Tag: olieprijs

  • De prijs van een vat olie

    vaten-olieIn een halfjaar tijd is de prijs van een vat olie nagenoeg gehalveerd en slingert momenteel zo rond het niveau van $ 50 per vat. De forse prijsdaling is groot nieuws, want de olieprijs bepaalt mede het welzijn van de wereldeconomie. Sinds 1970 is elke recessie voorafgegaan door een meer dan forse prijsstijging. Het omgekeerde is ook waar. Een forse verlaging van het prijspijl voor een periode van tenminste zes maanden mondde uit in een versnelling van de groei.

    Betekent de huidige daling naar een niveau van $50, dat dit voorlopig het nieuwe plafond is? Of is het opnieuw de bodem van het dal en gaat de prijs opnieuw opkrabbelen naar een niveau tussen $75 en $100? De meesta analisten geloven in het laatste scenario. Gelet op de geschiedenis is het echter zeer wel mogelijk, dat het huidig niveau van $ 50 het nieuwe plafond blijkt te zijn. De opstelling van de analisten is niet zo vreemd. Tussen 1974 – 1985 en tussen 1998 en 2005 fluctueerde de prijs van een vat olie tussen $50 en $120. In de jaren 1986 – 2004 was dat tussen $20 en $50. In de tussenliggende jaren zag OPEC zijn monopoliepositie gedwarsboomd door de snelle productie van bijvoorbeeld Noordzeeolie. Daardoor kon de prijs snel omlaag. Aan die gezonde competitieve omgeving kwam in 2005 een einde, omdat de snelgroeiende vraag uit China voor krapte op de markt zorgde. Dat gaf Saoedi-Arabië de gelegenheid de prijsteugels weer aan te trekken.

    real-price-oil

    Olieprijs gecorrigeerd voor inflatie

    Concurrentie op de oliemarkt

    De oliemarkt is derhalve in de afgelopen decennia afwisselend gedomineerd door echte concurrentie en een ouderwets monopolie. Waar in de dagen van weleer OPEC en met name Saoedi-Arabië een pur sang monopolist was, zien we nu het omgekeerde. De Saoedi’s werpen zich op als representanten van de concurrentie. De Texaanse olieboeren daarentegen smeken OPEC bijna om weer als monopolist te gaan functioneren. Liever zien ze de Saoedi's weer hun traditionele rol spelen van holding the balance. In tijden van overvloed moet dat land zijn productie beperken. Maar de Saoedi’s hebben goede argumenten om die rol niet meer te willen spelen. Door de eigen productie te beperken en zodoende de prijs hoog te houden, gaven ze de olieboeren uit Texas de gelegenheid om de eigen productiecapaciteit fors uit te breiden. Het deerde niet, dat die prouctiekosten hoog waren. De prijs was dat ook. oilprice-dropIn de zomer van 2014 zijn een aantal landen binnen OPEC tot de conclusie gekomen, dat hun oude strategie niet meer werkte. Sterker nog, ze werden er zelf slachtoffer van. Door zich beperkingen op de te leggen, gaven ze de Verenigde Satten gelegenheid zich te ontwikkelen tot een nieuwe oliegrootmacht. Het antwoord van OPEC op deze nieuw uitdaging is om de prijzen te laten schommelen in de hoop dat ze zo laag worden, dat het voor Texas niet aantrekkelijk meer is om nog olie op te pompen. De productiekosten van schalie-olie liggen aanmerkelijk hoger dan die van een aantal OPEC leden. Daardoor zal schalie-olie en niet de olie van OPEC voortaan de rol van holding the balance gaan spelen. Stijgt de prijs teveel dan kunnen de Texanen heel eenvoudig hun productie weer gaan opstarten.

    Verenigde Staten

    De wetenschap, dat de Verenigde Staten even gemakkelijk hun olieproductie kunnen verlagen als verhogen dwingt OPEC om op volle toeren te blijven produceren. Dat betekent echter ook, dat de kosten voor een vat olie in Oklohoma of in Texas de bovenkant van de olieprijs gaat vormen. Die ligt gemiddeld op of net onder $50. De bodemprijs zal in dit scenario $20 bedragen. Dat zijn onder normale omstandigheden de kosten voor een vat conventionele olie! Cor Wijtvliet Bron: Anatole Kaletsky, a new ceiling for oilprices. Project-syndicate, January 14 2015 Over Cor Wijtvliet: Als econoom studeerde Wijtvliet af op economische geschiedenis en kent hij als geen ander de valkuilen en mogelijkheden van crises. Wijtvliet werkte tot de vorige crisis van 2008 als onderzoeker, analist en vermogensstrateeg voor banken en instellingen zoals het Nederlands Instituut voor het Bank- en Effectenbedrijf (NIBE), Centraal Bureau voor de Statistiek, KBW-Wesselius, Friesland Bank Securities en Van Lanschot Bankiers. Die wereld laat hij in 2009 achter zich en vestigt zich succesvol als onafhankelijk analist. Hij schrijft in 2009 onthullende commentaren en vileine columns en wordt regelmatig gevraagd zijn doortastende kijk op geld- en beleggingszaken te geven in de Nederlandse media. Zo was Dr. Wijtvliets opinie onder andere te zien, te horen en te lezen in RTLZ, Business Nieuws Radio (BNR) en Het Financieele Dagblad (FD). Meer informatie:

  • Saudische prins: “Olieprijs gaat niet meer naar $100”

    Volgens de Saudische prins Alwaleed bin Talal is een olieprijs van $100 of meer verleden tijd. Dat zei de prins, die geschat wordt op een vermogen van $20 tot $30 miljard, in een exclusief interview met USA Today. Hij zei dat de olieprijs de afgelopen jaren kunstmatig hoog werd gehouden en dat die prijs niet marktconform is. Onder de huidige omstandigheden acht de prins een olieprijs van meer dan $100 ondenkbaar.

    Toen de olieproducerende landen eind november besloten de olieproductie niet te verlagen werd een ongekende prijsdaling in gang gezet die de prijs deed halveren tot minder dan $50 per vat. Deze prijsdaling werd al min of meer aangekondigd tijdens de G20 top, waar zowel Rusland als Saoedi-Arabië zeiden dat olie en gas niet gebruikt zullen worden als politiek instrument.

    De theorie dat de Verenigde Staten een daling van de olieprijs in gang hebben gezet om Rusland onder druk te zetten is volgens de Saoedische prins complete onzin. Dat zou niet in het belang van Saoedi-Arabië zijn. Sterker nog, Saoedi-Arabië en Rusland zitten volgens hem in hetzelfde schuitje.

    Prince-Alwaleed-bin-Talal-005

    Alwaleed bin Talal: "Olieprijs van $100 komt niet meer terug"

  • Grafiek: Zoveel belasting betaalt u aan de pomp

    Waarschijnlijk wist u al dat de prijs van een liter benzine of diesel in Europese landen voor het grootste deel bepaald wordt door belastingen. Maar hoe groot is deze belastingcomponent eigenlijk? De Wall Street Journal vergeleek de prijs van een gallon benzine – dat is ongeveer 3,78 liter – in de Verenigde Staten met die in verschillende Europese landen. Stelt u zich nu eens voor hoe sterk de Amerikaanse economie zou zijn als ze daar ook zes tot zeven dollars per gallon moesten betalen voor benzine…

    De hoge belastingen op brandstof heeft officieel als doel het effect van wisselkoersen op te vangen. De olieprijs is genoteerd in dollars en werd tot voor kort door olieproducerende landen op een bepaald niveau gehouden (in dollars). Door wisselkoersbewegingen tussen de dollar en andere valuta kan dat grote schommelingen van de olieprijs teweeg brengen in andere landen. Overheden kunnen de belastingen verkleinen of vergroten om de olieprijs in hun eigen valuta te stabiliseren.

    taxating-oil

    In Europa betaalt u hoge belastingen over brandstof

  • Daling olieprijs bedreigt schalie revolutie VS

    Door de daling van de olieprijs kunnen tal van Amerikaanse energiebedrijven in de problemen komen, zo schrijft Bloomberg. Er is sinds begin 2010 voor $550 miljard aan nieuwe leningen verstrekt aan deze sector, geld dat gebruikt werd om een complete infrastructuur aan te leggen voor de winning van olie en gas uit schalie gesteente. Door de extreem lage rente van de Federal Reserve werd er volop geld geleend, omdat de olieprijs het destijds rendabel maakte om schaliegas en schalie-olie te produceren. Nu de olieprijs onder de $60 per vat is gezakt beginnen de kredietverstrekkers zich meer en meer zorgen te maken over deze leningen.

    Deutsche Bank schrijft dat sommige investeerders twijfels hebben over de kwaliteit van dit soort leningen. Doordat de centrale bank de rente jarenlang op vrijwel nul houdt is het voor beleggers steeds moeilijker geworden rendement te maken. Het gevolg daarvan is dat beleggers de laatste jaren meer risicovolle obligaties zijn gaan kopen om het gewenste rendement te halen. De schalie-industrie staat een ramp te wachten als de olieprijs onder de $60 per vat blijft, want dat gemiddeld de prijs waarop men break-even kan draaien. Door de daling van de olieprijs zijn kredietverstrekkers zeer terughoudend geworden met het geven van nieuwe kredieten. Voor sommige procenten is het zelfs niet meer mogelijk om kapitaal aan te trekken.

    Monetaire stimulering

    De monetaire stimulering door de Federal Reserve was één van de redenen waarom de Amerikaanse productie van olie en gas zo explosief kon stijgen, zo verklaarde econoom Chris Lafakis van Moody's Analytics tegenover Bloomberg. De energiesector is zeer kapitaalintensief en door het ruime monetaire beleid was het mogelijk honderden miljarden aan geleend geld te investeren in deze industrie. Critici hebben al langer gewaarschuwd voor de mogelijk negatieve effecten van een langdurig lage rente. Vooral vanuit de Oostenrijkse economische school wordt geredeneerd dat een kunstmatig lage rente op termijn zorgt voor bubbels in de economie. Aan het begin van deze eeuw zagen we de bubbelvorming in vastgoed, de zogeheten sub-prime crisis. Nu blijkt dat er ook in de schalie-industrie heel veel kredieten verleend zijn die bij een lage olieprijs mogelijk niet meer terugbetaald zullen worden. Deutsche Bank becijferde in een rapport dat op 8 december naar buiten werd gebracht dat ongeveer een derde deel van alle Amerikaanse energieproducenten met een B of CCC kredietstatus niet in staat zal zijn haar schulden af te lossen bij een olieprijs van minder dan $55 per vat. Op het moment van schrijven wordt er iets minder dan $56 betaald voor een vat WTI olie. "Als de olieprijs lang genoeg laag genoeg blijft is de kans groot dat de zwakste producenten cashflow problemen zullen krijgen", zo verklaarde kredietanalist Oleg Melentyev van Deutsche Bank tegenover Bloomberg.

    Shale-gas

    De schalie-revolutie drijft op $550 miljard aan goedkope kredieten

  • OPEC laat daling olieprijs tot $40 toe

    De OPEC-landen zullen een daling van de olieprijs richting $40 per vat niet in de weg staan, zo maakte de minister van Energie van de Verenigde Arabische Emiraten Suhail Al-Mazrouei (V.A.E.) bekend. “We gaan onze strategie niet aanpassen omdat de olieprijs van $60 naar $40 daalt”, zo verklaarde hij tegenover Bloomberg tijdens een conferentie in Dubai. De groep van olieproducerende landen houdt vast aan haar besluit om de olieproductie op peil te houden en zal de komende drie maanden niet interveniëren om een prijsdaling van olie te stoppen. Volgens hem is de forse daling van de olieprijs sinds het OPEC-besluit van eind november ook geen reden om een spoedbijeenkomst voor de groep olieproducerende landen te organiseren.

    “We streven niet naar een bepaalde prijs, de markt zal zichzelf stabiliseren”, aldus Al-Mazrouei. “We moeten tenminste een kwartaal wachten, voordat we een nieuwe bijeenkomst zullen overwegen. Pas tegen het einde van de eerste helft van 2015 hebben we een goed beeld van de olieprijs”, zo voegde hij eraan toe. De olieprijs is sinds het besluit van de OPEC om de olieproductie op peil te houden met 20% gedaald. Het eerstvolgende overleg van de OPEC-landen, die vandaag de dag verantwoordelijk zijn voor 40% van de wereldwijde olieproductie, staat gepland op 5 juni volgend jaar.

    Olieprijs zoekt nieuw evenwicht

    Tijdens het G20 topoverleg in november waren grote olieproducerende landen als Rusland en Saoedi-Arabië het er al over eens dat olie en gas niet gebruikt moeten worden als politiek instrument. Dat betekent dat beide landen niet langer zullen proberen de olieprijs kunstmatig op een bepaald niveau te houden, zoals dat in het verleden wel gebeurde. De Russische minister van Buitenlandse Zaken, Sergey Lavrov, zei daar het volgende over: "Voor wat betreft de situatie op de oliemarkt delen wij en Saoedi-Arabië de positie dat de olieprijs door de markt bepaald moet worden. Vraag en aanbod spelen hierin de sleutelrol." Volgens de Minister van Energie van de Verenigde Arabische Emiraten is het besluit van de OPEC om de olieproductie op peil te houden niet bedoeld om andere economieën of olieproducerende landen te ondermijnen: "Sommigen zeggen dat deze beslissing gericht is op de Verenigde Staten en haar schalie-industrie. Anderen zeggen dat het gericht is tegen Iran en Rusland, ook dat is onjuist." Dat laatste wordt bevestigd door het feit dat Rusland achter het beleid staat om de olieproductie op peil te houden en niet langer de prijs kunstmatig op een bepaald niveau te halen.

    Verenigde Staten

    De olieproducerende landen laten de prijsvorming van olie meer en meer over aan de vrije markt, tot ongenoegen van de Verenigde Staten. Met gigantische investeringen in schalie-olie hoopte ze minder onafhankelijk te worden van olie uit het Midden-Oosten, maar feit is dat de productie van olie uit schalie een gemiddelde kostprijs van ongeveer $60 per vat kent. Dat betekent dat het nu al niet meer rendabel is om de productie van schalie-olie op peil te houden. Een serieus probleem, want gastschrijver 24 karaat wist ons te melden dat de Amerikaanse schalie-industrie met $500 miljard aan geleend geld uit de grond is gestampt. De kwaliteit van deze leningen staat of valt dus bij de hoogte van de olieprijs, juist nu de rest van de wereld niets doet om de prijsdaling van olie te stoppen. Een ander probleem is dat er door de dalende olieprijs minder vraag is naar dollars. Olie wordt in veel gevallen nog in dollars afgerekend, wat betekent dat de landen die olie importeren minder dollars nodig hebben om in hun energiebehoefte te kunnen voorzien. Het is dan de vraag wat de olie-importerende landen met hun resterende dollars zullen doen. Binnen de OPEC verwacht men dat de Amerikaanse olie-industrie na 2020 weer zal krimpen, vanwege de beperkte oliereserves die het land heeft. "De VS zal niet zelfvoorzienend worden in olie en zal daarom afhankelijk blijven van aanbod uit het Midden-Oosten", zo verklaarde Abdalla El-Badri van de OPEC tegenover Bloomberg. Lees ook:

    kosten-olieprijs

    Daling olieprijs treft de Verenigde Staten

  • “OPEC moet niet langer olieprijs bepalen”

    Het is volgens de Verenigde Arabische Emiraten (V.A.E.) niet langer aan de OPEC-landen om te bepalen wat de olieprijs moet zijn, zo meldt Gulfnews. In plaats van een prijs vast te leggen moet de olieprijs voortaan bepaald worden door de vraag- en aanbod fundamenten van de markt, zo verklaarde Mubarak Al Ketbi van het staatsbedrijf Abu Dhabi National Oil Co (ADNOC) tegenover de pers. “Zoals ik het zie dicteert de markt de olieprijs en zal de prijs gedreven worden door vraag en aanbod. De marginale olievelden zullen dan de juiste prijs bepalen. OPEC is geen prijszetter, dat is de markt”, zo verklaarde Ketbi tijdens het Platts Middle East Crude Oil topoverleg in Dubai naar aanleiding van de vraag of de V.A.E. een bepaalde olieprijs in gedachten had.

    De olieprijs is sinds juni met meer dan 40% gedaald en dinsdag zakte de prijs voor een vat Brent olie met levering in januari 2015 naar een dieptepunt van $65,33. Dat is het laagste niveau sinds september 2009. Onlangs besloten de olieproducerende landen dat ze hun productie niet terug zullen verlagen om de prijs te ondersteunen. Tijdens het laatste topoverleg van de G20 maakten Rusland en Saoedi-Arabië, twee belangrijke olieproducerende landen, al bekend dat ze olie en gas niet als politiek instrument zullen gebruiken. Dat betekent in de praktijk dat ze niet zullen proberen de prijs kunstmatig hoog te houden.

    OPEC verliest aan macht

    De OPEC verliest de laatste jaren aan marktaandeel door een toename van de olieproductie in de VS, Rusland en in andere landen die niet bij de OPEC zijn aangesloten. In 2013 was een minderheid van 43,4% van het wereldwijde aanbod van olie afkomstig uit de OPEC-landen. Doordat hun marktaandeel niet meer zo groot is als in het verleden is het voor OPEC-landen financieel niet interessant om de productie terug te schroeven. Ze kunnen de oliekraan wel verder terugschroeven, maar als olieproducerende landen buiten de OPEC daar niet aan meewerken wordt het beoogde effect alsnog niet bereikt. Maar ook binnen de OPEC staan de neuzen niet allemaal dezelfde kant op. Irak wilde de olieproductie graag terugbrengen om de prijs te ondersteunen, maar kreeg geen steun voor dit voorstel. De Iraanse Minister van Olie waarschuwde voor een scheuring binnen de OPEC. Door de verdeeldheid tussen de olieproducerende landen kan de prijs verder dalen. "Elke verstoring van de solidariteit binnen de OPEC of een prijzenoorlog zal leiden tot een enorme prijsdaling", zo verklaarde een afgevaardigde van het ministerie. Daardoor kan de olieprijs zelfs dalen tot $40 per vat. Iran en Venezuela willen dat andere landen de olieproductie terugschroeven om de prijs hoog te houden. Volgens experts uit verschillende olieproducerende landen zal de olieprijs de komende zes tot zeven maanden waarschijnlijk rond het huidige prijsniveau van $65 tot $70 per vat blijven schommelen.

    oilwell

    "Olieprijs moet worden overgelaten aan de markt"

  • Prijzenoorlog op de oliemarkt

    Donderdag 27 november besloot OPEC zijn dagelijkse productie van meer dan 30 miljoen vaten niet te verminderen, ondanks een prijsdaling van bijna 30% in de weken en maanden daarvoor. Volgens Ali Al-Naimi, de olieminister van Saoedi Arabië, was de belangrijkste reden om de productie niet te verlagen de alsmaar groeiende productie van schalieolie in de Verenigde Staten. Door de productie niet te verlagen heeft OPEC het startschot gegeven voor een heuse prijzenoorlog waarvan de uitkomst zich moeilijk laat voorspellen. Een eerste conclusie valt echter al te trekken. De prijs voor een vat olie zal voorlopig blijven dalen en het mag niemand verbazen als op korte termijn de barrière van $60 neerwaarts doorbroken wordt. Dat zal zeker gebeuren als de Amerikaanse producenten hun claim kunnen waarmaken, dat het leeuwendeel van de gewonnen nog steeds winstgevend is bij een prijs van $42 per vat.

    opec-announcement

    Schalie-olie

    Als die claim waar blijkt te zijn, dan kan de prijs voorlopig omlaag blijven gaan en zullen vooral de leden van OPEC heel wat pijn moeten verdragen voordat ze de Amerikanen op de knieën krijgen. Het doel van de prijzenoorlog is immers een deel van de schalieproductie prijstechnisch onmogelijk te maken. Volgens het Internationaal Monetair Fonds (IMF) hebben landen als Venezuela, Iran, Nigeria, maar ook Rusland enorm veel financieel nadeel van de huidige prijsval. Een land als Iran heeft een prijs van $136 per vat nodig om zijn financiële en economische doelstellingen te verwezenlijken. Een sterke bevolkingsgroei en een eenzijdige economie dwingen het regime bovendien om hoge bedragen aan de bevolking te betalen om grootschalige onrust te voorkomen. Hetzelfde geldt voor een land als Venezuela, dat $120 per vat nodig heeft om de eigen bevolking rustig te houden. Ondanks de hoge opbrengsten van de olie, zijn in dat land de tekorten aan alledaagse goederen gegroeid. Een torenhoge inflatie eet bovendien de koopkracht op.

    oilprice-wti

    Olieprijs daalde tot onder de $70 per vat

    Rusland

    oil-break-even-budgetEen bijzonder slachtoffer van de prijzenoorlog kan wel eens Rusland worden. Dat land leunt wel heel zwaar op de inkomsten uit de olie-industrie. Ongeveer 68% van alle exportinkomsten is afkomstig uit die sector en ongeveer 50% van het federale budget is te danken aan olie-inkomsten. Het opdrogen van de oliedollars komt op een uiterst ongelegen moment. De westerse sancties beginnen immers meer en meer pijn te doen. Rusland heeft de afgelopen maanden $90 miljard gespendeerd om de val van de roebel te stuiten, maar tevergeefs! De roebel is sinds het begin van die sancties met maar liefst 35% in waarde gedaald. De Russen hebben slechte herinneringen aan een te lage olieprijs. Nog in de jaren negentig van de vorige eeuw moest de bevolking de treurige gevolgen van een default ondergaan.

    russian-export-oilgas

    Rusland haalt een belangrijk deel van inkomsten uit olie en gas

    De winnaar van de prijzenoorlog is in de eerste plaats de Amerikaanse consument, die zij koopkracht ziet stijgen, omdat ze minder voor en volle tank hoeven af te rekenen. Maar zij profiteren niet alleen. Volgens de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) levert een prijsdaling van $20 per vat na twee jaar een extra groei op van 0,4%. Het heeft eveneens een drukkende werking op de inflatie. Zodoende is er absoluut geen reden meer om de rente te verhogen. Goedkope olie zou bovendien een licht stimulerende werking kunnen hebben op de consumentenbestedingen. Hogere bestedingen zouden weer de economie kunnen stimuleren. Cor Wijtvliet Over Cor Wijtvliet: Als econoom studeerde Wijtvliet af op economische geschiedenis en kent hij als geen ander de valkuilen en mogelijkheden van crises. Wijtvliet werkte tot de vorige crisis van 2008 als onderzoeker, analist en vermogensstrateeg voor banken en instellingen zoals het Nederlands Instituut voor het Bank- en Effectenbedrijf (NIBE), Centraal Bureau voor de Statistiek, KBW-Wesselius, Friesland Bank Securities en Van Lanschot Bankiers. Die wereld laat hij in 2009 achter zich en vestigt zich succesvol als onafhankelijk analist. Hij schrijft in 2009 onthullende commentaren en vileine columns en wordt regelmatig gevraagd zijn doortastende kijk op geld- en beleggingszaken te geven in de Nederlandse media. Zo was Dr. Wijtvliets opinie onder andere te zien, te horen en te lezen in RTLZ, Business Nieuws Radio (BNR) en Het Financieele Dagblad (FD). Meer informatie:

  • Prijs grondstoffen naar laagste niveau in vijf jaar

    Prijs grondstoffen naar laagste niveau in vijf jaar

    De prijzen van grondstoffen zakten naar het laagste niveau in vijf jaar, nadat de OPEC bekendmaakte de olieproductie niet terug te schroeven. Door een structurele overproductie in de oliemarkt staat de prijs al enige maanden onder druk. Donderdag besloot de OPEC de olieproductie niet te verlagen, waardoor de prijs van het zwarte goud 6,7% onderuit ging tot minder dan $70 per vat WTI.

    De Bloomberg Commodity Index van 22 verschillende soorten ruwe grondstoffen zakte gisteren met 2,1% naar 115,0054, het laagste niveau sinds juli 2009. De grondstoffenprijzen dalen al vier jaar op rij door de wereldwijde groeivertraging. Beleggers die dachten dat grondstoffen een veilige keuze waren omdat het tastbare bezittingen zijn heeft de afgelopen jaren niet veel plezier aan deze belegging gehad.

    Silhouette three oil pumps

    Lagere olieprijs drukt prijs grondstoffen omlaag

  • Poetin: “Rusland is voorbereid op daling olieprijs”

    De Russische president Poetin heeft in een interview met ITAR-TASS gezegd dat zijn land voorbereid is op een catastrofale daling van de olieprijs. Dankzij een valutareserve van meer dan $400 miljard is er voldoende buffer om de economische stabiliteit te handhaven en om aan alle sociale verplichtingen te kunnen voldoen, zo liet Poetin weten. “Voor een land als dat van ons is het gemakkelijker om met deze situatie [lagere olieprijzen] om te gaan. Waarom? Omdat we producent zijn van olie en gas en omdat we spaarzaam omgaan met onze reserves in de vorm van valuta en goud”, zo voegde hij eraan toe.

    De Russische economie leunt sterk op de export van olie en gas, maar als we Poetin mogen geloven is er geen enkele reden om ons zorgen te maken over de kracht van hun economie. De centrale bank van Rusland heeft het afgelopen jaar veel valutareserves gebruikt om de waarde van de roebel te ondersteunen. Daarnaast is een deel van de reserves gebruikt om goud te kopen. In het derde kwartaal van dit jaar voegde het land 55 ton goud aan haar reserves toe.

    De goudvoorraad van ongeveer 1.150 ton en de ruim $400 miljard aan reserves moeten vertrouwen uitstralen, maar dat blijkt nog niet uit de waardeontwikkeling van de munt. De roebel heeft sinds juli al een derde deel van haar waarde verloren ten opzichte van de dollar. Onlangs maakte de centrale bank nog bekend dat ze de waardebepaling van de munt meer aan de markt wil overlaten en minder valutareserves zal gebruiken om de munt te ondersteunen.

    poetin

    Poetin maakt zich geen zorgen om daling olieprijs

  • Saoedi-Arabië verlaagt olieprijs

    De olieprijs blijft maar dalen, maar dat is geen enkel probleem voor een land dat zo goedkoop olie uit de grond kan halen als Saoedi-Arabië. Zo verlaagt Saudi Arabian Oil Co. (Aramco) haar olieprijs voor de Amerikaanse markt, in een poging haar marktaandeel op peil te houden. Als gevolg van de toegenomen olieproductie uit schalie gesteente heeft de VS minder olie nodig uit het buitenland, tot ongenoegen van producenten in het Midden-Oosten. Met een nieuwe prijsverlaging zet het land de olieproducenten in de VS onder druk, omdat de kostprijs van schalie-olie hoger is dan die van ruwe olie uit Saoedi-Arabië.

    Prijzenoorlog

    Er is een ware prijzenoorlog aan de gang op de oliemarkt, want ook landen als Irak, Iran en Koeweit verlaagden eerder al hun olieprijzen. Ook wordt er veel meer olie op de markt gebracht dan nodig is. Niet alleen in de Verenigde Staten stijgt de olieproductie, maar ook in landen als Libië en Iran. De OPEC-landen brachten in de maand oktober gezamenlijk 30,97 miljoen vaten olie op de markt, het grootste volume in veertien maanden tijd. Het aanbod van olie stijgt sneller dan de wereldwijde vraag en dat suggereert dat de prijzen de komende tijd onder druk zullen blijven staan. De OPEC-landen zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor 40% van de wereldwijde olieproductie. Bij de huidige olieprijs van $77 per vat draaien Amerikaanse producenten van schalie-olie nog steeds zwarte cijfers. Pas bij een olieprijs beneden de $60 per vat is het niet lucratief meer om de productie verder op te schroeven en pas bij een prijs van $50 per vat zal de productie van schalie-olie in de VS daadwerkelijk teruglopen. De volgende grafiek uit 2010 laat de gemiddelde kostprijs van een vat olie zien in verschillende landen. Saoedi-Arabië kan van alle landen in het Midden-Oosten het goedkoopst olie produceren, daar is de kostprijs gemiddeld $20 per vat.

    Lees meer over de olieprijs:

    cost_of_production_vs_quantity_production_2010

    Kosten van de productie van een vat olie in verschillende landen

  • Daling olieprijs kent winnaars en verliezers

    Sinds juni is de prijs voor een vat olie stelselmatig gaan dalen. De prijs voor een vat West Texas Intermediate is op 16 oktober heel even door de barrière van $ 80 gedoken en de prijs voor Brent heeft al een prijs onder $ 84 aangetikt. Dat werpt automatisch een reeks van vragen op. De belangrijkste is misschien wel hoever OPEC en in het bijzonder Saoedi Arabië bereid is de prijs te laten zaken voor de oligopolist besluit de eigen productie te verlagen om zo een bodem in de markt te leggen. Een even interessante vraag is bij welke prijs de schalie industrie in de VS in de problemen gaat komen.

    olievatenHet kan immers niet anders, dan de huidige prijsval winnaars en verliezers gaat opleveren. Een verliezer is duidelijk. Dat zijn de olieproducerende landen binnen en buiten OPEC. Als de prijs voor een vat Brent $ 80 benadert, dan gaat dat de OPEC-landen $ 200 miljard kosten. Dat is ongeveer 20% van hun geschatte $ 1 biljoen inkomsten. Dat is een flinke slok op een borrel. Het is dn nog maar de vraag of ze bijvoorbeeld in staat zullen blijven hun ambitieuze plannen, die ze op hebben gesteld in reactie op de Arabische Lente, wel ten uitvoer kunnen brengen. Voor de VS zou het met prijzen voor een vat WTI onder $ 80 wel eens onduidelijk kunnen worden in hoeverre de schalierevolutie dan nog levensvatbaar zal zijn. Als alles gaat zoals het hoort is de wereldeconomie winnaar. De dalende olieprijs is een vorm van kwantitatieve verruiming. Als het huidig prijsniveau gehandhaafd blijft, zou dat een impuls voor de wereldeconomie kunnen betekenen ter waarde van $ 660 miljard.

    Waarom daalt de olieprijs?

    Maar waarom zijn prijzen gaan dalen. Hier spelen meerdere factoren een rol, maar de belangrijkste is wel de eerder genoemde schalie-revolutie in de Verenigde Staten. Dat land produceerde in september bijna 9 miljoen vaten per dag en het ziet er naar uit, dat de VS in 2015 de grootste producent van olie en gas ter wereld gaan worden. Dankzij verbeterde productietechnieken neemt niet alleen de productie toe, maar dalen ook de productiekosten. Volgens sommige ingewijden ligt de break-even prijs voor een vat schalieolie al onder $ 75. De VS produceren vooral zogeheten light and sweet crude oil. De meeste lidstaten van OPEC produceren zwaardere soorten olie. Dat betekent, dat OPEC zijn productie wel omlaag kan gooien, maar dat dat niet zal helpen om het hoge aanbod van light crude te verminderen.

    olieprijs-6maand

    En dan is er natuurlijk de wereldeconomie, die eerder sputtert dan snort. Het Internationaal Energie Agentschap stelt bijna maandelijks de verwachte groei in de vraag neerwaarts bij. Zoals zaken er u voorstaan, zal er in 2015 wel eens een structureel overaanbod zijn van 1 miljoen vaten per dag. Dat overaanbod kan nog hoger uitvallen als de boycot van Iraanse olie komt te vervallen en als bijvoorbeeld de politiek in Libië in rustiger vaarwater komst.

    OPEC Heads Of State Gather In Saudi ArabiaOPEC

    Er is weinig fantasie voor nodig, dat al deze factoren een drukkend effect op de prijzen zullen hebben. Alleen een productieverlaging door OPEC kan een voortgaande prijsval tegengaan. Maar of dat gaat gebeuren is uiterst twijfelachtig. Op dit moment bieden OPEC-landen olie aan in Azië met de nodige korting. Behoud van marktaandeel staat blijkbaar hoog op de agenda. Maar het schijnt ook een pogen van OPEC te zijn om door aanhoudende prijsverlagingen de schalieproductie in de VS een slag toe te brengen. Binnen OPEC schijnt de overtuiging te leven, dat een prijs onder $ 90 voor een vat Brent de prijs voor een vat WTI versneld omlaag kan duwen. In 2015 zou de prijs voor WTI dan wel eens kunnend dalen tot onder $ 75. Deze strategie zou ook nog een ander effect kunnen hebben. Vooral olieproducenten als Rusland en Iran zouden zwaar te lijden krijgen van deze lage prijzen. Dat zou ook een oogmerk van de Saoedis zijn. Die zijn al lang van mening dat beide genoemde landen een te actieve rol in het Midden Oosten spelen. Dat moet maar eens afgelopen zijn. De tijd moet uitwijzen in hoeverre theorieën over de OPEC-strategie juist blijken te zijn. Het zou zomaar kunnen, dat ze zich ernstig gaan verkijken op de veerkracht van de Amerikaanse olie-industrie. Het zou een kostbare rekenfout kunnen blijken... Cor Wijtvliet BELANGRIJK: