Tag: groei

  • Ongelijkheid: soms goed, meestal slecht

    Ongelijkheid tussen mensen is van alle tijden. In sommige periodes neemt de ongelijkheid toe en soms neemt die af. In het westen is de ongelijkheid de afgelopen decennia bijna stiekem omhoog gekropen. Er was een diepe financiële crisis voor nodig om duidelijk te maken hoe groot de maatschappelijke en economische verschillen in het Westen geworden zijn. Daarmee is ongelijkheid een door etterend maatschappelijk probleem geworden. Alleen de rijken profiteren ten volle van het beetje groei, dat er is!

    piketty

    Voor een goed verstaan van dit probleem is het noodzakelijk zicht te krijgen tussen groei en ongelijkheid. Is ongelijkheid slecht of goed voor economische groei. In landen als de VS en China is de ongelijkheid heel groot, maar de economische groei is er fors. Is ongelijkheid nodig om te groeien? Is er zoiets als een positieve correlatie tussen groei en ongelijkheid? Doe conclusie is te voorbarig. Als we de hele wereld in ogenschouw nemen, dan neemt de ongelijkheid juist af! Steeds meer opkomende landen zijn in staat hun burgers deel te laten nemen aan de welvaart dankzij een onstuimige economische groei.

    Toch zijn er aanwijzingen die aannemelijk maken dat snel toenemende ongelijkheid slecht voor de groei is. Als een samenleving te weinig kansen biedt, dat kan dat als gevolg hebben dat de sociale consensus voor een groei georiënteerd beleid gaat afbrokkelen. Juist het maatschappelijk en economisch uitsluiten van bevolkingsgroepen op basis van willekeur kan funeste gevolgen hebben voor het onderschrijven van het economisch beleid. Maatschappelijke stijgers vormen een aanwijzing, dat een samenleving kansen biedt. Er mag ongelijkheid bestaan binnen een maatschappij, maar die samenleving moet dan op aan aantal vlakken iedereen gelijke kansen bieden. Iedereen heeft recht op goede gezondheidszorg en op goed onderwijs. Als bijvoorbeeld het onderwijs kwalitatief verslechtert, dan zal de bovenkant van de maatschappij zijn eigen onderwijs gaan organiseren. Een dergelijk verschijnsel verkleint de kans op maatschappelijke stijgers en daarmee op mobiliteit tussen verschillende generaties.

    wallstreet

    Er zijn nog meer voorbeelden van een negatieve correlatie tussen ongelijkheid en groei. Hoge inkomens en grote vermogens gaan vaak hand in hand met groeiende politieke invloed. Dat kan er in uitmonden, dat beleidsmakers kiezen voor het handhaven van de status quo om de gevestigde belangen te beschermen. Het kan er ook toe leiden, dat de economie meer gesloten raakt om diezelfde gevestigde belangen tegen externe concurrentie te beschermen. Daarmee verliest de economie aan dynamiek. Dat maakt duidelijk, dat er verschillende vormen van ongelijkheid zijn, die niet per se allemaal slecht zijn. Als ongelijkheid de uitkomst is van afschermen van bestaande belangen, dan kan dat slecht voor de maatschappelijke cohesie uitpakken. Ongelijkheid, die de uitkomst is van meritocratische beginselen, kan maatschappelijk juist gunstig uitpakken. De inspanning wordt uiteindelijk beloond. Daarom is de anti-corruptie campagne in China zo belangrijk voor de Communistische Partij. Door corruptie wordt de toegang tot markten en transacties beperkt tot de happy few. Dat kan op den duur de geloofwaardigheid van de partij aantasten.

    broken-dollar

    In landen als de VS, maar ook in Europa, kan groeiende ongelijkheid ongelukkige beleid tot gevolg hebben. Te veel burgers gaan te hoge schulden aan om toch hun consumptie op peil te houden. Verkeerd beleid is ook, dat overheden grootschalig gaat lenen om consumptie en werkgelegenheid op peil te houden. Zulk beleid kan problemen scheppen op het gebied van productiviteitsontwikkeling en concurrentievermogen. Als verschillende landen, dan ook nog dezelfde munt hebben, dan worden die problemen alleen maar groter. Vraag dat maar aan de Grieken en de Spanjaarden. Maar wat kun je eigenlijk tegen de groeiende ongelijkheid doen? Op korte termijn is dat maar heel weinig. Een vorm van inkomensondersteuning voor die groepen die slachtoffer zijn van de nieuwe structurele problemen is zonder meer wenselijk. Voor de langere termijn zou de overheid er streng op moeten toezien, dat publieke diensten en het bijzonder het onderwijs voor iedereen toegankelijk blijft. De overheid moet ook toezien op de kwaliteit van de publieke dienstverlening. Alleen op die manier benut een samenleving zijn economisch potentieel ten volle. Cor Wijtvliet Bron: Michael Spence, Good and bad inequality. Project-syndicate, August 26 2014 BELANGRIJK: - Opmerkingen en vragen kunt u richten aan: [email protected] - Bezoek ook de website van Cor Wijtvliet en lees meer door hem geschreven artikelen - U kunt Cor Wijtvliet boeken voor een inspirerende spreekbeurt. Laat u verrassen! - U kunt zich hier abonneren voor het wekelijks Cor Wijtvliet Journaal, voor het geval u deze nog niet automatisch ontvangt. - Klik HIER (u downloadt een pdf) en maak kennis met de Crash Investor, een waardevolle bijdrage voor de actieve belegger!

  • Het einde voor the new normal

    In mei 2009 lanceerde Mohammed El-Erian van beleggingshuis Pimco het concept van the new normal. Dit concept hield in, dat Westerse economieën niet in staat zouden zijn de financiële crisis van 2008 een-twee-drie achter zich te laten. Integendeel, het westen zou een langdurige periode van vijf jaar of misschien nog wel langer tegemoet gaan, waarin de economie op zijn best 2% kon groeien. Europa zou al blij moeten zijn met 1% à 1,5%.

    Mohammed Er-Erian bedenker van the new normal

    Figuur 1 Mohammed Er-Erian bedenker van the new normal

    De achterliggende rationale was, dat het nu eenmaal heel, heel lang duurt voordat een economie zich herstelt van een periode van opbouw van extreem hoge schuldenlasten gecombineerd met het nemen van onverantwoorde risico nemen en een uiterst soepele kredietverlening. Daar kwam nog bij, dat veel beleidsmakers aan beide kanten van de oceaan de diepte en de intensiteit van de crisis totaal onderschatten. Ze waren immers opgevoed met het idee dat naoorlogse crises cyclisch van aard zijn en niet structureel. Toen het besef eenmaal was doorgedrongen, dat het dit keer toch echt anders was, liepen dezelfde beleidsmakers totaal achter de feiten aan. Het initiatief om de crisis te lijf te gaan kwam in handen van de centrale bankiers en dat is sindsdien zo gebleven.

    Toch geen new normal?

    Aan alle goeds komt een einde, maar ook aan alle minder goede dingen. Ruim vijf jaar na dato komt Pimco met de boodschap, dat the new normal zijn tijd heeft gehad. De wereld in het algemeen en de Verenigde Staten in het bijzonder staan op het punt terug te keren naar 'the old normal' van 3% groei en meer. De opvattingen van Pimco worden gedeeld door veel Wall Street economen. Uit een enquête van Bloomberg blijkt dat een meerderheid ervan uit gaat, dat de Amerikaanse economie in 2014 een groei van 3% kan bereiken. Dat is mooi en optimistisch, maar wordt tegelijkertijd een hele tour de force. In de eerste drie maanden van 2014 was de groei een schamele 0,1% op jaarbasis. Om toch op die beoogde 3% uit te komen, zal de groei in de rest van het jaar moeten versnellen tot ver boven 3%. Onmogelijk is dat niet, zo wijst de geschiedenis uit. In de vier jaar die volgden op de vorige drie recessies groeide de economie met gemiddeld 3,8%. De vraag is waar de extra groei vandaan moet komen. Daar bestaat tamelijk veel eenstemmigheid over. Er wordt veel hoop gevestigd op een acceleratie op de huizenmarkt. In 2013 wisselden ruim 5,5 miljoen huizen van eigenaar. Het was daarmee het beste jaar op deze markt sedert 2006. Hoewel het begin van 2014 zwak te noemen is, gaat ook oud-Fed baas Ben Bernanke ervan uit dat er hoop mag leven op een verbetering die zeker aanhoudt tot ver in 2015. De optimisten wijzen daarbij op de verbeterde financiële positie van veel gezinnen. Veel Amerikanen hebben hun schuldenlast tot zeer acceptabele niveaus terug gebracht en hebben weer ruimte om meer te besteden. Bovendien is de werkloosheid gedaald tot onder 7%. Ook dat schept financiële ruimte. De grootste positieve verrassing komt uit de hoek van de overheid. Mede dankzij het brute bezuinigingsprogramma Sequester lopen de tekorten op het niveau van de federale overheid snel terug tot ver onder 3%. Op het niveau van de staten is zelfs weer sprake van overschotten. Vooral van die laatsten mag veel verwacht worden als het gaat om het aanjagen van de economie. Alleen al de deplorabele toestand van de Amerikaanse wegen en bruggen vereist een miljardeninvestering. Daar is nu de ruimte voor!

    Ben Bernanke heeft er weer alle vertrouwen in

    Figuur 2 Ben Bernanke heeft er weer alle vertrouwen in

    Als dan de rest van de wereld zo aardig is om sneller te gaan groeien, dan kan ook de exportsector nog een steentje bijdragen aan de versnelling van de groei! Er is dus alle reden om met veel verwachtingen naar de nabije toekomst te kijken. The old normal wordt nu the new normal. Lang niet iedereen is overtuigd. Een bekende criticaster is en blijft de hoogleraar Robert J. Gordon. Die schreef al in 2012 een artikel waarin hij betoogde dat het voor het westen bijna praktisch onmogelijk zou blijken om naar oude groeicijfers terug te keren. Hij voerde daar een reeks argumenten voor op. De belangrijkste en bekendste zijn: a.) een kwalitatief tekort schietende innovatie schept geen nieuwe banen. b.) Europa en de VS vergrijzen. Vergrijzende samenlevingen verliezen aan dynamiek en daarmee aan vermogen om te innoveren en sneller te groeien. c.) De snel toenemende inkomensongelijkheid en de afbraak van de middenklasse heeft eveneens een negatief effect op de groei! Welke visie de juiste is, zal de komende tijd bewijzen. Voorlopig sluit Janet Yellen zich aan bij het kamp van de optimisten en Pimco. Zij heeft al laten weten in de trage groei over het eerste kwartaal van dit jaar geen aanleiding te zien te stoppen met de afbouw van de monetaire verruiming. Die gaat verder terug naar een bedrag van $ 45 miljard per maand. Dat is overigens nog steeds geen geringe stimulering! Cor Wijtvliet

    Janet Yellen laat de geldpersen wat langzamer draaien

    Figuur 3 Janet Yellen laat de geldpersen wat langzamer draaien

    BELANGRIJK:
    • Opmerkingen en vragen kunt u richten aan: [email protected]
    • Bezoek ook de website van Cor Wijtvliet en lees meer door hem geschreven artikelen.
    • U kunt Cor Wijtvliet boeken voor een inspirerende spreekbeurt. Laat u verrassen!
    • U kunt zich hier abonneren voor het wekelijks Cor Wijtvliet Journaal, voor het geval u deze
    • nog niet automatisch ontvangt.

  • De Chinese groei is oké

    chinese-groei

    Het zal weinigen ontgaan zijn, dat de Opkomende Markten niet langer de veel bejubelde lievelingen zijn van de belegger. Veel beleggers geloven niet langer meer, dat deze landen sterk en veerkrachtig zijn. Eerder is het tegendeel waar: ze zijn misschien wel erg kwetsbaar. Die kwetsbaarheid is natuurlijk wel het gevolg van het beleid van de Amerikaanse centrale bank. Die hebben ongelooflijke hoeveelheden liquiditeiten de wereld in gepompt. Landen als India, Indonesië, Brazilië, Zuid Afrika en Turkije (fragile five) zijn verslaafd geraakt aan al dat goedkoop geld. Ze kunnen niet meer zonder.

    Zorgen over Chinese groei

    Daarnaast leven grote zorgen over de Chinese economie. Die gaat vast een harde landing maken. Beleggers hebben de neiging ontzettend te generaliseren en hier treffen we daar een treffend voorbeeld van aan. De situatie in China verschilt enorm van de meeste opkomende landen. Hier geen tekorten, maar een enorm overschot op de lopende rekening. Het land kan dus een stootje hebben, mocht er geld wegvloeien als gevolg van het proces van tapering. Daarnaast hebben de Chinezen nog de beschikking over het enorme bedrag van $ 3,8 biljoen aan vreemde valuta’s mocht de nood aan de man komen. Dat neemt allemaal niet weg, dat het tempo van groei in China afneemt. En welbeschouwd is dat een goed teken. Het was onmogelijk maar ook onwenselijk, dat de Chinese economie jaar in jaar uit met ongeveer 10% zou blijven groeien. De ‘daling’ naar 7% - 8% is beslist geen voorbode van een reeks van rampen, zoals menig Westers commentator wil doen voorkomen. De kans is niet zo heel groot, dat het schimmige systeem van schaduwbankieren gaat exploderen, noch is de kans heel groot dat er snel veel sociale onrust gaat groeien. Die dingen kunnen altijd gebeuren en verdienen daarom ook in China nu de nodige aandacht. chinese-groei-BBP

    Rebalancing

    Het zou echter goed zijn om de groeivertraging niet als een instant ramp te beschouwen, maar veeleer als de uitkomst van het lang verhoopte proces van rebalancing van de Chinese economie. Er is een verschuiving gaande van een economie die draait op grote exporten en dito investeringen naar een economisch model, gebaseerd op consumptie en diensten. Die verschuiving maakt hopelijk een einde aan de ongezonde onderlinge afhankelijkheid van China en de VS. Zonder de Amerikaanse consument had China nooit zoveel kunnen exporteren. China op haar beurt koppelde de koers van de eigen munt aan die van de dollar. Op die manier bleef die munt ondergewaardeerd en dat maakte de export zeer concurrerend. De VS op hun beurt hadden die goedkope exporten nodig om het verlies aan koopkracht van de Amerikaanse middenklasse te compenseren. Bovendien had het land de Chinese besparingen nodig om de eigen tekorten te financieren. Het was echter geen huwelijk uit liefde, maar uit noodzaak. Het mag dan ook niet vreemd zijn, dat de relatie tussen beide landen altijd ietwat koel is geweest en bezaaid met grotere en kleinere conflicten. China heeft er nu genoeg van en gaat zijn eigen koers varen. China is daarom gestart met rebalancen. Het spaaroverschot wordt niet naar de VS overgemaakt, maar aangewend om een sociaal vangnet te gaan bouwen en om de koopkracht van de gezinnen te verbeteren. Dat beleid plaatst de VS voor een dilemma. Het land kan doorgaan op de weg van overconsumptie en spaartekorten met als resultaat een hoge inflatie, een hoge rente en een zwakke dollar. Of het kan kiezen voor de nieuwe strategie van sparen en investeren in plaats van consumeren. Kortom, China is van heel andere makelij dan de meeste van zijn buren. Het land steekt met kop en schouders boven de rest van de regio uit. En dat is maar goed ook, voor het land zelf, voor Azië en voor de rest van de wereld. Cor Wijtvliet. Bron: Stephen S. Roach, China’s growth puzzle. Project-Syndicate, February 27 2014 Vragen en opmerkingen kunt u richten aan [email protected]

  • Nederlandse economie groeit op papier

    Vandaag publiceert het CBS de eerste uitkomsten van een revisie van de nationale rekeningen. De aanleiding daarvoor is de toepassing van nieuwe internationale methodologische richtlijnen. Als gevolg van deze herziening veranderen veel gebruikte macro-economische cijfers, zoals het bruto binnenlands product (bbp), het handelssaldo, het overheidstekort en de overheidsschuld. Voor Nederland betekent deze verandering een sterke groei van de economie en een verlaging van onze staatsschuld als percentage van het bbp.

    Statistische groei

    Door de nieuwe rekenmethode valt de omvang van de Nederlandse economie in het jaar 2010 €44,7 miljard hoger uit, een bijstelling van maar liefst 7,6 procent. Daarvan is 3 procentpunt te verklaren door de nieuwe richtlijnen waarop de omvang van de economie berekend wordt. De resterende 4,6 procentpunt is te verklaren door de herijking van de bronnen die gebruikt worden om het cijfer te berekenen.

    De nieuwe rekenmethode laat de economie van Nederland veel beter voor de dag komen. Omdat het bbp veel hoger uitvalt daalde ook het begrotingstekort over 2010, van 5,1 naar 5 procent. De overheidsschuld in 2010 kwam volgens de oude rekenmethode uit op 63,4% van het bbp, maar met de nieuwe berekening valt dat terug naar 59%.

    In juni zal het CBS de volledige reeks van nieuwe macro-economische cijfers publiceren, ook voor de jaren vóór 2010. Uiterlijk in september moeten alle lidstaten van de Europese Unie de vernieuwde macro-economische cijfers gereed hebben.

    Nieuwe rekenmethode

    Vorig jaar voerde de Amerikaanse overheid een nieuwe rekenmethode door, waardoor de omvang van de Amerikaanse economie in 2012 opeens $560 miljard hoger uitviel. Zelfs royalties voor films en series werden meegenomen in de berekening van de economische groei. Nu is het de beurt aan veel Europese landen - waaronder Nederland - om de berekening van macro-economische cijfers te herzien. Het CBS schrijft het volgende in een persbericht.

    "Revisies van de nationale rekeningen worden regulier uitgevoerd. Aanleiding voor de huidige revisie is het toepassen van nieuwe internationale methodologische richtlijnen. Deze zijn vastgelegd in het Europees Systeem van Rekeningen (ESR2010), dat volledig is gebaseerd op het nieuwe System of National Accounts van de Verenigde Naties (SNA2008). De internationale richtlijnen zorgen ervoor dat landen op onderling vergelijkbare wijze hun economie meten en dat de wijze van meten blijft aansluiten bij structurele ontwikkelingen in de economie. Het doorvoeren van de nieuwe richtlijnen uit het ESR is verplicht voor alle lidstaten van de Europese Unie. De belangrijkste wijzigingen zijn met deze revisie dat uitgaven aan research and development (R&D) plus een aantal militaire uitgaven voortaan tot de investeringen worden gerekend en dat software die organisaties voor eigen gebruik hebben ontwikkeld tegen marktprijzen wordt gewaardeerd in plaats van tegen de kostprijs. Ook moet de bijdrage van illegale activiteiten aan de economie worden opgenomen."

    Gratis economische groei?

    Conform de nieuwe internationale rekenmethode worden R&D uitgaven en militaire uitgaven voortaan als investeringen aangemerkt.  Ook worden uitgaven aan software-ontwikkeling voortaan tegen een veel hogere marktwaarde gewaardeerd. Zijn dit gerechtvaardigde aanpassingen in de rekenmethode? Of is de herziening van de cijfers enkel en alleen bedoeld om een steeds zwakkere economische groei en een toenemend aantal slechte investeringen te maskeren? Meer achtergronden en cijfers van de revisie zijn te vinden in de CBS-publicatie Nationale rekeningen, revisie 2010. De publicatie richt zich op het niveau van de cijfers voor het ijkjaar 2010. Daarbij wordt het verschil tussen de cijfers voor en na revisie getoond en wordt aangegeven in hoeverre het verschil het gevolg is van nieuwe richtlijnen of nieuwe bronnen. Naast bovengenoemde indicatoren bevat de publicatie ook informatie over andere indicatoren en nadere details over bijvoorbeeld sectoren en bedrijfstakken. Later dit jaar worden ook de verslagjaren en –kwartalen vóór en na 2010 gereviseerd. Als gevolg van de revisie zullen de niveaus van de indicatoren voor alle verslagperioden worden aangepast.

    Nieuwe rekenmethode laat economie in 2010 met €44,7 miljard groeien

    Nieuwe rekenmethode laat economie in 2010 met €44,7 miljard groeien

  • Deflatie is niet het probleem, te lage groei wel

    Voor veel goed ingevoerden in de financiële wereld was het toch nog een verrassing. De korte rente ging afgelopen week met 0,25% omlaag. Dat had eigenlijk niet het geval mogen zijn. De inflatiedoelstelling is 2% en volgens Mario Draghi kan het nog wel een behoorlijke poos duren voordat deze doelstelling in zicht komt. Dat is gemakkelijk vast te stellen. De kerninflatie, gecorrigeerd voor volatiele elementen, bedraagt slechts 0,8%.

    Effecten
    Zoals de zaken er nu voorstaan, mogen we er van uitgaan, dat de huidige maatregelen een positief effect zullen hebben. Maar ze zijn absoluut onvoldoende om de crisis te verhelpen. Cruciaal daarvoor is, dat er eindelijk afdoende beleidsbeslissingen genomen gaan worden.
    De rentebeslissing op zich is niet voldoende, maar het gaat om de combinatie van verschillende maatregelen. De belangrijkste is wel, dat de ECB de banken tot midden 2015 ongelimiteerd van liquiditeiten zal voorzien. Dat betekent, dat de korte rente nog zeker twee jaar op een laag niveau blijft. Maar het betekent ook, dat de lange rente dankzij de beloofde zee aan goedkope liquiditeiten niet of amper zal oplopen.

    Liquiditeiten
    De eerste effecten van de ECB-beslissing zijn al zichtbaar. De euro is goedkoper geworden en dat beïnvloedt positief de internationale wisselkoersverhoudingen. Een tweede positieve ontwikkeling moet wat later zichtbaar worden. De beslissing om ongelimiteerd aan banken liquiditeiten ter beschikking te stellen tot het midden van 2015, maakt het voor betrokken banken gemakkelijker en zeker goedkoper om de balansverhoudingen weer gezond te maken. Daar zal dan zeker de kredietverlening aan bedrijven en consumenten voordeel van ondervinden.

    Mogelijkheden
    Heeft de ECB de mogelijkheden in huis om deflatie resoluut te bestrijden? Het antwoord is ja en dat is maar goed ook. Europese politici en beleidsmakers zouden een handje kunnen helpen, maar doen dat naar alle waarschijnlijkheid niet. Crediteurenlanden, als Nederland en Duitsland, zullen nimmer accepteren dat perifere landen een streep door hun schulden zetten. Ze zullen ook nooit accepteren dat hun economie ook de nodige aanpassingen moet ondergaan om de crisis te verhelpen en ze zullen evenmin het principe van schulddeling accepteren.

    En dus staat de ECB er alleen voor. Zonder hulp van buitenaf zal zij wel drastischere maatregelen moeten nemen. Te denken valt aan een negatieve depositorente voor banken, een nieuwe ronde van long-term financing operation en/of een Europese variant van quantitative easing. Het zijn allemaal maatregelen om deflatie te bestrijden.

    Deflatie
    Maar er is nog geen deflatie in de eurozone. De kerninflatie is ‘slechts’ 0,8%, maar wel ver verwijderd van 2,0%. Een reële inflatie van 2% maakt het minder bezwaarlijk, dat de rente op 0% staat. Het stelt beleidsmakers in staat de doelstelling te missen, zonder dat je onmiddellijk in deflatoire sferen terecht komt. In Japan is het beleid van de centrale bank er juist op gericht om 2% inflatie te scheppen. Dat is de sleutel tot het verslaan van de deflatie.

    Deflatie is niet het probleem, wel de zeer lage economische groei waar de lage inflatie een bewijs voor is. Een zeer trage groei maakt het voor menig land binnen de eurozone niet gemakkelijk om in een behoorlijk tempo hun schuldenlast te verminderen. Integendeel ze zullen alle zeilen moeten bijzetten om aan hun jaarlijkse aflossingsverplichtingen te voldoen. Dat betekent dat ze een surplus op de lopende rekening moeten kweken om dat aan te wenden voor de rente en aflossing. Dat kan alleen maar door lonen en prijzen voortdurend te verlagen. Dat is weer de sleutel tot aanhoudende lage groei. Die waarheid begint nu ook in Nederland door te dringen.
    Cor Wijtvliet

    deflatie tekening

    Bron:
    Wolfgang Münchau, the eurozone needs to get inflation up again.Financial Times, November 10, 2013

     

  • Help, de PIIGS krimpen!

    De PIIGS-landen (Portugal, Ierland, Italië, Griekenland en Spanje) kunnen niet meer mee komen met de rest van de Eurozone. Dat suggereert althans de volgende grafiek die het GDP van deze vijf probleemlanden afzet tegen het GDP van de volledige Eurozone. Na de introductie van de euro konden deze landen relatief goedkoop lenen, met als resultaat dat hun economie snel groeide. Nu het crisis is blijft de leencapaciteit in deze landen sterk achter. Deflatie is een groter probleem dan inflatie.

    Economie van de PIIGS krimpt!

    Economie van de PIIGS krimpt! (Bron: Zero Hedge)

  • Politiek kost ons groei en welvaart

    Het is zo onderhand gemeengoed in de eurozone. De economische groei in de jaren voor de crisis was gebaseerd op het aangaan van buitensporig veel schulden. Zo vormde zich geleidelijk een bubbel, die in 2008 barstte en de wereld en de eurozone in een diepe crisis stortte. Wij hebben, zo gaat de nieuwe wijsheid verder, ons lesje wel geleerd en we denken wel tweemaal na voordat we nieuwe schulden aangaan. Dat de economische groei na de crisis nooit meer zo hoog zal zijn als voor de crisis, is dan ook onvermijdelijk. Een lagere groei wordt het nieuwe normale.

    Schulden

    Dat klinkt allemaal logisch en waar, maar is dat wel zo. Hebben ‘we’ als eurozone inderdaad teveel schulden op ons genomen of was het slechts een enkel land. En is het inderdaad zo, dat we gedoemd zijn langzamer te groeien dan in de jaren voor de crisis.

    Het IMF heeft in ieder geval onderzoek naar deze kwesties ingesteld. Olivier Blanchard, chief economist van het IMF,  heeft onderzocht waarom landen als Letland en Spanje in deze eeuw jaren van opmerkelijke opgang als neergang hebben doorgemaakt.

    Wetmatigheid

    De onderzoekers stellen vast dat beide landen in de jaren tot 2007 een ongezond sterke groei doormaakten, die al snel de kenmerken van een bubbel kreeg. Die ongezonde groei was vooral gebouwd op de instroom van veel vreemd kapitaal. In de jaren voor de euro groeide Spanje 2,6. Met de komst van de euro steeg de groei naar maar liefst 3,7%. Als je naar de trend van de groei kijkt in de jaren voor de crisis, dan lijkt het aannemelijk, dat Spanje niet meer mag rekenen op een groei van pakweg 3,5%. Maar daarmee is nog niet gezegd, dat dit als een wetmatigheid beschouwd mag worden voor heel de eurozone.

    Crisis

    In tegenstelling tot enkele individuele landen kende de Eurozone geen pre-crisis bubbel. Dat was te danken of te wijten aan Duitsland. Dat land zat toen in een crisis met ook daar dalende huizenprijzen. Die crisis duurde tot het einde van het vorig decennium. Dat is een van de redenen, waardoor de groei in de eurozone in de jaren 1999 – 2007 uitkwam op gemiddeld 2,3%. Dat was evenveel als in het decennium daarvoor. Op het niveau van de eurozone lijkt de trend tamelijk stabiel. Onderzoek toont verder aan, dat het bruto nationaal product 12% hoger zou zijn geweest, als we de trendmatige groei hadden kunnen vasthouden.

    Politiek geblunder

    Dat is heel wat. Het erge is, dat we die kloof niet kunnen toedichten aan een bubbel. Die is er immers nooit geweest. De groei had dus eigenlijk allang naar zijn gemiddelde kunnen terugkeren. Dat dit niet gebeurd is, kunnen we alleen maar toeschrijven aan blunderende politici en beleidsmakers. Die kozen ervoor om in 2008 in tegenstelling tot de Amerikanen de bankensector meteen grondig aan te pakken en te hervormen. Die sector is nu nog steeds een zorgenkind, dat niet goed functioneert. In plaats daarvan kozen ze voor een beleid van stringente bezuinigingen. De combinatie van aanhoudend strenge bezuinigingen en een falende kredietvoorziening is de oorzaak van de enorme economische schade die is aangericht. Het is nog maar de vraag of we die schade nog ooit kunnen compenseren en kunnen terugkeren naar het trendmatige groeipad van 2,3%. Als dat mogelijk zou zijn, dan moet eerst de kredietverlening weer op orde gebracht zijn. De banken in de eurozone zijn echter nog maar amper hervormd. Het ziet er derhalve niet naar uit, dat dit voor 2015 gebeurd zal zijn.

    Het is waar, dat de crisis vijf jaar geleden uitbrak. Het is waar dat in sommige gevallen een bubbel de crisis mede veroorzaakte. Het is echter nog het ‘meest’ waar, dat politiek en beleidsmatig geblunder er de oorzaak van is, dat de groei voorlopig niet naar zijn trend kan en zal terugkeren!

    Cor Wijtvliet

    Bron:
    Wolfgang Münchau, Blame Europe’s policy makers for lost growth. Financial Times, October 14, 2013

  • Amerikaanse huishoudens rijker door nieuwe berekening

    Twee maanden geleden groeide de Amerikaanse economie opeens met $560 miljard, als gevolg van een aanpassing van de rekenmethode. Ontastbare zaken als de R&D uitgaven van bedrijven, verschillende vormen van kunst en audiovisuele producties worden door het Amerikaanse Bureau voor de Statistiek voortaan beschouwd als onderdeel van de economische groei.

    Amerikaanse huishoudens ervaren het ‘wealth effect’

    Door de aangepaste rekenmethode worden ook de toekomstige pensioenverplichtingen anders gewaardeerd. Niet langer worden alleen de feitelijke pensioenafdrachten van bedrijven meegerekend in het Gross Domestic Product (GDP), maar ook de toekomstige verplichtingen. Of men die beloftes wel of niet kan nakomen, dat is van secundair belang geworden. Amerikaanse huishoudens zijn door de nieuwe rekenmethode op papier in één klap $3 biljoen rijker geworden! Was hun vermogen in het eerste kwartaal van dit jaar volgens de oude berekening nog $70,3 biljoen, nu is dat opeens herzien naar $73,5 biljoen.

    Herziening van de cijfers maakt huishoudens rijker

    Herziening van de cijfers maakt huishoudens rijker (Bron: Zero Hedge)

    Manipulatie

    Iedereen kent deze uitspraak waarschijnlijk wel: “Je hebt leugens, grove leugens en statistiek”. Als de Amerikaanse economie niet snel genoeg groeit, dan moeten de cijfers veranderd worden om de illusie van groei in stand te houden. Die extra $3 biljoen in het netto vermogen van alle huishouden laat zich niet vertalen naar meer consumptie, besparingen of investeringen. Als we de cijfers van de Federal Reserve erbij pakken zouden Amerikaanse huishoudens gezamenlijk nu meer vermogen moeten hebben dan voor de crisis. Is dat het omstreden wealth effect waar Bernanke het eerder over had?

    Vermogen van Amerikaanse huishoudens

    Vermogen van Amerikaanse huishoudens (Bron: Zero Hedge)

    Goudstandaard seminar

  • De Chinese motor slaat weer aan

    Aan het begin van deze maand heeft Goldman Sachs, de grootste zakenbank, ter wereld zijn groeiverwachtingen voor China opwaarts bijgesteld. De groei voor dit jaar gaat nu uitkomen op 7,6% in plaats van 7,4%. Voor 2014 blijven de verwachtingen gehandhaafd op een groei van 7,7%.

    Detailhandelsverkopen

    Volgens de bankiers heeft het er alle schijn van, dat de groei in de loop van het huidige kwartaal aangetrokken is. Een reeks van recente economische data ondersteunen de opinie van Goldman Sachs. Zo blijkt de productie van bedrijven in augustus met 10,4% gestegen te zijn, terwijl op 9,9% was gerekend. Dat was de tweede maand op rij dat de productie verbeterde. Het herstel was merkbaar in 39 van de 41 industriële sectoren van het land. De staalproductie steeg bijvoorbeeld met 15,6% en de vraag naar elektriciteit steeg met 13,4%. Het zijn evenzovele tekenen, dat aan de teruggang van twee jaar wel eens een einde kan zijn gekomen.

    De verbeterende omstandigheden zijn ook af te lezen aan een forse groei van de detailhandelsverkopen. Die namen met 13,4% toe in de afgelopen maand. De koopgrage consument gaf zijn geld vooral uit aan nieuwe auto’s. De verkoop ervan steeg met 11% tot een totaal van 1,35 miljoen stuks.

    Export

    Niet alleen de binnenlandse bestedingen deden het goed, ook de export liet zich van zijn beste kant zien. Die groeide met 7,2% en de import deed het ook goed met een stijging van 7%. De export naar landen in de regio, Japan uitgezonderd, lieten met 30,8% een meer dan forse verbetering zien. Terwijl ook de uitvoer naar de VS licht verbeterde tot 6,1%. Die naar Europa liet weinig verbetering zien.

    De reeks van beter dan verwachte uitkomsten vormen een steun in de rug voor de Chinese overheid. Die had ingezet op een groei van 7,5% dit jaar. Die lijkt nu zonder meer haalbaar. Dat is dan wel weer te danken aan extra investeringen in de aanleg van spoorwegen en de huizenbouw. Bovendien werd de kredietverlening aan kleine bedrijven versoepeld.

    Consument

    Toch wil een en ander niet zeggen, dat de economische problemen van het land tot het verleden behoren. Verre van dat. De overheid moet komende jaren een reeks van hervormingen doorvoeren, die van China een economie maakt die op consumentenbestedingen drijft in plaats van op overbodige investeringen die alleen maar meer overcapaciteit scheppen en bubbels creëren. Er zijn simpelweg teveel fabrieken en er worden teveel huizen in nieuwe steden gebouwd. Het was juist deze structurele overcapaciteit die de overheid ervan weerhield om grootschalige stimuleringsplannen door te voeren, zoals ze aan in 2009 gedaan had ter bestrijding van de crisis van toen.

    Ombouw

    Deze ombouw van de economie zal lang gaan duren en dat heeft waarschijnlijk mede als gevolg, dat de economie op een structureel lagere groeivoet terecht komt. Voor een economie die drijft op diensten en dienstverlening is dat echter geen probleem. Maar ook voor de korte termijn zijn er bedreigingen voor het herstel. De groei van de export was eerst en vooral te danken aan de grotere vraag uit de Opkomende Landen om China heen. Die hebben nu echter zwaar te lijden onder plannen van de Amerikaanse centrale bank, de Fed. Die wil nog dit jaar de monetaire stimuleringsprogramma’s gaan afbouwen. Daardoor is een kapitaalvlucht uit de Opkomende Landen opgang gekomen. Dat tast hun economische groei aan en dus ook de vraag naar producten uit het buitenland. Het was voor veel beleggers zelfs de vraag in hoeverre de tweede economie ter wereld immuun zou zijn voor de plannen van de Fed. De sterke cijfers over de maand augustus zullen hen wel gerustgesteld hebben. Ze hebben in ieder geval Goldman Sachs overtuigd. Voor hen is dat land op dit moment de positieve uitzondering. Voor landen als India, Indonesië, Thailand en Maleisië hebben ze de groeiverwachtingen verlaagd.

    Cor Wijtvliet

    >> Wilt u de dagelijkse column van Cor Wijtvliet zonder een dag vertraging ontvangen? Klik hier om u aan te melden voor de gratis Wijtvliets Investment Insider nieuwsbrief! <<

  • Prinsjesdag: Nederlandse economie blijft kwakkelen

    De cijfers die het CPB op Prinsjesdag zou presenteren zijn nu al naar buiten gebracht, omdat RTL Nieuws al eerder inzage kreeg in het rapport (PDF). Uit dit rapport komt een vrij somber vooruitzicht voor de Nederlandse economie. Hoewel de wereldhandel weer wat aantrekt en de economie in de Eurozone weer wat herstelt, zal de Nederlandse economie geplaagd worden door een oplopende werkloosheid en een dalende koopkracht. Beide zijn voor een belangrijk gedeelte te herleiden tot de bezuinigingen, die nodig zijn om het begrotingstekort beneden de 3%-norm te krijgen.

    Groei in 2014?

    Zoals het er nu naar uitziet gaat de Nederlandse economie dit jaar 1,5% krimpen, maar mogen we voor volgend jaar alweer 0,5% groei verwachten. Dat klinkt hoopgevend, maar het verleden heeft uitgewezen dat de ramingen van het planbureau er soms behoorlijk naast zitten. Onderstaande grafiek die we tegenkwamen op Geenstijl illustreert de discrepantie tussen de werkelijkheid en de talloze ramingen voor de economische groei. Zelfs als de groeiverwachting van het CPB klopt is er weinig reden tot vreugde, want de Nederlandse economie zal dan nog steeds achterblijven bij de gemiddelde groei in de Eurozone (één procent in 2014).

    CPB ramingen zitten er soms ver naast

    De ramingen van het CPB komen niet altijd uit (Grafiek via Geenstijl)

    Koopkracht omlaag

    In koopkracht gaan de Nederlandse huishoudens er dit jaar en volgend jaar nog verder op achteruit. Door de bezuinigingen en door de relatief hoge inflatie daalt de gemiddelde koopkracht dit jaar met 1,25%. Voor 2014 verwacht het CPB een koopkrachtdaling van 0,5%.

    Werkloosheid stijgt

    De werkloosheid zal verder oplopen, zo denkt het CPB. Dit jaar zit 7% van de beroepsbevolking zonder baan, volgend jaar loopt dat verder op naar 7,5%. Dat percentage laat zich vertalen naar 685.000 werklozen.

    Europese normen niet gehaald

    Nederland slaagt er niet in de Europese norm te halen ten aanzien van het begrotingstekort en de staatsschuld. Het tekort zal dit jaar naar schatting uitkomen op 3,2% van het BBP, volgend jaar loopt dat verder op tot 3,3%. Zonder de bezuinigingsmaatregelen zouden we de norm waarschijnlijk nog meer overschreden hebben. De staatsschuld was al veel te hoog en stijgt volgend jaar met 1,3% naar 76,3% van het BBP. Dat is ver boven de Europese norm van 60% staatsschuld ten opzichte van het BBP.

    Wat de bezuinigingen in het nieuwe kabinetsbeleid voor u gaat betekenen leest u in het volledige verslag.

     

  • China slaat een nieuwe weg in

    Een van de zorgenkindjes van de huidige wereldeconomie is China. Na decennia lang met 9% à 10% gegroeid te zijn, neemt dat groeitempo in 2013 aanzienlijk af. Volgens de Chinese overheid komt de groei dit jaar uit op 7,5%, volgens anderen kan het wel eens 6% of nog iets minder worden. Zorgen genoeg, zou je denken, want het laatste wat een toch al wankelmoedige wereldeconomie kan gebruiken is een duidelijke vertraging in China.

    Scenario

    Er zijn echter nog meer moeilijkheden die het Chinascenario alleen maar donkerder maken. Banken zijn zwak en torsen torenhoge schulden en een vastgoedbubbel tekent zich af. Maar de grootste teleurstelling voor relatief ingewijden is, dat er geen tekenen zijn van een heroriëntatie van de Chinese economie. Beleidsmakers maken zich al jaren sterk om China niet een investeringsgedreven economie te laten zijn, maar een consumptiegedreven. Daar wordt al jaren druk over gepraat en vergaderd, maar er lijkt niet eens een eerste aanzet zichtbaar. In maart 2011 is daar zelfs een compleet Vijfjaren plan over in elkaar gezet.

    Transformatie

    Tevergeefs zo lijkt het. In het tweede kwartaal droeg consumptie slechts 2,5% bij aan de groei van het BBP, terwijl dat in het eerste kwartaal nog 3,4% bedroeg.

    Nee, zegt Chinakenner, Stephen Roach, er wordt wel degelijk vooruitgang geboekt, maar zo’n transformatie kost tijd, energie, strategisch denken en vooral veel geduld. Je moet bovendien wel weten, waar je op moet letten. Volgens Roach is het misschien niet zo verstandig om dan alleen maar naar de samenstelling van het BBP te kijken. Je moet veeleer letten op trends die uiteindelijk bepalend zijn voor de consumptie. Dan moet je vooral kijken naar de ontwikkeling van de Dienstensector. Dan is er wel degelijk aanleiding om hoopvol te zijn. Tussen 1980 en 2011 groeide die sector met gemiddeld 8,9% tegen 11,6% voor nijverheid en bouw. In 2013 zijn die bordjes voor het eerst verhangen. In de eerste helft van dit jaar groeide de dienstensector met 8,3% tegen 7,6% voor nijverheid en bouw.

    Diensten

    Diensten moeten een beslissende rol gaan spelen bij de transformatie. Diensten zijn traditiegetrouw heel arbeidsintensief. Dat betekent dat de economie veel minder hard hoeft te groeien om toch meer banen te scheppen om zo de armoede in het land te verminderen. Er is dus geen 10% meer nodig, maar slechts 7% – 8%. Meer banen in de dienstensector leggen tevens de basis voor een meer op consumptie gerichte samenleving. Meer banen kunnen bovendien een bijdrage leveren aan de grote tegenstellingen in de Chinese maatschappij. Een laatste voordeel is, dat de vervuiling van het milieu nu serieus aangepakt kan worden. Het aanhoudend hoge niveau van investeringen in de nijverheid maakte van het milieubeleid tot voor kort een wassen neus.

    In de visie van Stephen Roach is de Chinese economie allesbehalve aan het wegzakken. Wel is die op een keerpunt beland. Het begin van dat keerpunt is volgens hem in de trends in de dienstensector te vinden en niet in de samenstelling van het BBP. Maar hij ziet meer jonge twijgen. Zo gebruikt de centrale bank al haar macht en invloed om de excessieve kredietverlening in te dammen en ook op de woningmarkt worden stappen gezet die de discipline moeten bevorderen en tegelijkertijd de markt moet moderniseren. Het is nu afwachten of optimist Roach het gelijk aan zijn kant heeft, of de notoire zwartkijkers.

    Cor Wijtvliet

    Bron:
    Stephen Roach, Misreading Chinese rebalancing. Project-syndicate July 29 2013.

    >> Wilt u de dagelijkse column van Cor Wijtvliet zonder een dag vertraging ontvangen? Klik hier om u aan te melden voor de gratis Wijtvliets Investment Insider nieuwsbrief! <<