Categorie: Nieuws

  • Besteedbaar inkomen huishoudens stagneert al 40 jaar

    Het besteedbare inkomen van huishoudens in Nederland is de afgelopen veertig jaar amper toegenomen, zo blijkt uit een nieuw onderzoek van de Rabobank. De stagnatie is voor een deel te verklaren door het feit dat huishoudens gemiddeld steeds kleiner worden, maar veel bepalender is dat er meer geld bij bedrijven blijft hangen en dat de overheid een steeds groter deel van het nationale inkomen naar zich toe trekt.

    Uit het onderzoek van de Rabobank blijkt dat een gemiddeld huishouden in 2014 – gecorrigeerd voor inflatie – vrijwel hetzelfde besteedbare inkomen had als een gemiddeld huishouden in 1977. Dat terwijl het gemiddelde inkomen van huishoudens er in de jaren zestig en zeventig aanzienlijk verbeterde. In deze periode verdubbelde het inkomen zelfs, ook na correctie voor de inflatie.

    Kleinere huishoudens

    Volgens de Rabobank is de stagnatie voor een deel te verklaren door het feit dat huishoudens gemiddeld kleiner zijn geworden. Bestond een huishouden in 1977 nog gemiddeld uit 2,9 personen, anno 2014 was dat gedaald tot een gemiddelde van 2,2 personen. Een kleiner huishouden heeft in absolute termen lagere kosten, maar omgerekend per persoon worden de vaste lasten hoger. Dat heeft een drukkend effect op het besteedbare inkomen van huishoudens op een landelijk niveau.

    Besteedbaar inkomen van huishoudens is amper toegenomen (Bron: Rabobank, CBS)

    Meer geld bij bedrijven en overheid

    Huishoudens krijgen een steeds kleiner deel van het nationale inkomen, terwijl het aandeel van bedrijven en de overheid toeneemt. Onderstaande grafieken laten zien dat er in de jaren negentig nog meer dan 62% van het nationale inkomen naar huishoudens ging, terwijl dat sinds 2010 was teruggelopen tot slechts 54%.

    Het besteedbare inkomen van huishoudens staat onder druk door een toenemende belastingdruk. Was de overheid in de jaren negentig goed voor 24% van het bbp, sinds 2010 is dat opgelopen tot meer dan 28%. Het vrij besteedbare inkomen van de private sector staat onder druk, omdat er steeds meer geld naar de publieke sector gaat.

    Een andere opvallende trend is dat er steeds meer inkomen naar bedrijven gaat. Dat is niet alleen het resultaat van een beleid van loonmatiging, maar ook van fiscale regelgeving. Belastingtechnisch is het aantrekkelijker om vermogen binnen de onderneming te houden, terwijl de multinationals om belastingtechnische reden vermogen naar het buitenland wegsluizen.

    De volgende grafieken laten het aandeel van huishoudens, bedrijven en de overheid zien in het totale nationale inkomen in Nederland. Voor meer informatie verwijzen we naar de publicatie van de Rabobank.

    Huishoudens krijgen steeds kleiner deel van nationaal inkomen (Bron: Rabobank, CBS)

    Aandeel van niet-financiële bedrijven is sterk toegenomen (Bron: Rabobank, CBS)

    De overheid trekt steeds meer geld naar zich toe (Bron: Rabobank, CBS)

    Deze bijdrage is afkomstig van Geotrendlines

  • Sell-off Amerikaanse dollar gestopt door sterke economische cijfers VS

    De Amerikaanse dollar kon vorige week eindelijk wat op adem komen ten opzichte van de meeste van zijn tegenhangers. De positionering was zeer overstrekt door de wekenlange genadeloze sell-off, en bovendien bevatte het Amerikaanse banencijfer eindelijk aanwijzingen dat de krappe arbeidsmarkt tot hogere loonstijgingen leidt – wat goed nieuws is voor de Federal Reserve.

    Het herprijzen van de rentetarieven in de VS was wereldwijd een klap voor de activaprijzen, terwijl de waarde van tienjarig Amerikaans schatkistpapier naar het hoogste punt in vele jaren steeg. Op de valutamarkten stabiliseerden de stijgende rendementen en het banenrapport de dollar ten opzichte van Europese valuta’s en steeg de munt sterk ten opzichte van de meeste andere valuta’s.

    Vooral de Japanse yen had het moeilijk. De Bank of Japan probeerde opnieuw te bevestigen dat men aan een ruim beleid vasthoudt door meer kortlopende obligaties aan te kopen. Ook de valuta van de opkomende markten hadden in het algemeen een zware week, waarin ze naar beneden werden gehaald door de stijging van de Amerikaanse rendementen en de algehele golf van risicomijding die zich over de aandelenmarkt verspreidde na de uitzonderlijke winsten van de afgelopen tijd.

    Deze week is de belangrijkste gebeurtenis voor de grote valutamarkten de bijeenkomst van de Bank of England op donderdag. De PMI’s voor zakelijke activiteit in de eurozone verschijnen maandag. Ze zullen waarschijnlijk vooral de sterke groeiverwachtingen bevestigen. In een week met weinig data zal de koers van de Amerikaanse dollar waarschijnlijk bepaald worden door de politieke ontwikkelingen in de VS. Hieronder de belangrijkste valuta in detail.

    Euro

    Meer van hetzelfde uit de eurozone vorige week. De PMI-indicatoren voor zakelijke activiteit en de groei van het bbp bevestigden dat een sterke economische opleving gaande is, maar er zijn nog geen tekenen dat dit tot enige aanhoudende druk op de prijzen leidt. De kerninflatie voor januari bevestigde dat deze sleutelindicator ver van de doelen van de ECB blijft hangen en gedrukt wordt door de zwakke Duitse prijzen.

    Deze week wordt in de eurozone geen belangrijk nieuws gepubliceerd, dus de handel in de gemeenschappelijke munt zal bepaald worden door ontwikkelingen elders. Het groeiende rendementsverschil met de VS en de nieuwe recordlengte van de positie van de euro maken de euro naar onze mening kwetsbaar voor een aanzienlijke terugtrekkende beweging op korte termijn.

    Britse pond

    Het was een gemengde week wat de macro-economische cijfers betreft. Vanwege de zwakte van de indicatoren voor zakelijke activiteit in de bouwsector laaide de zorg over een toenemend verschil in economische prestaties tussen de eurozone en het Verenigd Koninkrijk weer op. De markten blijven gericht op het ontbreken van slecht nieuws over de Brexit-onderhandelingen en de vooruitzichten op hogere rentes in het Verenigd Koninkrijk. Hierdoor negeerde het pond de economische cijfers en eindigde het de week onveranderd ten opzichte van zowel de euro als de dollar.

    De belangrijkste gebeurtenis volgende week is de februari-bijeenkomst van de Bank of England op donderdag. Er wordt geen reactie van de markten verwacht, maar handelaren zullen het inflatierapport zorgvuldig bestuderen om aanwijzingen te vinden over de exacte timing van de volgende verhoging van de kortetermijnrente.

    Amerikaanse dollar

    Sterke cijfers gaven de Amerikaanse dollar vorige week eindelijk grond onder de voeten. Het meest relevante nieuws was ongetwijfeld het verrassend optimistische banenrapport voor de maand januari. Naast het stevige tempo van de banengroei en de lage werkloosheid zagen we eindelijk ook een gezonde loongroei – precies het soort cijfers waar de Federal Reserve op had gehoopt. De lonen stegen met 2,9% jaar-op-jaar en streefden de inflatie daarmee ruim voorbij. Ook eerdere cijfers werden opwaarts bijgesteld.

    In de VS volgt nu een week met vrij weinig cijfers. Wij denken dat de opmars van de rendementen door zal gaan. De markten zullen zich bewegen richting het inprijzen van vier volledige renteverhogingen van 0,25% door de Federal Reserve in 2018, en dit zal opwaartse druk op de Amerikaanse dollar opleveren ten opzichte van al zijn tegenhangers.

    Door: Enrique Díaz-Álvarez (Ebury)

    Enrique Diaz-Alvarez is chief risk officer en staat aan het hoofd van het analistenteam van Ebury in New York. Vanwege zijn gedrevenheid, passie en gedegen kennis, wordt Enrique door Bloomberg erkend als een van de meest accurate voorspellers van de marktbewegingen.

    Over Ebury:

    Ebury maakt internationale markten toegankelijker met valutadiensten op maat en flexibel handelskrediet voor ondernemingen. Ebury werkt samen met ruim 12.000 organisaties en verricht 12 miljard euro aan valutatransacties in 140 verschillende valuta. Het bedrijf heeft kantoren in het Verenigd Koninkrijk, Nederland, Spanje en Polen. De speerpunten van Ebury:

    • Financiële diensten die normaal zijn voorbehouden aan grote multinationals
    • Financiering van uw aankopen
    • Marktkennis en valutadiensten op maat
    • Ons netwerk van liquidity providers en intermediaire banken
    • Transacties in ruim 140 verschillende valuta

    Meer informatie op www.ebury.nl

  • Verkoop gouden munten US Mint sterk gedaald in 2017

    De verkoop van gouden munten bij de US Mint lijkt weer weg te zakken tot het niveau van voor het uitbreken van de financiële crisis, zo blijkt uit een analyse van de verkoopcijfers van het Amerikaanse munthuis. Ook de vraag naar zilveren munten is na een aantal uitzonderlijk goede jaren weer weggezakt tot laagste niveau sinds begin 2008. Hoe komt het dat de vraag naar deze beleggingsmunten het afgelopen jaar zo hard gedaald is?

    Een van de meest voor de hand liggende redenen is het positieve sentiment ten aanzien van de economie, waardoor meer beleggers momenteel de voorkeur lijken te geven aan de aandelenmarkt. De belangrijkste beursgraadmeters in de Verenigde Staten staan op recordhoogte en zijn de afgelopen twaalf maanden al met meer dan 20% gestegen. Het lijkt er dus op dat veel spaarders en beleggers, mede door de lage rente, hun toevlucht zoeken op de aandelenmarkt.

    Virtuele munten?

    Goud en zilver deden het vorig jaar zeker niet slecht met een rendement van respectievelijk 13,6% en 7,1% (in dollars), maar deze winst viel in het niet bij de winsten die beleggers wisten te realiseren op virtuele munten. Hoewel we het niet met cijfers aantonen is het aannemelijk dat een deel van de potentiële doelgroep voor beleggen in edelmetalen uiteindelijk besloten heeft in de markt van virtuele munten te stappen.

    Een andere mogelijkheid is dat voorkeur van beleggers verschoven is naar munten van andere munthuizen, maar daar zijn vooralsnog geen aanwijzingen voor te vinden. Ook andere munthuizen zoals de Perth Mint en de Royal Canadian Mint lieten het afgelopen jaar zeer magere verkoopcijfers zijn.

    Goud als veilige haven

    Sinds de financiële crisis van 2008 is het aanbod van goud en zilver als beleggingsobject aanzienlijk toegenomen. Niet alleen zijn er meer munthuizen die in grote oplage beleggingsmunten op de markt brengen, ook is het veel makkelijker geworden om deze als particulier online aan te kopen. Dat verklaart misschien ook wel waarom er sinds het uitbreken van de financiële crisis van 2008 substantieel meer edelmetaal verkocht wordt dan daarvoor.

    De volgende grafiek geeft het 12-maands voortschrijdende gemiddelde van de verkoop van gouden en zilveren munten bij de US Mint. Opvallend is niet alleen de sterke toename sinds het uitbreken van de kredietcrisis, maar ook de piek voor de eeuwwisseling. Op de grafiek is ook duidelijk de impact van de Europese schuldencrisis te zien, evenals de recordverkopen van zilveren munten over de afgelopen jaren.

    Bij deze cijfers moeten we natuurlijk ook opmerken dat er veel meer goud op papier wordt verhandeld dan in de fysieke goudmarkt. Daardoor heeft de handel in fysiek edelmetaal vooralsnog weinig impact op de goudprijs.

    Verkoop gouden en zilveren munten US Mint (Klik voor een grotere versie)

    Dit artikel wordt u aangeboden door Goudstandaard, uw adres voor de aankoop en verzekerde opslag van edelmetalen. Wilt u goud kopen? Neem dan contact op door te mailen naar [email protected] of door te bellen naar +31(0)88-4688488.

  • Stijgende rente pakt goed uit voor de financiële sector

    Het is onmiskenbaar dat er een duidelijk verband is tussen het stijgen van de rente en een verbetering van de winstgevendheid van banken. Dat althans is de uitkomst van een zeer uitvoerig onderzoek door drie researchers van de Federal Reserve Board. In hun onderzoek Low-interest rates and banks’ net interest margins uit 2016 hebben ze maar liefst 3.418 banken uit 47 landen over de periode 2005 – 2013 kritisch bekeken om tot bovenstaande conclusie te komen.
    Veel beleggers zijn het eens met de conclusie.

    Vooral aandelen van Amerikaanse banken hebben het goed gedaan sinds de Fed is begonnen de rente in kleine stapjes te verhogen. Europese banken blijven duidelijk achter bij hun Amerikaanse concullega’s, deels omdat renteverhogingen in dit deel van de wereld nog wel even op zich zullen laten wachten. Het effect van een renteverhoging mag er zijn, zo denken ze bij Morgan Stanley. Een verhoging met 10 basispunten kan de winst van Europese banken met 5% – 6% verbeteren. Europese banken met belangen in de VS trekken ook profijt van de renteverhogingen in de VS. Een bank als het Zwitserse UBS is daar duidelijk over.

    Winstmarge

    De verhoging van de winstgevendheid is vooral te danken aan het verbeteren van de marges. Dankzij de renteverhoging groeit het verschil tussen wat banken aan de kredietvrager in rekening kan brengen en wat ze betalen voor hun funding. De impact is het grootst wanneer de rente voor banken over een lange periode erg laag is geweest, wat het geval is in Europa. Europese banken hebben zich altijd genoodzaakt gevoeld hun depositohouders een vergoeding te betalen. Dat ging duidelijk ten koste van de winstontwikkeling. Volgens Morgan Stanley kunnen vooral banken met veel leningen met een variabele rente in de boeken hun winstgevendheid het snelst verbeteren. Ze hebben zodoende de flexibiliteit die rentes snel te verhogen als een officiële renteverhoging eenmaal een feit is. In Europa betekent dit dat vooral banken in Italië, Spanje en Duitsland zodoende het best gepositioneerd zijn hun winstgevendheid snel op te voeren. In de VS gaat het om banken als Bank of America, Citigroup en JP Morgan.

    Overigens is een stijgende rente niet louter een bron van goed nieuws voor banken. Een stijgende rente kan de waarde van de obligatieportefeuille aantasten. Sommige Europese banken met omvangrijke portefeuilles en langlopende obligaties zijn in het bijzonder kwetsbaar. Ook de economie speelt een rol. Als de rente stijgt, omdat de economie goed draait, dan is dat goed nieuws voor banken. Een te snel stijgende rente kan echter als gevolg hebben dat leningen niet meer afbetaald worden. Dat kan een probleem worden voor banken. Een ander punt is of banken de afgelopen jaren hun portefeuilles wel voldoende opgeschoond hebben. Als dat onvoldoende gebeurd is, dan kan een rentestijging de kredietwaardigheid van klanten aantasten. Klanten op hun beurt kunnen schrikachtig reageren op rentestijgingen, gewend als ze zijn aan een heel lage rente. Banken op hun beurt kunnen hierop reageren door minder gemakkelijk leningen te verstrekken, omdat ze bang zijn voor de kredietwaardigheid van deze klanten. In de VS is dit proces zichtbaar.

    Er zijn naast voordelen ook duidelijk nadelen als de rente omhooggaat. Die vallen echter in het niet bij de nadelen van een aanhoudend zeer lage rente. Die vreet aan de winstgevendheid, omdat bijvoorbeeld consumenten en masse hun hypotheken zijn gaan herfinancieren tegen gunstigere voorwaarden.

    Verzekeraars

    Ook verzekeraars zijn over het algemeen blij met de renteverhogingen in de VS. Ze gaan er bovendien van uit dat ook in Europa de rente op afzienbare termijn weer omhooggaat. Een lage rente impliceert een aanslag op hun beleggingsinkomsten, de belangrijkste bron van winst. Zeker voor levensverzekeraars was de lage rente welhaast een ramp, omdat ze in tijden van een hogere rente langlopende verplichtingen waren aangegaan. Zij waren dus blij met het rentebeleid van de Fed, evenals de belegger. Koersen van verzekeraars zijn in de VS in 2017 behoorlijk gestegen en hetzelfde is in Europa het geval. Al zijn ze in 2017 in Europa omhooggegaan, zij het minder snel.

    De lage rente in de afgelopen jaren heeft verzekeraars gedwongen om hun businessmodel aan te passen aan die nieuwe werkelijkheid. Zo zijn ze gaan afzien van het aanbieden van garantieproducten. Die leggen verhoudingsgewijs beslag op veel middelen, maar bij een lage rente zijn ze amper aantrekkelijk voor klanten. Verzekeraars zijn hun beleggingsportefeuille gaan aanpassen aan de langdurig lage rente. Ooit bestond die portefeuille voornamelijk uit overheidsobligaties en hoogwaardige bedrijfsobligaties. In hun zoektocht naar rendement hebben ze gekozen voor een strategie van diversificaties. Dat betekende soms beleggen in meer illiquide assets, zoals infrastructuur, of in minder kredietwaardige assets. Ook is de belangstelling voor kredietverlening bij verzekeraars sterk toegenomen, evenals de belangstelling voor onroerend goed, ook al laat de kwaliteit van deze nieuwe inkomstenbronnen wel te wensen over. Het rendement vergoedt echter de twijfel.

    Die nieuwe aanpak bevalt zo goed, dat die ondanks een stijgende rente gehandhaafd blijft. Diversificatie kent echter beperkingen. Schadeverzekeraars moeten wel laag renderende assets aanhouden, omdat ze vaak in kort bestek moeten uitkeren. Een tweede beperking is kennis van zaken. Het gevolg van diversificatie is ook, dat verzekeraars meer kennis in huis moeten halen van de verschillende aandachtsgebieden.

    Cor Wijtvliet

    Voetnoot: ER Capital is in de bankensector uitgesproken positief over ABN Amro en ING Groep. Onze favorieten onder de verzekeraars zijn Aegon, Axa en NN Group.

  • Wie maakt zich nog zorgen over uiteenvallen euro?

    De kans dat de euro valt is nog nooit eerder zo klein geweest als nu. Dat suggereert althans de Sentix Euro Break-up Index, die maandelijks het sentiment onder ongeveer duizend professionele beleggers meet. Volgens de laatste peiling van 31 januari gelooft nog maar 6,9% van de respondenten dat de muntunie binnen twaalf maanden uit elkaar zal vallen, het laagste niveau ooit gemeten. Ter vergelijking, tijdens het hoogtepunt van de Europese schuldencrisis in de zomer van 2012 hield maar liefst 73% van de respondenten rekening met het uiteenvallen van de eurozone.

    De angst voor het uiteenvallen van de muntunie werd destijds weggenomen door ingrijpen van de ECB-president Draghi. In zijn persconferentie op 26 juli van dat jaar zei hij dat hij alles zou doen wat nodig is om de euro te redden, zo lang dat binnen het mandaat valt. Vijf jaar later en verschillende liquiditeitsprogramma’s en opkoopprogramma’s verder is hem dat inderdaad gelukt, al vragen verschillende economen zich af of de centrale bank daarmee niet buiten haar mandaat is getreden.

    Beleggers hebben weer veel vertrouwen in de euro (Bron: Bloomberg)

    Vertrouwen in de euro weer terug

    De beruchte “Whatever it takes” toespraak bleek een keerpunt te zijn, want sindsdien zijn de zorgen over het voortbestaan van de muntunie als sneeuw voor de zon verdwenen. In 2015 steeg de index weer, omdat er meer onzekerheid was of Griekenland nog wel uit haar schuldenproblematiek kon ontsnappen. Maar nu Griekenland weer een overschot op de begroting heeft zijn ook deze zorgen voorlopig naar de achtergrond verdwenen.

    Vorig jaar is het vertrouwen in de munt verder toegenomen, omdat de verkiezingen in Nederland, Duitsland en Frankrijk niet tot grote veranderingen hebben geleid in het beleid ten aanzien van de euro. Verschillende eurosceptische partijen stegen in populariteit, maar nog niet voldoende om de gevestigde orde uit te kunnen dagen. Mogelijk heeft ook dat bijgedragen aan de sterke opmars van de euro ten opzichte van de dollar. De wisselkoers staat op het moment van schrijven op bijna $1,25, het hoogste niveau in drie jaar tijd.

    Dit artikel wordt u aangeboden door Goudstandaard, uw adres voor de aankoop en verzekerde opslag van edelmetalen. Wilt u goud kopen? Neem dan contact op door te mailen naar [email protected] of door te bellen naar +31(0)88-4688488.

  • Wilbur Ross pleit voor multipolaire wereldorde?

    Het wereldwijde monetaire systeem had al lang hervormd moeten worden, omdat de wereldhandel vandaag de dag compleet anders is dan vlak na het einde van de Tweede Wereldoorlog. Het dollarsysteem dat destijds werd opgezet om de wereldhandel te herstellen past niet meer bij deze tijd en moet daarom op korte termijn veranderd worden. Die boodschap gaf de Amerikaanse minister van Economische Zaken, Wilbur Ross, tijdens een paneldiscussie op het World Economic Forum.

    Hieronder zijn antwoord op de vraag wie de leidende rol van de Verenigde Staten moet overnemen, nu ze die rol zelf niet meer wil vervullen:

    Het was opzettelijk Amerikaans beleid om Europa en Azië te herstellen van de verwoesting van de oorlog. En dat was zonder twijfel goed beleid. Het was goed beleid wereldwijd en in die tijd en tot de jaren zeventig aan toe hadden we overschotten op onze handelsbalans. Het was dus een betaalbaar beleidskeuze. Maar een van de redenen waarom het mis is gegaan was dat we er geen tijdslimiet aan stelden. En dat bedoelde ik net ook te zeggen.

    Concessies die in 1945 volledig gepast waren voor een Europees land als Duitsland of voor een land als China of Japan is bijzonder ongepast zoals we hier nu zitten anno 2018. Er was dus een timing factor en daar wil ik de WTO of GATT niet de schuld van geven, dat was Amerikaans beleid en daarin hebben we gefaald.

    President Trump heeft heel duidelijk gemaakt dat dit een grote fout was in onze historische besluitvorming ten aanzien van handel. En nu zitten we met het cumulatieve effect daarvan en daar proberen we op een zeer korte termijn iets aan te doen.

    Volgens Wilbur Ross was het vlak na de Tweede Wereldoorlog een rationele keuze om de rest van de wereld te ondersteunen met het dollarsysteem, maar heeft men toen de fout gemaakt om dat beleid niet tijdig te herzien. Een multipolaire wereld waarin andere landen op hun eigen benen kunnen staan vereist volgens hem een andere aanpak.

    Dat is het hele punt in mijn geschiedenisles. Er was toen een goede reden om dat te doen, omdat de wereld was verwoest door de Tweede Wereldoorlog. Er is niet langer een noodzaak om China, Japan of Europa te subsidiëren met ons geld.

    Hieronder het fragment van de betreffende paneldiscussie.

    Deze bijdrage is afkomstig van Geotrendlines

  • EU waarschuwt Trump voor handelsoorlog

    De Europese Unie heeft de Amerikaanse president Trump gewaarschuwd dat er vergeldingsacties zullen volgen, indien de regering in Washington besluit importbeperkingen op te leggen aan Europese bedrijven. Met deze waarschuwing probeert de EU de Amerikaanse regering op andere gedachten te brengen, voordat de situatie escaleert richting een trans-Atlantische handelsoorlog.

    Deze waarschuwing volgt op een interview met ITV, waarin de Amerikaanse president zijn onvrede uitsprak over de handel tussen de twee economische blokken en waarin hij suggereerde dat er maatregelen genomen moesten worden om de vrije handel in te perken.

    Protectionisme

    Vorige week besloot de Amerikaanse regering onder leiding van Trump importheffingen in te voeren voor zonnepanelen en wasmachines. Ook dreigt de regering in Washington met maatregelen om de import van staal en aluminium uit het buitenland te beperken, met als doel de productie van deze materialen in eigen land te ondersteunen.

    Volgens de Amerikaanse regering is het in het landsbelang om de binnenlandse productie van deze materialen in stand te houden, maar het beleid is op geen enkele manier te rijmen met de principes van vrijhandel waar alle landen in de Wereldhandelsorganisatie zich aan moeten houden. Margaritas Schinas, woordvoerder van de Europese Commissie, zei daar namens alle 28 landen van de Europese Unie het volgende over:

    “De Europese Unie staat klaar om direct en met gepaste maatregelen te reageren, indien onze export wordt beïnvloedt door handelsbelemmeringen uit de Verenigde Staten.

    […]

    Veel landen zijn een beetje verbaasd over het gebrek aan leiderschap van de Verenigde Staten. Ze sluiten zich af van het wereldtoneel en dat laat ruimte voor de Europese Unie om goede handelsovereenkomsten te sluiten.”

    Trump zei in een toelichting op het World Economic Forum dat hij voorstander is van vrijhandel, maar dat het niet zo kan zijn dat sommige landen misbruik maken van dit systeem ten koste van andere landen. Volgens de Amerikaanse president moet vrijhandel wederzijds zijn en kan het niet zo zijn dan bepaalde landen intellectueel eigendom uit andere landen overnemen of hun eigen industrie ondersteunen met subsidies en een staatsgeleide planeconomie.

    Globalisering

    Het Europese handelsblok dat bestaat uit de 28 landen van de EU heeft per saldo een klein handelsoverschot, wat betekent dat deze landen per saldo meer goederen en diensten naar de rest van de wereld exporteren dan wat uit andere delen van de wereld importeren. Daarom heeft de Europese Unie belang bij zo min mogelijk handelsbeperkingen, zodat bedrijven in Europa wereldwijd kunnen concurreren met hun producten en diensten.

    Aan de andere kant van de Atlantische Oceaan is de situatie anders, omdat de Verenigde Staten al decennia lang een tekort op de handelsbalans hebben. Amerikanen importeren ieder jaar meer goederen en diensten dan wat ze aan de rest van de wereld exporteren, met als gevolg dat ook veel werkgelegenheid naar het buitenland verdwijnt.

    President Trump heeft in zijn verkiezingscampagne gezegd dat hij meer werkgelegenheid wil terughalen naar de Verenigde Staten, het zogeheten ‘America First’ beleid. Maar dat gaat natuurlijk niet vanzelf, want blijkbaar is het voor Amerikanen op dit moment nog steeds goedkoper en makkelijker om goederen uit het buitenland te halen dan om deze zelf te gaan produceren.

    De EU heeft een structureel handelsoverschot met de Verenigde Staten (Bron: Bloomberg)

    Handelsverdragen

    Om die binnenlandse economie een handje te helpen wil Trump handelsverdragen openbreken en nieuwe importbelemmeringen invoeren om de binnenlandse industrie te beschermen. Deze protectionistische koers blijft niet zonder gevolgen, want handelspartners die worden ontmoedigd om zaken te doen met de Verenigde Staten zullen uiteindelijk zoeken naar andere afzetmarkten die geen barrières opwerpen.

    Zo heeft de EU onlangs al vrijhandelsovereenkomsten getekend met Canada en Japan en zijn er plannen om hetzelfde te doen met de Zuid-Amerikaanse landen van de Mercosur douane-unie. De Verenigde Staten daarentegen hebben zich onder leiding van president Trump juist teruggetrokken van nieuwe handelsakkoorden en dreigen nu de kant van protectionisme op te gaan.

    Volgens Margaritas Schinas is de Europese Unie vastberaden om vast te houden aan de multilaterale economische wereldorde die na het einde van de Tweede Wereldoorlog is ontstaan en die pas in 1995 werd vastgelegd in de Wereldhandelsorganisatie, waar op dit moment 164 landen lid van zijn.

    Deze bijdrage is afkomstig van Geotrendlines

  • Staatsfondsen ontdekken alternatieve beleggingen

    Sinds het uitbreken van de wereldwijde financiële crisis in 2008 bewaren staatsfondsen een steeds groter deel van hun vermogen in alternatieve beleggingen. Door de extreem lage rente zijn staatsobligaties minder interessant geworden, terwijl aandelen tegen de huidige waardering steeds meer koersrisico met zich meedragen. Om de balans tussen risico en rendement te herstellen zoeken institutionele beleggers daarom steeds vaker naar alternatieven als private equity, hedgefondsen, vastgoed, infrastructuur, edelmetalen en andere grondstoffen.

    Belegden de zogeheten Souverein Wealth Funds (SWF) in 2010 nog 19% van hun vermogen in dit soort alternatieven, zes jaar later was dat toegenomen tot 23%. Dat ging ten koste van staatsobligaties, want die zakten van een marktaandeel van 40% van de totale portefeuille in 2013 naar ‘slechts’ 30% in 2016. Deze herverdeling is mede te verklaren door de extreem lage rente, waardoor obligaties een minder aantrekkelijke belegging zijn voor fondsen die streven naar een bepaald rendement.

    Ook pensioenfondsen hebben de alternatieve beleggingen ontdekt, want in de afgelopen twintig jaar hebben zij hun positie daarin van 4% naar 24% uitgebreid. De volgende grafiek uit het rapport van PriceWouterhouseCoopers laat deze trend zien en zet deze af tegen de structurele daling van de langetermijnrente over de afgelopen jaren.

    Staatsfondsen en pensioenfondsen beleggen steeds meer in alternatieven (Bron: PwC)

    Alternatieve beleggingen

    De toegenomen belangstelling voor alternatieve beleggingen is met verschillende redenen te verklaren. Niet alleen zijn deze beleggingen interessant geworden vanwege de extreem lage rente op staatsobligaties, ook bieden ze een ander risicoprofiel dan traditionele beleggingen als aandelen en obligaties. Zo heeft goud een negatieve correlatie met aandelen, terwijl bepaalde beleggingen in infrastructuur en vastgoed het op sommige momenten ook beter deden dan aandelen.

    Door meer van dit soort alternatieven in de portefeuille op te nemen kunnen institutionele beleggers een betere balans vinden tussen risico en rendement. Tijdens de wereldwijde financiële crisis van 2008 en de Europese schuldencrisis bleek goud bijvoorbeeld een uitstekende veilige haven te zijn, omdat de goudprijs steeg toen de aandelenkoersen onderuit gingen. Vanuit dat perspectief gezien bleek een belegging in het edelmetaal een goede manier om het risico binnen de beleggingsportefeuille te verkleinen, zo concludeert PriceWaterhouseCoopers in haar rapport.

    Goud blijkt veilige haven in crisistijd (Bron: PwC)

    Liquiditeit

    Het nadeel van veel alternatieve beleggingen is dat ze minder liquide zijn dan bijvoorbeeld aandelen en obligaties. Dat is geen onbelangrijk detail, omdat institutionele beleggers doorgaans met grote bedragen werken. Investeringen in vastgoedprojecten en hedgefondsen zijn lastig te verkopen en zijn daarom eigenlijk alleen interessant om voor de lange termijn in de portefeuille op te nemen.

    De enige uitzondering op deze regel is goud, een belegging die wel zeer liquide is. Voeg je alle transacties in goud-ETF’s, goudbeurzen en de over the counter (OTC) handel samen, dan werd er volgens berekeningen van PriceWouterhouseCoopers in de eerste zeven maanden van 2017 iedere dag voor $227,1 miljard aan goud verhandeld. Daarmee heeft het edelmetaal de potentie een comeback te maken als veilige haven en als volwaardig alternatief voor traditionele beleggingen als aandelen en obligaties.

    Dit artikel wordt u aangeboden door Goudstandaard, uw adres voor de aankoop en verzekerde opslag van edelmetalen. Wilt u goud kopen? Neem dan contact op door te mailen naar [email protected] of door te bellen naar +31(0)88-4688488.

  • Amerikanen sparen steeds minder

    Amerikaanse huishoudens sparen door het positieve sentiment over de economie steeds minder. Volgens cijfers van het Bureau of Economic Analysis werd in december nog maar 2,4% van het besteedbare inkomen van huishoudens opzij gezet, het laagste percentage sinds september 2005. Zetten we deze cijfers in perspectief, dan zien we dat Amerikaanse huishoudens vooral de laatste twee jaar veel minder zijn gaan sparen.

    Werd in de periode van 2009 tot en met 2015 nog meer dan 5% van het besteedbare inkomen opzij gezet op een spaarrekening, nu is dat nog maar de helft. Waarschijnlijk heeft de groei van de economie en de stijging van de huizenprijzen daar een belangrijke bijdrage aan geleverd, omdat Amerikanen daardoor minder geld reserveren voor financiële tegenvallers. Een zorgelijke ontwikkeling, omdat de Amerikaanse economie voor ongeveer 70% draait op consumptie en deze cijfers suggereren dat Amerikaanse huishoudens nog maar een beperkte ruimte hebben om die consumptie verder aan te jagen.

    Amerikaanse huishoudens sparen steeds minder (Grafiek via Bloomberg)

    Dit artikel wordt u aangeboden door Goudstandaard, uw adres voor de aankoop en verzekerde opslag van edelmetalen. Wilt u goud kopen? Neem dan contact op door te mailen naar [email protected] of door te bellen naar +31(0)88-4688488.

  • Rente staatsobligaties loopt weer op

    De Duitse 10-jaars rente steeg deze week naar 0,67% en bereikte daarmee het hoogste niveau sinds augustus 2015. Ondertussen kwam de rente op Duitse staatsobligaties met een looptijd van vijf jaar kwam deze week voor het eerst in meer dan twee jaar tijd weer boven nul. Waarom de rente opeens zo stijgt is niet duidelijk, maar de trend van een oplopende rente werd vorig jaar al in gang gezet. Mogelijk heeft het te maken met de plannen van verschillende centrale banken om steunprogramma’s af te bouwen en de rente verder te verhogen.

    Niet alleen in Duitsland loopt de rente op staatsobligaties verder op. Ook in de Verenigde Staten zien we de lange termijn rente oplopen. Een 10-jaars Treasury levert nu effectief ongeveer 2,7% op, waarmee de dalende trend van de afgelopen dertig jaar eindelijk doorbroken lijkt te worden. Moeten we ons opmaken voor een terugkeer naar een hogere rente? Of is dit slechts een korte onderbreking in een dalende trend?

    Tip: Ververs de pagina als de grafieken niet geladen worden

    Dit artikel wordt u aangeboden door Goudstandaard, uw adres voor de aankoop en verzekerde opslag van edelmetalen. Wilt u goud kopen? Neem dan contact op door te mailen naar [email protected] of door te bellen naar +31(0)88-4688488.

  • Dollar krijgt klappen door politieke onrust; aandelen en grondstoffen hoger door sterke groei

    Vorige week zette de trend die we tot nu toe in 2018 hebben gezien zich voort. De dollar staat lager ten opzichte van de meeste valuta, terwijl risicovolle activa in een algehele rally zitten en de meeste aandelenmarkten wereldwijd wel dagelijks recordhoogtes lijken te halen. Onder de belangrijke valuta leidden het Britse pond en (verrassend) de Zwitserse frank de aanval omhoog. In de VS bleef de politiek de sterke groeicijfers overschaduwen.

    Het einde van de shutdown van de federale regering werd direct gevolgd door uitspraken van minister van Financiën Mnuchin: hij brak met een Amerikaanse traditie en gaf aan dat hij de dollar graag wat zwakker zou zien. De bijeenkomst van de ECB op donderdag veroorzaakte veel volatiliteit, maar de balans van optimisme en voorzichtigheid in de mededelingen van Draghi zorgde er uiteindelijk voor dat de euro grofweg bleef waar hij voorafgaand aan de persconferentie al stond.

    Volgende week zit vol gebeurtenissen die de dollar wel eens vaste grond onder de voeten zouden kunnen bieden na de recente worstelingen. Op woensdag is er een bijeenkomst van de Fed die enkele verdere optimistische uitspraken zou kunnen opleveren over de Amerikaanse economie, met vooruitzichten op hogere lonen en inflatie. Tenslotte krijgen we vrijdag het Amerikaanse payroll report, dat naar verwachting de kracht van de arbeidsmarkt opnieuw zal bevestigen. Aan de andere kant van de oceaan kan enig retracement bij de euro ontstaan, wanneer het inflatiecijfer voor de eurozone opnieuw teleurstelt. Hieronder de belangrijkste valuta in detail.

    Euro

    De ECB en president Draghi hadden vorige week in het algemeen een ‘dovish’ boodschap. De sterkere groei werd erkend en gevierd, maar Draghi herhaalde dat druk op de inflatie nog nergens te bekennen is. Belangrijk was dat hij zover ging om te zeggen dat, in tegenstelling tot de marktverwachtingen, de kans op een renteverhoging dit jaar verwaarloosbaar is. De valutamarkten reageerden aanvankelijk toch door de euro naar het hoogste punt in meerdere jaren te sturen, maar uiteindelijk raakte de gemeenschappelijke munt alle na de ECB-bijeenkomst behaalde winst vrijdag weer kwijt.

    De belangrijkste gebeurtenis deze week wordt de publicatie van het flash-inflatiecijfer voor januari. De markt gaat uit van een bescheiden verbetering van het kerncijfer, tot 1,0% op jaarbasis. Wij denken dat de kans groot is dat dit belangrijke cijfer nog een maand onder de 1% blijft.

    Britse pond

    Het Britse pond werd gesteund door het sterke rapport over de arbeidsmarkt, dat een stabiele maar lage werkloosheid van 4,3% liet zien, een welkome stijging van de lonen en een verrassend sterke banengroei. Toch bleef door de gematigde economische groei op lange termijn de zorg over de geringe stijging van de productiviteit bestaan. Op korte termijn hebben echter positieve economische verrassingen, het vooruitzicht op vroege renteverhogingen door de Bank of England en de zachte retoriek rond de Brexit een tonisch effect op het pond, dat tot nu toe de best presterende G10-valuta van dit jaar is na de Noorse kroon.

    Amerikaanse dollar

    De laatste bijeenkomst van de Federal Reserve met voorzitter Yellen op woensdag zal waarschijnlijk geen grote veranderingen opleveren. Wij verwachten dat de leden van het FOMC hun verklaring zullen aanpassen aan de positieve economische ontwikkelingen en dat er verder niet veel zal gebeuren. Veel belangrijker zijn het PCE-inflatiecijfer van maandag en het banencijfer over de maand januari op vrijdag. Dat banenrapport zal volgens ons positief verrassen, vooral wat de jaarlijkse loongroei betreft: wij verwachten dat die zal uitkomen op 2,7% op jaarbasis.

    Door: Enrique Díaz-Álvarez (Ebury)

    Enrique Diaz-Alvarez is chief risk officer en staat aan het hoofd van het analistenteam van Ebury in New York. Vanwege zijn gedrevenheid, passie en gedegen kennis, wordt Enrique door Bloomberg erkend als een van de meest accurate voorspellers van de marktbewegingen.

    Over Ebury:

    Ebury maakt internationale markten toegankelijker met valutadiensten op maat en flexibel handelskrediet voor ondernemingen. Ebury werkt samen met ruim 12.000 organisaties en verricht 12 miljard euro aan valutatransacties in 140 verschillende valuta. Het bedrijf heeft kantoren in het Verenigd Koninkrijk, Nederland, Spanje en Polen. De speerpunten van Ebury:

    • Financiële diensten die normaal zijn voorbehouden aan grote multinationals
    • Financiering van uw aankopen
    • Marktkennis en valutadiensten op maat
    • Ons netwerk van liquidity providers en intermediaire banken
    • Transacties in ruim 140 verschillende valuta

    Meer informatie op www.ebury.nl