan $ 1,1 biljoen. En dan hebben we het niet over andere in dollar gedenomineerde assets. Al dit papier met een grote boog op de markt gooien zou een vorm van financiële zelfmoord zijn. Dat kan alleen maar in extreme omstandigheden zoals in oorlogstijden.

    Bedenk ook, dat de dollar een wel heel prominente rol speelt in de internationale handel, betalingsverkeer en bankbedrijf. Ongeveer de helft van de wereldhandel geschiedt in dollars. Voor de handel in belangrijke commodities zoals olie ligt het percentage nog hoger. Die hoge percentages illustreren het gemak en de efficiency van het gebruik van één valuta.

    Last but not least, een wereldwijd geaccepteerd valuta is alleen dan mogelijk als overheden en markten vertrouwen hebben in de instituties achter die valuta. Ten tijde van de grote financiële crisis van 10 jaar terug speelden de Amerikaanse overheid en de Fed met verve de rol van lender in last resort en verschaften daar waar nodig liquiditeit om het bestel overeind te houden.

    Maar juist aan dat vertrouwen wordt nu geknaagd. Dat is te wijten aan het beleid van de huidige Amerikaanse regering. Die zet steeds vaker de dollar in als wapen om landen te dwingen zich te voegen naar het Amerikaans beleid. Dat zet veel kwaad bloed en dus klinken stemmen om de rol van de dollar terug te dringen steeds luider. Volgens sommigen kan een digitale munt daarbij erg behulpzaam zijn. Op papier is het nu mogelijk om in razend tempo een digitaal financieel en betalingssysteem uit de grond te stampen dat kan wedijveren met dat van de dollar.
    Op papier is dat mogelijk. Er zijn nogal wat ‘maren’ bij dit verhaal. Een ervan is vertrouwen. Het is moeilijk voor te stellen dat overheden schuldpapier uitgeven gedenomineerd in de libra van Facebook. Daar komt nog iets bij. Fiatgeld wort niet alleen ondersteund door overheden, maar nog veel meer door de kracht van de onderliggende economie. De huidige digitale munten voldoen hier in de verste verte niet aan en het ziet er niet naar uit dat dit kortelings gaat gebeuren.

    Dat wil weer niet zeggen dat de Amerikaanse regering haar huidig schofferend beleid eindeloos kan voortzetten. Dan roept ze zelf het onheil over de dollar af!

  • Vermogen van huishoudens opnieuw gestegen

    Bron: CBS

     

    In 2018 bedroeg het doorsnee vermogen van Nederlandse huishoudens 38,4 duizend euro, 10 duizend euro meer dan een jaar eerder. De toename komt vooral doordat woningen in waarde bleven stijgen. Het vermogen is nog niet op het niveau van 2008. Wanneer de eigen woning buiten beschouwing blijft, was het vermogen met 14,6 duizend euro iets hoger dan in 2017 en iets lager dan de piek in 2010. Dat meldt het CBS op basis van nieuwe cijfers.
    Het doorsnee (mediane) vermogen is gelijk aan het middelste vermogen wanneer de vermogens van alle particuliere huishoudens van laag naar hoog worden gerangschikt. Dat wil zeggen dat de helft van de huishoudens meer en de andere helft minder vermogen bezit.

    De tien procent huishoudens met de laagste vermogens hadden samen meer schulden dan bezittingen. Per saldo hadden ze een negatief vermogen van 45 miljard euro. Dat komt vooral doordat in deze groep veel woningbezitters zitten van wie de hypotheekschuld hoger is dan de woningwaarde. Het meeste vermogen is geconcentreerd bij de hoogste tien procent vermogens. De bezittingen van die huishoudens (1 033 miljard euro) bestonden voor 36 procent uit eigen woning, voor 20 procent uit aanmerkelijk belang en voor 13 procent uit bank- en spaartegoeden. Hun schuld bedroeg 157 miljard euro.

    Bij het vaststellen van de fiscale hypotheekschuld zijn eventueel opgebouwde tegoeden bij spaar- en beleggingshypotheken niet meegenomen omdat het CBS tot op heden geen toegang heeft gekregen tot de onderliggende gegevens. Ook worden pensioenaanspraken en andere aanspraken van sociale zekerheid niet tot het vermogen gerekend, omdat deze collectief worden geregeld en niet op persoonsniveau toerekenbaar zijn, of overdraagbaar van persoon op persoon.

    Vermogensongelijkheid opnieuw gedaald

    De ongelijkheid in vermogen tussen huishoudens was in 2018 kleiner dan het jaar ervoor. De vermogensongelijkheid daalt al vanaf 2015, wat samenhangt met de aantrekkende woningmarkt. Tussen 2011 en 2014 nam de vermogensongelijkheid nog toe. Dit hing sterk samen met de daling van de huizenprijzen tijdens de economische crisis, die vooral de minder vermogende huizenbezitters trof. Rijkere huishoudens met een eigen woning hebben vaak ook andere bezittingen. De vermogensongelijkheid exclusief eigen woning is in de periode 2011-2018 vrijwel niet veranderd.

    De ongelijkheid in inkomen is aanzienlijk lager dan de vermogensongelijkheid, en met uitzondering van 2014 vrijwel onveranderd gebleven. De toename in 2014 kwam vooral door een incidentele fiscale maatregel die het voor directeur-grootaandeelhouders aantrekkelijk maakte zichzelf in dat jaar veel dividend uit te keren.

    Grote vermogens in kleine Brabantse gemeenten, kleine vermogens in de grote steden

    Met een vermogen van in doorsnee 337 duizend euro was Bloemendaal de meest vermogende gemeente in 2018. Dat is bijna 9 keer zo veel als landelijk (38,4 duizend euro). Ook staan er in de top tien van meest vermogende gemeenten veel Brabantse dorpen: Alphen-Chaam, Hilvarenbeek, Oirschot, Sint-Anthonis en Bergeijk. Hier wonen naar verhouding veel ouderen, die gedurende hun leven een flink vermogen hebben opgebouwd.

    Huishoudens met het laagste doorsnee vermogen bevinden zich vooral in de grote steden. Het minst vermogend is Rotterdam met een doorsnee vermogen van 4,3 duizend euro. Utrecht is de enige van de vier grote steden die niet in de top tien van gemeenten met laagste vermogens valt, maar ook daar was het vermogen met 14,2 duizend euro relatief laag. In de grote steden wonen relatief veel jongeren, uitkeringsontvangers en personen met een niet-westerse migratieachtergrond. Deze groepen hebben doorgaans weinig vermogen.

  • Wederom JPMorgan executive aangeklaagd voor manipulatie edelmetaal-markt

    Bron: Bloomberg

     

    Uit een aanklacht die vrijdag openbaar werd gemaakt blijkt dat wederom een medewerker van JPMorgan belast wordt met het manipuleren van de edelmetaal-markten.

    Jeffrey Ruffo, een voormalig executive director bij JPMorgan in New York, is aangeklaagd voor fraude, samenzwering en afpersing, zo werd duidelijk uit een openbare aanklacht aan het hof in Chicago.

    De aanklacht maakt deel uit van een breder onderzoek naar marktmanipulatie middels het zogeheten “spoofing”.

    Tot op heden worden zes medewerkers van JPMorgan verdacht, waaronder ook Michael Nowak – die aan het hoofd stond van de wereldwijde edelmetaal-handel bij JPMorgan.

    Ook Gregg Smith en Christopher Jordan worden sinds twee maanden verdacht van manipulatie van de edelmetaal-markt, hoewel zij alle drie verklaren niet schuldig te zijn. Zij zijn sinds hun arrestatie op borgtocht vrij.

    Eerder werden twee andere voormalige JPMorgan-traders, John Edmonds en Christiaan Trunz, beschuldigd van marktmanipulatie. Beide pleitten schuldig en werken samen met de aanklagers.

    Tot nu toe heeft de toegenomen aandacht voor spoofing ertoe geleid dat aanklagers in de VS de afgelopen vijf jaar 14 spoofing-zaken hebben geopend tegen 20 verdachten. Daarvan zijn er tot nu toe acht schuldig bevonden.

    Zeker zeven hebben schuld toegegeven, één werd veroordeeld tijdens het proces en een andere werd vrijgesproken. Verschillende zaken zijn dus nog gaande.

    Voor het manipuleren van de edelmetaalmarkten ontvangen ook de banken zelf nu veel lagere boetes dan voor het manipuleren van de Libor-tarieven, waarbij zij miljarden dollars aan schade moesten betalen.

    Banken werken namelijk in dit geval mee aan de verschillende onderzoeken naar genoemde manipulatie.

    Andere banken die al eerder een boete hebben gekregen voor het manipuleren van de edelmetaal-markten zijn onder andere Saxo Bank, Deutsche Bank, Scotia Bank, UBS, HSBC en Citigroup.

    De 56-jarige Ruffo werkte vanaf 2008 tot 2017 bij de bank. In één geval, in januari 2012, toen een hedgefund 93.200 ounces goud wilde verkopen, waarschuwde Ruffo JPMorgan-traders.

    Deze traders plaatsten vervolgens misleidende orders om goud futures te kopen in een poging de koers te laten stijgen, zo blijkt uit de aanklacht. Ruffo zal op 5 december in Chicago voor moeten komen.

  • Commerzbank overweegt negatieve rente, edelmetalen de oplossing of toch doormodderen?

    In navolging op Deutsche Bank wil ook Commerzbank negatieve rente doorberekenen aan klanten. Naast de grote ondernemingen moeten ook kleinere bedrijven en vermogende particulieren rente betalen over hun banktegoeden. Dat zei Stephan Engels, financieel directeur van de tweede grootste bank van Duitsland, in een gesprek met analisten van de bank.

    Net als andere banken in Duitsland worstelt ook Commerzbank met het rentebeleid van de ECB. Om sparen te ontmoedigen hanteert deze negatieve rente op overtollige reserves van banken. Het doel van deze maatregel is dat banken dat doorberekenen aan spaarders. Toch zijn veel banken terughoudend, uit vrees voor negatieve publiciteit en verlies van klanten. De financieel directeur van Commerzbank verwacht dat dit tot meer problemen zal leiden.

    In een interview met Bloomberg zei hij het volgende over het beleid van negatieve rente:

    “De vraag hoe we hier uit komen is eerlijk gezegd denk ik het meest beangstigend. Het is compleet onduidelijk hoe we uit dit drama moeten komen. Daarom worden we allemaal elk kwartaal een beetje angstiger, omdat we niet weten hoe we deze situatie kunnen terugdraaien naar een situatie waarin de rente weer kan doen wat ze moet doen, namelijk het sturen van kapitaalstromen in de economie. De negatieve rente doet dat niet goed, ik denk dat dat vrij duidelijk is.

    Negatieve rente

    Steeds meer banken in de Eurozone proberen de kosten van negatieve rente door te berekenen aan klanten. In eerste instantie alleen voor zakelijke klanten, maar nu ook voor vermogende particulieren. Banken betalen jaarlijks miljarden aan negatieve rente over hun overtollige reserves. In september verlaagde de ECB de depositorente van -0,4% naar -0,5%, waardoor de winstgevendheid van banken nog verder onder druk komt te staan. Ook dit verklaart waarom zij de negatieve rente vaker doorberekenen aan spaarders.

    “Over het algemeen is het zo dat de Duitse bankensector, maar ook die van een aantal andere noordelijke Europese landen, zwaar leunen op spaartegoeden als stabiele bron van financiering. Als je daar de prijzen van aanpast, dan moet je rekening mee houden met het gedragsaspect daarvan. Wat je wilt voorkomen is dat je opeens een groot aantal klanten afschrikt, waardoor je balans meer begint te schuiven dan je zou willen. Daarom probeert iedereen het in kleine stapjes te doen.

    Men begrijpt inmiddels de boodschap dat je een deel van de last van negatieve rente aan een deel van de klanten moet doorberekenen. Om een simpele vergelijking te maken. Commerzbank heeft meer dan €200 miljard aan spaartegoeden. Pas daarop minus een half procent toe als zijnde de kosten daarvan en dan heb je wel een goed idee waarom deze kwestie met de dag belangrijker wordt.”

    Bankensector onder druk

    Commerzbank verwacht dit jaar minder winst te maken dan vorig jaar, mede als gevolg van het beleid van de centrale bank. Het aandeel van de bank staat al langer onder druk, net als dat van veel andere Duitse banken. De gehele Duitse bankensector heeft last van negatieve rente, omdat hun verdienmodel afhankelijk is van het binnenhalen spaartegoeden. Dat is door het rentebeleid van de centrale bank niet meer interessant.

    Volgens Engels moet er een nieuwe discussie gevoerd worden over het rentebeleid van de centrale bank. Volgens hem heeft lage rente een positief effect op de consumptie en de investeringen, maar brengt negatieve rente veel ongewenste bijwerkingen met zich mee. Mensen worden daardoor onzeker over hun spaargeld en hun pensioen, waardoor ze juist meer gaan sparen en de hand op de knip houden. Daarmee schiet het beleid van de centrale bank haar doel voorbij.

    Commerzbank kwam deze week met een winstwaarschuwing. De bank verwacht dit jaar minder winst te maken als gevolg van het rentebeleid van de centrale bank en als gevolg van een herstructurering. De bank wil op termijn kosten besparen door te snijden in het aantal arbeidsplaatsen.

    Wanneer zijn wij in Nederland of België aan de beurt?

  • Investeren: wat zijn de mogelijkheden?

    Bron: Pricewise

     

    De spaarrente staat momenteel historisch laag en het ziet er niet naar uit dat dit
    op korte termijn gaat veranderen. Daarom is het slim om te kijken of het
    spaargeld op een andere manier geïnvesteerd kan worden. Er zijn verschillende
    opties. Zo kunnen vermogende particulieren met hun geld naar de beurs gaan of
    investeren in cryptogeld, vastgoed of crowdfunding.
    Beleggen
    Mensen die van een beetje risico houden, kunnen onderzoeken of beleggen
    misschien iets voor hen is. Er zijn verschillende vormen van beleggen. Zo kan
    men beleggen in aandelen. Hierdoor wordt de consument mede-eigenaar van
    een onderneming. Op deze manier heeft de aandeelhouder recht op een deel
    van de winst in de vorm van dividend. Daarnaast kan er winst gemaakt worden
    door het aandeel tegen een hogere prijs te verkopen. Ook kunnen mensen
    investeren in obligaties. Dit zijn leningen die worden uitgegeven door de
    overheid of een bedrijf. Beleggen in obligaties is minder risicovol, maar kennen
    meestal ook een lager rendement. Het is trouwens alleen verstandig om te
    beleggen als men (een deel van) het spaargeld de komende jaren niet hoeft te
    gebruiken.
    Investeren in cryptogeld
    Investeren in cryptogeld is momenteel een echte hype. Er worden veel
    succesverhalen gedeeld van mensen die veel geld hebben verdiend door te
    investeren in cryptovaluta. Het gaat hier om investeren in elektronisch geld.
    Mensen kunnen er digitaal mee betalen, zonder tussenkomst van een bank of
    andere partij. De veilige technologie die dit mogelijk maakt, heet Blockchain. Er
    zijn verschillende soorten cryptomunten zoals de bitcoin, etherrum en litecoin.
    Geïnteresseerden kunnen op verschillende websites op een veilige manier via
    iDeal of Paypal cryptogeld kopen. Er zijn helaas ook een aantal nadelen aan
    beleggen in cryptogeld. Zo is de markt van de virtuele munten erg
    onvoorspelbaar. De waarde van cryptogeld kan op een dag tientallen procenten
    fluctueren.
    Investeren in vastgoed
    Investeren in onroerend goed is altijd populair geweest. Particulieren genereren
    rendement door huurinkomsten en in de mogelijke waardestijging van het pand.
    Een groot voordeel is dat vastgoed minder gevoelig is voor inflatie ten opzichte
    van sparen of beleggen. De huurinkomsten geven over het algemeen meer
    financiële zekerheid dan opbrengsten uit aandelen. Uiteraard zijn er ook risico’s.
    Denk hierbij aan leegstand of een huurder die niet betaalt. Dit zijn zaken om
    rekening mee te houden. De huurder doet er trouwens goed aan om een
    inboedelverzekering af te sluiten. Op deze manier is schade aan de inboedel
    gedekt. Men kan de inboedelverzekering vergelijken om erachter te komen welke
    ​verzekeraar het goedkoopste is. Ook kan de huurder door de inboedelverzekering
    te vergelijken gelijk overstappen.
    Investeren via crowdfunding
    Investeren via crowdfunding wint steeds meer aan populariteit. Crowdfunding
    geeft enthousiaste ondernemers de kans om te starten of om een plan uit te
    werken. De investeerder leent een bedrag aan een ondernemer en krijgt hier een
    aantrekkelijk rendement voor terug. Investeren kan al vanaf € 100 en het
    rendement ligt meestal tussen de 5 procent en 9 procent. Het is verstandig om
    kleine bedragen in verschillende projecten te investeren om zo de risico’s te
    beperken. Voorbeelden van crowdfunding platforms zijn:
    Oneplanetcrowd, Funding Circle en Lendahand.