Auteur: admin

  • Lage rente: Stop je geld in stenen?

    Door de aantrekkende economie, de nogal wisselende koersen op de beurzen en de lage rente wordt vaak gedacht dat (extra) beleggen in je eigen onroerend goed lucratief is. Door het kopen van een vakantiewoning bijvoorbeeld, of door extra af te lossen op de hypotheek van je eigen woning. Maar let op: aan beide opties zitten haken en ogen.

    Een eigen vakantiehuis, dat je verhuurt als je er zelf geen vakantie viert en zo ook nog een aardig rendement oplevert. Wie wil dat niet? De belegger kan bij het verhuren meestal kiezen uit twee opties: het vakantiepark waar het vakantiehuis staat, verhuurt de woning en krijgt daarvoor rond de 20% van de huurpenningen. Of het park biedt een vast bedrag per jaar en neemt het risico voor leegstand.

    Schade en kosten

    Veel vakantiehuiseigenaren kiezen voor de eerste optie, maar vergeten dan dat ze zelf verantwoordelijk blijven voor de ‘kwaliteit’ van de huurders en voor wat zij aanrichten en achterlaten. De schamele borg die wordt gevraagd, is vaak niet genoeg om schade aan de woning te repareren. De eigenaar moet zich dus verzekeren tegen schade door huurders. Daarnaast moet op het rendement nog een aantal zaken in mindering worden gebracht: onroerendezaakbelasting, waterschapsheffing, afschrijving op het huisje zelf en op de inboedel.

    Beperkende regels

    Ook zijn er beperkende regels die vaak in de kleine lettertjes van koop- en huurcontracten van vakantieparken voorkomen en pas een probleem gaan vormen als de eigenaar van zijn vakantiehuisje af wil. Daarnaast moet er tegenwoordig de nodige moeite worden gedaan om als verhuurder van een vakantiehuisje bij de klant in de smaak te blijven vallen.

    Extra aflossen

    Een andere populaire ontwikkeling in de huidige marktsituatie is extra aflossen op de woninghypotheek. Door de lage spaarrente kan dat een interessante optie zijn. Hoe lager de schuld op de eigen woning, hoe lager de eventuele restschuld bij verkoop, of hoe groter de ruimte om een mooier huis te kopen. Maar als u al het geld dat u overheeft, in stenen stopt, krijgt u het er niet zomaar weer uit. Ook kan dit ten koste gaan van de buffers die u geadviseerd wordt aan te houden voor onvoorziene uitgaven..

    Rekensom

    Wie geld overhoudt zou er sowieso goed aan doen eerst te kijken of extra aflossen netto meer oplevert dan sparen of beleggen. Voor de spaarhypotheek gelden aparte fiscale regels, die ervoor zorgen dat extra aflossingen met de nodige zorg moeten worden overwogen. Let er daarnaast op, dat menig geldverstrekker een boeterente in rekening brengt als u meer dan een bepaald percentage van de hypotheeksom extra aflost! Door: Robeco

    Robeco

    Belangrijke informatie: Robeco Institutional Asset Management B.V. heeft een vergunning als beheerder van ICBE’s en ABI’s van de Autoriteit Financiële Markten te Amsterdam.

  • It’s Jackson Holetime again!

    Elk jaar in augustus trekken ’s werelds belangrijkste centrale bankiers zich voor enkele dagen terug in het Amerikaanse stadje Jackson Hole, in de staat Wyoming. Het populaire stadje – er wonen minder dan 10.000 mensen in Jackson Hole – is populair onder  toeristen vanwege zijn prachtige ligging in de natuur.

    Sinds 1978 organiseert de regionale centrale bank van Kansas City elk jaar dus een conferentie waar de belangrijkste centrale bankiers van de wereld elkaar ontmoeten en praten over het monetaire beleid. Gedurende die paar dagen kan het stadje daarom rekenen op behoorlijke belangstelling van de media wereldwijd.

    Jackson Hole

    De ervaring leert dat de presentaties en lezingen van de aanwezigen veel zeggen over wat voor monetair beleid we kunnen verwachten. Niet alleen van de Fed maar ook van de andere centrale banken zoals de Europese Centrale Bank.

    Zo is het opkopen van staatsobligaties, ook bekend als quantitative easing of QE, ooit in Jackson Hole aangekondigd. En in de jaren voordat de huidige crisis zou beginnen in de herfst van 2008, werden in de presentaties in Jackson Hole de problemen die de crisis veroorzaakt hebben, duidelijk aangegeven door de aanwezige economische wetenschappers. Die waarschuwingen werden, leert de ervaring ook, op dat moment niet serieus genomen door de aanwezige presidenten en voorzitters van de Fed, de ECB en andere centrale banken. Later bleek dat de economen het heel goed door hadden.

    Alle ogen gericht op Yellen

    De Jackson Hole bijeenkomst van dit jaar is gisteren begonnen en het hoogtepunt komt vandaag, wanneer Fed-voorzitter Janet Yellen achter het spreekgestoelte plaats neemt. Beleggers uit de hele wereld zullen elke komma van die toespraak analyseren om te proberen in te schatten of en wanneer de Fed de rente weer gaat verhogen.

    Die toch al lastige opgave is in de afgelopen weken nog lastiger gemaakt. Enerzijds hebben enkele leden van het rentecomité namelijk erop gehint dat de centrale bank de rente misschien al in september zal verhogen. Anderzijds is uit de onlangs gepubliceerde notulen van de laatste rentevergadering juist af te leiden dat het comité niet bepaald van plan is haast te maken met het duurder maken van geldlenen in de VS.

    Het economisch nieuws zorgt ook niet voor meer duidelijkheid, met een sterk aantrekkende Amerikaanse arbeidsmarkt maar economische groei, en vooruitzichten daarover, die juist teleurstellend zijn.

    Renteverhoging

    In mijn ogen is de kans dat de rente de rente zal verhogen in september heel klein. Over de renteverhogingen erna kunnen we in mijn ogen alleen zeggen dat het heel, heel lastig gaat worden als is het maar om het volgende.

    Als de Fed de rente zou verhogen, dan zouden de Amerikaanse rentes van alle looptijden waarschijnlijk ook gaan stijgen.  De Amerikaanse staatsschuld bedraagt inmiddels 104 procent van het Amerikaanse bruto binnenlands product en staat daarmee op het hoogste niveau in vijftig jaar (ter vergelijking: met uitzondering van de Tweede Wereldoorlog, bedroeg de Amerikaanse staatsschuld tussen 1790 en 1980 zo’n 30 procent van het Amerikaanse bbp).

    Door de rentedaling van de afgelopen jaren en uitgifte van veel nieuwe staatsobligaties, is de gemiddelde rente die Washington betaalt over zijn schuld lag vergeleken met de jaren voor de crisis. Betaalde de Amerikaanse regering begin 2008, gemiddeld, 4,8 procent rente over de totale schuld, tegenwoordig is dat ongeveer de helft ervan.

    Die halvering van de gemiddelde rente is dé reden waarom de rentelasten van de Amerikaanse overheid min of meer gelijk zijn aan die uit 2008, hoewel de staatsschuld ruim verdubbeld is, van 9.300 miljard dollar begin 2008 naar bijna 19.500 miljard dollar dit jaar.

    Rentelasten

    Als de langetermijnrentes, mede door een serie renteverhogingen van de Fed – of alleen de verwachting daarop – zouden stijgen, dan zou dat betekenen dat de rentelasten behoorlijk kunnen stijgen, wat op zijn beurt de kans op faillissement van de VS of op zijn minst de kans op nieuwe en hogere belastingen en politieke ruzie zou vergroten. En dát zou zeer slecht nieuws voor het economisch herstel zijn, wat voor de Fed juist de reden zou zijn de rente weer te gaan verlagen. Alleen zouden beleggers dan wel eens kunnen concluderen dat de centrale bank blijkbaar ook niet weet wat ze doet, wat tot nog meer paniek zou leiden.

    Daar komt nog bij dat tussen nu en 2020 elk jaar tussen 1.500 miljard en 2.100 miljard dollar van die schuld afloopt en dus afgelost moet worden. Aangezien Washington geen cent achter de hand heeft, zal het ministerie van Financiën dus elk jaar tussen 1.500 en 2.100 miljard dollar aan nieuwe leningen, ruwweg 10.000 miljard dollar in die periode, moeten opnemen om oude leningen af te betalen. Met andere woorden: Washington moet tussen nu en 2019 een slordige 10.000 miljard dollar lenen om niet failliet te gaan, wat het geval zou zijn als het niet in staat zou zijn oude schulden af te betalen. Daarboven op komen de leningen om het verwachte begrotingstekort elk jaar te financieren. Volgens de schattingen van het Amerikaanse ministerie van Financiën zelf hebben we het dan over gemiddeld 500 miljard dollar elk jaar.

    Zou de Fed dus een serie renteverhogingen in gang zetten, dan zou de bank spelen met economische, politieke en financiële stabiliteit in de VS.

  • Tip: Umicore goudbaar 1 troy ounce

    umicore-troyounceWilt u fysiek goud kopen, dan is de 1 troy ounce goudbaar van Umicore een goede keuze. Dankzij het LBMA keurmerk zijn deze baren wereldwijd namelijk gemakkelijk te verhandelen. De baren zitten nog in de originele verpakking van de smelterij. We hebben deze baren momenteel ruim op voorraad en kunnen deze snel uitleveren.

    Hollandgold levert deze baren van 99,99% puur goud tegen een zeer scherpe prijs. Ga voor meer informatie naar Hollandgold.nl of neem contact met ons op via 088-4688400.

    hollandgold-logo

  • Chaos in adviseursland

    Twee recente uitspraken van het Kifid (Klachteninstituut financiële dienstverlening) maken duidelijk hoe groot de chaos is in het land van adviseurs, semi-adviseurs en bemiddelaars (die zichzelf ook graag adviseur noemen). Niet enkel binnen de branche van ‘adviseurs’ is zo langzamerhand iedereen de weg kwijt, ook de consument is het spoor volledig bijster.

    Misschien is nog wel het ergste dat degene die op zoek is naar goed en onafhankelijk financieel advies, geen weet heeft van wie er tegenover hem zit. De financiële impact op wel of geen goed advies, maar ook het feit dat je niet weet of je (voldoende) geïnformeerd wordt, is iets waar de consument meestal geen benul van heeft.

    Waar ging het over bij het Kifid?

    In de eerste zaak ging de klant met een hypotheekadviseur in zee. Deze ‘adviseur’ is in loondienst bij de bank en ‘verkoopt’ dus ook alleen maar financiële producten van de eigen bank. Deze ‘adviseur’ heeft niet naar de hypotheekvoorwaarden van een bestaande hypotheek van een andere bank, die werd opgezegd, gekeken. Daarin stond echter een boeteclausule, waardoor de klant duizenden euro's boete moest betalen. Volgens het Kifid was de ‘adviseur’ niet verplicht deze voorwaarden van de andere bank te onderzoeken. financieel-adviesIn een vrijwel identieke zaak liet een consument zich adviseren door een medewerker van een hypotheekkantoor. Ook hier werd niet goed gekeken naar de voorwaarden van de bestaande hypotheek en moest er ook ineens een boete worden betaald. Hier kwam het Kifid tot een andere conclusie en werd de adviseur veroordeeld tot het betalen van een groot deel van de boete. Volgens het Kifid had de adviseur hier wel een onderzoeksplicht en had hij de klant moeten waarschuwen voor de boeterente.

    Financieel adviseurs

    Deze casus laat zien dat er een groot verschil is tussen ‘adviseurs’ die werkzaam zijn bij bijvoorbeeld Rabobank, ABN AMRO en ING en zogenaamd onafhankelijke adviseurs. Voor de eerste groep ‘adviseurs’ gelden er minder strenge eisen als het gaat over hun deskundigheid. Dat is zorgelijk, omdat de klant dit niet weet. Daarnaast dient er voor deze ‘adviseurs’ maar één belang en dat is het belang van hun werkgever (bank of verzekeraar). Zij moet zoveel mogelijk eigen financiële producten verkopen. Zonder dat de klant het door heeft verdienen zij drie keer aan het ‘advies’. Ten eerste maakt men marge op ieder verkocht product, ten tweede vraagt de adviseur geld (onder de noemer advieskosten) voor iedere handeling of mutatie en ten derde brengt hij of zij periodiek kosten in rekening voor zogenaamd ‘onderhoud en service’ op de door hen verkochte financiële producten waaronder hypotheken en verzekeringen. Zaken doen met deze groep ‘adviseurs’ biedt geen enkele garantie op goed en onafhankelijk advies, en is ook veel te duur. Deze groep ‘adviseurs’ heeft dus geen recht op deze titel. Dat banken niet ongelukkig zijn met de huidige wet- en regelgeving en belang hebben bij deze onduidelijkheid bewijst wel het feit dat er zeer veel initiatieven zijn op het gebied van digitale dienstverlening. We zien steeds meer dat banken en verzekeraars gebruik maken van digitale processen. Straks kunnen ze een groot deel van hun verkopers inruilen voor digitale verkopers, onder de noemer ‘adviseurs’.

    Eigen product

    Dat is niet alleen goedkoop, maar ook uiterst efficiënt omdat je op deze manier klanten nog beter kunt sturen naar producten die jij op het schap hebt liggen. Dit is één van de redenen waarom banken en verzekeraars zoveel in robo-advies investeren. Daarbij moet de klant veel zaken zelf doen en loopt ook zelf alle risico's. In dit proces is er helemaal geen plaats meer voor een onafhankelijk adviseur, terwijl deze titel wel door de bank en verzekeraar wordt uitgedragen. Er is maar één oplossing om dit probleem uit de wereld te helpen: verbied per direct dat deze groep ‘adviseurs’ zich nog langer adviseur mag noemen. Maak de klant duidelijk met wie hij of zij zaken doet: een verkoper of een onafhankelijk adviseur. Ja, dat lijkt geld te kosten, maar geeft wel de garantie dat de juiste beslissing wordt genomen en eventueel het best passende product wordt aangeschaft! Ab Flipse abflipse Over Ab Flipse: Ab is in 1955 geboren in Middelburg. Tot 1987 is hij werkzaam geweest bij defensie en van 1987 tot 1993 bij een grote bank-verzekeraar. Vanaf 1993 heeft hij directiefuncties bekleed bij diverse intermediairbedrijven en was hij directeur van SmartOffice. Dit bedrijf begeleidde intermediairs naar het nieuwe werken. Hij is voorzitter van de Vereniging Woekerpolis.nl. Ab staat bekend om zijn visie op- en vroegtijdige signalering van trends en ontwikkelingen in de financiële branche, zijn grote rechtvaardigheidsgevoel en doorzettingsvermogen, en is een groot voorstander van het vergroten van de zelfredzaamheid van de consument, met name op financieel gebied. www.abflipse.nl

  • Negatieve rente: Grote bedreiging voor geld en economie

    De centrale banken hebben een doorslaggevende rol gespeeld in het stabiliseren van de financiële crisis in 2008. Daarbij namen ze hun toevlucht tot onconventionele maatregelen. Een daarvan is de zogenaamde nulrentepolitiek, die geëvolueerd is naar een beleid van negatieve rente. Die strategie heeft echter bijzonder nefaste gevolgen voor het functioneren van het financieel-economisch systeem.

    Wat is negatieve rente ? De kredietcrisis zette centrale banken ertoe aan om de officiële rentevoeten agressief te verlagen. Hierdoor werd het aantrekkelijker om geld te lenen voor investeringen of consumptie. De Zweedse nationale bank was in 2009 de eerste om negatieve rente te introduceren. Maar ook Zwitserland, Japan en de Europese Centrale Bank (ECB) hanteren momenteel deze aanpak.

    interest-ratesWaarom drukken de centrale banken de rentestanden naar beneden ? Lage renteniveaus laten bedrijven en gezinnen toe om goedkoop te lenen. Daardoor wordt zowel de productie als de consumptie ondersteund en dus ook de economische groei. De monetaire beleidsmakers hopen tevens dat hun rentepolitiek de inflatie aanwakkert om de globale schuldenberg te doen inkrimpen of minstens beheersbaar te houden.

    In tegenstelling tot hetgeen velen denken, is het centralebankenbeleid van dalende intrest overigens veel eerder van start gegaan dan in 2008, het jaar van de wereldwijde financiële crisis. Onderstaande grafiek, die de langetermijnrendementen van overheidsobligaties sinds 1980 weergeeft, is daarvan een sprekend bewijs.

    longterm-bondyield

    Langetermijn rente daalt (Bron: ECB)

    Gevolgen wereldeconomie

    De wereldeconomie zit vast in een zogenaamde liquiditeitsval : zowel bedrijfsinvesteringen als consumptie reageren onvoldoende op de extreem lage rente. De centrale banken trachten dus de commerciële banken te forceren om geld uit te lenen terwijl er duidelijk weinig kredietvraag is. Banken die geen nieuwe leningen verschaffen worden gestraft. Zo past de ECB een boeterente van min 0,4% toe op bankdeposito’s die haar vanwege commerciële banken worden toevertrouwd, om te vermijden dat dit gecreëerde geld gewoon bij haar wordt gestald.

    Het gevolg van deze politiek is dat leningen worden toegekend aan ontleners die feitelijk insolvabel zijn. Het verkeerd investeren wordt gestimuleerd. Typisch voorbeeld hiervan is China, het land van de spooksteden, spookappartementen en spookvliegvelden. Zombiebedrijven, die onder normale omstandigheden failliet zouden gaan, blijven nu in leven.

    Centrale bankiers zijn hoegenaamd niet bij machte om het door hen excessief gecreëerde krediet naar productieve plekken te sturen. Onderstaande grafiek toont ons dat de schulden (van overheid, bedrijven en gezinnen) in de Verenigde Staten de laatste vijftig jaar meer dan tweemaal zo snel zijn gegroeid als het bbp (bruto binnenlands product). Ook bij de drie andere economische grootmachten – Europa, China en Japan – kunnen we dezelfde volkomen onhoudbare situatie vaststellen. De grote toekomstige schuldverplichtingen (pensioenen) zijn in deze voorstelling dan nog niet eens opgenomen… Men kan echt niet voortdurend meer schulden blijven aangaan dan inkomsten verwerven. Er komt onafwendbaar een – zeer pijnlijk – moment van afrekening.

    Debt-and-GDP

    Schulden groeien al decennia veel sneller dan het bbp (Bron: Peakprosperity.com)

    De wereldeconomie gaat niet alleen gebukt onder een enorme schuldenlast, het beleid van centrale banken heeft ook gezorgd voor een nooit eerder in de geschiedenis voorgekomen hoeveelheid verkeerd georiënteerde investeringen.

    Gevolgen voor ondernemers

    De normale gang van zaken in de ondernemingswereld is dat bedrijven geld ontlenen teneinde hun productie uit te breiden. Die bijkomende productie doet de winst toenemen. Een deel van deze winst dient om de intrest terug te betalen. Het probleem is dat steeds minder en minder ondernemingen dergelijke opportuniteiten kunnen ontdekken. Indien ze hiertoe in staat zouden zijn, zouden ze agressief lenen tegen de zeer lage rentevoeten van vandaag. Hun leengedrag zou de intrest naar boven jagen.

    Het ontlenen wordt tegenwoordig vooral aangewend voor financiële doeleinden (‘financial engineering’) zoals het terugkopen van eigen aandelen en het overnemen van – of fusioneren met – andere bedrijven. Het ontlenen aan ondernemers voor productieve doeleinden kalft af. Wat dus ongunstig uitpakt voor de economische groei, voor jobs en de creatie van nieuwe producten.

    In een normale wereld doet het ontlenen de rentevoet lichtjes stijgen (de wet van vraag en aanbod : de vraag naar geld doet het aanbod enigszins inkrimpen – daardoor wordt het geld ‘kostbaarder’). Het openen van bijvoorbeeld een nieuwe pizzatent doet de winstmarge op pizzatenten dalen (want een extra concurrent op de pizzamarkt). Alles gaat goed zolang de rentevoet waaraan men ontleent 5% bedraagt en de opbrengst 9%. Stel echter dat de rentevoet 5% bedraagt en de opbrengst eveneens 5% : dan zal niemand nog in de pizzabusiness stappen. Iedere kandidaat-ondernemer zal een dergelijke winstoverweging maken bij het opstarten van een zakelijke activiteit.

    Iedereen weet dat in Amerika het entrepreneurship hoog in het vaandel wordt gedragen. De volgende grafische voorstelling toont aan dat, voor de eerste keer in de geschiedenis van het moderne Amerikaanse bedrijfsleven, er meer bedrijven wegvallen (donkergroene lijn) dan er worden opgestart (lichtgroene lijn):

    business-startups

    Sinds 2008 meer faillissementen dan nieuwe bedrijven (Bron: Gallup)

    Wat gebeurt er feitelijk vandaag ? De centrale banken duwen de rentevoeten naar beneden. Het ontlenen voor het openen van een pizzatent doet de rente niet stijgen. Maar het beleid van de nationale bankiers heeft wel als gevolg dat de winstmarge inkrimpt. Deze evolutie zorgt dus op den duur niet alleen voor een overaanbod in de pizzasector, maar bewerkstelligt overproductie en overcapaciteit in de globale economie. De huidige monetaire politiek heeft als effect dat de rente niet meer kan stijgen. Maar winsten kunnen – en zullen – wel degelijk beginnen wegzakken.

    En zo zijn er voor ondernemers nog andere consequenties. Wat doen ondernemingen die merken dat de druk op hun winsten toeneemt ? Ze zullen iedere kostenpost zoveel mogelijk trachten te beperken. Er zal bespaard worden op de vaste bedrijfskosten. Denk aan het invoeren van Just in Time-leveringen. Kijk naar de opmars van robotisering, automatisering en digitalisering. Dure arbeidskost zal zoveel mogelijk worden weggesneden.

    Gevolgen voor werknemers

    Beschouwen we even dit laatste punt. Ieder bedrijf dat wenst uit te breiden, wordt geconfronteerd met de volgende keuze : werkkrachten aanwerven of investeren in kapitaalgoederen (machines, robottechnologie, ICT enz). Het management zal de neiging hebben om te kiezen voor datgene wat het minste kost. Des te duurder een nieuwe machine of technologie kost, des te attractiever het wordt om mensen aan te werven en vice versa. Natuurlijk is de keuze niet altijd zo eenduidig, maar we stellen de situatie even zodanig scherp dat de lezer een goed beeld krijgt van hetgeen er speelt.

    Omwille van het feit dat de meeste bedrijven lenen om machines (werkinstrumenten) te kopen, vormt de maandelijkse aflossing de meest onmiddellijke kost van een machine. Als de intrestvoet daalt, gaat de maandelijkse aflossing ook mee naar beneden. Wat de ondernemer zal doen besluiten om te investeren in machines in plaats van in personeel. Of om zijn bedrijf te verplaatsen naar een lageloonland. Deze situatie is dus ongunstig voor de lokale werkgelegenheid en voor de werknemerslonen. De monetaire politiek van de centrale banken veroorzaakt dus ook een hoop pijn voor werknemers.




    Gevolgen voor overheden en hun financiers

    Een van de redenen waarom de rentestanden naar beneden worden gemanipuleerd en kunstmatig laag worden gehouden, is om overheden te helpen hun grote schuldenlast draaglijk te houden. Keerzijde van de medaille is dat regeringen daardoor de neiging hebben om strenge begrotings- en besparingsdiscipline te laten varen. Het onwaarschijnlijke feit dat we vandaag vaststellen, is dat verschillende regeringen overheidsobligaties uitgeven met negatieve rentevoeten... terwijl vele van deze overheden eigenlijk bankroet zijn. Negatieve rente of negatieve opbrengst betekent dat een investeerder die geld leent aan de overheid MINDER geld zal terugkrijgen dan zijn originele inleg (bijvoorbeeld 99% in plaats van 100%) als de obligatie afloopt. Met andere woorden : de overheid wordt betaald om geld uit te lenen en financiert zich momenteel, dankzij het beleid van de centrale banken, zeer goedkoop. Vandaag staat een bedrag van meer dan $12 biljoen van voornamelijk staatspapier (het wereldwijde bbp bedraagt zo'n 78.000 miljard dollar) met negatieve rentevoet genoteerd. De snelheid waarmee deze bubbel groeit is zonder meer zorgwekkend : in januari van dit jaar bedroeg de hoeveelheid negatief noterende staatsobligaties $5.500 miljard, in februari $7.000 en in mei $9.900 miljard (de snel groter wordende gele zone in onderstaande afbeelding).

    negative-yielding-debt

    Steeds meer obligaties met negatieve rente (Bron: Wall Street Journal)

    Gevolgen voor banken, verzekeraars en pensioenfondsen

    Waarom belegt voornamelijk het grote - slimme - geld (banken, verzekeraars en pensioenfondsen) in effecten die verlies opleveren ? Omdat die instellingen, die natuurlijk veel beter uitgerust en ingelicht zijn dan de particuliere belegger, groot onheil verwachten op de financiële markten. Teneinde hun kapitaal te beschermen vluchten ze, ondanks het negatieve rendement, naar de veilige havens van soliede staatsobligaties. Bovendien verplichten de nieuwe Bazel III-richtlijnen banken om veiliger te beleggen en ook om die reden is overheidspapier steeds aantrekkelijker geworden. Uitermate noodlottig is dat er zich een negatieve feedbackcyclus heeft ontwikkeld tussen overheden en hun financiële instituties. De politiek van de Europese Centrale Bank, met haar basisstrategieën van kwantitatieve verruiming (het opkopen van effecten door de centrale banken in ruil voor likwiditeiten ter stimulering van de economie) en negatieve rente, is er op gericht om tegelijk banken en (staats)obligatiemarkten recht te houden. Zo is er echter een gevaarlijke situatie van onderlinge afhankelijkheid gecreëerd. Banken beleggen zwaar in staatsschuld en maken zich daardoor afhankelijk van de goede gezondheid van overheden. Op dezelfde manier zijn regeringen afhankelijk van banken om hun schulden te blijven opkopen. In deze context is het bijzonder verontrustend dat Europese overheden met loodzware - zichtbare en onzichtbare - schulden kampen en dat Europese grootbanken technisch insolvabel zijn. Bij heel lage rentevoeten wordt het voor de banken steeds moeilijker om een behoorlijke rentemarge (het verschil tussen de ontvangen rente op kredieten en de betaalde rente op deposito's) te realiseren, winst te maken en kapitaalbuffers op te bouwen. De negatieve rente heeft de Duitse banken vorig jaar zo'n 250 miljoen euro (zie onder 'reacties') gekost. Tot nu toe zijn er nog mogelijkheden om voor banken om wat te verdienen op andere gebieden. Interessante vraag : is dat genoeg om de verliezen op negatieve rente goed te maken en hoe lang kan dat duren ? Vooral instellingen met uitsluitend een klassiek verdienmodel (spaargeld omzetten in leningen) zijn het slachtoffer van het lagerentebeleid, omdat die weinig of geen andere inkomsten kunnen genereren. Banken zullen finaal gedwongen zijn om het lenen moeilijker en kostbaarder te maken. Wat de leninguitgifte uiteindelijk zal doen dalen : net het tegenovergestelde van hetgeen de monetaire planners voor ogen hebben... Ook de pensioenfondsen en de verzekeraars die rendement moeten halen op overheidsobligaties en andere schuldpapieren zijn de dupe. Die worden nu gedwongen om te speculeren in riskante activa. Het risico is reëel dat verschillende van deze entiteiten op een gegeven moment niet meer aan hun verplichtingen zullen kunnen voldoen. Dertienduizend miljard obligaties met negatief rendement : een fenomeen dat zich nog nooit eerder heeft vertoond. En wat gerenommeerde experts slecht zien aflopen. Er is geen enkele bank, verzekeringsbedrijf of pensioenfonds die op den duur overeind kan blijven bij negatieve rente. Positieve intrest is namelijk de basis van hun verdienmodel. Negatief rendement en negatieve rentestanden leiden onvermijdelijk tot het faillissement van het gehele financiële systeem.

    De gevolgen voor spaarders

    In essentie is de nulrentepolitiek een oorlog tegen de spaarders. De Zwitserse verzekeraar Swiss Re deed onderzoek naar de situatie in de Verenigde Staten en concludeerde dat Amerikaanse spaarders tussen 2008 en 2013 ongeveer 470 miljard dollar rente zijn misgelopen. Een enorm verlies aan koopkracht. Wereldwijd is het misgelopen rendement op spaargeld nog veel groter, want ook in andere delen van de wereld hebben centrale banken de intrest kunstmatig verlaagd naar een absoluut bodemniveau. Het hoeft geen betoog dat de duizenden miljarden aan verdwenen rente-inkomsten een funest effect hebben op de reële economie. De economische basiswet om welvaart te scheppen is uiterst simpel : produceer meer dan u consumeert. In het financieel-economisch systeem bestaan hiertoe twee mogelijkheden : u levert arbeid, al dan niet in dienstverband, of u laat uw kapitaal werken om van de opbrengst te kunnen leven. De huidige monetaire politiek van dalende - en negatieve rentevoeten ondergraaft echter volkomen die economische grondwet. Gepensioneerden die, in mindere of meerdere mate, moeten leven van de steeds afnemende intrest op hun spaargeld, worden gedwongen om uiteindelijk de hoofdsom aan te tasten. Dit fenomeen wordt de euthanasie van de rentenier genoemd. Consumptie (van kapitaal) zonder productie is op lange termijn onhoudbaar. Een samenleving die haar voorheen geaccumuleerd kapitaal opsoupeert, kan uiteindelijk niet overleven. Het sparen wordt ontmoedigd, men krijgt niet of nauwelijks nog rente. Omdat bedrijven en consumenten de toekomst als onzeker ervaren, stijgt in vele landen de spaarquote. Wat precies de omgekeerde uitwerking is van hetgeen de monetaire opperhoofden trachten te bereiken. Als de negatieve rente zich doorzet, zal zelfs de meest conservatieve spaarder op een bepaald moment niet anders meer kunnen dan zijn geld van de bank halen.

    Ongeziene kapitaalafbraak

    We hebben te maken met een ernstig en onderschat probleem: de productiviteit van kapitaal, van spaargeld (dat kan dienen om productieve investeringen te realiseren waarbij werkgelegenheid wordt gecreëerd) wordt langzaam maar zeker afgebouwd, terwijl tegelijkertijd de consumptie ervan wordt beloond. Een sluipend maar zich niettemin doorzettend proces dat reeds voor 2008 werd ingezet. Volgens de Amerikaanse monetaire specialist Keith Weiner moeten we de waardevermindering van kapitaal op een meer accurate manier gaan meten. Omdat bedrijven steeds efficiënter werken en omdat de activaprijzen blijven stijgen, geeft de consumenteninflatie geen correct beeld weer van de geldontwaarding. Daarom hanteert Weiner het begrip 'koopkrachtrendement', waarbij het rendement op activa gedeeld wordt door de consumentenprijsindex. Het concept bestaat er in om de productiviteit van kapitaal na te gaan, zodanig dat men een goed beeld krijgt van hetgeen men werkelijk kan uitgeven. Veronderstel dat een kilo rijst 5 € kost. En dat u over een kapitaal beschikt van 50 € dat u jaarlijks 10% intrest oplevert. Als u uitsluitend van de renteopbrengst zou willen leven, kan u jaarlijks welgeteld een kilo rijst consumeren (10% van 50 € is 5 €, exact de prijs van een kilo rijst). Veronderstel nu dat de rentevoet op uw kapitaal van 10% terugvalt naar 1%. Dan bedraagt de renteopbrengst slechts een halve euro (namelijk 1% van 50 €). Bij een rentestand van 1% heeft u dus maar liefst 500 € kapitaal nodig om uzelf een kilo rijst te kunnen verschaffen (1% van 500 € is 5 €). Deze ineenstorting van de koopkracht wordt door de consumenteninflatiecijfers niet weergegeven, maar wel door het fenomeen 'koopkrachtrendement'. Weiner heeft het koopkrachtrendement in de Verenigde Staten berekend, met 1962 als startjaar. De volgende grafiek geeft het resultaat daarvan weer. Om de trend beter te kunnen onderscheiden, heeft Weiner de grafische weergave omgedraaid. Het is duidelijk zichtbaar dat de daling in koopkracht (stijgend in deze omgedraaide grafiek) aanvangt rond 1984, toen de rentedaling net was aangevangen. Het resultaat van constant neerwaarts georiënteerde rentestanden is dus niet sterk stijgende consumentenprijzen, maar krimpende rendementen.

    yield-purchasing-power

    Koopkracht daalt al drie decennia (Bron: Gold Standard Institute)

    We kunnen een trage maar ontwrichtende ontwikkeling vaststellen, waarbij zakkende rentevoeten, nulrentepolitiek en een beleid dat uiteindelijk negatieve rente voortbrengt, de traditie van eeuwenlange kapitaalaangroei heeft omgekeerd. Want normaal gesproken spendeert men zijn spaarkapitaal niet, alleen het inkomen ervan. Gedurende eeuwen hebben mensen in de westerse beschaving kapitaal opgebouwd. Daarbij werd meer gecreëerd dan geconsumeerd en werd telkens nieuwe rijkdom aan de volgende generatie overgedragen. Deze evolutie wordt nu omgedraaid.

    Bubbelcultuur

    Een andere doelstelling van de centrale banken loopt eveneens in het honderd. De redenering van de beleidsbepalers was en is : naarmate de rente daalt, stimuleert dit niet alleen de opname van krediet maar doet dit ook de activaprijzen (aandelen, obligaties, vastgoed) stijgen en ontstaat er zowel bij bedrijven als gezinnen een positief welvaartsgevoel. Wat op zijn beurt hun uitgavepatroon - en dus de economische groei - gunstig beïnvloedt. Spaarders en beleggers, die nog enig rendement willen behalen, hebben inderdaad geen andere keuze dan over te schakelen naar aandelen, obligaties en vastgoed. Met als gevolg dat men in deze activaklassen grote zeepbellen kan waarnemen. In de volgende afbeelding zien we hoe de nulrentepolitiek van de Amerikaanse centrale bank (rode lijn) de prijzen van commercieel vastgoed in de Verenigde Staten (blauwe lijn) in de hoogte heeft gejaagd.

    real-estate-chheap-money

    Lage rente doet huizenprijzen stijgen (Bron: Casey Research)

    Het aangehaalde probleem van dalende kaptiaalproductiviteit wordt niet begrepen omdat dit fenomeen gemaskeerd wordt door stijgende activaprijzen. Speculatie is de beste manier geworden om winst te behalen. Nulrente maakt het aantrekkelijk om op activaprijzen te speculeren en is niets anders dan een transfer van spaarders naar speculanten. Stijgende activaprijzen zijn echter schijnwelvaart. De financiële geschiedenis bewijst ten overvloede dat stijgende markten en stijgende prijzen niet blijven duren. In die zin was het debacle van 2008 een ernstige waarschuwing, die tot op vandaag nog altijd niet goed wordt begrepen. Echte winst ontstaat namelijk alleen uit goed georiënteerde investeringen en productie, niet uit consumptie. De jarenlange evolutie van dalende rentevoeten hebben een gewoonte doen onstaan van steeds meer lenen en steeds meer schuld aangaan. Mensen ontlenen niet om hun consumptie te vergroten, maar om meer activa te bezitten. Het onvermijdelijke toekomstige uiteenklappen van voornoemde zeepbellen zal een enorm waardeverlies met zich brengen. We dienen ons voor te bereiden op structurele deflatie. Hetgeen in Japan tussen 1990 en nu gebeurd is - aandelen- en vastgoedcrash, belangrijke begrotingstekorten, enorme schuldentoename en geen of lage economische groei - kan als voorbeeld dienen.

    Ongelijkheid neemt toe

    Onderzoeker en auteur Chris Martenson van Peakprosperity.com heeft berekend dat Amerikaanse spaarders, beleggers en investeerders tussen 2008 en 2014 minstens 750 miljard dollar aan inkomsten gederfd hebben. Spaarders verliezen koopkracht, terwijl diegenen die schulden aangaan van een gedeeltelijke schuldenkwijtschelding kunnen genieten. Want onder een regime van negatieve rente betalen schuldenaren hun lening terug met minder geld (uitgedrukt in koopkracht) dan ze oorspronkelijk ontleenden. Wie profiteert hiervan het meest ? Zeker huizenkopers, maar nog meer de grote schuldenaren zoals overheden. Samen met multinationals en grootbanken kunnen zij zich momenteel zeer goedkoop financieren. Het losse geldbeleid van de globale banken stuwt eveneens de prijzen van activa hoger. Echter, om hiervan te kunnen profiteren moet men natuurlijk in die activa kunnen investeren. Wat gewoonlijk meer het geval zal zijn voor ouderen, terwijl het meestal de jongeren zijn die aankijken tegen bijvoorbeeld hoge huizenprijzen. De nationale bankiers verbreden op die wijze niet alleen de kloof tussen rijken en niet-rijken, ze brengen ook een vermogenstransfer op gang over de generaties heen. Het is net die toenemende vermogensongelijkheid die in grote delen van de wereld een duurzaam economisch herstel vermindert.

    Conclusies

    Rente, de prijs van het geld, is de basis van elke economische berekening en kan niet anders dan positief zijn. Het langdurig naar beneden manipuleren - en dus vervalsen - van de basismaatstaf van het financieel-economisch systeem is zeer ernstig en leidt tot een reeks welvaart vernietigende scheeftrekkingen. Deze politiek houdt zombiebedrijven overeind, verleidt gezonde ondernemingen tot financial engineering, leidt tot buitensporige arbeidsuitstoot en creëert overcapaciteit in de globale economie. Het sparen wordt ontmoedigd, het aangaan van schulden wordt vergemakkelijkt. De eeuwenlange opbouw van kapitaal wordt niet alleen teruggedraaid, er is tevens een enorme speculatie- en bubbelcultuur ontstaan. Geen enkele centrale bank, verzekeraar of pensioenfonds kan overleven bij negatieve intrest. Dit centralebankenbeleid, dat bovendien rijken rijker maakt en niet-rijken armer, is een experiment dat alleen mogelijk is in een gemanipuleerd systeem. Negatieve rentestanden ondergraven definitief het wereldwijde financieel-economische stelsel. Niet of maar wanneer komt de finale crash ? Hoe lang nog vooraleer de centrale banken de controle definitief kwijtraken?

    Door: Dirk Bauwens

    Dit artikel verscheen eerder op systeemcrisis.blogspot.nl

  • Nieuw: Palladium kopen zonder btw

    Palladium kopen is door de hoge btw van 21% niet aantrekkelijk voor particulieren. Daar brengt Goudstandaard verandering in door palladium in combinatie met opslag in Zwitserland aan te bieden. Edelmetalen die u in Zwitserland bewaart zijn vrijgesteld van btw, wat betekent dat u ook dit edelmetaal tegen een relatief lage premie kunt aankopen.

    product_large_1ozvalcambipalladiumbarsPalladium kopen

    Palladium is een edelmetaal dat vooral gebruikt wordt voor industriële toepassingen. Het wordt voornamelijk gebruikt voor katalysatoren in auto’s, maar in mindere mate ook voor elektronische apparaten, sieraden en bepaalde chemische toepassingen. Het is primair een industrieel metaal, maar steeds meer beleggers zien in het edelmetaal een interessant alternatief voor goud en zilver. Sinds de Brexit is de prijs van dit edelmetaal zelfs harder gestegen dan die van goud en zilver.

    Wilt u meer informatie over beleggen in palladium? Neem dan contact met ons op via [email protected] of bel ons op 088-4688488.

  • Nieuw: Gouden Queen’s Beast munt

    Het Britse munthuis lanceert met de Queen’s Beast een nieuwe gouden beleggingsmunt van 1 troy ounce. Op deze munt staat een leeuw afgebeeld die het wapen van het Britse koningshuis bewaakt, terwijl we op de achterkant van deze gouden munt het portret van Queen Elizabeth II zien. Deze gouden munt heeft een zuiverheid van 99,9% goud en een gewicht van 1 troy ounce (31,1 gram).

    queensbeast-1Bijzonder aan de gouden Queen’s Beast is de relatief hoge nominale waarde van £100, dat is veel meer dan de nominale waarde van veel andere gouden beleggingsmunten. Toch zal de munt nooit voor dat doel gebruikt worden, omdat de waarde van een troy ounce goud veel hoger is. De munten worden per stuk apart verpakt in een plastic capsule en blijven daardoor in optimale conditie.

    Hollandgold heeft deze prachtige munten uit van de Britse Royal Mint sinds kort in haar assortiment opgenomen. Een mooie toevoeging aan uw verzameling gouden munten. Wist u dat de Royal Mint ook een zilveren Queen’s Beast munt van 2 troy ounce heeft uitgebracht? Deze zilveren munt is ook te bestellen bij Hollandgold.

    hollandgold-logo

    Klik hier voor meer informatie over de gouden Queen’s Beast

  • Spaarpolis hypotheek niet gedekt bij faillissement verzekeraar

    Voor mij liggen de algemene voorwaarden van een SpaarHypotheekVerzekering van een verzekeraar. Bij punt 1.18 lees ik letterlijk ‘Het saldo op de hypotheekrenterekening is eigendom van de verzekeraar’. Als dit mijn spaarpolis is, neem ik vandaag nog actie. Helaas realiseren weinig mensen zich dat het opgebouwde kapitaal op de spaarpolis om de hypotheeklening af te lossen, niet is gedekt bij faillissement van de verzekeraar.

    Spaarhypotheken

    Vanaf medio jaren tachtig tot eind 2012 zijn er in totaal ruim 1,8 miljoen spaarhypotheken afgesloten. Deze hypotheekvorm is oorspronkelijke een ‘uitvinding’ van de verzekeraars. Pas in 2008 mochten ook banken deze hypotheekvorm sluiten. Het duurde echter nog jaren voordat men ook bij de bank aanklopte voor een bankspaarhypotheek. Bij sparen via de bank werd er geen spaarpolis gesloten, maar een spaarrekening geopend.

    De spaarhypotheek was t/m 2012 de meest populaire hypotheekvorm. Vooral de combinatie van sparen met een vaste rente gaf de huizenbezitter een veilig gevoel. Toch werd deze hypotheek vooral afgesloten vanwege de fiscale voordelen. De opgebouwde waarde van de spaarpolis is gedurende de looptijd onbelast en de hypotheekrente is over de hele looptijd van de lening maximaal aftrekbaar. Het leek allemaal zo prachtig…




    hypotheekNadelen spaarhypotheek

    De laatste tijd wordt het steeds duidelijker dat er veel nadelen en risico’s aan de spaarhypotheek kleven. Nadelen die bij de verkoop niet altijd duidelijk genoeg zijn gecommuniceerd. Denk bijvoorbeeld aan de extra kosten die je betaalt voor de spaarpolis en het feit dat de ultra lage hypotheekrente bij iedere hypotheekvorm enorme voordelen oplevert, behalve bij de spaarhypotheek. Maar het grootste risico zit toch wel in het feit dat de spaarwaarde niet gedekt is bij een faillissement van een verzekeraar. Dat is een serieus risico geworden, omdat veel levensverzekeraars het door de lage rente financieel zwaar hebben, maar ook omdat er bijna geen nieuwe producten meer verkocht worden. Het verdienmodel van deze sector staat momenteel enorm onder druk. Samengevat, een spaarpolis bij een verzekeraar geeft dus geen enkele garantie. Spaartegoeden voor de aflossing van de hypotheek bij een bank zijn doorgaans wel gedekt door het depositogarantiestelsel. De DNB schrijft op haar website dat het gespaarde bedrag van de spaarhypotheek in dat geval verrekend wordt met de hypotheekschuld. Heeft u dus een spaarpolis bij een verzekeraar? Dan is mijn advies om snel contact op te nemen met een financieel adviseur. Ab Flipse abflipse Over Ab Flipse: Ab is in 1955 geboren in Middelburg. Tot 1987 is hij werkzaam geweest bij defensie en van 1987 tot 1993 bij een grote bank-verzekeraar. Vanaf 1993 heeft hij directiefuncties bekleed bij diverse intermediairbedrijven en was hij directeur van SmartOffice. Dit bedrijf begeleidde intermediairs naar het nieuwe werken. Hij is voorzitter van de Vereniging Woekerpolis.nl. Ab staat bekend om zijn visie op- en vroegtijdige signalering van trends en ontwikkelingen in de financiële branche, zijn grote rechtvaardigheidsgevoel en doorzettingsvermogen, en is een groot voorstander van het vergroten van de zelfredzaamheid van de consument, met name op financieel gebied. www.abflipse.nl

  • Meer jongeren beginnen met beleggen

    Beleggen wint snel aan populariteit onder jongeren. Zij investeren in verschillende opzichten anders dan de oudere generatie. De drempel van de beurs lijkt voor jongeren omlaag te gaan. Een rondgang van Z-Today langs enkele banken en brokers wees begin juni uit, dat het aantal beleggende twintigers en dertigers snel toeneemt. Bij ABN AMRO was vorig jaar 16% van de beleggers jonger dan 34 jaar. In 2014 was dat nog maar 10%. En bij broker DeGiro is het aandeel klanten onder de dertig gegroeid van 20% in 2013 tot 34%.

    Jongeren en fondsbeleggen

    Behalve aandelen zijn ook beleggingsfondsen in toenemende mate in trek bij jongeren. Van de bestaande Robeco-klanten is 11% tussen de 18 en de 29 jaar, maar bij de nieuwe klanten ligt dat percentage ongeveer twee keer zo hoog. Inmiddels is ruim 20% van de klanten van Robeco jonger dan 30, terwijl dat twee jaar geleden nog geen 18% was.

    Beleggen onder de 18 vindt nog maar mondjesmaat plaats. Jonge ouders die zelf beleggen en de termijn van 18 jaar lang genoeg vinden om hun studiepotje voor zoon of dochter te gaan beleggen, nemen wel toe in aantal.

    Sparen is minder vanzelfsprekend

    De groeiende populariteit van beleggen onder de jongere generatie heeft verschillende oorzaken. Het sparen is twintigers en dertigers minder met de paplepel ingegeven dan veel ouderen. Uit cijfers van het CBS blijkt dat er bijna altijd een reserve wordt aangehouden op een spaarrekening. Maar de huidige, lage rentestand vormt vaker aanleiding om op zoek te gaan naar alternatieven voor een deel van het vermogen. Met name voor jongeren die wat meer risico durven te nemen, is de aandelenmarkt dan een aantrekkelijk alternatief. Ook kan de aandelenmarkt een alternatief zijn voor jongeren die geld voor een langere tijd kunnen missen en al een buffer spaargeld hebben.

    Terugtredende overheid

    Ten slotte zou ook meespelen dat er in de media steeds meer aandacht komt voor de gevolgen van de terugtredende rol van de overheid. Hierdoor is het voor Nederlanders zaak om zelf meer geld opzij te zetten voor later, bijvoorbeeld als aanvulling op het pensioen of voor het opvangen van toekomstige zorgkosten. Uit onderzoek blijkt echter dat jongeren voornamelijk beleggen voor doelen die minder ver in de toekomst liggen, zoals de afbetaling van de hypotheek of als aanvulling op de inkomsten.

    Anders beleggen

    Er zijn enkele verschillen tussen de wijze waarop jongeren en ouderen beleggen. Uit onderzoek dat Binck vorig jaar liet uitvoeren, blijkt dat de portefeuille van ouderen vaak wat beter is gespreid. Daarnaast hebben jongeren een voorkeur voor technologieaandelen. In lijst van aandelen waarin het meest belegd wordt door klanten jonger dan 30 jaar, staan vooral bekende internetbedrijven, zoals Google, Facebook, Twitter en Yahoo. De oudere generatie is vaak veel minder bekend met internet en social media, zodat deze ondernemingen niet voorkomen in de 50 meest populaire aandelen van deze groep.

    Robeco

    Belangrijke informatie: Robeco Institutional Asset Management B.V. heeft een vergunning als beheerder van ICBE’s en ABI’s van de Autoriteit Financiële Markten te Amsterdam.

  • Portugal de economische winnaar van Euro 2016

    Het Europees kampioenschap voetbal kreeg met Portugal een verrassende winnaar. Zo’ n EK geeft de economie van het organiserende land vaak een impuls. Ook de deelnemende landen krijgen een minieme economische duw in de rug.

    Een groot voetbaltoernooi zoals Euro 2016 brengt een grote groep fans in beweging, maar ook de economie, zo zegt Robeco. Dat geldt in de eerste plaats voor het organiserende land. In de aanloop naar het toernooi moeten stadions gebouwd, opgeknapt of uitgebreid worden. Daarnaast investeren de speelsteden in goede parkeervoorzieningen, openbaar vervoer en vaak ook in de bouw van speciale plaatsen waar de fans zich kunnen vermaken. In de tien Franse steden waar de wedstrijden dit jaar worden afgewerkt leverde dat maar liefst 20.000 banen op.

    Inkomsten rond wedstrijden

    De tweede financiële impuls komt tijdens het toernooi. De wedstrijden trekken tienduizenden fans, die voor en tijdens de wedstrijd geld uitgeven aan eten, drinken en merchandise. Dat positieve effect wordt voor een deel teniet gedaan doordat gewone toeristen de speelsteden met het oog op de drukte mijden. Maar de werkgelegenheid krijgt weer een duw in de rug omdat er veel stewards en beveiligers nodig zijn om het wedstrijden in goede, veilige banen te leiden. De Franse minister van Sport Patrick Kanner heeft laten berekenen dat de Franse economie een impuls krijgt van € 1,2 miljard dankzij Euro 2016.




    Portugal-FlagVerrassende winnaar

    Het mooiste is natuurlijk als het organiserende land ook wint, maar het zojuist afgeronde Euro 2016 leverde een verrassende winnaar op: Portugal. Toen wij in mei in onze nieuwsbrief vroegen wie Euro 2016 zou gaan winnen en drie opties voorlegden, koos 69% voor Duitsland, 18% voor Frankrijk en 14% voor Spanje. Met Portugal hadden we geen rekening gehouden… Behalve de organisator plukken ook de deelnemende landen economisch enige vruchten van het toernooi. De Britse krant The Guardian heeft bijvoorbeeld becijferd dat de economie in het Verenigd Koninkrijk tussen het tweede en derde kwartaal gemiddeld met 0,26% tot 0,41% sneller groeit in jaren waarin Engeland deelneemt aan een groot voetbaltoernooi. Met name supermarkten en fastfood-ketens profiteren.

    Nederland staat buitenspel

    De Nederlandse economie loopt dan ook een kleine stimulans mis omdat de nationale ploeg zich niet heeft geplaatst voor Euro 2016. Dat is volgens onderzoeksbureau GfK bijvoorbeeld terug te zien in een daling van de supermarktinkomsten met 2,4% in juni. Twee jaar geleden zorgde het WK in Brazilië nog voor extra omzet van € 54 mln, onder meer dankzij allerlei spaaracties rondom het Nederlands elftal. TV-verkopers vormen een andere branche waarvoor het mislopen van Euro 2016 een tegenvaller is. Tussen 2004 en 2012 groeiden de tv-verkopen in zomers met grote voetbaltoernooien gemiddeld met 15% volgens cijfers van het CBS. Over twee jaar komt er mogelijk een herkansing tijdens het WK 2018 in Rusland. Het Nederlands elftal speelt op 6 september de eerste kwalificatiewedstrijd voor dat toernooi tegen Zweden.

    Robeco

    Belangrijke informatie: Robeco Institutional Asset Management B.V. heeft een vergunning als beheerder van ICBE’s en ABI’s van de Autoriteit Financiële Markten te Amsterdam.

  • Update: Een plan voor Italië?

    Om te zeggen dat de Italiaanse banken er slecht voorstaan, zou een goede kandidaat zijn voor de understatement van het jaar. De banken van het land waar bankieren uitgevonden is, staan er namelijk heel, heel erg slecht voor. Op hun balansen staan leningen ter waarde van 360 miljard euro die in feite waardeloos zijn: de kans dat die ooit afgelost zullen worden is nog kleiner dan de kans dat Oranje het EK in Frankrijk zou winnen. En Oranje deed niet eens mee!

    Die oninbare leningen – overigens goed voor een derde van álle oninbare leningen van Lahti (Finland) tot Lisbon, één vijfde van het Italiaanse bbp en ongeveer even veel als de Oostenrijkse economie – in combinatie met de fors lagere aandelenkoersen door de Brexit-paniek, zorgen ervoor dat de kans groot is dat de Italiaanse banken eind deze maand zullen zakken voor de ECB-stresstest: te veel waardeloze leningen en te weinig eigen vermogen, dan krijg je als bank geen voldoende.

    monte-dei-paschi

    Italië in de problemen

    De regering in Rome is meteen in actie gekomen. Die wil de banken overeind houden, ook als dat tegen de Europese regels ingaat (dag de met veel bombarie aangekondigde Europese bankenunie). Inmiddels schijnt Rome een plan klaar te hebben voor het geval de Italiaanse banken dreigen om te vallen. Toen ik dat las, dacht ik: mooi, en nu graag een plan voor het land zelf!

    Waar we namelijk mee te maken hebben is een absurde situatie waarin een land – dat door en door failliet is – zich garant stelt voor de net zo failliete bankensector. Ja, Italië is failliet, want het heeft een staatsschuld van meer dan 130 procent van zijn bbp en de motor om die schuld af te betalen, economische groei, draaide in de gouden jaren van vóór de crisis heel slecht, laat staan nu. Sinds medio jaren tachtig is de economische groei in Italië nooit boven twee procent per jaar uitgekomen en lag die vaker dichter bij één dan bij twee procent.

    Komt Italië niet met een plan zichzelf te redden, dan zal de rekening, vrees ik, voor de andere eurolanden zijn in de vorm van langdurig lage ECB-rente (dag spaargeld en dag pensioenen). Maar misschien ben ik te negatief, want het land heeft met 2.451 ton de derde grootste goudreserve ter wereld. Zie daar een plan voor Italië…