Tag: azie

  • Premie op goudbaren bereikt records in Azië

    De premies op goud blijven stijgen in de Aziatische markt, omdat er op de lokale markt een tekort is aan fysieke goudbaren en munten die beleggers kunnen kopen. In Hong Kong betaalt men inmiddels een premie van $5 per troy ounce bovenop de spotprijs, een premie die volgens Reuters opgedreven wordt door een krap aanbod en een sterke vraag vanuit China. Vorige week was de premie op goudbaren in deze regio nog $3 per troy ounce.

    “We hebben echt niet genoeg goud om de Chinese markt te voorzien. Ik hoorde dat een aanbieder in Hong Kong nu al $6 premie vraagt. Dit is bizar”, zo vertelde een handelaar tegenover de pers. Afgelopen woensdag zakte de goudprijs verder weg. Het is de langste reeks van dalende prijzen sinds januari 2011. Ondertussen stegen de premies in Singapore naar $3,50 per troy ounce.

    De meest recente prijsdaling heeft in vijf handelsdagen nog eens $80 van de goudprijs gehaald. Deze daling ontketende opnieuw extra vraag vanuit China. Ook in Tokyo begint de premie op goud te stijgen. Een handelaar uit Tokyo legt uit: “De premies in Hong Kong zijn erg hoog, dus proberen handelaren in Japan goud te exporteren naar Hong Kong. Daarom stijgen momenteel ook hier de premies. De interesse voor goud is redelijk laag bij het Japanse publiek.”

    De Chinese goudimport zal naar verwachting zeer groot blijven, nadat er in maart al een recordhoeveelheid van 223,5 ton goud werd ingevoerd. Dat was een verdubbeling ten opzichte van een jaar geleden, maar ook een ruime verdubbeling ten opzichte van de maand ervoor.

    “De levering van goud heeft vertraging opgelopen. Het punt is dat kilobaren niet zo makkelijk meer te vinden zijn. Het lijkt erop dat het meer tijd kost om ze te maken”, aldus goudhandelaar Ronald Leung uit Hong Kong. “Er is ook niet veel sloopgoud meer op dit prijsniveau”.

    Bron Suchecki, analist bij de Australische Perth Mint, schreef onlangs nog dat er wekelijks vele duizenden goudbaren van een kilogram geëxporteerd worden richting de Aziatische markt en dat de Perth Mint daar als leveranciers nog steeds vrij weinig marge op weet te maken.

    Vietnam

    Ook in Vietnam zijn de premies op goud sterk gestegen na de prijsdaling van april, tot wel 20% bij de Saigon Jewellery Company. Daaa zakte de premie weer wat terug, maar door de verdere prijsdlaing is die opnieuw sterk opgelopen. Antal Fekete maakte er de volgende grafiek van.

    Premie op goudbaren

    Premie op een zuivere goudbaar van 1 tael (37,8 gram) in Vietnam

    Premies in Duitsland

    Op de Europese markt zijn de premies ook wat opgelopen, zo concludeerde Marketupdate op basis van eigen onderzoek naar de Duitse goudmarkt. Sindsdien zijn de premies op de gouden munten als de Krugerrand en de Maple Leaf nog iets verder gestegen, tot respectievelijk 4,1 en 2,86 procent op het moment van schrijven. De premie op goudbaren van 1 kilogram fluctueert op dagelijkse basis bij onze Oostenburen, maar staat nog steeds op een verhoogd niveau. Afgelopen woensdag was de premie op een baar van 1 kilogram zuiver goud bij de goedkoopste aanbieder in Duitsland 0,92% boven de spotprijs.

    Ten opzichte van de Aziatische markt betalen we hier in Europa beduidend meer premie op fysiek goud. Spreekt men in Azië van records van $6 per troy ounce voor een goudbaar, in Duitsland schommelde de premie voor een 1 kilogram goudbaar tussen de €8 en €10 per troy ounce. Dat is bijna het dubbele van de premie die Aziaten gewend zijn te betalen. De premie op kleinere goudbaren is doorgaans nog iets hoger dan dat.

    Premie op goudbaren

    Een geactualiseerde versie van de grafiek die Marketupdate vorige week publiceerde

    World Gold Council

    Gisteren maakte de World Gold Council cijfers bekend over de goudmarkt in het eerste kwartaal van 2013. Hieruit bleek dat de vraag naar gouden juwelen was toegenomen, maar dat er ook meer goudbaren en gouden munten gekocht werden dan in het laatste kwartaal van vorig jaar. Tegelijkertijd liep de vraag naar ‘papiergoud’ in de vorm van ETF’s sterk terug. In China was de vraag naar goudbaren en gouden munten in de eerste drie maanden van dit jaar in totaal 109,5 ton. Dat was het beste eerste kwartaal ooit, geholpen door de timing van het Chinese Nieuwjaar en de daling van de goudprijs.

  • Beleggers duiken ook op Afrikaanse en Aziatische obligaties

    De populariteit van obligaties beperkt zich niet alleen tot de Westerse wereld. Ook in Afrikaanse en Aziatische landen zien we de rente op leningen dalen, deels door een instroom van buitenlands geld. Het goedkope geld maakt het voor opkomende economieën aantrekkelijk om te lenen, maar schuilt daar niet een gevaar in? We hebben in Europa al gezien dat landen als Italië en Griekenland zich diep in de schulden staken, vanwege het simpele feit dat ze zo goedkoop konden lenen op de goede reputatie van de sterkere landen.

    Europa

    In Europa is de rust op de markt voor staatsobligaties ook weer teruggekeerd. Geholpen door de extreem lage rente van de ECB en het LTRO programma kunnen banken nu met meer zekerheid staatsobligaties opkopen. De centrale bank versoepelde de eisen aan het onderpand, waardoor banken weer meer staatsobligaties kochten. Vooral de Italiaanse bankensector heeft de laatste tijd veel schuldpapier van de eigen regering gekocht. In Spanje heeft het pensioenfonds voor ambtenaren haar beleggingsportefeuille gevuld met Spaanse staatsleningen.

    De volgende grafiek laat de ontwikkeling van de Spaanse, Portugese, Italiaanse en Griekse rente zien voor 10-jaars leningen over de afgelopen twaalf maanden. Hierop is goed te zien hoe de rente met meer dan 25 basispunten zakte in Spanje en Italië en zelfs meer dan 50 basispunten in Portugal en Griekenland. Op het moment van schrijven is de 10-jaars rente voor Spanje 4,34%, voor Italië 4,01%, voor Portugal 5,37% en voor Griekenland 8,78%. Dat zijn percentages die we al lang niet meer gezien hebben.

    Verenigde Staten

    Amerikaanse beleggers zoeken ook naar alteatieve beleggingen en lijken die gevonden te hebben in de meer risicovolle bedrijfsobligaties. De zogeheten ‘junk bonds’, bedrijfsobligaties met een B, BB of CCC beoordeling, zijn sinds 2009 ook steeds populairder geworden. De index van dergelijke obligaties met een B of BB status zakte onlangs weer onder de 5%. Op het dieptepunt van begin 2009 vroegen beleggers voor hetzelfde type schuldpapier nog een rentevergoeding van 15 tot 20 procent.

    De lage rente van de Federal Reserve begint ook steeds meer door te werken op bedrijfsobligaties. Reuters spreekt van een uitzonderlijk grote vraag onder beleggers. Volgens Michael Collins van Prudential Financial zijn beleggers wanhopig op zoek naar rendement en stroomt er momenteel veel geld in de markt. De Federal Reserve heeft hier ook een belangrijk aandeel in gehad, door via diverse QE-programma’s tientallen miljarden dollars aan langlopend schuldpapier zoals Treasuries en hypotheekleningen uit de markt te halen. Aan hoogwaardige bedrijfsobligaties valt ook niet veel meer te verdienen. De Barclays Investment Grade Credit Index geeft een rendement van 1,63%. Onderstaande grafiek laat zien hoe de rente op zogeheten ‘junk bonds’ gezakt is na de piek van begin 2009.

    Afrika

    Het IMF benadrukte vorige week al dat Afrikaanse landen beneden de Sahara goed na moeten denken over het uitschrijven van nieuwe leningen. Nu kunnen deze landen nog zeer goedkoop geld ophalen op de financiële markten. Volgens het IMF loert daarin het gevaar van een mogelijk “excessieve fiscale expansie en een publieke schuld die de de macro-economische stabiliteit kan aantasten”.

    Afrikaanse landen ten zuiden van de Sahara hebben de laatste tijd een recordhoeveelheid obligaties uitgegeven, schuldpapier dat vooral door buitenlandse beleggers gekocht werd. De rente op dergelijke staatsobligaties is door de grote belangstelling van buitenlandse beleggers behoorlijk gezakt. De nieuwssite Quartz wijst ons op de Barclays Emerging Markets Africa sovereign bond index, een mandje van staatsobligaties van verschillende Afrikaanse landen. Deze index weerspiegelt de gemiddelde rente waartegen Afrikaanse landen geld kunnen ophalen. Deze rente bereikte in 2008 nog een piek van meer dan 10%, maar heeft sindsdien een langer durende dalende trend voortgezet.

    Vandaag de dag staat de rente van deze index op slechts 3,93%, het laagste niveau dat ooit gemeten is. Quartz schrijft dat Zambia in september 2012 nog $750 miljoen ophaalde middels 10-jaars obligaties, waarover het land een rente moet betalen van 5,625%. Voor de duidelijkheid: dat is minder dan waarvoor de Spaanse regering destijds geld kon lenen. Opmerkelijk, want volgens Quartz werd er in 2006 nog schulden van Zambia kwijtgescholden.

    Beleggers zoeken naar rendement en nemen blijkbaar genoegen met obligaties van landen die enig perspectief van groei hebben. Het IMF waarschuwde dat de beschikbaarheid van goedkoop geld niet eeuwig kan blijven voortduren. “De zwakke fiscale instituties, de weinig efficiënte overheidsbestedingen en bestuurlijke problemen” kunnen volgens het IMF problemen veroorzaken als blijkt dat de investeringen die gedaan zijn met geleend geld niet genoeg opbrengsten genereren.

    Azië

    In Zuid-Oost Azië maken bedrijven ook van de gelegenheid gebruik om goedkoop geld te lenen. De markt van bedrijfsobligaties groeide het hardst in landen als Singapore, Thailand en Zuid-Korea (zie grafiek). Veel Aziatische bedrijven lenen geld in de lokale valuta, waardoor ze geen valutarisico hebben. Toch zagen we het afgelopen jaar dat er ook meer obligaties in vreemde valuta werden uitgegeven (zie grafiek).

    De website Quartz verwijst naar een rapport van Morgan Stanley, waarin staat dat Aziaten steeds minder geld op een bankrekening parkeren. Voor lokale banken heeft dat tot gevolg dat ze minder geld kunnen uitlenen. Deze ‘funding gap’ wordt opgevuld door uitgifte van bedrijfsobligaties, die gekocht worden door lokale en buitenlandse beleggers. Net als in Afrika zit er ook in de Aziatische markt veel geld van buitenlandse beleggers.

    Volgens Freya Beamish van Lombard Street Research kan de snelle groei van de Aziatische obligatiemarkt voor een belangrijk gedeelte worden toegeschreven aan buitenlandse beleggers. “Dat is op zichzelf niet slecht, maar als de instroom van kapitaal gedreven is door overvloedige wereldwijde liquiditeit kan dat een opwaartse druk geven op de waarde van de lokale valuta”, zo licht Beamish toe.

    Conclusie

    De wereldwijde vlucht naar rendement illustreert hoe centrale banken de financiële markt verstoortd hebben met hun monetaire beleid. De rente is extreem laag, de Federal Reserve creëert een kunstmatige schaarste door maandelijks tientallen miljarden aan langlopende leningen op te kopen en de ECB heeft met haar LTRO programma een impuls gegeven aan de Europese markt voor staatsleningen. De overvloed aan liquiditeit wordt door de lage rente en door het toenemende risico op verlies van geld (zie het voorbeeld van Cyprus) bij een bank losgeweekt van spaarrekeningen. Het geld jaagt op rendement en gaat via vermogensbeheerders en grote beleggingsfondsen de hele wereld over. Het effect werkt zelfs door in Afrika en Azië, waar overheden en bedrijven opeens ook veel goedkoper kunnen lenen.

  • Rusland rondt tweede fase oliepijpleiding naar Azië af

    Zodra de ESPO (East Siberia – Pacific Ocean) oliepijpleiding gereed is kan er veel meer olie getransporteerd worden van de Siberische olievelden richting de Aziatische markt. Sinds 2009 wordt de olie vanuit Siberie over het spoor getransporteerd richting de Kozmino haven aan de Oostzee, waaa het per schip verder getransporteerd wordt richting landen als Japan en China. De spoorlijn waar de ruwe olie nu nog over vervoerd wordt heeft een capaciteit van 15 miljoen ton per jaar, met de nieuwe oliepijpleiding zal die capaciteit toenemen tot 50 miljoen ton per jaar.

    80 miljoen ton olie

    Ondertussen levert de bestaande Skovorodino-Mokhe oliepijpleiding al 15 miljoen ton ruwe olie per jaar richting China. De totale export van Russische olie richting de Zuid-Oost Aziatische regio zal na voltooiing van de ESPO oliepijpleiding een omvang hebben van 80 miljoen ton per jaar. Volgens Vladimir Feigin van het Russische Instituut van Energie en Financiën zou de Siberische olie met dit exportvolume een referentiepunt moeten zijn naast de Amerikaanse WTI olie en de Europese Brent olie.

    Feigin zei het volgende over de toenemende export van ruwe olie: “Tachtig miljoen ton ruwe olie is een zeer groot volume dat Rusland kan distribueren via verschillende oliepijpleidingen. Rusland exporteert al een groot volume van ruwe olie naar regionale klanten, waaruit een nieuwe olieprijs tot stand is gekomen die men ESTO noemt. Kopers van deze olie hebben opgemerkt dat de kwaliteit ervan beter is dan die van de olie uit het Oeral gebied. Het is schoner, lichter en bevat minder sulfaat. Omdat het volume van olie-export blijft toenemen wordt ook de kans groter dat de ESTO olie een nieuw wereldwijd referentiepunt wordt voor de olieprijs.”

    De groeiende vraag naar olie vanuit China en andere Aziatische landen in de komende jaren vraagt om een nieuwe olieprijs die de dynamiek in de regionale markt kan weerspiegelen. De ESTO olie wordt geproduceerd in het Aziatische gedeelte van Rusland en wordt primair verkocht aan Aziatische economieen. Om die reden kan de ESTO olie volgens Rusland fungeren als de Aziatische tegenhanger van WTI en Brent olie.

    Stabiliteit

    Volgens de Voice of Russia is het duidelijk dat het economische zwaartepunt richting Azie aan het verschuiven is. Rusland voorziet de regio daarbij van energie die noodzakelijk is voor de groeiende vraag. De verschuiving van de globale oliemarkt richting Azie garandeert volgens de Voice of Russia een stabiele aanvoer en beschermt de wereldwijde oliemarkt van drastische stijgingen in de olieprijs die veroorzaakt kunnen worden door wereldwijde economische en politieke crises.

    Nieuwe ESPO oliepijpleiding kan transportcapaciteit ruwe olie richting Azie flink uitbreiden (Bron: Voice of Russia)