Tag: inkomen

  • Huizenprijzen sinds 1970 twee keer zo hard gestegen als inkomen

    De huizenprijzen in Nederland zitten weer in een stijgende lijn en in verschillende stedelijke gebieden is er zelfs sprake van oververhitting op de woningmarkt. Door de extreem lage rente en het positieve sentiment worden er weer volop hypotheken verstrekt, waardoor potentiële huizenkopers met nog grotere bedragen tegen elkaar op kunnen bieden om een huis te kopen. Een groot probleem, want door de hoge huizenprijzen wordt het steeds duurder om in Nederland te wonen.

    De volgende grafiek laat zien dat de huizenprijzen sinds 1970 veel harder zijn gestegen dan het gemiddelde inkomen. Vergelijken we de laatste cijfers uit 2016 met die van 1970, dan zien we dat de gemiddelde prijs van een woning elf keer zo hoog geworden is. Ter vergelijking, het inkomen ging in dezelfde periode zes keer over de kop. In minder dan een halve eeuw tijd werden huizen in verhouding tot wat de gemiddelde Nederlander verdient dus bijna twee keer zo duur.

    huizenprijzen-versus-inkomen

    Huizenprijzen zijn bijna twee keer zo hard gestegen als het gemiddelde inkomen (Bron: CBS, grafiek via @WouterHupkes)

    Waarom stijgen de huizenprijzen?

    De ongekende stijging van de huizenprijzen heeft twee belangrijke oorzaken. De eerste is de daling van de rente over de afgelopen dertig jaar, waardoor je bij dezelfde maandlasten een steeds hoger bedrag kunt lenen. De wet van vraag en aanbod leert dat als het aanbod van woningen gelijk blijft en je huizenkopers meer geld geeft, dat daardoor de prijzen van woningen uiteindelijk zullen stijgen.

    In de jaren negentig werd de stijging van de huizenprijzen versterkt door financiële deregulering. Banken kregen van de politiek en van de toezichthouder meer ruimte om nieuwe hypotheekvormen te bedenken, waarbij huizenkopers nog meer geld konden lenen.

    Met de introductie van aflossingsvrije hypotheken en beleggingshypotheken kon de maximale leencapaciteit van de consument nog verder worden opgerekt, waardoor men zich nog dieper in de schulden kon en moest steken voor een eigen huis. Daardoor zijn we nu in een situatie terechtgekomen we niet meer gemakkelijk uit kunnen ontsnappen.

    Lees ook:

  • Gemiddeld inkomen Britten 10% lager dan voor de crisis

    Het gemiddelde inkomen van Britten tot 40 jaar is zeker tien procent lager dan voor het uitbreken van de financiële crisis, zo blijkt uit een onderzoek van de Resolution Foundation. Daarmee leveren de jongere werknemers meer in dan de oudere, want de lonen voor 50-plussers en 60-plussers daalden met gemiddelde respectievelijk 5% en 2%. Alleen parttime werknemers in het Verenigd Koninkrijk zijn qua uurloon weer terug op het niveau van de crisis, aldus het rapport.

    De Resolution Foundation werd in 2005 opgericht met als doel de levensstandaard voor de 15 miljoen Britten met middeninkomens en de lagere inkomens te verbeteren. Als de resultaten van dit onderzoek kloppen, dan belooft dat niet veel goeds voor de Britse economie. Vergeleken met 2008 zijn de kosten van levensonderhoud immers sterk toegenomen, wat betekent dat er een steeds grote groep Britten is die met moeite rond kan komen.

    Brexit

    Door de Brexit is dat probleem alleen nog maar groter geworden, omdat de waarde van het Britse pond daardoor aanzienlijk is gedaald. Dat zal in eerste instantie ongunstig uitpakken voor het Verenigd Koninkrijk, omdat er al jaren sprake is van een tekort op de handelsbalans. De stijgende kosten van de import wegen dus zwaarder dan het concurrentievoordeel van de goedkopere munt.

    De daling van het Britse pond brengt ook de Bank of England in een lastige positie, omdat het de centrale bank minder ruimte geeft om de rente te verlagen. Een renteverlaging is normaal gesproken een beproefd instrument om de economie te stimuleren, maar onder de huidige omstandigheden zou dat ook zeer nadelig kunnen uitwerken op de waarde van het Britse pond.

    Nederland

    Ook in Nederland zijn de jongere werknemers veel slechter uit de crisis gekomen. Uit cijfers die een maand geleden werden vrijgegeven door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) blijkt dat twintigers sinds 2007 gemiddeld 10% aan inkomen hebben ingeleverd, terwijl dertigers er sindsdien slechts 4% op achteruit zijn gegaan. Het gemiddelde huishouden zag het inkomen over dezelfde periode met ongeveer 3,5% dalen.

  • Amerikaanse middenklasse armer dan in 1987

    Ongeveer 90% van alle Amerikaanse huishoudens is vandaag de dag armer dan in 1987, zo blijkt uit een nieuw onderzoek van het National Bureau of Economic Research. Door de financiële crisis en het leeglopen van de vastgoedzeepbel werd de vermogenspositie van met name de lagere inkomens en de middeninkomens aangetast. Ook daalde het gemiddelde inkomen, wanneer je een correctie toepast voor de inflatie.

    Inkomensdaling

    De volgende grafiek laat zien dat het totale inkomen van de onderste 90% al vier decennia op rij daalt. Tussen 1970 en 2013 daalde het gedeelte van het totale inkomen dat in handen kwam van de 90 procent minst rijke huishoudens van meer dan 70% naar minder dan 60%. Dat betekent dus ook dat de top 10% van hoogste inkomens in de Verenigde Staten er flink op vooruit ging. Hun aandeel in het totale inkomen van alle Amerikanen steeg van 30 naar 40 procent, een stijging van een derde.

    income-share-bottom90percent

    De inkomens van de middenklasse daalt al meer dan veertig jaar

    Vermogensongelijkheid

    Niet alleen de inkomensongelijkheid is de afgelopen decennia sterk toegenomen, maar ook de vermogensongelijkheid. De volgende grafiek laat zien dat de vermogensongelijkheid in de Verenigde Staten de laatste 25 jaar weer sterk toeneemt. De 10% meest vermogende huishoudens bezitten gezamenlijk ruim 75% van het totale vermogen van alle Amerikaanse huishoudens, terwijl dat in 1987 nog minder dan 65% van het totale vermogen was.

    top10percent-wealth-share

    De 10% meest vermogende huishoudens zijn er sinds de crisis sterk op vooruit gegaan

    De vermogensongelijkheid wordt nog duidelijker in beeld gebracht door de volgende grafiek, die betrekking heeft op het vermogen van de top 0,1%. De rijkste huishoudens hebben vandaag de dag naar verhouding twee keer zoveel vermogen als in 1987. Hun vermogen groeide de laatste decennia vooral door stijgende aandelenkoersen, dividenduitkeringen en cashflow uit andere beleggingen.

    top-01percent-wealth-us

    Percentage van het totale vermogen in handen van de top 0,1% is sinds 1987 verdubbeld

    De volgende grafiek uit het rapport laat zien dat het vermogen van de top 0,01% de laatste dertig jaar sterk is toegenomen. Vooral de waardering van aandelen en van andere beleggingen die cashflow genereren ging fors omhoog. Vergelijken we de samenstelling van het vermogen van de top 0,01% met dat van de onderste 90%, dan zien we dat die laatste groep de afgelopen dertig jaar juist armer is geworden. Hun vermogen zit vooral in vastgoed, dat door de financiële crisis sterk in waarde daalde. Aandelen en obligaties, die sinds het uitbreken van de crisis wel sterk in waarde zijn toegekomen, heeft de middenklasse bijna niet meer. Een schrale troost is dat het pensioenvermogen van de onderste 90% wel geprofiteerd heeft van de bull market in aandelen en de waardestijging van obligaties.

    composition-top001wealth

    Vermogen van de rijkste huishoudens nam toe, terwijl dat van de minder rijke huishoudens daalde

    Spaargeld

    De meest vermogende huishoudens kunnen een aanzienlijk deel van hun inkomen sparen, zoals blijkt uit onderstaande grafiek. De top 1% kan nog ongeveer een derde van het inkomen sparen, terwijl de grote 90% groep vanaf eind jaren '90 tot en met vandaag vrijwel niet heeft kunnen sparen. Zo blijft de vermogensongelijkheid in stand. Uit een recent rapport van Credit Suisse kwam naar voren dat de Verenigde Staten op de zevende plaats komt in landen waar de vermogensongelijkheid het grootste is. Het grootste is de vermogensongelijkheid overigens in Rusland, waar 84,8% van al het vermogen in handen is van de top 10 procent. In de VS is dat 74,6% van het totale vermogen.

    savings-rate-wealthy

    Alleen de meest vermogende huishoudens kunnen veel sparen

  • Inkomen Amerikaanse huishoudens bijna 10% omlaag sinds crisis

    Het inkomen van een gemiddeld Amerikaans huishouden is door de economische crisis sterk gedaald, zo blijkt uit een nieuw rapport van het Amerikaanse Census Bureau. Marketwatch haalde een interessante grafiek uit het laatste rapport over inkomens en armoede in de VS, waaruit blijkt dat de mediaan van het inkomen van een Amerikaans huishouden op $5.1939 ligt. Dat is bijna 10% minder dan in het jaar 2007, toen de mediaan nog op $56.436 lag. Niet alleen de daling van de inkomens in de middenklasse is zorgwekkend, maar ook de mate van inkomensongelijkheid. Huishoudens die jaarlijks $20.900 verdienen zitten op 20%, wat wil zeggen dat één op de vijf Amerikanen nog minder verdient dan zij. Wanneer een huishouden een gezamenlijk inkomen heeft van $105.910 per jaar behoort ze al tot de 20% groep met het hoogste inkomen en bij een inkomen van $196.000 behoort een huishouden al bij de rijkste 5%.

    inkomensverdeling-vs-huishoudens

    Dit verdienen de Amerikaanse huishoudens die niet bij de top 1% horen

  • Crisis: Hoge opleiding en een laag inkomen

    Volgens het Bureau of Labor Statistics waren er het afgelopen jaar 260.000 Amerikanen met een universitaire opleiding die niet meer verdienden dan het minimumloon van $7,25 per uur. Het is niet duidelijk hoeveel procent dat is van het totaal, maar de cijfers bevestigen opnieuw dat ook een universitair diploma in crisistijd geen garantie biedt voor het vinden van een goedbetaalde baan.

    Het aantal afgestudeerden met een universitaire graad dat niet boven het minimumloon uit stijgt daalde weliswaar naar het laagste niveau sinds jaren. In 2010 lag het aantal op een recordniveau van 327.000 Amerikanen. Toch is het aantal universitair geschoolden dat niet meer dan $7,25 per uur opstrijkt vandaag de dag nog steeds twee keer zo hoog als in de jaren voor de crisis. In 2005 en 2006 lag het aantal op 127.000.

    CNN schrijft dat 58% van de totale banengroei in de VS sinds de crisis voor rekening komt van laagbetaalde banen. Die ontwikkeling raakt ook hoogopgeleide Amerikanen, omdat er binnen hun vakgebied niet altijd werk te vinden is en de concurrentie groot is.

    Hoge opleiding, maar laag inkomen

    Hoge opleiding, maar laag inkomen (Bron: CNN)

  • Rijken worden steeds rijker

    In zijn de nieuwe boek beschrijft de Franse econonoom Thomas Piketty hoe de rijkste 1 procent steeds rijker wordt. De rijkste 0,01 procent wordt echter nog veel sneller rijker dan iedereen. In het boek met de titel Capital in the Twenty-First Century schrijf Piketty over de ontwikkeling van de verdeling van welvaart, vermogen en inkomen over de afgelopen twee eeuwen.
    De econoom onderzoekt aan de hand van twee eeuwen data uit 20 landen hoe de verdeling van welvaart, vermogen en inkomen zich over deze periode hebben ontwikkeld. Zijn conclusie is enigszins somber. Steeds minder mensen worden steeds rijker. Met andere woorden, de ongelijkheid neemt steeds verder toe. rijken-steeds-rijker Bekijk hieronder een korte toelichting van Piketty op zijn boek. En hier een uitgebreid college over ongelijkheid van Pikkety. Bronnen: 360 magazine The New Yorker

  • Minimuminkomen steeds minimaler

    Het minimuminkomen in de Verenigde Staten is niet meer wat het geweest is. Gecorrigeerd voor inflatie zijn de laagste inkomens nauwelijks gestegen en ook in verhouding tot het modale inkomen is het minimuminkomen in de afgelopen decennia steeds verder weggezakt. Omgerekend naar dollars van 2013 was het minimuminkomen in 1960 ongeveer $7,78 per uur, terwijl dat anno 2013 niet meer is dan $7,25. En waar het minimuminkomen in 1960 nog gelijk stond aan 47% van het modale inkomen is dat vandaag de dag nog maar 37%.

    Dat de inkomensongelijkheid groeit blijkt ook wel uit het feit dat de allerrijksten steeds meer zijn gaan verdienen. Als de minimuminkomens vanaf 1960 met hetzelfde percentage waren gestegen als de inkomens van de top 1%, dan zou het minimumloon vandaag de dag $22,62 per uur bedragen. Onderstaande illustratie van de New York Times laat zien dat het minimuminkomen vooral van toepassing is op de jongeren. Van de 16 tot 19 jarigen zit een kwart op of beneden het minimum, bij de leeftijdscategorie van 20 tot 29 jaar is dat zelfs 38%. Naar mate de leeftijd hoger wordt komt het minimuminkomen ook minder voor.

    De teloorgang van het minimuminkomen

    De teloorgang van het minimuminkomen (Bron: New York Times)

  • “Een gezin in de bijstand zit er warmpjes bij”

    Het is prima vertoeven in de bijstand, als we de berekeningen van het Nibud en van Daskapital mogen geloven. Een gezin met twee volwassen thuiswonende kinderen blijkt iedere maand, inclusief alle andere toeslagen zoals vakantie- en zorgtoeslag, een bedrag van €3.255 op te strijken. En dat is niet het bruto ‘inkomen’, maar netto! Een echtpaar in de bijstand krijgt onder de huidige regels 100% uitkering (€1.493 per maand inclusief vakantie- en zorgtoeslag) en de kinderen krijgen in dit voorbeeld ieder 60% uitkering (€881 inclusief vakantie- en zorgtoeslag).

    Zetten we daar een gezin naast waarvan de vader kostwinner is met een modaal inkomen, de moeder niet werkt en de twee volwassen kinderen thuis wonen en een studie volgen, dan komen we op een totaal aan inkomsten en toeslagen van… €2.890 netto. Juist, minder dan het gezin dat het maximale haalt uit de bijstand en de belastingdienst. Vader houdt in dit voorbeeld netto €1.988 per maand over en moet het doen met slechts €70 zorgtoeslag voor hemzelf en zijn vrouw. Vanwege een te hoog inkomen krijgt dit gezin niet alleen minder zorgtoeslag, ook komen ze niet in aanmerking voor huurtoeslag. De kinderen krijgen in dit voorbeeld €88 per maand aan zorgtoeslag en €328 studiefinanciering (basis- plus aanvullende beurs).

    Huishoudens in bijstand versus huishoudens met werk en inkomen

    Huishoudens in bijstand versus huishoudens met werk en inkomen (Bron: Daskapital)

    Bijstand omlaag

    Staatssecretaris Klijnsma vond dit ook te gortig en heeft daarom besloten dat meerdere uitkeringstrekkers op één adres voortaan wat minder krijgen. Volgens berekeningen van Daskapital gaat het bijstandsgezin er onder de nieuwe regels bruto €617 per maand op achteruit. Netto hoeven ze minder in te leveren, want door de lagere uitkering maken ze nu wel weer aanspraak op een huurtoeslag van €137. Zo houdt dit gezin alsnog €2.811 per maand over, bijna evenveel als het gezin modaal.

    De SP heeft de versoberde uitkeringen laten doorrekenen voor 25 voorbeeldhuishoudens. In deze tabel heeft de kostwinner een modaal salaris, bij tweeverdieners heeft de kostwinner 1,5x modaal salaris. Die tabel zit u hieronder en kunt u vinden in dit rapport van de SP.

    Update:

    Volgens Sargasso is de vergelijking die Daskapital maakt niet volledig. Zo kunnen de kinderen die studeren een aantal jaren gratis met het OV reizen en maakt de niet werkende moeder aanspraak op de algemene heffingskorting, ook wel aanrechtsubsidie genoemd. En zo blijven we bezig om subsidies, belastingen en bijdrages te zoeken om het ene, dan wel het andere verhaal te onderbouwen…

    voorbeeldinkomens-1

    voorbeeldinkomens-2

  • Grafiek: Productiviteit versus inkomen

    De volgende grafiek laat zien dat het minimale inkomen (na correctie voor inflatie) al sinds 1980 sterker is achtergebleven bij de productiviteit van de Amerikaanse beroepsbevolking. De gemiddelde productiviteit ligt vandaag de dag ongeveer drie keer zo hoog als in 1970, terwijl het minimuminkomen aanvankelijk alleen maar verder omlaag is gegaan. De grafiek suggereert dat de lagere inkomens de afgelopen decennia relatief weinig geprofiteerd hebben van deze ontwikkeling. Ligt in deze grafiek de verklaring besloten voor massale gebruik van voedselbonnen in de Verenigde Staten? En waren de hogere looneisen door werknemers van de Amerikaanse fastfood restaurants ook het gevolg van de dalende reële minimuminkomens?

    De grafiek is afkomstig uit het rapport ‘The Next Social Contract‘ van de New America Foundation. We kwamen de grafiek tegen op de twitter van Arne Verbeke (@sjoofer) en kwamen zodoende bij dit rapport uit.

    Productiviteit versus minimuminkomen in de VS

    Productiviteit versus minimuminkomen in de VS (Bron: New America Foundation)

  • Steeds meer armoede onder werkende Britten

    Steeds meer Britten merken de gevolgen van de economische crisis, zo blijkt uit een rapport van de denktank New Economics Foundation (NEF). Meer dan vijf miljoen Britten doen laagbetaald werk en ook zijn er steeds meer mensen in de publieke sector die moeite hebben om financieel rond te komen. Naar verhouding merken vooral vrouwen en parttime werknemers de negatieve gevolgen van de crisis, omdat het inkomen vaak achter blijft bij de stijgende kosten van levensonderhoud.

    “Werknemers met lage inkomens en gemiddelde inkomens maken nu de grootste daling in levensstandaard mee sinds het midden van de 19e eeuw, toen er voor het eerst betrouwbare cijfers werden bijgehouden”, zo lezen we in het rapport. Het NEF heeft berekend dat er in Groot-Brittannië een miljoen laagbetaalde banen zijn in de publieke sector, een verdubbeling ten opzichte van de vorige schatting. Vooral in de gezondheidszorg en in het onderwijs zijn er steeds meer laagbetaalde banen bij gekomen. In de private sector leveren banen als ober, serveerster, winkelbediende en cassiere ook steeds minder geld op.

    Volgens de denktank gaan de lagere inkomens er steevast op achteruit, omdat hun inkomen niet of nauwelijks mee stijgt met de inflatie. Daardoor neemt de koopkracht met het jaar verder af. De officiële werkloosheid is sinds begin 2012 weliswaar een beetje gezakt, maar veel van de nieuwe banen leveren maar een klein inkomen op. Inmiddels heeft één op de vier mensen werkzaam bij de lokale overheid een laag inkomen, dat geclassificeerd wordt als minder dan 60% van het gemiddelde landelijke inkomen. Dat inkomen is equivalent aan £7,47 per uur of £13.600 per jaar. "Tot op heden werd aangenomen dat slechts een kleine groep mensen in de publieke sector een laag inkomen had, maar nu steeds meer taken worden uitbesteed blijkt het 'probleem' veel groter te zijn", zo verklaart Helen Kersley van NEF. Er zijn meer dan een half miljoen Britten die voor minder dan die £7,47 per uur werken in sectoren als de gezondheidszorg en het onderwijs. Het outsourcen is lucratief voor de overheid, want de werknemers die in de zorgsector werken en die ingehuurd worden krijgen een salaris van £6,44 tot £7,38 per uur, veel minder dan de £9 tot £11 voor iemand die rechtstreeks voor de overheid werkt en hetzelfde werk doet. Bron: Independent

    Steeds meer armoede onder werkende Britten

    Steeds meer armoede onder werkende Britten

  • Grafiek: Huizenprijzen versus inkomen

    Vanaf 1970 zijn de huizenprijzen in Nederland sterk gestegen. De inkomens gingen door de jaren heen echter ook omhoog. Maar hoe ligt de verhouding tussen die twee variabelen? Marketupdate zocht het voor u uit en maakte aan de hand van cijfers van het CBS de volgende grafiek. De getallen zijn omgerekend naar een index die begint in het jaar 1970. U ziet de procentuele ontwikkeling vanaf dat moment. Voor de liefhebbers hebben we dezelfde grafiek ook met logaritmische schaal.

    Huizenprijzen versus netto inkomen in Nederland vanaf 1970

    Huizenprijzen versus netto inkomen in Nederland vanaf 1970

    Huizenprijzen explosief gestegen

    De grafiek laat zien dat de huizenprijzen tussen 1970 en 1995 een relatief sterke correlatie vertoonden met de netto inkomens in Nederland. Tijdens de zeer inflatoire periode van de jaren ’70 stegen de prijzen van woningen in ons land veel sneller dan de inkomens, maar een paar jaar later volgde een correctie. Zodanig dat de huizenprijzen van 1982 tot en met 1992 in verhouding tot het inkomen lager waren dan in 1970.

    Vanaf 1995 bereikte de financiële innovatie ons land. Banken werden makkelijker met het verstrekken van kredieten en bedachten gaandeweg steeds meer nieuwe hypotheekvormen om de hypotheekschuld van huishoudens maar zo hoog mogelijk te maken. Want daar werd goed aan verdiend. Iedereen snoepte mee van de stijgende huizenprijzen, tot de crisis van 2008….

    Hoe moeten we nu verder?

    Is de bodem echt bereikt en blijven we veroordeeld tot relatief dure huizen? Of gaat er inderdaad nog 20 tot 30 procent van de huizenprijzen af, zoals een groot deel van de Marketupdate lezers denkt.