Het Nederlandse pensioenstelsel staat wereldwijd op nummer één. Dit komt vooral doordat een groot deel van de bevolking eraan deelneemt en het in veel gevallen verplicht is om via de werkgever geld te reserveren voor later, aldus onderzoekers van Mercer en Monash University. Het adviesbureau en de Australische universiteit hebben de pensioenstelsels van bijna vijftig landen geanalyseerd, waaronder grote economieën zoals Duitsland, Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk, de Verenigde Staten, Japan, China en India.
Categorie: Pensioenen
Het laatste nieuws over de pensioenfondsen en de ontwikkelingen die van belang zijn voor uw pensioen.
-
Begin jong met vermogensopbouw
Bron: Pricewise
De beste tip die men kan krijgen omtrent vermogensopbouw is: begin jong. Wat het financiële doel ook is, een vermogen komt altijd mooi van pas. Met een spaarrente die steeds verder zakt is beleggen een uitstekende manier om zelf vermogen op te bouwen. Door jong te beginnen en een lange horizon aan te houden, kan een mooi rendement behaald worden.
Rente op rente
Rente op rente zorgt ervoor dat een kleine inleg uit kan groeien tot een mooi kapitaal. Met de lage spaarrente is rente op rente over je spaargeld minder interessant. De spaarrente is namelijk een percentage van het totale bedrag dat op een spaarrekening staat. Deze spaarrente wordt jaarlijks extra op de rekening gestort. Door over dit rentebedrag het volgende jaar weer rente te ontvangen gaat het sparen steeds iets sneller. Beleggen kan een interessante vorm zijn om geld apart te zetten en daar rendement mee te behalen. Specifieke vormen van beleggen worden gekenmerkt door een jaarlijkse vergoeding, zoals rente op obligaties en dividend op aandelen. Hier profiteert de belegger ook van rente op rente. Dit effect staat ook wel bekend als het “sneeuwbaleffect” van dividendbeleggen. Weet wel dat de waarde van beleggingen kan verminderen, waardoor deze vorm van vermogensopbouw een hoger risico heeft dan sparen.
Koerswinst
Naast rente op rente zit de opbrengst van de meeste beleggingen in de koerswinst. Dit wil zeggen dat er winst gemaakt wordt op het moment dat de beleggingen voor een hoger bedrag verkocht dan aangekocht worden. Om hiervan te profiteren, valt het aan te raden om te beleggen voor de lange termijn. Dips in de markt worden uitgezeten en het is niet nodig om de beleggingen met verlies te verkopen. Het is zowel mogelijk om in één keer een groot bedrag inleggen om te gaan beleggen als periodiek geld te beleggen. De koers van aandelen wisselt altijd, waardoor het verstandig kan zijn om periodiek aan te kopen. Sommige aandelen worden hoog aangekocht en anderen voor een lage prijs, waardoor de gemiddelde aankoopprijs waarschijnlijk lager ligt dan wanneer er in één keer een groot bedrag is geïnvesteerd.
Beleggen voor weinig geld
Het vermogen van Nederlandse huishoudens groeit jaarlijks en tegenwoordig is het al mogelijk om te beleggen met enkele tientjes per maand. Dit bedrag kan over de komende (tientallen) jaren uitgroeien tot een flinke spaarpot. Eigenlijk is het altijd wel mogelijk om bijvoorbeeld €50,- per maand te investeren. Kijk bijvoorbeeld of het mogelijk is om te besparen op de vaste lasten, door overstappen energie, goedkoper boodschappen te doen of een aantal abonnementen de deur uit te doen. Het geld dat op deze manier bespaard wordt, wordt waarschijnlijk niet gemist want het werd voorheen toch al uitgegeven en kan direct geïnvesteerd worden op een beleggingsrekening.
-
Vermogen van huishoudens opnieuw gestegen
Bron: CBS
In 2018 bedroeg het doorsnee vermogen van Nederlandse huishoudens 38,4 duizend euro, 10 duizend euro meer dan een jaar eerder. De toename komt vooral doordat woningen in waarde bleven stijgen. Het vermogen is nog niet op het niveau van 2008. Wanneer de eigen woning buiten beschouwing blijft, was het vermogen met 14,6 duizend euro iets hoger dan in 2017 en iets lager dan de piek in 2010. Dat meldt het CBS op basis van nieuwe cijfers. Het doorsnee (mediane) vermogen is gelijk aan het middelste vermogen wanneer de vermogens van alle particuliere huishoudens van laag naar hoog worden gerangschikt. Dat wil zeggen dat de helft van de huishoudens meer en de andere helft minder vermogen bezit. De tien procent huishoudens met de laagste vermogens hadden samen meer schulden dan bezittingen. Per saldo hadden ze een negatief vermogen van 45 miljard euro. Dat komt vooral doordat in deze groep veel woningbezitters zitten van wie de hypotheekschuld hoger is dan de woningwaarde. Het meeste vermogen is geconcentreerd bij de hoogste tien procent vermogens. De bezittingen van die huishoudens (1 033 miljard euro) bestonden voor 36 procent uit eigen woning, voor 20 procent uit aanmerkelijk belang en voor 13 procent uit bank- en spaartegoeden. Hun schuld bedroeg 157 miljard euro.
Bij het vaststellen van de fiscale hypotheekschuld zijn eventueel opgebouwde tegoeden bij spaar- en beleggingshypotheken niet meegenomen omdat het CBS tot op heden geen toegang heeft gekregen tot de onderliggende gegevens. Ook worden pensioenaanspraken en andere aanspraken van sociale zekerheid niet tot het vermogen gerekend, omdat deze collectief worden geregeld en niet op persoonsniveau toerekenbaar zijn, of overdraagbaar van persoon op persoon.
Vermogensongelijkheid opnieuw gedaald
De ongelijkheid in vermogen tussen huishoudens was in 2018 kleiner dan het jaar ervoor. De vermogensongelijkheid daalt al vanaf 2015, wat samenhangt met de aantrekkende woningmarkt. Tussen 2011 en 2014 nam de vermogensongelijkheid nog toe. Dit hing sterk samen met de daling van de huizenprijzen tijdens de economische crisis, die vooral de minder vermogende huizenbezitters trof. Rijkere huishoudens met een eigen woning hebben vaak ook andere bezittingen. De vermogensongelijkheid exclusief eigen woning is in de periode 2011-2018 vrijwel niet veranderd.
De ongelijkheid in inkomen is aanzienlijk lager dan de vermogensongelijkheid, en met uitzondering van 2014 vrijwel onveranderd gebleven. De toename in 2014 kwam vooral door een incidentele fiscale maatregel die het voor directeur-grootaandeelhouders aantrekkelijk maakte zichzelf in dat jaar veel dividend uit te keren.
Grote vermogens in kleine Brabantse gemeenten, kleine vermogens in de grote steden
Met een vermogen van in doorsnee 337 duizend euro was Bloemendaal de meest vermogende gemeente in 2018. Dat is bijna 9 keer zo veel als landelijk (38,4 duizend euro). Ook staan er in de top tien van meest vermogende gemeenten veel Brabantse dorpen: Alphen-Chaam, Hilvarenbeek, Oirschot, Sint-Anthonis en Bergeijk. Hier wonen naar verhouding veel ouderen, die gedurende hun leven een flink vermogen hebben opgebouwd.
Huishoudens met het laagste doorsnee vermogen bevinden zich vooral in de grote steden. Het minst vermogend is Rotterdam met een doorsnee vermogen van 4,3 duizend euro. Utrecht is de enige van de vier grote steden die niet in de top tien van gemeenten met laagste vermogens valt, maar ook daar was het vermogen met 14,2 duizend euro relatief laag. In de grote steden wonen relatief veel jongeren, uitkeringsontvangers en personen met een niet-westerse migratieachtergrond. Deze groepen hebben doorgaans weinig vermogen.
-
Nibud: We denken te laat aan later
Uit onderzoek van het Nibud blijkt dat we pas vanaf ons 55e levensjaar na over wat we tijdens ons pensioen te besteden hebben, dit is natuurlijk veel te laat. Bij het opbouwen van een vermogen voor later, je pensioen, is het belangrijk om daar op tijd aan te beginnen. Hoe eerder je begint met denken aan je pensioen, hoe makkelijker het is om een bepaald bedrag te bereiken om tijdens je pensioen van te genieten. De meeste Nederlanders beginnen dus veel te laat aan.
In april 2019 presenteerde het Nibud zijn onderzoek ‘Geldzaken in de praktijk’ 2018-2019. Hoe regelen Nederlanders hun geldzaken? Door dit onderzoek weten we meer over hoe gedrag onze financiële planning beïnvloedt en wat de grootste valkuilen zijn. Kunnen we het slimmer doen?
Ja, dat kan. Het helpt bijvoorbeeld om goed te weten wat je hebt, zo blijkt. De mensen die een jaarlijks financieel overzicht maken controleren ook vaker hun banksaldo, werken wekelijks de administratie bij en weten beter wat ze aan verschillende uitgavenposten besteden. Ook je opvoeding telt mee: kreeg je thuis het goede voorbeeld en leerde je van je ouders om met geld om te gaan? Dan vertoon je in de regel meer verantwoord bestedingsgedrag.
Omslag na 55e jaar
Denken aan later is voor veel mensen iets van de tweede helft. In de leeftijdsgroep 35 tot 55 jaar heeft circa 40% geen enkel beeld van hun financiële situatie tijdens hun pensioen. De omslag komt bij 55 jaar (zie ook de tabel).
Uit eerder onderzoek van het Nibud bleek ook dat de meeste personen zich na hun 55e gaan voorbereiden op hun financiële situatie na hun pensioendatum. Van de 55-tot 65-jarigen heeft nog maar 23% niets uitgezocht of geen globaal beeld. Van de nog niet-gepensioneerde 65- tot 67-jarigen heeft 50% uitgezocht of ze na pensionering voldoende inkomsten hebben om rond te komen en 46% heeft een globaal idee.
Percentage dat op de hoogte is of men na pensionering kan rondkomen
(exclusief gepensioneerden en ouder dan 67 jaar, n=1.006)*
Percentage dat op de hoogte is of men na pensionering kan rondkomen (Bron: ‘Geldzaken in de Praktijk’ 2018-2019, pagina 51, Nibud)
Vrouwen doen het minder
Van de ondervraagden anticipeert in totaal 53% op ‘later’ (zie pagina 48 in het onderzoek). Het begrip ‘later’ is hierbij vrij te interpreteren. Kijkend naar leeftijd dan willen vooral 45-plussers wel geld apart zetten, maar zeggen ze dat ze er geen financiële ruimte voor hebben. Opvallend is dat vrouwen (4%) vergeleken met mannen (5%) minder vaak geld opzij zetten voor later. Voor alleenstaanden is dit verschil nog groter: 34% van de alleenstaande vrouwen tegen 49% van de alleenstaande mannen.
Best opmerkelijk als je bedenkt dat vrouwen volgens dit onderzoek bewuster met geld omgaan dan mannen. Ze checken vaker of afschrijvingen kloppen (82% versus 74% van de mannen), vergelijken vaker prijzen (61% versus 53%) en controleren vaker voor ze een aankoop doen of ze het kunnen betalen (86% versus 77%).
De oplossing van Nibud
Het Nibud wil dat het makkelijker en overzichtelijker wordt voor mensen om inkomsten en uitgaven in balans te houden. Zij roepen maatschappelijke, zakelijke en financiële dienstverleners en de overheid op om zich hiervoor in te spannen. Het regelen van geldzaken zou zo min mogelijk moeite moeten kosten en zo min mogelijk financiële risico’s met zich mee moeten brengen. Zo worden huishoudens financieel redzaam zonder allemaal financieel zelfredzaam te zijn.
Met welke oplossingen kunnen we in actie komen?
Door goed na te denken over een doel waar je heen wilt gaat is het belangrijk om concreet inzicht te krijgen in het doel. En of dit doel uiteindelijk haalbaar is. Pensioen draait namelijk meer om een bedrag dan om een bepaalde leeftijd. Zeker als het gaat over het deel wat je zelf bij elkaar spaart en belegt. Evi van Lanschot heeft een handige haalbaarheidstool om te checken of het doelvermogen en het doeljaar ook daadwerkelijk realistisch is.
-
Hoe kunnen we ons pensioenstelsel hervormen?
Onlangs was Klaas Knot, president van de Nederlandse Bank, te gast bij Buitenhof. In de uitzending hield hij een pleidooi voor het versterken van buffers van huishoudens. Ook sprak hij zijn voorkeur uit voor het aanscherpen van de hypotheekverlening om de Nederlandse economie weerbaarder te maken. Zo moet de maximale leencapaciteit volgens hem geleidelijk omlaag naar 90% van de waarde van het huis.
Als huishoudens meer eigen geld moeten meenemen om een huis te kopen, dan heeft dat op termijn twee belangrijke voordelen. Niet alleen komen huishoudens minder snel onder water te staan in een volgende crisis, ook neemt het risico voor de banken af.
Het klinkt als een win-win situatie, maar Klaas Knot vertelt er niet bij dat veel huishoudens niet over de luxe van een grote financiële buffer beschikken. Als je hebt gestudeerd begin je waarschijnlijk al met een studieschuld, waardoor het lastig is een huis te kopen. Ga je huren, dan ben je daar tegenwoordig zoveel geld aan kwijt dat je nog jaren bezig bent om voldoende geld te sparen voor de aankoop van een huis.
Van pensioenfonds naar eigen woning
Starters op de woningmarkt hebben vaak nog maar weinig vermogen opgebouwd, maar als ze een hypotheek kunnen krijgen betekent het dat ze wel een goed inkomen hebben. Mogelijk gaat een deel van hun inkomen rechtstreeks naar een pensioenfonds, terwijl starters dat geld goed kunnen gebruiken om vermogen op te bouwen in hun eigen woning.
Als je van huishoudens vraagt om een financiële buffer op te bouwen, dan moet je ze ook meer mogelijkheden bieden om dat te doen. In dat opzicht biedt ons huidige pensioenstelsel te weinig flexibiliteit. Juist aan het begin van je carrière kun je het geld goed gebruiken om een financiële buffer op te bouwen. En waarom zou je mensen niet de kans geven om pensioenvermogen op te bouwen via hun eigen woning?
In plaats van een verplichte afdracht aan een pensioenfonds zou je ook kunnen kijken naar de mogelijkheid om in de eerste jaren van je carrière verplicht wat af te lossen op je nieuwe huis. Zo kun je in een paar jaar tijd de zogeheten ‘loan to value’ substantieel verlagen, ook voor huishoudens die weinig geld over hebben om opzij te zetten.
Maak het pensioenstelsel flexibeler
Deze week maakte de Nederlandsche Bank bekend dat de financiële positie van pensioenfondsen in het vierde kwartaal behoorlijk was verslechterd. Het totale vermogen van alle fondsen daalde met €46 miljard, terwijl de pensioenverplichtingen juist met €40 miljard toenamen. Door de onrust op de beurs is er in korte tijd zoveel vermogen verdampt dat veel pensioenfondsen waarschijnlijk moeten korten op de uitkeringen.
Optimisten zullen de problematiek van een te lage dekkingsgraad bagatelliseren. Ze zullen zeggen dat de beurs vanzelf wel weer herstelt, waardoor de achterstand wordt ingelopen. Maar de praktijk is dat pensioenfondsen sinds de crisis nauwelijks hebben kunnen indexeren. Met andere woorden, de pensioenuitkeringen stijgen de laatste tien jaar onvoldoende mee met de inflatie.
De voortdurende onzekerheid over rekenrentes en dekkingsgraden en de grillen van de financiële markten hebben het vertrouwen in pensioenfondsen bepaald geen goed gedaan. En dat is opvallend, als je bedenkt dat pensioenfondsen bijna nergens in de wereld zoveel vermogen in kas hebben als in Nederland.
Dekkingsgraad pensioenfondsen opnieuw onder druk (Bron: DNB)
Het probleem is dan ook niet dat we te weinig geld opzij zetten voor ons pensioen, maar dat we er als deelnemer zo weinig over te zeggen hebben. Het geld wordt ingehouden van je loon en verdwijnt op de grote hoop, waar het belegd wordt in een breed scala aan financiële producten als aandelen en (staats)obligaties. Er is een hele financiële industrie omheen gebouwd van fondsen waar de pensioenfondsen weer in beleggen.
Kunnen we dit systeem niet flexibeler maken? Waarom zouden we starters niet de mogelijkheid kunnen bieden om eerst een paar jaar vermogen op te bouwen in hun eigen woning in plaats van het naar een pensioenfonds te brengen? Uiteindelijk is ook de eigen woning een vorm van vermogen waar je later als gepensioneerde gebruik van kunt maken.
Deze column verscheen eerder op Goudstandaard
-
De val van Lehman luidde de pensioencrisis in
Afgelopen maand was het tien jaar geleden dat met de val van Lehman Brothers de grootste crisis sinds die van de Jaren Dertig van de vorige eeuw een aanvang nam. Is er sindsdien iets ten goede gekeerd in de financiële sector. Is die sector gezonder en op een solidere basis gegrondvest? Het antwoord mag een aarzelend ja zijn. De risico’s zijn minder geworden. Ze zijn echter niet verdwenen, slechts verplaatst.
Het zijn nu de pensioenfondsen die grote risico’s in zich bergen. De lage rente maakt het uiterst onzeker of ze hun inkomensbeloftes kunnen nakomen. Daarom gaan ze extra risico’s nemen, zoals samenwerken met hedge funds en private equity. Grote bedrijven hebben de risico’s van verkeerde investeringen weggehaald bij hun beleggers en geponeerd op de schouders van de spaarders. Een bankencrisis zoals in 2008 lijkt uit den boze, maar een pensioencrisis en derhalve een sociale crisis lijkt in de maak.
Hoe heeft het zover kunnen komen. Daarvoor maken we een tour de memoir. Het waren de centrale banken die effectief in actie kwamen om de crisis het hoofd te bieden. Dat gebeurde onder leiding van de Fed. Die startte als eerste een programma van kwantitatieve verruiming. Dat programma hield in dat de centrale bank op grote schaal (overheids)obligaties ging opkopen met de bedoeling de rente omlaag te duwen, deflatie te voorkomen en om beleggers aan te moedigen weer wat meer risico’s te nemen.
Het voorbeeld van de Fed is na enkele jaren talmen gevolgd door de ECB en door de Bank van Japan. De bedoeling van de verruimingsprogramma’s was ook om derde partijen in staat te stellen hun schulden met behulp van gratis geld af te lossen. Banken grepen die gelegenheid met beide handen aan en hebben hun schuldenlast omlaag gebracht. Tegelijkertijd maakten andere partijen van de gelegenheid gebruik om hun schuldpositie te laten groeien. De hypotheekschuld is nagenoeg even groot als aan de vooravond van de crisis. Ook die van grote bedrijven is scherp gestegen, omdat ze veel geld hebben geleend om op grote schaal eigen aandelen terug te kopen. Leningen voor auto’s en studieleningen zijn eveneens scherp opgelopen. Nieuw en zeker zorgwekkend is dat het scheppen van krediet verplaatst is van de ontwikkelde wereld naar China.
Meer schulden
Bij de aanvang van de crisis liepen de schulden heel kort terug, maar China deed daar nooit aan mee. Sterker nog, China werd meer en meer de ‘borrower of last resort’. China was in de afgelopen jaren de bron van 70% of meer van de kredietcreatie voor de private sector. Dankzij China was die creatie even groot en omvangrijk als voor de crisisjaren. Dat wil weer niet zeggen dat dat in China niet voor opgetrokken wenkbrauwen heeft gezorgd. Sterker nog, de overheid doet verwoede pogingen om de kredietgroei in te perken. Dat geeft weer bezorgde gezichten elders. Kan de economische groei wereldwijd wel gehandhaafd blijven als China op de rem trapt?
Meeste kredietgroei vindt inmiddels plaats in China (Bron: Financial Times)
Terug naar de centrale banken. Hun monetair beleid was zeker in de VS een groot succes. Aandelenmarkten kennen nu al een stierenmarkt van bijna tien jaar, de langste ooit. Onroerend goed markten bloeien ook als nooit tevoren. Buiten de VS was het succes aanzienlijk minder. In Europa was daar de financiële crisis (Griekenland) debet aan. Sinds de val van Lehman is de S&P 500 met 175% gestegen, terwijl aandelen in de rest van de wereld gemiddeld slechts 55% stegen. Als gevolg van de zwakke economische groei daalden de prijzen voor commodities. Het beste voorbeeld daarvan is misschien wel goud. De prijs daarvan steeg aanvankelijk scherp, omdat de wereld bang was voor een scherpe stijging van de inflatie. Sedert 2011 daalt de prijs alleen maar, omdat vanaf dat moment de angst voor deflatie overheerste.
Aandelen duur, obligaties duur
Wat betekent het recente verleden voor de dag van morgen? Dat laat zich maar moeilijk precies voorspellen. Maar er kunnen wel enkele waarschijnlijkheden geformuleerd worden op basis van ervaringen uit het verleden. Alles draait daarbij op het besef dat het toekomstige rendement op je assets bepaald worden door de prijs die je er nu voor betaalt. Een dure asset levert in de toekomst minder dan een goedkope. Sinds de centrale banken hun programma startten zijn obligaties heel duur geworden en is het rendement heel laag, terwijl aandelen in de VS ook al heel duur zijn. Buiten de VS zijn aandelen aantrekkelijker gewaardeerd, maar is het rendement minder.
Dat alles kan ertoe leiden dat bijvoorbeeld pensioenfondsen het in de nabije jaren steeds moeilijker gaan krijgen om pensioenen te garanderen. Sowieso staat het pensioenstelsel zoals we dat kennen onder druk. Bedrijven en dan zeker die in de VS proberen al jaren en met succes onder hun pensioenverplichtingen uit te komen. Ze bieden nu zogeheten defined benefits pensioenen, waarbij de werkgever een bepaald niveau van pensioen garandeert. Schieten beleggingsopbrengsten te kort, dan moeten de werkgevers het gat opvullen. Bedrijven proberen met toenemend succes defined benefits te vervangen door defined contributions. De werknemer moet in dat geval zien om uit eigen middelen het gat op te vullen. Die verschuiving opent de weg naar veel misère! Veel werknemers zullen niet in staat zijn om voldoende te sparen voor hun pensioen. Lonen stagneren al decennia en menig werknemer heeft al veel moeite om elke maand financieel de eindjes aan elkaar te knopen.
Pensioenverplichtingen worden vaker bij werknemers neergelegd (Bron: Financial Times)
Nu al is duidelijk, dat zeker een derde van de Amerikaanse werknemers niet in staat is om überhaupt te sparen. Slechts een kleine minderheid zal in staat blijken voldoende te sparen. Voor de komende generaties ziet het beeld er nog minder florissant uit. De ongelijkheid in de VS zal de komende jaren alleen maar toenemen en daardoor zullen tegenstellingen tussen bevolkingsgroepen alle maar verscherpen. Landen die nu een systeem van defined contributions willen invoeren zouden zich wel tweemaal moeten bedenken als ze de ontwikkelingen in de VS zien!
Cor Wijtvliet
Deze bijdrage is afkomstig van www.corwijtvliet.nl
Tot slot:
- Hebt u opmerkingen en/of vragen? Mail ze gerust aan: [email protected]
- Of via mijn twitteraccount: @wijtvliet
- Voor meer door mij geschreven artikelen bezoekt u mijn website: www.corwijtvliet.nl
- Of bezoek www.Beurshalte.nl
- Ontvangt u het Cor Wijtvliet Journaal niet rechtstreeks? Abonneert u zich dan hier!
Vindt u deze columns van Cor Wijtvliet interessant, dan kunt voor €25 per jaar donateur worden van het CorWijtvlietJournaal. Ook kunt u een geheel vrijwillige bijdrage overmaken naar NL14RABO0156073676, ten name van Wijtvliet Research.
Donateurs krijgen niet alleen zonder vertraging het CorWijtvlietJournaal in hun mailbox, maar kunnen ook rekenen op een wekelijkse extra nieuwsbrief met vijf beleggingstips van Cor Wijtvliet. Neem voor meer informatie contact op met Cor Wijtvliet via het hierboven genoemde mailadres.
-
42% Amerikanen heeft minder dan $10.000 voor pensioen
Maar liefst 42% van de Amerikanen heeft minder dan $10.000 gespaard voor hun pensioen, zo blijkt uit een nieuw onderzoek van GoBankingRates. Van de meer dan duizend volwassenen die ondervraagd werden gaf 40% aan niet genoeg geld over te houden om te sparen voor een pensioen, terwijl ongeveer een kwart van de respondenten liet weten dat ze al moeite hebben om rond te komen met hun inkomen.
Onder de millennials is het probleem nog groter, omdat die steeds later beginnen met werken en daarom minder pensioen opbouwen. Van de leeftijdscategorie van 18 tot en met 34 jaar heeft 39,2% minder dan $10.000 gespaard voor de oude dag, terwijl 18,9% van deze doelgroep helemaal niets gespaard heeft voor later. De verwachting is dat ze gedurende hun werkzame leven wel een pensioen zullen opbouwen, maar door later te beginnen bouwen ze wel een achterstand op.
De gebrekkige pensioenvoorziening in de Verenigde Staten is de reden waarom ouderen soms heel lang door moeten werken. Ook oudere Amerikanen blijken pessimistischer te zijn geworden over hun eigen toekomstige financiële situatie. Deze onderzoeksresultaten vormen een schril contrast met het beeld dat het wel goed gaat met de Amerikaanse economie. Het is waar dat de economie ook in de Verenigde Staten weer groeit, maar daar profiteren lang niet alle Amerikanen evenveel van.
© GOBankingRates Bijna helft Amerikanen bouwt bijna geen pensioen op (Bron: GoBankingRates)
Veel millennials hebben nog geen pensioen opgebouwd (Bron: GoBankingRates)
-
Pensioen3daagse: Sta even stil bij uw pensioen
Van 31 oktober tot en met 2 november organiseert Wijzer in Geldzaken de Pensioen3daagse. Tijdens de Pensioen3daagse verzorgen financiële dienstverleners en werkgevers allerlei activiteiten. Zo willen zij consumenten en werknemers meer inzicht geven in hun pensioen. Een mooi moment om even stil te staan bij uw situatie.
Weet u al hoe u er later voor staat? Hoeveel pensioen krijgt u? En hoeveel AOW? Heeft u een tekort? Of komt u straks precies uit? Op de website van Centraal Beheer kunt u het heel makkelijk berekenen. Misschien wilt u een extra potje opbouwen voor uw pensioen. Zodat u straks iets meer te besteden heeft. Of eerder kunt stoppen met werken. U kunt daarvoor bijvoorbeeld sparen of beleggen.
Sparen voor uw pensioen
U kunt in 1 keer of regelmatig geld opzij zetten op een spaarrekening. Als u bijvoorbeeld maandelijks spaart, bouwt u langzaam maar zeker een mooi bedrag op. De spaarrente is nu wel erg laag. Wilt u meer uit uw spaargeld halen? Dan kunt u er ook voor kiezen om uw geld een tijdje tegen een afgesproken rente vast te zetten. De rente is dan ook vaak iets hoger. Een andere optie is het afsluiten van een lijfrente. U spaart dan belastingvriendelijk voor een aanvulling op uw pensioen.
Met sparen krijgt u uw geld altijd terug
Zelfs als de bank waarbij u spaart failliet gaat, is uw spaargeld bij de meeste banken tot €100.000,- per persoon veilig dankzij het depositogarantiestelsel. Deze garantie geldt niet per spaarrekening, maar voor uw totale spaartegoed bij een bank.
Beleggen voor uw pensioen
Beleggen levert op de langere termijn vaak meer op dan sparen. U kunt 1 keer een bedrag storten. Of bijvoorbeeld elke maand een kleiner bedrag. Uw geld kan ook minder waard worden. En aan beleggen zijn kosten verbonden. Over het algemeen geldt bij beleggen: hoe meer risico u neemt, hoe meer rendement u mag verwachten. Er zijn allerlei manieren om uw risico te spreiden. Bijvoorbeeld beleggen in een mixfonds.
Hoe bereidt u zich voor op uw pensioen?
Sparen of beleggen? Of misschien een combinatie? Bekijk wat het u kan opleveren.
Artikel in samenwerking met Centraal Beheer
-
Column: Pensioenen, een tikkende tijdbom?
Ik zou wat kunnen schrijven over de grootste stijging van de huizenprijzen in jaren of over de impact van de Franse verkiezingen, maar in deze column wil ik graag uw aandacht vestigen op een ander onderwerp waar nog niet zoveel over geschreven is. En dan heb ik het over het Amerikaanse pensioenstelsel, dat in potentie een tikkende tijdbom is.
Een bekend probleem van de pensioenfondsen in de Verenigde Staten is dat ze te maken hebben met zogeheten ‘unfunded liabilities’. Dat zijn toekomstige verplichtingen die de pensioenfondsen hebben aan hun deelnemers, maar waar ze geen geld voor opzij hebben gezet.
‘Unfunded liabilities’
In 2007 hadden de pensioenfondsen voor ambtenaren van verschillende Amerikaanse steden en staten gezamenlijk een tekort van $292 miljard, maar door de financiële crisis is dat tekort inmiddels opgelopen tot $1,9 biljoen.
Het bedrag aan zogeheten ‘unfunded liabilities’ is nu zo groot dat kredietbeoordelaars overwegen de kredietwaardigheid van bepaalde Amerikaanse steden en staten te verlagen, omdat de vrees bestaat dat zij in de toekomst moeten bijspringen om de pensioenpotten bij te vullen.
Amerikaanse staten en steden die nu al moeite hebben om de begroting rond te krijgen zullen daardoor nog verder in de problemen komen, waardoor faillissementen niet uitgesloten zijn. Obligaties die door Amerikaanse staten worden uitgegeven – de zogeheten ‘municipal bonds’ – zijn dan opeens een zeer risicovolle belegging!
Lager rendement
Door de extreem lage rente komen pensioenfondsen voor een lastig dilemma te staan. Om toch het gewenste rendement te halen kunnen ze de pensioeninleg verhogen of een groter deel van de beleggingsportefeuille in meer risicovolle beleggingen stoppen.
Konden de pensioenfondsen voor ambtenaren in de Verenigde Staten in 1952 nog voldoende rendement halen met uitsluitend obligaties in hun portefeuille, door de extreem lage rente is het aandeel in obligaties vandaag de dag minder dan 30%. De rest beleggen de pensioenfondsen in aandelen, vastgoed en in meer risicovolle private equity fondsen, in een poging het vereiste rendement toch te halen.
In Nederland kunnen pensioenfondsen hun toekomstige verplichtingen berekenen aan de hand van de rekenrente, maar dat werkt in de Verenigde Staten net even anders. Pensioenfondsen van bedrijven moeten strenge regels volgen en zijn daarom verplicht de inleg te verhogen als de rendementen achterblijven. Maar dat geldt niet voor de pensioenfondsen van ambtenaren, want die mogen uitgaan van veel hogere historische rendementen.
Tekort van $6 biljoen
Zouden de pensioenfondsen voor ambtenaren hun rendement op dezelfde manier berekenen als de pensioenfondsen van bedrijven, dan zou het gat van ‘unfunded liabilities’ in één klap verdrievoudigen tot meer dan $6 biljoen. Nogmaals, dat zijn uitkeringen waar Amerikaanse werknemers wel op rekenen, maar die er helemaal niet zijn.
Het is de vraag wie deze rekening uiteindelijk gepresenteerd krijgt. Kunnen plaatselijke overheden die extra lasten wel op zich nemen? Of zal de Federal Reserve dan moeten ingrijpen om een nieuwe crisis te voorkomen?
Frank Knopers
Bron: Bloomberg, Pension Crisis Too Big for Markets to Ignore
Deze column van Frank Knopers verscheen afgelopen weekend op Goudstandaard. Goudstandaard is gespecialiseerd in de verkoop en opslag van fysiek edelmetaal. Wilt u meer informatie over beleggen in edelmetalen? Bel ons op +31(0)88 46 88 488 of mail naar [email protected].
-
Column: Uw pensioen in goud?
Afgelopen week keek ik vol verbazing naar een documentaire van Zwarte Zwanen over onze pensioenfondsen. In die aflevering liet Cees Grimbergen zien hoe de pensioenfondsen te werk gaan en hoe zij in sommige gevallen met hun ‘klanten’ omgaan. Klanten tussen haakjes, omdat je als werknemer doorgaans niets te kiezen hebt. Via je werkgever zit je waarschijnlijk al vast aan een bepaalde pensioenverzekeraar of een verplicht bedrijfspensioenfonds, zonder dat je daar zelf iets over te zeggen hebt.
De documentaire laat zien wat de gevolgen zijn van deze scheve machtsverhouding en het gebrek aan marktdiscipline in deze wereld. Pensioenfondsen maken hoge kosten, zijn weinig flexibel en doen er niet moeilijk over dure advocaten in te schakelen om deelnemers met lastige vragen stil te krijgen. En het ergste van dat alles is dat u als werknemer – zeker als het pensioen nog ver voor u ligt – geen enkele zekerheid heeft wat u in de toekomst aan pensioen mag verwachten. Het enige wat zeker is, dat is uw maandelijkse inleg.
Door de toenemende vergrijzing neemt de druk op de jongere generatie toe. Zij betalen nu pensioen, maar weten niet zeker of er nog genoeg geld in de collectieve pot zit op het moment dat zij er zelf aanspraak op willen maken. En dan hebben we het nog niet eens over het rendement, dat door de lage rente zwaar onder druk komt te staan.
Complexiteit
In een poging de transparantie van de pensioenen te verbeteren kwam er een persoonlijk pensioenoverzicht. Dat klinkt in de theorie heel mooi, maar in de praktijk blijkt het ontzettend veel rompslomp met zich mee te brengen. In het meest extreme geval zijn werknemers van pensioenfondsen een halve werkdag bezig om één overzicht in elkaar te zetten. Dat is natuurlijk een extreem geval, maar moet je nagaan hoeveel geld dat in totaal kost... De collectieve insteek van ons pensioenstelsel is goed bedoeld, maar in de praktijk blijkt het alleen maar complexer en ondoorzichtiger te worden. Daardoor wordt het voor een buitenstaanders steeds moeilijker om te controleren wat er bij de pensioenfondsen gebeurt en neemt de kans op excessen toe.Spreiding
Uit een enquête van het tv-programma EenVandaag bleek vorig jaar dat bijna driekwart van de ruim 20.000 ondervraagden geen tot weinig vertrouwen heeft in de pensioenfondsen. Tegenvallende resultaten en onzekerheid over het uiteindelijke pensioen zijn daar de belangrijkste redenen voor. Wilt u sparen voor uw oudedagsvoorziening, dan kunt u ook overwegen goud te kopen. Bij uitstek voor de lange termijn is het edelmetaal een duurzame manier om uw koopkracht te beschermen. Kijken we naar de waardeontwikkeling van alle belangrijke valuta ten opzichte van goud, dan zien we dat het edelmetaal over de lange termijn een goede bescherming biedt tegen uitholling van uw koopkracht door inflatie. Natuurlijk blijft het altijd belangrijk uw vermogen te spreiden en is het dus niet aan te raden alles op goud in te zetten. Maar aangezien pensioenfondsen nauwelijks iets met goud doen vormt het privé bezit van goud misschien wel de ideale aanvulling op datgene wat u opbouwt via een pensioenfonds. Frank KnopersDeze column van Frank Knopers verscheen afgelopen weekend op Goudstandaard. Goudstandaard is gespecialiseerd in de verkoop en opslag van fysiek edelmetaal. Wilt u meer informatie over beleggen in edelmetalen? Bel ons op +31(0)88 46 88 488 of mail naar [email protected].
-
Video: Zwarte zwanen over ons pensioen
Wat doen pensioenfondsen eigenlijk met al dat geld dat ze beheren? En hoe kan het dat sommigen mensen op hun oude dag zo weinig terugzien van alle premies die ze al die jaren verplicht moesten afdragen aan hun pensioenfonds? Journalist Cees Grimbergen onderzoekt de Nederlandse pensioenindustrie en dat levert een opmerkelijke reportage op.
Hij laat zien hoe pensioenfondsen geld verkwisten aan dure advocatenbureaus en callcenters, die meer in het belang van het pensioenfonds opereren dan in het belang van de pensioengerechtigde. Een reportage over de verziekte machtsverhouding tussen de grote machtige pensioenfondsen en haar deelnemers die eraan vast zitten.
Zwarte zwanen over ons pensioen (klik voor de video)