Tag: begroting

  • Groeivertraging Italië toont aan dat risico’s eurozone volop aanwezig zijn

    Deze analyse is geschreven door Bart Hordijk, valuta-analist bij Monex Europe

    De Italiaanse groeiverwachting voor 2019 die deze week door de Italianen zelf naar beneden werd bijgesteld, illustreert eens te meer dat risico’s voor de euro(zone) uit vele hoeken kunnen komen. De Italianen stelden hun groeiverwachting bij naar 0,1% voor 2019, flink lager dan de 1,0% die in het najaar nog verwacht werd.

    Dit betekent dat het begrotingstekort niet op de geplande 2,04% gaat uitkomen, maar waarschijnlijk eerder rond de 2,5%. Dit kan, zeker als de Italianen in het najaar hun budget voor 2020 door de Europese Commissie goedgekeurd moeten krijgen, gaan leiden tot nieuwe spanningen op de markten voor Italiaanse staatsschulden, die op hun beurt snel kunnen overslaan op de euro (zie onderstaande grafiek).

    Macro-economische risico’s nemen toe

    Eerder werd al waargenomen dat macro-economische risico’s zich opstapelen in de eurozone, wat bijvoorbeeld goed te zien was in de Duitse fabrieksorders die hun laagste punt bereikten sinds de financiële crisis. Daar komen de Italiaanse risico’s nog bovenop. Deze vormen een combinatie van een politiek en een economisch risico, aangezien de keuzes van de huidige regering als onverstandig worden gezien door markten, wat wordt versterkt nu de groei in Europa lijkt te zijn vertraagd.

    Ook is het een reëel risico dat de regering van President Trump achter de Europeanen aan komt wanneer hij klaar is met de handelsoorlog met China. Dit is iets waar dinsdag al een voorproefje van werd geserveerd toen de Amerikaanse regering aankondigde importheffingen ter waarde van $11 miljard te overwegen op Europese goederen naar aanleiding van de EU-subsidies voor het Europese Airbus. Dit werd onlangs als illegaal geclassificeerd door de WTO.

    Uitstel Brexit

    Tenslotte lijkt ook de Brexit af te stevenen op een lange extensie, wat ervoor zorgt dat de onzekerheid in het Verenigd Koninkrijk blijft voortduren, dat ook zo zijn weerslag heeft op de economieën van landen die veel met de Britten handelen, zoals Nederland, Duitsland en Ierland.

    Zelfs als de macro-economische condities in de eurozone verbeteren, dan zijn er nog genoeg scenario’s te bedenken waarbij de euro afzwakt. Deze breed verspreide risico’s zijn reden om het komende halfjaar terughoudend te zijn met het innemen van longposities in de euro tegenover bijvoorbeeld de Amerikaanse dollar.

    Markten prijzen het renteverschil tussen de Italiaanse en de Duitse 10-jarige staatsobligaties momenteel redelijk laag in. Hier kan komende maanden gemakkelijk verandering in komen, wat net als in het najaar 2018 zal wegen op de euro.

    Disclaimer: Marketupdate geeft geen beleggingsadvies en dit artikel moet dan ook niet als zodanig gelezen worden. Beleggen brengt risico met zich mee en resultaten uit het verleden bieden geen garantie voor de toekomst.

  • Europese Commissie keurt begroting Italië af

    De Europese Commissie heeft de Italiaanse begroting afgekeurd, zo verklaarde een Europese beleidsmaker tegenover Bloomberg. Daarmee speelt Europa de bal terug naar de Italiaanse regering, want die moeten nu een nieuwe begroting indienen waarin het tekort lager uitvalt. Als gevolg van dit besluit steeg de rente op Italiaanse staatsobligaties met een looptijd van tien jaar naar meer dan 3,5%. De beurzen in Europa staan al de hele dag in de min, terwijl ook de beurzen in de Verenigde Staten vandaag flink lager openden.

    Vorige week kreeg de Italiaanse regering al een afwaardering van kredietbeoordelaar Moody’s te verwerken. Het land heeft een staatsschuld van meer dan 130% van het bbp en komt daarmee na Griekenland op de tweede plaats van landen met de hoogste publieke schuldquote. Beleggers waren dan ook negatief verrast toen de Italiaanse regering haar plannen bekendmaakte om het begrotingstekort volgend jaar op te laten lopen tot 2,4%. Voor kredietbeoordelaar Moody’s heeft de regering van Italië, een van de grootste economieën van de Europese Unie, nu een kredietscore die slechts één stap verwijderd is van de gevreesde junk status.

    Italië moet nieuwe begroting maken

    De Italiaanse regering heeft nu drie weken de tijd om een nieuwe begroting in te dienen. Dat zal niet gemakkelijk zijn, omdat de regering het tekort moet verkleinen en dus meer concessies moet doen naar de kiezers. Het is een interessante ontwikkeling, omdat het sinds het uitbreken van de Europese schuldencrisis niet is voorgekomen dat een land zo hard de confrontatie aanging met de Europese begrotingsregels.

    Overheden proberen een confrontatie te vermijden om te voorkomen dat er onrust ontstaat op de financiële markten. De nieuwe Italiaanse regering is echter bereid het spel hard te spelen en zal nu met een nieuw voorstel moeten komen om zowel de obligatiemarkt als de kiezer te overtuigen.

    Italiaanse rente verder omhoog na afwijzing begroting (Bron: Bloomberg)

    Volg Marketupdate nu ook via Telegram

  • Europese valuta lijden onder afwijzing begrotingsvoorstel Italië

    De Europese Commissie heeft duidelijk gemaakt dat zij niet tevreden is met het begrotingsvoorstel van de populistische Italiaanse regering. Brussel dreigt hierdoor op ramkoers met Rome te raken, wat het negatieve sentiment rond de euro vergroot. Ook het Britse pond had te lijden: de zwakke cijfers zorgden ervoor dat de markten hun verwachtingen over de aanscherping van het beleid door de Bank of England opnieuw in de tijd opschoven. De euro en het pond trokken alle andere Europese valuta omlaag ten opzichte van de Amerikaanse dollar, terwijl de dollar binnen de G10 alleen tegenover de Australische en de Nieuw-Zeelandse dollars terrein verloor.

    Volgende week staat de oktoberbijeenkomst van de ECB centraal. Deze vindt donderdag plaats. Daarnaast zullen de bijeenkomsten van de Bank of Canada, de Riksbank en de Norges Bank bepalend zijn voor de betreffende munten. In de VS zullen de eerste schattingen van het bbp van het derde kwartaal, die vrijdag verschijnen, het belangrijkste macro-economische nieuws zijn. Hieronder de belangrijkste valuta in detail.

    Euro

    Door de sell-off van Italiaanse staatsobligaties blijft de gemeenschappelijke munt het moeilijk hebben. Het conflict tussen Brussel en de rechts-populistische Italiaanse regering lijkt nog niet dichter bij een oplossing te zijn. De Europese Commissie lijkt steeds serieuzer te overwegen om een procedure bij buitensporige tekorten tegen Italië te starten.

    Wij verwachten dat de belangrijkste bespreekpunten op de komende bijeenkomst van de ECB met de Italiaanse begroting te maken zullen hebben, en met het feit dat de Europese kerninflatie maar niet boven het niveau van 1,0% wil komen. Zolang de laatste geen duidelijke opwaartse trend laat zien, is het nauwelijks voorstelbaar dat de rente in de eurozone zal gaan stijgen.

    Britse pond

    Er staan geen belangrijke macro-economische of politieke publicaties op de agenda. Dit betekent dat de koers van het pond vooral zal reageren op nieuws en geruchten over de Brexit-onderhandelingen. Nu in de afgelopen dagen geen vooruitgang is geboekt, zal de EU-bijeenkomst van november waarschijnlijk naar december uitgesteld worden. De spanningen op de valutamarkten zijn hierdoor iets verminderd. De cross rate GBP/EUR reageert goed op deze negativiteit, wat erop duidt dat de markten steeds sterker verwachten dat de overgangsperiode zal worden verlengd en er geen harde Brexit zal komen.

    Amerikaanse dollar

    De cijfers van de detailhandelsverkopen waren wat zwakjes, maar ze werden overschaduwd door de sterke arbeidsmarktgegevens. Het aantal openstaande vacatures steeg naar een nieuwe recordhoogte en overtrof de verwachtingen met gemak. De notulen van de afgelopen bijeenkomst van de Federal Reserve waren nogal hawkish. Ze wijzen erop dat de druk van Trump de leden van de Fed koud laat: ze zullen de rente geleidelijk blijven verhogen. Bij de schattingen van het bbp voor het derde kwartaal, die vrijdag verschijnen, is het vooral interessant om te bekijken wat deze voor het Amerikaanse handelstekort betekenen en welk blijvend effect de fiscale stimuleringsmaatregelen hebben.

    Door: Enrique Díaz-Álvarez (Ebury)

    Enrique Diaz-Alvarez is chief risk officer en staat aan het hoofd van het analistenteam van Ebury in New York. Vanwege zijn gedrevenheid, passie en gedegen kennis, wordt Enrique door Bloomberg erkend als een van de meest accurate voorspellers van de marktbewegingen.

    Over Ebury:

    Ebury maakt internationale markten toegankelijker met valutadiensten op maat en flexibel handelskrediet voor ondernemingen. Ebury werkt samen met ruim 12.000 organisaties en verricht 12 miljard euro aan valutatransacties in 140 verschillende valuta. Het bedrijf heeft kantoren in het Verenigd Koninkrijk, Nederland, Spanje en Polen. De speerpunten van Ebury:

    • Financiële diensten die normaal zijn voorbehouden aan grote multinationals
    • Financiering van uw aankopen
    • Marktkennis en valutadiensten op maat
    • Ons netwerk van liquidity providers en intermediaire banken
    • Transacties in ruim 140 verschillende valuta

    Meer informatie op www.ebury.nl

  • Rente Nederlandse staatsobligatie naar dieptepunt

    De rente op Nederlandse staatsobligaties met een looptijd van tien jaar zakte vorige week voor het eerst in de geschiedenis onder de nul procent. Maar hoe hoog was de rente gemiddeld over de afgelopen vijfhonderd jaar? Jim Reid van Deutsche Bank heeft de cijfers en maakte een grafiek van de Nederlandse 10-jaars rente sinds 1517. Over deze periode lag deze gemiddeld tussen de vier en vijf procent, maar waren er ook periodes waarbij meer dan 10% normaal was.

    dutch-negative-yields-cotd

    Nederlandse 10-jaars rente sinds 1517 (Bron: Deutsche Bank, via Business Insider)

    Historisch gemiddelde: 4 tot 5%

    Tussen 1568 tot 1648 was de rente op de staatsschuld van Nederland hoger vanwege de Tachtigjarige Oorlog, wat hoge overheidsuitgaven en meer onzekerheid opleverde. Om de oorlog te kunnen financieren werden de gegoede burgerij en de rijken zelfs verplicht hun geld uit te lenen aan de overheid.

    De tweede periode met een veel hogere vergoeding dan het historische gemiddelde ging gepaard met het loslaten van de koppeling van geld aan goud in 1971. Vanaf dat moment was de discipline weg om de rijksbegroting op orde te houden. Overheden begonnen structureel meer geld uit te geven en in 1980 werd er in Nederland zelfs een staatslening met een rente van 12% op de markt gebracht.

    Sindsdien is de rente alleen maar verder gedaald en is de staatsschuld alsmaar verder opgelopen. De staatsschuld van Nederland bedraagt meer dan €466 miljard en brengt dit jaar een rentelast van €7,6 miljard met zich mee. Om dat bedrag in perspectief te plaatsen, de regering verwacht dit jaar een tekort van €10,6 miljard op de begroting.

    Rente kan niet omhoog

    Stelt u zich eens voor wat er met onze rijksbegroting gebeurt als de rente weer terugkeert naar het historische gemiddelde van vier tot vijf procent. De rentelasten zouden dat in dat geval oplopen tot meer dan €20 miljard per jaar. Dat betekent drastische bezuinigingen op onderwijs, zorg, veiligheid en sociale zekerheid of meer dan een verdubbeling van het begrotingstekort.

    Het is te laat om een verhoging van de rente als oplossing voor te schrijven. Daarvoor zijn de schulden in de hele Westerse wereld vandaag de dag (publiek en privaat) gewoon te hoog geworden. Dus schuiven we de schuldenberg verder voor ons uit en drukken centrale banken de rente richting of zelfs onder nul. Ik weet niet wat u daarvan denkt, maar ik denk dat er geen andere uitweg is dan een grootschalige schuldsanering. En dan heb ik liever goud dan obligaties.

  • Column: Groei of krimp?

    Lou Keune

    Natuurlijk, Rutte, Dijsselbloem en Kamp deden hun best om niet triomfantelijk over te komen. Dat lukte niet helemaal. Zij toonden duidelijke voldaanheid bij de meest recente rapportage van het Centraal Plan Bureau (CPB) over de economische groei in Nederland. Deze rapportage was als steeds vervat in de jaarlijkse Macro Economische Verkenning (MEV) van het CPB. Dat is een van de belangrijkste documenten voor de regering omdat het kaderstellend is voor de vaststelling van het regeringsbeleid.

    Uit dit rapport komen de veel gebruikte gegevens over economische groei (2 % in 2015), de belastingopbrengsten (“toenemend”), en de verhouding tussen de overheidstekort en het Bruto Binnenlands Product (BBP) (daalt naar 2,1 % in 2015). Die gegevens scheppen een rooskleurig beeld, zeker in vergelijking met die van de afgelopen jaren, en zeker ook voor de korte termijn. Nu is er geen sprake meer van strenge geluiden uit Brussel toen Nederland de grens van 3 % schuld had overschreden, integendeel. Ook kunnen weer wat leuke dingen voor de mens gedaan worden, in de vorm van het 5-miljard pakket. Sommigen spraken van een feestbegroting, maar nee, aldus Rutte en politieke vrienden, wij moeten nuchter blijven. Toch, tevredenheid alom, zeker binnen de coalitie. “Zie je wel, het beleid werkt”. Hoogstens een kniesoor begon te zeuren over de wereldmarkt en dat daaraan de BBP groei was te danken. Natuurlijk, die omstandigheid heeft voor Nederland positief gewerkt. Maar het beleid van de afgelopen jaren heeft, aldus de regering, ook daaraan bijgedragen. Nu nog het vraagstuk van de werkeloosheid aanpakken, die blijft onaanvaardbaar hoog, daar is iedereen het over eens.

    Groei van het BBP in Nederland (bron: MEV 2016)

    Gaat het beter?

    Gaan wij economisch gezien de goede kant op? Als je die vraag in een breder perspectief zet, wordt het beeld heel anders. De berichten over toenemende ongelijkheid in inkomens en vermogens, nationaal en mondiaal blijven zeer verontrustend. Zie bijvoorbeeld onderstaande ‘champagne glas’ grafiek over de mondiale verdeling van inkomens. Die grafiek illustreert de enorme concentratie van inkomens bij een klein deel van de wereldbevolking. Alle inwoners van Nederland, op ongedocumenteerden na, behoren tot de 20% rijksten van de wereld.

    Het aantal mensen dat het moet doen met een inkomen onder het ‘absolute bestaansminimum’ ($ 1,25 per persoon per dag) blijft rond de 1 miljard hangen. En dan te weten dat deze norm eigenlijk achterhaald is. De moderne tijd stelt extra bestaanseisen in vergelijking met dertig jaar geleden, wie kan nog meedoen in de samenleving zonder, bijvoorbeeld, deelname aan het digitale verkeer? Hoe dan ook, als het om economische armoede en ongelijkheid gaat is er geen reden om juichend te doen.

    Mondiale inkomensverdeling (Bron: Oxfam International 2014)

    Milieu

    Datzelfde geldt voor het milieu. De berichten over het klimaat worden steeds verontrustender. Als gevolg van de hoge uitstoot van CO2 wordt het onmogelijk geacht de gemiddelde temperatuurstijging te beperken tot 2⁰C. Nu al doen zich veel klimaat gerelateerde verstoringen voor als langdurige droogtes, extreme regenbuien en stijgingen van de zeespiegel, die leiden tot verregaande gevolgen voor grote aantallen mensen.

    Zeer verontrustend zijn ook de berichten over het overgebruik van de natuurlijke hulpbronnen. Uitgaande van de maatstaf van duurzaamheid van die hulpbronnen blijkt dat er een overgebruik (‘overshoot’) is van zo’n 50 %. De gemiddelde ecologische voetafdruk in Nederland is nu ruim 6 global hectares (GH) per inwoner. Als je de norm van duurzaamheid zou hanteren, zou dat gemiddelde niet hoger dan 1,8 GH mogen zijn. Eigenlijk zouden wij, Nederlanders, ons materieel verbruik met meer dan 2/3 moeten terugdringen. Vergelijkbare indicaties zijn er over de afname van de biodiversiteit. Niet voor niets wordt de term ecocide gehanteerd.

    Mondiale ecologische voetafdruk (Bron: LPR 2014)

    Het gaat dus, sociaal en ecologisch gezien, om verontrustende ontwikkelingen die het dagelijkse leven van mensen verregaand beïnvloeden. Dat heeft ongetwijfeld gevolgen voor de stabiliteit van samenlevingen. Armoede, ongelijkheid en ecologische degradatie zijn belangrijke voedingsbodems voor het ontstaan van conflicten tussen mensen en mensengroepen. Mensen zijn steeds weer gedwongen om omstandigheden als geweld, armoede en ecologische uitputting te ontvluchten. Met als gevolg omvangrijke migratoire bewegingen.

    Anders rekenen

    Allemaal interessant natuurlijk, zou je kunnen zeggen. Maar wat heeft dat met economische groei te maken? Wij hebben, aldus velen, juist economische groei nodig om armoede en milieu aan te pakken en om vluchtelingen op te vangen. Hier komen wij op de definitie en de berekening van economische groei. De door het CPB gehanteerde maatstaf BBP is de som van alle ‘toegevoegde waardes’. Hoeveel input wordt er verbruikt in producties van goederen en diensten, wat leveren die producten op bij verkoop, en wat is het verschil daartussen, dat is toegevoegde waarde. Dit is een zeer globale formulering waar veel aan te nuanceren is. Waar het mij om gaat is dat de berekening van het bbp berust op het totaal van gemonetariseerde transacties, transacties dus waarbij met geld wordt betaald.

    Die verenging tot gemonetariseerde transacties heeft verregaande gevolgen. Zo wordt een groot deel van de productie niet meegenomen. Dat betreft die transacties die zijn gebaseerd op onbetaalde arbeid. Als ik voor mijn buurman zorg en daarvoor ‘wit’ betaald wordt, dan wordt die productie meegenomen in de berekening van het bbp. Maar als ik die zorg ‘om niet’ verleen, of in ruil lekkere maaltijden krijg, dan telt het niet mee. Terwijl er toch sprake is van productie. Dit betreft een belangrijke kwestie omdat de onbetaalde arbeid in Nederland, in uren gemeten, omvangrijker is dan de betaalde arbeid.

    Een ander voorbeeld betreft de omvang van de milieudegradaties. Die ontstaan door menselijk handelen, in het bijzonder door het verbruik van de natuurlijke hulpbronnen. Die schades zijn omvangrijk en behoren tot de input. Nemen wij weer de maatstaf van de ecologische voetafdruk. Dat meetinstrument geeft een betrekkelijk nauwkeurig beeld van de omvang van die schades. Want alle overgebruik is schadelijk voor de Aarde en voor toekomstige generaties. Het zou interessant kunnen zijn om aan die overshoot een geldswaarde te koppelen. Met enkele collega’s heb ik mij enkele jaren geleden daaraan gewaagd. Gewaagd, want het kan alleen maar door het hanteren van schaduwprijzen en die zijn uiteraard discutabel. Wij kwamen voor één jaar (2008) voor Nederland tot een overshoot met een geschatte waarde van € 334 miljard. Een enorm bedrag. Zo was het BBP van dat jaar zo’n € 640 miljard. Nogmaals, er is op deze berekening veel aan te merken. Maar for the sake of the argument kan het nuttig zijn.

    Er zijn inmiddels indicatoren ontwikkeld die laten zien dat wanneer je wel rekening houdt met zaken als onbetaalde arbeid en milieuschades, je op aanzienlijke verschillen met het BBP uitkomt. Een voorbeeld is de Index of Sustainable Economic Welfare (ISEW). Berekeningen van Brent Bleys laten grote verschillen zien, zie hieronder. En dan te bedenken dat in  niet alle milieuschades zijn meegenomen.

    Een breed begrip van economie

    Kortom, waarop is de tevredenheid van de regering nu feitelijk gebaseerd? Kennelijk op een indicator die belangrijke sociale en ecologische aspecten buiten beschouwing laat. Zo leidt BBP groei en het idealiseren daarvan nog altijd tot groei van de CO2 uitstoot en dus tot verdere milieudegradatie. Die en andere veranderingen gaan ons leven drastisch veranderen, en hoe dan ook veel geld kosten. Dat illustreert het belang van deze kwestie. Onder deze discussie ligt een groot verschil van opvatting over wat economie is. Onder praktisch alle beschrijvingen en analyses van concrete economieën ligt het ideologische vertrekpunt dat waarde gekoppeld is aan geld. Onder economie wordt, op de keper beschouwd, alleen maar geldeconomie verstaan. De rest als milieu, ondervoeding, geweld, huishoudelijke arbeid, heeft misschien met economie te maken maar behoort niet tot de economie. Dat is een zeer beperkte opvatting van economie. Ik pleit ervoor een begrip van economie te hanteren dat alle transacties omvat, alle handelen dat leidt tot productie van goederen en diensten.

    Voor meer columns van Lou Keune kunt u kijken op: www.loukeune.nl of www.PlatformDSE.org

  • “Rente op staatsschuld VS in 2048 groter dan belastinginkomsten”

    fiscal-summitAls de Amerikanen niets doen aan hun schuldenprobleem komen we vanzelf op het punt waarop de rente over de staatsschuld even groot is als het bedrag dat de overheid binnenhaalt met belastingen. U hoeft geen econoom of historicus te zijn om te begrijpen dat dit een compleet onhoudbare situatie is, zie onder andere de voorbeelden van Weimar Duitsland na de Eerste Wereldoorlog en meer recent het voorbeeld van Zimbabwe. Wanneer de rentelasten zo hoog worden dat het gat in de begroting opgevuld moet worden met nieuw geld is hyperinflatie vrijwel onafwendbaar geworden.

    Hoe kan Amerika voorkomen dat ze op lange termijn met dezelfde problematiek te maken krijgt? Daarover werd onlangs een paneldiscussie gevoerd met zeer grote namen als Alan Greenspan en Richard Fisher van de Federal Reserve en economisch adviseur Lawrence Lindsey. De paneldiscussie werd op 19 mei gehouden tijdens de 2015 Fiscal Summit in Washington DC en is vastgelegd op video.

    Bijzonder is de openhartigheid waarmee het drietal spreekt over de fiscale uitdagingen waar de Amerikaanse overheid voor staat. We danken onze lezer Pé Chan voor de tip!

    Tekst

    0188_interest_costs_2pct-full

    Rente op de staatsschuld zal in 2048 groter zijn dan belastinginkomsten (Bron: PGPF)