Tag: inflatie

  • Valutacrisis in Venezuela: Inflatie loopt compleet uit de hand

    We hebben in het verleden van vaker geschreven over de hoge inflatie in Venezuela en het lijkt met de maand ernstiger te worden. De regering van Nicolas Maduro heeft nu zelfs het leger ingezet om prijsverlagingen in de winkels af te dwingen, zo schrijft de National Post. Afgelopen zondag liet de Venezolaanse president weten dat er te weinig spullen werden gekocht in de winkels en dat er daarom meer controle nodig is op winkels die schoenen, kleding en andere duurzame consumptiegoederen verkopen. Ook autoverkopers worden streng in de gaten gehouden, want de regering verdenkt winkeliers ervan dat ze de prijzen teveel verhogen.

    Prijscontroles

    Maduro heeft ook limieten ingesteld om de maximale winst die bedrijven mogen maken, want hij is ervan overtuigd dat winkeliers mede veroorzaker zijn van de extreem hoge inflatie van 54% in zijn land. Door de prijscontroles te intensiveren denkt Maduro weer wat populariteit terug te kunnen winnen onder het volk, want die is sinds zijn verkiezing in april alleen maar verder weggezakt. Maduro dreigt de controle over de valuta te verliezen, want de inflatie is opgelopen naar het hoogste niveau in twintig jaar tijd. De valuta van Venezuela is nog steeds zwaar overgewaardeerd ten opzichte van de dollar, ondanks een forse devaluatie van 46% in februari. Tegen de officiële wisselkoers zijn de Amerikaanse dollars bijna niet te krijgen. Op de zwarte markt kan men nog wel aan dollars komen, maar tegen een prijs die negen keer zo hoog ligt als de officiële koers die door de Venezolaanse regering is vastgesteld.

    Winkeliers in de knel

    Door het verzwakken van de Venezolaanse munt zijn alle importgoederen extreem duur geworden. Elektronica en andere producten die uit het buitenland gehaald worden zijn extreem in prijs gestegen, prijzen die winkeliers moeten doorberekenen aan hun klanten. De regering van Venezuela toont weinig begrip voor de moeilijke situatie waarin de winkeliers zich bevinden, door maximumprijzen te hanteren die lager liggen dan de kostprijs. Economen vrezen dat het beleid van de regering investeerders afschrikt. Ook zullen de winkels door hun voorraden heen raken en te maken krijgen met tekorten, omdat het door de hoge inflatie simpelweg niet meer rendabel is om nieuwe voorraad in te kopen.

    “We kunnen niet zomaar winkels sluiten. De winkelier moet naar de gevangenis”, zo verklaarde Maduro afgelopen zondag in een toespraak aan het volk. De Venezolaanse leider beschuldigde winkeliers van woekerprijzen. “We moeten onze harde munt niet misbruiken om mensen te bestelen met te hoge prijzen voor goederen”. Winkeliers krijgen er flink van langs, want Maduro noemt ze de “parasitaire bourgeoisie”.

    Winkeliers in de voorsteden van Caracas sloten maandag hun winkels uit angst voor geweld. De politie loste waarschuwingsschoten om te voorkomen dat mensen de winkels zouden bestormen.

    Valutacrisis in Venezuela

    Wat er in Venezuela gebeurt is het klassieke voorbeeld van hyperinflatie. Winkeliers kunnen geen droog brood meer verdienen, omdat hun inkoop meer kost dan de verkoop oplevert. Winkels raken leeg en er dreigen tekorten, die alleen maar erger worden door prijscontroles van de overheid. Maduro wijst met de boze vinger naar winkeliers, maar ook naar valutahandelaren. Zo zijn zeven internetsites door de regering uit de lucht gehaald, omdat ze de waarde van de Venezolaanse bolivar op de zwarte markt registreerden. Deze websites, die mensen proberen te informeren over de werkelijke waarde van het geld, werden door de regering op zwart gezet. De president beschuldigde de sites van ‘paniek zaaien’ en van ‘samenzweren tegen de regering’.

    Devalueren

    Volgens economen moet Venezuela haar prijscontroles opheffen en de eigen munt opnieuw devalueren om uit deze valutacrisis te komen. Maduro heeft aangegeven dat hij daar niets van wil weten. Hij zei dat er meer dan genoeg dollars zijn in Venezuela, de grootste olieproducent van het Zuid-Amerikaanse continent. De hoge inflatie zou veroorzaakt worden door hamstergedrag van de tegenstanders van zijn regime.

    Het is slechts een kwestie van tijd voordat Venezuela haar munt opnieuw zal devalueren. Tot die tijd zullen de inwoners van Venezuela moeten leren leven met een tekort aan goederen en het repressieve beleid van de regering.

    President Maduro van Venezuela geeft winkeliers en valutahandelaren de schuld van de hoge prijzen

    President Maduro van Venezuela geeft winkeliers en valutahandelaren de schuld van de hoge prijzen

  • Grafiek: Inflatie in Argentinië

    Als een cijfer officieel is zegt dat in eerste plaats iets over de herkomst van het cijfer. Maar of de officiële cijfers ook een weerspiegeling geven van de werkelijkheid, dat is een tweede…

    Wat dacht u van deze grafiek van de inflatie in Argentinië. Gelooft u de blauwe lijn (officieel) of de oranje lijn (on-officieel)? Of ligt de waarheid in het midden, wat eveneens zou betekenen dat de officiële cijfers geen weerspiegeling geven van de werkelijkheid….

    inflatie-argentinie

    De on-officiële inflatie in Argentinië is veel hoger dan de officiële inflatie (Bron: @RudyHavenstein)

  • Video: Inflatie infomercial 1933

    Dit filmpje van MGM uit 1933 legt inflatie uit voor de kijker. Bij de uitgelegde theorie kunnen vraagtekens worden geplaatst maar dit doet weinig afbreuk aan de authenticiteit van het beeldmateriaal.

  • Inflatie daalt naar 2,8%

    De inflatie in Nederland is in de maand augustus gezakt naar 2,8%, zo schrijft het CBS. Dat is een verbetering ten opzichte van juli, toen de prijzen nog 3,1% hoger waren dan een jaar eerder. In augustus zorgde vooral de lagere benzineprijs (bijna 2 cent minder dan juli) voor een lagere consumentenprijsindex. Ook had de prijsontwikkeling van kleding en van pakketverzendingen naar het buitenland een drukkend effect op de inflatie.

    Met 2,8% inflatie zit Nederland ver boven het gemiddelde van de Eurozone (1,3%) en de zachte limiet die de ECB nastreeft (2%). De hoge inflatie is het gevolg van een BTW verhoging in oktober vorig jaar. Daardoor zijn de prijzen van alle producten en diensten die onder het hogere BTW-tarief vallen opeens 2% duurder geworden. In oktober loopt deze lastenverzwaring weer uit de cijfers, waardoor de inflatie waarschijnlijk weer ruim onder de 2% zal uitkomen. De Nederlandsche Bank benadrukte onlangs nog dat de hoge inflatie in Nederland een tijdelijk fenomeen is.

    Inflatie Nederland in augustus

    Inflatie Nederland in augustus

    Grootste huurstijging sinds 1994

    De inflatie is weer iets gezakt, maar dat wil niet zeggen dat de consument meer koopkracht heeft gekregen. Het CBS maakte vandaag ook bekend dat de woninghuren in juli met gemiddeld 4,7% zijn gestegen, de grootste huurstijging sinds 1994! De huurder betaalt dit jaar gemiddeld veel meer dan voorgaande jaren, omdat de overheid de verhuurders meer ruimte heeft gegeven om de huur op te schroeven. Vooral huishoudens met hogere inkomens die huren bij woningbouwcorporaties betalen veel meer huur dan vorig jaar. Tussen 2001 en 2012 was de huurstijging gemiddeld 0,3 procentpunt hoger dan de inflatie van het voorgaande jaar, maar in juli 2013 was de gemiddelde huurstijging 2,2 procentpunt hoger dan de inflatie van vorig jaar. Het is voor het eerst sinds 1996 dat het verschil tussen de huurstijging en de inflatie in het voorliggende jaar meer dan 2 procentpunt bedraagt, zo schrijft het CBS.

    Ontwikkeling huur en inflatie in NederlandOntwikkeling huur en inflatie in Nederland

    (Foto muntgeld van Niek Wolfkamp)

  • Column: Deflatie in Japan is een illusie

    De volgende bijdrage is van Edin Mujagic, monetair econoom, journalist en auteur van de boeken Tien jaar euro: biografie van een jonge wereldmunt (2009), Het Inflatiespook (2010) en Geldmoord (2012). In zijn boeken wijst hij de lezer op de gevaren en gevolgen van inflatie. Mujagic was van 2005 tot 2010 tevens redacteur macro-economie van het zakenweekblad FEM Business. 

    De rode lijn in mijn boek ‘Geldmoord: hoe de centrale banken ons geld vernietigen’ is dat te veel geld in omloop vroeg of laat tot stijgende prijzen – de moderne definitie van inflatie – leidt. De moderne definitie, omdat oorspronkelijk inflatie voor het verhogen van de geldhoeveelheid zelf stond.

    Het is niet alleen een economische theorie, maar ook de historie die dat onomstotelijk uitwijst. De Grote Prijsrevolutie in de Middeleeuwen kwam niet zomaar uit de lucht vallen maar had alles te maken met het leegroven van Midden- en Zuid-Amerika door de Spanjaarden. Vanaf ongeveer 1530 begonnen goud- en zilvervloten in Spaanse havens aan te meren. Honderden tonnen goud en zilver werden verscheept naar Europa. Aangezien in die tijd goud en zilver geld waren, kwam het er simpelweg op neer dat de geldhoeveelheid in Europa in die tijd explodeerde.

    Inflatie

    Niet geheel toevallig begonnen rond 1540 de prijzen in Europa te stijgen. Wat volgde was een langdurige periode van inflatie in Europa. Daar kwam een einde aan toen er geen schepen met goud en zilver uit de Nieuwe Wereld in Sevilla en andere Spaanse steden aanmeerden omdat goud en zilver op waren (precieze cijfers over omvang van goud- en zilvervloten en de ontwikkeling van de prijzen in Europa zijn te vinden in ‘Geldmoord’).

    Dit historische feit en overtuiging dat de centrale banken zoals de Fed en de Europese Centrale Bank (ECB) niet op tijd en in voldoende mate zullen ingrijpen om te voorkomen dat de Westerse economieën verdrinken in geld, is voor mij dé reden hogere inflatie te verwachten de komende jaren. Of anders gezegd: dat de geldmoord, die sinds 1914 en zeker sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog aan de gang is, zal blijven doorgaan.

    Japan

    Diegenen die het niet met mij eens zijn, komen zo goed als altijd met Japan als hét voorbeeld dat geld bijdrukken niet tot inflatie hoeft te leiden. Zij wijzen er dan op dat Japan in een diep deflatiemoeras vast is komen te liggen, ondanks het zeer ruime beleid van de Japanse centrale bank.

    Sinds 1995 dalen de prijzen in het land van de rijzende zon. Volgens de officiële inflatiecijfers van het Japanse bureau voor de statistiek waren tussen 1995 en het begin van de huidige crisis zeven jaren waarin de prijzen zijn gedaald. In evenveel jaren stegen de prijzen echter. Per saldo waren de prijzen in 2008 in Japan iets hoger dan in 1995. Met andere woorden, per saldo was er sprake van inflatie in Japan over die periode.

    Inflatie en deflatie in Japan sinds 1995Inflatie en deflatie in Japan sinds 1995 (Bron: Tradingeconomics)

    Geldgroei

    Er is dus geen sprake van een diep deflatiemoeras in Japan. Kijken we vervolgens naar de geldgroei (ik gebruik hier de ruime M2 + deposito’s definitie van geldgroei) dan zien we dat die in 1990 rap is gaan dalen. Groeide de geldhoeveelheid in eind jaren tachtig nog met ongeveer 13 procent, begin jaren negentig nam die niet meer toe. Sindsdien bedraagt de gemiddelde groei van de geldhoeveelheid in Japan ongeveer 2 á 3 procent per jaar.

    Economen zijn het er over eens dat dé fout die de Japanse centrale bank gemaakt heeft, is dat ze te laat ingreep. Omdat de bank te laat in actie is gekomen, is het zogeheten monetaire transmissiemechanisme in Japan zo goed als kapot. Monetaire transmissiemechanisme is wat monetaire economen het proces van kredietverlening door banken noemen: als dat mechanisme werkt, vloeit het geld van de centrale bank naar de huishoudens, die het vervolgens uitgeven waardoor na enige tijd inflatie begint te stijgen.

    Dat mechanisme werkt dus in Japan al twee decennia mondjesmaat. Sinds 1990 groeit de geldhoeveelheid er met tussen 2 en 3 procent per jaar. In tegenstelling tot een hardnekkig misverstand is er in Japan geen sprake van een diepe deflatie: tussen 1990 en de huidige crisis waren prijsstijgingen even frequent als prijsdalingen. Per saldo lagen aan het begin van de crisis de prijzen in Japan hoger dan begin jaren negentig. Dat de inflatie zo laag is, heeft te maken met het feit dat de geldgroei in Japan al twee decennia lang mager is.

    Kortom, Japan is niet hét voorbeeld dat het verband tussen geldgroei en prijzen er niet is. Japan is juist hét voorbeeld dat het verband tussen geldgroei en prijzen zeer sterk is.

  • Grafiek: Hoe de inflatie uw koopkracht uitholde

    Sinds 1971 is de dollar losgekoppeld van goud, met als gevolg een structureel hogere inflatie. Onderstaande grafiek laat de prijsstijging van een mandje goederen (CPI) zien over een periode van meer dan 200 jaar. De rode balkjes geven de nominale prijsontwikkeling weer, de blauwe lijn daaronder de jaarlijkse inflatie. U ziet hoe die paar procenten op jaarbasis over een langere termijn aanzwellen tot een gigantische prijsstijging! Klik op de grafiek voor een grotere versie.

    Prijsontwikkeling in de VSInflatie in de Verenigde Staten explodeerde vanaf 1971 (Bron: Finaeon, via Ritholtz)

  • Grafiek: Goudprijs vanaf 1999 in 18 verschillende valuta

    Onderstaande grafiek vertelt u alles wat u van valuta moet weten. Of het nou Australische dollars, Euro’s, Indiase roepies of Britse ponden zijn: alle valuta verliezen door de jaren heen aan koopkracht. Het is inherent aan de manier waarop fiatgeld werkt. Banken werken volgens een fractioneel systeem, waarbij spaargeld gebruikt wordt als onderpand voor nieuwe leningen. Zo blijft de geldhoeveelheid groeien en heeft u steeds meer geld nodig om dezelfde hoeveelheid goud te kopen. Op korte termijn hoeft dat niet het geval te zijn, maar onderstaande grafiek levert het bewijs dat alle valuta door de jaren heen aan waarde verliezen. Onder de grafiek staan de percentages, speciaal voor iedereen die de exacte cijfers wil weten.

    Goudprijs in 18 verschillende valuta

    De goudprijs – geïndexeerd vanaf begin 1999 t/m augustus 2013 – in achttien verschillende valuta


    Stijging goudprijs sinds 1999

    • US dollar: +378,6%
    • Euro: +320,2%
    • Japanse yen: +318,1%
    • Britse pond: +411,2%
    • Canadese dollar: +227,6%
    • Zwitserse Franc: +221,7%
    • Indiase roepie: +626,3%
    • Chinese renminbi: +254%
    • Turkse lira: +2.919,1%
    • Saoedische rial: +378,6%
    • Indonesische roepie: +552,9%
    • VAE dirham: +378,6%
    • Thaise baht: +320,7%
    • Vietnamese dong: +628,6%
    • Egyptische pond: +880,6%
    • Koreaanse won: +342,9%
    • Russische roebel: +633,4%
    • Zuid-Afrikaanse rand: +734,6%
    • Australische dollar: +224,4%

  • Grafiek: 145 jaar inflatie

    Wat is het effect van 145 jaar inflatie op de prijzen? Op Zero Hedge verscheen eerder deze week de volgende grafiek, die de prijsontwikkeling van een mandje goederen (Consumer Price Index) geeft vanaf 1868. Global Financial Data vergelijkt in deze grafiek de inflatie in verschillende landen, waaronder de VS, Japan en diverse Europese landen. Opvallend genoeg komt de VS als beste uit de bus. Was de inflatie daar echt lager dan in de rest van de wereld?

    Klik op de grafiek voor een grotere versie.

    145 jaar inflatie
    145 jaar inflatie

  • Federal Reserve kocht $2 biljoen aan staatsobligaties

    De Federal Reserve heeft al $2 biljoen aan Amerikaanse staatsobligaties op haar balans staan, zo blijkt uit de laatste cijfers van de Federal Reserve. De teller stond op 14 augustus op $2.001.093.000.000, een stijging van $7.718.000 ten opzichte van een week geleden. In 2008 stond er op de balans van de centrale bank ‘slechts’ $475,9 miljard aan Amerikaanse staatsobligaties, maar door de jaren heen hebben verschillende stimuleringsprogramma’s onder leiding van Bernanke het totale bedrag meer dan verviervoudigd!

    Monetaire stimulering

    In 2009 begon de Federal Reserve staatsobligaties en hypotheekleningen te kopen, met als doel de langlopende rente omlaag te brengen. Een lagere rente moest een impuls geven aan de consumentenbestedingen en de bedrijfsinvesteringen en daarmee de economie weer op de been helpen. Of dat gelukt is, daarover verschillen de meningen. Wel staat vast dat de balansomvang van de Amerikaanse centrale bank sterk is toegenomen door de verschillende aankoopprogramma’s.

    Onbeperkt lenen

    De Federal Reserve koopt de Amerikaanse staatsobligaties (op dit moment $45 miljard per maand) via de secundaire markt. Er is formeel dus geen sprake van directe monetaire financiering, maar in de praktijk lijkt het daar wel op. Alle rente die de Fed ontvangt op staatsobligaties wordt opnieuw in schuldpapier van de Amerikaanse overheid gestopt. Daardoor ligt de effectieve aankoop van schuldpapier dichter bij de $50 miljard dan $45 miljard per maand. Met een verwacht begrotingstekort van $745 miljard per jaar financiert de Amerikaanse overheid dus bijna 80% van haar tekorten via de centrale bank.

    Balans Federal Reserve groeit
    Balans Federal Reserve groeit

    Schulden monetiseren

    Het monetiseren van schulden is het financieren van tekorten met nieuwe geldcreatie. Normaal gesproken moet de overheid het geld ophalen bij beleggers en kan het geld maar één keer uitgegeven worden. Verstrekt de centrale bank (al dan niet direct) het geld aan de overheid, dan verandert de situatie. De overheid kan blijven spenderen, terwijl de beleggers met hun geld andere dingen kunnen doen. Zo kunnen bubbels ontstaan in andere markten, zoals aandelen, vastgoed, grondstoffen enzovoort. Voor elke dollar die de Federal Reserve in staatsobligaties stopt neemt de geldhoeveelheid in circulatie toe, wat een inflatoir effect heeft.

    CNS News schrijft dat hyperinflatie in andere landen consistent voortkwam uit een een-tweetje tussen de centrale bank en de overheid. Op het moment dat eerstgenoemde overging op onbeperkte financiering van de tekorten van de overheid ging het mis…

    Hypotheekschuld

    Naast staatsobligaties haalt de Federal Reserve ook hypotheekleningen uit de markt. Op de peildatum van 14 augustus stond er afgerond $1,3 biljoen aan zogeheten ‘mortgage-backed securities’ op de balans van de centrale bank. In januari 2009 had deze post een omvang van slechts $5,6 miljard. Dat zijn leningen die de markt niet meer wil hebben en die de balans van banken en hypotheekverstrekkers ‘vervuilen’. De Federal Reserve neemt deze bezittingen over in ruil voor dollars. Banken parkeren deze dollars weer bij de centrale bank, de zogeheten “excess reserves”. Zo lang het daar blijft liggen is er geen stijging van de hoeveelheid geld in omloop.

    Bernanke heeft $2 biljoen aan Treasuries
    Bernanke heeft $2 biljoen aan Treasuries
  • Grafieken van de goudprijs

    Goudproducent Valcambi heeft weer een aantal nieuwe grafieken van de goudprijs gepubliceerd. Daarop zien we niet alleen dat goud de laatste tien jaar veel meer rendement heeft behaald dan aandelen, maar dat goud in verhouding tot haar 200-daags gemiddelde nog zeer aantrekkelijk geprijsd is. Dit kan een goed moment zijn om goud te kopen. In absolute termen is goud nog steeds een stuk duurder dan in 1980, maar gecorrigeerd voor inflatie hebben we nog een lange weg te gaan. We nemen een aantal grafieken door…


    Goud relatief goedkoop

    Volgens de inflatieberekening van Shadowstats is goud op dit moment zelfs goedkoop te noemen. Gecorrigeerd voor inflatie zou de goudprijs vandaag de dag moeten stijgen naar $8.550 per troy ounce om de piek van 1980 te evenaren. Hanteert men liever de officiële consumer price index (CPI), dan zou de goudprijs nog naar meer dan $2.500 per troy ounce moeten stijgen om het oude record in koopkracht te benaderen.

    Goudprijs gecorrigeerd voor inflatie

    Goudprijs gecorrigeerd voor de officiële CPI inflatie

    Goudprijs gecorrigeerd voor Shadowstats inflatie

    Goudprijs gecorrigeerd voor de inflatie van Shadowstats

    Goud/Dow ratio

    De Dow Jones index, gedeeld door de goudprijs per troy ounce, levert de Dow/Goud ratio op. Wie de lange-termijn grafiek van deze ratio pakt ziet de herhaling van een interessant patroon. Door een lange bull-market in aandelen piekt de Dow/Goud ratio, om vervolgens weer terug te keren naar een ratio variërend van één tot vijf. Op het moment van schrijven staat de Dow Jones op 15.000 punten en is de goudprijs $1.365 per troy ounce, goed voor een actuele ratio op van bijna 11/1. Zouden we het historische patroon doortrekken, dan zou de goudprijs ten opzichte van de Amerikaanse aandelenindex nog met minimaal een factor twee en maximaal een factor elf kunnen versterken.

    De Dow Goud ratioDe Dow/goud ratio beweegt door de jaren heen als een pendule op en neer

    Goud beneden het lange termijn gemiddelde

    Delen we de goudprijs door het 200-daags gemiddelde van goud, dan krijgen we de volgende grafiek te zien. Een cijfer boven de één geeft aan dat de goudprijs op dat moment hoger was dan het 200-daags gemiddelde, terwijl een cijfer onder de één een situatie weerspiegelt waarin goud lager staat dan het lange-termijn gemiddelde van de laatste 200 dagen. Onderstaande grafiek begint in het jaar 2002 en laat dus de complete ‘rally’ van de goudmarkt zien. Wanneer de goudprijs minimaal 3% lager staat dan de 200-DMA is goud koopwaardig, terwijl goud te hard gestegen is als deze meer dan 22% boven het 200-DMA staat. De grafiek geeft met een ongekend grote nauwkeurigheid de goede momenten weer om goud te kopen of te verkopen.

    Goudprijs gedeeld door haar 200-daags gemiddelde

    Goud in verhouding tot haar 200-daags gemiddelde

    Goud verslaat aandelen

    Goud heeft het vanaf 2002 veel beter gedaan dan de Dow Jones index, zo blijkt uit onderstaande grafiek. Goud realiseerde een waardestijging van 384% in meer dan tien jaar tijd, terwijl de Dow Jones niet verder kwam dan 52% waardestijging. Uiteraard moeten we voor aandelen ook het dividend meenemen, maar zelfs dan hebben de dertig grote Amerikaanse bedrijven uit deze index minder aandeelhouderswaarde gecreëerd dan een klompje goud.

    Als de goudprijs zo hard gestegen is, dan moeten aandelen van mijnbouwbedrijven het toch veel beter gedaan hebben? Dat blijkt niet het geval, want na de beurscrash van 2008 kozen meer beleggers voor goud dan voor de mijnbouwaandelen. De waardeontwikkeling van mijnbouwaandelen volgde bijna hetzelfde patroon als de goudprijs, maar bleef in de goede jaren ver achter. Bij iedere correctie werden de aandelen veel sneller vna de hand gedaan dan het goud zelf. Ook dit jaar zijn de verliezen voor goudmijnaandelen bijna dubbel zo groot als de verliezen op goud.

    Goud versus Dow Jones aandelen indexGoud versus Dow Jones index

    Goud versus index mijnbouwaandelen (HUI)

    Goud versus index mijnbouwaandelen (HUI)

  • Buitenland verkoopt Amerikaans schuldpapier

    Het buitenland van Amerika heeft in juni voor de derde maand op rij haar positie in Amerikaans schuldpapier afgebouwd. China en Japan, de grootste bezitters van Amerikaans schuldpapier, deden in de maand juni elk $20 miljard van de hand. Daarmee waren deze twee landen verantwoordelijk voor 70% van de totale verkoop van Treasuries en T-Bills. De afnemende hoeveelheid schuld in handen van buitenlandse beleggers correspondeert met een oplopende rente op het Amerikaanse schuldpapier. Sinds eind april is de rente op de 10-jaars lening gestegen van 1,67% naar 2,83%.

    China verkocht in juni 1,7% van het Amerikaanse schuldpapier en bracht daarmee haar totale dollarreserve naar $1,28 biljoen. Japan deed in juni 1,8% van haar positie in Amerikaanse staatsobligaties van de hand en zit nu op een stapel van $1,08 biljoen aan Amerikaans schuldpapier. Ten opzichte van een jaar geleden bezit het buitenland nu 5,4% meer Amerikaanse staatsleningen. Hoewel de belangstelling voor Amerikaans schuldpapier afneemt zijn er dus nog steeds kopers voor te vinden.

    Trendbreuk?

    Marketupdate heeft de TIC-data vanaf maart 2000 tot en met juni 2013 verzameld en in in kaart gebracht. De grafiek laat zien dat het buitenland de laatste maanden steeds minder bereidheid toont om Amerikaans schuldpapier te kopen. We hebben nu al drie maanden op rij een daling gezien, een ongekend fenomeen dat niet onderbelicht mag blijven in de financiële media.

    Voorheen werden dollars door de exporteconomieën massaal opnieuw uitgeleend aan Amerika, zodat de waarde van de eigen munt niet apprecieerde ten opzichte van de dollar. Tegelijkertijd verschaften exporterende landen Amerika zo de middelen om opnieuw goederen en diensten ten kopen in andere landen. Wil het buitenland de Amerikaanse tekorten nog wel financieren, nu landen als Rusland, China, India, Zuid-Korea en anderen massaal goud aan het verzamelen zijn?

    Buitenlandse bezittingen van Amerikaans schuldpapier
    Buitenlandse bezittingen van Amerikaans schuldpapier

    Exportmodel

    Het op deze manier rondpompen van dezelfde dollars hield de inflatie in de VS beperkt en hield de valuta van opkomende markten relatief goedkoop. Het was een win-win situatie, waarin Amerika boven haar stand kon blijven leven en waarin de economische activiteit van opkomende markten opbloeide en voor werkgelegenheid zorgde. Dollars werden rondgepompt tussen de Verenigde Staten en de exporterende landen, met als gevolg dat de valutareserves zich opstapelden aan de ene kant (China, Japan, enz) en goederen en diensten ten goede kwamen aan de andere kant (VS). Dit model heeft lang stand gehouden, maar werd fundamenteel aangetast door de financiële crisis en de manier waarop die door de Federal Reserve en de Amerikaanse overheid werd aangepakt…

    Nu de Amerikaanse centrale bank ‘gratis’ schuldpapier kan opkopen voelen de exporterende landen zich tekort gedaan. Door de monetaire financiering voelen exporterende landen er steeds minder voor om uitsluitend dollarreserves aan te houden. Sinds 2009 doen centrale banken van opkomende landen daarom hetzelfde wat centrale banken van Europese landen deden tijdens het Bretton Woods systeem, ze maken hun dollars ten gelde door te investeren in ‘hard assets’. Centrale banken kopen massaal goud, terwijl staatsfondsen uit China en diverse oliestaten meer investeringen doen in goud, vastgoed en in de mijnbouwsector van andere landen.

    We zullen deze trend nauwlettend in de gaten houden. Iedere dollar die het buitenland niet meer uit wil lenen aan de VS moet ergens anders vandaan komen, bijvoorbeeld van de Amerikaanse centrale bank. Nieuw geld dat door de Amerikaanse overheid uitgegeven wordt en in circulatie komt. Ondertussen gaan de dollars die in exportlanden achterblijven op zoek naar rendement. Die dollars worden bijvoorbeeld gebruikt voor investeringen in vastgoed, in bedrijven of in aandelenmarkten. Dat zal een inflatoir effect hebben en de waarde van de Amerikaanse valuta ondermijnen.