Categorie: Columns

  • Column: Tegenpartijrisico

    Column: Tegenpartijrisico

    Een van de belangrijkste eigenschappen van goud is dat het geen tegenpartij risico kent. Het staat op zichzelf en heeft door de eeuwen heen haar reputatie opgebouwd als een stabiele vorm van vermogen. Wie fysiek goud bezit kan dat aan iedereen in de wereld verkopen in iedere denkbare valuta. Het is een manier om je als individu of als land minder afhankelijk te maken van de grillen van financiële instellingen en overheden.

    De waarde van goud is blijvend, maar wordt door de meeste mensen pas gezien in tijden van crisis. Pas in een crisis komen beloftes van banken en overheden onder druk te staan. Kun je nog wel bij je spaargeld als je bank failliet gaat? Kunnen centrale banken de koopkracht van een euro of een dollar garanderen? Kun je erop vertrouwen dat de overheid haar beloftes ten aanzien van de pensioenvoorzieningen nakomt?

    Over dit soort zaken wordt maar weinig nagedacht in tijden van voorspoed. Dat is logisch, want als de economie groeit gaan de meeste mensen erop vooruit. Men ziet de toekomst met vertrouwen tegemoet en denkt dus niet zoveel na over negatieve scenario’s.

    Goud is geen belofte

    De tijd waarin we nu leven vraagt om een andere aanpak. Centrale banken hebben steeds meer moeite om het geldsysteem onder controle te houden, terwijl het gemiddelde besteedbare inkomen in veel Westerse landen stagneert. De inkomens en de waarde van onze huizen stijgen, maar de kosten van levensonderhoud gaan net zo hard omhoog.

    Volgens ECB-president Draghi heeft de euro prijsstabiliteit gebracht, maar in de afgelopen tien jaar steeg de prijs van een biertje in de kroeg van €1,71 naar €2,43. Ook andere boodschappen en vaste lasten als zorguitgaven, woonlasten en energie zijn de afgelopen jaren sterk toegenomen. Prijsstabiliteit voor centrale banken moeten we eerder interpreteren als een stabiele inflatie, niet als stabiele prijzen.

    Wanneer overheden en centrale banken hun afspraak met de burger niet meer kunnen nakomen is het tijd om het heft in eigen hand te nemen. Dat is ook de reden dat steeds meer individuen en landen de waarde van goud opnieuw beginnen te ontdekken. Wanneer pensioenfondsen moeten korten en spaargeld geen rente meer oplevert wordt het kopen van goud een rationele keuze.

    Goud heeft de afgelopen decennia grote prijsschommelingen gekend, maar over de lange termijn heeft het edelmetaal een uitstekend rendement opgeleverd. Sinds 1971 is de prijs van goud met gemiddeld 8% op jaarbasis gestegen. En dat voor een vorm van vermogen zonder faillissementsrisico of tegenpartijrisico. Blijft u nog sparen in niet renderende schulden? Of liever in tastbaar bezit?

    Deze column verscheen eerder op Goudstandaard




  • Nieuwe kans voor de depositobank?

    Vorige week publiceerde de Wetenschappelijke Raad voor Regeringsbeleid (WRR) een uitvoering rapport over de werking van ons geldsysteem. Aanleiding voor dit rapport was burgerinitiatief ‘Ons Geld’, dat het onderwerp van geldschepping op de maatschappelijke en politieke agenda wist te zetten. Hun voorstel om geldschepping in publieke handen te brengen verzamelde 120.000 handtekeningen. Daarop volgde een Kamerdebat en een verzoek aan de WRR om ons huidige geldsysteem tegen het licht te houden.

    Ook in de samenleving wist burgerinitiatief ‘Ons Geld’ het onderwerp in de kijker te zetten. Denk bijvoorbeeld aan de succesvolle theatervoorstelling ‘Door de bank genomen’ op initiatief van George van Houts. Deze voorstelling, die de scheve machtsverhouding tussen bank en burger in beeld bracht, trok meer dan 90.000 bezoekers.

    Hoe kunnen we ons geldsysteem duurzamer maken?

    Een kleine vier jaar na de première van deze voorstelling komt de raad met aanbevelingen over hoe we het geldsysteem duurzamer kunnen maken. Het driehonderd pagina’s dikke rapport beschrijft in hoofdlijnen de werking van ons op krediet gebaseerde geldsysteem. Ook legt het uit hoe ons geldsysteem door technologische en maatschappelijke ontwikkelingen stap voor stap geëvolueerd is.

    Het gaat te ver om de volledige inhoud van het rapport hier te bespreken, maar de aanbevelingen zijn zeker interessant te noemen. Een van die aanbevelingen is dat er meer diversiteit in de financiële sector moet komen, zodat de burger echt wat te kiezen heeft.

    De afgelopen decennia zijn er door verschillende fusies en overnames steeds minder banken overgebleven, met als resultaat dat de drie grootste banken inmiddels een marktaandeel van 75% vertegenwoordigen. Traditionele spaarbanken zijn verdwenen of volledig opgegaan in de drie grote banken, die qua structuur erg veel op elkaar lijken. Daardoor heb je als consument niet veel keuze meer.

    Een bijkomend probleem van de machtsconcentratie in de bankensector is dat de banken erg groot zijn geworden ten opzichte van de economie. Daardoor is er een scheve machtsverhouding ontstaan. Komt een bank als de Rabobank, ING of ABN Amro in de problemen, dan zal de overheid moeten ingrijpen om een bankencrisis te voorkomen.

    Tijd voor een depositobank?

    Om daadwerkelijk meer diversiteit in de financiële sector te brengen zou er volgens de WRR een nieuw, publiek verankerd, alternatief moeten komen voor de gevestigde banken. Een soort depositobank, die zich alleen met sparen en betalen bezighoudt. Een dergelijke bank, die volledig gedekt wordt door reserves bij de centrale bank, zou spaarders kunnen aanspreken die minder risico willen lopen. De aanwezigheid van een dergelijk alternatief een disciplinerende werking hebben op andere banken en hun dominante positie verkleinen, zo concludeert de WRR.

    Het idee van een depositobank is de laatste jaren al uitvoerig besproken, maar de Europese wetgeving vormt nog altijd een obstakel. Sinds de financiële crisis van 2008 hebben de landen van het Eurosysteem verschillende afspraken gemaakt over harmonisering van het depositogarantiestelsel. Zo kan een bank niet aan het betalingsverkeer deelnemen zonder mee te doen aan dit garantiestelsel. Dat betekent dat ook een veilige depositobank met een volledige dekking van reserves bij de centrale bank moet meebetalen aan deze verzekering.

    Hervorm het depositogarantiestelsel

    De aanbeveling van de WRR om een veilige spaarbank op te richten is een stap in de goede richting, maar het idee zal niet van de grond komen zo lang de spelregels niet veranderen. De voorbereidingen voor een Europees depositogarantiestelsel bieden een mooie gelegenheid om het speelveld geschikt te maken voor veilige spaarbanken. Banken waar je veilig je geld kunt stallen en betalingen kunt doen, zonder mee te betalen aan een garantiefonds voor banken die wél financiële risico’s nemen.

    Door depositobanken een vrijstelling te geven voor het depositogarantiestelsel kun je een nieuw marktsegment bedienen van klanten die veiligheid belangrijker vinden dan rendement. Ook kan de introductie van depositobanken in heel Europa een bijdrage leveren aan de financiële stabiliteit. Het remt de kredietverlening af en dwingt kredietverlenende banken om minder risico’s te nemen. Zo valt er weer wat te kiezen voor de spaarder.

    Deze column verscheen eerder op Goudstandaard




  • Waarom voelt de wereldeconomie zo kwetsbaar aan?

    Wereldwijd gaan de aandelenkoersen weer omhoog en veel beleggers halen waarschijnlijk opgelucht adem. De gevreesde correctie lijkt alweer ten einde. De opluchting is begrijpelijk, maar dat wil niet zeggen dat er geen reden meer is om zich meer dan zo nu en dan serieus zorgen te maken. Zoals de zaken zich nu laten aanzien lijkt de wereldeconomie op weg naar een milde cyclische vertraging. Dat neemt echter niet weg, dat de wereld kampt met structurele problemen die zowel een lange termijn karakter hebben als een cyclische.

    Volgens de sterrenwichelaars van de OECD bereikte de wereldwijde expansie in november van 2018 zijn piek. In 2018 zal het globale bbp volgens deze zieners met 3,7% groeien om in 2019 en 2020 te vertragen naar 3,5%. Als de OECD gelijk krijgt, dan gaat de wereld een extreem zachte landing tegemoet en dat mag geen problemen opleveren. Het zou een neergang volgens het boekje betekenen. De economische cyclus in de geavanceerde economieën is al op leeftijd en van ‘excess capacity’ is geen sprake meer. Centrale banken hebben hier hun beleid verkrappend op aangepast. Er hoeft echter niet al te hard op de rem getrapt te worden, want de inflatie is laag en dan kan de rente ook laag blijven. Ondanks de recente correctie op de aandelenbeurzen zijn waarderingen nog steeds fors te noemen. Er is met andere woorden weinig dat wijst op de komst van een wereldwijde harde recessie.

    Harde of zachte landing?

    Zoals zo vaak, schuilt er echter een addertje onder het gras. Vooraanstaande stemmen benadrukken dat er voor de korte termijn weinig grote problemen te bespeuren zijn, maar voor de lange termijn des te meer. Ze wijzen daarbij op sterk uiteenlopende trends in productiviteit en op de lange termijn schuldencyclus. Productiviteit moet dan gezien worden in het licht van verschuivingen in de economische machtsverhoudingen, de groeiende ongelijkheid, het ineenstorten van de werkgelegenheid in de industrie, de opkomst van de digitale economie en de spaaroverschotten in de afgelopen decennia. De lange termijn schuldencyclus, die versnelde vanaf de jaren tachtig van de vorige eeuw, is de uitkomst van pogingen om de sociale en economische gevolgen van die veranderingen in de hand te houden.

    Anno 2019 beginnen we de gevolgen van die structurele verschuivingen meer en meer aan den lijve te ondervinden in de vorm van groeiend nationalisme en populisme. Ook de Brexit, president Trump, de handelsoorlog tussen de VS en China vinden hier hun oorsprong. De lange termijn kredietcyclus bereikte zijn voorlopig hoogtepunt in de vernietigende financiële crisis van 2007-2008. China, dat een reddend anker uitwierp in die moeilijke jaren, heeft zodoende zijn lange termijn schuldencyclus zien versnellen en lijkt nu de grenzen van schuldgroei bereikt te hebben.

    Daarmee zijn we er nog niet. De omvangrijke verschuivingen op wereldschaal bergen nog meer gevaren in zich. Het is nog maar de vraag of het nu nog mogelijk is om een wereldwijde recessie gecoördineerd te lijf te gaan? Een ander reëel gevaar is, dat het geleidelijk verpulveren van de huidige politieke orde in de wereld op zich al voor een economische disruptie gaat zorgen. Een instorten van de wereldhandel kan een zo’n disruptie tot gevolg hebben.

    Wereldwijde schulden zijn verder toegenomen na crisis van 2008 (Bron: Financial Times)

    Kwetsbaarheid blijft

    Uiteindelijk hoeven we ons weinig zorgen te maken over een mogelijke korte termijn vertraging. Die is waarschijnlijk bescheiden van omvang en dat laat zich wel managen. Het draait uiteindelijk allemaal om de context waarbinnen die korte termijn cyclische vertraging plaatsvindt. Dat is er een van grote politieke en beleidsmatige onzekerheden, gekoppeld aan een uitputting van verantwoorde mogelijkheden om de kredietverlening te versterken. Wanneer die mogelijkheden niet meer voor handen zijn, dan kan zelfs een bescheiden vertraging onverhoopte gevolgen hebben.

    De wereld is kwetsbaar geworden en er zijn nog geen mechanismes ontwikkeld om deze kwetsbaarheid te bestrijden. Gelet op het huidig politieke klimaat in de wereld ziet het er ook niet naar uit dat die mechanismes er op afzienbare tijd zullen komen. Wie zich zorgen wil maken, moet zich daar zorgen over maken. Het betekent ook, dat de centrale banken geen wapens meer hebben om een recessie te bestrijden. Het standaard antwoord op een recessie is immers om de rente te verlagen. Voor bijvoorbeeld de Fed zou dat beteken dat de korte rente verlaagd moet worden naar pakweg -2,5%. De ECB en de Bank van Japan zouden nog verder moeten gaan. Alleen de People’s Bank of China heeft meer ruimte om te manoeuvreren. Het is alleen de vraag of het verstandig is om de uit de hand gelopen kredietverlening van de laatste decennia opnieuw nieuw leven in te blazen.

    Cor Wijtvliet

    corwijtvliet-logo

    Deze bijdrage is afkomstig van www.corwijtvliet.nl

    Tot slot:

    • Hebt u opmerkingen en/of vragen? Mail ze gerust aan: [email protected]
    • Of via mijn twitteraccount: @wijtvliet
    • Voor meer door mij geschreven artikelen bezoekt u mijn website: www.corwijtvliet.nl
    • Of bezoek www.Beurshalte.nl      
    • Ontvangt u het Cor Wijtvliet Journaal niet rechtstreeks? Abonneert u zich dan hier!

    Vindt u deze columns van Cor Wijtvliet interessant, dan kunt voor €25 per jaar donateur worden van het CorWijtvlietJournaal. Ook kunt u een geheel vrijwillige bijdrage overmaken naar NL14RABO0156073676, ten name van Wijtvliet Research.

    Donateurs krijgen niet alleen zonder vertraging het CorWijtvlietJournaal in hun mailbox, maar kunnen ook rekenen op een wekelijkse extra nieuwsbrief met vijf beleggingstips van Cor Wijtvliet. Neem voor meer informatie contact op met Cor Wijtvliet via het hierboven genoemde mailadres.




  • 2019 wordt een moeilijk jaar voor Europa

    Tijdens de feestdagen mag je vaststellen dat er voor Europa weinig te vieren valt. De politieke verhoudingen laten zeer te wensen over, de economie lijkt in een steeds lagere versnelling te raken. Dat verhindert de ECB niet om toch door te gaan met de geleidelijke afbouw van de inkoop van obligaties. Mocht er alsnog iets misgaan, dan lijkt de ECB ervoor te kiezen steun te verlenen door banken heel goedkoop funding aan te bieden. Desondanks lijkt 2019 een jaar te worden, dat het uiterste zal vergen van de actieve fondsmanager. Loop het rijtje maar eens af! De euro, overheidspapier, bankaandelen, het zijn alle drie potentiële bronnen van veel zorgen en ellende.

    Vooral de politiek zal de aandacht van de fondsmanager vereisen. Met het gedoe rondom het Italiaans schatkistpapier nog vers in het geheugen moeten beleggers vrezen dat het recente gekrakeel tussen Rome en Brussel slechts het begin zal zijn van een reeks van botsingen, waarbij de houdbaarheid van de schuldenlast centraal staat. Nog pas enkele weken geleden nam de Franse president Macron de aftrap met zijn belofte de publieke uitgaven fors op te schroeven om aan de protesten van de gele hesjes tegemoet te komen. In veel Europese landen zijn gele hesjes actief en veel overheden lijken steeds gevoeliger voor hun protesten.

    Hogere rente staatsleningen

    Voor de obligatiemarkten was de toegeeflijkheid van de Franse president een zeer onplezierige verrassing. Die tonen zich allergisch voor fiscale soepelheid in tijden van afnemende groei, terwijl er amper of geen structurele hervormingen op nationaal of regionaal hebben plaatsgevonden. Dat brengt het risico met zich mee dat de spread op overheidspapier alleen maar groter wordt. Dalende obligatieprijzen werken ook door in de balans van banken. Niemand zit te wachten op een verzwakking van de bankensector die nog steeds de problemen uit de crisisjaren 2012 – 2014 niet helemaal te boven zijn.

    De potentiële problemen rondom de euro lijken complexer. Op zich zou een verkrappend beleid gunstig uitwerken op de euro. Daar staat tegenover dat een mogelijk vertragende groei in 2019 en 2020, zoals voorzien door de ECB, de voordelen van het verkrappend beleid teniet zullen doen. Een mogelijke harde Brexit en een grote gevoeligheid voor de wereldhandel zijn evenmin plussen voor de euro. Misschien dat de euro weer wel kan profiteren van een verzwakkende Amerikaanse dollar. De vaart raakt eruit in de VS en de inflatieverwachtingen nemen sterk af. De Fed heeft al laten doorschemeren dat er in 2019 geen verdere renteverhogingen in het verschiet liggen. Die lijken meer kwaad dan goed te kunnen doen. Dat alles zou voldoende moeten zijn om de steun voor de dollar in de loop van 2019 af te laten nemen en daarmee de steun voor de euro te kunnen laten toenemen. Die verwachting is af te lezen aan de consensus schattingen voor de EUR/Dollar. De euro moet aan het einde van 2019 ongeveer $1,20 waard zijn tegen $1,14 op het moment van schrijven.

    Wordt 2019 een moeilijk jaar?

    Het zal voor de fondsmanagers een hele opgave zijn te voorspellen in welke richting de diverse asset prijzen gaan bewegen nu de grootschalige steunaankopen gaan ophouden. Dat is zeker ook te wijten aan de vele onzekerheden die op economisch en politiek terrein spelen. Maar ondanks de stevige verkopen van aandelenportefeuilles lijkt het erg voorbarig te veronderstellen dat het einde van de kwantitatieve verruiming al is ingeprijsd in de koersen. Dat betekent meer volatiliteit op Europese beurzen en verdere koersdalingen in 2019!

    Het einde van de kwantitatieve verruiming biedt daarmee de actieve fondsmanager wel de kans om zijn toegevoegde waarde te bewijzen. Keer op keer klaagde hij, dat de verruimingsprogramma’s de prijs van alle assets dezelfde kant op bewogen. Dat was ideaal voor de buy and hold strategieën van de passieve fondsen. Het komende jaar zal weer het jaar zijn waarin wederom gedifferentieerd kan worden tussen duur en goedkoop en tussen goed en slecht. Maak het maar waar!

    Cor Wijtvliet

    corwijtvliet-logo

    Deze bijdrage is afkomstig van www.corwijtvliet.nl

    Tot slot:

    • Hebt u opmerkingen en/of vragen? Mail ze gerust aan: [email protected]
    • Of via mijn twitteraccount: @wijtvliet
    • Voor meer door mij geschreven artikelen bezoekt u mijn website: www.corwijtvliet.nl
    • Of bezoek www.Beurshalte.nl      
    • Ontvangt u het Cor Wijtvliet Journaal niet rechtstreeks? Abonneert u zich dan hier!

    Vindt u deze columns van Cor Wijtvliet interessant, dan kunt voor €25 per jaar donateur worden van het CorWijtvlietJournaal. Ook kunt u een geheel vrijwillige bijdrage overmaken naar NL14RABO0156073676, ten name van Wijtvliet Research.

    Donateurs krijgen niet alleen zonder vertraging het CorWijtvlietJournaal in hun mailbox, maar kunnen ook rekenen op een wekelijkse extra nieuwsbrief met vijf beleggingstips van Cor Wijtvliet. Neem voor meer informatie contact op met Cor Wijtvliet via het hierboven genoemde mailadres.




  • De belegger is op zoek naar de nooduitgang

    Aan het eind van 2017 deed het op de internationale beurzen weer weldadig aan. In alle belangrijke regio’s van de wereld groeide de economie gestaag. Het beleid van centrale banken was nog steeds mild tot zeer mild te noemen, waardoor de rente overal ter wereld laag bleef.

    In een jaar tijd kan echter veel veranderen. Al in februari tuimelden totaal onverwacht wereldwijd de koersen. Al snel volgde herstel en beurzen leken op weg naar nieuwe records. Toch bleef onderhuids de twijfel knagen. In de VS verhoogde de Fed met een zekere regelmaat de rente en op politiek gebied groeiden internationaal de spanningen. In oktober konden beleggers hun twijfel niet langer de baas en tuimelden de koersen opnieuw en sindsdien overheerst de volatiliteit op de beurzen.

    Dat begint zijn tol te eisen. Het rendement op kortlopend Amerikaans schatkistpapier heeft een niveau bereikt dat overeenkomt met het gemiddelde rendement van de wereldwijde obligatiemarkten. Dat is voor de eerste keer sinds de financiële crisis. Afgelopen week steeg het rendement op de driemaands Treasury naar een niveau van 2,42%. Dat rendement is al bezig aan een opmars sinds de Fed in 2015 aankondigde de rente te gaan verhogen. Het huidig rendement is het hoogste in meer dan 11 jaar. Voor beleggers is de driemaands Treasury nagenoeg hetzelfde als cash.

    Rente op veilige staatsleningen even hoog als die van bedrijfsobligaties (Bron: Financial Times, Bloomberg)

    Sentiment beleggers slaat om

    De aanhoudende stijging van dit rendement is tekenend. Het rendement op obligaties is sinds het midden van 2016 geleidelijk gaan stijgen. Een verkrappend beleid van de Fed en een breed wereldwijd economisch herstel waren de belangrijkste aanjagers. Maar het sentiment is duidelijk omgeslagen als we kijken naar de trend in de Bloomberg Barclays Multiverse Index. Dit is de brede benchmark voor obligaties uitgegeven door overheden en landen overal ter wereld. Het rendement daalde afgelopen week naar 2,41%.

    Het ziet er met andere woorden naar uit dat 2018 het jaar van de omslag is. In dit jaar is het beleid van de Fed van verruimend definitief verkrappend geworden en de ECB is ook druk doende de eerste stappen in die richting te zetten. Het resultaat van deze fundamentele beleidswijziging is dat Treasury Bills inmiddels een hoger rendement genereren dan aandelen, obligaties en grondstoffen. Als de schijn niet bedriegt dan kan dit in 2019 ook het geval zijn. Als dit het geval is, wordt 2019 een moeilijk jaar voor de financiële markten. Beleggers hebben immers een duidelijke voorkeur voor cash. Het betekent niet meer of minder dan dat beleggers allesbehalve bereid zijn om risico’s te lopen.

    Belegger mijdt risicovolle beleggingen

    Dat beleggers steeds meer risico’s uit de weg gaan, blijkt ook uit ontwikkelingen op de markt voor bedrijfsobligaties. De beleggers zien de rentekosten voor bedrijven oplopen, terwijl de kwaliteit van het papier verslechtert. In de VS heeft al 25% van de junk bonds een B-waardering of lager, tegenover 17% vier jaar geleden. Volgens kredietbeoordelaar S&P is dit het hoogste percentage sinds het rampjaar 2009.

    Veel papier met de laagste waardering is alleen maar op de markt gekomen, omdat in de afgelopen jaren beleggers wanhopig op zoek waren naar rendement. Het vervelende voor bezitters van dit papier is de sterk toegenomen kans dat het misgaat met de uitgevers ervan. Maar ook het wantrouwen ten aanzien van investment grade papier neemt snel toe. Daarom eisen beleggers een premie voor het bezit ervan. Dat vertaalt zich in een oplopende spread tussen investment grade bedrijfsobligaties en overheidspapier dat zeer weinig risico wordt toegedicht.

    De Bank of America Merryl Lynch fixed income Indices laten zien dat de spread naar 149 basispunten is toegenomen, tegenover 87 basispunten in februari. Naarmate de kwaliteit van de bedrijfsobligatie slechter wordt, loopt de spread verder op. De spread voor Triple C-schuldpapier is sinds september met 257 basispunten omhoog gesneld. De huidige pieken liggen echter nog steeds onder de piek van 2014 – 2015. Toen stortte de oliemarkt in. Ook liggen de pieken nog steeds onder het niveau van de zomer van 2011, toen de markt heftig in beweging was.

    Dat laatste mag een geruststelling heten, maar dat is ook alles. De sombermannen onder de analisten voorzien dat overheidspapier in 2019 misschien 1% rendement gaat opleveren, aandelen waarschijnlijk niets.

    Cor Wijtvliet

    corwijtvliet-logo

    Deze bijdrage is afkomstig van www.corwijtvliet.nl

    Tot slot:

    • Hebt u opmerkingen en/of vragen? Mail ze gerust aan: [email protected]
    • Of via mijn twitteraccount: @wijtvliet
    • Voor meer door mij geschreven artikelen bezoekt u mijn website: www.corwijtvliet.nl
    • Of bezoek www.Beurshalte.nl      
    • Ontvangt u het Cor Wijtvliet Journaal niet rechtstreeks? Abonneert u zich dan hier!

    Vindt u deze columns van Cor Wijtvliet interessant, dan kunt voor €25 per jaar donateur worden van het CorWijtvlietJournaal. Ook kunt u een geheel vrijwillige bijdrage overmaken naar NL14RABO0156073676, ten name van Wijtvliet Research.

    Donateurs krijgen niet alleen zonder vertraging het CorWijtvlietJournaal in hun mailbox, maar kunnen ook rekenen op een wekelijkse extra nieuwsbrief met vijf beleggingstips van Cor Wijtvliet. Neem voor meer informatie contact op met Cor Wijtvliet via het hierboven genoemde mailadres.




  • Bestuurlijke elite versus ‘gele hesjes’

    Exegese, tekstuitleg, is een vak apart. Een tekst die van invloed is op hoe mensen samenleven kan op zeer veel verschillende manieren worden geïnterpreteerd. De geschiedenis leert dat religies, ideologieën en denkscholen dan ook vaak afsplitsingen kennen van mensen die grondteksten anders interpreteren. In onze tijd lezen we veel minder, we leven meer in beelden. Maar ook beelden, als ze er voor ons toe doen, worden verschillend geïnterpreteerd.

    Zo blijkt de onvrede van de ‘gele hesjes’ vele oorzaken te hebben. Voor ieder wat wils, zowel bij de voor- als tegenstanders. Toch is er met wat meer afstand bezien wel iets over te zeggen. De gemene deler is een geventileerde onmacht om economisch verder te komen in het leven en een politieke roep om te worden gehoord.

    Banken

    Twee instituties in onze samenleving spelen hierbij een belangrijke rol, banken en overheden. De afgelopen decennia is bij beiden een beweging geweest waarbij de directe band met ‘gewone’ mensen sterk is verminderd. Banken kenden tot de negentiende eeuw een directe band met hun klanten. Pas als een bank te vertrouwen was, stalden mensen er het geld dat ze niet hoefden te besteden aan huishoudelijke zaken. Als de bank dit geld, met toestemming, uitleende aan een ondernemer die er meer van kon maken door een succesvolle investering, ging de bank over tot het vergoeden van rente.

    “Twee instituties in onze samenleving spelen hierbij een belangrijke rol, banken en overheden.”

    Vanaf het moment dat de overheid vorige eeuw overging tot het garanderen van het spaargeld bij banken, depositogarantie, hoefden mensen niet meer op te letten op de soliditeit van de bank. Banken leverden op deze manier aan de ene kant vrijheid in, want ze moesten voldoen aan overheidsregels en toezicht hierop, maar aan de ander kant konden ze vrijelijk beschikken over het spaargeld en hadden ze het rijk alleen omdat er de facto een bankkartel ontstond.

    Toen banken in de jaren negentig van de vorige eeuw ook nog eens steeds meer gebruik gingen maken van de internationale geldmarkt om geld te lenen, raakte de band met de spaarder nog meer op de achtergrond. Banken groeiden, bankiers gingen zich gedragen als prima-donna’s en in het straatbeeld verdwenen de bankkantoren als sneeuw voor de zon, omdat persoonlijk klantcontact inefficiënt en duur was. Wat erop volgde waren seriële bubbels, economische stagnatie na het inklappen ervan en economische ongelijkheid.

    Overheden

    Eenzelfde ontwikkeling, hier een lossere band met de belastingbetaler, hebben we zien ontstaan bij overheden. Tot de negentiende eeuw moest de overheid met de pet in de hand naar de belastingbetaler om geld op te halen voor publieke uitgaven. Als het ambitieniveau te hoog was, kwam het volk in opstand. De directe band tussen edelmetaal en geld zorgde ervoor dat het overheidsbudget werd beteugeld.

    “De directe band tussen edelmetaal en geld zorgde ervoor dat het overheidsbudget werd beteugeld.”

    Om de belastingbetaler te omzeilen, werd geregeld gegrepen naar het manipuleren van de geldvoorraad. De monetaire geschiedenis staat vol met verhalen over het illegaal verminderen van het edelmetaalgehalte van in omloop zijnde munten. Zo heet een bepaalde munt uit het middeleeuwse Engeland bijvoorbeeld ‘oude koperneus’, omdat de kern van de munt met het goedkopere koper werd geslagen. Dit werd door het dagelijks gebruik van de munt ontdekt: omdat de neus van de vorst op de munt uitstak, sleet het zilverlaagje precies op dat gedeelte snel af.

    Praktische redenen zorgden ervoor dat gouden en zilveren munten geleidelijk uit het straatbeeld verdwenen. Centrale banken gingen voorraden goudbaren aanhouden ter dekking van het uitstaande papiergeld. Deze praktijk schepte echter nieuwe mogelijkheden voor overheden om meer geld uit te geven dan via belastinggeld werd geïnd. Zo werd het centrale banken toegestaan om naast een goudvoorraad ook staatsleningen aan te houden als tegenwaarde van het uitstaande papiergeld.

    “Overheden konden geld lenen op de kapitaalmarkt zonder zich nog direct te hoeven wenden tot de belastingbetaler.”

    Nog weer later, in de jaren negentig van vorige eeuw, werd het commerciële banken toegestaan om staatsleningen te gebruiken als onderpand bij financiële transacties. Door groei van de banken en de mondiale financiële markt nam de vraag naar deze staatsleningen toe. Overheden konden geld lenen op de kapitaalmarkt zonder zich nog direct te hoeven wenden tot de belastingbetaler. Die hoeft nu alleen nog maar de garant te staan voor het doorrollen of afbetalen van de staatslening. Ondertussen beslist de politiek over ingrijpende zaken zonder dat mensen er echt invloed op uit kunnen oefenen.

    Door bovenstaande modus operandi heeft de bestuurlijke elite zich losgezongen van het leven van ‘gewone’ mensen. Het is velen van hen niet meer gegeven om mee te delen in de welvaart en inspraak te hebben in de politiek. Met hun gele hesjes geven zij nu uiting aan een diep gevoel van onvrede, onmacht en onrechtvaardigheid.

    Sander Boon, politicoloog

    Deze column verscheen eerder op Geotrendlines




  • Het grote bedrijfsleven moet op de schop

    De corporate, de naamloze vennootschap onder aandelen is beslist een zeer succesvolle uitvinding. De corporate staat voor streng geleid en zeer competitief. Het gaat misschien wat ver, maar zonder de corporate, zonder de NV, was de economische ontwikkeling in dit deel van de wereld minder indrukwekkend geweest. Ondanks het onmiskenbare succes van deze organisatievorm neemt de kritiek sinds het uitbreken van de financiële crisis op de corporate stevig toe.

    In een aanzwellende stroom boeken worden de gebreken en tekortkomingen uitvoerig belicht. Recente voorbeelden daarvan zijn Prosperity van Colin Mayer en the Myth of Capitalism van Jonathan Tepper en Denise Hearn. De kern van de kritiek is dat de leiding van de corporate bestaat uit sociopaten die feitelijk alleen geïnteresseerd zijn in de koers van het aandeel en in hun inkomen. Daar staat tegenover dat de prestaties van de doorsnee corporate op zijn best middelmatig zijn te noemen en erger nog door de corporates wordt geleidelijk aan de concurrentie uitgehold.

    Milton Friedman

    Veel auteurs hebben het in hun kritiek vooral voorzien op de econoom Milton Friedman. Die stelde in zijn geschriften dat het enige doel van een bedrijf is om winst te maken. Een bedrijf hoeft zich alleen aan de wet te houden en aan regelgeving. Vandaag de dag vertaalt zich dat in de plicht om zoveel mogelijk aandeelhouderswaarde te creëren. Uiteindelijk is alles terug te brengen tot de relatie van eigenaar (aandeelhouder) en de manager. Voor een man als Mayer oogt dit op papier allemaal heel leuk en aardig, maar niet in de praktijk. Een bedrijf dat alleen maar uit is op winst en nog meer winst. Die opstelling zal op den duur funeste gevolgen hebben. Hij voert daarvoor drie redenen aan.

    De eerste is in zijn ogen de belangrijkste. Winst kan nooit het ultieme doel van een bedrijf zijn. Winst is voorwaarde voor en uiteindelijk ook het resultaat van het bereiken van doelstellingen. Die doelstelling kan zijn auto’s fabriceren of informatie verspreiden. Als een bedrijf winst maken belangrijker vindt dan het bereiken van zijn oorspronkelijke doelstellingen, dan is de kans groot dat het in beide opzichten faalt.

    Wat was in de tweede plaats de doelstelling van de wetgever toen die de structuur van de NV bekrachtigde. Dat was niet dat de NV zoveel mogelijk winst zou maken, maar om zoveel mogelijk economische kansen te benutten. De NV-structuur moest het bovendien mogelijk maken meer op de lange termijn te denken en meer te kunnen focussen op innovatie.

    De derde reden is dat markten onvolledig functioneren, zeker als het om de lange termijn gaat. De wetenschap dat markten niet voldoende functioneren heeft gevolgen voor de wijze waarop een bedrijf functioneert. Als een bedrijf ervoor kiest om relationele contracten -en dus vertrouwen – te vervangen door expliciete contracten – en dus dwang – dan heeft dat gevolgen voor de doelstellingen van een bedrijf en wie het bedrijf feitelijk controleert.

    Hoe immers kan vertrouwen floreren als steeds opnieuw gesteld wordt dat een bedrijf er is om de belangen te dienen van diegenen die het minst gecommitteerd zijn. De controle is toevertrouwd aan diegenen met de minste kennis van de activiteiten van het bedrijf. Bovendien lopen zij ook nog het minste risico als het misgaat. Dit is uiteraard de beschrijving van de aandeelhouder van grote bedrijven waarvan de aandelen een wereldwijde spreiding kennen.

    Aandeelhouder

    De aandeelhouder is niet gecommitteerd, zoals bijvoorbeeld de werknemer gecommitteerd is of de toeleverancier of de plaatsen waar het bedrijf gevestigd is. De aandeelhouder kan bijna elke minuut van de dag van zijn engagement af. De aandeelhouder heeft weinig kennis van zaken, omdat hij niet rechtstreeks betrokken is bij de activiteiten van het bedrijf. In tegenstelling tot wat vaak beweerd wordt loopt hij ook weinig risico waar bijvoorbeeld de obligatiehouder dat risico wél heeft.

    Het onvoldoende functioneren van markten heeft als gevolg dat werknemers, toeleveranciers en de locaties de meeste risico’s lopen. De aandeelhouder kan zijn risico’s spreiden, maar hoe moet de doorsnee werknemer dat doen? Uiteindelijk loopt iedereen een risico door het opportunisme van de aandeelhouder met als gevolg dat het commitment erodeert. Tenslotte, het mantra van de maximalisatie van de aandeelhouderswaarde gekoppeld aan het onvermogen van de aandeelhouder om daadwerkelijk het management te controleren heeft tot onvoorziene uitwassen geleid.

    De beloning wordt niet langer bepaald door de mate waarop het management de originele doelstelling van het bedrijf waar maakt. Doorslaggevend voor de beloning zijn nu de koers van het aandeel en de boekhoudkundige winst. Beide elementen zijn zeer vatbaar voor manipulatie met als resultaat excessieve beloningen en chronische onderinvesteringen.

    Uiteindelijk luidt de conclusie steeds opnieuw dat het kapitalisme op zijn best matig functioneert. Herstelwerkzaamheden zijn hard nodig wil het geloof in de markteconomie niet verder eroderen. Afgelopen decennia is er te gemakkelijk en te lichtvaardig gedacht over de natuur en het doel van bedrijven. Er is bovendien te weinig aandacht besteed aan de markten waarbinnen bedrijven opereren. Hoe groter het bedrijf, hoe competitiever de markten horen te zijn. Het is uiterst twijfelachtig of dit nu het geval is. Dat wil zeggen dat niet alleen de grote corporates op de schop moeten, maar ook de betreffende markten. Er is heel veel werk aan de winkel.

    Cor Wijtvliet

    corwijtvliet-logo

    Deze bijdrage is afkomstig van www.corwijtvliet.nl

    Tot slot:

    • Hebt u opmerkingen en/of vragen? Mail ze gerust aan: [email protected]
    • Of via mijn twitteraccount: @wijtvliet
    • Voor meer door mij geschreven artikelen bezoekt u mijn website: www.corwijtvliet.nl
    • Of bezoek www.Beurshalte.nl      
    • Ontvangt u het Cor Wijtvliet Journaal niet rechtstreeks? Abonneert u zich dan hier!

    Vindt u deze columns van Cor Wijtvliet interessant, dan kunt voor €25 per jaar donateur worden van het CorWijtvlietJournaal. Ook kunt u een geheel vrijwillige bijdrage overmaken naar NL14RABO0156073676, ten name van Wijtvliet Research.

    Donateurs krijgen niet alleen zonder vertraging het CorWijtvlietJournaal in hun mailbox, maar kunnen ook rekenen op een wekelijkse extra nieuwsbrief met vijf beleggingstips van Cor Wijtvliet. Neem voor meer informatie contact op met Cor Wijtvliet via het hierboven genoemde mailadres.




  • Het wordt guur op de financiële markten

    Onzekerheid is al maanden troef op de internationale beurzen en afgelopen week werd heter niet beter op. Het vertrouwen bij beleggers is laag en ging donderdag 6 december nog verder omlaag na het bekend worden van de arrestatie van een topvrouw van het Chinese Huawei. Dit vooraanstaande Chinese bedrijf mag zich al langer verheugen in de bijzondere aandacht van Westerse geheime diensten. Die verdenken het bedrijf van digitale spionage.

    De arrestatie lijkt een nieuwe stap in de koude oorlog tussen China en de VS. Het ziet er naar uit dat het bereiken van een handelsovereenkomst tussen beide landen in het komende jaar een hels karwei wordt. Dat kan betekenen dat de prijzen voor diverse beleggingen onder steeds grotere druk komen. Dat kan verkeerd uitpakken voor bedrijven en het consumentenvertrouwen ondergraven, met alle gevolgen van dien voor de economie. Het is dus niet vreemd dat koersen wereldwijd tuimelden, zij het dat Wall Street zich in de loop van de dag enigszins herstelde. Geruchten dat de OPEC in Wenen niet de verwachte overeenkomst productiebeperking zou bereiken hielpen ook al niet. Koersen van energiefondsen gingen onderuit.

    Vlucht naar veiligheid

    De vlucht naar veiligheid heeft consequenties voor het afvlakken van de yield curve, zoals die recentelijk steeds nadrukkelijker zichtbaar werd. Nu beleggers zich en masse storten op bijvoorbeeld de Amerikaanse treasuries, gaat de yield over de hele curve gelijkmatig omlaag. Een ander belangrijk effect is, dat de obligatiemarkt er steeds minder rekening mee houdt dat de Fed in 2019 de rente nog verder gaat verhogen. Afgelopen donderdag zakte het niveau van een contract voor de januari 2020 Fed funds naar 2,55%. Aan het begin van de week bedroeg het rentepercentage nog 2,75% en een maand geleden nog bijna 3%. Dat is een forse verschuiving en is daarmee een aanwijzing dat het marktsentiment snel aan het verslechteren is.

    Het nagenoeg voorbije jaar is voor de belegger een slecht jaar geweest en het zou zomaar kunnen dat een groeiend aantal de handdoek in de ring gooit. Ze kiezen voor de veiligheid van het overheidspapier en laten aandelen en bedrijfsobligaties links liggen. Dat geldt trouwens niet voor het Italiaanse of Spaanse schatkistpapier. Daar hebben beleggers evenmin vertrouwen in. Ook veilige valuta als de yen en de Zwitserse franc winnen snel aan populariteit.

    Beurzen in 2018 op verlies

    De schade was aan het einde van donderdag groot. De S&P 500 stond weer in het rood voor heel 2018. De FTSE 100 sloot op het laagste niveau sinds september 2016 en dat gold ook voor de Europe Stoxx 600. In dit klimaat van onzekerheid is het begrijpelijk dat markten solide economische data uit de VS of waar vandaan dan ook gewoon negeren. Angst en onzekerheid overheersen. Het ziet er dan ook niet goed uit voor het einde van 2018. De kans op een eindejaar rally lijk bijzonder klein. Eerder het omgekeerde kan het geval zijn.

    Nu het einde van het jaar nadert zullen handelaren zich gedwongen zien om hun verlieslatende posities af te bouwen. Aandelen gaan in de aanbieding en de koers zal eerder verder wegzakken. Als dit scenario werkelijkheid wordt en de koersen stuiteren verder de diepte in, dan komen beleggers voor een groot dilemma staan: Is dit het begin van de gevreesde berenmarkt of is het een laatste buying opportunity? Buying the dip is in 2018 geen goede strategie gebleken!

    Cor Wijtvliet

    corwijtvliet-logo

    Deze bijdrage is afkomstig van www.corwijtvliet.nl

    Tot slot:

    • Hebt u opmerkingen en/of vragen? Mail ze gerust aan: [email protected]
    • Of via mijn twitteraccount: @wijtvliet
    • Voor meer door mij geschreven artikelen bezoekt u mijn website: www.corwijtvliet.nl
    • Of bezoek www.Beurshalte.nl      
    • Ontvangt u het Cor Wijtvliet Journaal niet rechtstreeks? Abonneert u zich dan hier!

    Vindt u deze columns van Cor Wijtvliet interessant, dan kunt voor €25 per jaar donateur worden van het CorWijtvlietJournaal. Ook kunt u een geheel vrijwillige bijdrage overmaken naar NL14RABO0156073676, ten name van Wijtvliet Research.

    Donateurs krijgen niet alleen zonder vertraging het CorWijtvlietJournaal in hun mailbox, maar kunnen ook rekenen op een wekelijkse extra nieuwsbrief met vijf beleggingstips van Cor Wijtvliet. Neem voor meer informatie contact op met Cor Wijtvliet via het hierboven genoemde mailadres.




  • Belastingverlaging Trump schiet haar doel voorbij

    Alweer ruim een jaar geleden vertelde president Trump een opgetogen Amerikaans bedrijfsleven dat de belastingdruk fors omlaag zou gaan. De achterliggende bedoeling van de president was dat de grote bedrijven hun enorme tegoeden, die ze buiten de VS hadden opgestapeld, naar het moederland zouden overhevelen. Al die talloos veel miljarden dollars zouden dan in de Amerikaanse economie geïnvesteerd worden, waardoor de belastingverlaging zichzelf zou terugverdienen.

    Dat was het optimistische scenario, maar wat is er na een jaar van dat optimisme overgebleven? In hoeverre wordt de theorie gestaafd door de praktijk? Het heeft er na een jaar alle schijn van dat de belastingverlaging amper of niet de gehoopte positieve gevolgen heeft. Dat althans concludeert the National Association for Business Economics. De verhoopte investeringen zijn vooralsnog uitgebleven.

    Veel bedrijven hebben hun gerepatrieerde gelden gebruikt om op heel grote schaal eigen aandelen in te kopen en om in tweede instantie hun schulden af te lossen. Het zijn met andere woorden vooral de beleggers die profiteren van het gunstige belastingregime. Een bedrijf als Apple beloofde destijds publiekelijk dat het in de komende vijf jaren $350 miljard zou bijdragen aan de Amerikaanse economie. De praktijk wijst tot nu toe in een andere richting. Het heeft zijn capex verhoogd met 14% tot een bedrag van $14,5 miljard, een niet te versmaden hoeveelheid dollars. Over de eerste negen maanden van 2018 kocht Apple echter voor een bedrag van $62,6 miljard aan eigen aandelen terug. Dat was driemaal zoveel als in 2017.

    Bedrijven kopen massaal aandelen in

    Analisten vergoelijken het gedrag van bedrijven als Apple door erop te wijzen dat investeringen een langere doorlooptijd hebben voordat ze terug te vinden zijn in de cijfers. Ze wijzen er ook op dat veel bedrijven hun capex fors hebben opgehoogd. Zo bedroeg de capex van Google en Facebook in 2017 $21 miljard, maar in 2018 zal dat bedrag uitkomen op $37 miljard. Dat klinkt mooier dan het is. Amerikaanse overheidsdienaren moeten concluderen dat investeringen aan het begin van 2018 fors toenamen om in de tweede helft van het jaar af te vlakken en die afvlakking zet zich waarschijnlijk door in 2019.

    Dat laatste zal beslist niet het geval zijn bij de programma’s voor terugkoop van eigen aandelen. Die programma’s zijn in 2018 met 44% gestegen ten opzichte van 2017, zo heeft Goldman Sachs becijferd. In 2019 gaan die nog eens met 22% verder omhoog. Het zijn overigens vooral de grote namen in de techsector die heel veel geld uitgeven aan het terugkopen van eigen aandelen. Apple, Alphabet, Cisco, Microsoft en Oracle hebben gezamenlijk in de eerste negen maanden van dit jaar het lieve sommetje van $115 miljard besteed aan terugkoopprogramma’s. Het waren ook de vijf bedrijven met de grootste tegoeden in het buitenland.

    Technologiebedrijven hebben dit jaar vooral eigen aandelen ingekocht (Bron: Financial Times)

    Aandeelhouders profiteren het meest

    De conclusie moet dan ook luiden, dat vooral de aandeelhouder en het zittend management (ook aandeelhouders) profiteren van de gulheid van de president. De doorsnee-Amerikaan, de belastingbetaler, heeft vooral het nakijken. Er komen weinig of geen extra banen bij en ook de verhoopte investeringen in bijvoorbeeld innovatie blijven grotendeels achterwege.

    Doen bedrijven dan helemaal niets nuttigs met al die extra gelden? Toch wel. De schuldenlast van het Amerikaanse bedrijfsleven is tot astronomische hoogte gestegen. Aan het begin van 2018 beliep die schuldenberg het bedrag van $9,4 biljoen. Veel bedrijven hebben in de afgelopen jaren de verleiding niet kunnen weerstaan op grote schaal geld te lenen om bijvoorbeeld terugkoopprogramma’s te financieren of om er overnames mee te betalen. Geld was immers nagenoeg gratis. Nu gaat de rente echter omhoog en velen vrezen met grote vreze dat nu de rente gaat stijgen veel bedrijven financieel in de problemen gaan komen.

    Van een grote naam als General Electric wordt al hardop gezegd dat het weleens kan omvallen, omdat het te veel schulden heeft. Veel bedrijven gebruiken daarom het vrijgevallen geld om hun schuldenlast te verlagen. De top 100 niet-financiële bedrijven besteedden in de eerste helft van 2018 $72 miljard om de schulden te verlagen. Dat was niet eens zoveel minder dan de $81 miljard die ze uitgaven aan terugkoopprogramma’s. Het was echter veel meer dan de $47 miljard die opging aan investeringen en aan R&D, zo heeft Moody’s becijferd.

    Cor Wijtvliet

    corwijtvliet-logo

    Deze bijdrage is afkomstig van www.corwijtvliet.nl

    Tot slot:

    • Hebt u opmerkingen en/of vragen? Mail ze gerust aan: [email protected]
    • Of via mijn twitteraccount: @wijtvliet
    • Voor meer door mij geschreven artikelen bezoekt u mijn website: www.corwijtvliet.nl
    • Of bezoek www.Beurshalte.nl      
    • Ontvangt u het Cor Wijtvliet Journaal niet rechtstreeks? Abonneert u zich dan hier!

    Vindt u deze columns van Cor Wijtvliet interessant, dan kunt voor €25 per jaar donateur worden van het CorWijtvlietJournaal. Ook kunt u een geheel vrijwillige bijdrage overmaken naar NL14RABO0156073676, ten name van Wijtvliet Research.

    Donateurs krijgen niet alleen zonder vertraging het CorWijtvlietJournaal in hun mailbox, maar kunnen ook rekenen op een wekelijkse extra nieuwsbrief met vijf beleggingstips van Cor Wijtvliet. Neem voor meer informatie contact op met Cor Wijtvliet via het hierboven genoemde mailadres.




  • Is ‘buy the dip’ nog wel een verantwoorde strategie?

    Wat kan de wereld in een sneltreinvaart veranderen! In oktober ging het al goed mis, maar daarna volgde een voorzichtig herstel en beleggers dachten even rustig achterover te kunnen leunen. Dat is afgelopen week een misvatting gebleken. Eerst raakte de techsector in de VS in het ongerede maar al snel volgde een wereldwijde verkoopgolf!

    Het zou zomaar kunnen dat we afgelopen week het definitieve einde hebben meegemaakt van het aangename en redelijk voorspelbare klimaat op de financiële markten dat heerste sinds het einde van de financiële crisis. De bange vraag is nu hoe het nieuwe klimaat gaat aanvoelen. De onzekerheid voedt de ongerustheid. Die was toch al tot grote hoogte opgestuwd door de zware klappen die de FAANG’s moesten incasseren. Gezamenlijk moesten ze $1 biljoen aan marktkapitalisatie inleveren. Volatiliteit van die omvang voor blue chips is op zich al heel bijzonder, om niet te zeggen buitengewoon.

    Hoe nu verder?

    Een ongeluk komt nooit alleen en dat is ook nu het geval. Beleggers zien tot hun afgrijzen dat in strijd met de theorie en ervaringen uit het verleden. Eersteklas obligaties bieden dit keer geen bescherming tegen de onrust op de financiële markten. Dat maakt het vraagstuk hoe je portefeuille in deze moeilijke tijden in te richten alleen maar complexer. Los daarvan wil de handelsoorlog maar niet wijken. Voeg daar de problemen rondom Italië, maar ook rondom een goudgerande naam als General Electric aan toe en je houdt een kwalijke cocktail aan onzekerheden over.

    Het beste bewijs dat we op de grens van een nieuw tijdperk staan is dat de strategie van Buy the Dip uitgewerkt lijkt. Sinds 2002 was deze strategie een even simpele als profijtelijke strategie als internationale beurzen een woelig weekje achter de rug hadden. Dit jaar vangen beleggers echter bot, telkens als ze de S&P 500 kochten, zo constateerde Morgan Stanley. De bezorgde analisten wijzen erop, dat dit alleen gebeurt aan de vooravond van een berenmarkt of in een berenmarkt.

    ‘Sell the rallies’

    Er lijkt sprake van een waterscheiding, aldus de analisten. Beleggers kopen niet, omdat ze nu bang zijn om met deze strategie het spreekwoordelijke ‘falling knife’ te moeten opvangen. In plaats van Buying the Dip spreken beleggers al van Selling the Rallies! Alhoewel 2018 geen jaar van recessie is, lijkt een berenmarkt snel naderbij te komen. Uit onderzoek door investment banks spreekt steeds ongemak en onrust. De bear market risk indicator van Goldman Sachs staat op het hoogste niveau sinds de vooravond van de financiële crisis. Bij Goldman zijn ze daarom bang dat wat er in februari en oktober gebeurd is slechts een voorspel is van een naderende grote omslag. De bankiers adviseren daarom wat meer cash aan te houden.

    Het idee dat een berenmarkt zeer nabij is, leiden analisten ook af aan het huidige beleid van de centrale banken in de wereld. De Fed verhoogt de rente en verkoopt elke maand voor $50 miljard aan schatkistpapier. Als gevolg van dit handelen is het rendement voor 3-maands papier opgelopen tot meer dan 2,8%, het hoogste niveau sinds 2008. Voeg daar aan toe dat de ECB het verruimingsbeleid gaat afbouwen en de conclusie dringt zich op dat een nieuw marktregime in aantocht is. Centrale bankiers lijken immers niet langer bereid om hun monetair beleid zo ruim mogelijk te houden. Het nieuwe, verkrappende beleid kan zomaar een recessie in de reële economie uitlokken. Daarom is het verstandig de veiligheidsriemen aan te spannen ook als in tweede instantie mocht blijken dat er slechts sprake was van een gezonde correctie!

    Cor Wijtvliet

    corwijtvliet-logo

    Deze bijdrage is afkomstig van www.corwijtvliet.nl

    Tot slot:

    • Hebt u opmerkingen en/of vragen? Mail ze gerust aan: [email protected]
    • Of via mijn twitteraccount: @wijtvliet
    • Voor meer door mij geschreven artikelen bezoekt u mijn website: www.corwijtvliet.nl
    • Of bezoek www.Beurshalte.nl      
    • Ontvangt u het Cor Wijtvliet Journaal niet rechtstreeks? Abonneert u zich dan hier!

    Vindt u deze columns van Cor Wijtvliet interessant, dan kunt voor €25 per jaar donateur worden van het CorWijtvlietJournaal. Ook kunt u een geheel vrijwillige bijdrage overmaken naar NL14RABO0156073676, ten name van Wijtvliet Research.

    Donateurs krijgen niet alleen zonder vertraging het CorWijtvlietJournaal in hun mailbox, maar kunnen ook rekenen op een wekelijkse extra nieuwsbrief met vijf beleggingstips van Cor Wijtvliet. Neem voor meer informatie contact op met Cor Wijtvliet via het hierboven genoemde mailadres.




  • Vijf waarschuwingssignalen voor stress op de financiële markten

    De financiële markten zijn behoorlijk in beweging. Die vaststelling mag je gerust een eufemisme noemen. Onder de huidige omstandigheden zijn beleggers en analisten op zoek naar tekenen die waarschuwen voor naderend onheil. De meeste van die voortekenen zijn bij een min of meer breed publiek bekend. Het kan echter geen kwaad de meest gehanteerde nog eens op een rij te zetten.

    1. Vix, de kampioen van de angst

    De Volatility Index van de Chicago Board Option Exchange (CBOE) is de bekendste maatstaf voor angst. Deze index stamt alweer uit 1993, maar verdiende zijn prominente status tijdens de dotcomcrisis en zag zijn faam bevestigd tijdens de afgelopen financiële crisis. De media hanteerde het als peilstok voor de paniek op Wall Street. De index is afgekort tot VIX en meet de zogeheten impliciete volatiliteit van de Amerikaanse aandelenbeurzen voor een periode van 30 dagen. De implied volatility is een afgeleide van de prijzen van opties.

    De index is zo gestructureerd dat bij een verwachting van fluctuaties op de S&P 500 van gemiddeld 1% per dag over een periode van een maand, het niveau van de VIX ongeveer 20 bedraagt. Dat is grofweg het langjarig gemiddelde. Op het hoogtepunt van de financiële crisis schoot de VIX naar een niveau van 89. Ten tijde van de beroeringen in februari piekte de VIX bij 50 en in oktober kwam die niet verder dan 25.

    VIX volatiliteitsindex neemt toe (Bron: Bloomberg, Financial Times)

    2. Skew, de uitdager

    Evenals de VIX index is de Skew Index een product van de CBOE en is het ook gebaseerd op de prijzen van opties op de S&P500. De index is vernoemd naar de curve van de implied volatility en wordt door handelaren als Skew omschreven. De Skew meet het verschil in de kosten voor het kopen van een verzekering tegen een daling van de beurs afgezet tegen de kosten om het recht te kopen om te profiteren van een marktrally.

    In theorie is deze index daarom een goede maatstaf voor angst in het financiële systeem. Skew beweegt zich doorgaans in de bandbreedte 100 – 150. Daarbij geeft een waarde van 100 aan dat de verwachte stijging van de koersen grofweg in lijn is met het gemiddelde. Hoe hoger de waarde van de Skew oploopt des te groter de bezorgdheid van beleggers dat de markt eerder gaat crashen dan sterk gaat rally-en.

    In de praktijk valt het nut en de betrouwbaarheid van de Skew als maatstaf voor angst tegen. Ten tijde van de crisis had de index de neiging tot dalen. In de afgelopen maand steeg de Skew tot boven 120.

    Skew index registreer toegenomen angst onder beleggers (Bron: Bloomberg, Financial Times)

    3. De Yield curve, de oude en geduchte kampioen

    De yield curve is de oudste maatstaf voor angst, maar het is er een die zijn nut nog steeds bewijst voor het voorspellen van economische recessies. De yield curve of rentecurve is de naam van de hellingsgraad (lelijk Nederlands) van het rendement op obligaties met verschillende looptijden. Onder normale omstandigheden is het goedkoper voor landen om leningen te plaatsen met een looptijd van 1 jaar dan om leningen te plaatsen met een looptijd van 5 jaar. Naarmate de looptijd langer wordt, heeft de yield curve of rentecurve de neiging steeds steiler te worden. Soms gebeurt het omgekeerde. Dan is het rendement op kortlopende leningen hoger dan die op langer lopende. In dat geval spreken we van een inverse rentestructuur.

    Sommige economen geloven dat een inverse rentecurve erop wijst dat de Fed de rente te snel en te agressief heeft verhoogd met als gevolg dat een recessie zich aandient. Andere economen menen dat het omgekeerde het geval is. Een inverse rentestructuur veroorzaakt de recessie, omdat het de groei van krediet belemmert. Hoe het ook zij, het is een gegeven dat sinds WO II een inverse rentecurve altijd voorafging aan een economische neergang in de VS en daarbuiten. Het is om die reden dat veel beleggers en analisten met angst en beven kijken naar het afvlakken van de rentecurve.

    Sommige denken dat de aandacht voor het verloop van de rentecurve overdreven is. Ze denken dat de rol ervan geleidelijk is uitgespeeld of zelfs altijd overdreven is.

    Rentecurve vlakt af (Bron: Bloomberg, Financial Times)

    4. Cross-currency basis: de dollar spreekt een woordje mee

    De dollar is nog steeds de smeerolie van de wereldwijde economie. Een plotselinge stijging in de vraag naar dollars kan wijzen op groeiende spanningen in het financieel bestel. De cross-currency basis is een maatstaf om de groeiende spanningen te meten. Kortweg komt het erop neer dat banken extra kosten in rekening brengen om de ene valuta in de andere om te zetten in de derivatenmarkt.

    In tijden van oplopende spanningen kan de dollar cross-currency basis op hol slaan. Dat gebeurde ten tijde van de financiële crisis en daarna ten tijde van de eurocrisis. Banken en beleggers vochten om dollars om zo aan hun verplichtingen te voldoen die in dollars genoteerd waren. Traditioneel is trouwens het einde van het jaar een tijd dat de basis de neiging heeft gek te gaan doen. Banken proberen in de weken voorafgaand aan het nieuwe jaar zoveel mogelijk derivate producten van de balans te verwijderen. Dat doen ze in verband met de verplichte rapportages aan centrale banken. Dat jaarlijks op hol slaan maakt volgens sommige critici de cross-currency basis een slechte maatstaf.

    Daar zit een kern van waarheid in, maar dat neemt niet weg dat op andere tijdstippen in het jaar deze maatstaf wel degelijk nut heeft. Dan kan het beslist aangeven dat de stress in het systeem toeneemt. Zo was er aan het einde van de afgelopen maand september duidelijk sprake van een sterk oplopen van de dollar cross-currency basis. Dat maakte de Amerikaanse staatslening minder aantrekkelijk voor de buitenlandse belegger, met als gevolg dat de rentecurve sterk opliep. Dat was het sein voor de brede markt om een koers naar beneden in te zetten.

    Schaarste aan dollars ook indicatief voor een crisis (Bron: Bloomberg, Financial Times)

    5. Financial conditions, het monster van Frankenstein onder de angst indices

    Financial Conditions Indices zijn gebaseerd op een groot aantal grootheden, zoals de rentecurve, valuta’s en waarderingen. Ze zijn zodoende als een soort benchmark bedoeld om vast te stellen hoe groot de stress in het financieel bestel is en in hoeverre die bijdraagt aan de groei of het beperken van de economische groei. De Financial Conditions Indices hebben de neiging op te lopen in tijden dat markten min of meer panikeren en de groei beperken. Ze laten een daling zien in tijden dat markten opbloeien en zodoende de expansie bevorderen.

    De bekendste index is de Goldman Sachs Financial Conditions Index. Die gaat al heel wat jaren mee en was het resultaat van het denkwerk van Bill Dudley, voormalig hoofd van de New York Federal Reserve. Vandaag de dag heeft elke zichzelf respecterende investmentbank zijn eigen Financial Conditions Index, evenals de Federal Reserves van St Louis, Chicago en Kansas.

    Financial Conditions index brengt verschillende indicatoren samen (Bron: Bloomberg, Financial Times)

    De kern van al die indices is en blijft hetzelfde. Bewegingen op de financiële markten zijn van grote invloed op de bredere financiële omstandigheden. Het is daarom van het grootste belang om te begrijpen hoe ontwikkelingen op de markten van invloed kunnen zijn op de economie. Dat is dan ook weer van belang om hier een juist en passend monetair beleid voor te ontwikkelen. Dat alles op de juiste manier in kaart brengen en ten uitvoer brengen is bepaald geen sinecure. Het maakt tevens duidelijk dat de Financial Conditions Indices evenmin als welke maatstaf voor angst dan ook onfeilbaar zijn. Het blijft zoeken naar de Steen der Wijzen!

    Cor Wijtvliet

    corwijtvliet-logo

    Deze bijdrage is afkomstig van www.corwijtvliet.nl

    Tot slot:

    • Hebt u opmerkingen en/of vragen? Mail ze gerust aan: [email protected]
    • Of via mijn twitteraccount: @wijtvliet
    • Voor meer door mij geschreven artikelen bezoekt u mijn website: www.corwijtvliet.nl
    • Of bezoek www.Beurshalte.nl      
    • Ontvangt u het Cor Wijtvliet Journaal niet rechtstreeks? Abonneert u zich dan hier!

    Vindt u deze columns van Cor Wijtvliet interessant, dan kunt voor €25 per jaar donateur worden van het CorWijtvlietJournaal. Ook kunt u een geheel vrijwillige bijdrage overmaken naar NL14RABO0156073676, ten name van Wijtvliet Research.

    Donateurs krijgen niet alleen zonder vertraging het CorWijtvlietJournaal in hun mailbox, maar kunnen ook rekenen op een wekelijkse extra nieuwsbrief met vijf beleggingstips van Cor Wijtvliet. Neem voor meer informatie contact op met Cor Wijtvliet via het hierboven genoemde mailadres.