Categorie: Goud en Zilvermarkt

Op Marketupdate leest u dagelijks het laatste nieuws over goud, zilver en andere edelmetalen. In welke landen wordt het meeste goud gekocht? En wat is het nieuws achter de laatste stijging of daling van de goudprijs? En welke ontwikkelingen zijn voor u als goudbelegger interessant? Volg de ontwikkelingen op de voet via onze site.

  • Deze indicator suggereert dat de goudprijs verder kan stijgen

    De goudprijs is de afgelopen weken al behoorlijk opgelopen, maar de prijs zou de komende tijd nog verder kunnen stijgen. Veel beleggingsfondsen hebben namelijk geen positie in goud, wat betekent dat de rally nog enige tijd kan aanhouden. Bloomberg schrijft dat beleggingsfondsen nog steeds een relatief kleine long positie in het edelmetaal aanhouden, zeker in vergelijking met voorgaande jaren.

    Die terughoudendheid betekent dat er nog steeds veel opwaarts potentieel in de goudmarkt zit, zeker als de correctie waar veel beleggingsfondsen op wachten uitblijft. Onderstaande grafiek laat zien dat beleggingsfondsen op de termijnmarkt een beperkte long positie hebben in het edelmetaal. In vergelijking met voorgaande jaren zijn de fondsbeheerders nu dus veel terughoudender. Joni Teves, strateeg bij de Zwitserse bank UBS, zei daar tegenover Bloomberg het volgende over.

    “Ondanks een meer positieve houding zijn beleggers nog niet massaal in goud gestapt. De terughoudendheid blijft hangen. Het risico van een situatie waarin veel marktparticipanten wachten op een dip is dat ze een grote inhaalslag moeten maken als de positieve factoren aanhouden.”

    Beleggingsfondsen hebben nog weinig posities in goud (Bron: Bloomberg)

    Goudprijs kan verder stijgen

    Verschillende banken zijn de laatste maanden positief geworden over beleggen in goud. Eind vorig jaar sprak Georgette Boele van de ABN Amro de verwachting uit dat de goudprijs dit jaar waarschijnlijk verder zal stijgen. Later volgden ook Goldmans Sachs en Société Générale met een positief koersdoel voor goud in 2019.

    Volgens Boele zal het verzwakken van de dollar dit jaar een gunstig effect hebben op de goudprijs. Ook noemde ze de shortpositie in goud als reden om positief te zijn over het edelmetaal, omdat dat een indicator is van een overdreven negatief sentiment. Dat sentiment lijkt nu om te keren, met als resultaat dat veel beleggers de goudprijs verder aanjagen.

    Het Franse Société Générale verwacht dat het edelmetaal zal profiteren van goudaankopen door centrale banken en een zwakker economisch sentiment. Het feit dat de Federal Reserve een nieuwe renteverhoging heeft uitgesteld geeft goudbeleggers reden om positief te zijn.

    Voorzichtigheid geboden

    Ondanks de positieve trend in goud is niet iedereen optimistisch. Morgan Stanley heeft haar koopadvies voor het edelmetaal deze week ingetrokken. De bank adviseerde beleggers in september om goud te kopen, maar verwacht nu dat de prijs weer gaat dalen. Ook David Govett, goudhandelaar bij Marex Spectron Group in Londen, ziet weinig opwaarts potentieel. In een verklaring tegenover Bloomberg zei hij daar het volgende over:

    “Je krijgt een omgekeerd sneeuwbaleffect als de goudprijs stijgt. Hoe hoger de prijs gaat, hoe meer geld het van fondsen aantrekt. Maar over het algemeen is de aandelenmarkt solide en ik betwijfel of de dollar zoveel verder gaat dalen, dus ik denk dat het opwaarts potentieel voor deze beweging beperkt is.”

    Dit artikel verscheen eerder op Holland Gold




  • Rusland voegt 6,2 ton goud aan reserves toe

    Rusland heeft de afgelopen maand 6,2 ton goud aan haar reserves toegevoegd, zo blijkt uit de laatste cijfers van de centrale bank. Daarmee komt de totale goudvoorraad uit op 2118,2 ton, goed voor de vijfde plaats in de ranglijst van landen met de grootste goudreserves. Door de stijging van de goudprijs is de marktwaarde ook verder toegenomen, namelijk tot $89,5 miljard. Daarmee vertegenwoordigt het edelmetaal 18,8% van de totale reserves van de Russische centrale bank.

    Vorig jaar kochten centrale banken een recordhoeveelheid goud, waarbij Rusland met 272 ton de grootste afnemer was. Het land breidt haar goudvoorraad uit om minder afhankelijk te worden van de dollar. Het edelmetaal wordt in eigen land opgeslagen en kent geen tegenpartij risico, in tegenstelling tot reserves in vreemde valuta. Dmitry Tulin van de centrale bank zei in 2015 dat het edelmetaal 100% vrij staat van wettelijke en politieke risico’s.

    ‘Genoeg reserves om alle schulden te dekken’

    De totale reserves van de centrale bank stegen in januari naar $475 miljard, het hoogste niveau sinds juli 2014. Daarmee zijn de reserves van het land voor het eerst groter dan alle schulden aan het buitenland, zo merkte president Poetin op tijdens zijn jaarlijkse ‘State of the Union’. De valutareserves van het land bestaan sinds afgelopen jaar voornamelijk uit euro’s, dollars en Chinese yuan.

    Centrale banken zijn sinds het uitbreken van de crisis netto kopers van goud. Ondanks het feit dat de wereldeconomie de laatste jaren wat beter draait blijven diverse landen hun voorraad uitbreiden. Vorig jaar werden onder andere Polen, Hongarije, India en China weer actief op de goudmarkt. Rusland koopt al jaren goud en doet dat sinds 2014 in een verhoogd tempo. Mogelijk heeft dat te maken met de verslechterde relatie met het Westen en de dreiging van economische en financiële sancties.

    Valutareserves bereiken hoogste niveau sinds juli 2014

    Goudreserve Rusland gestegen tot een waarde van bijna $90 miljard

    Goud als percentage van totale reserves is sterk toegenomen sinds 2008

    Dit artikel verscheen eerder op Goudstandaard




  • Alan Greenspan: Goud en economische vrijheid (1966)

    Alan Greenspan schreef in 1966 een helder essay over de essentie van goud. In het stuk houdt hij een pleidooi voor een gouden standaard, omdat dit de meest effectieve manier is om te voorkomen dat overheden teveel schulden maken. De voormalig centraal bankier schrijft over de disciplinerende werking van goud onder een gouden standaard, omdat het een excessieve kredietcreatie in de weg staat. Hij schrijft dat de grote depressie van de jaren dertig niet veroorzaakt is door de beperkingen die de gouden standaard oplegde, maar door een veel te ruime kredietcreatie in de jaren voorafgaand aan de crisis.

    De beperking die goud oplegt aan kredietcreatie werd door beleidsmakers ten onrechte aangewezen als het probleem, zo oordeelde Greenspan. Men dacht dat iedere crisis bezworen kon worden als centrale banken maar voldoende liquiditeit beschikbaar zouden stellen aan banken. Dat blijkt op de korte termijn inderdaad te werken, maar over de langere termijn leidt het alleen maar tot meer onbalans in de economie. Hij verwijst naar de periode van 1927 tot 1929, toen de Federal Reserve met een kunstmatig lage rente probeerde het Britse pond te ondersteunen. Het gevolg was een speculatieve bubbel op de aandelenmarkt die zelfs de centrale bank niet meer onder controle kon krijgen.

    Greenspan schrijft in het essay dat spaarders zonder een gouden standaard geen mogelijkheid hebben om hun vermogen te beschermen tegen inflatie. Hij waarschuwde voor het gebruik van staatsobligaties als onderpand voor nieuwe leningen, omdat dat overheden in de gelegenheid zou stellen om veel meer schulden te maken. Dat betekent dat de geldhoeveelheid sneller kan toenemen dan de hoeveelheid goederen en diensten in een economie, waardoor de koopkracht van het geld afneemt.

    Spaarders die geld opzij zetten worden in dit systeem benadeeld, omdat ze voortdurend aan koopkracht inleveren. Inflatie is volgens hem een verborgen belasting, omdat het koopkracht overdraagt van de private sector naar de overheid. Het probleem van inflatie speelt vandaag de dag nog steeds, maar door de schuldenopbouw van de afgelopen vijftig jaar die mogelijk werd gemaakt door het loslaten van de goudstandaard vormt deflatie vandaag de dag een veel grotere bedreiging. Hieronder volgt het essay dat Greenspan in 1966 schreef.

    Alan Greenspan: Goud en economische vrijheid (1966)

    Een bijna hysterisch vijandigheid tegenover de goudstandaard is een kwestie die alle voorstanders van een grote overheid met verschillende overtuigingen verenigd. Ze lijken – misschien nog wel duidelijker en subtieler dan veel consistente verdedigers van de vrije markteconomie aan te voelen dat goud en economische vrijheid onlosmakelijk aan elkaar verbonden zijn en dat de gouden standaard een instrument van laissez-faire [red: een zuivere vrije markteconomie met een zo klein mogelijke rol voor de overheid] is en dat het één ook het ander vereist. Om de bron van hun vijandigheid te begrijpen, is het noodzakelijk om eerst de specifieke rol van goud in een vrije samenleving te begrijpen.

    Geld is de gemeenschappelijke noemer van alle economische transacties. Het is een goed dat als een ruilmiddel dient en dat universeel aanvaardbaar is voor alle deelnemers in een ruileconomie als betaling voor hun goederen of diensten. Daardoor kan het worden gebruikt als een standaard van waarde en als een opslag van waarde, dat wil zeggen als een manier om te sparen.

    Het bestaan ​​van een dergelijk goed is een voorwaarde voor een verdeling van de arbeidseconomie. Als de mensheid geen instrument van objectieve waarde had dat algemeen aanvaardbaar was als geld, dan zou ze haar toevlucht moeten nemen tot primitieve ruilhandel of gedwongen worden te leven op zelfstandige boerderijen, waarmee ze de onschatbare voordelen van specialisatie moeten laten varen. Als de mensheid geen middelen had om waarde op te slaan, dat wil zeggen om te sparen, dan zou planning of uitwisseling op de lange termijn of niet mogelijk zijn.

    “Als de mensheid geen middelen had om waarde op te slaan, dat wil zeggen om te sparen, dan zou planning of uitwisseling op de lange termijn of niet mogelijk zijn.”

    Welk ruilmiddel aanvaardbaar is voor alle deelnemers aan een economie wordt niet willekeurig bepaald. Ten eerste moet het ruilmiddel duurzaam zijn. In een primitieve samenleving van schamele rijkdom kan tarwe voldoende duurzaam zijn om als ruilmiddel te dienen, omdat alle uitwisselingen alleen tijdens en onmiddellijk na de oogst zouden plaatsvinden, waardoor er geen surplus van waarde overblijft om te sparen. Maar daar waar waardeopslag belangrijk is, zoals het geval is in rijkere, meer ontwikkelde samenlevingen, moet het ruilmiddel een duurzaam goed zijn, meestal een metaal.

    Een metaal wordt meestal gekozen omdat het homogeen en deelbaar is: elke eenheid is hetzelfde als elke andere en het kan worden gemengd of gevormd in elke hoeveelheid. Edelstenen zijn bijvoorbeeld niet homogeen en niet deelbaar. Belangrijker nog, de grondstof die als ruilmiddel wordt gekozen, moet een luxe zijn. De menselijke verlangens naar luxe zijn onbeperkt en daarom zijn luxegoederen altijd in trek en zullen ze altijd geaccepteerd worden. Tarwe is een luxe in ondervoede beschavingen, maar niet in een welvarende samenleving. Sigaretten zouden normaal niet als geld dienen, maar ze deden dat in Europa na de Tweede Wereldoorlog, waar ze als een luxe werden beschouwd. De term ‘luxe goed’ impliceert een zekere schaarste en een hoge waarde per eenheid. Met een hoge waarde per eenheid is zo’n goed gemakkelijk draagbaar. Zo is een ounce goud bijvoorbeeld een halve ton ruw ijzer waard.

    In de vroege stadia van een zich ontwikkelende geldeconomie kunnen verschillende ruilmiddelen worden gebruikt, omdat een breed scala van goederen aan de bovengenoemde voorwaarden zou voldoen. Een van de goederen zal echter geleidelijk alle andere verdringen, omdat deze op een bredere schaal geaccepteerd wordt. Voorkeuren over wat te bewaren als opslag van waarde zullen verschuiven naar het meest geaccepteerde goed, wat het op haar beurt nog meer geaccepteerd maakt. De verschuiving is progressief totdat dat goed het enige ruilmiddel wordt. Het gebruik van een enkel medium is zeer voordelig om dezelfde redenen dat een geldeconomie superieur is aan een ruileconomie: het maakt uitwisselingen mogelijk op een onberekenbaar veel grotere schaal.

    Of dat enkele medium goud, zilver, schelpen, vee of tabak is, dat is afhankelijk van de context en ontwikkeling van een bepaalde economie. In feite hebben ze allemaal, op verschillende tijdstippen, dienst gedaan als ruilmiddel. Zelfs in de huidige eeuw werden twee belangrijke grondstoffen – goud en zilver – gebruikt als internationaal ruilmiddel, waarbij goud de overheersende werd.

    Goud, dat zowel artistieke als functionele toepassingen kent en relatief schaars is, heeft aanzienlijke voordelen ten opzichte van alle andere ruilmiddelen. Sinds het begin van de Eerste Wereldoorlog was het vrijwel de enige internationale standaard voor handel. Als alle goederen en diensten in goud zouden moeten worden betaald, dan zouden grote betalingen moeilijk uit te voeren zijn en zou dit de omvang van de arbeids- en specialisatiegebieden van een samenleving waarschijnlijk beperken. Dus een logische uitbreiding van de creatie van een ruilmiddel is de ontwikkeling van een banksysteem met kredietinstrumenten (bankbiljetten en deposito’s) die fungeren als substituut voor, maar converteerbaar zijn in, goud.

    Een vrij banksysteem op basis van goud kan krediet uitbreiden en aldus bankbiljetten (valuta) en deposito’s creëren, afhankelijk van de productie-eisen van de economie. Individuele eigenaars van goud worden door rentebetalingen ertoe aangespoord hun goud in een bank te deponeren (waartegen zij cheques kunnen opvragen). Maar aangezien het zelden voorkomt dat iedereen zijn goud tegelijkertijd willen opnemen, hoeft de bankier slechts een fractie van zijn totale deposito’s in goud als reserves te houden. Dit stelt de bankier in staat meer uit te lenen dan het bedrag van zijn gouddeposito’s (wat betekent dat hij vorderingen op goud in plaats van goud aanhoudt als zekerheid voor zijn deposito’s). Maar het aantal leningen dat hij zich kan veroorloven, is niet willekeurig. Hij moet het afmeten aan zijn reserves en aan de status van zijn beleggingen.

    Wanneer banken geld lenen om productieve en winstgevende initiatieven te financieren, dan worden de leningen snel afbetaald en blijft bankkrediet algemeen beschikbaar. Maar wanneer de met bankkrediet gefinancierde initiatieven minder rendabel zijn en moeizaam afbetalen, dan merken bankiers al snel dat hun uitstaande leningen buitensporig zijn in vergelijking met hun goudreserves. Ze beginnen nieuwe leningen dan in te krimpen, meestal door hogere rentetarieven in rekening te brengen. Dit heeft de neiging om de financiering van nieuwe ondernemingen te beperken en dwingt de bestaande kredietnemers dat ze hun winstgevendheid verbeteren voordat ze krediet krijgen voor verdere expansie.

    “Onder de gouden standaard dient een vrij banksysteem als de beschermer van de stabiliteit van een economie en een evenwichtige groei.”

    Dus, onder de gouden standaard dient een vrij banksysteem als de beschermer van de stabiliteit van een economie en een evenwichtige groei. Wanneer goud door de meeste of alle naties als ruilmiddel wordt geaccepteerd, dient een ongehinderde vrije internationale goudstandaard om een ​​wereldwijde arbeidsdeling en de breedste internationale handel te bevorderen. Hoewel de ruileenheden (de dollar, het pond, de frank, enzovoort) van land tot land verschillen, zo lang ze allemaal in termen van goud zijn gedefinieerd fungeren de economieën van de verschillende landen als één, op voorwaarde dat er geen beperkingen zijn op handel of op het kapitaalverkeer.

    Kredieten, rentetarieven en prijzen hebben de neiging vergelijkbare patronen te volgen in alle landen. Als banken bijvoorbeeld in het ene land het krediet te ruim uitbreiden, dan zullen de rentetarieven in dat land dalen en zal dat depositohouders aansporen hun goud te verplaatsen naar banken in andere landen die een hogere rente bieden. Dit zal onmiddellijk leiden tot een tekort aan bankreserves in het land met ‘soepele’ kredietverlening, waardoor de kredietvoorwaarden worden aangescherpt en de rentetarieven weer concurrerend worden.

    Een volledig vrij banksysteem en een volledig consistente goudstandaard zijn tot nu toe nog niet bereikt. Maar voorafgaand aan de Eerste Wereldoorlog was het banksysteem in de Verenigde Staten (en in de meeste landen) gebaseerd op goud. Hoewel regeringen soms tussenbeide kwamen, was bankieren meer vrij dan gecontroleerd. Periodiek, als gevolg van een al te snelle kredietuitbreiding, leenden banken uit tot de limiet van hun goudreserves, stegen de rentetarieven scherp, werden nieuwe kredieten afgesneden en kwam de economie in een scherpe, maar kortstondige recessie. (In vergelijking met de depressies van 1920 en 1932 waren de cycli in de vooroorlogse wereld relatief mild). Het waren de beperkingen van de goudreserves die een onevenwichtige uitbreiding van de bedrijfsactiviteiten stopzette, voordat deze zich kon ontwikkelen tot een soort ramp als na de Eerste Wereldoorlog. De aanpassingsperioden waren kort en de economieën herstelden snel een solide basis om de expansie te hervatten.

    “Het proces van genezing werd verkeerd gediagnosticeerd als de ziekte.”

    Maar het proces van genezing werd verkeerd gediagnosticeerd als de ziekte. Als een tekort aan bankreserves een neerwaartse bedrijfscyclus veroorzaakte – zo betoogden economische interventionisten – waarom dan niet een manier vinden om meer reserves aan de banken te leveren, zodat ze nooit tekort hoeven te komen! Als banken door kunnen gaan met het lenen van geld voor een onbepaalde tijd – zo werd beweerd – dan hoeft er nooit meer sprake te zijn van een inzinking in de economie.

    En zo werd het Federal Reserve System in 1913 georganiseerd. Het bestond uit twaalf regionale Federal Reserve-banken die in naam eigendom waren van private bankers, maar die in feite door de overheid gesponsord, gecontroleerd en ondersteund werden. Het krediet dat deze banken verstrekken wordt in de praktijk (hoewel niet wettelijk) ondersteund door de belastende macht van de federale overheid. Technisch gezien bleven we op de gouden standaard, want individuen waren nog steeds vrij om goud te bezitten en goud bleef in gebruik als bankreserves. Maar nu, als aanvulling op goud, zou de kredietverlening door de banken van de Federal Reserve (“papieren reserves”) kunnen dienen als wettig betaalmiddel om spaarders te betalen.

    Toen de economie in de Verenigde Staten in 1927 een milde fase van krimp liet zien, creëerde de Federal Reserve meer papieren reserves in de hoop eventuele tekorten aan bankreserves te voorkomen. Meer rampzalig was echter de poging van de Federal Reserve om Groot-Brittannië te helpen, die goud aan ons had verloren omdat de Bank of England weigerde de rente te laten stijgen toen de marktkrachten dat dicteerden (het was politiek onverteerbaar).

    De redenering van de betrokken autoriteiten was als volgt: Als de Federal Reserve buitensporige papieren reserves naar Amerikaanse banken zou pompen, zou de rente in de Verenigde Staten dalen tot een niveau vergelijkbaar met dat in Groot-Brittannië. Dit zou ertoe bijdragen het goudverlies van Groot-Brittannië te stoppen en de politieke schaamte te voorkomen van een renteverhoging. De “Fed” slaagde. Ze stopte het goudverlies, maar vernietigde de economieën van de wereld tijdens dit proces. De overmatige kredieten die de Fed in de economie pompte vloeide over naar de aandelenmarkt, wat een spectaculaire speculatieve groei teweegbracht.

    Op dat moment trachtten de ambtenaren van de Federal Reserve de overtollige reserves op dweilen en slaagden ze er uiteindelijk in de hausse af te remmen. Maar het was te laat. Tegen 1929 waren de speculatieve onevenwichtigheden zo overweldigend dat het ingrijpen van de centrale bank een scherpe versobering en een consequente demoralisatie van het ondernemersvertrouwen veroorzaakte. Als gevolg daarvan stortte de Amerikaanse economie in. Groot-Brittannië deed het nog erger, en in plaats van de volledige schok van haar eerdere dwaasheid te absorberen, verliet ze de goudstandaard volledig in 1931. Daarmee verscheurde het land wat er nog over was van de vertrouwensstructuur en veroorzaakte het een wereldwijde reeks van bankfaillissementen. De wereldeconomieën werden in de Grote Depressie van de jaren dertig gestort.

    Met een logica die doet denken aan een generatie eerder, voerden etatisten [red: voorstanders van een sterke overheid] aan dat de gouden standaard grotendeels verantwoordelijk was voor het kredietdebacle dat leidde tot de Grote Depressie. Als de goudstandaard niet had bestaan – zo voerden ze aan – dan zou de stopzetting van goudbetalingen door Groot-Brittannië in 1931 niet het falen van banken over de hele wereld tot gevolg hebben gehad. (De ironie was dat we sinds 1913 niet op een gouden standaard waren, maar op wat we een “gemengde goudstandaard” zouden kunnen noemen, maar het is goud dat de schuld op zich heeft gekregen).

    “Maar de weerstand tegen de goudstandaard in welke vorm dan ook – van een groeiend aantal voorstanders van de verzorgingsstaat – werd ingegeven door een veel subtieler inzicht, namelijk het besef dat de gouden standaard onverenigbaar is met chronische begrotingstekorten.”

    Maar de weerstand tegen de goudstandaard in welke vorm dan ook – van een groeiend aantal voorstanders van de verzorgingsstaat – werd ingegeven door een veel subtieler inzicht, namelijk het besef dat de gouden standaard onverenigbaar is met chronische begrotingstekorten (het kenmerk van de verzorgingsstaat). Ontdaan van zijn academische jargon is de verzorgingsstaat niets meer dan een mechanisme waarmee regeringen de rijkdom van de productieve leden van een samenleving in beslag nemen om een ​​breed scala aan welvaartsprogramma’s te ondersteunen. Een aanzienlijk deel van de inbeslagname vindt plaats door belastingheffing. Maar de verzorgingsstaten erkenden snel dat, als ze de politieke macht wilden behouden, de hoeveelheid belasting moest worden beperkt en ze hun toevlucht moesten nemen tot massale overheidstekorten, dat wil zeggen dat ze geld moesten lenen door staatsobligaties uit te geven, om welvaartsuitgaven op grote schaal te kunnen financieren.

    Onder een gouden standaard wordt de hoeveelheid krediet die een economie kan ondersteunen bepaald door de materiële activa van de economie, aangezien elk kredietinstrument uiteindelijk een claim is op een of ander materieel goed. Maar staatsobligaties worden niet gedekt door tastbare welvaart, slechts door de belofte van de overheid om toekomstige belastinginkomsten te betalen. Ook kunnen deze niet gemakkelijk worden geabsorbeerd door de financiële markten. Een groot aantal nieuwe staatsobligaties kan alleen tegen steeds hogere rentetarieven aan het publiek worden verkocht. Zo zijn de overheidstekorten onder een gouden standaard erg beperkt.

    “Het verlaten van de gouden standaard maakte het voor etatisten mogelijk om het banksysteem te gebruiken als een middel tot een onbeperkte uitbreiding van het krediet.”

    Het verlaten van de gouden standaard maakte het voor etatisten mogelijk om het banksysteem te gebruiken als een middel tot een onbeperkte uitbreiding van het krediet. Ze hebben papieren reserves gecreëerd in de vorm van staatsobligaties die banken – via een complexe reeks stappen – accepteren in plaats van materiële goederen. Ze behandelen deze alsof ze een feitelijk tegoed zijn, dat wil zeggen als het equivalent van wat voorheen een storting van goud was.

    De houder van een staatsobligatie of van een bankdeposito dat is gecreëerd door een papieren reserve gelooft dat hij een geldige claim op een echt goed heeft. Maar het feit is dat er nu meer claims uitstaan ​​dan echte goederen. De wet van vraag en aanbod kan niet voor de gek worden gehouden. Naarmate de hoeveelheid geld (claims) toeneemt in verhouding tot het aanbod van materiële activa in de economie, dan moeten de prijzen uiteindelijk stijgen. Zo verliezen de winsten die worden bespaard door de productieve leden van de samenleving hun waarde in termen van goederen. Wanneer de balansen van de economie eindelijk weer gelijk zijn, dan ontdekt men dat dit waardeverlies de goederen vertegenwoordigt die door de overheid zijn gekocht voor welvaartsprogramma’s of andere doeleinden, met de geldopbrengst van staatsobligaties die worden gefinancierd door uitbreiding van het bankkrediet.

    “Bij gebrek aan de gouden standaard is er geen manier om spaargeld te beschermen tegen confiscatie door inflatie.”

    Bij gebrek aan de gouden standaard is er geen manier om spaargeld te beschermen tegen confiscatie door inflatie. Er is geen veilige opslag van waarde. Als dat er wel zou zijn, dan zou de overheid het bezit daarvan illegaal moeten maken, zoals dat het geval was met goud*. Als iedereen bijvoorbeeld besloot om al zijn of haar bankdeposito’s om te zetten naar zilver of koper of een ander goed, en daarna weigerde om papieren cheques te accepteren als betaling voor goederen, dan zouden bankdeposito’s hun koopkracht verliezen en zou het door de overheid gecreëerd bankkrediet waardeloos zijn als claim op goederen. Het financiële beleid van de verzorgingsstaat vereist dat de bezitters van vermogen geen mogelijkheid hebben om zichzelf te beschermen.

    Dit is het armzalige geheim van de tirades van voorstanders van de verzorgingsstaat tegen goud. Tekorten maken is simpelweg een manier om rijkdom in beslag te nemen. Goud staat dit sluipende proces in de weg. Het staat als een beschermer van eigendomsrechten. Als men dit begrijpt, heeft men geen moeite om de vijandigheid van de etatisten ten opzichte van de gouden standaard te begrijpen.

    Alan Greenspan

    *In de Verenigde Staten werd het privé bezit van goud van 1934 verboden. Dat verbod werd in 1974 weer opgeheven, nadat er een papieren markt voor goud was geïntroduceerd.

    Dit artikel verscheen eerder op Goudstandaard




  • Rogoff: “Verdwijnen contant geld is gunstig voor goud”

    Rogoff: “Verdwijnen contant geld is gunstig voor goud”

    Het verdwijnen van contant geld zal een positieve impact hebben op goud. Dat zegt econoom Kenneth Rogoff in een interview met de World Gold Council. Hij verwacht dat de rol van contant geld in de economie steeds kleiner zal worden, waarbij met name de grote bankbiljetten uit het straatbeeld zullen verdwijnen. Als gevolg daarvan wordt het minder interessant om contant geld te bewaren en zal men vaker uitwijken naar goud.

    Econoom Rogoff hield eerder al een pleidooi voor het afschaffen van grote bankbiljetten. Hij is van mening dat deze vooral voor niet legitieme doeleinden worden gebruikt, zoals belastingontduiking en witwassen. Daar zei hij het volgende over.

    “Contant geld raakt uit de mode, maar het aanbod blijft toenemen. Dat zijn bijna allemaal grote coupures, die hoofdzakelijk gebruikt worden voor belastingontduiking en misdaad. Uiteindelijk zullen deze biljetten zo weinig gebruikt worden voor legitieme transacties dat men niet meer in staat zal zijn om ze wit te wassen. Centrale banken moeten de biljetten dan innemen, maar ik denk dat dat proces versneld moet worden.

    De belastingdienst schat in dat 15% van alle verschuldigde belastingen nooit geïnd wordt. Bedrijven die veel met contant geld werken vertegenwoordigen ongeveer de helft daarvan. In Europa zijn de cijfers nog veel hoger, vooral in Italië, Spanje, Griekenland en Duitsland. En het probleem is dat hierdoor de belastingen voor de rest van ons hoger worden.”

    Financiële repressie

    Het afschaffen van grote bankbiljetten en het ontmoedigen van contant geld dient volgens Rogoff ook en ander doel. Centrale banken kunnen makkelijker een negatieve rente invoeren als consumenten geen mogelijkheid hebben om in contant geld te vluchten. In een tijdperk waarin de rente al bijna op nul procent staat is het belangrijk om ook een effectieve negatieve rente te kunnen hanteren, aldus concludeert de econoom.

    Volgens Rogoff kunnen virtuele munten in de toekomst een grotere rol gaan spelen, maar op een andere manier dan veel mensen denken. Hij verwacht dat overheden en centrale banken er alles aan zullen doen om deze markt te reguleren. Het idee dat techneuten virtuele munten uitbrengen waar overheden geen controle over hebben is volgens hem uitermate naïef. Hij verwacht dat centrale banken deze technologie zullen overnemen en in een gecentraliseerd model zullen uitgeven.

    “De geldhoeveelheid zal in toenemende mate digitaal worden. Over pakweg twintig jaar zullen vrijwel alle centrale banken virtuele munten uitgeven. Je kunt dan op zijn minst een digitale spaarrekening aanhouden bij de centrale bank.

    Cryptocurrency adepten praten over permissieloze en gepermitteerde systemen. Blockchain is een permissieloos systeem omdat het geen centrale vertrouwde autoriteit nodig heeft. Ik denk dat de digitale munten van de toekomst zullen werken via een gepermitteerd systeem met een centrale tegenpartij. Ze zullen wel encryptie hebben, maar niet anoniem zijn.”

    Grotere rol voor goud

    In tegenstelling tot contant geld en decentrale virtuele munten ziet Rogoff wel een toekomst voor goud. Het edelmetaal zal meer gewaardeerd gaan worden als alternatief spaarmiddel. Ook zullen vermogensbeheerders en centrale banken volgens hem meer goud kopen als vorm van diversificatie.

    “Als je naar de geschiedenis van geld kijkt, dan zie je dat goud een unieke rol heeft. Ik denk dat dat geen toeval is. Sommige mensen zeggen dat als goud duizenden jaren geleden niet was gekozen als geld, dat het vandaag dan geen rol had gespeeld. Ik ben het daar niet mee eens. Goud heeft veel nuttige eigenschappen en ik denk niet dat haar status op welke manier dan ook toevallig is. Het is een monetair instrument. Ik denk dat als je de geschiedenis opnieuw zou afspelen, dat je dan opnieuw bij goud zult uitkomen.

    Ondanks dat we minder papiergeld hebben is er behoefte aan een vorm van waardeopslag. Niet alleen vanwege privacy, maar ook om transacties te kunnen doen tussen twee partijen die elkaar niet vertrouwen. Goud vervult deze rol. Het is waarschijnlijk de beste vervanger voor contant geld, dus ik kan me lastig voorstellen dat de waarde in de loop der jaren niet zal toenemen. En er zijn allerlei toepassingen voor goud in nieuwe technologie waar niemand jaren geleden aan gedacht heeft. Dus al met al zie ik de rol van goud niet afnemen.”

    ‘Centrale banken moeten goud kopen’

    Ook in internationaal perspectief voorziet Rogoff een grotere rol voor goud. Hoewel de dollar nog steeds belangrijkste valuta is voor de internationale handel staat de positie van de Verenigde Staten steeds meer ter discussie. Met name de centrale banken van opkomende economieën zouden daarop moeten anticiperen door meer goud te kopen.

    “Centrale banken in opkomende economieën zouden minder dollars en meer goud moeten aanhouden als een manier om hun portefeuille te diversifiëren. Het is simpelweg een kwestie van diversificatie. Op dit moment bezitten de meeste centrale banken van opkomende markten 1 a 2% van hun reserves in goud, met 70 tot 80% in dollars en de rest in euro’s en andere valuta’s. Ik denk dat een toewijzing van 5% een natuurlijke positie is als onderdeel van een effectief diversificatiebeleid, hoewel het hoger zou kunnen zijn. Het Amerikaanse aandeel van de wereldeconomie krimpt immers, de macht wordt gecentraliseerd en we weten niet wat de toekomst brengt.

    De dollar wordt meer dan ooit gebruikt. Een groeiend deel van de Europese bedrijfsobligaties is in dollars, niet in euro’s. Wanneer Aziatische landen schulden in het buitenland schuldpapier uitgeven doen ze dat in dollars. De reserves zijn in dollars en veel goederen zijn geprijsd in dollars. De dollar is vandaag de dag dominanter dan onder Bretton Woods, maar dat betekent niet dat het stabiel is.

    We hebben nu al tekorten van biljoenen dollars en ze zijn beheersbaar. Maar als zakelijke, lokale, staats- en federale schulden groeien, dan zal er een moment komen waarop de VS onder stress komt te staan. En als de tekorten tegen die tijd verdubbeld of verdrievoudigd zijn, zal de inflatie onvermijdelijk volgen. Ons systeem is niet gebouwd voor hoge inflatie, dus het zou ongelooflijke financiële onrust en stress veroorzaken. Het kan tientallen jaren duren, maar deze dingen hebben altijd de neiging op een bepaald moment op te blazen. Naarmate de Amerikaanse economie evenredig kleiner wordt en de dollarisering van de wereldeconomie groter wordt, wordt het evenwicht steeds fragieler.”

    Diversificatie

    Tegen deze achtergrond wordt het volgens Rogoff steeds rationeler om goud te bezitten. De komende jaren zullen Amerikaanse staatsobligaties nog wel veilig zijn, maar het is nog maar de vraag of ze dat op de langere termijn ook zullen blijven. Als je een portefeuille wilt inrichten voor de komende veertig jaar, dan moet je daar de nodige diversificatie in aanbrengen. En daar hoort volgens Rogoff ook een gedeelte in goud bij. Dat geldt voor zowel vermogende particulieren als voor beleggingsfondsen en centrale banken.

    Disclaimer: Marketupdate geeft geen beleggingsadvies en dit artikel moet dan ook niet als zodanig worden beschouwd. Uitspraken over de toekomst gaan gepaard met onzekerheid, wat betekent dat de verwachtingen kunnen veranderen. Resultaten uit het verleden bieden geen garantie voor de toekomst.

    Dit artikel verscheen eerder op Goudstandaard




  • Rusland wil goud belastingvrij maken?

    Het Russische Ministerie van Financiën overweegt de belasting op beleggingsgoud te schrappen, zo meldt de Russische krant Izvestia. Momenteel worden goudbaren in Rusland belast met 20% btw, waardoor het voor particulieren niet interessant is om goud te kopen. De belasting die je betaalt bij aankoop krijg je niet terug bij de verkoop, waardoor je een deel van de inleg meteen kwijt bent. Door de belasting op goud te schrappen wordt het opeens wel interessant om goud te kopen.

    Volgens cijfers van de World Gold Council wordt er in Rusland amper 3 ton aan beleggingsgoud verkocht. Wordt de belasting opgeheven, dan zou de afzetmarkt voor het edelmetaal kunnen groeien naar 50 tot 100 ton. Dat zou een sterke impuls moeten geven aan de wereldwijde vraag naar gouden munten en goudbaren. Het Ministerie van Financiën liet weten dat de belasting op gouden sieraden zal blijven bestaan.

    Russen stimuleren om goud te kopen

    Er zijn voor Rusland verschillende redenen te bedenken om deze maatregel door te voeren. Niet alleen geeft het consumenten de mogelijkheid om in edelmetaal te beleggen, ook geeft het een impuls aan de goudsector. Rusland heeft de derde grootste goudmijnproductie ter wereld, maar kan het edelmetaal niet altijd aan het buitenland verkopen.

    Een van de smelterijen in het land verloor in 2018 haar LBMA status, omdat de smelterij eigendom is van een persoon die op een Amerikaanse sanctielijst staat. De mogelijkheid dat er in de toekomst meer economische sancties zullen volgen maakt het voor Rusland zinvol de binnenlandse vraag naar goud te versterken. Smelterijen kunnen dan vrijwel de volledige productiecapaciteit inzetten voor de binnenlandse markt.

    Volgens Andrei Shemetov van de Sberbank is het edelmetaal door de toenemende geopolitieke risico’s in de wereld een interessant alternatief voor traditionele beleggingen in dollars. Hij verwacht dat de vraag naar beleggingsgoud zal stijgen naar 50 tot 100, indien het wordt vrijgesteld van belasting. Alexey Panferov van de Sovcombank zegt tegen Izvestia dat deze maatregel een belangrijke stap is in de richting van de-dollarisatie.

    Dit artikel verscheen eerder op Holland Gold




  • Lega Nord wil goudvoorraad Italië verkopen?

    De Italiaanse regeringspartij Lega Nord heeft een wetsvoorstel ingediend waarmee de regering de nationale goudvoorraad kan verkopen. Dat schrijft persbureau Reuters op basis van een concept versie van een nieuw wetsvoorstel. Daarvoor is wel een verandering in de grondwet nodig, omdat de goudreserve nu nog eigendom is van de centrale bank. Met de verkoop van goud zou de regering een geplande btw-verhoging in 2020 kunnen schrappen.

    De plannen om goud te verkopen worden door de regeringspartij overigens ontkend. Volgens Claudio Borghi, economisch woordvoerder van Lega Nord, was het voorstel slechts ‘hypothetisch’. Hij legt uit dat de voorgestelde grondwetswijziging juist bedoeld is om de bevolking gerust te stellen dat er geen plannen zijn om goud te verkopen. Voor een grondwetswijziging die dat mogelijk maakt is een twee derde meerderheid in het parlement vereist.

    Italië heeft na de Verenigde Staten en Duitsland de grootste goudvoorraad ter wereld. De centrale bank beschikt over 2.451,8 ton goud, dat omgerekend naar de actuele goudprijs een waarde van bijna €92 miljard vertegenwoordigt. Goud is de belangrijkste reserve van de centrale bank, want het edelmetaal vertegenwoordigt 68% van de totale bezittingen. Dat lijkt veel, maar het is niet veel meer dan 5% van het bbp. Om dat in perspectief te plaatsen, daarmee kan Italië twee jaar haar tekort op de begroting dichten.

    Volg Marketupdate nu ook via Telegram

    Waardeert u de artikelen en analyses op onze site, steun ons dan met een eenmalige of periodieke donatie. Met uw donatie kunnen we mooie artikelen blijven schrijven en worden we minder afhankelijk van inkomsten uit advertenties. Klik hier om te doneren!




  • Wat is de toegevoegde waarde van goud?

    Wat is de toegevoegde waarde van goud?

    Wat zijn vandaag de dag de belangrijkste redenen om goud te kopen? Dat is de vraag die de World Gold Council probeert te beantwoorden in een nieuw rapport over de goudmarkt. Volgens de organisatie vormt het edelmetaal een waardevolle toevoeging aan de beleggingsportefeuille, omdat het een goed rendement heeft opgeleverd en geen tegenpartij risico kent. Ook blijkt goud goed te presteren in tijden van onzekerheid, waardoor het een goede manier is om risico’s te spreiden.

    Sinds het begin van deze eeuw is de goudprijs sterk gestegen. Sinds 2001 is de wereldwijde vraag naar goud met gemiddeld 15% per jaar toegenomen. Dat komt niet alleen omdat het steeds makkelijker wordt om in goud te beleggen, maar ook omdat het besteedbare inkomen in opkomende economieën sterk is toegenomen. Maar wat maakt het edelmetaal nou zo aantrekkelijk?

    Solide rendement

    De goudprijs kan door de jaren heen sterk fluctueren, maar over de langere termijn is de prijs aanzienlijk gestegen. Dat komt niet omdat het goud beter wordt – het verandert niet en levert ook geen cashflow of dividend op – maar omdat de geldhoeveelheid toeneemt. Er is steeds meer geld in de wereld, waardoor de prijzen van alle tastbare bezittingen stijgen.

    Goud doet het daarbij niet veel slechter dan alternatieven als aandelen en obligaties. Sinds 1971 is de goudprijs met gemiddeld 10,45% per jaar gestegen, ongeveer evenveel als Amerikaanse aandelen (10,52%) en wereldwijde aandelen (11,07%). Ter vergelijking, Amerikaanse staatsleningen leverden in dezelfde periode gemiddeld 7,53% rendement per jaar op. Het edelmetaal kan zich de laatste decennia qua rendement dus goed meten met aandelen.

    Rendement van goud sinds 1971 (Bron: World Gold Council)

    Bescherming tegen inflatie

    Op de korte termijn is er geen duidelijke relatie tussen de prijsontwikkeling van goud en de inflatie, maar over de langere termijn zien we wel een zekere correlatie. Wanneer de inflatie hoger is dan 3% blijkt het edelmetaal veel meer rendement op te leveren dan wanneer de inflatie relatief laag is. Het edelmetaal heeft de afgelopen decennia dus haar nut bewezen in tijden van geldontwaarding.

    Edelmetaal presteert goed in tijden van hoge inflatie (Bron: World Gold Council)

    Goud versus valuta

    Een van de belangrijkste voordelen van het edelmetaal is dat het niet eindeloos gecreëerd kan worden, in tegenstelling tot valuta. Kijken we naar de afgelopen 120 jaar, dan zien we dat alle valuta op de lange termijn consequent aan waarde verliezen ten opzichte van het edelmetaal. En dat terwijl de bovengrondse goudvoorraden in dezelfde periode wel significant zijn toegenomen. Het edelmetaal heeft dus een goed trackrecord voor wat betreft het behoud van vermogen over de langere termijn.

    Koopkracht valuta ten opzichte van goud (Bron: World Gold Council)

    Bescherming tegen beurscorrecties

    In tijden van onzekerheid op de beurs vluchten beleggers in veilige havens als staatsleningen en edelmetalen. Zo blijkt goud historisch gezien goed te presteren in tijden dat de beurs onderuit gaat. Bij een daling van de S&P 500 van meer dan twee standaarddeviaties heeft het edelmetaal een duidelijk negatieve correlatie. Dat betekent dat de goudprijs op slechte beursdagen vaak stijgt.

    Bescherming tegen correcties op de aandelenmarkt (Bron: World Gold Council)

    Liquide belegging

    Dagelijks wordt er voor meer dan $100 miljard aan goud verhandeld via de beurs. Daarmee kan de goudmarkt zich bijna meten met de belangrijkste markten voor aandelen en de obligaties. Naar schatting bezitten huishoudens en centrale banken gezamenlijk voor $2,9 biljoen aan goud. Door de omvang van de markt en het dagelijkse handelsvolume kunnen ook grote spelers als centrale banken en beleggingsfondsen gemakkelijk edelmetalen verhandelen.

    Het edelmetaal kan zich qua liquiditeit meten met staatsleningen (Bron: World Gold Council)

    Nadelen van beleggen in goud?

    Een belegging in edelmetalen kent veel voordelen, maar er zijn ook een aantal zaken om rekening mee te houden. Zo kan de goudprijs op de korte en middellange termijn ook dalen, waardoor het rendement veel lager of zelfs negatief uitvalt. Ook is edelmetaal gebonden aan een fysieke locatie, wat betekent dat er meer kosten gemoeid zijn met transport. Ook is er vanwege de hoge waarde van edelmetalen extra aandacht vereist voor opslag.

    Dit artikel verscheen eerder op Holland Gold




  • Nieuwe consolidatieslag in de goudmijnsector?

    Na een aantal zware jaren lijkt er eindelijk weer beweging te zitten in de goudmijnsector. In september vorig jaar werd Randgold overgenomen door Barrick Gold en begin dit jaar besloot Newmont haar concurrent Goldcorp in te lijven. De grootste mijnbouwbedrijven consolideren hun krachten, terwijl de goudprijs de afgelopen maanden profiteerde van een negatief sentiment op de aandelenmarkt.

    De stijging van de goudprijs en een tweede grote overname in de goudmijnsector laten zien dat het edelmetaal opnieuw in de belangstelling staat. Beleggers zoeken een veilige haven en zoeken hun toevlucht in goud. Daardoor stijgt de prijs van het edelmetaal en neemt ook de belangstelling voor de goudmijnsector toe. Een hogere goudprijs betekent immers een betere winstmarge en in potentie meer winst voor goudmijnen.

    Consolidatie in de goudmijnsector

    Het kan toeval zijn dat er in korte tijd twee grote overnames plaatsvinden in de goudmijnsector, maar sommige analisten denken dat meer overnames zullen volgen. Grote mijnbouwbedrijven die hun kosten onder controle hebben gebracht kunnen momenteel profiteren van de relatief lage waardering van goudmijnaandelen.

    Analisten kijken dan ook extra aandachtig naar andere grote producenten in de goudmijnsector, zoals AngloGold Ashanti, Newcrest en Kinross. Deze drie bedrijven, die de top vijf van grootste producenten compleet maken, zullen de komende tijd wellicht ook overnames gaan doen.

    Consolidatie in de goudmijnsector (Bron: Bloomberg)

    Meer overnames te verwachten?

    Ook is het mogelijk dat er na samenvoeging van de grootste bedrijven een aantal goudmijnen in de verkoop gaan. Volgens David Garofalo van Goldcorp biedt dat kansen voor andere mijnbouwbedrijven om hun portefeuille uit te breiden. In een interview met Bloomberg zei hij daar het volgende over.

    “Iemand moet deze goudmijnen kopen, dus er gaat zeker weten meer consolidatie van die mijnen plaatsvinden. Zowel Barrick als Newmont-Goldcorp vertegenwoordigen slechts zes tot zeven procent van het wereldwijde aanbod van goudmijnen, dus het is nog steeds een zeer gefragmenteerde industrie. Ik denk dat beleggers terecht vragen om meer consolidatie.”

    Het Zuid-Afrikaanse AngloGold Ashanti overweegt een beursnotering in Londen of Canada. Op deze beurzen kan het bedrijf makkelijker nieuwe aandelen uitbrengen, waardoor het makkelijker wordt om overnames te doen. Het Australische Newcrest Mining is al meerdere keren aangewezen als mogelijk doelwit voor een overname. Dit mijnbouwbedrijf is vooral actief in Australië en Zuid-Oost Azië. Ook Kinross Gold en Iamgold worden door Bloomberg genoemd als potentiële overnamekandidaten.

    Goudmijnsector onder druk

    De goudmijnsector staat al jaren onder druk. In de hoogtijdagen zijn er veel investeringen gedaan op basis van een veel hogere goudprijs. Mijnbouwbedrijven moesten daardoor verschillende projecten schrappen, reorganisaties doorvoeren en voor miljarden dollars aan bezittingen afwaarderen. En hoewel de goudprijs de afgelopen maanden weer wat is gestegen staat deze nog lang niet op het niveau van voor 2013.

    Kijken we naar de ontwikkeling van de goudmijnsector ten opzichte van de goudprijs, dan zien we dat de aandelen van goudmijnen het beduidend slechter hebben gedaan dan het edelmetaal zelf. Sinds het begin van 2017 is de goudprijs bijna verdubbeld, terwijl de grootste index van goudmijnaandelen bijna in waarde halveerde. Onderstaande grafiek laat zien dat goudmijnaandelen in een opwaartse trend naar verhouding veel sneller in waarde kunnen stijgen dan het edelmetaal zelf, maar dat ze in een neerwaartse beweging ook veel meer waarde verliezen.

    Per saldo leverde een belegging in fysiek goud meer rendement op dan een portefeuille van de meest bekende goudmijnaandelen. Dat neemt overigens niet weg dat goudmijnaandelen voor speculatieve beleggers erg interessant kunnen zijn. Zo konden beleggers veel geld verdienen met de rally in goudmijnaandelen tussen 2008 en 2011 en in de eerste helft van 2016.

    Goudprijs versus goudmijnaandelen

    Dit artikel verscheen eerder op Goudstandaard




  • Goudaankopen centrale banken naar hoogste niveau sinds 1967

    Centrale banken voegde in 2018 netto 651 ton goud aan hun reserves toe, het hoogste volume sinds 1967. Rusland, Turkije en Kazachstan waren vorig jaar de grootste kopers, maar ook andere landen voegden edelmetaal aan hun reserves toe. Vergeleken met een jaar geleden stegen de totale goudaankopen zelfs met 74%.

    Centrale banken kopen goud vanwege toenemende geopolitieke en economische risico’s, zo schrijft de World Gold Council in haar rapport over de goudmarkt in 2018. Verschillende landen streven naar een betere diversificatie van de reserves en besluiten daarom goud te kopen. Het edelmetaal kent immers geen tegenpartij risico.

    Meer landen kopen goud

    Rusland kocht vorig jaar een recordhoeveelheid goud, terwijl landen als Hongarije en Polen voor het eerst in lange tijd weer actief werden op de goudmarkt. Hongarije haalde haar goud terug uit het buitenland en breidde kort daarna haar voorraad uit van 3,1 naar 31,5 ton.

    India voegde het afgelopen jaar ongeveer 40 ton aan haar reserves toe, het hoogste volume sinds de aankoop van 200 ton goud van het IMF in 2009. Ook China keerde na anderhalf jaar van afwezigheid weer terug op de goudmarkt met een bescheiden aankoop van 10 ton. Ook Mongolië wil haar goudvoorraad verder uitbreiden en kocht het afgelopen jaar ongeveer 22 ton goud bij.

    Centrale banken zoeken toevlucht in goud

    Sinds het uitbreken van de kredietcrisis zijn centrale banken op grote schaal goud gaan kopen. Deden ze in de jaren negentig en aan het begin van deze eeuw nog honderden tonnen in de verkoop, nu lijkt het edelmetaal niet aan te slepen. Sinds 2011 voegen centrale banken jaarlijks gemiddeld bijna 500 ton aan hun reserves toe.

    Het is belangrijk om te vermelden dat de verkopers van de jaren negentig niet dezelfde landen zijn als de kopers van nu. Waren het toen vooral Europese landen die een deel van hun riante goudvoorraden in de verkoop deden, nu zijn het de opkomende economieën die het meeste goud kopen. De laatste jaren hebben Rusland en China met afstand het meeste edelmetaal gekocht, gevolgd door een aantal andere Aziatische en Zuid-Europese landen.

    De verwachting is dat veel landen de komende jaren edelmetaal aan hun reserves zullen blijven toevoegen. Uit een onderzoek van de World Gold Council bleek dat bijna 20% van de ondervraagde centrale banken van plan is meer goud te kopen. Met aanhoudende economische en geopolitieke onzekerheid wordt het edelmetaal weer gewaardeerd als veilige haven.

    Centrale banken kochten het afgelopen jaar 650 ton goud (Bron: World Gold Council)

    Rusland ruilt dollarreserves in voor goudreserves (Bron: World Gold Council)

    Dit artikel verscheen eerder op Goudstandaard




  • Goudprijs naar hoogste niveau sinds juni 2017

    De goudprijs steeg dinsdag naar meer dan €36.800 per kilo en bereikte daarmee het hoogste niveau in ruim anderhalf jaar tijd. De prijs van het edelmetaal zit nu al vier maanden in een opwaartse trend, geholpen door de correctie op de aandelenmarkt en zorgen over de groei van de Chinese economie. Ook heeft goud palladium weer ingehaald, waarmee het edelmetaal haar rol als vluchthaven bevestigt.

    De beurzen hebben een deel van het verlies van eind vorig jaar verwerkt, maar daarmee zijn de zorgen over de wereldeconomie nog niet verdwenen. Dat bleek ook tijdens de bijeenkomst van het World Economic Forum in Davos. Daar stond het handelsconflict tussen de Verenigde Staten en China opnieuw hoog op de agenda.

    Goudprijs in opwaartse trend

    Sinds het dieptepunt van €32.700 per kilo in september is de goudprijs met ruim 12,7% gestegen. Ook zilver liet de afgelopen vier maanden een sterke stijging zien, al ligt de prijs van dit edelmetaal met €445 per kilo nog steeds beneden het niveau van anderhalf jaar geleden.

    Beleggers lijken op dit moment dus hun voorkeur te geven aan het gele metaal, want ook blijkt uit de relatief hoge goud/zilver ratio. Op het moment van schrijven krijg je 82,66 troy ounce zilver voor iedere troy ounce goud.

    Goudprijs naar hoogste niveau sinds juni 2017 (Bron: Goudstandaard)

    Zilverprijs stijgt ook, maar moet van ver komen (Bron: Goudstandaard)

    Volg Marketupdate nu ook via Telegram

    Waardeert u de artikelen en analyses op onze site, steun ons dan met een eenmalige of periodieke donatie. Met uw donatie kunnen we mooie artikelen blijven schrijven en worden we minder afhankelijk van inkomsten uit advertenties. Klik hier om te doneren!




  • Column: Tegenpartijrisico

    Column: Tegenpartijrisico

    Een van de belangrijkste eigenschappen van goud is dat het geen tegenpartij risico kent. Het staat op zichzelf en heeft door de eeuwen heen haar reputatie opgebouwd als een stabiele vorm van vermogen. Wie fysiek goud bezit kan dat aan iedereen in de wereld verkopen in iedere denkbare valuta. Het is een manier om je als individu of als land minder afhankelijk te maken van de grillen van financiële instellingen en overheden.

    De waarde van goud is blijvend, maar wordt door de meeste mensen pas gezien in tijden van crisis. Pas in een crisis komen beloftes van banken en overheden onder druk te staan. Kun je nog wel bij je spaargeld als je bank failliet gaat? Kunnen centrale banken de koopkracht van een euro of een dollar garanderen? Kun je erop vertrouwen dat de overheid haar beloftes ten aanzien van de pensioenvoorzieningen nakomt?

    Over dit soort zaken wordt maar weinig nagedacht in tijden van voorspoed. Dat is logisch, want als de economie groeit gaan de meeste mensen erop vooruit. Men ziet de toekomst met vertrouwen tegemoet en denkt dus niet zoveel na over negatieve scenario’s.

    Goud is geen belofte

    De tijd waarin we nu leven vraagt om een andere aanpak. Centrale banken hebben steeds meer moeite om het geldsysteem onder controle te houden, terwijl het gemiddelde besteedbare inkomen in veel Westerse landen stagneert. De inkomens en de waarde van onze huizen stijgen, maar de kosten van levensonderhoud gaan net zo hard omhoog.

    Volgens ECB-president Draghi heeft de euro prijsstabiliteit gebracht, maar in de afgelopen tien jaar steeg de prijs van een biertje in de kroeg van €1,71 naar €2,43. Ook andere boodschappen en vaste lasten als zorguitgaven, woonlasten en energie zijn de afgelopen jaren sterk toegenomen. Prijsstabiliteit voor centrale banken moeten we eerder interpreteren als een stabiele inflatie, niet als stabiele prijzen.

    Wanneer overheden en centrale banken hun afspraak met de burger niet meer kunnen nakomen is het tijd om het heft in eigen hand te nemen. Dat is ook de reden dat steeds meer individuen en landen de waarde van goud opnieuw beginnen te ontdekken. Wanneer pensioenfondsen moeten korten en spaargeld geen rente meer oplevert wordt het kopen van goud een rationele keuze.

    Goud heeft de afgelopen decennia grote prijsschommelingen gekend, maar over de lange termijn heeft het edelmetaal een uitstekend rendement opgeleverd. Sinds 1971 is de prijs van goud met gemiddeld 8% op jaarbasis gestegen. En dat voor een vorm van vermogen zonder faillissementsrisico of tegenpartijrisico. Blijft u nog sparen in niet renderende schulden? Of liever in tastbaar bezit?

    Deze column verscheen eerder op Goudstandaard