Tag: deflatie

  • Deflatoire schok bedreigt wereldeconomie

    Ariel Bezalel, hoofdstrateeg fixed income bij Jupiter Asset Management, gaat in op de factoren die achter de de rally’s op de aandelen- en obligatiemarkten van dit jaar zitten. Hij gelooft dat de wereldeconomie kwetsbaar is voor een deflatoire schok.

    Discrepantie markten en indicatoren

    Er is een opvallend verschil in de signalen die dit jaar door zowel de aandelen- als obligatiemarkten gegeven worden. Beide hebben zich hersteld – aandelenmarkten hebben de verliezen van eind 2018 ingelopen, terwijl de markten voor staatsobligaties hebben geprofiteerd van lagere rendementen. Maar economische indicatoren schetsen een gematigde kijk op de wereldeconomie. De Chinese economie vertraagt en in landen rond China, zoals Taiwan, Zuid-Korea en Singapore daalt de export. Daarnaast blijft de economische activiteit in Europa achter.

    Het is de moeite waard om wat dieper in te gaan op de aandelenrally. De prestaties van cyclische sectoren zoals energie, industrie, materialen en financials blijven achter, en zijn dus eigenlijk een weerspiegeling van de macro-economische zorgen in de obligatiemarkten. De olie- en ijzerertsprijzen stijgen dit jaar sterk, maar dat lijkt meer gedreven te worden door aanbod dan door vraag.

    Zwakkere inflatiecijfers, een vertraging in de groei van de geldhoeveelheid en het afvlakken of omkeren van de rentecurves vormen nu wereldwijd de uitdaging voor centrale banken. Canada, Australië, Nieuw-Zeeland en Duitsland kondigen nu – net als de VS – pauzes aan bij rentestijgingen, of gaan over tot renteverlagingen. In maart gaf Duitsland zelfs voor het eerst een negatief renderende 10-jarige Bund uit.

    Omgekeerde wereld met omgekeerde rentecurve

    De vraag komt weer op hoe betrouwbaar de rentecurve is om een recessie te voorspellen (of zelfs te veroorzaken). Historisch gezien heeft een omgekeerde rentecurve in 85% van de keren dat het is voorgekomen een recessie voorspeld. Bezalel denkt dat het op zijn minst een afspiegeling is van hoe vergevorderd de cyclus van vele ontwikkelde markteconomieën is. We bevinden ons in wat in juli de langste bullmarkt in de naoorlogse geschiedenis kan worden. Dat op zichzelf rechtvaardigt al voorzichtigheid en is een sterk signaal om risico’s in de portefeuille af te bouwen.

    Bezalel denkt dat de wereld kwetsbaar is voor een deflatoire schok. Daarom positioneert hij de portefeuille defensief en rekent op een verdere vertraging van de groei, met het vooruitzicht dat de wereldeconomie zucht onder het gewicht van te veel schulden en een verslechterende demografische situatie, vooral in de ontwikkelde landen. Hij is er al lang van overtuigd dat toenemende bezorgdheid over een wereldwijde vertraging onvermijdelijk een einde zal maken aan kwantitatieve verkrapping in de VS en dat renteverlagingen wellicht op de agenda staan ​​in de tweede helft van 2019.

    Lees meer in het meegestuurde artikel “Why is the Global economy vulnerable to a deflationary shock?“, van Ariel Bezalel, hoofdstrateeg fixed income bij Jupiter Asset Management.




  • Centrale banken weten het niet meer

    Centrale banken weten het niet meer

    Centrale banken hebben het er de laatste jaren maar druk mee. Zo is het aantal toespraken dat ze jaarlijks geven in de periode van 1998 tot 2014 verzesvoudigd. Sinds de financiële crisis communiceren ze niet alleen over hun monetaire beleid, maar proberen ze de markt ook met woorden in een bepaalde richting te sturen. Denk aan centraal bankiers die zeggen dat ze de rente nog lang laag zullen houden of dat ze zullen ingrijpen, mocht dat ooit weer nodig zijn. ‘Forward guidance’ noemen we dat.

    Forward guidance wordt door centrale banken uitgelegd als een nieuw beleidsinstrument, maar eigenlijk betekent het dat de bodem van de gereedschapskist van centrale banken in zicht is. Het is alsof je een centraal bankier vraagt om een hamer en hij een papiertje geeft met daarop een tekening van een hamer.

    Centrale banken geven steeds meer toespraken

    Centrale banken praten steeds meer, maar zeggen steeds minder

    In 2017 publiceerde de Zwitserse centrale bank nog een onderzoek over dit onderwerp. Daaruit bleek dat een toename van het aantal persconferenties van centrale banken helemaal niet zorgde voor meer duidelijkheid bij het publiek. Integendeel, de markt kreeg juist meer tegenstrijdige geluiden te horen, waardoor het moeilijker werd om het beleid van centrale banken te voorspellen. Uit de conclusie van het onderzoek van Thomas Lustenberger en Enzo Rossi:

    “Meer communicatie produceert voorspellingsfouten en vergroot de spreiding. Dit inzicht was voorzien door Simon (1971), die zei dat “een overvloed aan informatie een armoede van aandacht creëert.” Het sluit ook aan bij de conclusies getrokken door bijvoorbeeld Morris & Shin (2002), Sims (2003), Kahneman (2003) en Blinder (2004). Zij stellen dat ongecoördineerde communicatie de signaal-ruisverhouding juist kan verlagen in plaats van verhogen, en daarmee de effectiviteit van het monetaire beleid kan belemmeren.

    Anders gezegd, een centrale bank die spreekt met een kakofonie van stemmen heeft in feite misschien helemaal geen stem. Minder spreken kan dus gunstig zijn voor centrale banken die de voorspelbaarheid en homogeniteit tussen financiële en macro-economische voorspellingen willen vergroten. We leveren enig bewijs dat dit in het bijzonder waar voor kan zijn centrale banken waarvan het transparantieniveau al hoog is.

    Nog minder succesvol op het gebied van het voorspellen is het beleid van forward guidance, zoals nagestreefd na de financiële crisis. Het beïnvloedde noch de fouten noch de spreiding van de rente en opbrengstprognoses.”

    Terug bij af?

    De laatste jaren zit de wereldeconomie weer in een opwaartse trend. Dat herstel hebben we voor een belangrijk deel te danken gehad aan het ingrijpen van centrale banken. Met structurele opkoopprogramma’s en liquiditeitssteun voor banken werd het vertrouwen in schuldpapier hersteld. Daardoor kwam ook de kredietverlening aan consumenten en bedrijven weer op gang.

    We kunnen onszelf op de borst kloppen voor de economische groei van de laatste jaren, maar de vraag is of de economie ook zo goed blijft draaien zonder al die stimulering door centrale banken. De Federal Reserve zette haar geplande renteverhoging begin dit jaar niet door, omdat de vooruitzichten voor de economie te onzeker werden. De ECB is nog maar net gestopt met het opkopen van staatsobligaties en er wordt alweer gesproken over een nieuwe ronde van liquiditeitssteun aan banken. Ondertussen overweegt de Bank of Japan extra monetaire stimulering om een waardestijging van de munt te voorkomen.

    Om een lang verhaal kort te maken, het economische herstel van de afgelopen jaren is voor een belangrijk gedeelte te danken aan het ruime monetaire beleid van centrale banken. De gewenste ‘normalisering’ blijkt een moeizaam en pijnlijk proces, waarbij een nieuwe recessie gemakkelijk kan worden uitgelokt.

    Hoe nu verder?

    Centrale banken balanceren op een smal pad tussen deflatie en inflatie. Dat maakt dat ze heel weinig speelruimte hebben om effectief beleid te voeren. Een onvoorzichtige stap in de verkeerde richting – en die hoeft niet per se van centrale banken te komen – kan een keten van gebeurtenissen veroorzaken die leidt tot een nieuwe crisis.

    Mario Draghi zei laatst tijdens een hoorzitting in het Europees Parlement dat groei de beste manier is om uit de schulden te komen. In dit scenario worden schulden door inflatie makkelijker te betalen, maar de keerzijde is dat ook de waarde van het geld verder wordt uitgehold. En dat betekent verlies van koopkracht, zeker voor de lagere inkomens. En dat voedt het wantrouwen van de bevolking ten aanzien van overheden en centrale banken.

    Centrale banken moeten in deze onzekere tijden rekening houden met verschillende scenario’s. Dat betekent dat ze ook moeten anticiperen op de negatieve effecten van meer protectionisme en economische oorlogsvoering in de wereld. Als centrale banken wereldwijd besluiten meer goud te kopen en in toenemende mate goudvoorraden terughalen naar eigen land, dan is dat wat mij betreft zeker een teken aan de wand. We zouden wat meer moeten kijken naar wat centrale banken doen en minder moeten luisteren naar wat ze zeggen.

    Deze column verscheen eerder bij Goudstandaard




  • Draghi: “Stimuleringsprogramma ECB bracht stabiliteit”

    Draghi: “Stimuleringsprogramma ECB bracht stabiliteit”

    Het stimuleringsprogramma van de ECB heeft niet gezorgd voor hogere schulden, maar juist voor meer financiële stabiliteit. Dat zei ECB-president Draghi tijdens een hoorzitting in het Europees Parlement. Hij merkte op dat bedrijven en consumenten de lage rente vooral gebruiken om bestaande schulden te herfinancieren, waardoor hun rentelasten dalen. Het stimuleringsprogramma was volgens de centraal bankier nodig om uit een negatieve spiraal van deflatie te ontsnappen.

    Volgens Draghi was de financiële crisis van 2008 niet het gevolg van een expansief monetair beleid in de jaren voor de crisis, maar eerder van een systematische vernietiging van bestaande regelgeving. Daarmee verwijst hij naar verregaande deregulering in de financiële sector. Daardoor konden banken meer risicovolle financiële producten op de markt brengen.

    De centraal bankier plaatst een kritische kanttekening bij de terugkeer van de handel in herverpakte leningen, de zogeheten ‘collateralized debt obligations’ (CLO’s). Het bundelen en doorverkopen van hypotheken van dubieuze kwaliteit was een van de belangrijkste oorzaken van de financiële crisis van 2008. Deze praktijken zijn volgens Draghi weer helemaal terug, een zorgwekkende ontwikkeling.

    Dit artikel verscheen eerder op Geotrendlines




  • Greenspan: “Goud is ultieme wereldmunt”

    Greenspan: “Goud is ultieme wereldmunt”

    Goud is de ultieme wereldmunt en een goede verzekering van je vermogen. Dat zei Alan Greenspan in een openhartig interview met de World Gold Council. Hij verwacht dat een oplopende inflatie zich uiteindelijk zal vertalen naar een hogere goudprijs.

    Greenspan ziet goud als de primaire wereldmunt, omdat het edelmetaal geen tegenpartij risico heeft. Hij merkt op dat niemand goud zal weigeren als betaling voor schulden, omdat het een betaalmiddel met intrinsieke waarde is. De waarde van schuldpapier wordt daarentegen door de kredietwaardigheid van de tegenpartij bepaald.

    greenspanStagflatie

    De voormalig centraal bankier van de Federal Reserve zegt zich nog steeds grote zorgen te maken over de wereldeconomie, omdat de economische groei al jaren achterblijft bij de inflatie. In de Verenigde Staten steeg de productiviteitsgroei de afgelopen vijf jaar met gemiddeld slechts 0,5%, terwijl dat voor de crisis van 2008 nog ongeveer 2% was.

    Een stagnerende economie in combinatie met een oplopende inflatie wordt door economen ook wel stagflatie genoemd. Stagflatie is vandaag de dag een serieuze dreiging, omdat centrale banken niet veel speelruimte hebben om de rente te verhogen of te verlagen. Een lagere rente zorgt voor nog meer inflatie, terwijl bij een stijgende rente de schuldenlast onhoudbaar dreigt te worden.

    Goudstandaard

    Volgens Greenspan kan goud opnieuw een rol gaan spelen in het internationale monetaire systeem. Zo acht hij het nog steeds mogelijk om terug te keren naar een goudstandaard. Dat zou weliswaar als een wanhoopsdaad gezien worden, maar daarmee voorkom je op lange termijn dat je dezelfde schuldenproblematiek krijgt die vandaag de dag het economische nieuws domineert.

    Greenspan merkt op dat de goudstandaard aan het einde van de negentiende eeuw goed werkte, maar dat het systeem begin twintigste eeuw ten onder ging aan politieke ambities. Hij verwijst naar het voorbeeld van Groot-Brittannië, dat na de Eerste Wereldoorlog haar munt tegen dezelfde koers aan goud wilde koppelen als voor de oorlog. Dat bleek een catastrofale zelfoverschatting, omdat de Britse economie door de oorlog structureel verzwakt was. Er volgde een periode van ernstige deflatie, die pas verholpen werd met het loslaten van de goudkoppeling in 1931.

    Lees het hele interview in de februari editie van de Gold Investor.

    gs-logo-breed

    Dit artikel wordt u aangeboden door Goudstandaard, uw adres voor de aankoop en verzekerde opslag van edelmetalen. Wilt u goud kopen? Neem dan contact op door te mailen naar [email protected] of door te bellen naar +31(0)88-4688488.

  • Is deflatie wel zo noodlottig voor onze economie?

    Het is al vaker gezegd en geschreven. Europa is deel van een van de grootste monetaire experimenten uit de geschiedenis, want sinds 2015 koopt ook de ECB staatsobligaties op. Er kleeft duidelijk een nadeel aan dit grootschalig experiment van monetaire verruiming. De reële wereld reageert niet zoals de theorie en de handboeken van centrale bankiers voorschrijven. Het blijkt ook keer op keer in de praktijk dat de paniek over bijvoorbeeld de negatieve rente een tikkeltje overdreven aandoet, althans tot op de dag van vandaag.

    De verlegenheid van economen laat zich steeds beter voelen! Volgen centrale bankiers moet de inflatie naar een niveau in de buurt van 2%. Daar is het beleid van verruiming op gericht. In de praktijk blijkt dat zomaar een moeizame exercitie en het lijkt alsof de doelstelling steeds verder buiten bereik raakt. In nagenoeg alle belangrijke economieën lijkt de inflatie eerder te vertragen dan te versnellen naar een niveau van 2%.




    Deflatie

    Zoals uit onderstaande figuur spreekt, is er in Spanje geen sprake meer van inflatie, maar van deflatie. In juli daalden de prijzen met 0,6% en dat was alweer de twaalfde maand op rij dat er van inflatie geen of amper sprake was. De leerboeken economie schrijven voor, dat in geval van een lange periode van dalende prijzen – de definitie van deflatie – de economie dreigt te ontsporen. Bedrijven en consumenten houden de hand op de knip in afwachting van nog lagere prijzen voor goederen en diensten.

    inflation-bbg

    Inflatie in de maand juli (Grafiek van Bloomberg)

    Wat leert de Spaanse praktijk? Sinds het einde van 2013 bedraagt de inflatie gemiddeld -0,4%. In 23 van de afgelopen 30 maanden daalden de prijzen. Volgens de leerboeken moeten consumenten hun uitgaven beperken. Maar de praktijk laat juist het tegenovergestelde zien...

    spain-inflation-bbg

    Inflatie versus winkelverkopen (Grafiek via Bloomberg)

    Consumentenbestedingen stijgen

    In de afgelopen drie jaren zijn de detailhandelsverkopen in Spanje jaarlijks met 1,7% gestegen. Consumentenbestedingen groeiden in juni met 5,8% ondanks een gemiddelde prijsdaling van 0,8%. Het idee dat morgen de prijzen voor producten weer lager zijn weerhoudt de gemiddelde Spanjaard er niet van om eens lekker te gaan shoppen. spain-flag-pixabayWaarom doen de Spanjaarden wat ze doen en niet wat de leerboeken voorschrijven? Je kunt je overigens afvragen waarom het vreemd is om vandaag gewoon profijt te trekken van lage prijzen. Dat lijkt voor niet-economen een normaal gedrag, maar dat terzijde. Een belangrijke verklaring schuilt in de daling van de werkloosheid. Aan het begin van 2013 steeg de werkloosheid tot maar liefst 26,6% van de beroepsbevolking. In juni van dit jaar was die gedaald naar 19,9%. Dat is nog steeds heel erg hoog, maar de daling is aanzienlijk. Zet je de daling van de werkloosheid af tegen de trend in de binnenlandse consumptie, zoals Bloomberg gedaan heeft, dan ontstaat een interessant patroon...

    spain-employment-bbg

    Werkloosheid versus consumptie (Bron: Bloomberg)

    Spanje

    De Spaanse werkloze die weer aan de slag kan, heeft een inhaalslag te maken als het om zijn bestedingen gaat. Die heeft hij/zij in zijn periode van werkloosheid flink moeten inperken. Dankzij zijn nieuwe baan is dat euvel (deels) verholpen. De lage prijzen functioneren als uitnodiging de daad bij het woord te voegen en te gaan spenderen. Natuurlijk mag je aan dit Spaanse voorbeeld geen algemeen geldende waarheden ontlenen. Wat in Spanje gebeurt, is het gevolg van bijzondere omstandigheden die elders niet hoeven te spelen. Daar staat tegenover dat het Spaanse voorbeeld leert, dat ook economen en beleidsmakers iets minder krampachtig met het fenomeen deflatie moeten omgaan. Soms is het gewoon een zegen! Deze bijdrage is mogelijk gemaakt door Beurshalte beurshalte-logoOver Beurshalte: Dagelijks publiceert Beurshalte nieuwsbrieven en columns van leden van de redactie en van gastauteurs over de wereld van beleggen en alles wat ermee samenhangt. Daarnaast publiceert beurshalte wekelijks een nieuwsbrief met unieke inhoud over relevante beleggingsthema’s. Belangstellende lezers kunnen een gratis abonnement nemen. Als u geïnteresseerd bent, kunt u zich hier aanmelden! Disclaimer: Bovenstaand artikel is geen professioneel beleggingsadvies en het is ook geen uitnodiging om te gaan beleggen. Beleggen brengt kosten en risico’s met zich mee. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. Het artikel is louter de persoonlijke mening van de auteur.

  • Beleid centrale banken leidt tot stagnatie en achteruitgang

    Ooit was het een historische wetmatigheid. Een lager rendement op obligaties zou uiteindelijk uitmonden in hogere prijzen voor obligaties en aandelen. Vermogenswinsten en een lage rentevoet zouden meer investeringen en consumptie uitlokken met als resultaat meer banen, oplopende inflatie en hogere bedrijfswinsten.

    In 2010 startte de Fed met haar programma van kwantitatieve verruiming. Dat is het begin geweest van een wereldwijde daling van de rente. In veel landen van de westerse wereld, ook in Europa, is de groei terug, zij het bescheiden en zij het dat de werkloosheid hoog blijft.

    Het lijkt er dus op dat het medicijn van centrale bankiers werkt. Toch is het nog maar de vraag of een rente van bijna 0% daadwerkelijk goed is voor de reële economie. Er zijn aanwijzingen dat dit niet het geval is. Zo stagneert de productiviteitsgroei, een serieuze indicator van de vitaliteit van een economie, in talloze westerse landen. Zou het toeval zijn dat die stagnatie samenvalt met de invoering van de verruimingsprogramma’s en de ultra lage rente.

    Stagnatie

    Volgens de meeste centrale bankiers is de stagnatie een probleem voor de korte termijn. Het Japanse voorbeeld laat echter duidelijk zien wat een extreem lage rent betekent voor grote, ontwikkelde economie. Het laat zien dat die lage rente weinig teweeg brengt. Er is in Japan weinig reële groei en geen inflatie, eerder deflatie. Mocht het rendement op de overheidsschuld naar een meer normaal niveau terugkeren, dan is de huidige nominale groei van het bruto binnenlands product volstrekt onvoldoende om de enorme schuldenlast af te betalen. central-bankers-maze-currencies-teaserEr zijn nog meer nadelen. De investeringen, een belangrijke bron voor productiviteitsverbetering, hebben nog steeds niet het niveau van voor 2008 bereikt. Bedrijven zetten hun liquiditeiten steeds vaker in om eigen aandelen in te kopen en niet voor op de toekomst gerichte investeringen. Het gaat jaarlijks om vele honderden miljarden dollars en euro's. Al dat geld gaat in de zakken van beleggers en is niet bedoeld om toekomstige winstgevendheid veilig te stellen. In plaats van naar de reële economie stroomt al dat geld naar houders van vermogenstitels, die er weinig mee doen. Beleggen in overheidspapier rendeert immers amper of niet.

    Investeren

    Waarom maken overheden en bedrijven geen gebruik van de huidige extreem lage rente om te investeren in de reële economie? Deze manier van werken heeft zijn nut door de tijd heen bewezen. Het antwoord moet luiden, dat internationale instituties als het IMF en overheden als die in Nederland en Duitsland zweren bij evenwichtig budget. Schulden aangaan voor het goed van morgen, zoals Keynes dat voorschreef is voor die partijen vloeken in de kerk. De particulier sector heeft ook zo zijn bedenkingen. Er zijn trends die risico’s alleen meer groter maken. De wereldwijde vergrijzing is beslist geen voorbode van een groei van de consumptie. Het tegendeel is het geval. Bovendien steekt er een sterke anti-globaliseringswind op. De Brexit is daar tot nu toe het meest sprekende bewijs voor. Dat maakt bedrijven nerveus en ze verkiezen een pas op de plaats.

    Lage rente

    Er zijn nog meer evidente nadelen. Pensioenfondsen en verzekeraars werken met langlopende verplichtingen. Hun voortbestaan komt steeds meer onder druk nu hun toekomstige rendementen lager lijken uit te pakken dan voorzien. Als de rente niet normaliseert dan kunnen we wel eens aan het kortste einde trekken. Hun winstgevendheid komt steeds meer onder druk en daar zal ook de reële economie last van krijgen. Er zullen banen geschrapt worden en premies gaan omhoog, pensioenen komen in gevaar. Kortom, de wetmatigheid lijkt niet meer te werken en eerder stagnatie en verval uit te lokken. Centrale bankiers zijn echter nog steeds niet overtuigd en intensiveren hun verruimingsbeleid om de rente nog verder omlaag te duwen. Het waarschijnlijke resultaat staat haaks op wat ze voor ogen hebben: geen of weinig groei en geen inflatie maar eerder deflatie. Cor Wijtvliet Bron: Bill Gross, Central bankers are threatening the engine of the economy. The Financial Times, 18 augustus 2016 Deze bijdrage is mogelijk gemaakt door Beurshalte beurshalte-logoOver Beurshalte: Dagelijks publiceert Beurshalte nieuwsbrieven en columns van leden van de redactie en van gastauteurs over de wereld van beleggen en alles wat ermee samenhangt. Daarnaast publiceert beurshalte wekelijks een nieuwsbrief met unieke inhoud over relevante beleggingsthema’s. Belangstellende lezers kunnen een gratis abonnement nemen. Als u geïnteresseerd bent, kunt u zich hier aanmelden! Disclaimer: Bovenstaand artikel is geen professioneel beleggingsadvies en het is ook geen uitnodiging om te gaan beleggen. Beleggen brengt kosten en risico’s met zich mee. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. Het artikel is louter de persoonlijke mening van de auteur.

  • Trapt Japan af met helikoptergeld?

    De ontwikkelingen in Japan suggereren dat het land voorbereidingen aan het treffen is voor helikoptergeld. Eerder deze maand bracht voormalig Fed-voorzitter Bernanke een bezoek aan Tokyo om met de Japanse regering te praten over de invoering van eeuwigdurende staatsobligaties (perpetual bonds), die de Japanse centrale bank zou moeten kopen om een nieuw stimuleringsprogramma van de regering te kunnen financieren. Deze vorm van rechtstreekse monetaire verruiming werd door Bernanke omschreven als het meest krachtige instrument om het probleem van deflatie aan te pakken.

    Voorbereiding op helikoptergeld?

    Twee weken later blijkt dat Japan serieus naar het voorstel van Bernanke gekeken heeft, want op woensdag kondigde de premier een grootschalig stimuleringsprogramma van omgerekend €240 miljard aan. Vrijwel tegelijkertijd werd bekend dat de Japanse regering plannen heeft om nieuwe staatsobligaties met een looptijd van 50 jaar uit te geven. Dat is weliswaar niet hetzelfde als een eeuwigdurende obligatie, maar het is overduidelijk een stap in deze richting. Zeker als je bedenkt dat de Japanse centrale bank nu al een groot deel van alle nieuwe staatsobligaties opkoopt en al eenderde van alle staatsschuld op haar balans heeft staan.

    Door indirect staatsobligaties op te kopen kan de centrale bank blijven volhouden dat ze niet bezig is met monetaire financiering, maar het effect is hetzelfde. Het stimuleringsprogramma injecteert direct honderden miljarden yen in de Japanse economie, zonder dat de regering de belasting hoeft te verhogen of geld bij spaarders moet ophalen. Dat is helikoptergeld door middel van fiscale stimulering van de overheid, een proefballonnetje dat Bernanke eerder dit jaar liet opstijgen.




    Fiscale stimulering

    Vrijdag maakte de regering van Japan meer details bekend over het stimuleringsprogramma. Zo liggen er plannen klaar om huishoudens met een laag inkomen eenmalig een bedrag van 150.000 yen (ongeveer $145) te geven, terwijl er omgerekend bijna $100 miljard beschikbaar wordt gesteld aan het midden- en kleinbedrijf. De regering legt uit dat dit geld nodig is om de gevolgen van de 'Brexit' op te vangen, maar dat kan natuurlijk niet de werkelijke reden zijn om miljarden in het bedrijfsleven te investeren. Opvallend is dat Japan conform de aanbeveling van het IMF voor ongeveer $100 miljard gaat investeren in infrastructuur. Dat geld zal gebruikt worden voor de aanleg van hogesnelheidslijnen, havens voor grote cruiseschepen en voor herstelwerkzaamheden van de schade die in 2011 veroorzaakt werd door een aardbeving en de tsunami die daarop volgde.

    Deflatie

    Sinds het uitbreken van de kredietcrisis dreigt er in de hele westerse wereld schulddeflatie. Dat is deflatie die ontstaat doordat huishoudens en bedrijven stoppen met lenen en beginnen met het aflossen van bestaande schulden. Daardoor krimpt de geldhoeveelheid en komen de prijzen onder druk te staan. Om deze negatieve spiraal te doorbreken hebben centrale banken wereldwijd de rente verlaagd, zodat het aantrekkelijker werd om meer geld te lenen. In de VS en in Europa kwam de kredietverlening de afgelopen jaren weer enigszins op gang, maar in Japan blijkt het schuldenprobleem veel hardnekkiger te zijn. In een ultieme poging de deflatie te bestrijden wordt de roep om helikoptergeld steeds luider. Anders dan het geld dat door commerciële banken in omloop wordt gebracht hoeft het geld dat een centrale bank in omloop brengt nooit afgelost te worden. Zo kan de geldhoeveelheid naar wens verruimd worden en is er in theorie genoeg geld in de economie om alle schulden te betalen. Helikoptergeld is omstreden, juist omdat het in eerste instantie zo goed lijkt te werken. Maar het gevaar is dat centrale banken (al dan niet via overheden) teveel geld in de economie pompen, waardoor het vertrouwen in het geld wordt aangetast. In het slechtste geval kan de situatie dan omslaan richting hyperinflatie... Bank_of_Japan

    Is centrale bank Japan klaar voor helikoptergeld?

  • Mecking en Hogervorst: “Neem de pijn van deflatie”

    Ingezonden door Elmer Hogervorst en Eric Mecking

    De Duitse filosoof Georg Hegel schreef dat de geschiedenis ons leert dat mensen niets leren van de geschiedenis. Hieraan moesten wij denken bij het lezen van ‘Helikoptergeld: een drastische oplossing voor als elke andere stimulans faalt’ (FD 22 maart 2016). Triest dat het FD een paginagroot artikel wijdt aan deze bizarre gedachte van Europese bestuurders. Helikoptergeld is flauwekul en slechts voer voor academici.

    In de praktijk gaat de afbouw van te hoge schulden gepaard met deflatie. We zijn nu niet bereid om de pijn daarvoor te nemen en hoe langer we dat uitstellen, des te harder de klap straks aankomt. Het is slechts een kwestie van tijd eer de deflatie toeslaat. Misschien heeft Hegel ongelijk en leren we wel, maar van onze eigen ervaringen, die we dan als norm nemen, vanuit de arrogante gedachte dat we slimmer zijn dan onze (voor)ouders.

    Mecking en Hogervorst zijn de auteurs van het boek ‘Deflatie in Aantocht’. Kort na het verschijnen van de negende druk van dit boek sprak Marketupdate met beide heren. Lees hier het artikel.

  • Voormalig directeur ECB: “Negatieve rente is niet de oplossing”

    Negatieve rente is volgens voormalig ECB-directeur Otmar Issing geen oplossing voor de huidige economische problemen. In een gesprek met CNN legt hij uit dat het gebrek aan investeringen in de wereld niet het gevolg zijn van een te hoge rente, maar vanwege politieke en economische onzekerheden. Zolang deze onzekerheid bestaat zullen huishoudens en bedrijven terughoudend zijn met het afsluiten van nieuwe leningen. De lage rente heeft dit probleem niet opgelost en een nog lagere rente zal daarom ook maar weinig resultaat opleveren.

    Negatieve rente

    otmar-issingIssing merkt op dat de negatieve rente vooral veel ongewenste gevolgen heeft voor onder meer pensioenfondsen, verzekeraars en banken. Deze financiële instellingen komen allemaal in de problemen door een negatieve rente, terwijl de positieve effecten verwaarloosbaar klein zijn. Als een negatieve rente niet leidt tot een sterke toename in de kredietverlening is het netto resultaat van dit beleid negatief.

    Volgens de voormalig ECB-directeur wordt het gevaar van deflatie door centrale banken zwaar overdreven. Daarover zegt hij het volgende in het interview met CNN:

    “Als ik deflatie hoor vraag ik me altijd af: Wat bedoelen ze daarmee? Het enige voorbeeld van deflatie uit de geschiedenis dat echt gevaarlijke gevolgen had was in de Grote Depressie, toen de prijzen in een korte tijd met dertig procent daalden. De prijzen daalden toen zo snel dat men daadwerkelijk aankopen ging uitstellen. Nergens in de wereld zie je dat nu. Zelfs niet in Japan. Er is een milde negatieve inflatie, maar ik zie geen reden waarom die deflatie snel zal toenemen.

    Waarom hebben we een lage inflatie? Vooral door lage olie en grondstofprijzen, een globaal fenomeen. Maar dat is voor consumenten wereldwijd juist fantastisch. Er is geen negatieve verband tussen lage inflatie en groei. Dit is meer een fantasie dan een weerspiegeling van empirische resultaten.”

    Wordt de video niet geladen, klik dan hier!

  • Deflatie in Eurozone, ondanks stimulering ECB

    Ondanks het stimuleringsprogramma van de ECB slaagt de centrale bank er niet in de inflatie naar de gewenste 2% te brengen. Sterker nog, in februari zakten de prijzen in de Eurozone met 0,2% op jaarbasis. Deflatie dus, terwijl de centrale bank nu al een jaar lang €60 miljard per maand in de markt pompt door middel van het opkopen van staatsobligaties.

    “Niet alleen de normale inflatie, maar ook de kerninflatie, is veel lager dan waar de ECB op rekende. Het is dus niet slechts de lage olieprijs, er is ook een breder probleem met tweede ronde effecten en en een zwakke vraag”, zo verklaarde analist Nick Kounis van de ABN Amro tegenover Bloomberg. “Dit geeft de centrale bank een extra zetje om meer agressieve monetaire stimulering aan te kondigen tijdens de ECB bijeenkomst in maart.”

    Centrale banken proberen met een nog ruimer monetair beleid de inflatie aan te jagen, maar hun pogingen worden teniet gedaan door de daling van de olieprijs. Daardoor zijn veel producten goedkoper te produceren en daalt het algemene prijsniveau. Maar ook de kerninflatie, waarin de prijsontwikkeling van voedsel en energie niet zijn meegenomen, blijft al enige tijd opvallend laag.

    Vraaguitval leidt tot deflatie

    Centrale banken als de ECB en de Bank of Japan proberen met quantitative easing de inflatie aan te jagen, maar tot op heden zonder succes. Zowel in Japan als in de Eurozone worstelt de centrale bank met een inflatie van bijna nul procent, die soms zelfs omslaat in een milde deflatie. Ondanks een zeer ruim monetair beleid met negatieve rente en het maandelijks opkopen van staatsobligaties weten beide centrale banken de kredietverlening nog niet op gang te brengen.

    Het grote probleem lijkt dus niet aanbod gedreven te zijn, maar juist vraag gedreven. Er is meer dan genoeg liquiditeit beschikbaar, maar er is simpelweg geen vraag naar. Bedrijven zijn door de onzekere economische situatie terughoudend met het doen van investeringen. Ze lenen nog wel geld, maar dat wordt in veel gevallen gebruikt om eigen aandelen terug te kopen. Consumenten willen door de lage rente nog wel geld lenen, maar worden vaak tegengehouden omdat banken minder risico willen nemen. Ze verstrekken niet meer zo makkelijk een hypotheek als voor de crisis.

    inflation-eurozone

    Deflatie in de Eurozone, kunnen we meer stimulering van de ECB verwachten? (Grafiek via Bloomberg)

    Meer stimulering?

    Het is dus maar de vraag of meer stimulering gaat helpen. Het opkopen van staatsobligaties heeft zowel in Japan als in de Eurozone nog niet het gewenste effect gehad. Sterker nog, door staatsobligaties uit de markt te halen wordt het tekort aan kwalitatief goed onderpand alleen maar groter gemaakt! Vandaar dat verschillende landen tegen een negatieve rente kunnen lenen en dat u steeds minder rente over uw spaargeld krijgt…

    De ECB kan de effectiviteit van haar stimuleringsprogramma veel groter maken als ze ook slechte leningen van banken opkoopt. In landen als Italië, Spanje, Portugal en Griekenland stijgt het percentage slechte leningen in rap tempo. Dat maakt banken erg terughoudend bij het verstrekken van nieuwe leningen. Door deze slechte leningen over te nemen zullen banken gemakkelijker kredieten verstrekken. Het nadeel van deze aanpak is dat de ECB veel meer risicovolle leningen op haar balans krijgt en dat het ‘moral hazard’ bij de bankensector in de hand werkt.

    Een alternatief dat steeds vaker geopperd wordt is ‘QE for the people’, waarbij de centrale bank rechtstreeks geld overmaakt naar de burgers. Zij kunnen het geld naar eigen inzicht gebruiken om schulden af te lossen of te consumeren, een directe vorm van stimulering die waarschijnlijk veel sneller leidt tot een stijging van het prijspeil.

    In maart komt de ECB weer bijeen om het monetaire beleid te bespreken. Met het uitblijven van een hogere inflatie is de kans groot dat de centrale bank besluit meer van hetzelfde te doen, bijvoorbeeld door het maandelijkse bedrag te verhogen van €60 miljard naar €80 of €90 miljard per maand.

  • Olieprijs crasht, krijgt Mike Maloney gelijk?

    Mike Maloney voorspelde in 2010 dat de olieprijs in het geweld van een grote deflatoire crisis naar $10 per vat zou kunnen dalen. In een presentatie voor Russische bankiers legde hij uit dat de financiële crisis van 2008 nog maar het begin was van een veel grotere deflatoire crisis die vroeg of laat zou toeslaan. Is 2016 het jaar waarin de verwachtingen van Mike Maloney uitkomen?

    Over de economie van Rusland zei Maloney in 2010 het volgende:

    “Most of your government income comes from oil, I am going to show you that oil is going to crash, prices are going to come down and you are going to have a severe crisis here!”


    Lees ook:

    Tip: Maakt u zich zorgen over uw vermogen? Overweeg dan eens wat spreiding aan te brengen met fysiek goud. Door de geschiedenis heen heeft dit edelmetaal haar waarde weten te behouden, in tegenstelling tot veel valuta. Het is niet voor niets dat zelfs centrale banken nog steeds aanzienlijke goudreserves aanhouden. Wilt u goud kopen, Goudstandaard is een betrouwbare aanbieder van fysiek edelmetaal met mogelijkheden tot opslag dankzij AFM vergunning.