Tag: armoede

  • Oxfam: “Rijkste 1% kreeg 82% van alle vermogensgroei”

    De kloof tussen rijk en arm is het afgelopen jaar alleen maar groter geworden, want volgens Oxfam is 82% van de totale vermogensgroei in de wereld bij de allerrijkste 1% terechtgekomen. Tegelijkertijd zou de armste helft van de wereldbevolking er helemaal niets op vooruit zijn gegaan. Volgens de non-profit organisatie zag de rijkste 1% haar vermogen vorig jaar met $762 miljard toenemen, waardoor 42 personen op papier nu evenveel vermogen hebben als de armste helft van de wereldbevolking.

    Oxfam wijt de toenemende ongelijkheid in welvaart aan een falend systeem, waarbij grote bedrijven belastingen kunnen ontwijken en invloed kunnen uitoefenen op de politiek. Ook speelt de uitholling van de rechten van werknemers en bezuinigingen in het algemeen volgens Oxfam een belangrijke rol in het vergroten van de kloof tussen rijk en arm.

    World Economic Forum

    Het bericht van Oxfam komt vlak voor het begin van het World Economic Forum in Davos, een jaarlijkse bijeenkomst van invloedrijke personen uit de politiek en het bedrijfsleven. Het lijkt er dus op dat de non-profit organisatie meer aandacht wil vragen voor een meer sociale verdeling van de welvaart in de wereld en dit onderwerp hoger op de agenda wil krijgen in Davos.

    Ondanks het feit dat de gemiddelde levensstandaard wereldwijd nog steeds toeneemt en veel mensen uit de armoede weten te ontsnappen blijft de ongelijkheid nog steeds groot. Sterker nog, door de globalisering is er wereldwijde een soort race naar de bodem ontstaan, waarbij werknemers in veel landen voor een zeer laag loon moeten werken. Tegelijkertijd weten multinationals te profiteren van de globalisering, omdat ze door middel van slimme belastingconstructies relatief weinig belasting betalen.

    Kritiek

    Toch is er ook kritiek op de cijfers en conclusies van Oxfam. Marke Littlewood, directeur van het Institute of Economic Affairs, zei in een verklaring tegenover de BBC dat Oxfam meer geobsedeerd is door de rijken dan door de armen: “Hogere belastingen en het herverdelen van vermogen doet niets om de armen te helpen. Vermogen is geen vast gegeven. Rijke mensen betalen ook veel meer belasting, het verlagen van hun welvaart zal niet leiden tot herverdeling, maar een vernietiging van welvaart ten gunste van niemand.”

    Ook Sam Dumitriu van de denktank Adam Smith Institute nuanceert de bevindingen van Oxfam. Hij merkt op dat de wereldwijde ongelijkheid de afgelopen decennia juist gigantisch is afgenomen. “China, India en Vietnam hebben neoliberale hervormingen doorgevoerd die eigendomsrechten respecteren, de regeldruk verminderen en voor meer concurrentie zorgen. De armste mensen in de wereld hebben daardoor enorm veel loonsverhogingen gezien die leiden tot een meer gelijkwaardige verdeling van de rijkdom.”

    Oxfam brengt nu al vijf jaar dit soort rapporten uit om de bevolking en de politiek bewust te maken van de vermogensongelijkheid in de wereld. De rapporten zijn gebaseerd op het Global Wealth Databook van Credit Suisse en aangevuld met cijfers van Forbes.

  • Column: Nergens voor nodig

    Door: Lou Keune

    Met de feestdagen moest ik weer aan haar denken. Ivania Brooks Torres stierf in 2006, 33 jaar jong. Zij liet vijf kinderen achter waaronder een adoptief kind. Doodsoorzaak? Zij stierf aan armoede en aan ons onvermogen om dusdanige voorzieningen te treffen dat zoiets als haar is overkomen niet meer zal gebeuren.
    Ik heb Ivania nooit persoonlijk ontmoet. Wel haar kinderen en ouders, en ook anderen uit haar omgeving, met wie ik lange gesprekken heb gevoerd. Dat was in 2012. Fotograaf Piet den Blanken heeft haar wel goed gekend. Over haar heeft hij een tentoonstelling gemaakt die in veel plaatsen in Nederland en België bezoekers trok. Wij besloten over haar een boek te maken.

    ivania

    Ivania vóór en na uitbraak AIDS

    Prostitutie

    Ivania heeft heel haar leven, zeker sinds zij op 15-jarige leeftijd zwanger werd, gezocht naar mogelijkheden om te overleven. Zij woonde met haar moeder en haar stiefvader in Managua, in een achterstandswijk: veel armoede en alles wat daar mee samenhangt, geweld, tienerzwangerschappen, werkloosheid. Zij was slim en zeer energiek. Maar door een op zich niet eens zo’n grote beperking aan haar ogen, en daarnaast door een maatschappelijke omgeving waarbinnen het neoliberalisme met al haar interventies in het dagelijks leven zijn gang kon gaan, kon zij moeilijk werk vinden. Van alles heeft zij ondernomen, als naaiwerk en een winkeltje aan huis. Dat mislukte steeds weer, mede ook door haar slechte ogen. Geld om een aangepaste bril te kopen was er niet. Zij kreeg er wel eens een cadeau. Maar ja, in een huisje van zo’n 25 m2 met 5 kinderen brak gemakkelijk haar bril. Haar bleef geen andere uitweg dan de prostitutie. Zij walgde van dat werk. Zoals zij meerdere malen heeft gezegd en geschreven, kon zij niet anders, er moest eten zijn voor haar kinderen, die gingen voor alles. Zoals zoveel prostituees raakte zij besmet met AIDS.

    Kinderarbeid

    Toen zij stierf was haar oudste kind, Dorlan, 16 jaar. De vijf kinderen moesten vanaf toen voor zich zelf zorgen, voorzieningen waren er niet, de grootouders woonden ergens anders en waren ook heel arm. Dat werken waren de kinderen al gewend tijdens Ivania’s ziekte. Dorlan verzorgde gedurende de laatste maanden zijn moeder, wijkverpleging of iets wat daarop lijkt, was er niet, behalve overigens enkele buurvrouwen die meehielpen. Voor zijn zorgtaak thuis moest hij zijn werk op een metaalbedrijfje laten zitten. Oudste dochter Bielka, net zo slim als haar moeder, verdiende bij met huiswerkbegeleiding voor better-to-do kinderen. Op Ivania’s sterfdag werkte het derde kind, Pedro, 12 jaar oud, bij een aannemer buiten Managua, hij sliep op zijn werk, in een vrachtwagen. De twee andere kinderen, Margina en Samantha, waren nog te klein om geld te verdienen.

    Migratie

    De armoede zette zich voort in de kinderen. Ook bij hen kwamen al vroeg zwangerschappen. Werk is moeilijk te vinden in Nicaragua, zeker bij zo’n hoge jeugdwerkloosheid. Niet voor niets overweegt Pedro om zijn vriendin en twee kinderen tijdelijk te verlaten om te gaan werken in een ander land. Arbeidsmigratie dus, en dan uiteraard illegaal. Wat moet je anders? Overigens waren op het moment dat ik de kinderen van Ivania bezocht de sociale omstandigheden iets verbeterd. Mede dankzij geld uit Chávez’ Venezuela was er toen, in 2012, in de wijk een gezondheidspost waar jonge moeders terecht konden, en was er ook meer geld voor het onderwijs zodat Margina en Samantha zonder veel extra geldproblemen naar school konden. Inmiddels is Chávez overleden en Venezuela in grote financiële problemen, dus einde aan Chávez’ goedgeefsheid.

    Oorzaken

    Had dat niet anders gekund? Had Ivania geen ander leven kunnen krijgen? Ik denk van wel, het had eigenlijk geen groot probleem moeten zijn om haar en haar kinderen bestaanszekerheid te garanderen en verschrikkelijke keuzes als prostitutie en kinderarbeid te vermijden. Er is een al decennia oud debat over de oorzaken van de armoede in de wereld. Dat debat gaat heel wat kanten uit. Een daarvan heeft te maken met de dichotomie exogeen dan wel endogeen. Komt die armoede door oorzaken van buiten of van binnen. Ik herinner mij nog de visie van onder meer Bert Hoselitz, al heel wat decennia geleden, die het zocht in de verkeerde patroonvariabelen van veel mensen in ontwikkelingslanden, bijvoorbeeld gebrekkige ondernemingszin. David McClelland had in de jaren zestig ook zo’n toen populaire theorie. Volgens hem waren veel mensen in ontwikkelingslanden te weinig achievement oriented, prestatiegericht, dus moesten mensen daarop getraind worden. Terecht werd in die tijd door André Gunder Frank erop gewezen dat juist in die landen mensen heel veel ondernamen, bijvoorbeeld migratie en opstanden, was dat dan geen ondernemingszin? Kijk ook naar mensen als Ivania en haar kinderen die alles ondernamen en ondernemen om te kunnen bestaan. In de wat oudere literatuur worden veel oorzaken van armoede gezocht in het kolonialisme. Zie o.a. boeken van Eduardo Galeano, Pandit Nehroe, Jomo Kenyatta, en Walter Rodney (How Europe Underdeveloped Africa) waarin de nefaste invloeden van het kolonialisme werden aangetoond. Wij hebben de neiging om bij de beoordeling van allerlei ontwikkelingen in ontwikkelingslanden die periodes te vergeten. Behalve dan wanneer wij weer eens met de neus op de feiten worden gedrukt. Bijvoorbeeld naar aanleiding van de huidige stromen van vluchtelingen uit het Midden-Oosten, dan blijkt dat nog steeds de door Europese grootmachten vele jaren geleden kunstmatig getrokken landsgrenzen van grote invloed zijn op de ontwikkeling van failed nations aldaar. Op allerlei manieren zijn wij, Nederlanders, Europeanen, historisch gezien betrokken bij allerlei ontwikkelingen in de andere werelddelen. Dat zet zich nog steeds voort, bijvoorbeeld bij in het kader van ‘structurele aanpassingsprogramma’s’, aan ontwikkelingslanden opgelegde neoliberale beleidsmaatregelen als privatisering en vrijhandel. De nefaste gevolgen daarvan worden nu zelfs door aanstichters van dat beleid, het IMF en de Wereldbank, erkend.

    Mythe van de ontwikkelingshulp

    In dit verband is het relevant te wijzen op de mythe alsof ‘wij’ die landen helpen door de ontwikkelingshulp. Uiteraard zijn er van veel ontwikkelingsprojecten en programma’s positieve resultaten te noemen, als daar zijn de snelle verbetering van de gezondheid (zie bijvoorbeeld de spectaculaire daling van de kindersterfte) en het onderwijs (de enorme stijging van de graad van alfabetisme). Komt dat vooral door de internationale ontwikkelingshulp dan dat het vooral gevolg is van lokaal overheidsbeleid: veel van deze positieve ontwikkelingen vereisen nu eenmaal relatief weinig investeringen. Trouwens, is er nu echt sprake van overdrachten (al dan niet in de vorm van schenkingen, leningen en investeringen) aan ontwikkelingslanden? Al sinds jaar en dag bepleit ik oog te hebben voor wat ik de omgekeerde ontwikkelingshulp noem. Ter illustratie van dat fenomeen de volgende van Eurodad afkomstige grafiek. Die doorbreekt de illusie alsof wij netto gezien bijdragen. Interessant is ook in dit verband dat Nederland een van de populairste safe tax havens is geworden. Dat biedt vermogenden en internationale ondernemingen de mogelijkheid om maximaal belasting te ‘ontwijken’ zoals dat eufemistisch heet. Volgens Oxfam Novib verliezen ontwikkelingslanden door belastingontwijking via Nederland zo’n €460 miljoen per jaar. Zo verliest Nicaragua als gevolg van wat in de Eurodad grafiek illicit capital flight wordt genoemd (het grootste deel daarvan wordt veroorzaakt door prijsmanipulaties van internationale ondernemingen) jaarlijks ruim $300 per hoofd van de bevolking per jaar, en dat bij een per capita inkomen van iets meer dan $1.500. Stel je voor als dat geld binnen Nicaragua was gebleven, dan was de kans groter dat Ivania betere huisvesting had gehad, en een fatsoenlijke bril.

    ontwikkelingshulp-chart

    Interne oorzaken

    Dat wil uiteraard niet zeggen dat armoede alleen maar door externe oorzaken te verklaren is. Nicaragua is een voorbeeld van een land waar de binnenlandse verhoudingen lange tijd en nog steeds grote beperkingen opleggen aan de bevolking. Zie bijvoorbeeld de gevolgen van de dominantie van de Somoza kliek waaraan de Sandinisten in de jaren zeventig en tachtig een einde maakten. Zie ook, om een ander voorbeeld te noemen dat ook van belang is bij de vele tienerzwangerschappen, de streng conservatieve opvattingen over en praktijken van geboortebeperking opgelegd door het huidige Nicaraguaanse regime en de aardsbehoudende katholieke kerk.

    Vervlechting

    Met deze en andere voorbeelden wil ik maar zeggen dat wij, Nederlanders, Europeanen, op allerlei manieren betrokken zijn bij de armoede in ontwikkelingslanden. Dat geldt eens te meer nu je nauwelijks nog van nationale economieën kunt spreken. Als gevolg van de sinds de jaren zestig enorm versnelde mondialisering van de wereldeconomie is ons bestaan economisch, en ook politiek en cultureel op velerlei wijzen vervlochten met dat van mensen elders in de wereld. Mensen als Ivania en haar kinderen en kleinkinderen zijn onze medeburgers. Maar dan wel met de aantekening dat de Nederlandse bevolking mondiaal gezien behoort tot de rijkste klasse, met onze inkomens zijn wij onderdeel van de rijkste twintig procent van de wereldbevolking, net als overigens de rijken van veel ontwikkelingslanden. Ivania en haar familie en buren zijn onderdeel van de mondiale onderklasse. Alleen al daarom maar ook om vele andere redenen dragen wij medeverantwoordelijkheid voor het gebrek aan bestaanszekerheid van de Ivania’s in deze wereld. Tot die andere redenen behoort onder meer dat wij ons nog veel te weinig bekommeren om de noodzaak van structurele veranderingen en verbeteringen in de wereldeconomie. Neem het voorbeeld van de illicit capital flight, hoe lang wordt er al niet door diverse sociale bewegingen, ook in Nederland, bepleit iets te doen aan het probleem van de tax havens. Daar komt eindelijk een beetje schot in, binnen de OECD liggen er nu diverse voorstellen.

    Voorzieningen van bestaanszekerheid

    Daar komt nog iets bij. Dat is dat het eigenlijk nergens voor nodig is dat de Ivania’s van tegenwoordig dergelijke verdrietige keuzes moeten maken. De wereld heeft intussen veel ervaringen met het treffen van voorzieningen van bestaanszekerheid. Zie bijvoorbeeld de sociale zekerheid in Nederland. Daar is natuurlijk van alles op aan te merken, zeker sinds al die neoliberale bezuinigingen van de laatste decennia. Maar in de grond is bestaanszekerheid verzekerd. Dergelijke en ook andere regelingen kennen ook vele andere landen. Het hoeft zeker in technische zin geen groot probleem te zijn om iets dergelijks wereldwijd te organiseren. Daarvoor circuleren diverse ideeën en voorstellen. Tot de bekendste daarvan behoren voorstellen voor stelsels van basisinkomens. Een ander bekend voorstel is ontwikkeld door de International Labour Organisation – ILO dat voorziet in het opbouwen van vangnetten in ontwikkelingslanden. UNICEF bepleit al vele het opzetten van vangnetten voor ‘moeder en kind’. Ook daarmee zijn ervaringen opgedaan. Kortom, wat let ons? Veel argumenten tegen dergelijke voorstellen hebben te maken met nog steeds bestaande vooroordelen en opvattingen als die van Hoselitz en McCleland. Die gaan dan dikwijls vergezeld van achterhaalde opvattingen over natiestaten. Mensen als Ivania en kinderen behoren dan tot de anderen, andere samenlevingen, andere natiestaten. Wij plaatsen hen zo buiten ons. Ja, zij behoren inderdaad tot de anderen, maar dan als behorende tot onze eigen onderklassen.

    Wat kost het?

    Andere bezwaren hebben te maken met de aloude vraag: wat kost het? Mij lijkt dat best mee te vallen. Ik heb wat zitten rekenen. De Wereldbank heeft in een zeer recent rapport berekend dat als je de maatstaf van $1,90 per persoon per dag ziet als de grens van extreme armoede, dat dan zo’n 900 miljoen mensen het moeten doen met bestaansmiddelen beneden die grens. Nu vind ik deze maatstaf erg aan de lage kant. Want het leven in deze moderne samenleving, en dat geldt ook voor de meeste mensen in ontwikkelingslanden, vereist onder meer dat je toegang hebt tot de digitale wereld. Dat is een basisbehoefte geworden waar je moeilijk omheen kunt. Ook de kinderen van Ivania hebben Wifi en PC nodig. Dat wordt niet meegerekend in deze maatstaf van $1,90. Toch gebruik ik ze maar. Stel dat deze ‘extreem’ armen aanvullende inkomens en voorzieningen nodig hebben ter waarde van een derde van dat bedrag om op of boven de grens van $1,90 uit te komen. Dan kost dat wereldwijd op jaarbasis, ongeveer $210 miljard. Dat is ongeveer 0,4 % van het inkomen van de rijkste landen, ook van Nederland. Dat hoeft toch geen probleem te zijn? Wat minder groei van onze (toch al) overconsumptie en een kleine belastingverhoging, en het probleem is in principe geregeld. En daar krijg je dan ook wat voor, de drang naar kinderarbeid, prostitutie en migratie wordt stukken minder. Voor meer teksten van Lou Keune zie www.loukeune.nl of www.platformdse.org.

  • Grootste middenklasse zit in China

    Grootste middenklasse zit in China

    Volgens het nieuwste Global Wealth Report van Credit Suisse heeft China nu al een grotere middenklasse dan de Verenigde Staten. Volgens het onderzoek van de Zwitserse bank groeit de middenklasse in China dit jaar naar 109 miljoen volwassenen, terwijl dat aantal in de Verenigde Staten is blijven steken op 92 miljoen volwassenen. Tot de middenklasse worden volwassenen gerekend die tenminste twee keer modaal verdienen in het land waar ze werken.

    Middenklasse blijft groeien

    Procentueel groeide de wereldwijde middenklasse vorig jaar minder snel dan het aantal rijken, maar als we Credit Suisse mogen geloven zal de middenklasse in absolute zin nog jaren blijven groeien. En het zijn de Aziatische landen die het grootste deel van deze groei voor hun rekening zullen nemen, zo verklaarde Tidjane Thiam van Credit Suisse. "Het gevolg van deze verschuiving is een verandering van het wereldwijde consumptiepatroon. Ook gaan we verandering zien in de samenleving, omdat de middenklasse historisch gezien een bron is van stabiliteit en welvaart", zo voegde hij eraan toe. Volgens Thiam is de meeste welvaart in de wereld nog steeds geconcentreerd in de Verenigde Staten en Europa. Desondanks is de welvaartsgroei in de opkomende markten indrukwekkend te noemen. "Denk bijvoorbeeld aan de vervijfvoudiging van de welvaart in China sinds het begin van deze eeuw". China vertegenwoordigt een vijfde deel van de wereldbevolking, maar slechts 10% van de welvaart in de wereld. In dat opzicht kan China nog grote stappen zetten.

    China wil armoede bestrijden

    De Chinese regering formuleerde eerder deze week de ambitieuze doelstelling om de komende zes jaar een einde te maken aan de armoede in hun land. Maar liefst 70 miljoen Chinezen moeten de komende zes jaar boven de armoedegrens getild worden. Dit zijn mensen die volgens het Chinese bureau voor de statistiek jaarlijks minder dan 2.300 yuan verdienen. In 2014 stegen 12,3 miljoen Chinezen boven de armoedegrens uit. In 2011 waren dat er 43,3 miljoen. Lees ook: ChinaConsumers

    Chinese middenklasse is de grootste ter wereld

  • Armoede in Verenigd Koninkrijk sterk toegenomen

    Het aantal Britse huishoudens dat onder de minimumgrens leeft is in dertig jaar tijd verdubbeld, zo schrijft de Guardian op basis van een studie naar armoede in het Verenigd Koninkrijk. Volgens het onderzoek heeft één op de drie huishoudens niet altijd voldoende geld voor basisbehoeften als voeding, kleding, verwarming en verzekering. In een soortgelijk onderzoek dat begin jaren tachtig werd uitgevoerd was dat nog maar 14% van de huishoudens.

    Uit het onderzoek, dat nu al geprezen wordt als het meest gedetailleerde onderzoek naar armoede in het Verenigd Koninkrijk, zou blijken dat bijna 18 miljoen Britten in slechte woonomstandigheden leven en dat 12 miljoen van hen zelfs te arm zijn om deel te nemen aan sociale activiteiten. Vier miljoen Britten zou niet voldoende inkomen hebben om een gezond eetpatroon te kunnen volgen. Ongeveer 21% van de huishoudens loopt achter met het betalen van rekeningen, een sterke stijging ten opzichte van de 14% eind jaren ’90.

    Geen economisch herstel

    Uit het onderzoek, dat werd uitgevoerd door het Poverty and Social Exclusion project (PSE), blijkt dat ook huishoudens die wel een inkomen hebben in de problemen kunnen komen. Het onderzoek is koren op de molen voor de Britse oppositiepartijen, die beweren dat het goede nieuws over de Britse economie weinig betekent voor de levensstandaard van veel mensen.

    Inkomensongelijkheid

    Professor David Gordon van het Townsend Centre for International Poverty Research aan de Universiteit van Bristol zegt tegenover de Guardian geschokt te zijn over de uitkomsten van het onderzoek. "Begin jaren '80 gingen we er nog van uit dat het leven alleen maar beter zou worden. Voor velen was dat ook zo, maar voor velen ook niet. Dit hoogwaardige wetenschappelijke onderzoek laat zien dat armoede toeneemt. De kloof tussen rijk en arm wordt steeds groter."

    engelse-ponden

    Steeds meer Britten leven in armoede (Afbeelding van Reuters)

  • Kevin O’Leary: “3,5 miljard mensen in armoede is fantastisch nieuws”

    Volgens investeerder en zakenman Kevin O’Leary is het fantastisch nieuws dat er 3,5 miljard mensen in armoede leven: “Ze halen inspiratie uit de top 1% van rijkste mensen en zullen hard werken om de top te bereiken.”

    “Het is fantastisch nieuws dat er zoveel mensen in armoede leven”

  • Armoede in de Verenigde Staten in kaart gebracht

    De volgende kaart van de New York Times laat per regio het percentage huishoudens zien dat onder de armoedegrens leeft. Om u een idee te geven hoe hoog de armoedegrens ligt: In 2012 lag de grens voor een huishouden met twee volwassenen en twee kinderen op $23.283. Voor een alleenstaande onder de 65 jaar lag het minimuminkomen op $11.945 per jaar. U ziet dat er per gebied grote verschillen zijn in het percentage huishoudens dat beneden de armoedegrens leeft. In de meest extreme gevallen leeft de helft of meer beneden de armoedegrens. In de meest welvarende gebieden leeft vijf tot tien procent van de huishoudens onder de armoedegrens.





    De grootste concentratie vinden we in steden als Los Angeles, Chicago, New York, Houston en Miami. Klik op onderstaande afbeelding om de interactieve kaart te bekijken op de website van de New York Times.

    Armoede in de Verenigde Staten

    Armoede in de Verenigde Staten (Bron: NY Times)

  • Vermogen Nederlandse huishoudens 40% lager dan 2008

    Het vermogen van Nederlandse huishoudens is de afgelopen jaren sterk afgenomen. Rapporteerde het CBS in 2008 nog een doorsnee vermogen van €47.000 per huishouden, in 2012 was dat nog maar €27.000. Dat is een daling van meer dan 40% in vier jaar tijd! Het verdampte vermogen komt voor een groot deel voor rekening van de dalende huizenprijzen, omdat de eigen woning met afstand de grootste bezitting is van de meeste huishoudens. De prijs van een gemiddelde woning zakte in deze periode van €256.000 naar €231.000, een waardedaling waar bijna niet tegenop te sparen valt… De prijsdaling treft het vermogen van 57% van de huishoudens, want dat is het percentage dat een eigen woning heeft.

    Veel vermogen Nederlandse huishoudens verdampt

    Negatief vermogen

    Vergeleken met 2008 is het aantal huishoudens met een negatief vermogen sterk toegenomen, zo schrijft het CBS vandaag. Men spreekt van een negatief vermogen als de schulden van een huishouden groter zijn dan de bezittingen. Begin 2012 waren er in Nederland maar liefst 830.000 huishoudens met een netto schuld, bijna 2,5 keer zo veel als in 2008. Bijna een kwart van de huishoudens staat er niet veel beter voor met een netto vermogenspositie van €0 tot €5.000 euro. Ook deze groep is sinds 2008 gegroeid.

    Aan de bovenkant van de markt is ook een daling van het vermogen te zien. Het aantal huishoudens met meer dan €100.000 aan bezittingen was in 2012 lager dan in 2008. Vooral de categorie huishoudens met een netto vermogen van €200.000 tot €500.000 liet een sterke krimp zien. Dit zijn waarschijnlijk huishoudens die veel overwaarde op de eigen woning zagen verdampen. Het aantal huishoudens met meer dan €1 miljoen bleef de afgelopen jaren relatief stabiel, in 2012 waren dat er 154.000.

    Aantal huishoudens met negatief vermogen is meer dan verdubbeld sinds 2008




    Inkomensongelijkheid

    Door de crisis lijkt ook de inkomensongelijkheid toe te nemen. Het CBS schrijft dat 30% van al het vermogen in handen is van de top 10% huishoudens met het hoogste inkomen. Hun doorsnee vermogen was begin 2012 ongeveer €220.000. De volgende 10% van de huishoudens (gerangschikt naar inkomen) deed het met een gemiddeld vermogen van €121.000 beduidend minder. De 10% huishoudens met het laagste inkomen heeft een doorsnee vermogen van €1.500. Binnen deze groep zijn er veel uitschieters, want het vermogen van deze groep is ongeveer 10% van het totaal.

    We moeten er rekening mee houden dat er een groot verschil kan zitten tussen inkomen en vermogen. Neem bijvoorbeeld een huishouden met twee inkomens, die toevallig op het hoogtepunt van de huizenmarkt een zeer hoge hypotheekschuld hebben opgenomen. Een dergelijk huishouden kan nog steeds een zeer hoog inkomen hebben, terwijl hun vermogen negatief is doordat de waarde van hun woning sneller omlaag ging dan de hypotheekschuld.

  • Grafiek: Productiviteit versus inkomen

    De volgende grafiek laat zien dat het minimale inkomen (na correctie voor inflatie) al sinds 1980 sterker is achtergebleven bij de productiviteit van de Amerikaanse beroepsbevolking. De gemiddelde productiviteit ligt vandaag de dag ongeveer drie keer zo hoog als in 1970, terwijl het minimuminkomen aanvankelijk alleen maar verder omlaag is gegaan. De grafiek suggereert dat de lagere inkomens de afgelopen decennia relatief weinig geprofiteerd hebben van deze ontwikkeling. Ligt in deze grafiek de verklaring besloten voor massale gebruik van voedselbonnen in de Verenigde Staten? En waren de hogere looneisen door werknemers van de Amerikaanse fastfood restaurants ook het gevolg van de dalende reële minimuminkomens?

    De grafiek is afkomstig uit het rapport ‘The Next Social Contract‘ van de New America Foundation. We kwamen de grafiek tegen op de twitter van Arne Verbeke (@sjoofer) en kwamen zodoende bij dit rapport uit.

    Productiviteit versus minimuminkomen in de VS

    Productiviteit versus minimuminkomen in de VS (Bron: New America Foundation)

  • Steeds meer armoede onder werkende Britten

    Steeds meer Britten merken de gevolgen van de economische crisis, zo blijkt uit een rapport van de denktank New Economics Foundation (NEF). Meer dan vijf miljoen Britten doen laagbetaald werk en ook zijn er steeds meer mensen in de publieke sector die moeite hebben om financieel rond te komen. Naar verhouding merken vooral vrouwen en parttime werknemers de negatieve gevolgen van de crisis, omdat het inkomen vaak achter blijft bij de stijgende kosten van levensonderhoud.

    “Werknemers met lage inkomens en gemiddelde inkomens maken nu de grootste daling in levensstandaard mee sinds het midden van de 19e eeuw, toen er voor het eerst betrouwbare cijfers werden bijgehouden”, zo lezen we in het rapport. Het NEF heeft berekend dat er in Groot-Brittannië een miljoen laagbetaalde banen zijn in de publieke sector, een verdubbeling ten opzichte van de vorige schatting. Vooral in de gezondheidszorg en in het onderwijs zijn er steeds meer laagbetaalde banen bij gekomen. In de private sector leveren banen als ober, serveerster, winkelbediende en cassiere ook steeds minder geld op.

    Volgens de denktank gaan de lagere inkomens er steevast op achteruit, omdat hun inkomen niet of nauwelijks mee stijgt met de inflatie. Daardoor neemt de koopkracht met het jaar verder af. De officiële werkloosheid is sinds begin 2012 weliswaar een beetje gezakt, maar veel van de nieuwe banen leveren maar een klein inkomen op. Inmiddels heeft één op de vier mensen werkzaam bij de lokale overheid een laag inkomen, dat geclassificeerd wordt als minder dan 60% van het gemiddelde landelijke inkomen. Dat inkomen is equivalent aan £7,47 per uur of £13.600 per jaar. "Tot op heden werd aangenomen dat slechts een kleine groep mensen in de publieke sector een laag inkomen had, maar nu steeds meer taken worden uitbesteed blijkt het 'probleem' veel groter te zijn", zo verklaart Helen Kersley van NEF. Er zijn meer dan een half miljoen Britten die voor minder dan die £7,47 per uur werken in sectoren als de gezondheidszorg en het onderwijs. Het outsourcen is lucratief voor de overheid, want de werknemers die in de zorgsector werken en die ingehuurd worden krijgen een salaris van £6,44 tot £7,38 per uur, veel minder dan de £9 tot £11 voor iemand die rechtstreeks voor de overheid werkt en hetzelfde werk doet. Bron: Independent

    Steeds meer armoede onder werkende Britten

    Steeds meer armoede onder werkende Britten

  • Hoe is de welvaart op aarde verdeeld?

    Hoe is de welvaart op aarde verdeeld?

    De volgende piramide illustreert hoe het wereldwijde vermogen in opgebouwd. De hoogte van iedere laag correspondeert met het aantal mensen dat in de betreffende vermogensgroep valt. Rechts naast de grafiek staat de totale waarde van iedere groep, gemeten in Amerikaanse dollars. U ziet dat slechts 0,7% van de volwassen bevolking in de wereld beschikking heeft over 41% van al het vermogen in de wereld, terwijl een overgrote meerderheid van 68,7% slechts 3% van alle welvaart in de wereld moet delen.

    Bron: Marketwatch

    Welvaartsverdeling op aarde

    Welvaartsverdeling op aarde (klik voor een grotere versie)

  • De Amerikaanse voedselbonnen economie

    In de Verenigde Staten zijn voedselbonnen uitgegroeid van een noodvoorziening voor de allerarmsten tot een soort aanvullende uitkering voor ongeveer 48 miljoen Amerikanen. Mensen krijgen een creditcard waarmee ze maandelijks een bepaald bedrag aan eten kunnen kopen. Dat de kosten van dit programma explosief gestegen zijn blijkt uit onderstaande grafiek. Maar net zo interessant is deze micro-doc van Future Money Trends!

    Kosten van het voedselbonnenprogramma (SNAP):

    Totale kosten voedselbonnen VSTotale kosten voedselbonnen VS