Auteur: Redactie

  • India verhoogt importheffing op goud naar 6%

    De verhoging van de importheffing stond drie weken geleden al op de agenda van de Indiase minister van Financiën. Toen werd het voorstel gedaan om de importheffing op zuiver goud te verhogen van 4 naar 6 procent, nadat deze belasting in maart 2012 al was verdubbeld van 2 naar 4 procent. Reuters schrijft dat India jaarlijks ongeveer 800 ton goud invoert, waarvan 100 ton aan dore goudbaren. Dit zijn onzuivere goudstaven met een standaardgewicht van 25 kilogram, die zowel goud als zilver bevatten. Deze baren worden bij smelterijen verder gezuiverd tot tenminste 99,9% fijn goud.

    De populariteit van ongezuiverde dore goudbaren nam in India sterk toe nadat de Indiase overheid vorig jaar de belasting op zuiver goud verhoogde van 2 naar 4 procent. Dore goudbaren bleven belast met het lagere tarief van 2%, waardoor ze belastingtechnisch aantrekkelijker waren om te importeren dan zuiver goud. Dit verschil wordt nu verkleind, want ook de importheffing op dore goudstaven gaat nu omhoog. In plaats van 2% rekent de Indiase belastingdienst nu 5% importheffing op het onzuivere goud. Dat is overigens nog steeds een procentpunt minder dan de heffing op 99,9% goudbaren.

    Arbitrage

    “De Indiase overheid heeft met deze belastingverhoging op zowel zuiver goud als dore goudbaren een einde gemaakt aan de arbitrage die importeurs toepasten”, zo verklaart Shekhar Bhandari van de Kotak Mahindra Bank tegenover Reuters. “Anders zou de bevolking geen goud meer binnenhalen via reguliere kanelen, maar zou het alleen nog dore goudbaren invoeren”, zo voegt hij eraan toe. De ongezuiverde dore goudstaven worden in India geimporteerd door PAMP, Rajesh Exports en door het staatsgeleide MMTC.

    Het verschil in belastingtarief tussen dore goudstaven en gezuiverde 99,9% goudbaren zal nog steeds goudsmelterijen aantrekken, dat onderschrijft ook Harmesh Arora van de Bombay Bullion Association: “Het belastingverschil van één procent zal goudsmelterijen aantrekken. De import van dore goudbaren neemt nog dagelijks toe.” Volgens Arora zijn goudsmelterijen in India actief op zoek naar leveranciers van de belastingtechnisch aantrekkelijke dore goudbaren. Die leveranciers zoeken ze vooral bij kleine goudmijnen in Ghana, Kenya en andere Afrikaanse landen. Voor goudmijnen zijn dore goudbaren van 25 kilogram het standaard eindproduct.

    Vraag van 900 á 1.000 ton goud per jaar

    “Als er jaarlijks 700 ton goud wordt ingevoerd op de Indiase markt, dan kan die import volledig worden omgezet in dore goudbaren”, aldus Arora. De totale goudvraag van India is 900 tot 1.000 ton goud per jaar en het verschil met de import komt daarbij vrijwel volledig voor rekening van de recycling van sloopgoud.

    De toenemende import van goud baart de Indiase overheid zorgen, omdat het zorgt voor een groot tekort op de betalingsbalans. In het jaar dat eindigt op 31 maart 2013 wil de Indiase overheid de invoer van goud teruggebracht hebben tot $38 miljard, tegenover $58 miljard het jaar ervoor.

    India importeert meer ongezuiverde dore goudbaren vanwege lagere importheffing (afbeelding van Deidre Pike, 2003)

  • CBS: Recordaantal faillissementen in 2012

    Het CBS publiceerde vandaag de cijfers over heel 2012, die bevestigen dat het economisch nog steeds bergafwaarts gaat in Nederland. Zelfs als we corrigeren voor de groeiende populatie kunnen we niet anders concluderen dat dit de ergste financiële crisis in Nederland is van de afgelopen decennia. Er gingen in 2012 in totaal 7.373 bedrijven (excl. eenmanszaken) over de kop, 19% meer dan een jaar eerder. Daaaast werden er 1.242 faillissementen uitgesproken bij eenmanszaken, een stijging van 29% ten opzichte van 2011. Het aantal natuurlijke personen dat vorig jaar failliet ging kwam uit op 2.619, een toename van 10% ten opzichte van het jaar ervoor.

    Het CBS meldt dat vooral de handel en de bouw hard zijn getroffen in 2012:

    “Bij de bedrijven (excl. eenmanszaken) werden de meeste faillissementen uitgesproken in de handel: 1.532. Ook de bouw is hard getroffen. Daar gingen 1.213 bedrijven failliet, ruim 35 procent meer dan in 2011. In nagenoeg alle bedrijfstakken lag het aantal failliete bedrijven in 2012 hoger dan 2011. In de horeca nam het aantal faillissementen licht af na een eerdere, forse stijging in 2011.”

    In de bouw gingen er in 2012 maar liefst 35% meer bedrijven over de kop dan in 2011. Waren dat er in 2010 en 2011 nog respectievelijk 862 en 895, het afgelopen jaar liep dat aantal op naar 1.213 faillissementen. Onderstaande grafiek en tabel zijn rechtstreeks overgenomen van de publicatie van het CBS.

    64.300 arbeidsplaatsen

    Volgens financieel onderzoeksbureau Graydon zijn er door de faillissementen in het afgelopen half jaar ongeveer 64.300 arbeidsplaatsen verloren gegaan, zo lezen we op RTL-Z. Robert Blom, onderzoeker bij Graydon, verwacht dat het aantal faillissementen nog verder zal oplopen. Over heel 2013 houdt hij nu al rekening met circa 12 duizend faillissementen. Daar zullen naar schatting ongeveer 72 duizend arbeidsplaatsen bij verloren gaan. Door de crisis is er volgens hem weinig animo om een eigen bedrijf te beginnen. “De markten zijn overvol*, de concurrentie is hevig en de winstmarges worden vanwege de crisis magerder”. Wie nu een baan heeft zal deze proberen te behouden, zo stelt Blom.

    Somberen

    Economen als Willem Vermeend en Rick van der Ploeg kunnen ondanks dit slechte nieuws niet bevatten waarom men in Nederland zo somber is. Ook Wim Boonstra van de Rabobank doet een poging om de moed erin te houden (of valse hoop te bieden)…

    *Voetnoot: men kan ook zeggen dat de klanten in toenemende mate weg blijven.

    Aantal faillissementen per jaar vanaf 1951 t/m 2012 (Bron: CBS)

    Aantal faillissementen per bedrijfstak vanaf 2009 (Bron: CBS)

  • Grafieken: Russische goudvoorraad vanaf 1996

    De eerste grafiek laat de ontwikkeling van de Russische goudreserve zien van 1996 tot en met 2012. De gele lijn weerspiegelt de waarde van de goudvoorraad, terwijl de rode lijn het volume weergeeft. Sinds 1996 hanteert de Russische centrale bank het mark-to-market model, waarin het de waarde van haar eigen goudreserve maandelijks opnieuw waardeert naar de actuele goudprijs in dollars. Voor 1996 hanteerde de Russiche centrale bank een vaste prijs van $300 per troy ounce om de goudreserve te waarderen.

    Goudvolume versus goudwaarde

    Wat we zien is dat de Russische centrale bank van 1997 tot en met 2005 een deel van haar goudvoorraad verkocht heeft. Aan het eind van 2005 werd de strategie gewijzigd en begonnen de Russen weer goud aan hun reserves toe te voegen. Door jarenlang stelselmatig goud te kopen wist de Russische centrale bank haar goudvoorraad weer aan te vullen van het dieptepunt van ongeveer 227 ton in december 2005 tot 958 ton in december 2012. Dat is een verviervoudiging in een periode van zeven jaar. Door de ontwikkeling van de goudprijs van de afgelopen zeven jaar steeg de waarde van de Russische goudreserve procentueel nog veel sneller.

    In 2005 begon de Russische centrale bank actief goud te kopen

    Goudvoorraad als percentage van totale bezittingen

    De tweede grafiek laat zien dat de Russische centrale bank dicht bij haar doelstelling is om 10% van haar totale reserves in fysiek goud aan te houden. Opvallend is dat de goudvoorraad als percentage van de totale reserves vóór de eeuwwisseling veel groter was. De daling die onderstaande grafiek vanaf eind 1999 laat zien is vrijwel volledig toe te schrijven aan de explosieve groei van buitenlandse valutareserves, want er werd naar verhouding niet zo veel goud verkocht in die periode.

    Bijna 10% van reserves Russische centrale bank bestaat uit goud

  • DNB: Kortingen pensioenen vallen lager uit

    De zeventig pensioenfondsen die alsnog moeten korten op de uitkering zullen deze begin april daadwerkelijk doorvoeren. De kortingen hebben betrekking op zowel de uitkeringen als de opgebouwde pensioenrechten en zullen naar verwachting 2 miljoen actieve deelnemers, 1,1 miljoen gepensioneerden en nog eens 2,5 miljoen 'slapers' raken. Laatstgenoemde categorie bestaat uit pensioendeelnemers en gepensioneerden die van werkgever gewisseld zijn en die niet aan waardeoverdracht hebben gedaan. Om die reden kunnen deze meerdere keren meegeteld worden.

    De gewogen gemiddelde korting op basis van deze schatting bedraagt 1,9%. In februari vorig jaar, toen het eaar uitzag dat 103 fondsen moesten korten, was de gewogen gemiddelde korting 2,3%. De DNB schrijft het volgende in het persbericht:

    “Deze positieve ontwikkeling komt door een stijging van de dekkingsgraad per jaarultimo in vergelijking tot 2011. De gemiddelde dekkingsgraad per jaarultimo is uitgekomen rond de 102%, een stijging in vergelijking met de 98,2% van ultimo december 2011. Behalve aan gunstige ontwikkelingen op aandelenmarkten, is dit herstel voor ruim 3 procentpunt toe te schrijven aan een nieuwe berekeningsmethode van de verplichtingen op de lange termijn, de introductie van de zogenoemde UFR (noot 3) die in de zogenoemde septemberbrief van 24 september 2012 werd aangekondigd 2012 (zie persbericht dd. 24 september 2012).

    De gemiddelde korting van 1,9% die nu uit de voorlopige cijfers naar voren komt, betekent overigens niet dat gepensioneerden hun inkomen met hetzelfde percentage zien dalen. Dat komt doordat gepensioneerden pensioen ontvangen in aanvulling op de AOW. 

    De pensioenfondsen die in april moeten korten, moeten hun deelnemers en gepensioneerden uiterlijk 1 maart 2013 daarover hebben geïnformeerd. Bij de voorlopige cijfers over de te verwachten kortingen is rekening gehouden met de fondsen die vorig jaar hebben aangegeven gebruik te maken van de mogelijkheid om de korting per 1 april 2013  te maximeren op 7%. De nog resterende door te voeren kortingen van deze fondsen worden  doorgeschoven naar volgend jaar. “

    De kortingen zijn noodzakelijk om de buffers van de pensioenfondsen te herstellen, aldus de DNB. Door de nieuwe berekeningsmethode hoeven echter minder fondsen te korten, waardoor de buffers van de fondsen minder hersteld worden. De meeste pensioenfondsen hebben ene herstelplan geformuleerd om in een periode van vijf jaar terug te keren naar een dekkingsgraad van 105%, het wettelijke minimum. Dat is overigens nog steeds te weinig, als je ook voor inflatie wilt blijven corrigeren. De herstelperiode was voorheen slechts drie jaar, maar door de est van de huidige crisis krijgen pensioenfondsen twee jaar extra de tijd om de klap te boven te komen.

    Het gevaar van de nieuwe rekenmethode is dat het slechts een optische verbetering geeft aan de pensioenpotten. Mochten de beleggingsresultaten tegenvallen en de lange rente extreem laag blijven, dan zal blijken dat pensioenfondsen zich vandaag de dag 'rijk hebben gerekend'.

    Door nieuwe berekeningsmethode hoeven minder pensioenfondsen te korten

  • Bank of Japan begint in 2014 met nieuw QE-programma

    Met deze aankondiging heeft de Japanse centrale bank groen licht gegeven voor het gebruik van zwaarder geschut in de wereldwijde valutaoorlog. Eerder kondigde de nieuwe premier Shinzo Abe al een nieuw stimuleringsprogramma van 10 biljoen yen aan om de economische groei aan te jagen. Dat terwijl de staatsschuld van Japan richting de duizend biljoen yen gaat en de regering al sinds 1994 jaarlijks meer geld uitgeeft dan er binnenkomt. Vooral de laatste drie jaar ging het hard, want toen steeg het tekort op de begroting naar 9 á 10 procent van het BBP.

    Opvallend is de samenstelling van het stimuleringsprogramma van de Bank of Japan. Van de ¥12 biljoen (~ €100 miljard) aan staatsschuld die ze vanaf begin volgend jaar maandelijks wil opkopen zal steeds ¥10 biljoen gebruikt worden voor het opkopen van T-Bills, staatsleningen met een zeer korte looptijd van minstens 1 jaar. De resterende ¥2 biljoen per maand zal gebruikt worden om obligaties met een langere looptijd 'op te dweilen'. Door dit aankoopprogramma nu alvast aan te kondigen weet de Japanse centrale bank de perceptie van de bevolking te beinvloeden. Zo kan men met de kennis van nu anticiperen op een verdere waardedaling van de valuta. Daardoor kan ook de prijsinflatie sneller richting het niveau van 2% waar de Bank of Japan naar streeft.

    Japanse overheid heeft sinds 1994 geen overschot meer gezien op de begroting (Bron: Tradingeconomics)

    Valutaoorlog

    Op de valutamarkt werd de aankondiging van deze grootschalige monetaire verruiming direct ingeprijsd. De yen zakte weg naar de laagste koers ten opzichte van de euro sinds 4 mei 2011. Op het moment van schrijven levert elke euro ¥117,81 op. In de afgelopen zomer kreeg men op een gegeven moment nog maar ¥94,5 voor elke euro. In de afgelopen zes maanden is de euro al met 26,6% in waarde gestegen ten opzichte van de yen.

    Ten opzichte van de Amerikaanse dollar is de Japanse yen nog verder verzwakt. Op het moment van schrijven rekent de valutamarkt ¥88,56 voor elke dollar. Dat is het laagste punt sinds 29 juni 2010, meer dan dertig maanden geleden. De afgelopen zes maanden steeg de dollar met 15,13% in waarde ten opzichte van de yen, waardoor we kunnen concluderen dat de euro momenteel de sterkste van deze drie is.

    De Japanse minister van Economische Zaken, Akira Amari, zal het beleid van de Japanse regering toelichten op het World Economic Forum in Davos. Hij verklaarde alvast dat Japan “geen intenties heeft om de waarde van de yen te beinvloeden”, een opmerkelijk statement gezien het beleid van premier Shinzo Abe. Dat is er overduidelijk op gericht de waarde van de munt te verzwakken, om zodoende de exportpositie te verbeteren en de Japanse schuldenlast te verlichten.

    Japanse yen op zwakste punt tegenover de euro sinds begin mei 2011 (Bron: Yahoo Finance)

    Euro steeg met 26,6% in waarde ten opzichte van de Japanse yen (Bron: Yahoo Finance)

    Japanse yen op laagste punt tegenover de dollar sinds eind juni 2010 (Bron: Yahoo Finance)

    Dollar steeg in de afgelopen zes maanden met 15,13% in waarde tegenover Japanse yen (Bron: Yahoo Finance)

    Tot 2014 geen maatregelen

    Bij Zero Hedge hebben ze de publicatie van de Bank of Japan al doorgenomen en konden ze geen veranderingen in het beleid vinden tot aan begin 2014. Premier Shinzo Abe doet een poging het argwanende publiek gerust te stellen. Hij zei dat de begroting van het volgende fiscale jaar strakker gehouden zal worden (een kleiner tekort) en dat de belastinginkomsten in het volgende fiscale jaar groter moeten zijn in omvang dan de nieuwe schulduitgifte. Tenslotte zei Abe dat de verantwoordelijkheid voor het scheppen van werkgelegenheid ligt bij de overheid en niet bij de centrale bank. Het is nog maar de vraag of deze opmerking mensen geruststelt, maar het lijkt vooral gericht te zijn op het beleid van de Federal Reserve. die heeft de duur van haar monetaire verruimingsprogramma namelijk gekoppeld aan het werkloosheidspercentage.

    U kunt de publicaties van de Bank of Japan hier en hier downloaden. Ze zijn ook online gezet op Scribd, zodat u de documenten ook hieronder al kunt bekijken.

    BoJ1 by

    BoJ2 by

  • “Lage multiplier rechtvaardigt soepel monetair beleid niet”

    De website van de St. Louis Fed biedt een schat aan informatie over de Amerikaanse economie en om die reden verwijzen verschillende blogs en nieuwssites over de economie regelmatig naar deze database. Op het blog Soberlook worden twee grafieken aangehaald om te laten zien dat het soepele monetaire beleid van de Federal Reserve niet zonder gevolgen is. Doordat het nieuw gecreëerde geld nog nauwelijks in de economie terecht is gekomen is de inflatie beperkt gebleven, maar sinds het begin van de monetaire interventies door de centrale bank zitten de koersen van zowel aandelen als obligaties weer in de lift.

    De eerste grafiek laat zien dat de multiplier van de M1 geldhoeveelheid (verhouding tussen M1 geldhoeveelheid en de monetaire basis) sinds het uitbreken van de laatste financiële crisis hard is weggezakt en zelfs beneden de 1 is gekomen. Dat betekent dat de uitbreiding van de geldhoeveelheid door de Amerikaanse centrale bank nog nauwelijks is doorgesijpeld naar de reële economie. Banken blijven terughopudend met het verstrekken van nieuwe leningen en parkeren daarom het grootste gedeelte van het nieuwe geld bij de Federal Reserve.

    Multiplier van de M1 geldhoeveelheid in de VS (Bron: St. Louis Fed)

    Multiplier versus geldgroei

    De extreem lage multiplier van de M1 geldhoeveelheid suggereert volgens sommigen dat er een sterke geldgroei nodig is om inflatie te krijgen en de economische stabiliteit te bedreigen. Maar volgens de auteur van het artikel op Soberlook is er een probleem met deze argumentatie.

    Alan Greenspan geloofde ook dat een extreem soepel monetair beleid gerechtvaardigd is, zo lang de multiplier van de M1 geldhoeveelheid op een historisch laag niveau blijft liggen. Tussen 2002 en 2005 was de multiplier ook al historisch laag. De Federal Reserve ging in die tijd door met het verlagen van de rente, die in 2003 het niveau van 1% bereikte. Vanaf 2004 begon de centrale bank weer met het verhogen van de rente, om oververhitting van de economie te voorkomen. Toen was het echter al te laat, want door de lage rente werd een bubbel in de huizenmarkt opgeblazen en kreeg de consumptie een impuls doordat men overwaarde op het huis durfde te 'verzilveren'.

    Asset bubbels

    Wat veel economen toen niet zagen – en vandaag de dag nog steeds niet zien – was dat het risico van excessieve liquiditeit niet noodzakelijkerwijs een toenemende prijsinflatie is. Met stagnerende inkomens is een inflatie zoals die in van de jaren '70 niet waarschijnlijk. In plaats daarvan vindt de overvloed aan goedkoop geld haar weg richting verschillende activa, met als gevolg bubbels in bijvoorbeeld aandelen of in vastgoed. De vastgoedzeepbel in de VS ontstond op het moment dat de multiplier van de M1 geldhoeveelheid op een zeer laag niveau stond en in een dalende trend zat.

    Vandaag de dag zien we vooral obligatiekoersen stijgen, wat ook een gevolg kan zijn van het extreem soepele monetaire beleid (ook buiten de VS). In veel gevallen weerspiegelt de rente op obligaties al lang niet meer het risico dat de belegger loopt, om nog maar te zwijgen over enige compensatie voor inflatie. Soberlook pakt er een benchmark bij van bedrijfsobligaties die een 'junk' status hebben gekregen van kredietbeoordelaars. Dit laagwaardige schuldpapier werd in het heetst van de financiële crisis al grotendeels afgeschreven, maar was vanaf 2009 opeens weer in trek. De vraag naar obligaties is door het soepele monetaire beleid zo groot geworden dat zelfs deze risicovolle schuldpapieren steeds meer in trek zijn.

    Zwakke bedrijfsobligaties in de lift

    Onderstaande grafiek laat zien dat een benchmark voor dit type schuldpapier, de “Bank of America Merrill Lynch US High Yield Master II”, afgelopen week een record bereikte van slechts 5,93%. Ter vergelijking: in het heetst van de crisis vroegen beleggers een rentevergoeding van meer dan 20% op dezelfde bedrijfsobligaties. In 2004, toen de rente ook zeer laag stond en de centrale bank een soepel beleid hanteerde, was de rente op deze benchmark van deze schuldpapieren 7,5%.

    Benchmark voor bedrijfsobligaties met junk status bereikte afgelopen week een record (Bron: St. Louis Fed)

    Soberlook trekt de conclusie die steeds meer economen en analisten ook al getrokken hebben: De uitbreiding van de monetaire basis en het extreem soepele beleid van de centrale bank zorgt voor excessieve liquiditeit, dat verstorend werkt in de financiële markten. Het drijft de waarde van bepaalde bezittingen op die op dat moment in trek zijn. Die ontwikkeling is vrijwel niet af te lezen aan de Consumper Price Index (CPI), de benchmark voor de prijsinflatie in een bepaalde periode.

  • Hedgefonds zet een derde van vermogen om in fysiek goud

    De oprichter en directeur van het hedgefonds, William Kaye, zei afgelopen vrijdag tegenover Bloomberg dat het goud opgevraagd zal worden via de Londen Bullion Market Association (LBMA) en andere inteationale markten. Voor het goud heeft hij al een opslaglocatie geregeld op het inteationale vliegveld van Hong Kong.

    “Beleggers die gedesillusioneerd zijn geraakt door centrale banken die geld te drukken om staatsschulden te dragen zullen alteatieven zoeken voor ongedekte valuta”, aldus Kaye. “Naar mijn mening zijn we in een vroeg stadium van wat de grootste short squeeze ter wereld kan worden”, zo voegde hij eraan toe. Een short squeeze is een situatie waarin er veel meer beloftes op de onderliggende waarde zijn verstrekt dan er feitelijk voorhanden is. Op het moment dat iedereen uit papieren afgeleiden vlucht en begint te jagen op de onderliggende waarde zal dat de prijs van de onderliggende waarde sterk opdrijven. De shorts (die een belofte hebben gemaakt om in de toekomst te leveren) worden in een short squeeze overweldigd door partijen die long zijn gegaan en die hun positie willen 'verzilveren'.

    Vermogensbeheerders als George Soros, John Paulson en Eric Sprott hebben ook al toevlucht gezocht tot edelmetaal. Sommigen middels papieren instrumenten als ETF's, andere doen dat via mijnbouwaandelen. Eric Sprott heeft zijn eigen ETF's opgezet, één voor goud (PHYS) en één voor zilver (PSLV). Voor beide ETF's belooft Sprott een 1:1 dekking met edelmetaal en biedt zijn fonds de mogelijkheid om fysiek edelmetaal op te vragen met aandelen van het ETF.

    “Goud is, zoals wij eaar kijken, momenteel ergens tussen ondergewaarderd en extreem ondergewaardeerd”, zo verklaarde Kaye tegenover Bloomberg. Ongedekte valuta, zogeheten fiat valuta, worden niet gedekt door een fysieke waarde als goud of zilver. De waarde van de munt wordt daarentegen bepaald door het vertrouwen dat de overheid en de centrale bank van een land uitstralen op de bevolking. In een vertrouwenscrisis kan iedere ongedekte valuta waardeloos worden, bijvoorbeeld door hyperinflatie.

    Het Pacific Group hedgefonds bestaat sinds 2001 en beheert nu $95 miljoen aan vermogen. Afgelopen jaar haalde het fonds een rendement van slechts 2,8%, waarmee het cumulatieve rendement sinds de oprichting steeg naar 195%. In twee verschillende jaren haalde het fonds een negatief rendement, namelijk in 2008 en 2011. Dat blijkt uit de nieuwsbrief die het fonds in december publiceerde.

    William Kaye beargumenteert zijn besluit om een derde van het vermogen van zijn fonds in fysiek goud om te zetten: “Centrale banken zijn totnogtoe in staat gebleken om de rente omlaag te manipuleren, waardoor overheden hun schulden tegen relatief lage kosten konden financieren. Daarmee werd een overrompeling van de obligatiemarkt voorkomen. Het enige dat nodig is voor een grote revaluatie van goud is dat een kleine groep mensen haar fysieke goud komt opvragen”

    Kaye haalt een passage aan uit een analyse van zijn eigen hedgefonds: “Het eigendom van goud via afgeleide financiele producten, zoals COMEX futurescontracten, vertegenwoordigt inmiddels 100x zoveel fysiek goud als er bovengronds aanwezig is”

    Het Pacific Group hedgefonds van William Kaye heeft al een eerste tranche goudstaven gekocht bij lokale leveranciers. Hij wilde niet zeggen om hoeveel goud het ging. Kaye was in het verleden manager bij de arbitrage afdeling van PaineWebber in New York. Ook heeft hij enige tijd gewerkt bij de Mergers & Acquisitions afdeling van zakenbank Goldman Sachs. In 1991 richtte hij zijn eigen hegdefonds op.

    Het in Hong Kong gevestigde Pacific Group hedgefonds zet eenderde van totale portefeuille om in fysiek goud

  • “Britse financiële sector zal komende zes maanden 43.000 banen schrappen”

    Banken, verzekeraars, vermogensbeheerders en andere financiële instellingen hebben het laatste kwartaal naar schatting 25 duizend banen geschrapt. In het eerste kwartaal van 2013 zullen er nog eens 18 duizend banen in deze sector – die vooral in Londen erg groot is –  verloren gaan. Dat is althans de conclusie van een onderzoek dat werd uitgevoerd door de grootste lobbygroep van bedrijven in Groot-Brittannie en door PriceWaterhouseCoopers LLP en dat vandaag gepubliceerd werd.

    Wereldwijd zijn er sinds het begin van 2012 al meer dan 115 duizend arbeidsplaatsen verloren gegaan in de financiële sector. Het banenverlies is het gevolg van kostenbesparingen enerzijds en het afstoten of afbouwen van bepaalde bedrijfsactiviteiten anderzijds, zo blijkt uit data die Bloomberg verzameld heeft. Morgan Stanley, dat ook in Londen actief is met handel in aandelen, is van plan de komende weken ongeveer 1.600 banen te schrappen bij haar investeringsbank en bij haar ondersteunende dienstverlening. Het in New York gevestigde Citigroup maakte in december bekend dat het wereldwijd 11.000 banen wil schrappen en dat het zich tegelijkertijd terug wil trekken uit bepaalde opkomende markten om kosten te besparen.

    Strengere kapitaaleisen

    Door strengere kapitaaleisen moeten banken zoals het Zwitserse UBS de hoeveelheid risicovolle bezittingen op haar balans afbouwen. HSBC, de grootste bank van Europa, heeft bepaalde bedrijfsonderdelen verkocht om de winstgevendheid te vergroten en het Britse Barclays heeft aangegeven dat het zal snijden in bepaalde bedrijfsactiviteiten die onvoldoende winst opleveren of die schadelijk kunnen zijn voor de reputatie van de bank.

    In het vierde kwartaal van 2012 kromp het aantal werknemers in de Britse financiële sector voor de derde maand op rij, maar het tempo waarin banen verloren gaan lijkt de laatste tijd weer wat aan te trekken. Ook het volgende staat in het rapport van de CBI: “Het verloop in het personeelsbestand steeg sterker dan verwacht en was ook hoger dan in het voorgaande kwartaal. Tegelijkertijd daalden de personeelskosten als percentage van de totale kosten, een trend die zich naar verwachting zal versterken in het volgende kwartaal”.

    Sinds de piek van het laatste kwartaal van 2008 zijn er netto al 132 duizend banen verloren gegaan in de Britse financiële sector. Op de piek bood de financiele sector van het land plaats aan ongeveer 1 miljoen mensen.

    “Jonge recruten schuwen financiële sector”

    “Naast een toenemend aantal gedwongen ontslagen valt op dat bankiers op steeds jongere leeftijd met pensioen gaan. Ook zien we dat steeds meer jonge recruten de financiële sector schuwen en een baan zoeken in een sector die een minder besmet imago heeft”, zo stelt Kevin Burrowes van de financiële dienstverlener PriceWaterhouseCoopers. “Voor jonge professionals is het geen aantrekkelijke plek om heen te gaan. Men is minder aangetrokken tot de afdeling bankieren en kapitaalmarkten binnen ons bedrijf, terwijl dat in het verleden de meest populaire sector was om in te werken”, zo merkt Burrowes op.

    Uit het onderzoek van CBI en PriceWaterhouseCoopers blijkt dat een kwart van de financiële dienstverleners in de laatste drie maanden van 2012 de omzet zag stijgen. Dertig procent liet een dalende omzet zien in het laatste kwartaal van het afgelopen jaar. Voor het onderzoek werden in totaal 94 bedrijven in de financiële sector ondervraagd, waaronder banken, verzekeraars, vermogensbeheerders en aandelenhuizen.

    Vacatures in het financiële district van Londen en elders in de hoofdstad werden in korte tijd een stuk schaarser. Waren er in november nog 2.079 vacatures, een maand later was dat aantal teruggelopen tot 1.323, een daling van 36%. De ontslagen die in het vierde kwartaal vallen hangen voor een deel samen met bonusuitkeringen, waarvoor geld vrijgemaakt wordt. Volgens het onderzoek verandert het basissalaris van de helft van alle mensen die werkzaam zijn in de Britse financiële dienstverlening niet, hun inkomen is voor een belangrijk gedeelte afhankelijk van variabele bonussen. Niet alle werknemers in de City zijn even succesvol, want het aantal mensen dat dit jaar geen bonus verwacht te krijgen verdubbelde naar 22%.

    “Britse financiele sector zal komende zes maanden 43.000 banen schrappen”

  • Britse pond op laagste koers in tien maanden tijd

    Afgelopen vrijdag zakte het Britse pond met 0,2% weg ten opzichte van de euro, waardoor de munt een wisselkoers bereikte van €1,192 tegenover £1. De munt zakte voor de zesde dag op rij weg ten opzichte van de Amerikaanse dollar en heeft in een week tijd 1,65% van haar koopkracht in dollars ingeleverd. Volgens Kathleen Brooks, research directeur voor de regio's Verenigd Koninkrijk, Europa en het Midden-bij Forex.com, hebben de slechte winkelverkopen in december bijgedragen aan het verzwakken van het Britse pond. “De cijfers van de winkelverkopen laten zien dat consumenten ook in 2013 de hand vaak op de knip zullen houden”, aldus Brooks.

    Er zijn meer factoren die ten grondslag liggen aan de verzwakking van het Britse pond ten opzichte van de euro. In het Verenigd Koninkrijk hanteert de Bank of England een rente van slechts 0,5%, dat is 25 basispunten minder dan de rente die de ECB hanteert in de Eurozone. Verder kunnen we opmerken dat het begrotingstekort van de Britse overheid veel groter is dan dat van de meeste landen die behoren tot de muntunie en dat ook de handelsbalans er veel slechter uitziet. De Eurozone als geheel heeft sinds begin 2011 netto een overschot op de handelsbalans weten te creëeren, terwijl het Verenigd Koninkrijk een chronisch tekort heeft. Het land importeert al jarenlang veel meer goederen dan het exporteert.

    Onderstaande grafieken laten de handelsbalans van de Eurozone en het Verenigd Koninkrijk zien. Let daarbij goed op de schaal langs de verticale as.

    Handelsbalans Eurozone vanaf begin 2000 (Bron: Tradingeconomics)

    Handelsbalans Verenigd Koninkrijk vanaf begin 2000 (Bron: Tradingeconomics)

    'Daling pond nog niet voorbij'

    Het Britse pond is sinds het begin van dit jaar al met 2,9% weggezakt ten opzichte van de euro. Volgens Lee McDarby van Investec zakte het Britse pond op de valutamarkt opvallend makkelijk door de psychologische barrieres heen van 1,60 tegenover de Amerikaanse dollar en 1,20 tegenover de euro. “Het gemak waarmee deze niveaus doorbroken werden suggereert dat de waardedaling van het Britse pond nog niet voorbij is”, zo licht McDarby toe.

    Ook de Britse premier Cameron draagde bij aan het pessimisme omtrent de waarde van de pond. Uit passages van zijn laatste toespraak valt op te maken dat het land grondig moet hervormen om de aansluiting met Europa te houden. De Telegraph schrijft dat een minder hechte relatie tussen het Verenigd Koninkrijk en de EU de rol van Londen kan bedreigen als het financiële centrum van Europa.

    Begin dit jaar maakte HSBC al bekend dat het rekening hield met een waardedaling van het Britse pond, mede als gevolg van een mogelijke afwaardering van de staatsschuld door kredietbeoordelaars. In hun rapport schreven ze dat “de fiscale geloofwaardigheid van het Britse pond onder druk staat zo lang er een afwaardering dreigt”.

    Ian McCafferty van de Bank of England suggereerde afgelopen week in een TV interview op Bloomberg dat een zwakkere pond nodig is om de export te stimuleren. “Het is nog maar de vraag is of de huidige wisselkoers van het Britse pond concurrerend genoeg is om een fundamentele herbalancering teweeg te brengen”, aldus Cafferty. Uit deze woorden kunnen valutahandelaren de conclusie trekken dat de Bank of England aanstuurt op een nog lagere koers van de pond ten opzichte van de euro en de dollar.

    De Telegraph schrijft dat de economische problemen van het Verenigd Koninkrijk naar de voorgrond kunnen treden als Amerika de discussie omtrent de bezuinigingen tot een goed einde weet te brengen, de Chinese economie weer aantrekt en de problemen in de Eurozone naar de achtergrond verdwijnen.

    Britse pond op laagste punt tegenover euro in tien maanden tijd (Bron: Yahoo Finance)

  • Kyle Bass: “Het kan binnen 12 tot 18 maanden mis gaan in Japan”

    CNBC: De Japanse overheid heeft het plan om meer geld in de economie te pompen. Ze heeft een doelstelling geformuleerd om te streven naar 2% inflatie. Waarom gaat dat de Japanse economie niet helpen denk je?

    Kyle Bass: Als je de situatie goed bestudeert zie je dat de Japanse staatsschuld 24x zo groot is als de belastinginkomsten van de overheid. Als je zo insolvabel bent helpt eigenlijk niets meer. Ze zouden jaren geleden al bezweken moeten zijn onder de schuldenlast. Nu sturen ze actief aan op een hogere inflatie, waardoor het veel eerder mis zal gaan.

    CNBC: Waarom realiseren ze zich dat dan niet in Japan? Het zijn vast geen domme mensen die aan het roer staan en het schuldenprobleem speelt al veel langer.

    Kyle Bass: Als er een crisis is heeft zit meestal 99,9% van de mensen eaast. Al twintig jaar leeft de gedachte dat Japanse staatsobligaties veilig zijn en dat ze alleen maar meer waard worden. Er was langdurig sprake van deflatie. Het zijn institutionele beleggers die de Japanse staatsobligaties gekocht hebben. Ze ontvangen daar een zeer lage rentevergoeding op, dus al het rendement moet voortkomen uit stijgende koersen (een verder dalende rente). En zodra de Japanse overheid gaat aansturen op een hogere inflatie, dan verandert de perceptie van beleggers over de toekomst en dat zal de schulden tijdbom doen exploderen.

    CNBC: Je denkt dus dat de tijdlijn nu verschoven is? Al jaren roep je dat het mis gaat in Japan en dat is nog steeds niet gebeurd. Waarom zou ik denken dat het nu wel mis zou gaan in Japan?

    Kyle Bass: Ten eerste, ik heb hier nog maar twee jaar met jullie over gesproken. Ten tweede, als je kijkt naar deze decennia durende supercyclus van schulden, dan zou het naïef zijn om te veronderstellen dat iemand met enige precisie kan vertellen wanneer het mis gaat. Wat ik probeer te zeggen is dat alle elementen aanwezig zijn voor het plotseling in elkaar klappen van het Japanse schuldenprobleem. Ik denk dat als twintig jaar aan perceptie eenmaal omslaat, dat het dan in één keer heel snel zal gebeuren.

    De yen zal op haar sterkst zijn, vlak voordat het breekt. De rente op staatsobligaties zal op het laagste punt staan, vlak voordat het breekt. Je moet erover nadenken wat voor de kwalitatieve omslag zal zorgen. Het is de vraag wanneer de perceptie van de massa verandert en men gaat inzien dat de situatie echt onhoudbaar is geworden. Die omslag is naar mijn mening een paar maanden geleden in gang gezet.

    CNBC: Kun je hetzelfde zeggen over Italië? Ook dat land heeft een hoge staatsschuld en daar ging de rente ooit ook naar 7%. Die rente is weer gedaald en daar is de situatie weer enigszins tot rust gekomen. Waarom is dat in Japan anders?

    Kyle Bass: Vandaag de dag besteed de Japanse overheid 25% van haar belastinginkomsten aan rente op de staatsschuld. Samen met het herfinancieren van schulden zijn ze de helft van hun budget kwijt aan de totale schuldfinanciering. Elke 1% stijging in de rente kost ze nog eens 25% van het totale budget aan rentelasten. Een stijging van 2% op de Japanse staatsschuld en de boel ontploft.

    CNBC: Een stijging van 2% is best veel, ze betalen nu nog maar 0,75% op een 10 jaars staatsobligatie..

    Kyle Bass: Je hoeft helemaal niet zo ver terug te kijken om een dergelijke rente te vinden. Maar heel weinig mensen zien dit aankomen. Ik zou iedereen die in Japan woont willen adviseren om iets te kopen met de yen die ze over hebben. Er was in het afgelopen kwartaal omgerekend $32 miljard beschikbaar in Japan voor fusies en oveames en dat geld is massaal gebruikt om bezittingen in de Westerse wereld over te nemen. Als ik een Japanner was zou ik al mijn yen gebruiken om een productieve bezitting in de Westerse wereld op te kopen. Dit is namelijk wat er gaat gebeuren. Als de elite, het bedrijfsleven en de bevolking erachter komen dat Japan in een onhoudbare situatie zit, dan zullen ze hun yen exporteren. De waarde van de yen zal daardoor imploderen en dan verliezen ze de controle over de lage rente. Dit zal waarschijnlijk gebeuren in de toekomst.

    CNBC: Wanneer zal het zover zijn? Waaraan zullen we die ontwikkeling kunnen aflezen?

    Kyle Bass: Dit is misschien wat ingewikkeld voor CNBC kijkers, maar het is het moment waarop de swap curves de inflatie in gaan prijzen.

    CNBC: Kun je een verwachting geven?

    Kyle Bass: Japan heeft de klok gestart en nu duurt het misschien nog een paar jaar. Binnen een tijdsbestek van 12 tot 18 maanden kan het al mis gaan.

    CNBC: Wat maak je van de geopolitieke spanningen tussen China en Japan? Als Japan-kenner zul je dat ook wel gevolgd hebben.

    Kyle Bass: Er is een informele boycot van Japanse goederen in China. Deze wederopstanding van nationalistische gevoelens lijkt, gezien de spanningen tussen de twee landen, niet snel over te gaan. Maar liefst 20% van de Japanse export gaat normaal richting China. Dat is omgerekend $340 miljard dollar. Wij denken dat die export het afgelopen kwartaal gehalveerd is. Dat is een blijvende verschuiving, want Chinese bedrijven zullen hun leveranciers elders gaan zoeken.

    Het Japanse GDP zakt in een alarmerend tempo en hun export is ook in elkaar gezakt. Het verzwakken van de yen ten opzichte van de dollar gaat het concurrentievermogen van Japan niet herstellen. Ik zou oppassen voor Japanse aandelen.

     

    Kyle Bass over Japan op CNBC

  • Azerbeidzjan wil goudreserve dit jaar verdubbelen

    “Het goud ligt momenteel nog in Londen opgeslagen, maar we zijn al bezig om het goud over te brengen naar Azerbeidzjan. We zullen elke week 330 ton goud overbrengen”, aldus Movsumov. Inmiddels heeft 1 ton goud al de oversteek gemaakt naar het 9 miljoen inwoners tellende land dat gelegen is aan de Kaspische Zee.

    Het staatsfonds dat het goud koopt en overbrengt naar Azerbeidzjan zal een nieuwe kluis bouwen waarin het goud veilig opgeslagen kan worden. Dat gebouw zal nar verwachting eind 2013 gereed zijn, zo lezen we op de Azerbeidzjaans nieuwssite APA. Movsumov lichtte toe dat het aankopen van goud onderdeel is van de strategie van SOFAZ. Het kapitaal dat we in goud beleggen moet 5% uitmaken van de totale portefeuille van het staatsfonds. “De genoemde 5% is genoeg voor Azerbeidzjan, maar we kunnen later alsnog besluiten dat percentage op te hogen. In elk geval willen we aan het einde van dit jaar 15 ton meer goud hebben. We richten ons op een goudreserve van 30 ton”.

    Ook Azerbeidzjan wil haar goudreserve uitbreiden. Eind 2013 moet het staatsfonds beschikken over 30 ton