Tag: economie

  • Lezers Marketupdate zijn somber over Nederlandse economie

    Meer dan de helft van de lezers op Marketupdate zijn somber over het concurrentievermogen van de Nederlandse economie, zo blijkt uit de enquête die de afgelopen week op onze site stond. Ruim 56% is van mening dat ons concurrentievermogen fundamenteel is aangetast en dat ons land daarom uit de top tien van meest concurrerende economieën zal wegzakken. Nog eens 9% van de respondenten denkt dat we wel uit de top 10 wegzakken, maar dat we over een aantal jaar weer een betere positie zullen veroveren.

    Minder dan 11% van het totaal aantal respondenten is optimistisch en verwacht dat Nederland in de top 10 van meest concurrerende economieën zal blijven. Dat is betrekkelijk weinig in vergelijking met het optimisme dat er voor de crisis heerste over onze exporteconomie, die zich steeds meer moest gaan ontwikkelen als een kenniseconomie. Een aanzienlijk gedeelte van de respondenten heeft al geen belangstelling meer voor dit soort economische lijstjes, zo blijkt uit de enquête.

    Vorige week werd bekend dat Nederland dit jaar van de vijfde naar de achtste positie is gezakt op de wereldwijde ranglijst van het World Economic Forum. Door de financiële crisis hebben veel bedrijven een rem gezet op de investeringen in R&D en is de overheid gaan bezuinigen op subsidies voor innovatie.

    Morgen plaatst Marketupdate weer een nieuwe enquête. Suggesties zijn welkom, mail ze naar [email protected].

    Zakt Nederland uit de top tien van concurrerende economieën?

    Zakt Nederland uit de top tien van concurrerende economieën?  Meerderheid Marketupdate lezers denkt van wel…

  • Onze oosterburen gaan vastlopen

    Het valt moeilijk te ontkennen, dat Duitsland met veel succes de financiële crisis het hoofd heeft weten bieden. Het land heeft een lage werkloosheid en nagenoeg geen schulden. Maar eerst en vooral is Duitsland natuurlijk een industrieel bolwerk van de eerste orde.

    Zelfgenoegzaamheid

    Maar zoals altijd ligt ook bij onze Oosterburen de zelfgenoegzaamheid op de loer, nu het al zolang goed gaat. Daar kan juist de industrie slachtoffer van worden. Het succes ervan is deels gebaseerd op geluk, deels op de erkende historische kwaliteit en deels op recente hervormingen. Vooral onder Gerhard Schröder is hard gewerkt aan de flexibilisering van de arbeidsmark. Daardoor is de concurrentiekracht van het land alleen maar toegenomen.

    Factoren

    Maar die succesfactoren dreigen nu in het gedrang te komen. De grootste Duitse afzetmarkt, China, vertraagt economisch. De Chinese overheid probeert met wisselend succes de economie om te bouwen van investering gedreven naar consumptie gedreven. Voor het zover is, zal de vraag naar bijvoorbeeld luxe Duitse auto’s kunnen inzakken. En dat op een moment dat de lonen in Duitsland omhoog kruipen. In de centra van economische groei zijn eenvoudig weg te weinig handjes om al het werk te doen.

    Trends

    Los van deze recente factoren, gaan langlopende trend een steeds grotere rol spelen. Duitsland is vanaf het midden van de jaren negentig van de vorige eeuw gaan beknibbelen op zijn uitgaven voor onderwijs en R&D. Daarnaast zijn de zogeheten publieke investeringen structureel vertraagd. Dat kan de Duitsers geleidelijk gaan opbreken. Nu al begint het beroemde Duitse wegennet steeds meer gebreken te vertonen om van het spoorwegnet maar te zwijgen. Duitsers staan steeds vaker steeds langer stil en dat zijn alles bij elkaar oneindig veel onproductieve uren. Dat gaat ten koste van de productiviteit. Die beroemde Duitse productiviteit staat onder druk en is inmiddels gedaald naar het niveau van 2007. Dat is de grootste daling in de naoorlogse jaren. Een duidelijk negatieve factor daarbij is, dat de goed opgeleide Duitser in snel tempo aan het vergrijzen is. Bekwame opvolgers zijn echter schaars door de vermelde bezuinigingen in onderwijs in de volle breedte van de economie.

    Oplossingen

    Natuurlijk liggen de oplossingen voor de hand. Er moet meer geld naar infrastructuur, naar onderwijs en naar onderzoeksinstituten. De mogelijkheden daartoe zijn aanwezig. De Duitse belastingdruk is in de afgelopen jaren voortdurend gedaald en zou best wat omhoog kunnen zonder veel schade aan te richten. Zeker als de extra opbrengst gebruikt wordt om de productiviteit op de wat langere termijn veilig te stellen. Trouwens zelfs de strakke afspraken op Europees niveau geven Merkel nog mogelijkheden. De Duitse overheid mag een tekort kweken van 0,35%. Alles bijeen zijn er genoeg kansen om de budgeten een stuk te verhogen.

    Maar wat is de praktijk? In de aanloop naar de verkiezingen van 22 september bieden CDU/CSU en de SPD tegen elkaar op om de zuinigste van het hele land te zijn. Beide partijen bezweren de achterban dat ze komende jaren grote budgetoverschotten gaan kweken in plaats tekorten. De kans wordt steeds reëler dat Duitsland hier op niet al te lange termijn een hoge rekening gat betalen. Met zuinigheid alleen hou je geen eersteklas industriële sector in stand, die op meerdere terreinen wereldleider is. De Britten hebben een passende uitdrukking voor dit type verkeerde zuinigheid: penny wise pound foolish.

    Cor Wijtvliet

    Bron:

    Sebastian Dulien, the German miracle is running out of the road. Financial Times, August 30 2013

    >> Wilt u de dagelijkse column van Cor Wijtvliet zonder een dag vertraging ontvangen? Klik hier om u aan te melden voor de gratis Wijtvliets Investment Insider nieuwsbrief! <<

  • China slaat een nieuwe weg in

    Een van de zorgenkindjes van de huidige wereldeconomie is China. Na decennia lang met 9% à 10% gegroeid te zijn, neemt dat groeitempo in 2013 aanzienlijk af. Volgens de Chinese overheid komt de groei dit jaar uit op 7,5%, volgens anderen kan het wel eens 6% of nog iets minder worden. Zorgen genoeg, zou je denken, want het laatste wat een toch al wankelmoedige wereldeconomie kan gebruiken is een duidelijke vertraging in China.

    Scenario

    Er zijn echter nog meer moeilijkheden die het Chinascenario alleen maar donkerder maken. Banken zijn zwak en torsen torenhoge schulden en een vastgoedbubbel tekent zich af. Maar de grootste teleurstelling voor relatief ingewijden is, dat er geen tekenen zijn van een heroriëntatie van de Chinese economie. Beleidsmakers maken zich al jaren sterk om China niet een investeringsgedreven economie te laten zijn, maar een consumptiegedreven. Daar wordt al jaren druk over gepraat en vergaderd, maar er lijkt niet eens een eerste aanzet zichtbaar. In maart 2011 is daar zelfs een compleet Vijfjaren plan over in elkaar gezet.

    Transformatie

    Tevergeefs zo lijkt het. In het tweede kwartaal droeg consumptie slechts 2,5% bij aan de groei van het BBP, terwijl dat in het eerste kwartaal nog 3,4% bedroeg.

    Nee, zegt Chinakenner, Stephen Roach, er wordt wel degelijk vooruitgang geboekt, maar zo’n transformatie kost tijd, energie, strategisch denken en vooral veel geduld. Je moet bovendien wel weten, waar je op moet letten. Volgens Roach is het misschien niet zo verstandig om dan alleen maar naar de samenstelling van het BBP te kijken. Je moet veeleer letten op trends die uiteindelijk bepalend zijn voor de consumptie. Dan moet je vooral kijken naar de ontwikkeling van de Dienstensector. Dan is er wel degelijk aanleiding om hoopvol te zijn. Tussen 1980 en 2011 groeide die sector met gemiddeld 8,9% tegen 11,6% voor nijverheid en bouw. In 2013 zijn die bordjes voor het eerst verhangen. In de eerste helft van dit jaar groeide de dienstensector met 8,3% tegen 7,6% voor nijverheid en bouw.

    Diensten

    Diensten moeten een beslissende rol gaan spelen bij de transformatie. Diensten zijn traditiegetrouw heel arbeidsintensief. Dat betekent dat de economie veel minder hard hoeft te groeien om toch meer banen te scheppen om zo de armoede in het land te verminderen. Er is dus geen 10% meer nodig, maar slechts 7% – 8%. Meer banen in de dienstensector leggen tevens de basis voor een meer op consumptie gerichte samenleving. Meer banen kunnen bovendien een bijdrage leveren aan de grote tegenstellingen in de Chinese maatschappij. Een laatste voordeel is, dat de vervuiling van het milieu nu serieus aangepakt kan worden. Het aanhoudend hoge niveau van investeringen in de nijverheid maakte van het milieubeleid tot voor kort een wassen neus.

    In de visie van Stephen Roach is de Chinese economie allesbehalve aan het wegzakken. Wel is die op een keerpunt beland. Het begin van dat keerpunt is volgens hem in de trends in de dienstensector te vinden en niet in de samenstelling van het BBP. Maar hij ziet meer jonge twijgen. Zo gebruikt de centrale bank al haar macht en invloed om de excessieve kredietverlening in te dammen en ook op de woningmarkt worden stappen gezet die de discipline moeten bevorderen en tegelijkertijd de markt moet moderniseren. Het is nu afwachten of optimist Roach het gelijk aan zijn kant heeft, of de notoire zwartkijkers.

    Cor Wijtvliet

    Bron:
    Stephen Roach, Misreading Chinese rebalancing. Project-syndicate July 29 2013.

    >> Wilt u de dagelijkse column van Cor Wijtvliet zonder een dag vertraging ontvangen? Klik hier om u aan te melden voor de gratis Wijtvliets Investment Insider nieuwsbrief! <<

     

  • “Gebruik pensioen voor aflossing restschuld”

    Het FD publiceerde vandaag een interview met Lans Bovenberg, hoogleraar economie aan de Universiteit van Tilburg. In het interview zegt Bovenberg dat het tijd is voor onorthodoxe maatregelen, omdat het economische herstel in Nederland beduidend langzamer gaat dan in andere Europese landen. De Nederlandse economie wordt volgens de hoogleraar geplaagd door onderbestedingen van consumenten, wat het gevolg is van de stijgende werkloosheid en de dalende huizenprijzen. Consumenten zijn onzeker en sparen meer dan voor de crisis, terwijl er tegelijkertijd veel geld opzij gezet moet worden voor het pensioen.

    Volgens Bovenberg wordt onze economie geplaagd door de ‘spaarparadox’ van Keynes. Burgers en bedrijven willen hun schulden omlaag brengen en consumeren en investeren daarom minder. Dat terwijl er veel geld ‘gevangen’ zit in de pensioenpotten. Bovenberg roept daarom op tot een verlaging van de pensioenpremies, zodat de consumptieve bestedingen en investeringen weer een impuls krijgen. Die impuls kan zorgen voor extra economische activiteit en daarmee meer bedrijvigheid en banen.

    Restschuld wegwerken

    Voor huishoudens die ‘onder water’ staan met hun eigen woning moeten volgens de hoogleraar ook maatregelen getroffen worden. Hij stelt voor dat deze huishoudens hun pensioenvermogen gebruiken om de restschuld weg te werken. “Ik zie wel dat dit uitvoeringsproblemen geeft, maar het macro-economische belang is nu zo groot, dat het kabinet naar onorthodoxe maatregelen moet kijken”, aldus Bovenberg. Fiscaal is dat lastig te regelen door de zogenaamde ‘doorsneesystematiek’ waarmee de individuele pensioenopbouw wordt berekend.

    Door restschulden af te lossen verkleinen huishoudens niet alleen hun eigen schulden, ook versterken ze de balans van banken. Nederland telt inmiddels al een miljoen huishoudens die onder water staan. Dat is een groeiende risicofactor op de balans van Nederlandse bankensector.

    Dekkingsgraad

    Het terugbrengen van de minimale inleg voor het pensioen kan de economie stimuleren, bijvoorbeeld door extra consumptie en investeringen. Maar men moet niet vergeten dat het pensioen een appeltje voor de dorst moet zijn voor de oude dag. Wat blijft daar nog van over als we korten op de inleg? Volgens Bovenberg moet dat probleem niet overschat worden. Hij zegt er het volgende over in het Financieele Dagblad:

    “Het pensioenstelsel moet minder procyclisch worden, met een stabielere rekenrente, door schokken langer uit te smeren en door de premies te stabiliseren. Dat kan door de pensioenopbouw invers te laten variëren met de kosten van de opbouw. Als de rekenrente laag is, moet je minder pensioen inkopen.’”

    Door de lage rente is het weinig zinvol om nu veel geld in te leggen. Het rendeert nauwelijks en daarom kan het volgens Bovenberg beter benut worden om schulden af te lossen en de bestedingen op te schroeven. Het Nederlandse consumentenvertrouwen is vergelijkbaar met dat van de zwakste landen uit de Eurozone, terwijl we tegelijkertijd heel vermogend zijn met goed gevulde pensioenpotten.

    Pensioenen

    De Nederlandse bevolking heeft gezamenlijk €1.000 miljard gespaard via pensioenfondsen. Geld dat zoekt naar rendement, terwijl de rente op dit moment extreem laag staat. Juist die lage rente maakt het interessant om naar alternatieven te kijken. Volgens Bovenberg is het verlagen van de pensioenpremie om de economie te stimuleren een goed alternatief.

    Bron: FD

  • Nederlandse schulden groeien sneller dan economie

    De Nederlandse schuld is vanaf 1990 veel sneller gegroeid dan de economie, zo blijkt uit gegevens van Eurostat. In 2011 was de publieke en private schuld samen 2,5x zo groot als in 1990. Dat terwijl de economische groei, uitgedrukt als het Bruto Binnenlands Product (BBP), over dezelfde periode met slechts 57% is toegenomen. In het jaar 1991 leverde elke euro extra schuld nog bijna €0,30 economische groei op. De laatste jaren is dat aanzienlijk minder. Helaas heeft Eurostat nog niet alle data van 2012 beschikbaar, maar cijfers uit 2011 laten zien dat iedere euro die geleend werd nog maar €0,16 aan economische groei produceerde!

    Schulden versus economische groei Nederland
    Schulden versus economische groei Nederland

    Verenigde Staten

    Het fenomeen van schulden die sneller groeien dan de economie zien we ook in de Verenigde Staten. Onlangs plaatsten we op Marketupdate een soortgelijke grafiek van de schuldenproblematiek van de VS. Daar is het probleem nog veel groter, want sinds 2001 levert iedere $1 extra schuld nog maar $0,08 aan economische groei op! In de eerste jaren na de Tweede Wereldoorlog zorgde elke geleende dollar nog voor $4,61 groei in het GDP. Onderstaande grafiek laat zien dat Amerika in een vergevorderd stadium van schuldverzadiging verkeert.

    Totale schuld VS en GDP
    Totale schuld VS en GDP (Bron: St. Louis Fed)

    Meer niet-productieve schulden

    Vanaf de jaren negentig kwam er steeds meer onproductieve schuld in de Nederlandse economie. De rente ging langzaam weer omlaag en banken werden soepeler met het verstrekken van hypotheken. Het gevolg was een jarenlange stijging van de huizenprijzen, waardoor men zich steeds dieper in de schulden moest steken om een woning te kunnen kopen. Veel ‘waarde’ ging zitten in bakstenen en circuleerde niet in de economie. Door de financiële crisis vlakte de groei van de Nederlandse economie verder af, terwijl de schulden door de lage kapitaalmarktrente alleen maar verder zijn gestegen.


    De staatsschuld van Nederland is nog relatief laag, maar de schuld van Nederlandse huishoudens is buitensporig hoog. Onderstaande grafiek laat zien hoeveel schulden Nederlandse huishoudens hebben in verhouding tot hun inkomen (vergeleken met een aantal andere Europese landen). We lenen gemiddeld ruim 2,5x ons inkomen, veel meer dan onze buurlanden.

    Private schulden van huishoudens in verhouding tot inkomen
    Private schulden van huishoudens in verhouding tot inkomen

  • ‘Vier op de vijf Amerikanen bekend met armoede’

    Vier op de vijf volwassen Amerikanen zegt wel eens een periode in armoede te hebben geleefd. Dat blijkt uit een onderzoek van Associated Press (AP) onder een doorsnede van de Amerikaanse bevolking. De onderzoekers concluderen dat de VS, als gevolg van de economische globalisering, veel goedbetaalde banen in de industrie is kwijtgeraakt. Mede daardoor is de inkomensongelijkheid toegenomen.

    Vooral onder de blanke Amerikanen wordt de economische crisis steeds meer gevoeld, zo concluderen onderzoekers van de Washington University. Het pessimisme onder deze groep ten aanzien van de economische vooruitzichten is sinds 1987 niet meer zo groot geweest als nu. Uit de laatste peiling van AP-GfK kwam naar voren dat 63% van de blanke Amerikanen de economische situatie slecht noemt.

    AP geeft het voorbeeld van een Amerikaanse vrouw die wat bijverdient met een groente- en fruitwagen. Het levert haar maar weinig geld op, want ze is nog steeds voor het grootste gedeelte van haar in komen afhankelijk van een uitkering. Ze zegt dat er maar weinig banen te vinden zijn en dat deze ook niet veel inkomsten opleveren.

    Allemaal even arm

    Dat de economische crisis ook steeds meer blanke Amerikanen treft blijkt ook uit de cijfers. Hoewel de armoede onder etnische minderheden nog steeds relatief groot is wordt het verschil met de blanke Amerikanen steeds kleiner. Sinds 1970 is het verschil in welvaart tussen deze twee groepen substantieel verslechterd. Uit de cijfers blijkt dat 76% van de blanke Amerikanen ergens in hun werkende leven ‘economische onzekerheid’ hebben gekend. Economische onzekerheid wordt beschreven als een periode van minstens één jaar waarin men [1] afhankelijk is geweest van een uitkering of voedselbonnen, of [2] een inkomen had lager op 150% of minder van de armoedegrens of [3] een periode werkloos is geweest. Voor de totale Amerikaanse bevolking ligt dit percentage op 79%. Meer dan 19 miljoen blanke Amerikanen vallen onder de armoedegrens van $23.021 per jaar voor een gezin van vier.

    De kans om in armoede te belanden is substantieel toegenomen, zo blijkt uit het onderzoek van AP. Tussen 1969-1989 had de leeftijdscategorie van 35 tot 55 jaar een kans van 17% om een fase van armoede mee te maken. Voor de periode van 1989-2009 is dat toegenomen tot 23%. Voor Amerikanen in de leeftijdscategorie 45 tot 55 jaar is de kans op armoede gestegen van 11,8 (1969-1989) naar 17,7 (1989-2009) procent.

    Dat de armoede in Amerika toeneemt is een zorgelijke ontwikkeling. Voorheen was de armoede onder blanke Amerikanen relatief klein, maar de crisis maakt inmiddels geen onderscheid meer. AP schrijft dat er voor het eerst sinds 1975 meer blanke dan zwarte alleenstaande moeders onder de armoedegrens leven. De armoede in gezinnen en woonwijken heeft een negatieve invloed op de jongste generatie. De kans dat ze op jonge leeftijd school verlaten of kinderen krijgen wordt steeds groter, zo concluderen de onderzoekers.

    Economische onzekerheid Amerikanen neemt toeKans op een periode van economische onzekerheid groeit met leeftijd, aldus het AP

  • Grafiek: Schulden China groeien harder dan economie

    Volgens analist Wei Yao van het Franse SocGen is de trend van de afgelopen vijf kwartalen niet uniek, maar wel zorgelijk. Het percentage wanbetalingen en betalingsachterstanden op kredieten van bedrijven en lokale overheden kan volgens hem niet meer genegeerd worden. De stijging van de financieringskosten op het macro-economische niveau is volgens de analist veel groter geweest dan de onderliggende economische groei kan dragen. Zero Hedge vergelijkt het met een groeiende sneeuwbal van niet-rendabele schulden en spreekt zelfs van een dreigend ‘Minsky moment’.

    Kredietgroei groter dan de economische groei (Afbeelding via Zero Hedge)

    ‘Minsky moment’

    Econoom Minsky introduceerde deze term om het plotselinge moment aan te duiden waarop de papieren waarde van bezittingen in elkaar klapt. Het is een onderdeel van de kredietcyclus of de bedrijfscyclus. Het is het moment waarop de cashflows van bezittingen niet meer voldoende zijn om de financieringskosten van deze bezittingen te dragen. Het is het punt waarop de economie volledig verzadigd is met schulden en daardoor niet meer kan groeien. In het Minksy moment worden bezittingen massaal van de hand gedaan en vlucht men in cash. Bezittingen worden daardoor opeens veel minder waard.

    In het eerste kwartaal van 2013 was er een jaar-op-jaar kredietgroei van 20%, terwijl de economie in dezelfde periode slechts met 10% groeide. Zoals onderstaande grafiek laat zien is het gat sinds begin 2012 weer toegenomen, maar is de situatie vandaag de dag nog lang niet zo dreigend als in 2009 en 2010. Desondanks moeten we ons ook nu zorgen maken, zo schrijft de analist van SocGen.

    Schuldengroei > economische groei

    Sinds 2009 was de kredietgroei in China vrijwel continu groter dan de nominale economische groei, met uitzondering van slechts één kwartaal (Q4 2011). In de jaren daarvoor groeide het GDP in meer dan de helft van de gevallen sneller dan de hoeveelheid kredieten. In 2009 groeide de hoeveelheid kredieten razendsnel door stimulerend beleid van de regering. Na het uitbreken van de financiele crisis werd ook in China pogingen ondeomen om een deflatoire depressie te voorkomen. Door goedkope kredieten te verstrekken kreeg de economie weer een nieuwe impuls. De rekening voor al die extra leningen werden naar de toekomst geschoven.

    De schuldenexpansie vereist een productieve aanwending van krediet en een sterke private sector. Onderstaande tabel laat zien hoe de bedrijfskredieten zijn opgebouwd in China en wat de gemiddelde rentes en looptijden van deze kredieten zijn. Eind vorig jaar hadden de bedrijfskredieten een omvang van 145 tot 150 procent van het GDP. Als de verschillende soorten kredieten naar verhouding worden meegewogen blijkt dat de totale financieringskosten (aflossing + rente) in 2012 29,9% van het GDP waren.

    Totale financieringskosten met aflossing is al bijna 30% van het GDP (Afbeelding via Zero Hedge)

    De analist van SocGen verwijst naar een studie van de BIS, waaruit blijkt dat er in het verleden meer vergelijkbare gevallen zijn geweest met een slechte afloop. Voorbeelden zijn Finland (begin jaren ’90), Korea (1997), het Verenigd Koninkrijk en de VS (2009). De toenemende schulden drukken steeds meer op de economische groei. Ook China begint daar meer last van te krijgen. Dat zien we al aan de teruglopende groeipercentages van de Chinese economie van de laatste tijd.

  • Achttien documentaires over de economische crisis

    De volgorde van onderstaande documentaires lijkt willekeurig te zijn, dus scroll gerust naar beneden. Vooral Money as Debt, The Money Masters en de Secret of Oz kan ik van harte aanbevelen. Maar ook de andere documentaires zijn de moeite waard (ik heb ze bijna allemaal zelf gezien).

    1. Overdose: The Next Financial Crisis – Geregisseerd door Martin Borgs (46 min.)

    2. 97% Owned – Geregisseerd door Peter Joseph (2:10 uur)

    3. Money as Debt I – Geregisseerd door Paul Grignon (47 min.)

    4. Money as Debt II – Geregisseerd door Paul Grignon (1:02 uur)

    5. Money as Debt III – Geregisseerd door Paul Grignon (1:16 uur)

    6. The Ascent of Money door Niall Ferguson (4:30 uur)

    7. Fiat Empire – Why the Federal Reserve Violates the U.S. Constitution – Geregisseerd door Matrixx Entertainment Corporation (58 min.)

    8. Money, Banking and the Federal Reserve System – Geproduceerd door het Ludwig von Mises Institute (42 min.)

    9. The Crash of 1929 – Geproduceerd door Ellen Hovde en Muffie Meyer (1 uur)

    10. Enron, the Smartest Guys in the Room – Geregisseerd door Alex Gibney (1:49 uur)

    11. Meltdown – The Secret History of the Global Financial Collapse – Geregisseerd door Doc Zone (44 min.)

    12. The Take – door Avi Lewis (1:20 uur)

    13. The Money Masters – Geregisseerd door Bill Still (3:30 uur)

    14. I.O.U.S.A. – Geregisseerd door Patrick Creadon (45 min.)

    15. The Last Days of Lehman Brothers (59 min.)

    16. The Crash Course – door Chris Martenson (2:30 uur)

    17. Debt Collapse – door Mike Maloney (1:30 uur)

    18. The Secret of Oz – Geregisseerd door Bill Still (1:56 uur)