Categorie: Pensioenen

Het laatste nieuws over de pensioenfondsen en de ontwikkelingen die van belang zijn voor uw pensioen.

  • Beleggingsadvies voor pensioenfondsen duur en nutteloos

    Over sommige zaken kun je intuïtief een oordeel vormen. Zo ben ik al een tijdje de mening toegedaan, dat een deel van de problemen bij pensioenfondsen van eigen makelij is. Veel besturen van Nederlandse pensioenfondsen zijn waarschijnlijk leken op beleggingsgebied en zijn dus overgeleverd aan de willekeur van hun adviseurs. Dat moet wel ten koste gaan van het rendement.

    Kwaliteit

    Een team van de Saïd Businessschool van de universiteit van Oxford heeft de proef op de som genomen. Het heeft 29 gespecialiseerd consultancybureaus aan een kritisch onderzoek onderworpen. Deze bureaus vertegenwoordigen ongeveer 90% van de markt. De uitkomsten zijn op zijn zachtst gezegd weinig opwekkend. De kwaliteit van de adviezen laat in ieder geval duidelijk te wensen over. Tussen 1999 en 2011 presteerden Amerikaanse aandelenfondsen geselecteerd door de adviseurs gemiddeld 1,1% per jaar minder dan andere fondsen. Ze voegen duidelijk geen waarde toe, maar beschikken wel over heel veel macht en invloed.

    Commissie-inkomsten

    Het onderzoek laat zien, dat hun keuze het betreffende beleggingsfonds geen windeieren legde. In de VS mocht een geselecteerd fonds op een extra instroom rekenen van $ 2,4 miljard. Het selecteren van de juiste vermogensbeheerder is naar eigen zeggen van de adviseurs hun hoogste toegevoegde waarde. En daar is inderdaad veel voor te zeggen. In de genoemde periode adviseerden ze in de VS over institutionele middelen ter waarde van $ 13 biljoen en wereldwijd over $ 25 biljoen. Het onderzoek laat zien, dat in de VS 82% van de publieke pensioenfondsen en ongeveer 50% van de bedrijfspensioenfondsen betaalden voor advies. Als er slechts 1 basispunt in rekening wordt gebracht voor de selectie van de juiste vermogensbeheerder, dan genereert dat een fee van $ 2,5 miljard. Daar blijft het niet bij. Jaarlijks brengen de adviseurs transitiekosten in rekening over een bedrag van $ 2 biljoen. Er moeten immers kosten gemaakt worden om vermogensbeheerders te ontslaan en andere weer in dienst te nemen.

    Blindvaren

    Het is volgens de onderzoekers de combinatie van voortdurend schuiven met de vermogensbeheerders en de voorkeur voor grote beleggingsfondsen, die de underperformance verklaren. De houding van de opdrachtgevers werpt vragen op. Hoewel de adviseurs de institutionele beleggers met hun adviezen geen outperformance bezorgden, bleven de relaties in stand en bleven de pensioenfondsen sturen op de tekort schietende adviezen. De onderzoekers suggereren dat pensioenfondsen dit doen om zo een excuus te hebben voor het uitblijven van resultaten. Het is dan gemakkelijker met de beschuldigende vinger te wijzen. Maar zo suggereert het onderzoek, misschien is de waarheid nog onrustbarender. De pensioenfondsen hebben amper of niet weet van de achterblijvende prestaties van hun duurbetaalde adviseurs. Die geven immers geen inzage in de kwaliteit van het individuele advies. Anders gezegd, veel pensioenfondsen varen blind op de aanbevelingen van hun adviseurs. Dat is op zijn minst een vreemde en zorgelijke zaak. Het kost de pensioenfondsen immers handen vol met geld. Cor Wijtvliet is binnenkort spreker op de seminar reeks ‘Bescherm uw toekomst’. Hier vindt u meer informatie.. Bron: FT fm, Billions of dollars wasted on advice. Financial Times, September 23 2013 Goudstandaard seminar

  • Pensioenfonds krijgt groen licht voor beleggen in goud

    Het Pensioenfonds Vereenigde Glasfabrieken werd meer dan twee jaar geleden ten onrechte teruggefloten door de Nederlandsche Bank, zo concludeert het College van Beroep voor het bedrijfsleven. Het pensioenfonds kocht in 2008 fysiek goud bij de Australische Perth Mint en deed in 2009 nog een aankoop, waarmee het fonds haar totale aandeel in fysiek goud uitbreidde naar 12%. Eind 2009 ging het om €34,6 miljoen aan goudstaven, omgerekend naar de prijs van dat moment was dat ongeveer 1.400 kilogram.

    De Nederlandsche Bank oordeelde destijds dat het pensioenfonds een onverantwoord risico nam door zoveel goud in de portefeuille te houden. Het fonds moest, uit het oogpunt van risicospreiding, haar blootstelling aan de goudprijs terugbrengen naar maximaal 3% van de totale beleggingsportefeuille. Het fonds moest een groot gedeelte van haar goud verkopen, maar krijgt in hoger beroep groen licht om meer geld in fysiek goud te beleggen.

    De rechtbank stelt dat de Nederlandsche Bank niet inzichtelijk heeft kunnen maken dat een belegging van 13% van de portefeuille in fysiek goud onverantwoord is. De Nederlandsche Bank zei in het hoger beroep het volgende over beleggen in fysiek goud:

    Risicovolle belegging

    DNB stelt dat goud niet te beschouwen is als liquide middel, maar dat goud daarentegen een risicovolle belegging is. De prijs van goud, aldus DNB, wordt voornamelijk bepaald door de vraag naar goud voor gebruik in sieraden en door het vertrouwen dat investeerders in goud hebben, zodat de waarde sentimentgedreven is en niet gedreven door economische activiteiten. Goud heeft geen intrinsieke waarde, is nauwelijks industrieel toepasbaar en levert geen kasstromen op. De waarde van goud is dan ook uitsluitend afhankelijk van de vraag naar goud. Slechts zolang steeds meer partijen in goud willen beleggen (de vraag stijgt), neemt de waarde van goud toe. Dat kan al snel leiden tot ‘bubble’ vorming, zo betoogt DNB.

    Het is toch vreemd dat de Nederlandsche Bank zelf over een goudvoorraad van meer dan 600 ton beschikt. Als het geen intrinsieke waarde heeft, waarom verkopen alle centrale banken hun goud dan niet? Is het niet juist de nutteloosheid van goud die het metaal zo geschikt maakt als waarde opslag? Het is onbegrijpelijk dat de Nederlandsche Bank dit standpunt op tafel brengt, omdat ze zelf ook over een aanzienlijke hoeveelheid fysiek goud beschikt.

    Onderbouwing

    DNB heeft bezwaar tegen de wijze waarop het Pensioenfonds met zijn verantwoordelijkheden als behartiger van de belangen van de deelnemers is omgegaan door, zonder daaraan ten grondslag liggend beleggingsbeleid en vereiste studie, een groot gedeelte van zijn portefeuille in één enkele individuele belegging (goud) te beleggen. De rechtbank is zonder nadere motivering voorbij gegaan aan de standaarddeviatie van goud van 33,5% over een periode van dertig jaar die het Pensioenfonds zelf in zijn ALM-studie noemt, terwijl de rechtbank vervolgens zonder nadere motivering meegaat in het lagere percentage van 13,1 dat ziet op een veel kortere periode en dat het Pensioenfonds in de beroepsprocedure heeft genoemd. Ten tijde van de keuze voor de belegging in goud heeft het Pensioenfonds met geen van deze percentages rekening gehouden; er zijn geen studies of analyses aan ten grondslag gelegd.

    Zal de Nederlandsche Bank dit soort berekeningen en theoretische modellen ook op haar eigen goudvoorraad loslaten…?

    Volatiel

    Volgens DNB staat in ieder geval vast dat de prijs van goud volatiel is. DNB heeft de effecten van een prijsdaling van goud op de waarde van de gehele beleggingsportefeuille berekend, hierbij uitgaande van de premisse van het Pensioenfonds in zijn risicomanagementbeleid dat (in ieder geval) bij een daling van 30% tot verkoop van het goud zou worden over gegaan. In dat geval zou de dekkingsgraad van het Pensioenfonds onder de 100% zakken, terwijl de wettelijk minimaal vereiste dekkingsgraad 105% bedraagt. Een pensioenfonds moet in het belang van zijn deelnemers zoveel als mogelijk voorkomen dat een waardedaling optreedt met gevolgen voor de dekkingsgraad. Dit uitgangspunt heeft het Pensioenfonds door een belegging van 13% in één enkele individuele waarde niet in acht genomen.

    Is een 30% prijsdaling van goud anders dan een 30% prijsdaling van aandelenkoersen? En is de veel grotere blootstelling aan de obligatiemarkten niet véél gevoeliger voor het rendement van een pensioenfonds dan die 10 tot 15 procent in fysiek goud? De portefeuille van het Pensioenfonds Vereenigde Glasfabrieken bestond  destijds voor 78% uit zogeheten triple-A staatsobligaties. Is dat geen groot risico als de rente op de obligatiemarkt begint op te lopen?

    Cashflow

    In haar vierde beroepsgrond stelt DNB dat de rechtbank ten onrechte is voorbij gegaan aan het onderdeel matching, zoals neergelegd in artikel 13, tweede lid, Besluit FTK en dat de overwegingen in het bestreden besluit dat besluit zelfstandig dragen. Matching houdt in dat de beleggingen zoveel mogelijk worden afgestemd op de (aard en duur van de) toekomstige verplichtingen. Een pensioenfonds moet op een gegeven moment de nodige uitkeringen aan de deelnemers kunnen doen. Daartoe dient de beleggingsportefeuille erin te voorzien dat de nodige kasstromen bestaan waaruit de uitkeringen kunnen worden betaald. Niet is gebleken dat het Pensioenfonds zijn verplichtingen heeft geanalyseerd om te bezien welke samenstelling van de beleggingsportefeuille zou voldoen aan het vereiste van matching. DNB stelt dat de belegging in goud niet geschikt is om aan de onvoorwaardelijke verplichtingen en voorwaardelijke verplichtingen te voldoen, terwijl het Pensioenfonds daar voor 13% van zijn beleggingsportefeuille wel van afhankelijk was. Goud genereert immers geen kasstromen en beweegt niet mee met de rente of de consumentenprijsindex (CPI).

    Goud genereert inderdaad geen cashflow, maar behoudt wel haar waarde. Goud is in dat opzicht meer een verzekering voor een beleggingsportefeuille. Daar heeft ook de World Gold Council een aantal wetenschappelijke onderzoeken naar gedaan. In het Marketupdate dossier van de World Gold Council treft u drie verschillende artikelen aan die het nut van diversificatie met goud aantonen (1 /2 / 3). Hoewel goud geen kasstroom genereert beweegt de waarde doorgaans in tegengestelde richting van andere beleggingscategorieën. In dat opzicht is goud een uitstekende hedge. De volgende grafiek van het World Gold Council spreekt boekdelen.

    Goud is juist een goede hedge in een beleggingsportefeuille

    Goud is juist een goede hedge in een beleggingsportefeuille (Bron: WGC)

    Weloverwogen besluit

    Volgens het pensioenfonds is er wel goed onderzoek gedaan, voordat men tot aankoop van het goud overging. Het was naar hun mening een weloverwogen beslissing, gedreven door de onzekere economische en financiële omstandigheden in 2008 en 2009. Het pensioenfonds verdedigde de aankoop van goud in het hoger beroep door te stellen dat het juist een goede diversificatie is voor een beleggingsportefeuille en dat geen enkele belegging absolute zekerheid kan bieden.

    Met het goud werd zekerheid gezocht voor de dalende dekkingsgraad , veroorzaakt door de onzekerheid op de financiële markten. Deze onzekerheid op de financiële markten, met name de dalende aandelenkoersen en de onzekerheden met betrekking tot de waarde van de in euro’s luidende staatsobligaties, zijn reden geweest om te kiezen voor goud. Het fonds erkent dat de stabiliteit van goud niet absoluut zeker is, maar merkt op dat die absolute zekerheid voor geen enkele belegging bestaat.

    Het College van Beroep voor het bedrijfsleven erkent dat goud niet zomaar een grondstof is:

    Het Pensioenfonds heeft gemotiveerd gesteld dat goud anders is dan andere grondstoffen en in zekere zin als valuta dient te worden beschouwd en daarbij gewezen op de omstandigheid dat het IMF goud als “safe asset” aanmerkt, dat de Bank Internationale Betalingen, alsook de Amerikaanse Centrale Bank goud zien als een asset waarvoor geen risicobuffer dient te worden aangehouden en dat goud als veilig onderpand wordt erkend.

    Ook erkent het College van Beroep voor het bedrijfsleven dat goud een bijdrage kan leveren aan het realiseren van een goede dekkingsgraad:

    Ten aanzien van het standpunt van DNB dat de belegging in goud niet geschikt is om de indexambitie van het Pensioenfonds te verwezenlijken, omdat goud geen rechtstreeks verband heeft en geen statistische relatie vertoont met de consumentenprijsindex (CPI), overweegt het College dat het Pensioenfonds daar tegenover heeft gesteld dat de goudprijs wel degelijk compensatie kan bieden voor een verlies aan koopkracht van de euro. Het Pensioenfonds heeft gesteld dat op langere termijn het verband tussen goud en inflatie positief en hoog is. In tijden van inflatie van valuta en van economische onzekerheid kan de prijs van goud stijgen en zo rendement leveren dat bijdraagt aan de verwezenlijking van de indexambitie ter bescherming van de koopkracht van de gepensioneerden. In dit geval heeft de goudbelegging met een rendement van 25% per jaar bijgedragen aan herstel van de dekkingsgraad van 90% eind 2008 naar 105% eind 2010, aldus het Pensioenfonds.

  • Nederlandse pensioenfondsen beleggen volop in staatsobligaties

    Nederlandse pensioenfondsen beleggen volop in staatsobligaties. Ook blijkt uit onderzoek van de Nederlandsche Bank dat ze maar 14% van hun totale vermogen in Nederland beleggen. Eind maart was €134,9 miljard van het totale vermogen van €960 miljard belegd in Nederland. Daarvan zit overigens een groot gedeelte in staatsobligaties, namelijk €43,5 miljard. Daarnaast beleggen pensioenfondsen voor €12,7 miljard in Nederlandse hypotheken en €14 miljard in Nederlandse bedrijfsobligaties. Onderstaande tabel laat zien waar de dertig grootste Nederlandse pensioenfondsen in beleggen. Deze dertig fondsen vertegenwoordigen samen 81% van het totale pensioenvermogen in Nederland.

    Beleggingen van pensioenfondsenBeleggingen pensioenfondsen naar categorie en regio

    Beleggen in schulden

    Pensioenfondsen beleggen nog steeds voornamelijk in schulden. Alle vastrentende waarden in bovenstaande tabel (staatsobligaties, hypotheken, bedrijfsobligaties en kortlopende vorderingen) zijn samen goed voor bijna 45% van ons totale pensioenvermogen. Is dat een solide basis voor pensioenfondsen in crisistijd? Van het totaal van €959,6 miljard is €248,9 miljard belegd in staatsschulden, schuldpapier dat heel weinig rendement oplevert. Ook lopen pensioenfondsen risico met bedrijfsobligaties en hypotheken, indien de kredietcrisis nog groter wordt. Een groot gedeelte van alle hypotheken in het bezit van pensioenfondsen zijn herverpakte woninghypotheken, de zogeheten Residential Mortgage Backed Securities (RMBS).

    Pensioenfondsen beleggen in herverpakte hypotheken
    Pensioenfondsen beleggen in herverpakte hypotheken

    Het is nog maar de vraag of deze schuldpapieren genoeg rendement opleveren om alle verplichtingen na te komen. De minimaal vereiste dekkingsgraad houdt geen rekening met inflatie. Wil een pensioenfonds volledig indexeren voor inflatie, dan moet ze een dekkingsgraad van 150 procent bereiken. Nu centrale banken de rente laag houden verdwijnt die doelstelling steeds verder uit beeld…

    Moeten pensioenfondsen meer beleggen in aandelen en hedgefondsen (nu bijna 40% van het totaal belegde vermogen) of moeten ze meer goud kopen? Wat de oplossing ook mag zijn, eind vorig jaar werd duidelijk is dat Nederlanders weinig vertrouwen hadden in hun pensioenfonds. Zal dat nu beter zijn?

  • “Gebruik pensioen voor aflossing restschuld”

    Het FD publiceerde vandaag een interview met Lans Bovenberg, hoogleraar economie aan de Universiteit van Tilburg. In het interview zegt Bovenberg dat het tijd is voor onorthodoxe maatregelen, omdat het economische herstel in Nederland beduidend langzamer gaat dan in andere Europese landen. De Nederlandse economie wordt volgens de hoogleraar geplaagd door onderbestedingen van consumenten, wat het gevolg is van de stijgende werkloosheid en de dalende huizenprijzen. Consumenten zijn onzeker en sparen meer dan voor de crisis, terwijl er tegelijkertijd veel geld opzij gezet moet worden voor het pensioen.

    Volgens Bovenberg wordt onze economie geplaagd door de ‘spaarparadox’ van Keynes. Burgers en bedrijven willen hun schulden omlaag brengen en consumeren en investeren daarom minder. Dat terwijl er veel geld ‘gevangen’ zit in de pensioenpotten. Bovenberg roept daarom op tot een verlaging van de pensioenpremies, zodat de consumptieve bestedingen en investeringen weer een impuls krijgen. Die impuls kan zorgen voor extra economische activiteit en daarmee meer bedrijvigheid en banen.

    Restschuld wegwerken

    Voor huishoudens die ‘onder water’ staan met hun eigen woning moeten volgens de hoogleraar ook maatregelen getroffen worden. Hij stelt voor dat deze huishoudens hun pensioenvermogen gebruiken om de restschuld weg te werken. “Ik zie wel dat dit uitvoeringsproblemen geeft, maar het macro-economische belang is nu zo groot, dat het kabinet naar onorthodoxe maatregelen moet kijken”, aldus Bovenberg. Fiscaal is dat lastig te regelen door de zogenaamde ‘doorsneesystematiek’ waarmee de individuele pensioenopbouw wordt berekend.

    Door restschulden af te lossen verkleinen huishoudens niet alleen hun eigen schulden, ook versterken ze de balans van banken. Nederland telt inmiddels al een miljoen huishoudens die onder water staan. Dat is een groeiende risicofactor op de balans van Nederlandse bankensector.

    Dekkingsgraad

    Het terugbrengen van de minimale inleg voor het pensioen kan de economie stimuleren, bijvoorbeeld door extra consumptie en investeringen. Maar men moet niet vergeten dat het pensioen een appeltje voor de dorst moet zijn voor de oude dag. Wat blijft daar nog van over als we korten op de inleg? Volgens Bovenberg moet dat probleem niet overschat worden. Hij zegt er het volgende over in het Financieele Dagblad:

    “Het pensioenstelsel moet minder procyclisch worden, met een stabielere rekenrente, door schokken langer uit te smeren en door de premies te stabiliseren. Dat kan door de pensioenopbouw invers te laten variëren met de kosten van de opbouw. Als de rekenrente laag is, moet je minder pensioen inkopen.’”

    Door de lage rente is het weinig zinvol om nu veel geld in te leggen. Het rendeert nauwelijks en daarom kan het volgens Bovenberg beter benut worden om schulden af te lossen en de bestedingen op te schroeven. Het Nederlandse consumentenvertrouwen is vergelijkbaar met dat van de zwakste landen uit de Eurozone, terwijl we tegelijkertijd heel vermogend zijn met goed gevulde pensioenpotten.

    Pensioenen

    De Nederlandse bevolking heeft gezamenlijk €1.000 miljard gespaard via pensioenfondsen. Geld dat zoekt naar rendement, terwijl de rente op dit moment extreem laag staat. Juist die lage rente maakt het interessant om naar alternatieven te kijken. Volgens Bovenberg is het verlagen van de pensioenpremie om de economie te stimuleren een goed alternatief.

    Bron: FD

  • Uw pensioen wordt steeds soberder

    Crash Investor: Pensioenfondsen zagen hun situatie in het afgelopen kwartaal sterk verslechteren. In juni kregen ze een tik door de dalende aandelen- en obligatiekoersen en het feit dat ze nog niet profiteerden van de hogere marktrente door de rekenmethodiek. Ambtenarenpensioenfonds ABP en de twee metaalfondsen PME en PMT liepen hierdoor eind juni ver achter op hun herstel, waardoor de kans op een tweede ronde van kortingen reëler wordt. Dat blijkt uit de halfjaarcijfers van de vijf grootste pensioenfondsen.

    Metaalfondsen PME en PMT zakten ondanks de forse kortingen die ze in april hebben doorgevoerd op de pensioenen in juni weer naar een dekkingsgraad onder de 100%. De dekkingsgraad geeft de verhouding weer tussen het beschikbaar vermogen en de toekomstige verplichtingen. Door de daling zijn de metaalfondsen verder afgeraakt van de 105% waarop ze aan het eind van het jaar moeten zitten om een tweede verlaging van de pensioenen te voorkomen.

    Pensioenfondsen

    Figuur 7: Pensioenfondsen blijven achter de feiten aanlopen (Bron: FD Research)

    Volgens Frans Willem Briët, bestuursvoorzitter van PME, ziet het er somber uit. Hoewel het nog te vroeg is om definitief te oordelen, komt volgens hem een verlaging in 2014 steeds dichterbij. Ook het grootste pensioenfonds ABP zag zijn dekkingsgraad in juni dalen naar 97% en is verder verwijderd geraakt van de norm van ruim 104%. Henk Brouwer, voorzitter van ABP, stelt dat de kans op een tweede korting aanzienlijk is. Toch sluit de ABP-voorzitter nog niet uit dat het fonds de 104% dit jaar nog gaat halen. Maar dan moeten de beurzen blijven aantrekken, zoals de laatste weken het geval, aldus Brouwer.

    De pensioenfondsen kampten in het tweede kwartaal met tegenvallende rendementen, bij ABP was deze -1,9%. De aankondiging van de Amerikaanse centrale bank om minder nieuw geld in de economie te pompen leidde tot dalende koersen. Tegelijkertijd ging de rente omhoog. Dit laatste is op zich gunstig voor pensioenfondsen. Bij een hogere rente hoeven ze minder geld in kas te hebben om de toekomstige pensioenen te kunnen betalen. Dat betekent dat hun dekkingsgraad verbetert. In juni was het effect van de hogere rente echter nog niet zichtbaar in de dekkingsgraad. Voor de berekening van de dekkingsgraden wordt namelijk gerekend met de gemiddelde rente over drie maanden. Doordat de rente met name in april nog erg laag was, dempte die de hogere rente van juni. Bij pensioenfonds PME zou de dekkingsgraad eind juni zonder de driemaands middeling bijvoorbeeld op 100% liggen in plaats van 96,6%.

    De verhoging van de dekkingsgraad gaat er wel komen, maar vertraagd. Dit is de keerzijde van de rekenmethode die vorig jaar is geïntroduceerd. Toen profiteerden de pensioenfondsen van de driemaands middeling, omdat de dekkingsgraden daardoor ondanks de lagere rente hoger uitkwam. Nu de rente weer oploopt, gebeurt het omgekeerde. Daar komt bovenop dat pensioenfondsen de renterisico’s niet afdekken op basis van de driemaands rente, maar op basis van de actuele rente. Doordat de rente opliep, daalde de waarde van deze renteafdekking in juni al flink. De lasten van de hogere rente werden dus wel al doorberekend, maar het profijt bleef nog even uit.

    Als de hogere rente aanblijft, zal dit de komende maanden echter wel merkbaar gaan worden in de dekkingsgraden. Dennis van Ek, actuaris bij Mercer, schat dat de gemiddelde dekkingsgraad half juli al 3 procentpunt hoger uitkomt dan de gemiddelde dekkingsgraad van eind juni. Eind juni lag het gemiddelde op 102%, half juli wordt dat 105% volgens Mercer.

    Op zich is dat goed nieuws, maar het is nog veel te vroeg om te juichen. De pensioengeschiedenis van de afgelopen twee à drie jaar heeft geleerd dat er steeds weer opnieuw beren op de weg verscholen lagen. Nederlandse pensioenfondsen bleken nooit in staat adequaat te reageren. Er is geen reden om aan te nemen, dat zulks in de nabije toekomst gaat veranderen. Dat is eigenlijk slecht nieuws voor u. De zekerheid, dat u nu of in de komende jaren van een behoorlijk pensioen kunt genieten, wordt steeds kleiner. De pensioenfondsen hebben afgelopen jaren keer op keer bewezen niet tegen hun taak opgewassen te zijn. Daar betaalt u wel het gelach voor!

    Dit artikel verscheen afgelopen weekend in Wijtvliets Crash Investor.

    Crash Investor

     

  • Eenvandaag: Pensioenleeftijd naar 71 jaar

    Volgens de brief moeten jongeren die nu 25 zijn tot een leeftijd van 71½ jaar doorwerken. Ze houden dan nog maar de helft van hun laatstverdiende salaris over, zo vertelde pensioendeskundige Rajihs Sagoeni aan Eenvandaag. Volgens Sagoeni gaat Weekers in zijn berekeningen uit van een veel te optimistisch scenario. De daadwerkelijke uitkering zou wel eens veel lager kunnen uitvallen dan wat Weekers de Tweede Kamer voorspiegelt.

    Het kabinet wil de AOW-gerechtigde leeftijd koppelen aan de levensverwachting. De pensioenleeftijd is daar al aan gekoppeld. Eerder stoppen met werken wordt hierdoor zo goed als onmogelijk, zo schrijft Eenvandaag. Wie bijvoorbeeld op zijn 68e jaar stopt zal dan een heel laag pensioen ontvangen.

    De finish zal nog iets verder naar achteren geplaatst worden (cartoon van animaatjes.nl)

  • Spaans pensioenfonds zit voor 97% in Spaanse staatsobligaties

    Bloomberg concludeerde op basis van de meest recente cijfers van het pensioenfonds dat er het afgelopen jaar voor €4,6 miljard aan staatsobligaties van deze drie eurolanden verkocht is en dat er voor in totaal €20 miljard aan Spaans schuldpapier in de portefeuille opgenomen is.

    Doordat het pensioenfonds voor ambtenaren zich opstelde als financier voor de eigen overheid kon de Spaanse regering haar kosten voor het lenen omlaag brengen. Dat gebeurde vooral in de tweede helft van vorig jaar. Inmiddels bestaat de portefeuille van het Spaanse pensioenfonds voor maar liefst 97% uit schuldpapieren van de eigen overheid.

    De Spaanse regering paste de wetgeving aan om dit mogelijk te maken. Voorheen mocht een pensioenfonds vanuit het oogpunt van risicospreiding maar een beperkt percentage van haar totale portefeuille in één type belegging stoppen. Door de regels aan te passen zijn die limieten opgerekt. In plaats van een maximum van 16% mag nu 35% van de portefeuille bijvoorbeeld bestaan uit Spaanse schuldpapieren met een looptijd van 10 jaar. Door dat te combineren met staatsobligaties die een langere of kortere looptijd hebben kan het pensioenfonds op 97% ‘exposure’ aan Spaanse staatsschuld uitkomen. Het is een zeer risicovolle strategie, want als het slecht gaat met de Spaanse schuldfinanciering hebben ook de ambtenaren die voor hun pensioen gespaard hebben een probleempje.

    Spaarders niet meer veilig, obligatiehouders nog wel…?

    We hebben in de Europese schuldencrisis al gezien dat zowel de verstrekkers van vreemd vermogen (spaargeld en deposito’s) als eigen vermogen (aandeelhouders) aangeslagen kunnen worden als er verliezen genomen moeten worden. Het is te hopen dat de bezitters van Spaanse staatsobligaties niet op een soortgelijke manier aangeslagen zullen worden, maar garanties worden niet meer gegeven…

    Het fonds beheerde eind vorig jaar een vermogen van €63 miljard, waarvan ruim €60 miljard aan het einde van het jaar bestond uit Spaanse staatsobligaties. Daarmee heeft het pensioenfonds voor ambtenaren bijna 10% van de totaal uitstaande Spaanse staatsschuld in handen (exclusief kosten voor bailouts). Onderstaande grafiek van de Wall Street Joual laat zien dat deze trend al enige jaren aan de gang is. In 2012 werd het percentage Spaanse staatsobligaties verder opgekrikt van 89,6 naar 97 procent van het totaal beheerde vermogen.

    exposure-pension-funds

     Spaans pensioenfonds voor ambtenaren springt in de bres en koop steeds meer schulden van eigen overheid (Bron: WSJ)

  • Pensioenfondsen nemen hypotheken over van banken

    Nederlandse banken zijn sinds het uitbreken van de financiele crisis terughoudend geworden met het verstrekken van kredieten, omdat ze veel blootstelling hebben aan de huizenmarkt. De vele hypotheken op de balans vormen een steeds groter risico naarmate de huizenprijzen verder dalen. Maar om de economie weer op gang te krijgen moeten we gezamenlijk nog meer geld lenen. Kees van Dijkhuizen ziet een oplossing, hij wil dat hypotheken bij de banken weggehaald worden en geparkeerd worden in een nieuw fonds waar pensioenfondsen in kunnen beleggen.

    Veilige hypotheken

    Het zou gaan om ongeveer €150 miljard aan ‘veilige’ hypotheken, die als veilig worden aangemerkt vanwege de Nationale Hypotheekgarantie. Nederlandse pensioenfondsen, die gezamenlijk ongeveer €900 miljard beheren, bemachtigen op deze manier langlopende schuldpapieren met een betere rentevergoeding dan staatsobligaties, terwijl het risico op verlies gedragen wordtr door de staat. Pensioenfondsen worden overigens niet gedwongen mee te doen aan een dergelijke swapconstructie met de banken.

    Volgens van Dijkhuizen, die zijn plan maandagavond presenteerde aan minister Blok van wonen, borduurt het idee voort op een idee dat al een paar jaar de ronde doet. In augustus vorig jaar kwam een soortgelijk voorstel ook al eens voorbij in de media. Op Marketupdate schreef ik toen dat het een onsmakelijk plan is om toekomstige verliezen van de bankbalans te halen en over te hevelen naar de pensioenpotten.

    Men denkt dat het overbrengen van hypotheken naar pensioenfondsen kan zorgen voor een ruimere kredietverstrekking en een lagere hypotheekrente. Door de minimale concurrentie op de Nederlandse hypotheekmarkt is de rente in ons land relatief veel minder gezakt dan in omliggende landen. Het is de vraag of het verkleinen van het hyoptheekportefeuille van de banken daar veel verandering in zal brengen.

    Volgens Peter Boelhouwer, hoogleraar woningmarkt aan de TU Delft, is het een goed idee om pensioenfondsen te laten beleggen in NHG hypotheken: “In het verleden investeerden pensioenfondsen ook in Spaans vastgoed, waarom dan niet in onze hele woningmarkt?” Blijkbaar is Boelhouwer vergeten dat die belegging in Spaans vastgoed slecht afliep en dat hetzelfde lot ons mogleijk nog te wachten staat in Nederland. Als huizenkopers terughoudend zijn door de dalende huizenprijzen, waarom zouden pensioenfondsen er dan enthousiast over moeten worden?

    Bouwsector enthousiast

    Bouwend Nederland is in elk geval blij met het voorstel van van Dijkhuizen, zo lezen we op Z24. De branchevereniging van aannemers liet dinsdag weten dat de banken met dit plan ruimere hypotheken en meer bedrijfskredieten kunnen verstrekken. “De bouw kan snel weer economische groei op gang brengen, terwijl ze nu nog zorgt voor de helft van de economische krimp”. De branchevereniging hoopt dat starters door dit plan meer leenruimte krijgen.

    Kees de Kort

    Kees de Kort sprak op BNR Nieuwsradio zijn ongenoegen uit over dit nieuwe plan…