Tag: gesprek

  • Georgette Boele: “Trend goudmarkt fundamenteel gedraaid”

    Marketupdate interviewde analiste Georgette Boele van de ABN Amro naar aanleiding van haar nieuwe koersdoel voor goud. Hield ze begin december nog rekening met een verdere daling van de goudprijs naar $900, nu voorziet ze een stijging richting $1.300 per troy ounce tegen het einde van dit jaar. Marketupdate sprak met Georgette Boele over deze plotselinge koerswijziging en over de goudmarkt in het algemeen. Is dit het begin van een nieuwe bull market in goud? En waarom blijven centrale banken goud kopen?

    1. Waarom heeft u het koersdoel voor goud herzien?

    “Het komt wel vaker voor dat de goudprijs aan het begin van het jaar sterk stijgt, maar deze keer brak goud door het 200-daags gemiddelde en bleef de goudprijs op een hoger niveau. Deze ontwikkeling, gecombineerd met de verwachting dat de Federal Reserve de rente dit jaar waarschijnlijk niet zal verhogen en andere banken een agressiever monetair beleid zullen voeren, heeft mij doen besluiten het koersdoel voor goud te herzien naar $1.300 per troy ounce.”

    2. Is de stijging van de goudprijs tijdelijk of denkt u dat er een fundamentele verandering heeft plaatsgevonden in het sentiment ten aanzien van goud?

    “Ik denk dat de trend in de goudmarkt een fundamentele draai gemaakt heeft, die voor een groot gedeelte het gevolg is van de negatieve rente. Daardoor wordt goud – een belegging die geen rente oplevert – opeens een interessante belegging. We zien ook weer meer beleggers die vanwege de lage rente besluiten nu weer in goud te stappen. Technisch gezien is er overigens nog geen sprake van een kentering in de goudmarkt, die is er pas als de prijs van een troy ounce weer boven de $1.500 staat.

    We waren eind vorig jaar ook op een punt gekomen waarop de goudmijnsector amper het hoofd boven water kon houden. De mijnen zijn bezig met herstructureren, waardoor het aanbod van goud onder druk komt te staan. Deze ontwikkeling is ook positief voor goud.”

    3. Welke factoren zijn voor u het belangrijkste bij het bepalen van uw koersdoel voor goud?

    “Waar de goudmarkt tot 2003 vooral bepaald werd door vraag en aanbod van fysiek edelmetaal (goudbaren, munten en sieraden) wordt de markt sindsdien meer en meer bepaald door beleggers en speculanten die via een groot aanbod van producten in goud kunnen beleggen. De vraag naar goud als beleggingsobject (al dan niet via afgeleide beleggingsproducten) is heel sterk gestegen ten opzichte van 2000, terwijl de vraag naar sieraden is afgenomen.

    Wereldwijd zien we in de goudmarkt het marktaandeel van sieraden dalen, terwijl het marktaandeel van gouden munten en goudbaren juist toeneemt. Zelfs in China zien we deze verschuiving richting goud als beleggingsobject. We zien over het algemeen een opgaande trend in de vraag naar goud als belegging. Deze vraag is veel minder stabiel. Hierdoor heeft de vraag naar sieraden heeft dus veel minder invloed op de goudprijs dan de vraag naar goud als beleggingsobject.

    Omdat goud zich meer en meer als een financiële asset is gaan gedragen reageert de goudprijs vandaag de dag veel sterker op de ontwikkeling van de rente, dollar en onzekerheid in de financiële markten. Goud is zich meer gaan gedragen als een veilige haven voor beleggers, oftewel een risk-on asset.”

    4. Wat zijn de komende jaren de meest bepalende factoren voor de goudprijs?

    “Het belangrijkste is uiteindelijk wat de dollar gaat doen. De afgelopen jaren is de dollar sterk gestegen en stond de goudprijs onder druk. Het dieptepunt werd in december vorig jaar bereikt, toen de goudprijs met het vooruitzicht van een geleidelijke renteverhoging in de VS richting de $1.050 per troy ounce zakte.

    Momenteel zie ik weinig opwaarts potentieel voor de dollar. Over termijn is een daling van de munt waarschijnlijker. Dat is positief voor goud. Maar mijn verwachting is dat de Federal Reserve in 2017 de rente weer zal verhogen. Daarom heb ik het koersdoel voor goud voor volgend jaar op $1.300 per troy ounce laten staan.”

    5. Waarom kopen centrale banken de laatste jaren zoveel goud?

    “Centrale banken zoeken diversificatie en voegen daarom goud aan hun reserves toe. Maar ik zoek daar verder niet veel achter. Het goud vormt nog steeds maar een fractie van de totale reserves van centrale banken. Rusland koopt bijvoorbeeld goud op van de mijnen om de goudmijnsector van het land te ondersteunen.”

    6. Tot 1971 was goud het anker van het dollarsysteem. Verwacht u dat goud in de toekomst weer een grotere rol zal vervullen in het wereldwijde monetaire systeem?

    “Ik zie niet gebeuren dat landen op een gegeven moment weer zullen terugkeren naar een goudstandaard. Ook verwachting ik niet dat ze goud zullen gaan gebruiken voor internationale betalingen. China wil haar eigen munt promoten als alternatieve wereldmunt en heeft juist aansluiting gezocht bij de SDR.”

    7. Onlangs werd bekend dat Iran olie in euro’s wil verhandelen. Ook lezen we de laatste jaren steeds vaker berichten dat landen hun afhankelijkheid van de dollar willen verkleinen en in andere valuta willen handelen. Dat zou niet positief zijn voor de dollar en mogelijk dus positief voor goud. Hoe ziet u dat?

    “Het is niet voor het eerst dat ik zulke dingen lees. Let ook goed op de timing van dit soort nieuwsberichten. Ze komen vooral op momenten dat de dollar onder druk staat. Maar in de praktijk zien we juist dat het marktaandeel van de dollar in de wereldwijde valutareserves is toegenomen. Zowel in absolute als in relatieve zin. Het marktaandeel van de euro daarentegen daalde juist wat.”

    bloomberg-euro-share-forex-reserves

    Marktaandeel euro in totale valutareserves daalt (Bron: IMF, via Bloomberg)

    8. Denkt u dat de goudprijs gemanipuleerd wordt?

    “Het is opvallend dat vooral berichten over manipulatie van goud de gemoederen bezighouden. Ik lees deze berichten ook, maar ik hecht er eerlijk gezegd niet zoveel waarde aan. Het helpt mij niet in het formuleren van koersdoelen voor goud.

    Ik denk dat de grote hoeveelheid berichten over manipulatie van de goudprijs kenmerkend is voor de mensen die heilig in goud geloven en die het als volledig risicovrije belegging zien.”

    9. Vindt u dat spaarders er, gezien de lage rente, momenteel verstandig aan doen  fysiek goud te kopen?

    “Goud gedraagt zich als een risk-on asset en wordt door beleggers gezien als een aantrekkelijke investering tegenover andere beleggingen. Als je echt denkt dat het echt mis gaat met het financiële systeem, dan verdient fysiek goud de voorkeur boven afgeleide beleggingsproducten zoals ETF’s die een tegenpartij risico hebben. Mijn voorkeur gaat in dat geval uit naar gouden munten, omdat die makkelijk verhandelbaar zijn. Ook kunnen gouden munten in crisistijd tijdelijk als betaalmiddel gebruikt worden.”

    Boele-Georgette-350x350Georgette Boele is coördinator van valuta en edelmetalen strategie bij het Economisch Bureau van ABN AMRO. Boele heeft zelf geen posities in goud. Klik hier voor het laatste rapport van Georgette Boele.

  • Uitgelicht: Marketupdate in gesprek met ‘Koos Jansen’

    Uw redacteur sprak onlangs met Koos Jansen, goudanalist bij BullionStar. Tijdens het eten spraken we over de Chinese goudmarkt en over de rol van goud in het monetaire systeem. En hoe kijkt hij naar de ontwikkeling van de goudprijs? Lees het gesprek met de goudanalist die in korte tijd een autoriteit werd op het gebied van edelmetalen.

    Marketupdate in gesprek met ‘Koos Jansen’

    De laatste keer dat we elkaar spraken publiceerde je artikelen op je eigen blog “In Gold We Trust”. Inmiddels schrijft je voor BullionStar, een grote goudhandelaar uit Singapore. Hoe ben je daar terechtgekomen?

    Zoals je weet deed ik in 2013 en 2014 al veel onderzoek naar de Chinese goudmarkt. Ik was daarvoor werkzaam als geluidstechnicus, maar door lichamelijke klachten kon ik niet meer werken. Ik had daardoor opeens veel tijd om onderzoek te doen. Toen ben ik me, geïnspireerd door de financiële crisis en de commentaren van Willem Middelkoop, gaan verdiepen in de goudmarkt. Al snel kwam ik uit bij de Chinese goudmarkt, omdat daar nog maar weinig over geschreven werd.

    koos-jansenIk analyseerde de cijfers van de Shanghai Gold Exchange en bestudeerde daarnaast talloze publicaties van de Chinese autoriteiten over goud. Daarover besloot ik te schrijven op mijn eigen blog dat ik lanceerde in 2013. Het duurde niet lang voordat ik werd opgemerkt door de grote internationale blogs en ik in contact kwam met bronnen in China die mij verder konden helpen met inzichten over de Chinese goudmarkt.

    Ik kwam tot de ontdekking dat de Chinese goudmarkt zich concentreert op de Shanghai Gold Exchange (SGE) en dat de fysieke uitlevering via deze goudbeurs een goede indicatie geeft van de totale vraag naar goud in China. Met de uitleveringen van de SGE als uitgangspunt concludeerde ik dat de jaarlijkse vraag in 2013 naar fysiek goud in China ongeveer op 2.200 ton moest liggen, terwijl de World Gold Council en andere onderzoeksbureaus de Chinese vraag naar goud op ongeveer 1.000 ton becijferden.

    Mijn bevindingen werden bevestigd door Xu Luode, topman van de Shanghai Gold Exchange. Tijdens een conferentie van de LBMA in Singapore in 2014 zei hij dat de Chinese vraag naar goud in 2013 meer dan 2.000 ton groot was. Dat cijfer lag veel dichter bij mijn inschatting dan bij die van de World Gold Council.

    BullionStar was aanwezig op deze LBMA conferentie en hoorde dus uit eerste hand dat ik op het goede spoor zat. Daarom wilden ze graag dat ik voor hun ging werken. Deze kans heb ik gegrepen en zo werd in goudanalist voor BullionStar.

    Je interesse voor goud werd een paar jaar geleden gewekt door Willem Middelkoop. Inmiddels doe je al een paar jaar onderzoek en schrijf je voor een groot publiek. Wat heb je hiervan geleerd?

    Ik ben inderdaad via Willem Middelkoop op het goudspoor terechtgekomen. Toen ik eenmaal een baan had in de goud wereld gaf hij me exposure in de media, dus ik heb veel aan hem te danken. Verder heb ik door de jaren heen verschillende blogs afgestruind en heel veel boeken gelezen over zowel goud als zilver. Een voorbeelden van wat ik heb geleerd in dit vak is het dubbel controleren van alle bronnen en heel goed nadenken of je iets daadwerkelijk snapt voordat je het opschrijft, in plaats van stellingen van andere klakkeloos overschrijven.

    Het is mij opgevallen dat er in de ‘blogosphere’ heel veel dingen voor waar worden aangenomen en dat geruchten al snel als waarheid gebracht worden. Veel blogs schrijven elkaars werk over en doen vrijwel geen moeite om zich echt in de materie te verdiepen en zelf in de cijfers te duiken. Dat terwijl het vaak toch vrij gemakkelijk is om goede informatie te vinden.

    Shanghai-Gold-ExchangeJe kunt in deze wereld absoluut het verschil maken als je je eigen onderzoek doet en je de belangrijke cijfers voor het grote publiek inzichtelijk maakt. Dat heb ik gedaan met de Chinese goudmarkt en dat doe jij ook op Marketupdate. Het is heel makkelijk om alles zomaar over te nemen van andere blogs, maar lang niet alles van wat zij schrijven is even accuraat.

    Wat ik de afgelopen jaren geleerd heb is dat er heel veel indianenverhalen over goud en zilver in de wereld zijn gebracht. Verhalen dat de voorraden goud en zilver binnen afzienbare tijd opraken, dat er een run komt op het goud en zilver van de COMEX en dat een ‘default’ daarom ieder moment om de hoek ligt en dat langere levertijden van zilveren munten zouden wijzen op een schaarste aan fysiek zilver. Dat is nog maar het topje van de ijsberg van alle verhalen die rondgaan op blogs, maar die zelden of nooit goed onderbouwd worden.

    Laatst stuurde iemand mij door dat de Chinese centrale bank al over 20.000 ton goud beschikt, maar er werd opnieuw geen enkel bewijs van geleverd. Ik heb hier toen een stuk over geschreven om deze fabel te ontkrachten – want veel blogs hadden de mythe al overgenomen en het werd al bijna voor een feit aangenomen onder lezers. In hetzelfde straatje geef ik het voorbeeld van de repatriëring van de Duitse goudvoorraden uit de VS. Opeens gingen er geruchten rond dat de repatriëring was stopgezet, maar dat bleek helemaal niet het geval te zijn.

    Deze voorbeelden geeft maar aan hoe voorzichtig je moet zijn en hoe belangrijk het is om je eigen onderzoek te doen. Probeer zelf in de cijfers te duiken en de officiële publicaties te lezen en wees kritisch naar alle verhalen die je op internet leest.

    Deze zomer zijn we getuige geweest van een enorme beursrally in China, gevolg door een grote correctie die tot in Europa en de VS gevoeld werd. De Shanghai Composite is vanaf het hoogtepunt in juni met meer dan 30% gedaald. Hoe kijk je naar deze ontwikkeling? Wat mij vooral is opgevallen is dat de Chinese overheid en centrale bank heel erg ver zijn gegaan om de beursdaling tegen te houden. Er kwam een verkoopverbod op aandelen, pensioenfondsen werden gestimuleerd aandelen te kopen en de centrale bank injecteerde een paar honderd miljard in de bankensector om de verkoopdruk op de aandelenmarkt te verlagen. De Chinese autoriteiten maken zelfs jacht op 'speculanten' die de beursdaling zouden hebben aangewakkerd door negatief nieuws te verspreiden. De manier waarop China de beurscrash heeft aangepakt laat zien dat de overheid nog steeds moeite heeft om de controle uit handen te geven en de vrije markt zijn werk te laten doen. Dat is opmerkelijk, want de afgelopen jaren heeft het land juist geprobeerd haar kapitaalmarkt open te stellen voor buitenlandse investeerders. Door op deze manier in te grijpen schrik je buitenlandse investeerders juist af. Want hoe liquide zijn je aandelenposities op de Chinese beurs als je bij een grote koersdaling je aandelen niet kunt verkopen? De Chinese centrale bank heeft onlangs de yuan gedevalueerd, naar verluid om haar exportpositie te versterken. Wat vond je van dit besluit? Het heeft niet helemaal goed uitgepakt, want er is nu dusdanig veel druk op de munt komen te staan dat Chinese centrale bank veel dollars moet verkopen om de pariteit tussen renminbi en de dollar te verdedigen. Wat ze misschien beter hadden kunnen doen was de munt helemaal loslaten, vrij laten zweven. Dan was hij waarschijnlijk meer gedaald, waardoor de Chinese export weer een zetje krijgt. Tegelijkertijd bied goud het Chinese volk een bescherming van koopkracht. Maargoed, de Chinese overheid durfde dit niet aan, we gaan zien wat de toekomst brengt... De devaluatie was te klein om een merkbare impact te hebben op de concurrentiepositie van Chinese bedrijven, maar groot genoeg om nieuwe twijfel te zaaien over de kracht van de Chinese economie. Krampachtig handelen van de Chinese overheid is wat mij betreft niet de juiste koers. De afgelopen jaren zijn de prijzen van goud en zilver behoorlijk gezakt. Wat verwacht je in de toekomst van deze edelmetalen? Ik heb nog steeds hoge verwachtingen van goud. China heeft de afgelopen jaren veel goud gekocht en zal dat de komende jaren denk ik nog wel blijven doen. Het edelmetaal zal een belangrijke rol spelen in de hervorming van het monetaire systeem, omdat centrale banken veel goud op de balans hebben staan en opkomende grootmachten als China en Rusland hun positie in goud al jaren uitbreiden. Dat er vanuit een internationaal strategisch oogpunt naar goud wordt gekeken blijkt ook uit de brief die Jan Kees de Jager in 2011 naar de Tweede Kamer stuurde naar aanleiding van vragen over de Nederlandse goudvoorraad en over de grootschalige goudverkopen van Europese centrale banken in de jaren negentig. In deze brief verklaarde de Jager, toenmalig minister van Financiën, dat Nederland relatief veel goud had in verhouding tot de rest van de wereld en dat toen besloten is de goudhoeveelheid meer in lijn te brengen met andere belangrijke goudhoudende landen. Dit soort publicaties, samen met de documenten van Chinese autoriteiten, bevestigt dat de rol van goud allesbehalve is uitgespeeld in het monetaire systeem. Het edelmetaal is nog steeds ondergewaardeerd.Wat de goudprijs op korte termijn gaat doen, dat is vrijwel niet te voorspellen. Daarvoor zijn er teveel variabelen die een rol spelen. Maar op de lange termijn denk ik dat goud in waarde zal stijgen.

    russian-goldbars

    Koos Jansen: "Het edelmetaal zal een belangrijke rol spelen in de hervorming van het monetaire systeem"

    Zilver ben ik minder fan van. Anders dan bij goud zie ik geen goede reden waarom zilver een centrale rol gaat spelen in de financiële wereld. Ik heb een paar maanden geleden wat handels gegevens van het Verenigd Koninkrijk bekeken en het leek erop dat er geen tekorten waren. Dat de premies op zilveren munten stijgen heeft te maken met de gelimiteerde productiecapaciteit van munthuizen. Ook verwacht ik niet dat zilver (en goud) zullen terugkeren als betaalmiddel. De tijd dat we gouden en zilveren munten gebruikten bij de bakker ligt achter ons. Ook een klassieke goud standaard zie ik niet zo snel gebeuren. Het feit dat centrale banken wel goud, maar geen zilver als reserve aanhouden maakt mij enthousiaster over goud. Je hebt inmiddels wereldwijd bekendheid gekregen als goudanalist. Hoe wil je jezelf de komende jaren verder ontwikkelen? Het grappige is dat ik dus helemaal geen achtergrond heb ik economie of financiële markten. Ik wil daarom meer leren over alles wat relevant is voor mijn onderzoek naar de goudmarkt, zoals de werking van futures markten, opties, repurchase agreements, swaps en dergelijke. Ook wil ik bestuderen hoe de COMEX precies werkt. Er wordt heel veel over geschreven, maar er zijn maar weinig mensen die echt weten waar het over gaat. Ook wil ik de verbanden tussen verschillende markten beter leren begrijpen en wil ik meer economische invalshoeken bestuderen. Ik heb al vele studie boeken klaar liggen. Een aantal daarvan gaan echt diep in op de materie. Ook gaat het lichamelijk weer een stuk beter. Ik kan weer lopen en fietsen en dat betekent dat ik meer naar buiten toe kan treden. Ik zou graag conferenties willen bijwonen. Ook lijkt het me erg interessant om een keer een LBMA conferentie bij te wonen en persoonlijk de mensen te spreken waar ik over schrijf. Misschien zou ik zelfs een maand of langer in Singapore willen werken bij mijn collega's van BullionStar.

  • Frank Knopers over Bitcoin, geld en goud

    De hoofdredacteur van Marketupdate werd deze week geïnterviewd door Paul Buitink van deBitcoin.org. In dit gesprek geeft Frank zijn mening over goud, geld en bitcoin. Hoe verhouden deze drie zich tot elkaar als betaalmiddel en als spaarmiddel? En in hoeverre kan Bitcoin functioneren als een alternatief voor geld? Het gesprek duurt ongeveer een half uur en is op Youtube te beluisteren.

  • Radar interviewt Han de Jong (ABN)

    Radar sprak met Han de Jong van de ABN Amro voor de documentaire “De Schuldvraag”. Beide delen van deze documentaire verschenen eind vorig jaar op televisie en op internet. Ook op Marketupdate hebben we hier over geschreven (deel 1 en deel 2). Maar zoals dat gaat met documentaires wordt er in het beeldmateriaal geknipt.

    Gelukkig is het interview van Antoinette Hertsenberg met Han de Jong ook integraal opgenomen en online te vinden op de website van de ABN Amro. In deze video legt Han de Jong in zeer begrijpelijke woorden uit hoe een bank werkt en dat geld niet helemaal ‘uit het niets’ wordt gecreëerd, zoals veel mensen beweren. Een informatieve video waar Han de Jong zonder al teveel moeite uitlegt wat hij ook voor de crisis al lang wist.

    Werkt de video niet? Klik dan hier!

  • Interview met Sander Boon: De teloorgang van het vertrouwen in overheid en banken

    Sinds het uitbreken van de financiële crisis hebben politici en bankiers veel vertrouwen van de bevolking verloren. Al vijf jaar sleept deze crisis zich voort en weinig mensen hebben nog de hoop dat we er snel uit zullen komen. Van de politiek hoeven we vooralsnog niet veel te verwachten en centrale banken lijken het ook niet meer te weten.

    Marketupdate sprak met politicoloog en goud kenner Sander Boon over de financiële crisis. Boon werkte bij politieke denktanks, adviseerde politieke partijen, deed research en redactie van Willem Middelkoop’s ‘Als de dollar valt’ en publiceerde in 2012 zijn boek ‘De geldbubbel’. Hij schrijft economische scenario’s voor institutionele beleggers. Net als de crisis kent ook Boon’s verhaal verschillende invalshoeken. Daarom publiceert Marketupdate twee verschillende artikelen.

    In het eerste deel bespreken we zijn visie ten aanzien van politieke, maatschappelijke en sociale ontwikkelingen. We staan aan de vooravond van grote veranderingen, zo vertelt Boon. In een tweede deel komen de monetaire ontwikkelingen en de rol van goud aan bod.

    Verkeerde prikkels leiden tot verkeerd gedrag

    Volgens Boon hebben overheden de afgelopen eeuw geleidelijk een samenleving opgebouwd waarin burgers weliswaar steeds grotere vrijheden genoten, maar waarbij tevens steeds meer verantwoordelijkheden zijn weggehaald bij diezelfde burgers. Veel zaken die aanvankelijk werden geregeld door individuele burgers werden in toenemende mate collectief georganiseerd. Denk daarbij aan verplichte zorgverzekering, verplicht pensioensparen en overheidsbemoeienis in de woonsector, zoals de NHG-hypotheken. Daarnaast heeft de transformatie van een kleinschalig banksysteem (Freebanking) naar een systeem met centrale banken en fiat geld ervoor gezorgd dat commerciële banken en andere financiële instellingen onverantwoorde risico’s konden nemen. Door depositogaranties vertrouwden mensen er bijvoorbeeld op dat hun geld veilig was, maar het gaf banken de gelegenheid om risicovoller met het geld om te gaan. Door impliciete en expliciete garanties kon de financiële sector wél genieten van de privileges, maar werd niet gevraagd om haar verantwoordelijkheid te nemen als risicovol gedrag resulteerde in grote verliezen. De verliezen werden immers genomen door de belastingbetalers.

    Boon stelt dat de verkeerde prikkels uiteindelijk zijn te herleiden tot het geldsysteem. We vertrouwen ons geld, omdat de waarde ervan wordt gegarandeerd door het collectieve vermogen onze schulden te financieren met economische groei. Het vertrouwen is niet meer gebaseerd op de aanwezigheid van monetair goud. De verantwoordelijkheid voor de regulering van de geldhoeveelheid en de rentevoeten werd vanaf het begin van de 20ste eeuw steeds meer uit handen genomen van het individu en werd collectief georganiseerd door centrale banken.

    Niet langer geeft iedere bank haar eigen geld uit dat door de markt op waarde geschat kan worden, het zogenaamde Freebanking. In plaats daarvan is er gecentraliseerd geld dat waarde ontleent aan een belofte van de overheid en de centrale bank, ons huidige papiergeld. Het voordeel daarvan was dat niemand zich meer afvroeg of het geld van een bepaalde bank wel betrouwbaar was. Het geld werd dus efficiënter. Er kleeft echter ook een nadeel hieraan, aldus Boon: individuele banken hoefden het niet meer zo nauw te nemen met hun risicobeleid, hun risicovolle gedrag werd immers niet meer gezien onder de mantel van het collectief gegarandeerde geld.

    Door deregulering van de financiële sector vanaf de jaren 80 van de vorige eeuw werd volgens Boon de doos van Pandora geopend. Sindsdien kon er veel meer geld worden verdiend in de financiële economie dan in de gereguleerde reële economie. Door een combinatie van mogelijkheden die de ICT-revolutie bood, de groei van de interbancaire geldmarkt, aanwezigheid van belastingparadijzen en opkomst van zogenaamde ‘regulatory arbitrage’ – het financieel profiteren van gaten in de wet bij verschillende landen – loonde het steeds meer om in de financiële sector te gaan werken dan in de reële economie, met als gevolg dat veel talent op verschillende vakgebieden in de financiële sector ging werken.

    Boon ziet niet alleen een scheefgroei in de economie. Het zorgde ook voor een consolidatieslag in de sector. Hoe groter de financiële instelling, hoe afhankelijker men werd van haar voortbestaan. ‘Too big to fail’ bracht dus overlevingszekerheid, aldus Boon. In wezen werd met impliciete en expliciete garanties voor de financiële sector het krediet dat ze creëren collectief gegarandeerd, net als het ‘gewone’ geld een eeuw eerder. En ook in aanloop naar de kredietcrisis van 2007 werden de regels door bepaalde partijen niet zo nauw genomen in de wetenschap dat risicovol gedrag niet zichtbaar was voor beleggers.

    De rekening van de verzorgingsstaat

    De verzorgingsstaat zoals wij die kennen is volgens Boon mogelijk gemaakt door het collectieve vertrouwen dat mensen hebben (gehad) in geld en krediet. Niet alleen bedrijven en burgers hebben als gevolg van dit vertrouwen grote schulden op zich genomen en door schuldgedreven economische groei jarenlang boven hun stand geleefd, maar ook overheden. Overigens beweren socialisten en sociaal-democraten wel eens dat de verzorgingsstaat de afgelopen dertig jaar steeds verder is afgebroken, maar dat is volgens Boon niet helemaal waar. De omvang van de overheid groeide juist in deze periode, maar de economie groeide in deze periode nog iets meer. Daardoor kon de groeiende omvang van de overheid ook gefinancierd worden. Nu de economische groei stagneert wordt er van iedereen een grotere bijdrage gevraagd om de hoge kosten van de verzorgingsstaat te dragen.

    Boon wijst erop dat de burger in feite betaalt voor twee vangnetten. Het ene vangnet is de verzorgingsstaat die zorgt voor de kansarmen en zwakkeren in de samenleving en het andere vangnet is voor de puinhopen die politici en bankiers maken. Denk aan de bail-outs en de bail-ins. De middenklasse draagt hierdoor een steeds zwaarder juk op de schouders.

    De overheid kan en zal impliciete en expliciete garanties blijven verstrekken, omdat die garanties niet direct geld hoeven te kosten. Door alsmaar door te gaan met het verstrekken van garanties ontstaat er echter een klimaat dat een voedingsbodem creëert voor onverantwoord handelen. Gaat het goed, dan genieten we van de winsten, gaat het mis, dan is er toch altijd het collectief dat de rekening kan betalen. Deze ongelijkheid tussen de privileges en de verantwoordelijkheden heeft een instabiel economisch systeem opgeleverd, aldus Boon. Een probleem gaat zich voordoen als we collectief niet meer de rekening kunnen betalen. En dat is een werkelijkheid die zich sinds het begin van de kredietcrisis in 2007 steeds meer opdringt.

    De komst van de Euro

    Sinds de introductie van de euro is de rente voor veel landen ongekend omlaag gegaan, waardoor landen als Griekenland, Spanje en Italië relatief goedkoop heel veel schulden konden maken. Banken en andere partijen waren bereid geld te lenen aan deze landen in de wetenschap dat er geen koersrisico was, de zuidelijke landen hadden immers hun eigen munten opgegeven. De hoge schuldopbouw van veel Europese landen is een onbedoeld neveneffect geweest van de introductie van de gemeenschappelijke munt en helaas konden die schulden worden gefaciliteerd door een bancair en financieel systeem waar bijna geen rem zat, zo stelt Boon.

    De zuidelijke landen gaan vandaag de dag gebukt onder een enorme schuldenlast, waar ze nog maar heel moeilijk uit kunnen komen. Als ze snijden in de overheidsuitgaven daalt het BBP, maar dat gebeurt ook als ze de lasten voor de burger verzwaren. Een lagere BBP betekent dat de schuldquote automatisch toeneemt. Veel landen in Europa hebben anno 2013 een aanzienlijk groter schuldenprobleem op publiek en privaat niveau dan aan het begin van deze eeuw. Dat maakt Europese landen kwetsbaar en relatief inflexibel. Door de impasse over bezuinigen versus stimuleren is er de afgelopen vijf jaar is er vrijwel niets gedaan om de overheid en de economie fundamenteel en structureel te hervormen, aldus Boon.

    Deflatie of schulden inflateren?

    Na een lange periode van boven de stand leven moet de broekriem worden aangehaald. Binnen Europa is loondeflatie en schuldsanering volgens Boon de enige manier om uit te zieken en dat is een proces wat nog heel veel jaren kan gaan duren. Het is nog maar de vraag of de Europese bevolking dat vol kan houden en of politici stand zullen houden. Boon vertelt dat de huidige schuldencrisis – een crisis die zijn oorsprong vindt in het loslaten van de discipline van monetair goud – al in 1970 is voorspeld door de Franse econoom Jacques Rueff. Die stelde dat een op goedkoop krediet gedreven verzorgingsstaat een logisch einde kent en instabiel wordt als het krediet stokt. Volgens Rueff is een systeem waarin de politiek de cadeautjes weggeeft en de bevolking gewend is om cadeautjes te ontvangen bij economische tegenslag ontvankelijk voor sociale onrust.

    Die uitspraak is vandaag de dag erg relevant, meent Boon. Angelsaksische landen willen dat ook Europa de geldpersen aanzet om de economie weer aan de gang te krijgen, volgens Boon een onbegaanbare weg. De collectieve schuldpositie is inmiddels zo groot, dat de economie geen ‘escape velocity’ lijkt te krijgen. De Europese Centrale Bank en Duitsland willen er ook niets van weten, vanwege slechte ervaringen uit het verleden (Weimar hyperinflatie). Toch lijken veel Europeanen liever het Angelsaksische model te willen volgen door nog wat meer schulden te maken en deze, indien nodig, met de geldpers te financieren. Bijvoorbeeld in Frankrijk is er veel weerstand tegen de strenge begrotingsdiscipline vanuit Europa. Boon stelt echter dat het aanzetten van de geldpers op de langere termijn veel schadelijker is dan het nu nemen van de pijn van bezuinigen en saneren. Hij doelt hierbij op de onmogelijkheid om eenmaal aangezette geldpersen ooit nog te stoppen, met als gevolg het uiteindelijke wegvallen van vertrouwen in geld. Volgens Boon is dat veel ontwrichtender voor een samenleving.

    De grootste bedreiging voor Europa zit hem volgens Boon in sociale onrust en de opkomst van nationalistische sentimenten. Als extremisten ergens in Europa aan de macht komen is het niet uit te sluiten dat ze uit de euro stappen en het eenwordingsproces terugdraaien. In bepaalde landen leeft dat gevoel van nationalisme sterker dan in andere landen, maar het is een serieuze bedreiging voor het voortbestaan van Europa. Ook omdat het huidige aanpassingsproces er één is die nog vele jaren geduld vraagt van de bevolking en die nog lang pijn zal blijven doen. Volgens Boon is het risico van het uiteenvallen van de euro dan ook groter dan het risico van hyperinflatie.

    Van het falende collectivisme naar parallelle samenlevingen

    De slowmotion crash van het collectivistische verzorgingsstaatmodel dat in 150 jaar tijd is opgebouwd lijkt nu al zichtbaar. Boon maakt een vergelijking met het verleden. Tot de 15e eeuw was de Katholieke kerk uitzonderlijk rijk en machtig. De kennis was gecentraliseerd bij een zeer kleine groep mensen. Na de uitvinding van de boekdrukkunst kon kennis zich steeds sneller verspreiden, met als gevolg de de renaissance, de beeldenstorm, de verlichting, de wetenschappelijke revolutie, opkomst van het klassieke liberalisme en de industriële revolutie. Het proces van gecentraliseerde macht naar decentralisering en individualisme bracht grote veranderingen, voorspoed en vernieuwing teweeg.

    Vandaag de dag ziet Boon een soortgelijk patroon. Een streven naar collectief georganiseerde politieke en economische macht begon ruim een eeuw geleden met de komst van vakbonden en andere belangengroepen. De verschillende belangengroepen werden vertegenwoordigd door politieke leiders die met elkaar in overeenstemming moesten komen. Tegenwoordig noemen wij dat in ons land ‘polderen’. De politieke vertegenwoordigers wensten de samenleving richting te geven, de zogenaamde maakbare samenleving. Daarbij was belastinggeld alleen op den duur niet meer voldoende. Vandaar de wens om te komen tot een geldsysteem dat flexibeler om kon gaan met het spaargeld van burgers. Centrale banken en het uiteindelijk van goud ontkoppelde papieren geldsysteen maakte dat mogelijk. Overheden en bankiers konden steeds meer macht naar zich toe trekken en werden invloedrijker in de samenleving. Later volgde ook de wetenschappelijke rechtvaardiging voor die gecentraliseerde macht, aldus Boon. Er kwam een nieuwe economische stroming die de overtuiging had dat de overheid en de banken wel wisten wat goed was voor de maatschappij, het Keynesianisme. Aan de hand van modellen zou men de economie kunnen voorspellen en ‘sturen’.

    De centrale banken en overheden kregen volgens Boon zoveel macht dat je kunt spreken van een restauratie van “gecentraliseerd gezag zonder god”. De bevolking gaf zich over aan de wijsheid van politici en bankiers in hun streven naar een betere samenleving. De macht die de Katholieke kerk tot eind 15e eeuw had, die macht hebben politici en (centrale) bankiers vandaag de dag.

    Net als toen lijkt er ook nu een verandering te komen in het denken. In het verleden werd die verandering opgestart door de boekdrukkunst, waarmee kennis opeens kon worden overbracht op een grotere groep mensen in de samenleving. Een soortgelijke ontwikkeling zien we volgens Boon nu met de opkomst van het internet, waardoor kennis en informatie zich veel sneller kan verspreiden en een veel groter publiek kan bereiken. Het vanzelfsprekende gezag waarop politiek en bankwezen lange tijd konden bogen is tanende.

    Boon verwijst naar het boek “Een poging om in de waarheid te leven” van Vaclav Havel. In dit in 1977 gepubliceerde boek beschrijft Havel hoe individuen in de Oostbloklanden zich onder het communisme steeds meer afkeerden van de overheid. Ze maakten zich onafhankelijk van het falende collectivisme en gingen meer zaken op lokaal niveau regelen. Ze vonden geen aansluiting meer bij het politieke systeem en maakten dat systeem overbodig door het steeds meer te negeren en op te gaan in parallel aan het communisme bestaande samenlevingen. Het communisme in de Oostbloklanden implodeerde door wanbeheer en publieke onvrede uiteindelijk in 1990.

    Volgens Boon is een waarschuwing aan het adres van het hedendaagse politieke bestel dat Havel in zijn boek voorspelde dat die trend om weg te lopen van de falende collectieve arrangementen zich ook in Westerse neoliberale samenlevingen zou gaan voltrekken, omdat in Havel’s ogen de Westerse politieke bureaucratie niet fundamenteel, maar gradueel anders georganiseerd is dat die in de (voormalig) Oostbloklanden.

    De tendens van decentralisering is nu al zichtbaar, het beleid van politici en centrale bankiers wordt met steeds meer argwaan bekeken. De wens groeit om uit dit systeem te stappen. In deel 2 vertelt Boon welke mogelijkheden daarvoor zijn en welke gevolgen dat heeft voor het monetaire systeem.

    Deel 2 is nu beschikbaar: klik hier

    Sander Boon

    Sander Boon is politicoloog en goudkenner. Hij publiceerde in 2012 zijn boek De Geldbubbel over het vastlopen van het huidige financiële systeem