Auteur: Redactie

  • Belgische minister van Financiën roept spaarders op te beleggen in aandelen

    Niet alleen de boodschap van Vanackere is opmerkelijk, ook de woordkeuze van De Tijd is opvallend. “We sparen ons te pletter”, zo lezen we in  het nieuwsbericht op de site (is dit een variant op het kapot bezuinigen van de economie?). Steven Vanackere meent dat bedrijven moeilijk aan kapitaal kunnen komen om te ondeemen. Daarom wil hij overgaan tot actie: “We moeten zorgen voor meer risicokapitaal. Dat is een van de belangrijkste werven voor het nieuwe jaar”, aldus de minister van Financien die tevens vice-premier is in Belgie.

    “Ik sta positief tegenover een nieuwe wet Cooreman-De Clercq. Die wet werd begin jaren tachtig bedacht om aandelen fiscaal aantrekkelijk te maken. Er kwam toen heel wat spaargeld vrij, dat werd omgezet in aandelen. Meteen kregen bedrijven zuurstof”, zo verklaarde Vanackere in een interview met De Tijd. “Ik heb het gevoel dat heel wat huisgezinnen klaar zijn om de stap te zetten naar aandelen”, zo voegde hij eraan toe. Volgens Vanackere is de rente op spaargeld zo laag dat spaarders in feite al een vermogensbelasting betalen over hun spaargeld. Dat wordt door de inflatie steeds minder waard. Daarom is er volgens Vanackere misschien maar een beperkt fiscaal voordeel nodig om spaarders richting de aandelenmarkt te lokken. Het fiscale voordeel dat de Belgische regering Di Rupo kan geven is sowieso zeer beperkt, omdat men binnen de marges van het begrotingstraject wil blijven.

    Positief

    De Tijd schrijft dat Alexander de Croo (Open VLD) verbaasd reageerde op het voorstel van Vanackere, omdat een dergelijke maatregel tijdens de begrotingsopmaak voor 2013 geschrapt is vanwege de budgettaire beperking van de regering. Wel is de Croo het met Vanackere eens dat er meer gedaan kan worden om bedrijven te helpen met hun financieringsbehoefte. “We kunnen zoeken naar fiscale stimuli of maatregelen met eenzelfde effect, zoals de voorstellen van de Vlaamse Federatie van Beleggingsclubs (VFB) over een verlaging van de roerende voorheffing op dividenden voor kleinere bedrijven”, zo schrijft De Tijd.

    Johan Vande Lanotte (Socialistische Partij Anders) reageerde positief op het voorstel van Vanackere. Volgens de socialisten is ook de volkslening een manier om spaargelden 'te mobiliseren voor de economie'.

    De Belgische Unie van Zelfstandige Ondeemers (Unizo) vindt het voorstel van Vanackere om spaarders te stimuleren om te gaan beleggen een goede zaak. De ondeemersorganisatie zou zich ook scharen achter een vereenvoudiging van de Belgische fiscaliteit, mits deze niet tot lastenverzwaring leidt. “Gezinnen stimuleren om de overstap van het spaarboekje naar aandelen te maken om zo zuurstof aan bedrijven te geven, is een goede zaak”, aldus gedelegeerd bestuurder Karel van Eetvelt van Unizo.

    Voorheffing op dividend verlagen

    Volgens Vincent van Dessel (voorzitter van de Brusselse beurs) en Stefaan Van Hecke (Groen) is het verlagen van de voorheffing op dividenden van nieuwe aandelen een effectieve methode om spaarders fiscaal te stimuleren. Van Hecke ziet het wel zitten om de roerende voorheffing op dividenden met 10 procentpunten te verlagen. Die maatregel kan volgens hem kostenneutraal worden ingevoerd. Van Dessel stelt voor om de voorheffing op dividenden te verlagen tot 15% voor aandelen van bedrijven met een beurswaarde onder de €150 miljoen en tot 20% voor aandelen van bedrijven met een beurswaarde tussen de €150 miljoen en €1 miljard.

    Stefaan Van Hecke stelt voor een 'veilig product' te lanceren om spaargeld te mobiliseren, zo lezen we in het artikel van De Tijd. Hij merkt op dat de overheid een dergelijk spaarproduct met een iets hogere rente kan introduceren via de staatsbank Belfius. Een ander idee dat door Rik Daems (Open VLD) geopperd wordt is om de fiscale vrijstelling van €1.880 op spaargeld uit te breiden naar aandelen en staatsobligaties. De huidige fiscale vrijstelling voor spaarboekjes zou het voor de spaarder minder aantrekkelijk maken om te beleggen.

    Het feit dat Belgen (en met hen vele anderen) graag wat meer willen sparen is een logisch gevolg van de crisis. Ondanks de lage spaarrente durven velen een avontuur op de beurs niet aan. Beleggers die in de aandelenmarkt zaten hebben daar in 2008 veel 'vermogen' zien verdampen. De volatiliteit van de aandelenmarkt heeft de afgelopen jaren netto einig opgeleverd voor de beleggers. De Belgische Bel 20 index staat slechts 2,5% hoger dan 10 jaar geleden. De Nederlandse AEX-index deed het in tien jaar tijd wel wat beter, maar ook hier viel weinig koersrendement te behalen. Deze index staat ongeveer 13,5% hoger dan tien jaar geleden.

    Belgen sparen zich “te pletter”, Vanackere wil de spaarder richting aandelen sturen

  • Grafiek: Inflatie in Amerika sinds 1775

    Onderstaande grafiek laat zien dat de prijzen vanaf 1775 tot en met 1913 nauwelijks stegen, omdat de groei van krediet toen beperkt werd door het feit dat geld gekoppeld was aan zilver (en later goud). Sinds de oprichting van de Federal Reserve konden banken veel makkelijker geld uitlenen, met als gevolg dat de hoeveelheid dollars in omloop sneller kon toenemen. De disciplinerende werking van goud bleef bestaan, want in 1934 voelde president Roosevelt zich genoodzaakt het goud van Amerikaanse burgers te confisceren en de waarde van elke Amerikaanse dollar te verlagen van 1/20 naar 1/35 troy ounce goud. Onder het Bretton Woods systeem werd de dollar later opnieuw getest, dit keer door het buitenland. Die gingen in 1944 akkoord met de machtige positie die de Amerikaanse dollar kreeg in het na-oorlogse wereldwijde financiële systeem, mits de dollars ten alle tijde ingewisseld konden worden voor goud tegen een vastgestelde prijs van $35 per troy ounce. Verschillende valuta werden gekoppeld aan de dollar en waren op die manier 'gekoppeld' aan de Amerikaanse goudreserve.

    Dit systeem bleek niet houdbaar, omdat de Amerikaanse overheid veel meer geld uitgaf dan er binnenkwam. De twijfels over de kredietwaardigheid van de VS zorgden ervoor dat het buitenland dollars begon in te ruilen voor goud. In 1971 was de goudvoorraad van Amerika met bijna 2/3 deel geslonken ten opzichte van de top. President Nixon besloot toen eenzijdig de laatste koppeling tussen de dollar en goud op te zeggen. Sindsdien heeft de Amerikaanse economie bijna onbeperkt dollars kunnen creëeren en exporteren, simpelweg omdat er toen nog geen goed alteatief was voor de dollar. Van 1971 tot en met 2012 steeg het prijspeil (uitgedrukt als de CPI) met meer dan een factor vijf.

    Volgens Reinhart en Rogoff begon de inflatie pas in 1933 op te lopen, het jaar waarin Amerika van de klassieke goudstandaard af stapte. Ze schrijven het volgende in hun paper:

    “Het is waarschijnlijk dat hoge inflatie in 1913, toen de Fed werd opgericht, nog werd gezien als een zeldzaam fenomeen dat vooamelijk gepaard ging met oorlog en minder met financiele crises. Onderstaande grafiek laat het prijspeil in de VS zien (CPI) vanaf 1775 tot en met 2012, waarbij het prijspeil van 1775 gelijk is gesteld aan 1. De grafiek laat zien dat de prijzen in 1913, bij de oprichting van de Fed, maar 20% hoger waren dan in 1775 en 40% lager waren dan in 1813 (vlak na de Oorlog van 1812). Wat het mandaat van de Federal Reserve ook mag zijn, het is duidelijk dat de ontwikkeling van het prijspeil in de VS gedomineerd werd door het verlaten van de goudstandaard in 1933. Honderd jaar na de oprichting van het Federal Reserve systeem is het prijspeil (gemeten naar de CPI) 30x hoger dan in 1913. Dit patroon is, hoewel varierend in omvang, zichtbaar in bijna alle landen”

    Bronnen: Bureau of Labor Statistics, historische statistieken van de VS en Reinhart & Rogoff (2009)

  • Bloomberg: De veertig rijkste mensen ter wereld

    Ranglijst van rijkste mensen ter aarde (op 4 januari 2012)

    NAME EST. NET WORTH CTRY $ CHG DAILY % CHG YTD
    1. Carlos Slim Helú $ 76.9 billion MEX $ 1,100.2 M 2.3
    2. Bill Gates $ 63.1 billion USA – $ 160.7 M 0.6
    3. Amancio Ortega $ 57.5 billion SPN – $ 349.4 M 0.1
    4. Warren Buffett $ 50.3 billion USA $ 89.8 M 5.0
    5. Ingvar Kamprad $ 43.4 billion SWE $ 211.4 M 1.2
    6. Charles Koch $ 41.1 billion USA – $ 182.5 M 0.5
    7. David Koch $ 41.1 billion USA – $ 182.5 M 0.5
    8. Larry Ellison $ 40.6 billion USA $ 335.1 M 3.3
    9. Beard Aault $ 29.7 billion FRA – $ 6.1 M 2.9
    10. Li Ka-Shing $ 29.0 billion HKG $ 174.1 M 1.5
    11. Christy Walton $ 28.8 billion USA $ 69.6 M 1.3
    12. Alwaleed bin Talal Al Saud $ 28.2 billion SAU $ 7.2 M -1.8
    13. Jim Walton $ 27.2 billion USA $ 92.9 M 1.1
    14. Liliane Bettencourt $ 26.8 billion FRA $ 99.8 M -0.2
    15. Rob Walton $ 26.7 billion USA $ 90.9 M 1.1
    16. Alice Walton $ 26.2 billion USA $ 89.1 M 1.1
    17. Sheldon Adelson $ 24.9 billion USA $ 615.7 M 9.5
    18. Mukesh Ambani $ 24.9 billion IND – $ 8.9 M 2.7
    19. Stefan Persson $ 24.6 billion SWE $ 39.4 M 0.5
    20. Jeff Bezos $ 24.3 billion USA $ 59.0 M 3.1
    21. Lee Shau Kee $ 23.9 billion HKG $ 83.7 M 1.1
    22. Karl Albrecht $ 23.6 billion GER $ 145.9 M 1.6
    23. David Thomson $ 23.2 billion CAN $ 61.2 M 0.9
    24. Michele Ferrero $ 22.6 billion ITA $ 368.9 M 2.6
    25. Larry Page $ 22.2 billion USA $ 364.5 M 3.6
    26. Sergey Brin $ 21.9 billion USA $ 357.3 M 3.6
    27. Cheng Yu Tung $ 21.9 billion HKG $ 17.1 M 5.3
    28. Rinat Akhmetov $ 21.6 billion UKR $ 41.9 M 2.2
    29. George Soros $ 21.6 billion USA $ 15.4 M 0.2
    30. Dieter Schwarz $ 21.2 billion GER $ 142.6 M 2.1
    31. Iris Fontbona $ 20.7 billion CHL – $ 287.7 M 0.3
    32. Jacqueline Mars $ 20.4 billion USA $ 223.2 M 2.7
    33. John Mars $ 20.4 billion USA $ 223.2 M 2.7
    34. Forrest Mars Jr. $ 20.4 billion USA $ 223.2 M 2.7
    35. Alberto Bailleres $ 19.9 billion MEX – $ 283.5 M -0.5
    36. Alisher Usmanov $ 19.3 billion RUS – $ 37.2 M 2.3
    37. Jorge Lemann $ 19.2 billion BRA $ 266.7 M 2.1
    38. Lakshmi Mittal $ 19.1 billion IND – $ 80.2 M 2.2
    39. Robert Kuok $ 18.7 billion MYS $ 83.7 M 4.8
    40. Gina Rinehart $ 18.5 billion AUS – $ 32.6 M -0.4
    As of January 4, 2013

    Bron: Bloomberg

  • Grafiek: Het welvaartseffect van goedkoop krediet

    Onderstaande grafieken, die gebaseerd zijn op data van het Joint Economic Committee van het Amerikaanse congres, laten zien dat de impuls die de centrale bank kan geven aan de economie van tijdelijke aard is. Vroeg of laat volgt een pijnlijke correctie, waarin er veel vermogen in rook opgaat. Denk bijvoorbeeld aan de bubbel op de aandelenmarkt die piekte in 2000, de vastgoedbubbel die daarop volgde en de obligatiebubbel waar we nu mee van doen hebben.

    Onderstaande grafiek laat zien dat de netto waarde van een gemiddeld Amerikaans huishouden in verhouding tot het persoonlijke inkomen niet kan blijven stijgen. De stijgende aandelenkoersen, die mede gedreven werden door de beschikbaarheid van veel kredieten, zorgden ervoor dat het gemiddelde Amerikaanse huishouden zich in 1999 meer dan 20% rijker voelde dan in 1995. Na de correctie op de aandelenmarkt stimuleerde de Federal Reserve een nieuwe bubbel in vastgoed, door krediet opnieuw goedkoper te maken. De overheid stuurde ook aan op een huizenbubbel, door banken toe te staan hypotheken te verstrekken aan consumenten die dat eigenlijk niet konden betalen. In een periode van vijf jaar (2001-2006) zorgde deze nieuwe kredietbubbel voor een 'wealth effect' van opnieuw 20% (zie grafiek).

    Na de klap van 2008 heeft de Amerikaanse centrale bank zwaarder geschut ingezet. Naast een extreem lage rente begon het ook met het actief opkopen van schulden. Daardoor werd een financiele catastrofe op de korte termijn afgewenteld, maar het is de vraag hoe deze nieuwe 'obligatiebubbel' zal aflopen.

    Vermogen van gemiddeld Amerikaans huishouden in verhouding tot het inkomen (Bron: JEC)

    Een andere interessante grafiek die ik tegenkwam op het Global Macro Monitor blog laat zien hoe de gemiddelde wekelijkse lonen in de VS zich ontwikkeld hebben vanaf 1965. Het inkomen is voor inflatie gecorrigeerd naar dollars van 1982-1984. Daardoor kunnen de gegevens uit verschillende jaren beter met elkaar vergeleken worden. Een schokkende conclusie is dat het gemiddelde inkomen van Amerikanen anno 2012 bijna 11% lager staat (gecorrigeerd voor inflatie) dan de piek van 1973. Het 'wealth effect' waar Beanke op doelt blijkt dus niet zo waardevol als het misschien lijkt.

    Gemiddelde wekelijkse loon Amerikanen, gecorrigeerd voor inflatie (Bron: Macro Economic Monitor)

  • Infographic: Het Amerikaanse begrotingstekort gevisualiseerd

    Het onderste plaatje van de infographic behoeft enige uitleg, omdat deze anders moeilijk te begrijpen is. De twee grote blokken aan de linkerkant geven respectievelijk de omvang van de belastinginkomsten en de omvang van het tekort weer, uitgaande van de huidige situatie. De twee blokken aan de rechterkant geven de omvang van de belastinginkomsten en het begrotingstekort weer indien het originele 'fiscal cliff'  programma van bezuinigingen en lastenverzwaringen in werking zou treden.

    Onder het huidige scenario heeft de Amerikaanse overheid naar schatting $2.469 miljard aan belastinginkomsten en $3.681,56 miljard aan uitgaven. Het tekort over 2013 is naar schatting dus ongeveer $1.212 miljard. Was de oorspronkelijke fiscal cliff in werking getreden, dan zouden de totale uitgaven $3.301,91 miljard bedragen. In dat geval zou het tekort van de Amerikaanse overheid over 2013 slechts $832,6 miljard groot zijn.

    Hoe dan ook is er een gigantisch begrotingstekort, dat linksom of rechtsom gefinancierd moet worden. De Federal Reserve zal onder QE4 voor 45 miljard per maand aan staatsobligaties opkopen, waardoor $540 miljard aan tekort 'gedekt' kan worden. Het resterende begrotingstekort zal Amerika elders moeten financieren.

    Als Amerika naar een begrotingsevenwicht toe wil moeten alle stapels papiergeld op de rode vakken verdwijnen. Dat kan enerzijds door middel van bezuinigingen en anderzijds door hogere belastingen. Beide zullen de Amerikaanse economie in een recessie of depressie storten en zijn eigenlijk onhaalbaar.

    Op de website van Demonocracy zijn nog meer illustraties van de schuldenberg te vinden.

    Het Amerikaanse tekort in stapels dollarbiljetten van $100 (Bron: Demonocracy)

  • ‘Zwitserland en Groot-Brittannië voeren valutaoorlog’

    Evans-Pritchard verwijst naar twee grafieken, afkomstig uit een rapport van het IMF (zie hieronder). De grafieken laten zien dat de Bank of England grote hoeveelheden Britse ponden in de economie brengt, door via het QE-programma staatsobligaties van de Britse overheid op te kopen. De Zwitserse centrale bank (SNB) koopt sinds 2011 veel Europese staatsobligaties die zijn uitgedrukt in euro, met als doel de waarde van de eigen munt te onderdrukken ten opzichte van de euro. Daarvoor brengt ze nieuwe Francs in omloop (zie ook deze grafiek voor het groeiende balanstotaal van de SNB).

    De meest recente data van het IMF laat zien dat centrale banken nu meer Britse staatsobligaties in de boeken hebben staan dan ooit tevoren. In het derde kwartaal van 2012 steeg het totaal van omgerekend $79 naar $98 miljard. Volgens Evans-Pritchard zijn deze cijfers over een langere periode bekeken zeer stabiel, wat volgens hem doet vermoeden dat de Zwitserse centrale bank verantwoordelijk is voor de stijging. De SNB heeft al $80 miljard aan staatsobligaties uit Eurolanden in de boeken staan, genoeg om de helft van de begrotingstekorten van alle eurolanden over het afgelopen jaar mee te dekken. Volgens Evans-Pritchard compenseert de Zwitserse centrale bank de instroom van 'vluchtkapitaal' door staatsobligaties in buitenlandse valuta te kopen met de eigen Franc. Op die manier kan ze het plafond van 1,20 CFr per euro handhaven.

    Valutaoorlog

    Volgens valutastrateeg David Bloom van HSBC zijn er niet veel vluchthavens meer over. Hij zei er het volgende over (via de Telegraph):

    “Bijna ieder land probeert nu tegelijkertijd de waarde van haar eigen valuta te ondermijnen. De Zwitsers kwamen ermee weg en nu willen ook de Japanners het proberen. De Scandinavische landen trekken zich de haren uit het hoofd, omdat hun valuta blijft apprecieren. De Turkse centrale bank verlaagt de rente, terwijl de economie op volle toeren draait. Dat doet ze om te voorkomen dat de munt in waarde stijgt ten opzichte van andere valuta. Beleidsmakers doen nu dingen waarvoor ze vier jaar geleden in de cel gegooid zouden worden. Ik kan niets meer uitsluiten in deze markt. Wanhopige tijden leiden tot wanhopige daden.”

    Bloom voegt eraan toe dat Groot-Brittannië spoedig haar 'Triple A' status zal kwijtraken als het op deze weg door blijft gaan. “We hebben onze verwachting voor de waarde van het Britse pond naar beneden bijgesteld tot $1,52 en €0,88. Het Britse pond zal onder grote druk komen te staan.”

    De huidige crisis lijkt veel ingrijpender te zijn dan de voorgaande crises. Anders dan de gewone 'bedrijfscyclus', die volgens sommigen veroorzaakt wordt door een te lage rente en overvloedig krediet, hebben we vandaag de dag te maken met een probleem dat veel verder gaat. De schuldenlast is zo groot geworden dat verschillende landen voor het eerst sinds decennia de geldpers hebben aangezet om rechtstreeks schulden op te kopen. Deelnemers van deze valutaoorlog doen hun best om de waarde van hun eigen valuta te ondermijnen, bijvoorbeeld door moentaire verruiming of door het opkopen van activa die zijn uitgedrukt in buitenlandse valuta.

    Beide methodes verzwakken de wisselkoers van de munt, met als gevolg dat de exportpositie van een land verbetert. Helaas gaat dat effect snel verloren als andere landen soortgelijke maatregelen treffen om hun munt goedkoper te maken. De spaarder is daar nu al het slachtoffer van, want in veel landen is de spaarrente extreem laag, zelfs lager dan de officiële inflatie.

  • Banengroei VS in december conform verwachtingen: +155.000

    Het banencijfer valt niet tegen, maar stemt ook niet bijzonder hoopvol. De werkloosheid blijft op een verhoogd niveau, terwijl de participatiegraad onveranderd bleef op het bijzonder lage niveau van 63,6%. Ter vergelijking, de participatiegraad van de Amerikaanse beroepsbevolking stond in 1981 voor het laatst op dit lage peil. Het gemiddelde uurloon ging in december wel iets omhoog ten opzichte van de maand ervoor, namelijk met 0,3%. De gemiddelde werkweek werd ook iets langer, die steeg maand-op-maand met gemiddelde 0,1 uur in een aantal verschillende sectoren.

    Opvallend is dat het aantal banen in de commerciële sector in december met 19.000 daalde, terwijl er in de industrie juist 25.000 banen bij kwamen. De data van loonstrookjesverwerker ADP liet zes maanden op rij een krimp zien van het aantal banen in de industrie. Die trend is blijkbaar plotseling omgekeerd. Ook in de bouw was er weer meer werk, hier werden in december 30.000 nieuwe banen toegevoegd. In de gezondsheidszorg werden in december 45.000 nieuwe banen gecreëerd. De mijnbouwsector, de professionele dienstverleningen de overheid lieten vrijwel geen verandering zien ten opzichte van de maand november. Volgens de ruimste U-6 definitie was de werkloosheid in Amerika in december 2012 stabiel op 14,5%.

    Totaal over 2012

    Over heel 2012 was de gemiddelde maandelijkse banengroei 153.000, vergelijkbaar met de gemiddelde maandelijkse banengroei in het jaar daarvoor. In 2012 werden er in totaal 338.000 banen gecreëerd in de gezondheidszorg, 24.000 in de categorie eten en drinken en 180.000 in de maakindustrie.

    Onderstaande grafiek uit een nieuwsbericht van eind vorig jaar laat zien dat de participatiegraad nog steeds bijzonder laag is, een teken dat de arbeidsmarkt in de VS nog lang niet terug is op het niveau van voor de crisis. De rode lijn laat de groei zien van het aantal werklozen dat niet meer wordt meegenomen in de statistieken voor de bepaling van het werkloosheidspercentage. Deze groep kromp in december met ongeveer 50.000 Amerikanen, maar staat nog steeds op een zeer hoog niveau van 88,4 miljoen. Onthoudt dat de totale bevolking van Amerika ongeveer  310 miljoen is. Dat zijn dus veel mensen die niet worden meegenomen in het officiële werkloosheidscijfer. Geen wonder dat Shadowstats.com, dat een traditionele rekenmethode hanteert om de werkloosheid te bepalen, uitkomt op een veel hoger getal van meer dan 23%.

    Participatiegraad bleef in december gelijk op 63,6%. De werkloosheid bleef ook gelijk op 7,8% (Bron: BLS, St. Louis Fed)

  • JP Morgan maakt balans op van 20 jaar banengroei VS

    Terwijl de media zich vooral richten op maand-op-maand ontwikkelingen doet JP Morgan verdienstelijk werk door van een grotere afstand te kijken naar dezelfde cijfers. Het overzicht van 20 jaar banengroei ziet u hieronder en laat zien dat vooral de banen in de industrie schaarser zijn geworden. In deze sector zijn er nu 4,8 miljoen minder arbeidsplaatsen dan twintig jaar geleden, waarvoor verschillende verklaringen te vinden zijn.

    Door toenemende mechanisatie en robotisering kunnen bepaalde handelingen nu veel sneller en betrouwbaarder door computers en robots gedaan worden dan door mensen. Wie vandaag de dag een bezoek brengt aan een modee autofabriek zal zien dat daar al veel handeling gedaan worden door robots of waarbij robots personeel ondersteunen in de assemblage. Het resultaat is een hogere productiviteit per werknemer.

    Als tweede factor kan de groei van Aziatische economieen aangedragen worden. De lagelonenlanden wisten veel arbeidsplaatsen naar zich toe te trekken, omdat productiewerk vaak een stuk goedkoper gedaan kan worden in landen als China, India, Taiwan, Zuid-Korea enzovoorts. In deze landen zijn de lonen de laatste jaren al gestegen, maar nog steeds heeft dat er maar in beperkte mate toe geleidt dat Amerikaanse bedrijven productiewerk hebben teruggehaald naar de VS.

    De groei van de Amerikaanse arbeidsmarkt werd vooral gedreven door dienstverlening. Daar is zelfs een naam voor, de 'FIRE economie'. De vier letters staan voor Finance, Insurance en Real Estate. De gezondheidszorg was goed voor 6,8 miljoen nieuwe banen, terwijl de financiële dienstverlening 6,9 miljoen arbeidsplaatsen opleverde. In het onderwijs kwamen er in een periode van twintig jaar netto 4 miljoen banen bij.

    Een andere opvallende ontwikkeling is het aantal banen in de overheid. Ondanks de sterk groeiende overheidsuitgaven levert de publieke sector niet veel meer banen op. Er kwamen in twintig jaar tijd netto 1,1 miljoen arbeidsplaatsen bij onder het kopje overheid. De totale arbeidsproductiviteit van de Amerikaanse werknemer nam jaarlijks met gemiddeld 1,9% toe. De participatiegraad is helaas weer terug op het niveau van 1981, dus in dat opzicht heeft Amerika geen vooruitgang geboekt.

    Twintig jaar banencijfers in één grafiek (Bron: JP Morgan, via Ritholtz)

  • India overweegt belastingverhoging op import van goud

    Een belastingverhoging zou effect kunnen hebben op de goudvraag, maar vooralsnog lijkt dat de Indiase bevolking er niet van te weerhouden om goud te kopen. Vorig jaar maart werd de belasting op geïmporteerd goud al verdubbeld van 2% naar 4% en ook toen speelde het tekort op de betalingsbalans een rol. Het tekort zet de waarde van de Indiase roepie onder druk, waardoor de bevolking de aankopen van goud een paar maanden op een lager pitje zetten. Maar in de tweede helft van 2012 werd er opnieuw weer veel goud gekocht en geïmporteerd om aan de stijgende vraag te voldoen.

    “We hebben niet veel keus anders dan het duurder maken van de import van goud. De kwestie wordt op dit moment besproken door de overheid”, zo vertelde de minister van Financiën Chidambaram op woensdag. Ongeveer 80% van het tekort op de Indiase betalingsbalans is toe te schrijven aan de import van goud, zo verklaarde gouveeur Subir Goka van de Indiase centrale bank in november vorig jaar. Het tekort op de Indiase betalingsbalans groeide in het derde kwartaal van 2012 naar $22,31 miljard, conform de verwachtingen van twaalf economen die door Bloomberg ondervraagd werden. De betalingsbalans meet zowel de handel in goederen en diensten als de inkomsten uit investeringen.

    “De vraag naar goud zal verder vertragen als de belasting verhoogd wordt. De juweliers merken al de gevolgen van een vertragende economische groei”, zo verklaarde Bachhraj Bamalwa tegenover Bloomberg. Bamalwa is de directeur van een handelsorganisatie voor juweliers. “De import van goud zou met 20 tot 25 procent kunnen dalen in 2013, ten opzichte van de totale import van ongeveer 750 ton goud in het afgelopen jaar”.

    In het derde kwartaal van 2012 steeg de import van goud in India, nadat er vijf kwartalen op rij sprake was van een krimp. Dat blijkt uit data van de World Gold Council. De import steeg met 9% tot 223 ton in het derde kwartaal van 2012, in hetzelfde kwartaal van 2011 was de import 205 ton. “De import van goud legt een zware last op de betalingsbalans”, aldus de Indiase minister van Financiën. “Stel je voor dat de import van goud slechts de helft was van de werkelijke import, dat zou betekenen dat onze reserves in buitenlandse valuta met $10,5 miljard zouden toenemen. Daarom wil ik de bevolking aansporen minder goud te vragen”.

    De prijs van een 10 gram goudbaartje steeg in India op 26 november naar een recordprijs van 32.464 roepies. In heel 2012 steed de goudprijs  in de Indiase valuta met 10,3%. De roepie verzwakte vorig jaar met 3,5% ten opzichte van de Amerikaanse dollar. In India wordt traditioneel veel goud gekocht tijdens het festival seizoen (augustus tot en met november) en tijdens het trouwseizoen dat daarop volgt.

    Gouden sieraden blijven onverminderd populair in India (Afbeelding van Bullion Street)

  • Huizenprijzen in Londen zijn met 7% gestegen in 2012

    Ook in veel andere regio's zijn de prijzen gestegen. Landelijk gingen die in de eerste tien maanden van 2012 met gemiddeld 1,1% omhoog tot £161.600. Toch waren er ook gebieden waar de huizen goedkoper werden, zoals in de gebieden 'North West', 'North East', 'East Midlands' en Yorkshire. Het aantal verstrekte hypotheekleningen nam volgens data van Moneyfacts toe in de afgelopen maand, om precies te zijn met 8% naar 2.790. Daarvan werd in 67% van de gevallen inbreng van eigen geld gevraagd van tenminste 20%. Bij 12% van de hypotheken was een inleg van minimaal 10% verplicht en bij slechts 3% van alle leningen was een eigen inbreng van 5% voldoende.

    In veel gevallen werd de hypotheek verstrekt met een garantie van de ouders, als extra zekerheid voor het geval de hypotheek niet meer betaald kan worden. Mensen die een huis willen kopen en daarbij maar weinig eigen geld kunnen inleggen betalen een aanzienlijk hogere rente op het geleende bedrag dan wanneer 20 tot 25% van de prijs van het huis al door de eigenaar bekostigd kan worden.

    Volgens Mark Harris, hypotheekadviseur van SPF Private Clients, heeft de extreem lage rente gezorgd voor ongekend goedkope hypotheken. Het bedrag dat als hypotheeklening verstrekt wordt aan nieuwe huizenkopers trekt om die reden iedere maand aan. “Desondanks blijft er voor starters een barriere bestaan op de huizenmarkt, omdat die eerst vaak tienduizenden ponden op tafel moeten leggen om de financiering voor hun eerste huis rond te krijgen. Funding for Lending (zie deze site voor uitleg) zou het dit jaar makkelijker moeten maken om hypotheek te  geven, omdat de rente omlaag kan en er minder eigen geld ingelegd hoeft te worden”, aldus Harris.

    Volgens Peter Rollings, makelaar van Marsh & Parsons, zorgen de stijgende huizenprijzen en de goedkopere en makkelijker te krijgen hypotheken voor optimisme op de huizenmarkt. “Als de goedkopere leningen die mogelijk zijn dankzij het Funding for Lending Scheme hun weg vinden naar starters op de woningmarkt, dan zal het aantal transacties op de woningmarkt weer opveren en zal het verschil in de stijging van de huizenprijzen in Londen en in de rest van Engelad verkleind worden”, aldus Rollings.

    Vluchthaven

    De laatste cijfers over de Britse huizenmarkt laten zien dat de prijzen enorm zijn gestegen in bepaalde rijkere buurten van Londen. Deze stijging kan voor een belangrijk deel toegewezen worden aan vermogende particulieren uit het buitenland, die een veilige haven zoeken voor hun geld. Woningen en appartementen op toplocaties in Londen worden door deze vermogende personen gezien als iets dat zijn waarde weet te behouden in deze moeilijke economische tijden. In Kensington & Chelsea stegen de huizenprijzen in 2012 met 16%, in Westminster werden woningen 15% duurder en in Hammersmith en Fulham steeg de gemiddelde prijs met 10%. Binnen Londen lopen de huizenprijzen ook sterk uiteen, van gemiddeld 215.000 in Barking & Dagenham tot gemiddeld £1,1 miljoen in Kensington en Chelsea.

    Bubbel?

    Als ik dit bericht op de site van de BBC zo lees krijg ik er sterk het gevoel bij van een bubbel. De Bank of England jaagt de huizenmarkt aan met goedkoop krediet en een speciaal Funding for Lending programma, zodat de huizenmarkt kan 'genieten' van een nieuwe instroom van geld. De huizenprijzen worden verder opgedreven met meer krediet, precies de reden waarom het in zoveel andere landen al mis ging of mis dreigt te gaan.

    Huizenprijzen stegen in Londen sneller dan in rest van Engeland. Van een leeglopende zeepbel is (nog) geen sprake (Bron: ERC)

  • Paul Craig Roberts: “Hyperinflatie in de VS kan elk moment komen”

    Volgens Paul Craig Roberts ligt er een toekomst voor ons waarin de wereld de Amerikaanse dollar niet meer beschouwt als een waardevaste valuta. “Mensen zullen Walmart binnen lopen en plotseling denken dat ze in Neiman Marcus (een zeer exclusieve winkel in de VS) zijn, omdat de prijzen opeens zoveel zijn gestegen”, aldus Roberts. Volgens hem wordt hyperinflatie niet direct veroorzaakt door het drukken van geld, maar is het er een indirect gevolg van. De 'trigger' voor het in gang zetten van hyperinflatie is het wegvallen van steun voor de valuta door buitenlandse bezitters van die valuta, aldus Roberts. Dat was in de geschiedenis keer op keer de oorzaak van hyperinflaties.

    Volgens Roberts heeft Amerika lang het voordeel gehad dat hun munt functioneerde als wereldreservemunt, waardoor de hele wereld die valuta gebruikte voor inteationale handel. Omdat Amerika het monopolie heeft op het creëeren van dollars en het buitenland de munt jarenlang accepteerde kon Amerika haar inflatie voor een groot gedeelte exporteren naar de rest van de wereld. In plaats van dat Amerika overspoeld werd met dollars kwam het geld vooral terecht bij de handelspartners van de VS. Die stuurden de dollars terug naar het Amerikaanse ministerie van Financiën, in ruil voor staatsobligaties die een rentevergoeding opleverden.

    Amerika heeft zichzelf de afgelopen decennia in een hoek gezet, zo betoogt Roberts. Decennia lang werden banen verplaatst naar lagelonenlanden, zoals veel landen in Azië. Tegelijkertijd werden mensen meer afhankelijk gemaakt van de overheid, die steeds meer kosten maakte om de verzorgingsstaat overeind te houden. De financiële crisis van 2008 wees uit dat deze combinatie van factoren een begrotingsprobleem heeft opgeleverd dat vrijwel niet meer opgelost kan worden. De noodzakelijke bezuinigingen zijn politiek niet te verkopen.

    Het enige kant die Amerika nu nog op kan is het vooruitschuiven van de problemen door monetisering van schulden. De Federal Reserve koopt al bijna permanent staatsobligaties en hypotheekleningen op met nieuw geld, waardoor het vertrouwen in de dollar verder onder druk is komen te staan. Het opzettelijk uithollen van de koopkracht van de dollar is volgens Roberts alleen vol te houden zolang de buitenlandse bezitters van dollars (en andere in dollars genoteerde beleggingen) hun posities blijven vasthouden. Zodra ze massaal hun dollars dumpen en ze uiteindelijk alleen nog maar in Amerika gebruikt kunnen worden zal de geleidelijke waardedaling van de dollar omslaan in hyperinflatie.

    Het volledige interview van Greg Hunter (USAWatchdog) met Paul Craig Roberts ziet u hieronder.