Tag: IMF

  • Goudprijs stijgt na voordracht Lagarde als president ECB

    De goudprijs ging maandag flink omhoog na de voordracht van Christine Lagarde als toekomstig president van de ECB. De topvrouw van het IMF zal Mario Draghi later dit jaar opvolgen aan het hoofd van de Europese Centrale Bank. De voordracht van Lagarde is opmerkelijk, omdat ze tijdens haar carrière vooral politieke functies vervulde en geen directe werkervaring heeft in de wereld van centrale banken en monetair beleid. Ze is de eerste niet-econoom die het presidentschap bij de centrale bank zal kunnen vervullen.

    De financiële markten reageren wisselend op de voordracht van Lagarde als nieuwe directeur bij de Europese Centrale Bank. Verschillende analisten reageren positief op deze uitkomst en verwijzen naar de ervaring die Lagarde heeft als voormalig minister van Financiën in Frankrijk en als topvrouw van het IMF. Binnen die functies heeft ze veel ervaring opgedaan op het gebied van economisch beleid en crisismanagement. Ze was immers minister van Financiën van 2007 tot 2011, precies tijdens de financiële crisis en de bankencrisis.

    Goudprijs stijgt, euro lager

    Toch zijn er analisten en economen die vraagtekens zetten bij de voordracht van Lagarde. Critici vrezen dat haar politieke achtergrond de onafhankelijkheid van de centrale bank in gevaar kan brengen. Ook heeft ze niet zo veel expertise op monetair gebied als andere mogelijke kandidaten, zoals de Duitse centraal bankier Jens Weidmann.

    Op de financiële markten zorgde de voordracht van Lagarde voor een daling van de euro ten opzichte van de dollar. Ook de goudprijs reageerde op het nieuws, de prijs van een troy ounce goud steeg naar $1.430. In euro’s steeg de koers naar €1.270. In beide valuta is dat het hoogste niveau sinds begin 2013.

    De stijging van de goudprijs is een reactie op de verwachting van een ruimer monetair beleid. In 2016 zei Lagarde als topvrouw van het IMF dat negatieve rente netto een positief effect heeft op de wereldeconomie. Met die kennis in het achterhoofd is de kans nog groter dat de ECB de komende jaren een ruim monetair beleid zal blijven voeren. Ook op de aandelenmarkt en de obligatiemarkt zorgde het nieuws voor hogere koersen.

    Update: In het oorspronkelijke artikel stond dat ze al benoemd is, maar dat is nog niet het geval. Ze is voorgedragen als kandidaat en die voordracht moet nog goedgekeurd worden.




  • IMF onderzoekt mogelijkheden negatieve rente

    Het IMF onderzoekt de mogelijkheden voor centrale banken om de negatieve rente in een volgende crisis verder op te schroeven. En dat heeft ook gevolgen voor de manier waarop we omgaan met contant geld. De verwachting is namelijk dat spaarders in contant geld zullen vluchten als de rente op spaargeld negatief wordt. In een nieuw onderzoek beschrijft het IMF verschillende mogelijkheden om een vlucht naar cash tegen te gaan.

    Een van de mogelijkheden waar we in het verleden al veel over hebben geschreven is om contant geld volledig af te schaffen. Deze optie is volgens het IMF minder aantrekkelijk, omdat het volledig uit omloop halen van contant geld nog steeds gevoelig ligt. Een alternatief is om contant geld op een andere manier te ontmoedigen, bijvoorbeeld door de waarde ervan te veranderen ten opzichte van giraal geld.

    Ontmoedigen van contant geld

    In het rapport worden twee mogelijkheden genoemd om negatieve rente door te berekenen via contant geld. De eerste variant is om een wisselkoers te introduceren tussen contant geld en bankreserves. Commerciële banken beschikken over reserves bij de centrale bank, die ze op ieder moment kunnen inwisselen voor contant geld. Door een premie op contant geld in te voeren wordt het voor banken duurder om bankbiljetten aan te vragen. Zij kunnen die kosten vervolgens doorberekenen naar de consument.

    Normaal gesproken is de waarde van contant geld gelijk aan die van banktegoeden. Stel dat een bank voor €100.000 aan contant geld nodig heeft om geldautomaten te vullen, dan kan ze die bij de centrale bank bestellen voor precies dat bedrag. In dit voorbeeld zou de centrale bank een negatieve rente op contant geld kunnen introduceren, door een jaar later slechts €99.000 aan reserves terug te geven als de bank €100.000 aan contanten aanbiedt. Op die manier wordt het voor banken duurder om contant geld aan te nemen, kosten die ze kunnen doorberekenen aan klanten.

    Een andere mogelijkheid is om betalingen met contant geld te ontmoedigen via een wisselkoers. De centrale bank kan in dit voorbeeld een wisselkoers communiceren, die winkels vervolgens moeten hanteren in het betalingsverkeer. Dat betekent dat je na verloop van tijd steeds meer betaalt als je met contant geld wilt betalen. Vergelijk het met winkels die betalingen met creditcard accepteren, maar daar een extra premie voor vragen.

    Negatief rendement

    Het idee van het IMF is dat centrale banken een instrument in handen krijgt om negatieve rente door te berekenen voor contant geld. Door de waarde van contant geld door de jaren heen steeds iets verder te laten dalen ten opzichte van giraal geld wordt een vlucht in cash ontmoedigt. Dat is slecht nieuws voor de spaarder, die naast inflatie en vermogensbelasting ook nog aan koopkracht inlevert op contant geld.

    In februari publiceerde het IMF ook al een zogeheten ‘working paper’ over negatieve rente en contant geld. Hierin werden nog meer voorbeelden aangehaald om een vlucht naar contant geld te ontmoedigen. Denk aan bankbiljetten met een beperkte geldigheidsdatum of het periodiek ongeldig verklaren van een deel van alle bankbiljetten.

    Dit artikel verscheen ook op Goudstandaard

    Volg Marketupdate nu ook via Telegram

    Waardeert u de artikelen en analyses op onze site, steun ons dan met een eenmalige of periodieke donatie. Met uw donatie kunnen we mooie artikelen blijven schrijven en worden we minder afhankelijk van inkomsten uit advertenties. Klik hier om te doneren!




  • IMF: “Politici moeten zich niet met centrale banken bemoeien”

    IMF: “Politici moeten zich niet met centrale banken bemoeien”

    Het Internationaal Monetair Fonds (IMF) waarschuwt voor de ‘gevaarlijke consequenties’ van politici die zich bemoeien met het beleid van centrale banken. De organisatie noemt als voorbeeld de situatie in de Verenigde Staten, waar de president oproept tot een versoepeling van het monetaire beleid. Vorige week zei president Trump dat de Federal Reserve de rente moet verlagen en opnieuw obligaties moet opkopen om de economie te ondersteunen.

    “Het ondermijnen van de onafhankelijkheid van de centrale bank is gevaarlijk”, zo verklaarde Tobias Adrian van de afdeling monetair beleid en kapitaalmarkten binnen het IMF. Hij benadrukte dat de Federal Reserve is opgezet als een onafhankelijke instantie, waarvan de gouverneurs en de voorzitter voor een lange termijn benoemd worden. “Het is sterk geworteld in de instantie dat ze niet hoeft te luisteren naar de wensen van politici”, zo verklaarde Adrian in een interview in Washington.

    Meer monetaire stimulering

    De Amerikaanse president Trump heeft al meerdere keren kritiek geuit op het monetaire beleid van de Federal Reserve. Hij vindt dat de centrale bank te weinig doet om de Amerikaanse economie te ondersteunen. Ook heeft hij zelf twee kandidaten aangedragen voor de Raad van Bestuur van de Federal Reserve, om op die manier meer invloed uit te kunnen oefenen. Een van die kandidaten is Stephen Moore, die onlangs nog een pleidooi hield voor een renteverlaging.

    Door de geschiedenis hebben hebben verschillende overheden geprobeerd om de controle over de centrale bank over te nemen. In veel gevallen leidde dat tot hyperinflatie, omdat overheden de centrale bank opdracht gaven om de begrotingstekorten te financieren. Monetair beleid wordt dan gebruikt als instrument om een slecht fiscaal beleid in stand te houden. Uiteindelijk gaat dat altijd mis, omdat de bevolking op een gegeven moment het vertrouwen in het geld en de overheid verliezen. Men vlucht dan in andere valuta, tastbare bezittingen en edelmetalen als goud en zilver.

    Onconventioneel beleid wordt nieuwe normaal

    Sinds het uitbreken van de financiële crisis in 2008 hebben centrale banken verschillende onconventionele maatregelen genomen om de economie te ondersteunen. Zo werden er op grote schaal staatsobligaties opgekocht, waardoor overheden makkelijker konden lenen. Door de extreem lage rente werden de schuldniveaus in de ontwikkelde economieën steeds hoger, waardoor het niet eenvoudig is de rente vanaf het huidige niveau weer te verhogen.

    Het IMF schreef in haar laatste Global Financial Stability Report dat een ruim monetair beleid en soepele leenvoorwaarden de toch al hoge schuldniveaus in ontwikkelde economieën verder zullen verhogen. Daarmee wordt de dreiging van een zwaardere correctie in de toekomst groter, aldus het IMF.

    Beleidsmakers moeten zich volgens Adrian voorbereiden op een wereld waarin onconventioneel monetair beleid de norm wordt. Dat betekent dat maatregelen als negatieve rente en het opkopen van staatsobligaties, bedrijfsobligaties of mogelijk zelfs aandelen het ‘nieuwe normaal’ worden. Toch betwijfelt hij of centrale banken de rente veel verder negatief zullen maken, omdat dat in potentie een vlucht naar cash teweeg kan brengen.

    Dit artikel verscheen eerder op Holland Gold




  • IMF: ‘Financiële stabiliteit staat op het spel’

    Het wereldnieuws wordt momenteel beheerst door perikelen rondom Brexit, de handelsoorlog tussen de VS en China en de gele hesjes in Frankrijk. Het zorgde voor de afwezigheid van Trump, May en Macron dit jaar in Davos. Ondanks deze degradatie van het evenement, werd in Davos een belangrijke ontboezeming gedaan die het belang van genoemde perikelen mogelijk overstijgt.

    De adjunct directeur van het IMF, David Lipton, sprak over de stabiliteit van het internationale monetaire en financiële systeem. Of eigenlijk over de instabiliteit ervan. Lipton wees erop dat de stabiliteit van dit systeem afhankelijk is van de bereidheid van de Amerikaanse centrale bank (Fed) om via zogenaamde swap-lines andere centrale banken van dollars te voorzien in tijden van nood. Het is deze bereidheid waar het IMF nu vraagtekens bij heeft gezet. Het maakt dat centrale banken een crisis als 2008 nu mogelijk niet kunnen opvangen, aldus Lipton. Wat is er precies aan de hand?

    Dollarcrisis

    In de kern was de crisis van 2008 een dollarcrisis. Europese banken hadden in aanloop naar de crisis veel dollars geleend op de interbancaire geldmarkt, om ze (via derden) weer uit te lenen aan Amerikanen voor een hypotheek. Toen bleek dat de huizenprijzen in de VS ook omlaag konden gaan, ontstond er een crisis in de markt voor hypotheekleningen. Omdat deze leningen werden gefinancierd met dollars, ontstond er ook paniek in de geldmarkt. Banken die elkaar niet meer vertrouwden leenden elkaar geen dollars meer uit, wat hen noopte om hypotheekleningen in de uitverkoop te doen, met als gevolg het opdrogen van zowel de interbancaire geldmarkt als de markt voor verhandelbaar onderpand.

    Op het dieptepunt van de crisis besloot de Fed om onbeperkt dollars te gaan verstrekken aan de belangrijkste centrale banken in de wereld, waaronder de ECB. Deze actie haalde de angel uit de crisis en in plaats van een diepe depressie kwamen financiële markten langzaam tot rust.

    Fundamentele problemen niet aangepakt

    Nu, tien jaar na de crisis, is er natuurlijk veel veranderd. Centrale banken proberen banken en andere financiële instellingen beter te reguleren, er zijn spelregels gekomen rondom buffers in zowel de geldmarkt als de markt voor onderpand en veel transacties vinden inmiddels plaats bij zogenaamde clearing huizen. Dit alles om een crisis zoals die in 2008 te voorkomen.

    Toch zijn er nog veel zaken onvoldoende aangepakt. Zo is de markt voor verhandelbaar onderpand sinds de crisis zelfs belangrijker geworden en is de geldmarkt nog steeds voor het grootste gedeelte gedenomineerd in Amerikaanse dollar. Ook zijn de zogenaamde systeembanken nog steeds middelpunt van het financiële systeem. Ze zijn niet opgesplitst, maar staan onder verscherpte controle van toezichthouders. Veel vertrouwen wekt dit niet. Bovendien zijn de schulden wereldwijd de afgelopen tien jaar alleen maar groter geworden.

    Afnemend vertrouwen

    Belangrijker misschien is dat er in de VS een andere politieke wind is gaan waaien met de komst van Donald Trump als President. Aan de macht gekomen met de slogan ‘America first’ ontvouwt hij zijn protectionistische agenda. De na de Tweede Wereldoorlog met moed en beleid opgebouwde internationale instituties staan onder druk. De legitimiteit van bijvoorbeeld de NAVO, het IMF en de Wereldbank wordt sinds Trump’s aantreden in twijfel getrokken.

    Exemplarisch voor de verhoudingen was de manier waarop Trump in juni vorig jaar het belang van het G7-overleg af serveerde. Na afloop besloot hij in het vliegtuig op weg naar de Noord Koreaanse Kim Jong-un zijn handtekening onder de slotverklaring te verwijderen. Dit alles doet het vertrouwen in internationale samenwerking in tijden van crisis geen goed.

    China

    De afgelopen vijftien jaar is het Chinese financiële systeem erg afhankelijk geworden van dollartransacties. Gelet op de achteruit krabbelende Chinese economie heerst er bij internationale financiële instellingen onzekerheid of dollartransacties met China nog wel veilig zijn. Er zijn aanwijzingen dat Chinese bedrijven moeite hebben met het doorrollen van hun dollarverplichtingen. Dit kan uiteindelijk uitmonden in een nieuwe Azië-crisis.

    Mocht weer een internationale dollarcrisis volgen, dan is het maar de vraag of Trump zal instemmen met dollar swap-lines door de Fed. Want waarom zou de Amerikaanse centrale bank – en daarmee het Amerikaanse volk – op moeten opdraaien voor een probleem dat buiten hun grens is ontstaan? Het IMF trekt nu aan de bel, omdat gebrek aan gereedschap en coördinatie dan kan omslaan in een economische crisis die in 2008 nog werd voorkomen.

    Deze column van Sander Boon verscheen eerder op Geotrendlines




  • IMF: ‘Wereld niet voorbereid op nieuwe crisis’

    IMF: ‘Wereld niet voorbereid op nieuwe crisis’

    De regeringen van de belangrijkste economieën in de wereld zijn gevaarlijk slecht voorbereid op een nieuwe crisis. Daarvoor waarschuwt David Lipton, plaatsvervangend directeur van het Internationaal Monetair Fonds (IMF). Hij verwacht dat overheden in een volgende crisis minder speelruimte hebben om fiscale of monetaire stimuleringsmaatregelen toe te passen. Ook zet hij vraagtekens bij de bereidheid van centrale banken om elkaar van noodliquiditeit te voorzien.

    “De volgende recessie ligt ergens voorbij de horizon. We zijn er minder goed op voorbereid dan we zouden moeten zijn en ook minder dan in de vorige crisis van 2008. Op basis daarvan zouden landen meer aandacht moeten besteden aan hoe ze de economie op de juiste koers moeten houden en buffers moeten opbouwen, in plaats van de confrontatie met elkaar op te zoeken.”

    In oktober hield het IMF nog rekening met een groei van de wereldeconomie van 3,7% over het gehele jaar 2018. Later deze maand komt het instituut met nieuwe inschattingen, die waarschijnlijk lager uit zullen vallen. Volgens Lipton wordt de groei van de wereldeconomie ondermijnd door handelsbelemmeringen, slecht beleid en economische zwakte in Azië.

    “China is duidelijk aan het vertragen. We denken dat de groei van de Chinese economie moet verminderen, maar het is belangrijk om een gevaarlijke afname van de groei te voorkomen.”

    Komt er een nieuwe crisis?

    De plaatsvervangend directeur van het IMF deed deze uitspraken tijdens een jaarlijkse bijeenkomst van de American Economic Association. Bij deze bijeenkomst waren ook een aantal andere experts aanwezig, die hun eigen visie op de wereldeconomie gaven. Fed-voorzitter Jerome Powell nuanceerde het negatieve sentiment op de aandelenmarkt, door te wijzen op de positieve macro-economische cijfers. Hij zei dat de cijfers nog steeds een positief momentum laten zien. Ook Larry Kudlow, economisch adviseur van de Amerikaanse regering, ziet nog geen aanwijzingen voor een nieuwe recessie. Hij zei dat economen de grote schommelingen op de aandelenmarkt beter kunnen negeren.

    Toch deelt niet iedereen deze opvatting. Econoom en Nobelprijswinnaar Robert Shiller merkte op dat het negatieve sentiment een eigen leven kan gaan leiden en een zichzelf versterkend effect kan hebben. Hij merkt op dat de financiële markten zich nu pas zorgen maken over een stijgende rente, terwijl de Federal Reserve al veel langer bezig is de rente te verhogen.

    Dat beleggers daar nu zo heftig op reageren is volgens Shiller niet rationeel, maar vanuit een historisch perspectief bezien ook zeker niet vreemd. Hij ziet parallellen met de jaren ’20, toen het sentiment ook plotseling omsloeg. Ook in die tijd waren de bedrijfswinsten hoog en groeide de economie, waarna er plotseling een crash volgde. In 1929 ontwikkelde een nieuw verhaal dat beleggers somber stemde en dat uiteindelijk ook impact had op de reële economie. Volgens econoom Shiller is er vandaag de dag een vergelijkbare ontwikkeling gaande als aan het einde van de jaren ’20.

    Dit artikel verscheen eerder op Goudstandaard




  • Erdogan: “Turkije zal niet meer lenen van het IMF”

    Erdogan: “Turkije zal niet meer lenen van het IMF”

    Turkije heeft geen economische problemen en is niet van plan de hulp van het IMF in te schakelen, zo verklaarde president Erdogan afgelopen weekend tijdens het partijcongres van zijn AK-partij in de Turkse hoofdstad Ankara. Hij voegde eraan toe dat het hoofdstuk van het IMF voor Turkije is afgesloten en dat zijn land geen meer steun van het IMF meer zal aanvragen.

    Volgens de grootste oppositiepartij in Turkije zijn er wel grote economische problemen en zou de regering ieder kwartaal de hulp moeten inschakelen van consultancybureau McKinsey om deze problemen op te lossen. Volgens Erdogan is dat niet nodig, omdat zijn regering in 2013 de volledige schuld aan het IMF ter waarde van $23,5 miljard heeft afgelost. Hij voegde eraan toe dat wat hem betreft geen enkele internationale organisatie erin zal slagen om Turkije “onder het juk te brengen”.

    ‘Geen crisis in Turkije’

    De Turkse president heeft zijn ministers opdracht gegeven om geen financieel advies aan te nemen van consultancybureau McKinsey en dat de regering uitsluitend zal vertrouwen op binnenlandse expertise. Hij probeerde de bevolking en de financiële markten ervan te overtuigen dat er geen sprake is van een economische crisis in Turkije en dat de waardedaling van de lira het resultaat is van manipulatie.

    De Turkse lira verloor afgelopen zomer bijna de helft van haar waarde, omdat buitenlandse beleggers zich zorgen maken over de relatief hoge schulden van Turkse bedrijven. Door een vlucht van kapitaal richting de Verenigde Staten en de dollar staan opkomende markten onder druk, met name landen die relatief veel schulden hebben in vreemde valuta. Argentinië, dat de waarde van haar munt dit jaar ook flink zag dalen, vroeg wel om hulp van het IMF.

    Deze bijdrage is afkomstig van Geotrendlines

  • Erdogan wil internationale leningen op basis van goud

    Volgens de Turkse president Erdogan zouden internationale leningen niet op Amerikaanse dollars, maar op goud gebaseerd moeten worden. Zo kunnen landen volgens hem voorkomen dat ze door het wisselkoersrisico hun schulden niet kunnen aflossen en daardoor in de problemen raken.

    De Turkse president bracht dit voorstel eerder al naar buiten tijdens een G20 bijeenkomst, maar tijdens een congres voor ondernemers in Istanbul op 16 april maakte hij zijn plannen ook voor het eerst aan het publiek bekend. Hij zei daar het volgende over:

    “Ik heb een suggestie gedaan tijdens de ontmoeting van de G20. Ik vroeg: Waarom sluiten we alle leningen af in dollars? Laten we een andere valuta gebruiken. Ik stelde voor dat leningen op goud gebaseerd zouden moeten zijn.

    Met de dollar staat de wereld altijd onder druk van wisselkoersrisico. We zouden landen en staten moeten beschermen tegen dit wisselkoersrisico. Goud is door de geschiedenis heen nooit gebruikt als een middel om anderen onder druk te zetten.”

    De uitspraken van Erdogan komen op het moment dat de waarde van de Turkse lira een nieuw dieptepunt bereikte ten opzichte van de Amerikaanse dollar. De afgelopen maand was de valuta van Turkije de op één na zwakste van alle opkomende economieën. Alleen de Russische roebel deed het met een waardedaling van 7% tegenover de dollar in één maand nog iets slechter.

    Erdogan kritisch over IMF

    De Turkse president sprak tijdens het congres ook zijn onvrede uit over de werkwijze van het Internationaal Monetair Fonds (IMF). Hij beschuldigde de organisatie van het beïnvloeden van de politieke richting van Turkije.

    “Er zit een vorm van ouderlijk gezag in de geest van het IMF. De meeste arme en miserabele landen in de wereld zuchten verbitterd, omdat ze zich niet konden bevrijden van deze benadering van ouderlijk gezag.”

    Erdogan liet weten dat Turkije inmiddels al haar leningen aan het IMF heeft afgelost en daarmee geen schulden meer heeft aan het IMF.

    Deze bijdrage is afkomstig van Geotrendlines

  • IMF pleit voor wereldwijde coördinatie virtuele munten

    Het Internationaal Monetair Fonds (IMF) pleit voor meer coördinatie tussen landen voor wat betreft de regulering van virtuele munten. Volgens Gerry Rice, woordvoerder van het IMF, zou het helpen als verschillende toezichthouders meer zouden samenwerken en er op internationaal niveau meer over dit nieuwe fenomeen gesproken zou worden.

    Een van de belangrijkste voordelen van virtuele munten als Bitcoin, Ethereum en Ripple is dat deze rechtstreeks tussen gebruikers verhandeld kunnen worden, zonder tussenkomsten van banken, toezichthouders en overheden. Dat geeft niet alleen een gevoel van privacy, maar ook onbeperkte vrijheid. Virtuele munten kunnen niet door de douane onderschept worden, ondervinden geen hinder van kapitaalrestricties en kunnen ook in het extreme geval van een ‘bank holiday’ gewoon 24 uur per dag wereldwijd verhandeld worden.

    IMF wil meer internationale coördinatie

    Het is dus niet vreemd dat het overheden en centrale banken momenteel worstelen met de virtuele munten. In sommige landen wordt de handel verboden, terwijl beleidsmakers in andere landen overwegen de virtuele munten te belasten. Het gebrek aan een eenduidig standpunt maakt het voor overheden lastig om de virtuele munten te reguleren. Het IMF wil daar verandering in brengen, omdat de toegenomen populariteit van virtuele munten ook bepaalde risico’s met zich meebrengt.

    “Virtuele munten bieden in potentie voordelen als efficient betaalmiddel, maar de gevaren gaan verder dan mogelijke verliezen voor individuele beleggers. De cryptovaluta kunnen aanzienlijke risico’s met zich meebrengen als instrument voor witwassen van geld, financiering van terrorisme, belastingontduiking en fraude.”

    Vorig jaar september zei IMF-topvrouw Christine LaGarde dat de toenemende populariteit van virtuele munten een uitdaging kan zijn voor centrale banken.

    “Niet zo lang geleden dachten sommige experts dat computers nooit breed geaccepteerd zouden worden en dat tablets alleen gebruikt zouden worden als dure koffieplankjes, dus ik denk dat het niet verstandig is om virtuele munten te negeren.”

    Ook Frankrijk en Duitsland willen afspraken maken om de handel in virtuele munten te reguleren. Ze zullen hun voorstel tijdens het eerstvolgende G20-topoverleg in maart voorleggen aan andere landen.

  • IMF ziet positieve effecten van negatieve rente

    De invoering van negatieve rente door centrale banken heeft in het algemeen een positief effect gehad op het aanjagen van de inflatie, het verder omlaag drukken van de rente en het verzwakken van valuta. Dat is de conclusie van een nieuw onderzoek naar de effecten van negatieve rente, dat in opdracht van het Internationaal Monetair Fonds (IMF) werd uitgevoerd.

    Het IMF bestudeerde de effecten van negatieve rente in de Eurozone, Denemarken, Japan, Zweden en Zwitserland en kwam tot de conclusie dat deze maatregel over het algemeen goed leek te werken. In de betreffende landen werd het inderdaad goedkoper om geld te lenen, al daalde de marktrente minder sterk dan de beleidsrente van centrale banken. Ook wisten de banken hun winstgevendheid op peil te houden, omdat ze er over het algemeen goed in slaagden de lagere rente door te berekenen aan spaarders.

    De centrale banken van Zwitserland en Denemarken introduceerden een negatieve rente om een kapitaalvlucht richting hun valuta af te remmen. Ook daarvoor bleek de negatieve rente een goed instrument, al zorgde de ‘boeterente’ van centrale banken niet voor een blijvend effect op de wisselkoers van de betreffende valuta.

    policy-rates

    Verschillende centrale banken hanteren inmiddels negatieve rente (Bron: IMF)

    Negatieve rente

    Sinds het uitbreken van de financiële crisis hebben verschillende centrale banken hun rente drastisch verlaagd in een poging de economie weer aan te jagen. Om de rente verder omlaag te drukken begonnen ze ook staatsobligaties en ander schuldpapier op te kopen, maar toen ook dat niet het gewenste effect opleverde werd een nog zwaarder middel uit de kast gehaald. Verschillende centrale banken introduceerden een negatieve rente, waarmee sparen in feite wordt afgestraft.

    De economen van het IMF concluderen dat negatieve rente inderdaad het beoogde effect heeft gehad, maar ze waarschuwen tegelijkertijd voor negatieve bijwerkingen. Zodra spaarders rente moeten betalen over hun spaargeld zullen ze alternatieven overwegen, waardoor ze sneller geneigd zullen zijn spaartegoeden op te nemen en bijvoorbeeld contant geld aan te houden. Om deze reden moeten centrale banken voorzichtig te werk gaan en de effecten van negatieve rente op het spaargedrag van burgers goed blijven monitoren, zo concludeert het IMF.

  • IMF: “Amerikaanse dollar is overgewaardeerd”

    De dollar is 10 tot 20 procent overgewaardeerd ten opzichte van de fundamenten van de Amerikaanse economie, zo concludeert het Internationaal Monetair Fonds (IMF) in een nieuw rapport dat vrijdag naar buiten werd gebracht. De euro, de Japanse yen en de Chinese yuan zijn volgens dezelfde beoordelingscriteria op dit moment wel correct gewaardeerd.

    Vorig jaar steeg de Amerikaanse dollar nog ten opzichte van alle andere belangrijke valuta, gedreven door positieve groeiverwachtingen en de verwachting van beleggers dat de Federal Reserve een strakker monetair beleid zou gaan voeren dan de andere grote centrale banken. Maar sinds het begin van dit jaar is de dollarindex al meer dan 8% gedaald, omdat de economische groei in de Verenigde Staten toch tegen lijkt te vallen en andere centrale banken ook begonnen zijn met de afbouw van het stimulerende monetaire beleid.

    valuation-fundamentals-imf

    In welke landen is de munt ondergewaardeerd (blauw) of overgewaardeerd (rood)?  (Bron: IMF)

    Hervormingen

    Volgens het IMF moet de Amerikaanse regering meer doen om het tekort op de handelsbalans te verkleinen, bijvoorbeeld door het begrotingstekort van de overheid terug te brengen en structurele hervormingen door te voeren die de economische productiviteit ten goede komen. Worden deze problemen niet aangepakt, dan neemt volgens het IMF de kans op een meer protectionistisch beleid toe.

    Uit het onderzoek van het IMF blijkt dat de waardering van de euro, de Chinese yuan en de Japanse yen op dit moment vrij goed overeenkomen met de economische fundamenten en de handelsbalans, maar dat de euro op dit moment nog steeds 10 tot 20 procent te goedkoop is voor Duitsland. Mede daardoor heeft het land al jaren een groot handelsoverschot en een lage werkloosheid, terwijl de situatie in de zuidelijke Eurolanden vaak precies andersom is.

    Brexit

    De waardering van het Britse pond is volgens het IMF op dit moment lastiger in te schatten, omdat er nog steeds veel onduidelijkheid is over de gevolgen van de Brexit op de handelsrelaties met andere Europese landen. Uitgaande van het meest ongunstige scenario is deze munt momenteel 15% overgewaardeerd ten opzichte van de andere belangrijke valuta.

    currenct-account-balances

    Ontwikkeling wereldwijde betalingsbalans en wisselkoers (Bron: IMF)

    Deze bijdrage is afkomstig van Geotrendlines

  • IMF: “Verhoog overheidsuitgaven en belast de rijken”

    Als het aan het IMF ligt moet Duitsland meer doen om de inkomensongelijkheid aan te pakken, bijvoorbeeld door vermogen zwaarder te belasten en de lonen te laten stijgen. Ook moeten de overheidsuitgaven omhoog, bijvoorbeeld door investeringen in infrastructuur en een verlaging van de sociale premies.

    Het IMF denkt dat deze maatregelen de Duitse economie een sterke impuls kunnen geven, maar de regering van bondskanselier Merkel voelt daar weinig voor. Volgens minister van Financiën Wolfgang Schauble is de inkomensongelijkheid in Duitsland de afgelopen tien jaar niet toegenomen en valt het land qua inkomensverdeling ook niet buiten de toon in vergelijking met andere landen.

    Vermogensheffing?

    Het IMF vraagt zich af waarom Duitsland niet meer doet om de vermogensongelijkheid te verkleinen en stelt daarom voor de vermogensbelasting te verhogen. Volgens Martin Armstrong staat het IMF nog steeds achter haar eerdere aanbeveling om een eenmalige spaardersheffing van 10% in het leven te roepen.

    Het is opvallend om te zien hoe het IMF verschillende landen de les probeert te lezen als het gaat om fiscaal beleid. Duitsland is er de laatste jaren juist in geslaagd haar begroting op orde te maken, om op die manier het goede voorbeeld te geven aan andere Europese landen. Dit wordt beloond door beleggers, die bereid zijn tegen een historisch lage rente geld uit te lenen aan de Duitse overheid.

    Verzorgingsstaat

    Als het aan het IMF ligt moet Duitsland opnieuw haar overheidsuitgaven verhogen en de omvang van de staat uitbreiden ten koste van de private markt. Wat de Duitsers daar zelf van vinden zal later dit jaar duidelijk worden, als er ook in Duitsland verkiezingen gehouden worden. Zal de harde lijn van Merkel worden voortgezet of komt er een meer socialistisch beleid dat inderdaad de vermogensbelasting zal verhogen?

    Wereldwijd zien we dat overheden steeds groter en machtiger worden. Dat betekent dat ze ook meer middelen nodig hebben om de groeiende verzorgingsstaat in stand te houden. Vermogende particulieren doen er wellicht verstandig aan een deel van hun vermogen om te zetten in tastbaar bezit dat buiten het financiële systeem verhandeld kan worden, mocht het belastingklimaat in de toekomst veranderen.

    goldbar-pexels-smaller

    Goud en contant geld zijn instrumenten om vermogen buiten het financiële systeem te bewaren (Afbeelding via Pixabay)