Tag: pensioen

  • Warren Buffett: Toekomst brengt meer slecht nieuws voor pensioenen

    Warren Buffett: Toekomst brengt meer slecht nieuws voor pensioenen

    In zijn jaarlijkse brief aan de aandeelhouders wijst beleggingsgoeroe Warren Buffett van Berkshire Hathaway op de gebrekkige financiering van de pensioenen in de Verenigde Staten. Hij wijst erop dat er in het verleden veel beloftes zijn gemaakt, maar dat er in veel gevallen geen adequate maatregelen genomen zijn om deze beloftes in de toekomst waar te maken. Het  gat in de financiering is zo groot dat sommige pensioenfondsen de komende decennia rendementen van meer dan tien procent per jaar moeten halen om het gat tussen de bezittingen en de verplichtingen te dichten. Lukt dat niet, dan zullen mensen vroeg of laat geconfronteerd worden met een situatie waarin er simpelweg geen geld meer is om uit te keren.

    “Gedurende het volgende decennium zullen we veel slecht nieuws lezen over de publieke pensioenvoorzieningen. Ik hoop dat mijn memo helpt om de noodzaak van direct ingrijpen duidelijk te maken voor de situaties waarin dat nodig is”, zo verklaarde Buffet eerder deze maand. Warren Buffet verwees naar een memo dat hij in 1975 geschreven heeft over de tekortkomingen van het pensioenstelsel en over het belang van een goede beleggingsstrategie om de gemaakte verplichtingen na te kunnen komen. In dat memo benadrukte Buffett dat men goed moet weten wat de kosten zijn van een pensioenvoorziening.

    De afgelopen jaren hebben lokale overheden in de VS moeite om hun pensioenverplichtingen na te komen. Ze hebben onvoldoende middelen in kas om de zogeheten ‘unfunded liabilites’ te dekken, de verplichtingen waar nog geen geld voor opzij is gezet. Door de financiële crisis zijn belastinginkomsten gedaald. Ook zijn er verkeerde financiële beslissingen genomen, zo schrijft Reuters.

    Volgens de Federal Reserve is de positie van pensioenfondsen het afgelopen jaar sterk verbeterd. Eind 2013 hadden de fondsen gezamenlijk voor $3,88 biljoen aan bezittingen, een toename van meer dan een biljoen ten opzichte van de $2,83 biljoen in 2009. Stijgende aandelenkoersen en hogere huizenprijzen versterken de vermogenspositie van de pensioenfondsen.

    Warren Buffett verwacht in de toekomst meer slechts nieuws voor de pensioenen

    Warren Buffett verwacht in de toekomst meer slechts nieuws voor de pensioenen

  • Top 30 landen om te genieten van je pensioen

    Wat zijn de beste landen ter wereld om te genieten van je pensioen? De Franse investeringsbank Natixis Global Asset Management construeerde voor het tweede jaar op rij een Global Retirement Index. In de index worden landen gerangschikt aan de hand van de levensstandaard in een land, zoals criminaliteit en luchtvervuiling maar ook de kwaliteit van de gezondheidszorg, levensverwachting, materiële welvaart en de gezondheid van de staatsfinanciën.
    Nederland en België staan respectievelijk op de 13e en 12e plek van de ranglijst. Volgens Natixis scoort Nederland vooral goed op de gezondheidszorg, levenstandaard en materiële welvaart. De staatsfinanciën krijgen met een percentage van 56% echter een krappe voldoende. De bank prijst de uitstekende work/life balans in de lage landen. Nederland zakt daarmee ver weg ten opzichte van een jaar eerder. Toen stond Nederland nog op de 7e plek in de index. De Belgische economie trekt sneller aan dan in de omliggende landen en daarom scoort België een voor Europese normen redelijk percentage van 62% voor de staatsfinanciën. Daarnaast is de Belgische gezondheidszorg uitstekend. Alleen Frankrijk en Duitsland scoren in die categorie iets beter. België steeg daarmee met twee plekken van de 14e tot de 12e plek. De lijst wordt overheerst door de Europese landen en aangevuld met enkele andere ontwikkelde economieën. Zwitserland is volgens de index het beste land om je oude dag te slijten. Het land nam de eerste plek over van Noorwegen dat in 2013 nog tot beste pensioenland ter wereld werd bestempeld.  Zie hieronder de volledige top 30. pensioen-index-natixis Bron: Natixis Global Retirement Index

  • Verlaging pensioenopbouw definitief

    Afgelopen donderdag stemde de Tweede Kamer in met de definitieve verlaging van de belastingvrije pensioenopbouw. Het percentage dat belastingvrij kan worden opgebouwd is verlaagd van 2,25% naar 1,875%. De verlaging werd na maanden onderhandelen aan het einde van afgelopen jaar afgesproken tussen het kabinet, de D66, de ChristenUnie en de SGP.
    De maatregel raakt volgens critici vooral het jongere deel van de beroepsbevolking. Ondanks het feit dat zij langer zullen moeten doorwerken kunnen ze door de verlaging uiteindelijk minder pensioen opbouwen. Dit zal op termijn gevolgen hebben voor het inkomen na pensionering. Volgens vakbond FNV kan dat uiteindelijke enkele honderden euro’s per maand gaan schelen. Alleen de partijen die betrokken waren bij het sluiten van het pensioenakkoord stemden voor de verlaging van de opbouw. Dit gaat volgens ramingen de staatskas jaarlijks een kleine €3 miljard opleveren. De andere partijen in de Tweede Kamer stemde tegen. Zij zijn van mening dat jongeren door de nieuwe maatregel te weinig pensioen op kunnen bouwen. pensioenopbouw-verlaging

  • Jongeren zwaar benadeeld door veranderingen pensioen

    Jongeren worden door de regering extra hard getroffen door een verlaging van de fiscale aftrekbare opbouw van het pensioen. Dat schrijven Anna Grebenchtchikova (voorzitter pensioencommissie CNV Jongeren) en Jan Ruitenberg (bestuurslid FNV Jong) in een ingezonden stuk in de Volkskrant. Door een verlaging van de fiscale aftrekbaarheid van de pensioenopbouw kan men in de toekomst een kleiner deel van het inkomen belastingvrij sparen dan nu het geval is. Was dat voorheen 2,25% van het inkomen, in de toekomst zal dat 1,75% zijn. Hoewel iedereen door deze maatregelen getroffen wordt, zijn het vooral de jongeren die de grootste last mogen dragen. Zij zullen door de maatregel minstens 20% minder pensioen opbouwen.

    Een conducteur van 25 jaar zal er door deze maatregel €50.000 op achteruit gaan, zo becijferen Grebenchtchikova en Ruitenberg. Dat is veel meer dan een ambtenaar van 36 jaar, want die gaat er volgens dezelfde berekening ‘slechts’ €10.000 inleveren. Door het mislopen van het belastingvoordeel worden vooral jongeren geraakt, omdat die nog het langste kunnen sparen voor hun pensioen. Met deze pensioengatcalculator kun je uitrekenen wat de maatregel voor jou betekent.

    Schrapen aan het pensioen

    De verlaging van de grens voor belastingvrij sparen is een maatregel die op korte termijn meer belastinginkomsten moet opleveren, namelijk €3 miljard. Over elke euro van het salaris dat niet voor het pensioen gespaard wordt kan immers belasting geheven worden. Volgens de coalitiepartners maakt deze ordinaire bezuinigingsmaatregel voor de burger weinig uit. Die zal toch langer doorwerken en langer pensioen opbouwen, zo is de gedachte. Helaas blijkt de praktijk minder optimistisch. Een simpele rekensom van FNV en CNV leert dat de toekomstige jongere die tot 71 jaar doorwerkt minder zal ontvangen dan de oudere generatie die tot het 65e jaar doorwerkt. Men streeft naar een pensioen dat overeenkomt met 70% van het laatst verdiende inkomen, maar volgens de AFM is dat bijna onhaalbaar geworden. Met het nieuwe opbouwpercentage van 1,75% is de norm alleen te behalen als iemand van zijn 25e tot 71e jaar continu gewerkt heeft en elk jaar pensioenindexatie heeft gehad. De kans dat iemand aan beide voorwaarden voldoet is vandaag de dag bijzonder klein. Door de slechte arbeidsmarkt bouwen veel jongeren in de twintig nauwelijks of geen pensioen op. Jongeren gaan langer studeren, kunnen moeilijker aan werk komen en worden steeds vaker als ZZP'er ingezet. Veel jongeren van nu maken al een valse start met hun pensioenopbouw en van indexatie is ook al enige tijd geen sprake meer.

    Jongeren krijgen minder pensioenopbouw in het vooruitzicht gesteld

    Jongeren krijgen minder pensioenopbouw in het vooruitzicht gesteld

  • Minder pensioenfondsen verlagen premie

    Uit een nieuw rapport van de Nederlandsche Bank blijkt dat 29 pensioenfondsen met ingang van 1 april dit jaar een verlaging van het pensioen zullen doorvoeren. Dat zijn er negen minder dan op basis van de schattingen van eind januari werd verwacht. De Nederlandsche Bank schrijft dat vooral bijstortingen door de werkgever een positieve bijdrage hebben geleverd.

    De gemiddelde verlaging van de pensioenen blijkt ook minder groot dan eerder werd aangenomen, namelijk 1,3%. Vorig jaar hield men nog rekening met een verlaging van 1,7%. Het aantal gepensioneerden dat te maken krijgt met een verlaging van het pensioen is aanzienlijk kleiner geworden. Rekende men een jaar geleden nog op 700.000 gepensioneerden, nu zijn dat er 200.000.

    Pensioenfondsen zien dekkingsgraad stijgen

    Door stijgende aandelenkoersen is de dekkingsgraad bij veel pensioenfondsen sterk verbeterd. Tussen eind 2012 en eind 2013 steeg die van 102 naar 110 procent. Sommige pensioenfondsen staan er zo goed voor dat ze weer kunnen indexeren of een eerder doorgevoerde pensioenverlaging ongedaan kunnen maken. Of pensioenfondsen op de lange termijn voldoende middelen in kas hebben valt nog te bezien. De verwachting is dat de rente nog een lange tijd zeer laag zal blijven, waardoor beleggingen in vast renderende waardes als staatsobligaties maar weinig opleveren.

    Dekkingsgraad pensioenfondsen stijgt, maar is dat voldoende?

    Dekkingsgraad pensioenfondsen stijgt, maar is dat voldoende?

  • Interview Dirk Bezemer: “Geld is geen goud”

    Marketupdate sprak deze week met Dirk Bezemer, hoofddocent Economie aan de Rijksuniversiteit Groningen. Bezemer heeft al tal van wetenschappelijke publicaties op zijn naam staan. Hij is lid van het Sustainable Finance Lab en werkt samen met het Institute of New Economic Thinking. Bezemer schrijft in de Financial Times en de Nederlandse pers en verscheen recent bij actualiteitenprogramma’s en in de documentaire De Schuldvraag, die Radar eind vorig jaar naar buiten bracht.

    Marketupdate vroeg Bezemer naar het ontstaan van de huidige financiële crisis en de effecten die deze crisis heeft op de huizenmarkt, op de pensioen en uw spaargeld. Zoals u van ons gewend bent vroegen we monetair en financieel econoom Bezemer ook naar zijn visie ten aanzien van goud.

    Geld als schuld: een piramidespel

    Volgens Dirk Bezemer is ons financiële systeem een piramidespel, omdat een steeds groter deel van de rendementen te verklaren is door een instroom van nieuwe kredieten. Dat is misschien nog wel het meest zichtbaar op de woningmarkt, maar ook op de markt voor aandelen en obligaties. Ook daar heeft een instroom van kredieten een prijsopdrijvend effect gehad. Bezemer zegt daar tegen Marketupdate het volgende over:

    “De huizenprijzen stijgen omdat mensen leningen opnemen en dat geld gebruiken om een huis te kopen. Doordat er steeds meer geleend geld in de huizenmarkt gestopt wordt ontstaat er fictief vermogen. Dat geldt ook in zekere zin voor de aandelenmarkt en de obligatiemarkt, waar het de laatste jaren steeds duidelijker werd dat stijgingen veroorzaakt werden door een instroom van nieuwe kredieten.”

    De instroom van nieuwe kredieten heeft vooral de afgelopen twintig tot dertig jaar een hoge vlucht genomen. Dat het zo uit de hand heeft kunnen lopen is volgens Bezemer te wijten aan verschillende ontwikkelingen:

    1. De steeds verder dalende rente sinds 1980;
    2. De liberalisering van de financiële markten, waardoor banken meer kredieten konden verstrekken;
    3. Het doorverkopen van leningen (en daarmee de risico’s);
    4. Het uitkleden van het toezicht op de financiële sector.

    Binnen dit financiële systeem concentreert steeds meer vermogen zich in de top van de piramide. Dat zien we onder andere terug aan de groeiende inkomensongelijkheid en aan het feit dat een zeer kleine groep mensen een relatief groot gedeelte van de financiële activa in handen heeft en steeds vermogender wordt.

    "De winnaars van dit financiële systeem zijn de mensen die al over veel soorten kapitaalgoederen beschikken die niet met schulden gefinancierd zijn. Deze mensen surfen mee op de enorme toename van financiële producten. Dus je kunt in het algemeen zeggen dat de mensen met veel bezittingen de afgelopen twintig jaar enorm van de 'boom' geprofiteerd hebben. De middenklasse en de lagere inkomens hebben er niet van geprofiteerd, of ze hebben zich in de schulden moeten steken om mee te kunnen doen. Dat zijn de mensen die nu te maken hebben met restschuld en andere schuldenproblematiek. Je zag dus ook dat gedurende dit piramidespel de inkomensongelijkheid in bijvoorbeeld de Verenigde Staten enorm is toegenomen. Hoe meer inkomen je naar verhouding haalt uit kapitaalgoederen, hoe meer je de afgelopen twintig jaar geprofiteerd hebt."

    Bezemer merkt op dat het piramidespel eigenlijk in 2007 al geklapt is. Vanaf dat moment begon een grote hoeveelheid geld (schuld) rond te schuiven in het financiële systeem, op zoek naar rendement. Dat levert een opeenstapeling van financiële bubbels op. Bezemer verwijst naar Larry Summers, een Amerikaanse econoom die laatst gezegd heeft dat de opeenstapeling van bubbels het 'nieuwe normaal' is geworden. Sinds het uitbreken van de financiële crisis is de aandacht verschoven van ons (deels) fictieve vermogen naar onze schuldenlast. Daardoor begon men opeens meer af te lossen en daalde de consumptie. "Het probleem kan zijn dat de economie ook krimpt bij het aflossen van schulden, waardoor de schuldenlast naar verhouding niet kleiner wordt. De schuldenlast is nu zo groot dat er vrijwel onvermijdelijk afgeschreven moet worden op bepaalde schulden. Volgens Bezemer ligt de crisis nog lang niet achter ons. Hij zei daar het volgende over:

    "Wat je nu ziet is dat er heel veel druk is om het piramidespel opnieuw te gaan spelen door de regels voor de kredietverleningen door banken te versoepelen. Dat geeft alleen maar tijdelijke oplossingen, die steeds gevolgd zullen worden door een crash. Daarom ben ik ook niet zo optimistisch dat we uit deze crisis zijn geraakt. Er wordt meestal niet gekeken naar de omvang van de schuld en wat daar nog het effect van is."

    Overheden moeten stimuleren

    Volgens Bezemer maakt de Nederlandse regering een grote inschattingsfout door te bezuinigen. Weliswaar komt de druk om te bezuinigen uit Europa, maar volgens Bezemer is het op zijn zachtst gezegd onverstandig om nu het overheidstekort terug te dringen. De rente is namelijk laag, waardoor de effectieve schuldenlast relatief klein is. De overheid zou juist van die gelegenheid gebruik moeten maken om investeringen te doen. Of dat nou in infrastructuur, onderwijs of zorg is.

    "Er zijn genoeg investeringen die je voor 2% rente kunt doen en waar de overheid zelfs winst op kan maken. Hetzij via hogere belastinginkomsten uit de groei die daarop volgt, hetzij uit de investeringen zelf. Er is eigenlijk geen enkele reden om dat niet te doen. Als de economie krimpt dan is het niet verstandig dat de overheid ook nog eens gaat bezuinigen."

    Japan-scenario

    De overheid zou juist de economische groei aan moeten jagen, zodat bedrijven weer kunnen investeren en de economie weer op gang komt. Op die manier voorkom je het gevreesde Japan scenario, een situatie waar Europa volgens Bezemer op af stevent. Juist die nadruk op bezuinigen verlamt de economie, omdat huishoudens steeds minder te besteden hebben. Zo lang die bestedingen onder druk blijven staan is ook de kans groot dat de werkloosheid verder oploopt, een vooruitzicht waar ook niemand op te wachten zit. Volgens Bezemer moet Europa nog de stap zetten richting het opschonen van de bankensector. In de VS hebben de banken al verliezen genomen en zijn een aantal slechte banken failliet gegaan. Omdat de bankbalansen in de VS al zijn opgeschoond is de kredietverlening en de economische groei aan de andere kant van de oceaan al wel weer op gang gekomen, terwijl Europa nog steeds nauwelijks groei laat zien. Volgens Bezemer kent Europa zombiebanken, dat zijn banken die geen geld durven uit te lenen vanwege het grote percentage slechte leningen op de balans. Een lage rente kan de economie op gang helpen, maar niet als de bankensector niet bereid is leningen te verstrekken aan consumenten en bedrijven.

    Banken moeten balans inkrimpen

    Volgens Bezemer moeten banken de omvang van hun balans drastisch afbouwen en de kredietverlening beperken tot 'productieve schulden'. Dat zijn leningen die gebruikt worden voor nieuwe investeringen die waarde toevoegen aan de economie. De grootste problemen zijn volgens Bezemer ontstaan door een wildgroei aan onproductieve schulden, die geen waarde toevoegen aan de economie. Denk bijvoorbeeld aan hypotheken die gebruikt worden om een huis te financieren. De huizenprijzen stijgen door een instroom aan nieuwe kredieten, maar al deze kredieten hebben in feite weinig waarde toegevoegd aan de reële economie. De prijsstijgingen van financiële activa die het gevolg is van kredietgroei beschouwt Bezemer als fictieve rijkdom. Er staat geen groei van echte waarde tegenover. Ook zouden banken veel terughoudender moeten zijn met kredietverlening voor financiële handel. Ook dit zijn kredieten die alleen maar een prijsopdrijvend effect hebben, maar die geen nieuwe productiviteit opleveren. Banken moeten zich weer meer in dienst stellen van de reële economie en daar hun beleid op aanpassen.

    Huizenprijzen onder druk

    Bezemer verwacht dat de hypotheekrenteaftrek op termijn grotendeels zal verdwijnen.

    "Ik denk dat er nu wel een consensus over is, nu we gezien hebben wat voor slechte gevolgen het stimuleren van hypotheken heeft voor de Nederlandse economie. Een tijdje geleden mocht het h-woord nog niet uitgesproken worden, maar daar zijn we nu helemaal van af. Iedereen is het er nu wel over eens dat de hypotheekrenteaftrek een schadelijke maatregel is".

    Als gevolg van deze ontwikkeling is het niet waarschijnlijk dat de huizenprijzen weer snel zullen aantrekken. Maar dat betekent volgens Bezemer ook dat we in de toekomst niet meer zo snel in een huizenbubbel terecht zullen komen. De vraag of huizenprijzen nog verder zullen dalen is volgens Bezemer moeilijk te beantwoorden, omdat verschillende factoren daarbij een rol spelen. In hoeverre de onderwaarde op meer dan 1 miljoen huishoudens een probleem zal worden hangt sterk af van de conjunctuur. "Als de lonen bevroren worden en de werkloosheid toeneemt wordt voor een groot deel van de huishoudens moeilijk om de schulden te dragen". Het is volgens Bezemer juist nu zo belangrijk dat de overheid gaat investeren, zodat de negatieve spiraal doorbroken wordt. "Als de economie groeit dan is de schuld wel een last, maar dan is dat iets waar we overheen kunnen groeien. Als de economie niet groeit wordt de schuld een steeds grotere last".

    Pensioenenstelsel onhoudbaar

    Volgens Dirk Bezemer is ons pensioenstelsel in de huidige vorm onhoudbaar. We moeten accepteren dat het pensioenvermogen in werkelijkheid minder groot is dan we gedacht hebben en dat het rendement in de toekomst ook structureel lager zal uitvallen.

    "Een heel belangrijke implicatie is dat de rendementen waar pensioenfondsen rekening mee hebben gehouden voor de crisis de komende decennia niet meer terug zullen komen. Dat waren rendementen die in gang werden gehouden door een grote schuldgroei. We zullen moeten nadenken over nieuwe manieren om rendement te realiseren op ons pensioenvermogen, bijvoorbeeld door het vermogen te investeren om economische groei op gang te brengen."

    "We hebben twee problemen met ons pensioensysteem. Het eerste is de vergrijzing waar iedereen over praat, maar het andere probleem is de schuld-gedreven economische groei die zorgde voor schuld-gedreven rendementen. De continu hoge rendementen zijn voorbij en daar zullen pensioenfondsen zich op aan moeten passen. Het vermogen dat we dachten te hebben is er niet meer en zal ook niet terugkomen."

    Daarom is het volgens Bezemer noodzakelijk om op een andere manier naar pensioenopbouw te kijken. "Aan de ene kant hebben wij als Nederlandse huishoudens grote besparingen in onze pensioenfondsen en aan de andere kant hebben we veel schulden op onze hypotheken. Er is laatst een voorstel gedaan om pensioenvermogen beschikbaar te maken om hypotheekschulden af te lossen. De jonge generatie is een relatief groot deel van het inkomen kwijt aan pensioenopbouw, terwijl ze dat geld hard nodig hebben om hun schulden af te betalen. Als je jongeren nu een deel van hun pensioengeld gebruiken om hypotheekschuld af te lossen, dan zou dat een positief effect kunnen hebben." Ook zouden pensioenfondsen meer in de Nederlandse economie moeten investeren. Volgens de laatste cijfers van de Nederlandsche Bank is dat momenteel slechts 14% van het totale pensioenvermogen. "Nederlandse pensioenfondsen zouden meer ten dienste van de Nederlandse economie kunnen beleggen. Nu beleggen ze voornamelijk in internationale financiële markten. Het kan een idee zijn om het fiscaal aantrekkelijk te maken voor pensioenfondsen om in eigen land te beleggen." Doordat we tegelijkertijd veel schulden en veel besparingen hebben is het mogelijk om aan balansverkorting te doen. "Het is bijvoorbeeld een idee om pensioenfondsen in Nederlandse hypotheken te laten beleggen, zodat we onze besparingen gebruiken om onze schuldenlast af te bouwen."

    Spaargeld

    Volgens Bezemer is het moeilijk om te bepalen of je op vermogen boven de €100.000 op een spaarrekening risico loopt. "Je kunt niet voorspellen of een bank het gevaar loopt om te vallen of niet. Wel hebben we gezien dat banken om kunnen vallen en dat de financiële kwetsbaarheid soms groot is. Het is moeilijk om daar uitspraken over te doen." Voor wat betreft de spaardersheffing die beschreven werd in een rapport van het IMF geeft Bezemer de volgende toelichting:

    "Een spaardersheffing is mogelijk, maar ik denk niet dat het politiek haalbaar is. Het verbaast me wel dat het zover gekomen is en dat het genoemd wordt in een rapport van het IMF. Dat zegt iets over de ernst van de situatie. Je wilt dat de mensen die investeren in een bank en die aandelen hebben in de bank pijn kunnen leiden, want dat is risicodragend kapitaal. Dat is net als een investering in ieder ander bedrijf. Maar je wilt dat het spaargeld veilig is, want dat is in het belang van de financiële stabiliteit. Een spaardersbelasting zou ik daarom niet goed kunnen rechtvaardigen. Ik vind het een vreemde gedachte en ik denk dat het politiek niet haalbaar is."

    Tijdens een financiële crisis kunnen grond en vastgoed fungeren als een soort veilige haven, aldus Bezemer. Beide leveren niet heel veel rendement op, maar het voordeel is dat er altijd vraag is naar dit soort bezittingen. Ook is de volatiliteit van deze activa lager dan die van financiële activa of goud. Ook staatsobligaties kunnen als veilige haven beschouwd worden, maar dan alleen die van landen met een goede kredietstatus. Het nadeel is dan weer dat daar ook vrijwel geen rendement meer op te behalen valt. In grote lijnen kun je volgens Bezemer stellen dat een laag rendement het 'nieuwe normaal' is. We moeten er aan wennen dat de rendementen in de toekomst lager zijn dan in het verleden, omdat het rendement uit schuld gedreven economische groei uit zal blijven. "Misschien moeten we daarom maar gaan denken in termen van veilige havens in plaats van rendement".

    Bitcoin

    Volgens monetair en financieel econoom Bezemer is Bitcoin om verschillende redenen een interessant fenomeen. Hij zei daar het volgende over:

    "Volgens mij is Bitcoin heel interessant, omdat het laat zien wat de mogelijkheden van het nieuwe bankieren zijn. Het is dus niet meer van deze tijd dat het een paar dagen duurt voordat je geld wordt overgeschreven van de ene naar de andere bank en dat het allemaal veel sneller kan. Ook laat Bitcoin zien dat het creëren van geld, met moderne elektronische middelen, zelfs buiten banken om kan. Dit is nieuw en niet nieuw, omdat er al heel lang transacties in de economie gebeuren buiten banken om. Dat heet handelskrediet. Bedrijven handelen met elkaar met gesloten beurzen en creëren op die manier een vorm van krediet. Uitgestelde betalingen zijn een vorm van krediet en dat gebeurt al heel lang, maar Bitcoin is een vorm van krediet die niet gekoppeld is aan een handelsrelatie. Iedereen kan daar aan mee doen."

    Over de volatiliteit van Bitcoin:

    "Hoe meer vertrouwen mensen in Bitcoin hebben, hoe stabieler de koers zal worden. Toch denk ik dat de volatiliteit van Bitcoin relatief groot zal blijven, omdat er geen grote stabiliserende institutie achter zit. Daardoor verwacht ik dat het heel makkelijk een bubbel object kan worden. In die zin lijkt het een beetje op goud, het beweegt tegen de conjunctuur in.

    Het kan niet failliet gaan, maar het kan wel heel weinig waard worden en jaren lang heel weinig waard blijven. Gaat het goed met de economie, dan daalt de prijs. Dat kan ook gelden voor de prijs van Bitcoin."

    Maar er is ook een andere mogelijkheid. De opkomst van Bitcoin is volgens Bezemer niet alleen een soort motie van wantrouwen tegenover het fiat geld, het kan ook onderdeel zijn van een transitie naar een andere manier van betalen. Als er meer draagvlak komt voor betalingen in Bitcoin kan er ook een wisselkoers ontstaan tussen Bitcoin en de euro. "Dan krijg je verschillende soorten geld, waarbij er naast de dollar en de euro en een aantal andere valuta er ook een Bitcoin is waarmee je internationaal kunt betalen". Bezemer wijst op een uitspraak van Minsky die in de discussie omtrent Bitcoin relevant is.

    "Iedereen kan geld maken, maar het probleem is om het geaccepteerd te krijgen. Bitcoin laat heel mooi zien wat het wezen is van geld. Het is een claim die uitgegeven kan worden en zodra mensen die claim accepteren is het geld. Veel mensen accepteren al Bitcoins, dus is het geld. Zodra Bitcoin om wat voor reden dan ook niet meer geaccepteerd wordt is het geen claim meer. Dat is de logica van geld: het houdt op te bestaan als niemand het meer accepteert."

    Goud

    Volgens Bezemer is het niet verstandig om in goud te beleggen. Het edelmetaal doet het weliswaar goed in een financiële crisis, maar als mensen weer meer vertrouwen krijgen in de economie gaat de prijs weer omlaag. Het edelmetaal vervult volgens hem ook geen rol meer in het monetaire systeem:

    "Goud hoeft volgens mij geen rol in het monetaire systeem te spelen. Het vervult op dit moment een soort showbizz functie. Goud komt uit de historische tijd dat er een link was tussen de dollar en goud en uit de tijd dat de hoeveelheid goud in de munt bepaalde hoeveel waarde het geld had. Dat is zo geweest in sommige tijden en plaatsen, maar er is geen enkele reden waarom dat nu zo zou zijn."

    Waarom centrale banken weer netto kopers zijn van goud:

    "Dat zie ik meer als een soort belegging, niet iets wat een betekenis heeft voor het financiële systeem. Ons huidige financiële systeem is helemaal niet afhankelijk van goud. Wat zou je met goud kunnen doen als het financiële systeem klapt? Als je nieuw geld uitgeeft moet men vertrouwen hebben in jou, niet in je goud. Omdat centrale banken mijn mening niet zijn toegedaan hebben ze hun goudvoorraad nog niet verkocht. Centrale banken zouden naar mijn mening moeten kijken naar het rendement op goud in vergelijking met andere beleggingen."

    Volgens Bezemer vormt goud geen uitzondering op andere materialen die ooit als geld werden gebruikt. Hij zei daar het volgende over:

    "Goud is niet het echte geld. De essentie van geld is dat het iets is dat mensen accepteren. Dat kan van alles zijn. Zo betaalden we vroeger met kerfstokken en hadden de mensen in Babylon kleitabletten als geld. Dat zijn verschillende materialen. Klei, hout, papier of bits en bytes in een computer, het kan allemaal dragers van geld zijn, zo lang we het allemaal gebruiken. Het geld zelf is niet een ding, het is een idee; het is vertrouwen. Ik denk niet dat goud daar een uitzondering op is. Goud is eigenlijk een ontzettend zacht en waardeloos metaal. Je kunt er kiezen mee vullen en er zijn beperkte industriële toepassingen. Maar als je denkt dat er altijd vertrouwen zal blijven in goud, dan is het zinvol om wat goud te houden. De fluctuaties in de goudprijs zijn echter zo groot zijn dat je je af moet vragen of het wel een goede belegging is, in vergelijking met andere beleggingen."

    Dirk Bezemer

    Dirk Bezemer: "Geld is niet een ding, het is een idee. Het is vertrouwen." (Afbeelding van INET Economics)

  • Video: Het beste pensioenstelsel ter wereld

    Hier hoeven we verder geen woorden aan vuil te maken: ons pensioenstelsel uitgelegd…

  • Polen zet streep door staatsobligaties pensioenfondsen

    De Poolse regering zet een streep gezet door haar staatsobligaties in handen van private pensioenfondsen. De fondsen moeten de staatsobligaties overdragen aan de regering, die de schuldverplichting vervolgens onderbrengt in een publiek pensioenfonds. Met deze maatregel brengt Donald Tusk, de premier van Polen, de staatsschuld met 8 procentpunt omlaag. Polen, de grootste economie van Oost-Europa binnen de EU, heeft net als veel andere landen in Europa last van de crisis. De toenemende publieke schuldenlast verhindert een volgende sprong voorwaarts, zo verklaarde de premier. “Het private pensioensysteem draait voor een gedeelte op een groeiende staatsschuld en is erg kostbaar gebleken”, zo voegde hij toe in een persconferentie.

    Door de vertraging van de Poolse economie groeide het begrotingstekort de afgelopen maand met 16 miljard zloty (€3,75 miljard) naar 51,6 miljard zloty (€12,08 miljard). Dat is problematisch, aangezien kredietbeoordelaar Fitch op 23 augustus nog waarschuwde voor een verminderde kredietwaardigheid van het land. De rente op Poolse 10-jaars staatsobligaties steeg naar 4,79%, het hoogste niveau sinds oktober 2012.

    Herziening pensioenstelsel

    De Poolse regering streeft naar een herziening van het pensioenstelsel dat stamt uit 1999. Momenteel zijn er veertien privaat beheerde pensioenfondsen onder het verplichte pensioenstelsel, fondsen die gezamenlijk 281 miljard zloty beheren. In dat lijstje staan ook pensioenfondsen die beheerd worden door ING en Aegon. Daarvan bestond eind juli ongeveer 111,4 miljard uit aandelen en 121,2 miljard uit obligaties, zo blijkt uit data van de Poolse toezichthouder. Deze fondsen moeten alle staatsobligaties overdragen naar een soort staatspensioen, waarmee de staat controle krijgt over 51,5% van alle pensioenbesparingen. De private pensioenfondsen, die dus 48,5% van de besparingen beheren, zullen hun focus verschuiven van staatsobligaties richting bedrijfsobligaties. Ook mogen ze bepaalde normen met betrekking tot het rendement loslaten.

    Door de staatsobligaties over te zetten van private naar publieke pensioenvoorzieningen stijgt het percentage van de totale staatsschuld in buitenlandse handen, zo verklaart econoom Rafal Benecki van ING per email tegenover Bloomberg. “Daardoor werken [private] pensioenfondsen niet langer als schokdempers. De relatieve blootstelling van de Poolse schuldmarkt aan buitenlandse investeerders zal toenemen”. Het percentage van de Poolse staatsschuld in buitenlandse handen stijgt door deze confiscatie van 36 naar 45 procent.

    Polen moeten binnen drie maanden kenbaar maken of ze voor hun pensioen willen blijven sparen via een privaat fonds of via het staatsfonds. Wie kiest voor het staatspensioen zal in de toekomst zijn of haar pensioenverplichting ook moeten betalen aan de staatskas. De Poolse pensioenfondsen waren “diep teleurgesteld” door deze aanslag op de private pensioenen. Ze betwijfelen de wettelijke rechtvaardiging voor het confisqueren van de staatsobligaties.

    Is uw pensioen nog veilig? Kan dit ook in Nederland gebeuren?

    poolse-zloty

    Poolse regering zet streep door staatsobligaties bij private pensioenfondsen.

  • “Gebruik pensioen voor aflossing restschuld”

    Het FD publiceerde vandaag een interview met Lans Bovenberg, hoogleraar economie aan de Universiteit van Tilburg. In het interview zegt Bovenberg dat het tijd is voor onorthodoxe maatregelen, omdat het economische herstel in Nederland beduidend langzamer gaat dan in andere Europese landen. De Nederlandse economie wordt volgens de hoogleraar geplaagd door onderbestedingen van consumenten, wat het gevolg is van de stijgende werkloosheid en de dalende huizenprijzen. Consumenten zijn onzeker en sparen meer dan voor de crisis, terwijl er tegelijkertijd veel geld opzij gezet moet worden voor het pensioen.

    Volgens Bovenberg wordt onze economie geplaagd door de ‘spaarparadox’ van Keynes. Burgers en bedrijven willen hun schulden omlaag brengen en consumeren en investeren daarom minder. Dat terwijl er veel geld ‘gevangen’ zit in de pensioenpotten. Bovenberg roept daarom op tot een verlaging van de pensioenpremies, zodat de consumptieve bestedingen en investeringen weer een impuls krijgen. Die impuls kan zorgen voor extra economische activiteit en daarmee meer bedrijvigheid en banen.

    Restschuld wegwerken

    Voor huishoudens die ‘onder water’ staan met hun eigen woning moeten volgens de hoogleraar ook maatregelen getroffen worden. Hij stelt voor dat deze huishoudens hun pensioenvermogen gebruiken om de restschuld weg te werken. “Ik zie wel dat dit uitvoeringsproblemen geeft, maar het macro-economische belang is nu zo groot, dat het kabinet naar onorthodoxe maatregelen moet kijken”, aldus Bovenberg. Fiscaal is dat lastig te regelen door de zogenaamde ‘doorsneesystematiek’ waarmee de individuele pensioenopbouw wordt berekend.

    Door restschulden af te lossen verkleinen huishoudens niet alleen hun eigen schulden, ook versterken ze de balans van banken. Nederland telt inmiddels al een miljoen huishoudens die onder water staan. Dat is een groeiende risicofactor op de balans van Nederlandse bankensector.

    Dekkingsgraad

    Het terugbrengen van de minimale inleg voor het pensioen kan de economie stimuleren, bijvoorbeeld door extra consumptie en investeringen. Maar men moet niet vergeten dat het pensioen een appeltje voor de dorst moet zijn voor de oude dag. Wat blijft daar nog van over als we korten op de inleg? Volgens Bovenberg moet dat probleem niet overschat worden. Hij zegt er het volgende over in het Financieele Dagblad:

    “Het pensioenstelsel moet minder procyclisch worden, met een stabielere rekenrente, door schokken langer uit te smeren en door de premies te stabiliseren. Dat kan door de pensioenopbouw invers te laten variëren met de kosten van de opbouw. Als de rekenrente laag is, moet je minder pensioen inkopen.’”

    Door de lage rente is het weinig zinvol om nu veel geld in te leggen. Het rendeert nauwelijks en daarom kan het volgens Bovenberg beter benut worden om schulden af te lossen en de bestedingen op te schroeven. Het Nederlandse consumentenvertrouwen is vergelijkbaar met dat van de zwakste landen uit de Eurozone, terwijl we tegelijkertijd heel vermogend zijn met goed gevulde pensioenpotten.

    Pensioenen

    De Nederlandse bevolking heeft gezamenlijk €1.000 miljard gespaard via pensioenfondsen. Geld dat zoekt naar rendement, terwijl de rente op dit moment extreem laag staat. Juist die lage rente maakt het interessant om naar alternatieven te kijken. Volgens Bovenberg is het verlagen van de pensioenpremie om de economie te stimuleren een goed alternatief.

    Bron: FD

  • Uw pensioen wordt steeds soberder

    Crash Investor: Pensioenfondsen zagen hun situatie in het afgelopen kwartaal sterk verslechteren. In juni kregen ze een tik door de dalende aandelen- en obligatiekoersen en het feit dat ze nog niet profiteerden van de hogere marktrente door de rekenmethodiek. Ambtenarenpensioenfonds ABP en de twee metaalfondsen PME en PMT liepen hierdoor eind juni ver achter op hun herstel, waardoor de kans op een tweede ronde van kortingen reëler wordt. Dat blijkt uit de halfjaarcijfers van de vijf grootste pensioenfondsen.

    Metaalfondsen PME en PMT zakten ondanks de forse kortingen die ze in april hebben doorgevoerd op de pensioenen in juni weer naar een dekkingsgraad onder de 100%. De dekkingsgraad geeft de verhouding weer tussen het beschikbaar vermogen en de toekomstige verplichtingen. Door de daling zijn de metaalfondsen verder afgeraakt van de 105% waarop ze aan het eind van het jaar moeten zitten om een tweede verlaging van de pensioenen te voorkomen.

    Pensioenfondsen

    Figuur 7: Pensioenfondsen blijven achter de feiten aanlopen (Bron: FD Research)

    Volgens Frans Willem Briët, bestuursvoorzitter van PME, ziet het er somber uit. Hoewel het nog te vroeg is om definitief te oordelen, komt volgens hem een verlaging in 2014 steeds dichterbij. Ook het grootste pensioenfonds ABP zag zijn dekkingsgraad in juni dalen naar 97% en is verder verwijderd geraakt van de norm van ruim 104%. Henk Brouwer, voorzitter van ABP, stelt dat de kans op een tweede korting aanzienlijk is. Toch sluit de ABP-voorzitter nog niet uit dat het fonds de 104% dit jaar nog gaat halen. Maar dan moeten de beurzen blijven aantrekken, zoals de laatste weken het geval, aldus Brouwer.

    De pensioenfondsen kampten in het tweede kwartaal met tegenvallende rendementen, bij ABP was deze -1,9%. De aankondiging van de Amerikaanse centrale bank om minder nieuw geld in de economie te pompen leidde tot dalende koersen. Tegelijkertijd ging de rente omhoog. Dit laatste is op zich gunstig voor pensioenfondsen. Bij een hogere rente hoeven ze minder geld in kas te hebben om de toekomstige pensioenen te kunnen betalen. Dat betekent dat hun dekkingsgraad verbetert. In juni was het effect van de hogere rente echter nog niet zichtbaar in de dekkingsgraad. Voor de berekening van de dekkingsgraden wordt namelijk gerekend met de gemiddelde rente over drie maanden. Doordat de rente met name in april nog erg laag was, dempte die de hogere rente van juni. Bij pensioenfonds PME zou de dekkingsgraad eind juni zonder de driemaands middeling bijvoorbeeld op 100% liggen in plaats van 96,6%.

    De verhoging van de dekkingsgraad gaat er wel komen, maar vertraagd. Dit is de keerzijde van de rekenmethode die vorig jaar is geïntroduceerd. Toen profiteerden de pensioenfondsen van de driemaands middeling, omdat de dekkingsgraden daardoor ondanks de lagere rente hoger uitkwam. Nu de rente weer oploopt, gebeurt het omgekeerde. Daar komt bovenop dat pensioenfondsen de renterisico’s niet afdekken op basis van de driemaands rente, maar op basis van de actuele rente. Doordat de rente opliep, daalde de waarde van deze renteafdekking in juni al flink. De lasten van de hogere rente werden dus wel al doorberekend, maar het profijt bleef nog even uit.

    Als de hogere rente aanblijft, zal dit de komende maanden echter wel merkbaar gaan worden in de dekkingsgraden. Dennis van Ek, actuaris bij Mercer, schat dat de gemiddelde dekkingsgraad half juli al 3 procentpunt hoger uitkomt dan de gemiddelde dekkingsgraad van eind juni. Eind juni lag het gemiddelde op 102%, half juli wordt dat 105% volgens Mercer.

    Op zich is dat goed nieuws, maar het is nog veel te vroeg om te juichen. De pensioengeschiedenis van de afgelopen twee à drie jaar heeft geleerd dat er steeds weer opnieuw beren op de weg verscholen lagen. Nederlandse pensioenfondsen bleken nooit in staat adequaat te reageren. Er is geen reden om aan te nemen, dat zulks in de nabije toekomst gaat veranderen. Dat is eigenlijk slecht nieuws voor u. De zekerheid, dat u nu of in de komende jaren van een behoorlijk pensioen kunt genieten, wordt steeds kleiner. De pensioenfondsen hebben afgelopen jaren keer op keer bewezen niet tegen hun taak opgewassen te zijn. Daar betaalt u wel het gelach voor!

    Dit artikel verscheen afgelopen weekend in Wijtvliets Crash Investor.

    Crash Investor

     

  • Eenvandaag: Pensioenleeftijd naar 71 jaar

    Volgens de brief moeten jongeren die nu 25 zijn tot een leeftijd van 71½ jaar doorwerken. Ze houden dan nog maar de helft van hun laatstverdiende salaris over, zo vertelde pensioendeskundige Rajihs Sagoeni aan Eenvandaag. Volgens Sagoeni gaat Weekers in zijn berekeningen uit van een veel te optimistisch scenario. De daadwerkelijke uitkering zou wel eens veel lager kunnen uitvallen dan wat Weekers de Tweede Kamer voorspiegelt.

    Het kabinet wil de AOW-gerechtigde leeftijd koppelen aan de levensverwachting. De pensioenleeftijd is daar al aan gekoppeld. Eerder stoppen met werken wordt hierdoor zo goed als onmogelijk, zo schrijft Eenvandaag. Wie bijvoorbeeld op zijn 68e jaar stopt zal dan een heel laag pensioen ontvangen.

    De finish zal nog iets verder naar achteren geplaatst worden (cartoon van animaatjes.nl)