Tag: spanje

  • Ook Spaanse huizenmarkt geraakt door ‘Brexit’

    De Brexit heeft niet alleen gevolgen voor de economie van het Verenigd Koninkrijk, maar ook voor die van andere Europese landen. Bloomberg schrijft dat ook de Spaanse economie hard getroffen kan worden door de waardedaling van het Britse pond, omdat Britten met afstand de grootste buitenlandse investeerders zijn in het Spaanse vastgoed. Maar nu de pond minder waard is ten opzichte van de euro kunnen veel meer Britten zich deze luxe niet meer permitteren.

    Door de waardedaling van het Britse pond ten opzichte van de euro zijn de onderhoudskosten en hypotheeklasten sterk toegenomen. Voor hetzelfde huisje betalen de Britten momenteel 10 tot 15 vijftien procent meer dan voor de ‘Brexit’, terwijl ook de aanschaf van een tweede huisje in Spanje door de ongunstige wisselkoers flink duurder is geworden.

    De vrees is dat veel meer Britten zich geen vakantiehuisje in Spanje meer kunnen veroorloven en dat daarmee een belangrijke doelgroep verloren gaat. In de kustgebieden van Spanje kan de verkoop van woningen de komende achttien maanden tot 20% lager uitvallen, zo berekende Aura Real Estate Experts, een adviesbureau dat zich focust op de Spaanse vastgoedmarkt. Ongeveer één op de vijf woningen in Spanje die verkocht wordt aan een buitenlandse investeerder wordt verkocht aan iemand uit het Verenigd Koninkrijk. Dat marktaandeel is vergelijkbaar met dat van Frankrijk, Duitsland en België samen.

    britten-spanje-huizenmarkt

    Britten kopen meeste huizen in Spanje (Bron: Bloomberg)

    Vakantie in Spanje wordt duurder

    Door de devaluatie van het Britse pond stijgen niet alleen de kosten van het vakantiehuisje, maar ook van de vakantie zelf. Zo worden het huren van een auto, de boodschappen, de belastingen en de kosten voor gas, water en licht ook duurder, omdat deze met euro’s betaald moeten worden. Bloomberg schrijft over potentiële huizenkopers die vanwege de waardedaling van het Britse pond zijn gaan twijfelen over de aankoop van een huis in Spanje. Hogere onderhoudskosten en een veel hogere aankoopprijs maken deze investering opeens minder interessant.

    Spanje is de populairste Europese vakantiebestemming voor de Britten. Vorig jaar kwamen er ongeveer 16 miljoen toeristen uit het Verenigd Koninkrijk naar de Spaanse zon. Daarbij gaven ze in totaal €14,1 miljard uit, een stijging van tien procent ten opzichte van een jaar eerder. Door de waardedaling van de munt hebben Britten deze zomer minder euro’s te besteden en dat zal ook de toerismesector van Spanje wellicht gaan merken.

    spanish-real-estate

    Britten kunnen door waardedaling pond minder Spaans vastgoed kopen

  • Staatsschuld Spanje verdrievoudigd sinds 2007

    De staatsschuld van Spanje is vandaag de dag drie keer zo hoog als in 2007, zo schrijft Bloomberg. In het eerste kwartaal van dit jaar was de schuld voor het eerst in honderd jaar tijd zelfs weer groter dan de omvang van de economie, gemeten naar het bruto binnenlands product. Zelfs ten tijde van de Spaanse burgeroorlog (1936-1939) was de schuld niet zo groot als nu.

    De grote stijging van de staatsschuld sinds 2007 is het gevolg van het leeglopen van de vastgoedzeepbel en van banken die daardoor in de problemen zijn gekomen. Om de economie overeind te houden moest de overheid veel meer geld uitgeven dan er binnen kwam uit belastinginkomsten. Tijdens de Europese schuldencrisis was het nog even spannend of Spanje haar schulden nog wel kon betalen, want de rente op 10-jaars leningen steeg toen naar meer dan 7%.

    Door ingrijpen van de ECB blijft de rentelast voor Spaanse regering nog te overzien, want het land leent vandaag de dag bijna gratis. Eind maart stond de staatsschuld van het land op €1,1 biljoen.

    spanje-staatsschuld

    Staatsschuld Spanje is nu drie keer zo groot als in 2007 (Bron: Bloomberg)

  • Spanje leent bijna gratis

    Door het stimuleringsprogramma van de ECB kan zelfs de Spaanse overheid inmiddels bijna gratis lenen. Op de laatste obligatieveiling wist Spanje €1,16 miljard op te halen tegen een rente van 0,11%, een nieuw laagtepunt voor de 3-jaars leningen van Spanje. Tijdens de Europese schuldencrisis van een aantal jaar geleden betaalde Spanje nog een rente van meer dan 5% voor een soortgelijke lening.

    We zijn heel benieuwd in hoeverre de Spaanse pensioenfondsen getroffen worden door de lage rente. In 2013 schreven we nog over een pensioenfonds dat maar liefst 97% van haar vermogen in staatsobligaties had belegd…

  • Rente op staatsschuld België duikt onder de 1%

    Institutionele beleggers weten niet meer waar ze met hun geld naar toe moeten en kopen alle obligaties die los en vast zitten. Zelfs om Belgisch schuldpapier zitten beleggers te springen, want de rente op deze leningen met een looptijd van tien jaar zakte onlangs naar minder dan 1%. Het verschil tussen de Belgische 10-jaars staatsobligaties en de meest veilig geachte Duitse ‘Bunds‘ met dezelfde looptijd is vandaag de dag nog maar 25 basispunten. De druk op de obligatiemarkt is de laatste twee jaar razendsnel toegenomen, want eind 2011 piekte de Belgische 10-jaars rente op 5,86% en was het verschil met het Duitse schuldpapier nog 366 basispunten.

    Vanwege een tekort aan schuldpapier om in te beleggen accepteren institutionele beleggers een steeds lagere rentevergoeding op schuldpapier van de minder sterke economieën van de Eurozone. Eerder deze week schreven we al over de Spaanse rente die onder de 2% zakte, lager dan de rente die de Amerikanen betalen over ene obligatie met een looptijd van tien jaar.

    belgie-rente-1procent

    Beleggers drukken rente op Belgisch schuldpapier naar 1% (grafiek via twitter)

  • Spanje leent goedkoper dan de VS

    Vroegen de financiële markten in de zomer van 2012 nog een rente van meer dan 7,5% om Spanje voor 10 jaar geld te lenen, nu nemen beleggers genoegen met een rente van slechts 1,97% op precies dezelfde staatsobligatie. Dat betekent dat Spanje vandaag de dag goedkoper geld kan lenen dan de VS, die momenteel 2,3% rente betalen over een 10-jaars leningen. Ook Italië, dat in 2011 nog meer dan 7% moest betalen om geld op te halen, kan nu goedkoper lenen dan de Amerikaanse regering. De Italiaanse rente staat op het moment van schrijven namelijk op slechts 2,17%. Ook de Portugese regering heeft geen enkele moeite meer om geld op te halen bij spaarders, want ook dit land kan tien jaar geld lenen voor minder dan 3%.

    Griekenland, dat in het heetst van de Europese schuldencrisis volledig verstoten werd van de kapitaalmarkt kan weer geld ophalen. Een rente van 8% op een 10-jaars lening is hoog, maar het is aanzienlijk minder dan de 30% die beleggers begin 2012 vroegen om Griekenland geld te lenen. De rust op de kapitaalmarkt keerde in 2012 terug toen Draghi beloofde alles te doen om de Euro te redden. De ECB heeft sindsdien de rente nog enkele keren verlaagd, wat ook een gunstig effect heeft gehad op de rente die landen moeten betalen over hun schulden.

    De lage rente maakt het voor landen aantrekkelijk de tekorten op te laten lopen en geld bij te lenen, maar de ECB heeft herhaaldelijk gezegd dat dat niet de bedoeling is. Landen moeten koste wat kost hun begroting op orde brengen, omdat dat op de lange termijn meer vertrouwen uitstraalt op de financiële markten. Het is opmerkelijk dat beleggers genoegen nemen met zo'n lage rente, want de Spaanse economie staat er helemaal niet zo goed voor. Hoewel de Spaanse economie sinds 2013 weer een bescheiden groei laat zien is de werkloosheid nog steeds bijzonder hoog. Blijkbaar is er veel vraag naar Europees schuldpapier dat de rente omlaag duwt.

    eurozone-bond-crisis

    Rente op Europese staatsobligaties blijft maar dalen

  • Spanje lanceert obligatie met looptijd van 50 jaar

    Het Spaanse ministerie van Financiën heeft maandag nieuwe staatsobligaties met een looptijd van 50 jaar uitgeschreven, zo schrijft de Wall Street Journal. Het land haalde €1 miljard op met een private plaatsing van de obligaties, wat wil zeggen dat het schuldpapier rechtstreeks aan een specifieke partij verkocht werd. Zo speelt de regering op safe, want via een publieke obligatie-uitgifte is het moeilijk in te schatten wat er in de toekomst met de rente gebeurt.

    De regering van Spanje heeft lang gewacht op deze unieke kans om geld op te halen tegen de extreem lage rentestanden van dit moment. Het contrast met de zomer van twee jaar geleden is groot, toen de rente voor een 10-jaars lening aan de Spaanse overheid boven de gevreesde 7% uitsteeg. We zijn nu iets meer dan twee jaar verder en nu nemen beleggers genoegen met een vergoeding van slechts 2,28% voor precies dezelfde obligaties. Het is dus geen wonder dat de Spaanse regering van deze unieke kans gebruik maakt om voor een langere looptijd geld op te halen.

    Lage rente

    De nieuwe 50-jaars lening geeft investeerders een jaarlijkse vergoeding van 4%, wat voorlopig voldoende is om de officiële inflatie voor te blijven. Er is veel vraag naar obligaties met een hoger rendement, want de rente op meer risicovolle obligaties van PIIGS-landen is de afgelopen twee jaar spectaculair gedaald. Er is zoveel liquiditeit dat een land als Duitsland ook voor een middellange looptijd gratis geld kan lenen. De komende tijd wil de Spaanse regering meer obligaties met looptijden van 10 en 30 jaar uitschrijven, omdat de lange rente nu erg laag staat. De Spaanse overheid heeft een staatsschuld van 94% ten opzichte van het bbp, veel hoger dan de Europese norm. In de zomer van 2012 lag de publieke schuldquote van Spanje op 76%.

    Fiscal_Compliance_2014-debt

    Schuldquote Europese landen in 2014 (Via Wikipedia)

  • Spanje introduceert heffing spaargeld

    De Spaanse regering heeft begin deze maand een wetsvoorstel aangenomen waarmee 0,03% van het spaargeld op Spaanse bankrekening gehaald kan worden. Volgens Reuters heeft de maatregel als doel een aantal regionale belastingmaatregelen te harmoniseren, maar in hoofdzaak is de maatregel ingevoerd om geld binnen te halen voor Spaanse regio’s die krap bij kas zitten.

    De maatregel brengt naar verwachting €400 miljoen in het laatje van de overheid, aangezien er in totaal €1,4 biljoen aan spaartegoeden geparkeerd staan op Spaanse bankrekeningen. De spaardersheffing is een steuntje in de rug voor regionale overheden, die binnenkort aan strengere begrotingseisen moeten voldoen.

    Begrotingstekort

    De regering van Spanje sloot het jaar 2013 af met een begrotingstekort van 6,6%, ver boven de Europese norm van drie procent en iets boven haar eigen doelstelling van 6,5%. Dit jaar wil Spanje het tekort terugbrengen naar 5,5%. Voor regionale overheden is het maximale tekort vastgesteld op slechts 1%. Vorig jaar werd de belastingregel al ingevoerd, om te voorkomen dat regionale overheden hun eigen belastingregels zouden toepassen. Bij de invoering was het belastingtarief nog 0,0%. De spaardersheffing waar al langer voor gewaarschuwd wordt komt er echt aan. Als consumenten op hun geld blijven zitten en te weinig consumeren en investeren, dan moet de overheid die rol maar op zich nemen. Dat lijkt althans de gedachte achter deze belastingmaatregel. In juni werd in Madrid een hervormingsplan voor de belastingen gepresenteerd, dat de belastingdruk voor bedrijven en consumenten moet verlichten. Op die manier denkt Spanje een impuls te kunnen geven aan de economie.

    Spaardersheffing

    De spaardersheffing vloeit voort uit de gedachte dat de economie niet vanzelf naar een evenwicht beweegt. Als mensen teveel sparen en te weinig investeren kan de economie in een neerwaartse spiraal terechtkomen, omdat onderbesteding leidt tot minder werkgelegenheid. Een oplopende werkloosheid zet consumenten aan meer geld opzij te zetten, waardoor er nog minder consumptie plaatsvindt. Met een spaardersheffing kunnen de geparkeerde en ongebruikte vermogens van burgers aangesproken worden voor nieuwe overheidsbestedingen.

    De vermogensheffing op spaargeld komt eraan

    De vermogensheffing op spaargeld komt eraan

  • De zon begint weer te schijnen voor Spanje

    spaanse-vlag

    Na twee jaar pure ellende lijkt Spanje eindelijk op de weg terug. De bankensector lijkt weer gezond en de vraag naar Spaans schatkistpapier laat weer een gezonde groei zien. Spanje kan weer tegen normale tarieven terecht op de kapitaalmarkt. Dat wil natuurlijk weer niet zeggen, dat het land boven Jan is. Er is nog een lange weg af te leggen.

    Natuurlijk is het prettig, dat beleggers weer vertrouwen in het land hebben en dat de tienjaars rente weer tot een niveau is gedaald op of onder 3%. Het is zeer zeker een zegen, dat het land dit jaar een groei zal laten zien van meer dan 1% en in 2015 waarschijnlijk op 2% zal uitkomen. Hiermee zal Spanje waarschijnlijk een outperformer worden binnen de eurozone. Een aantrekkende groei is natuurlijk een absoluut vereiste voor het herstel van de werkgelegenheid!

    beurs-spanje

    Veel van het Spaanse succes komt op naam van de exportsector. Die liet in 2013 een groei zien van meer dan 5% en liet daarmee zelfs kampioen Duitsland achter zich. Dankzij de combinatie van snelle exportgroei en dalende importen kon het handelstekort van het land met bijna de helft teruglopen. Het succes van de export is vooral gebouwd op een gezonde groei van de productiviteit. Die was echter voor een niet gering deel te danken aan massaontslagen. Vooral dalende kosten en een zeer lage inflatie bepalen het competitief vermogen van Spaanse bedrijven in Europees verband. De extreem lage inflatie heeft als positief effect, dat de daling van de koopkracht bepekt blijft. Dat is goed voor het economisch sentiment in het land en zeker voor het consumentenvertrouwen.

    vrachtschip-spanje

    Ondanks deze ‘jubel’ verhalen is het herstel verre van een uitgemaakte zaak. Veel zal afhangen van de investeringsbereidheid in de komende maanden en kwartalen. Het niveau van investeringen ligt nog ver onder dat van de pré crisisjaren. Het niveau moet omhoog, maar er moet tegelijkertijd voor gewaakt worden, dat deze investeringen neerslaan in slechts enkele sectoren. In de jaren voor 2008 profiteerden vooral de bouw en de vastgoedsector. Daar ziet het trouwens op dit moment niet naar uit.

    De grote uitdaging voor Spanje is, zoals in zoveel landen, de werkgelegenheid. Ruim 25% van de beroepsbevolking zit zonder werk. De jeugdwerkloosheid is met meer dan 50% veel en veel te hoog. Ondanks het herstel zijn er weinig voortekenen die doen vermoeden dat daar binnenkort echt verandering in gaat komen. Het overheidsbeleid is daarvoor teveel gericht op de langere termijn. De flexibiliteit van de werknemer moet omhoog en zijn loon flexibel omlaag! Er zijn nu maatregelen voor de korte termijn nodig. Gebeurt dat niet, dat kan Spanje op termijn daar een hoge rekening voor betalen in de vorm van een verloren generatie. Deeltijdbanen en meer stages kunnen snel enig soelaas bieden!

    protest-menigte-spanje-madrid

    En dan is er nog altijd de torenhoge Spaanse schuld. Die bedraagt 100% van het Bruto Binnenlands Product. Tot nu toe heeft de overheid geprobeerd die schuld te beteugelen door te snijden in publieke voorzieningen als onderwijs en gezondheidszorg. Dat heeft niet veel opgeleverd. Misschien is het beter om eens aan het pensioenstelsel te gaan sleutelen, bijvoorbeeld naar de manier waarop er in Spaans pensioenland geïndexeerd wordt! En misschien is het heilzamer geprotegeerde sectoren van de binnenlandse economie open te stellen voor concurrentie. Dat zou de groei van de economie kunnen bevorderen.

    Er moet nog een hele waslijst. Maar zal het ook gebeuren? Europese politici hebben snel de neiging om gemakzuchtig achterover te leunen, als er eenmaal een succesje geboekt is.

    Cor Wijtvliet,

    Helga Jung, the Spanish revival. Project-syndicate Jube 3, 2014

  • Regering Spanje krijgt toegang tot gegevens van miljoenen spaarrekeningen

    De Spaanse overheid heeft alle banken en verzekeraars in het land verzocht volledige inzage te geven in de spaartegoeden, betaalrekeningen en beleggingsportefeuilles van zowel particulieren als bedrijven. De gegevens zijn binnenkort in te zien door de Spaanse politie, onderzoeksrechercheurs, de belastingdienst en de inlichtingendienst.

    De krant El País schrijft dat de bankgegevens in een nieuw bestand terecht komen, waar ze tot tien jaar na sluiting van een rekening bewaard blijven. Het is voor het eerst dat de Spaanse overheid volledige inzage krijgt in de bankgegevens van alle Spaanse burgers en van alle buitenlanders die enige tijd in Spanje verblijven.

    Weerstand

    Diverse rechters, banken en oppositiepartijen in Spanje hebben hun afkeuring kenbaar gemaakt. Critici zijn bang dat er misbruik gemaakt zal worden van deze gegevens. "Het kan als een politiek wapen ingezet worden. Als er zonder toestemming van de rechter inzage gegeven wordt in bankgegevens, dan is dat een inbreuk op de fundamentele rechten van burgers". De Spaanse officier van Justitie zegt dat er toezicht gehouden wordt op de raadpleging van de informatie. Iedere keer als er een instantie om informatie vraagt moet worden vastgelegd waarom die informatie verstrekt dient te worden. Open zoekopdrachten binnen het bestand zullen niet mogelijk zijn.

    Financiële repressie

    Bankoverschrijvingen van meer dan €1.000 die niet direct te herleiden zijn worden voortaan in het nieuwe systeem opgeslagen. Ook maandelijkse transacties van meer dan €3.000 naar een bepaald rekeningnummer worden voortaan vastgelegd, net als iedere transactie van meer dan €30.000. Zelfs een overschrijving van meer dan €100 naar een stichting of organisatie wordt voortaan in het systeem geregistreerd. De financiële toezichthouder van Spanje gaat naar verluid ook scherper toezien op bankrekeningen van Spanjaarden in het buitenland en transacties van 'private banking' organisaties en troebele bedrijfsstructuren. Lees ook:

    De Spaanse regering wil weten wat u met uw spaarcentjes doet

    De Spaanse regering wil weten wat u met uw spaarcentjes doet

     

  • Spanje: de uitblinker van 2014

    De afgelopen twintig tot dertig jaar is steeds opnieuw gebleken, dat economieën die bereid zijn tot structurele aanpassingen en hervormingen, succesvol zijn en blijven. Voorbeelden uit het verleden zijn het Verenigd Koninkrijk onder Thatcher, de Verenigde Staten onder Ronald Reagan, Duitsland onder Gerhard Schröder en China onder Deng Xiaoping.
    Het zou zo maar kunnen, dat Spanje tot dit illustere gezelschap gaat behoren. Hoewel dit land nog een lange weg heeft af te leggen, overheerst het idee dat het ergste definitief achter de rug is. Spanje biedt het typische voorbeeld van een land dat een verkeerde groeistrategie heeft gevolgd, diep in de versukkeling is geraakt en nu dient het herstel zich aan in de exportsector.

    Ook Spanje heeft de broekriem moeten aanhalen

    Ook Spanje heeft de broekriem moeten aanhalen

    Het verhaal van het land is genoegzaam bekend. Groei en welvaart waren gebouwd op het opblazen van de onroerend goed sector. Door de snel stijgende lonen kwam juist de exportsector internationaal steeds meer in de verdrukking, zeker ten opzichte van een land als Duitsland.

    Toen de crisis de binnenlandse vraag deed instorten, was ook de exportsector nog maar van weinig waarde. De sector was niet langer competitief door te hoge lonen en een overgewaardeerde euro. De snel verslechterende overheidsfinanciën en een overdaad aan regelgeving maakte een snel en doeltreffend antwoord op de crisis bij voorbaat onmogelijk.

    Spanje hervormt

    Het pad naar herstel is lang en pijnlijk geweest. In de eerste plaats moesten de lonen omlaag. Ze bivakkeerden ver boven de productiviteit van het land. Zonder de mogelijkheden, die wisselkoersen bieden, is het een uiterst pijnlijk aanpassingsproces geweest. Maar het is ook succesvol geweest. Spaanse lonen zijn weer van dien aard, dat Spanje weer de concurrentie met het buitenland aan kan. Loonmatiging was niet de enige noodzakelijke aanpassing aan de nieuwe realiteit. Ook moesten er op de arbeidsmarkten de nodige rigiditeiten en rechten geslecht worden. Bovendien kreeg het belang van de exportsector voorrang boven de binnenlandse markt. Het gevolg daarvan was een torenhoge jeugdwerkloosheid. De overheid heeft echter manmoedig aan dit harde beleid vastgehouden en waarschijnlijk met succes. De eerste tekenen, dat de arbeidsmarkt herstelt, zijn zichtbaar.

    Spanjaarden gaan de straat op

    Spanjaarden gaan de straat op

    Tot de problemen, waar Spanje mee kampt, behoort een kwakkelende kredietverlening aan bedrijven, die voor de binnenlandse markt werken. Die laat zeer te wensen over. Maar hulp komt uit onverwachte hoek. Het internationaal werkend bedrijfsleven beoordeelt het herstructureringsproces in Spanje positief. Er is bereidheid om in dat land opnieuw te investeren, omdat er geloof is in het uiteindelijk herstel van de koopkracht. Met het succes van zijn beleid onderscheidt Spanje zich positief van een land als Italië, dat voor een deel kampt met dezelfde kwalen. In het laatste land is van loonaanpassing nog maar amper of geen sprake. Hier kan de exportsector de rol van aanjager van de economie niet vervullen. Ook is er van aanpassing van de arbeidsmarkt en vermindering van de regelgeving nog lang geen sprake. Misschien schrikken de Italianen wel terug voor een lijdensweg à la Spanje. Dat moge zo zijn, maar het gaan van deze weg van moeizame aanpassingen lijkt onontkoombaar.

    Winkels sluiten door dalende consumentenbestedingen

    Winkels sluiten door dalende consumentenbestedingen

    Er moet meer evenwicht komen tussen de diverse sectoren van de economie. Dat zal vooral ten koste gaan van veel binnenlandse sectoren die amper concurrentie te duchten hebben en die daarom slecht functioneren. Los daarvan, technologische ontwikkelingen en het voortgaande proces van globalisering eist voortdurende aanpassingen. Zelfs landen, waar alles min of meer in evenwicht is, ontkomen daar niet aan. Landen, die zich niet aanpassen, zullen definitief afhaken en achterblijven! Cor Wijtvliet Michael Spence, the gain in Spain. Project Syndicate, April 23, 2014 BELANGRIJK:
    • Opmerkingen en vragen kunt u richten aan: [email protected]
    • Bezoek ook de website van Cor Wijtvliet en lees meer door hem geschreven artikelen.
    • U kunt Cor Wijtvliet boeken voor een inspirerende spreekbeurt. Laat u verrassen!
    • U kunt zich hier abonneren voor het wekelijks Cor Wijtvliet Journaal, voor het geval u deze
    • nog niet automatisch ontvangt.

  • Spanje leent even duur als de VS

    Twee jaar geleden was het nog volop crisis in Europa. De rente op Spaanse en Italiaanse staatsobligaties met een looptijd van tien jaar passeerde de gevreesde grens van 7%, het rentepercentage waarbij een land volledig vast zou komen te zitten in de schulden. We zijn nog niet eens twee jaar verder en zien opeens de volgende grafiek op ons scherm staan. U ziet het goed, Spanje kan op dit moment even goedkoop lenen (voor een periode van vijf jaar) als de Verenigde Staten…

    Is deze ontwikkeling volledig te verklaren door het ingrijpen van de ECB? Op 26 juli 2012 zei Mario Draghi dat de ECB alles zou doen om de euro te redden. Werd daarmee alle onzekerheid bij beleggers weggenomen? Of waren er meer factoren die een bijdrage leverden aan de spectaculaire bull market in Spaanse staatsobligaties?

    Lees ook:

    Spaanse versus Amerikaanse 5-jaars obligatierente

    Spaanse versus Amerikaanse 5-jaars obligatierente (Bron: Merk Investments)