Categorie: Kredietcrisis

  • Marketupdate wenst u fijne feestdagen toe!

    Als hoofdredacteur van Marketupdate wens ik alle lezers fijne feestdagen en een voorspoedig 2016 toe!

    Het jaar loopt langzaam ten einde en dat betekent dat het tijd is om terug te blikken op alle belangrijke ontwikkelingen van het afgelopen jaar, zowel in economisch als in geopolitiek opzicht. Houdt onze site in de gaten, want volgende week zal ik de belangrijkste trends van dit jaar aan de hand van een aantal jaaroverzichten voor u samenvatten!

    Glowing-Christmas-Tree

    Marketupdate wenst u fijne feestdagen en een voorspoedig 2016!

  • Gastcolumn: Het kernprobleem van de Europese muntunie

    Afgelopen woensdag was ik aanwezig bij een lezing van Edin Mujagic over het succes van de niet-eurolanden. Na afloop volgde een levendige discussie waarbij ingenieur Theo Wolters uitleg gaf over de Matheo Solution. Dit is een alternatief model waarbij de euro blijft bestaan als de Europese munteenheid, maar waarin landen de ruimte krijgen om hun munt te devalueren of te revalueren. Door deze aanpassingen gecoördineerd door te voeren voorkom je de chaos van het uiteenvallen van de muntunie en geef je de zwakkere landen de ruimte om hun economie weer opnieuw op te starten.

    Met toestemming van Theo Wolters publiceren we op Marketupdate twee artikelen die eerder verschenen zijn op Climategate. We beginnen met een inleiding van het kernprobleem van de Europese Muntunie.

    Het kernprobleem van de Europese muntunie

    Door: Theo Wolters

    Moet de Europeaan plichtsgetrouw tot zijn 67e jaar 40 uur in de week hard werken, in de hoop een mooi huis te kunnen kopen en een fraaie nieuwe auto? Maar niet te vroeg, want hij dient toch eerst een appeltje voor de dorst op te bouwen? Dus kan hij maar beter pas na zijn pensionering over de wereld gaan reizen, als beloning voor 50 jaar hard werken? En zijn kinderen een paar ton nalaten, als hij die niet nodig heeft gehad tijdens zijn brave, productieve leven? Of moet hij dagelijks een lange siësta nemen, ’s avonds op een terrasje genieten van de intredende koelte, met familie of vrienden en een glas goede wijn, terend op een staatsbaantje van een familielid dat niet echt veel om het lijf heeft, en een zeer bescheiden eigen inkomen uit zijn tomatenkasje? Moet hij bijtijds met pensioen op zijn 55e om nog ruim van zijn oude dag te kunnen genieten? Waarbij een flinke auto, een mooi huis in een goede buurt, reizen naar China, en een flinke nalatenschap niet binnen bereik komen? Iedereen herkent hierin natuurlijk de wat aangescherpte cultuurverschillen tussen noord en zuid Europa. De vraag wat de Europeaan moet willen is uiteraard een verkeerde. Want dat mag die Europeaan natuurlijk gewoon zelf weten, zult u zeggen. Daarbij: er is veel te zeggen voor beide levenswijzen, maar de tweede lijkt toch meer met “leven” te maken hebben dan de eerste. Wie zijn wij om die keuze voor anderen te maken?! Maar dat idee over een vrije keuze is een grote misvatting. Binnen de Eurozone leggen de Noord-Europese landen op dit moment dwingend hun levenswijze op aan de zuidelijke landen. Met voorspelbaar dramatische gevolgen.

    Valuta als instrument: externe devaluatie

    Tot de komst van de euro stond het elk land vrij om zijn eigen ontwikkelingstempo te kiezen. Aangezien de productiviteit in het noorden steevast sterker steeg dan in het zuiden, en de producten hier dus goedkoper werden, werden de zuidelijke producten voortdurend minder concurrerend en liep de economie daar vast. In dat geval werd gewoon de zuidelijke munt gedevalueerd, en waren de producten voor het buitenland opeens weer een stuk goedkoper, waardoor de economie opbloeide. Op hetzelfde moment werden wel de buitenlandse producten in dat land duurder, en de spaartegoeden en pensioenen internationaal gezien minder waard, maar dat is de prijs voor de lagere productiviteit die voortkomt uit het prettigere leven. Prima keuze als je dat wilt. Deze zogenaamde externe devaluatie wordt beperkt gevoeld door de burgers omdat prijzen en lonen ongemerkt met hetzelfde percentage dalen. Hij heeft ook weinig gevolgen voor de koopkracht. Maar voor de exportpositie werkt het fantastisch, dus bloeit de economie snel op.

    De Euro als vernietigend machtsmiddel: interne devaluatie

    Sinds de komst van de Euro is deze optie van tafel. Voor landen die het niet lukt om de noordelijke productiviteit bij te benen, resteert er binnen de Eurozone bij gebrek aan de optie om de munt te devalueren, alleen nog het mechanisme van de interne devaluatie om de concurrentiepositie te herstellen. Interne devaluatie is geen gecontroleerde ingreep door de overheid, maar een mechanisme dat ontstaat door het gebrek aan concurrentievermogen. Daarbij dalen onder druk van de ontstane crisis de lonen, en op enig moment ook sommige huren en prijzen, in een chaotisch en oncontroleerbaar proces. Het grote verschil met de externe devaluatie is dat bij interne devaluatie sterk de nadruk ligt op het verlagen van de lonen en daarmee het herstellen van de internationale concurrentiepositie. Voor wie in de harde marktwerking gelooft zullen dan de huren en de prijzen ook volgen, maar in de praktijk duurt dat jaren. In tegenstelling tot de relatief pijnloze externe devaluatie gaat de interne devaluatie dus gepaard met een drastische koopkrachtdaling, die desastreus is voor de binnenlandse economie. Maar ook enorme sociale gevolgen heeft: hele bevolkingsgroepen die zich redelijk wisten te redden, raken opeens aan de bedelstaf. De middenstand gaat failliet, de woningmarkt stort in, de bouw komt tot stilstand, de werkloosheid vliegt omhoog. Ik neem aan dat u wel eens naar het nieuws kijkt: dit is exact wat op dit moment in Zuid-Europa gebeurt. Dit proces van interne devaluatie sleept zich continu voort, zolang de productiviteit van een Euro-land achter blijft bij die van ons. Oplevingen zijn schijn, en zullen tijdelijk blijken te zijn. Dit resulteert in een eindeloze crisis, die voor de bevolking voelt als een uitzichtloze teloorgang. De huidige crisis in de zuidelijke landen is dus geen dramatische en onvoorspelbare tegenvaller, maar gewoon het mechanisme van interne devaluatie dat de voorstanders van de one-size -fits-all Euro als gewenst zien! Met de eenheids-Euro vernietigen de noordelijke Europese landen niet alleen de economie en de werkgelegenheid van de zuidelijke landen, maar uiteindelijk ook – en dat is kennelijk de inherente bedoeling – de zuidelijke cultuur. Door het massaal pompen van belastinggeld van de noordelijke naar de zuidelijke landen wordt dit nog een beetje verdoezeld, maar dat lost niets op. De rampzalige gevolgen van de Euro zijn niet langer te ontkennen. Een ingebakken cultuur heeft vele generaties nodig om te veranderen. De nadrukkelijke eis aan de zuidelijke landen om per direct ons overheidsmodel over te nemen en ons productiviteitsniveau bij te gaan houden is even irreëel als ridicuul. Toch houden de pro-Europese partijen hier keihard aan vast. Ook onze eigen VVD-top eist gewoon permanente interne devaluatie van de zuidelijke landen, tot die hun lesje geleerd hebben. Hoe naïef, asociaal en onmenselijk kun je zijn.

    germany-hardens-line-on-greece

    Hoe nemen we de spanningen tussen Duitsland en Griekenland weg?

    Resumé

    Door de invoer van één munt in de hele Eurozone is het relatief pijnloze instrument van de externe devaluatie vervangen door het rampzalige mechanisme van de interne devaluatie, dat op dit moment de zuidelijke economieën vernietigt. De aanstichters hiervan eisen van de zuidelijke landen dat ze onze productiviteit en onze op een sterk arbeidsethos gebaseerde cultuur overnemen, en zolang ze dat niet doen worden ze gestraft met een permanente crisis. In zijn blog over Portugal geeft Jean Wanningen inzicht in de dramatische situatie in de landen die we aan het “redden” zijn.

    De oplossing?

    Steeds meer economen die geen banden met het Brusselse circuit en de politieke elite hebben, zijn het inmiddels met ons eens: de one-size-fits-all Euro is een ramp voor Europa en is niet langer houdbaar. Het meest uitgesproken daarover in de media is Frits Bolkestein, nota bene zelf medeschuldig aan de invoering ervan. Een feit waar hij overduidelijk (Buitenhof 4 mei, 13e minuut) flink moeite mee heeft, wat zijn openlijke draai alleen maar meer betekenis geeft. Er worden in Euro-kritische kringen meerdere oplossingen geopperd waarbij weer verschillende munten worden ingevoerd, in zones, en al dan niet parallel aan de Euro, waardoor externe devaluatie weer mogelijk wordt. Maar die zijn geen van allen snel in te voeren en op langere termijn houdbaar, behalve The Matheo Solution (TMS), die op climategate.nl al drie jaar geleden aan u werd gepresenteerd. TMS handhaaft de Euro als enige betaalmiddel in de Eurozone en dus blijft één handelszone bestaan, maar maakt wel externe devaluatie mogelijk. Zo wordt een muntunie mogelijk met daarin landen met verschillende cultuur en dus verschillend groeitempo. Een muntunie die deze optie niet heeft is in Europa niet in stand te houden. Inmiddels is er een brede beweging van experts die deze denkrichting delen. Dat is hoopvol: vier jaar lang discussiëren en medestanders winnen, en niemand die een fout in je redenering blootlegt, dat is een enorme opsteker voor de bedenker van TMS, ingenieur en jurist André ten Dam.

    De afloop

    Toch is niemand in onze groep optimistisch. De politieke elite heeft te kennen gegeven dat ze geen enkel alternatief voor de euro wenst te overwegen: er is maar één weg en dat is de Euro, en daar moet alles voor wijken. Wij vrezen dat dit hen menens is: ze storten liever (zuid-) Europa in een onvermijdelijke diepe permanente crisis dan hun dwaze droom los te laten. Voor de meer kwaadaardigen onder hen is die crisis overigens stiekem juist het machtsmiddel waarmee ze een federale Europese staat hopen af te dwingen, als enige uitweg uit de door henzelf veroorzaakte ellende. Ze hebben elkaar aangepraat dat dat gaat werken en nog goed is voor Europa ook. Ook al moet daarvoor de bevolking voortdurend schandelijk voorgelogen worden over hun ware bedoelingen en hun genadeloze werkwijze, en nodeloos door een uiterst pijnlijke jarenlange crisis gejaagd worden. De geschiedenisboeken zullen over hen weinig vriendelijks te melden hebben. Dit artikel verscheen op 6 mei 2014 op Climategate.

  • Video: Yanis Varoufakis over de Griekse tragedie

    In dit interview legt Yanis Varoufakis uit waarom het beleid van de Trojka in het geval van Griekenland contra-productief werkt. Hij vergelijkt de crisis in Europa met de jaren dertig van de vorige eeuw, waarbij de grote deflatoire crisis vooraf werd gegaan door een aantal jaren van ongekende voorspoed.

    Nu Griekenland gevangen zit in de Eurozone kan ze niet meer devalueren, wat betekent dat ze is aangewezen op een interne devaluatie. Daardoor worden de schulden in euro’s nog moeilijker terug te betalen en komt Griekenland alleen maar verder in de problemen. Dat is niet in het belang van Griekenland, maar ook niet in het belang van de schuldeisers, aldus Varoufakis.

    Varoufakis trekt de vergelijking met de goudstandaard van de jaren dertig van de vorige eeuw. Pas toen de goudkoppeling werd losgelaten en de Verenigde Staten hun dollar devalueerden tegenover goud kwam de economie weer op gang. Een interessante video!

  • Voorlopig geen depositobank

    De initiatiefnemers van de depositobank hebben besloten voorlopig niet verder te gaan met het opzetten van de eerste zogeheten full reserve bank in Nederland. De stichting Full Reserve, die al meer dan 2.000 inschrijvingen voor deze nieuwe bank wist te verzamelen, kreeg de Nederlandsche Bank niet zo ver om een uitzondering te maken voor deelname aan het depositogarantiestelsel. Daarmee zou een belangrijk speerpunt van de depositobank, namelijk ‘sparen zonder risico’, komen te vervallen.

    Het concept van de depositobank is eigenlijk heel simpel. De bank parkeert spaartegoeden bij de ECB en biedt rekeninghouders alle gemakken zoals een betaalpas, internetbankieren, mobiel betalen en mogelijk zelfs geld opnemen uit de pinautomaten van andere banken, maar doet dat allemaal zonder ook tegelijkertijd geld uit te lenen.

    stichting-full-reserve

    Voorlopig geen depositobank

    Veilige bank

    Daarmee is de depositobank dus geen geldscheppende instantie, zoals alle andere commerciële banken die wel leningen verstrekken. En dat betekent dat een bank als de depositobank ook niet kan omvallen door een bankrun en niet in de problemen kan komen door een groot aantal slechte leningen op de balans.

    De initiatiefnemers wilden met de depositobank een doorbraak forceren en spaarders de keuze geven tussen sparen bij een meer risicovolle bank (tegen rente) of sparen bij een veilige bank (zonder rente). Spaarders zouden met dit nieuwe alternatief geprikkeld worden na te denken over risico en rendement, maar juist daar loopt het nu op vast.

    Depositiegarantiestelsel

    Het grootste obstakel van de depositobank is het depositogarantiestelsel, dat spaarders tot €100.000 garandeert als een bank omvalt. Andere banken moeten deze verliezen opvangen, wat zou betekenen dat ook de spaarders bij de ‘veilige depositobank’ zouden moeten opdraaien voor de risico’s die de omvallende bank genomen heeft. En omdat de depositobank zonder winstoogmerk opereert zou dat in de praktijk betekenen dat hun spaarders het verlies mogen opvangen van de spaarders bij de omgevallen bank.

    Door het depositogarantiestelsel op te rekken naar €100.000 voorkom je dat spaarders massaal met hun geld heen en weer gaan schuiven in tijden van crisis. Het maakt het financiële systeem dus meer schokbestendig. Maar de keerzijde van de medaille is dat het garantiestelsel iedere prikkel bij de spaarder wegneemt om een goede afweging te maken tussen risico en rendement. Het zorgt voor moreel gevaar, omdat het voor ieder individu aantrekkelijker wordt gemaakt om te sparen bij een bank die de hoogste rente oplevert, zo lang deze maar onder het garantiestelsel valt. Of de bank daar nou veel risico voor moet nemen, dat zal de meeste spaarders weinig interesseren.

    Geen uitzondering

    De Nederlandsche Bank kon naar eigen zeggen geen uitzondering maken voor de depositobank ten aanzien van de verplichte deelname aan het depositogarantiestelsel. En juist het krijgen van die ontheffing was een belangrijke stap in de oprichting van de eerste full reserve bank.

    “DNB bleef op het standpunt staan dat er binnen de huidige kaders er geen mogelijkheid was om tot een vergunning te komen. We zouden ons aan regels moeten houden die duidelijk niet voor ons waren bedoeld. En er is in die zes maanden ook niet een traject opgestart om de obstakels uit de weg te ruimen. Zo krijg je nooit innovatie”, zo verklaarde initiatiefnemer Richard van der Linde tegenover het Financieel Dagblad.

    Hoe nu verder?

    De Nederlandsche Bank heeft volgens van der Linde de bevoegdheid om binnen de huidige wet- en regelgeving een vergunning te verlenen aan de depositobank. Hij is dan ook teleurgesteld dat de centrale bank niet alle middelen gebruikt heeft om de oprichting van de full reserve bank mogelijk te maken en een ontheffing te verlenen voor het depositogarantiestelsel.

    Desondanks laat de DNB de deur op een kier staan. Martijn Pols, woordvoerder van de Nederlandsche Bank, zegt in een verklaring tegenover het Financieel Dagblad voorstander te zijn van nieuwe toetreders op de markt. Ook zei hij dat er misschien wat regels geschrapt moeten worden, omdat die niet meer uit het tijdperk 2015 komen. “Regelgeving volgt altijd de markt.”

    Lees ook:

  • Tip: Radar over hypotheken en de huizenmarkt

    Het televisieprogramma Radar gaat in twee afleveringen aandacht besteden aan spaarzame lenende Nederlander. Wereldwijd zijn er maar weinig landen waar men in verhouding tot het inkomen zoveel geld leent voor een huis als in Nederland, met als gevolg dat de huizenprijzen in ons land hoog zijn en door stimulerend beleid van de overheid ook hoog blijven.

    Welke consequenties heeft de hoge hypotheekschuld voor Nederland? En moeten we daar iets aan doen? En zo ja, hoe dan? Antoinette Hertsenberg sprak met vooraanstaande economen en analisten, maar ook met een aantal woningbezitters. De eerste aflevering begint vanavond om 20:25 op Nederland 1.

    Klik hier om de uitzending terug te kijken

    hertsenberg-radar-hypotheekschuld

    Radar over de hoge hypotheekschulden in Nederland

  • Bank of Japan bezit meeste staatsobligaties

    De meeste staatsobligaties van de Japanse overheid staan inmiddels op de balans van hun eigen centrale bank, zo meldt Bloomberg. Eind september beschikte de centrale bank over 315 biljoen yen (omgerekend €2,4 biljoen) aan langlopend schuldpapier, iets meer dan 30% van de totale Japanse staatsschuld. Dat was voor het eerst meer dan de hoeveelheid staatsobligaties in handen van financiële instellingen, die gezamenlijk 28,4 procent van het schuldpapier bezitten.

    De Bank of Japan koopt al sinds maart 2013 onafgebroken staatsobligaties als onderdeel van een stimuleringsprogramma dat erop gericht is de inflatie aan te jagen. Tot op heden met weinig succes, want mede door de daling van de olieprijs zakte de inflatie de afgelopen maanden weer terug naar nul procent. Een rondvraag door Bloomberg leert dat weinig economen er vertrouwen in hebben dat de inflatie binnen afzienbare tijd weer naar de gewenste 2% gaat.

    japan-qe-bondholdings

    Meeste staatsobligaties in handen van Japanse centrale bank (Bron: Bloomberg)

    Weinig liquiditeit

    Omdat de Japanse centrale bank steeds meer staatsobligaties opkoopt is er een kunstmatige schaarste aan kwalitatief goed schuldpapier ontstaan. Beleggers die hun vermogen tijdelijk willen parkeren doen dat graag in staatsleningen, maar het aanbod daarvan wordt steeds kleiner. Uit een recente peiling van de Bank of Japan kwam naar voren dat een kwart van de obligatiehandelaren ontevreden is over de beperkte liquiditeit van deze veilige haven.

    Ondanks deze kritiek blijft de gouverneur van de centrale bank, Haruhiko Kuroda, van mening dat zijn beleid werkt. Dat leest hij af aan het feit dat vermogensbeheerders het aandeel staatsobligaties in hun portefeuille afbouwen ten gunste van andere beleggingen, terwijl de rente op de staatsleningen laag blijft.

    Geen limieten

    Volgens gouverneur Kuroda zijn er geen limieten op het gebied van monetaire verruiming. De centrale bank blijft evenveel staatsleningen opkopen, maar zal zich voortaan richten op schuldpapier met een looptijd van 7 tot 12 jaar (in plaats van 7 tot 10 jaar). Staatsleningen met een looptijd tot vijf jaar worden al tegen een negatieve rente verhandeld als gevolg van het QE-programma. Om voor tien jaar geld uit te lenen aan Japan moet je als belegger vandaag de dag genoegen nemen met 0,27% rente. Zwitserland is het enige land ter wereld dat momenteel goedkoper leent dan Japan.

    ‘Japan scenario’

    Ondanks alle stimulering zijn de meeste economen zijn er niet van overtuigd dat de Bank of Japan haar inflatiedoelstelling van twee procent zal halen, zo bleek uit een rondvraag van Bloomberg. Japan wordt vaak als een voorbeeld gezien voor de rest van de Westerse wereld, omdat het land net als veel Westerse landen kampt met een extreem hoge schuldenlast en een zwakke economische groei. Het is onvermijdelijk dat Japan vroeg of laat haar schulden zal moeten wegstrepen. Dat kan bijvoorbeeld door alle schuldverplichtingen aan haar eigen centrale bank door te strepen. Is dat ook een toekomstscenario voor Europa en de Verenigde Staten? Lees meer:

  • Beleggers reageren positief op renteverhoging Fed

    De Amerikaanse centrale bank heeft gisteren, zoals verwacht werd, eindelijk de rente verhoogd. In plaats van 0 tot 0,25 procent gaat de centrale bank voortaan een bandbreedte van 0,25 tot 0,5 procent hanteren, een stijging van 25 basispunten. De renteverhoging wordt positief ontvangen op de aandelenmarkten in Azië, want die gingen donderdag bijna allemaal met ongeveer 1,5 procent omhoog. Ook in Europa reageren beleggers enthousiast op de eerste rentestijging in de Verenigde Staten in bijna tien jaar tijd, want de meeste indices staan halverwege de ochtend al ruim 2% hoger. De beurzen in de Verenigde Staten sloten gisteravond 1 tot 1,5 procent hoger na het nieuws.

    azie-beurzen-na-fed

    Beurzen in Azië reageren positief op rentebesluit Fed (Overzicht van Bloomberg)

    ‘Accommodatief beleid’

    Beleggers werden gerustgesteld door de woorden van Yellen, die in een toelichting op de rentestap benadrukte dat het monetaire beleid van de Federal Reserve voorlopig nog ‘accommodatief’ blijft. De dollarindex steeg door het rentebesluit met ongeveer een procent naar 98,69 en de wisselkoers tussen de euro en de dollar zakte een klein beetje tot $1,086. De olieprijs ging vandaag opnieuw onderuit tot $35,23 voor een vat WTI en $37,15 voor een vat Brent olie en is daarmee terug op het dieptepunt dat begin deze week bereikt werd.

    De goudprijs zagen we gistermiddag in de aanloop naar het besluit al meer dan een procent stijgen, terwijl de zilverkoers meer dan 2,5% hoger werd gezet. Het renteverhoging zorgde even voor wat schommelingen in de koers, om vervolgens weer te stabiliseren op het hogere niveau.

  • Gaat de Federal Reserve de rente verhogen?

    Vanavond weten we of de Amerikaanse centrale bank een einde maakt aan een tijdperk van bijna tien jaar met nul procent rente. Janet Yellen, voorzitter van de Federal Reserve, zal om 20:00 Nederlandse tijd een toelichting geven op het rentebesluit waar veel beleggers al maanden naar uitkijken. De verwachtingen zijn hoog gespannen, want de centrale bank spreekt al sinds het afbouwen van haar laatste ronde van monetaire stimulering over het verhogen van de rente.

    In september rekenden analisten ook al op een renteverhoging, maar toen gooide een flinke daling van de aandelenmarkt wereldwijd roet in het eten. In haar verklaring zijn Fed-voorzitter Yellen toen dat de economie nog niet voldoende hersteld was om een renteverhoging te rechtvaardigen.

    Uitstel, maar ook afstel?

    De aandelenkoersen gingen de afgelopen weken opnieuw onderuit, maar de Amerikaanse centrale bank kan het zich eigenlijk niet meer permitteren om nóg langer te wachten met een renteverhoging. Niet dat het op korte termijn veel effect zal hebben voor de economie, maar meer omdat de centrale bank daarmee de illusie van controle over de financiële markten zou kunnen verliezen. De geloofwaardigheid van de Federal Reserve loopt schade op als de centrale bank haar geplande strategie van een renteverhoging opnieuw op de lange baan schuift.

    Volgens Sander Noordhof van Goudstandaard hoeven we vanavond niet al teveel spektakel te verwachten van het rentebesluit. “De meeste effecten zijn de afgelopen maanden al in de koersen verwerkt.” Wel voorziet hij bij een rentestap door de Fed een flinke waardedaling van de zogeheten high-yield obligaties, leningen aan minder solide bedrijven die een hoger rendement opleveren. De problemen bij Third Avenue lieten zien dat de liquiditeit in deze markt minimaal is. “Een stijgende rente kan een verkoopgolf van dit risicovolle schuldpapier teweeg brengen”, aldus Noordhof.

    Wat ook een rol zal spelen is het tempo waarin de centrale bank de rente verhoogt. Blijft het bij één renteverhoging of volgen er meerdere? Dat zal de toekomst moeten uitwijzen. Wat een rentestap zal doen met de wisselkoers tussen de euro en de dollar? “Een kleine rentestap is al in de koersen verwerkt, daarom verwacht ik ook geen grote beweging in de euro/dollar. Ik denk niet dat de euro als gevolg van een renteverhoging in de VS naar pariteit gaat met de dollar. De euro doet het overigens helemaal niet zo slecht, als je bedenkt dat de koers ruim tien jaar geleden nog veel lager gestaan heeft”, zo verklaarde Noordhof.

    Ook Eric Mecking en Elmer Hogervorst, auteurs van het boek ‘Deflatie in Aantocht‘, verwachten vanavond een renteverhoging. “Ze hebben er een jaar lang over gesproken en het wordt tijd dat ze het dan ook eens doen anders is de Fed niet geloofwaardig meer.” Volgens beide heren zal de stijging van de rente in de VS de dollar verder doen stijgen ten opzichte van de euro.

    “Die trend was sowieso al in gang gezet, omdat de Eurozone binnenkort in een groot deflatoir moeras zal belanden. Kapitaal zal daardoor vluchten naar de Verenigde Staten”, zo schrijven de heren in een verklaring.

    Kleine renteverhoging

    Beursanalist Cor Wijtvliet van Beurshalte verwacht dat de centrale bank de rente gaat verhogen, maar dat die beperkt zal blijven tot 15 basispunten. “Het is de eerste verhoging die in drie of vier stapjes de rente tegen het einde van 2016 naar 1% zal brengen”, zo verklaarde hij tegenover Marketupdate.

    “Ik denk dat er eerder sprake zal zijn van opluchting dan ernstig negatieve effecten. Het besluit is zo lang al in de week gelegd. Iedereen is al maanden voorbereid”, zo voegde beurscommentator Wijtvliet eraan toe.

    De laatste jaren worden de acties van centrale bankiers onder een vergrootglas gelegd en de media stort zich er bovenop. Is al die aandacht voor dit rentebesluit terecht of wordt de macht van de Federal Reserve overschat?

    Mecking en Hogervorst laten in een verklaring tegenover Marketupdate weten dat de macht van centrale banken als de ECB en de Federal Reserve nog te vaak wordt overschat:

    “De markt bepaalt uiteindelijk wat er gebeurt, niet de Federal Reserve. De centrale bank is een volger en geen leider: als de kapitaalmarktrente stijgt, volgt niet lang daarna de Fed. Dat zien we bijvoorbeeld terug in de Amerikaanse 10-jaars staatsobligaties. De rente bodemde in 2012 en ondanks een terugval in 2014 en begin 2015, stijgt de rente weer.”

    De auteurs van Deflatie in Aantocht schrijven in hun verklaring dat de extreem lage rente van centrale banken de speculatie heeft aangewakkerd en dat daardoor de aandelenmarkten zo gestegen zijn. Ook gaf de extreem lage rente volgens beide heren ondersteuning aan de banken, omdat zij daardoor betere winstmarges konden halen. Daarmee konden banken hun buffers versterken.

    Cor Wijtvliet is ook van mening dat de macht van centrale banken overschat wordt: “Als ze echt zo veel in hun mars hadden, was de crisis al lang bezworen. Voor hen was het de afgelopen jaren ook tasten in het duister.”

    Lees ook:

    fed-building-evening-light

    Gaat de Federal Reserve eindelijk de rente verhogen?

  • Amerikaanse middenklasse wordt uitgehold

    Amerikaanse middenklasse wordt uitgehold

    De afgelopen veertig jaar is de Amerikaanse middenklasse steeds verder uitgehold, zo blijkt uit een nieuwe onderzoek van het Pew Research Center. Bij de laatste meting behoorde nog slechts 49,9% van de volwassenen in de VS tot de middenklasse, tegenover een ruime meerderheid van 61% in 1971. De extremen worden daarentegen steeds groter, want de hoogste en laagste inkomensgroepen zijn sinds 1971 juist steeds groter geworden.

    Een combinatie van stagnerende inkomens en stijgende uitgaven voor huur, gezondheidszorg en levensmiddelen zetten de middenklasse onder druk. Daar komt bij dat er veel verborgen werkloosheid is en dat veel nieuwe banen sinds het uitbreken van de crisis betrekking hebben op laaggeschoold werk.

    middle-class-shrinking

    Middenklasse wordt steeds verder uitgehold in de Verenigde Staten (Bron: Pew Research)

    Inkomensongelijkheid

    Ook wordt de inkomensongelijkheid steeds groter, omdat de hoge inkomens sneller stijgen dan de middeninkomens en de lagere inkomens. Sinds 1970 zijn de hogere inkomens met 47% toegenomen, terwijl de middenklasse en de lagere inkomensklasse een veel minder grote stijging van respectievelijk 34% en 28% wist binnen te halen. De volgende illustratie laat duidelijk zien hoe het inkomen van de middenklasse is uitgehold. Was deze groep in 1970 nog goed voor 62% van alle verdiende inkomens, vandaag de dag is dat nog maar 43%.

    De omgekeerde trend zagen we bij de hoogste inkomens, die inmiddels 49% van alle inkomens van alle Amerikanen opstrijken. De laagste inkomens zijn er ook op achteruit gegaan. Terwijl het percentage Amerikanen in deze groep van 25 naar 29 procent groeide, daalde het aandeel van deze groep in het totale inkomen van alle Amerikanen van 10 naar 9 procent.

    middle-class-share-of-income

    Hoge inkomens vertegenwoordigen steeds groter deel van totale inkomens van alle Amerikanen (Bron: Pew Research)

    Vermogensongelijkheid

    De inkomensongelijkheid neemt dus toe, maar dat is nog niets vergeleken met de vermogensongelijkheid in de Verenigde Staten. Het stimulerende beleid van centrale banken heeft vooral de allerrijksten geholpen, omdat de waarde van hun bezit door de extreem lage rente en de verschillende QE-programma’s fors gestegen is. Aandelen, obligaties, vastgoed, kunst en dergelijke werden allemaal meer waard, bezittingen die sterk geconcentreerd zijn bij een relatief kleine groep Amerikanen.

    Het is schokkend om te zien dat vrijwel de volledige vermogenstoename aan de allerrijksten toe komt. Hun vermogen verdubbelde tussen 1983 en 2013, terwijl de middenklasse er in deze periode maar twee procent op vooruit ging. De groep mensen met het laagste vermogen heeft vandaag de dag gemiddeld zelfs minder bezit dan in 1983.

    middle-class-wealth-gap-widens

    Vermogensongelijkheid is sinds 1983 extreem toegenomen in de VS (Bron: Pew Research)

  • Vermogen vluchten massaal in kortlopende leningen

    Beleggers hebben in de tweede helft van dit jaar €212 miljard in zogeheten money market funds gestoken, fondsen die alleen beleggen in kortlopende en makkelijk verhandelbare leningen. Deze fondsen zijn zeer liquide en worden door beleggers gezien als een vorm van cash, vergelijkbaar met vermogen dat geparkeerd staat op een bankrekening. Over dezelfde periode voegden beleggers $31 miljard aan aandelen aan hun portefeuille toe en haalden ze $27 miljard weg uit langlopende obligaties.

    Het kortlopende schuldpapier waar money market funds in beleggen leveren door de extreem lage rente vrijwel geen geld meer op. Sterker nog, veel kortlopende leningen worden al verhandeld tegen een negatieve rente. Als beleggers hun vermogen parkeren in deze fondsen doen ze dat dus niet om rendement te maken, maar omdat ze behoefte hebben aan een veilige haven om hun vermogen in te parkeren.

    Beleggers zoeken veilige haven

    De vlucht van langlopende obligaties naar kortlopend schuldpapier is tekenend voor het wantrouwen van beleggers. Door de extreem lage rente en de zwakke economische groei durven steeds minder beleggers voor een lange termijn geld uit te lenen, ook niet als dat meer rendement oplevert. Beleggers willen snel uit hun posities stappen en geven daarom de voorkeur aan leningen met een zeer korte looptijd. Dat is een zeer slecht teken, want het suggereert dat er weinig vertrouwen is in een sterke opleving van de economie. De volgende grafiek vonden we bij Business Insider.

    cumulative-money-flows

    Beleggers vluchten in kortlopend schuldpapier (Grafiek van Bank of America Merrill Lynch)

  • Het bbp: “Van voren af aan beginnen”

    Door: Lou Keune

    Het was ergens in de jaren zeventig van de vorige eeuw. In de aula van onze universiteit vond een levendige discussie plaats over het karakter van de dominante vormen en paradigmata van de wetenschapsbeoefening. De spanningen spatten er vanaf. Het was vooral een confrontatie tussen gevestigde wetenschappelijke opvattingen en praktijken versus hooggespannen verwachtingen over de maatschappelijke mogelijkheden en taken van de wetenschap. Een van de topics in de discussie was de zogenaamde waardenvrijheid van de wetenschapsbeoefening. Dat mede naar aanleiding van toen onder studenten en sommige docenten populaire boeken als Simone de Bouvoirs ‘De Mandarijnen’ en Noam Chomsky’s ‘De macht van Amerika en de Nieuwe Mandarijnen’. Die lieten zien hoe intellectuelen terecht kunnen komen in een beroepspraktijk ten dienste van de heersende machten. Chomsky bijvoorbeeld beschreef hoe antropologen en andere sociaalwetenschappelijke onderzoekers werden ingezet in de oorlog in Vietnam, ten dienst van het Amerikaanse leger.

    Wetenschap instrument in de koude oorlog

    Dat boek herinnerde mij aan mijn eigen ervaringen met het VS programma Operación Simpatico, begin jaren zestig in Colombia. Mijn Colombiaanse collega en ik kregen het aanbod van Amerikaanse onderzoekers om onze omvangrijke en gedetailleerde dataverzameling over duizenden lokale leiders en gemeenschappen en hun ontwikkelingsinspanningen te laten verwerken door de toen meest geavanceerde machines van verwerking, voorlopers van de hedendaagse computers. En dat zonder enige verplichting. Onze Amerikaanse collega’s vertelden daarbij van hun inspanningen en ervaringen opgedaan in Zuidoost Azië. Dat zette ons aan het denken, wat is hier gaande? De ‘koude oorlog’ werd immers op veel terreinen gevoerd, ook op die van de wetenschap en haar beroepspraktijken. Om een lang verhaal kort te maken: wij maakten de zaak aanhangig bij de Vereniging van Sociologen van Colombia. Haar onderzoek en dat van collega associaties in andere Latijns-Amerikaanse landen openbaarde het bestaan van Operación Simpático.

    lou keuneDat VS-programma had ten doel informatie te krijgen over lokale leiderschapspatronen tot op het niveau van namen van plaatsen en personen, met als doel campagnes van bestrijding van communistisch geachte personen en bewegingen te vergemakkelijken, de zogenoemde counter-insurgency. Sociale wetenschap dus als oorlogsinstrument. In genoemd boek van Chomsky wordt ook dit programma besproken. Het boek laat zien in welke vaarwateren je terecht kunt komen, dikwijls met de beste bedoelingen. Ik wil niet zeggen dat het werken met indicatoren als het bbp vergelijkbaar is met het werken voor de CIA. Het gaat mij om het algemene punt: wat is jouw beroepspraktijk, werk je met opvattingen en methoden die maatschappelijk gezien ons allen vooruit helpen of dieper het moeras in? Of, dat kan natuurlijk ook, doet het er niet toe wat je doet, behalve misschien verspilling van energie?

    “Dan kan ik van voren af aan beginnen”

    Terug naar Tilburg, naar de aula. Het was een met emoties geladen en tegelijkertijd diepgaande discussie. Het ging dan ook ergens over, vrijblijvendheid leek uitgebannen. Na afloop stond ik na te praten met een van mijn collega’s. Beiden waren wij zeer te spreken over de confrontaties die hadden plaatsgevonden, wij vonden die ondanks alle emoties hoogstaand en zeer relevant. Wij stonden ieder op eigen wijze en eigen plek in dat strijdperk. Mijn collega zei toen, en dat is mij bijgebleven: “Lou, wat jullie willen betekent dat ik helemaal van voren af aan moet beginnen.” Daarmee gaf hij blijk van een voor intellectuelen dikwijls groot probleem. Je hebt een bepaalde wetenschappelijk houding en inzichten opgebouwd en daarmee ook een bepaalde beroepspraktijk waarmee je vooraanstaand hoogleraar bent geworden. En dan word je geconfronteerd met vragen en eisen die een heel andere kant uitgaan. En ja, geef daar maar eens aan toe. Je zou het misschien kunnen vergelijken met de metanoia (omkering) van Saulus in Paulus, een kleine 2000 jaar geleden, tijdens zijn reis naar Damascus. Althans, zo zou je dat kunnen ervaren.

    Ik moet daaraan nogal eens denken, de laatste tijd, als het gaat om de kwestie van het nut of onnut, of de zin of onzin van het gebruik van de in beleids- en economenkringen zeer populaire indicator bruto binnenlands product: bbp. Zoals eerder beschreven kleven aan deze maatstaf van economische ontwikkeling veel tekortkomingen. Met het bbp wordt gepretendeerd inzicht te geven in de totale toegevoegde waarde gedurende één jaar, bijvoorbeeld van Nederland. Maar doet het dat ook? Toegevoegde waarden waar geen geld aan te pas komt tellen niet mee. Huishoudelijke arbeid bijvoorbeeld. Met heel veel onttrokken waarden als milieuschades wordt geen rekening gehouden. Bovendien worden soms transacties als toegevoegde waarden meegeteld die eigenlijk verloren waarden impliceren. Bijvoorbeeld gezondheidsuitgaven ten dienste van mensen ziek geworden door het door het verkeer veroorzaakte fijnstof. De gebruikers van het bbp pretenderen met deze indicator ook de economische groei te meten. Ik denk dat hier sprake is van een vergissing. Het zou wel eens kunnen zijn dat als je alles meetelt, de laatste drie decennia sprake is geweest van krimp in plaats van groei, of op zijn minst van stagnatie.

    So what?

    Nu kun je zeggen, wat doet het er toe, er worden wel meer statistieken gebruikt die niet helemaal kloppen. Maar in dit geval gaat het om een heel ernstige zaak. Want aan dat bbp denken en meten is ook een beleid gekoppeld van economische groei, bbp groei dus. Groei moet! En daarmee worden ook allerlei andere eisen en verwachtingen aan de samenleving gesteld. Bedrijven moeten groeien, en daarvoor hun winsten maximaliseren. Het consumentenvertrouwen moet omhoog want er moet verkocht worden. En zo meer. Dit groei-fetisjisme is funest voor het milieu. En is funest voor de sociale verhoudingen omdat het races to the bottom en ongelijkheden aanwakkert. Waarom wordt daarmee toch doorgegaan?

    Iedereen doet het

    Verschillende factoren spelen een rol. Een daarvan heeft te maken met de aard van de economische wetenschapsbeoefening. Het gebruik van het bbp stamt uit de jaren dertig van de vorige eeuw en is gebleken een handig instrument te zijn om de economie te beschrijven en te kwantificeren. Groei was ook de overheersende doelverwachting, zeker na de Tweede Wereldoorlog toen er veel hersteld moest worden en tientallen nieuwe landen, ‘ontwikkelingslanden’, gestimuleerd werden en eigen ambities ontplooiden om deel te nemen aan de wereldwelvaart. Vanaf de jaren vijftig, gefaciliteerd door de onder auspiciën van de Verenigde Naties en daarmee gelieerde instellingen als de Wereldbank en het IMF ontwikkelde nationale rekeningen en andere statistieken, werden economieën planmatiger aangepakt. Daarbij speelde, zeker in de westerse wereld en in de daarmee gelieerde landen het bbp een belangrijke rol. Want het vergemakkelijkte het stellen van doelen en het meten van resultaten. Voor alle duidelijkheid, in een groot deel van de wereld, in de Sovjet-Unie en in China en enkele kleinere landen, werd niet het bbp, maar andere begrippen als het Netto Materiële Product gehanteerd, die meer zicht zouden geven op de materiële vooruitgang. In zijn toespraken over de voortgang geboekt in een bepaald jaar, had Fidel Castro het niet over economische groei maar over hoe de productie en consumptie van bijvoorbeeld eieren en schoenen waren toegenomen. Maar in de westerse wereld en in de meeste ontwikkelingslanden was het bbp dé maatstaf. Natuurlijk, andere maatstaven voor meting van vooruitgang werden ook gehanteerd, bijvoorbeeld de kindersterftegraad en het alfabetisme. Maar economisch gezien ging het om het bbp. Deze mondiale praktijk vergemakkelijkte het ontwikkelen van wereldwijde programma’s van ontwikkeling. Herlezing van de VN documenten over het eerste ontwikkelingsdecennium (vanaf 1961) laat niet alleen het enthousiasme zien waarmee ontwikkelingseconomen als Jan Tinbergen de grote taak van het uitbannen van armoede ondernamen. Het laat ook zien hoe de beleidsbepaling gefaciliteerd werd door het gebruik van instrumenten als het bbp. En dat niet alleen. De hele economische wetenschap ‘genoot’ van het gemak van dergelijke data. Het leidde ook tot de ontwikkeling van modellen die de beleidsbepaling zeer vergemakkelijkten: Als je dít doet, verandert er daar en daar dát. Mede natuurlijk dankzij instrumenten als input-outputtabellen, elasticiteiten en multipliers.

    Belangen in het geding

    Met andere woorden, iedereen gebruikte en gebruikt deze statistieken. Vele economische proefschriften zijn erop gebouwd, vele beleidsdocumenten zijn er aan opgehangen. Maar ja, als iedereen het doet, dan wordt het natuurlijk moeilijk om er van af te komen. Want hoe kun je nu mondiaal communiceren, bijvoorbeeld op wetenschappelijke congressen, als je niet dezelfde taal hanteert? Ik denk dat dit een belangrijke verklaring is van de irrationele houding om te blijven werken als van ouds. Daar komt nog een punt bij. Het 'bbp denken' heeft zoals gezegd gevolgen voor de doelstellingen van het economische beleid. Dat beleid vergemakkelijkt de bestaande vormen van ondernemerschap. Dat wil zeggen dat productie en handel en financiering ten eerste geleid worden door het principe van (private) winstmaximalisatie. Grote private belangen zijn verbonden aan het heersende economische vertoog. Zou je andere economische maatstaven dominant verklaren, bijvoorbeeld de ecologische voetafdruk, dan botst dat ten gronde met deze particuliere belangen. Uit oogpunt van winstmaximalisatie moet Unilever de consumptie van lekkere ijsjes aanwakkeren. Maar om te helpen de voetafdruk omlaag te krijgen moet Unilever het tegenovergestelde doen, namelijk de overconsumptie ontraden. Geloof maar dat als het EU parlement zou willen besluiten om op een andere, ecologisch en sociaal verantwoorde manier nationale rekeningen in te richten en het beleid daardoor te laten bepalen, het immense leger van lobbyisten van al die transnationals in actie zou komen. Er speelt meer. En dan kom ik weer terug bij mijn zeer gewaardeerde collega. Hij heeft natuurlijk gelijk. Het kan inderdaad zijn dat als je tot het inzicht komt dat je verkeerde instrumenten hanteert en dat je eigen beroepspraktijk discutabel is, dat dan verregaande gevolgen kan hebben voor jezelf. Ik herinner mij nog goed het moment dat de Club van Rome in 1972 met haar eerste rapport kwam. Mijn eerste reactie was zeer afwijzend. Er waren belangrijker zaken dan ‘die zeehondjes’, als de mondiale sociale kwestie en onze solidariteit met de armen in de wereld. Gelukkig verkeerde ik in kringen die mij al dan niet hardhandig wezen op het gebrekkige van mijn standpunten. Ecologische en sociale vraagstukken zijn even belangrijk en hebben alles met elkaar te maken. Wat moet dat moet!

    Commissie Breed Welvaartsbegrip

    Er schijnt een lichtje aan de horizon. En dat is de Nederlandse Tweede Kamer. Daar loopt een discussie over de welvaartsmeting en of het bbp nu wel of niet zo’n goede indicator is. Al enkele jaren ‘hangt boven de Kamer’ een motie van die strekking ingediend door de ChristenUnie en GroenLinks om het probleem eindelijk eens aan te pakken. Dat heeft geleid tot het besluit van de Kamer om zelf een onderzoek hierover te starten. Daarvoor is uit eigen midden een 'Tijdelijke Commissie Breed Welvaartsbegrip' ingesteld, die sinds enkele maanden met haar onderzoek bezig is. Is het bbp wel zo’n goede indicator om welvaart te meten, vraagt die commissie zich af, en welke andere indicatoren zouden nodig zijn om het beter te doen? Wie weet komt het er dan toch eens van. Voor meer teksten van Lou Keune, zie www.loukeune.nl of www.platformdse.org. Meer columns van Lou Keune: