Categorie: Kredietcrisis

  • “Goudprijs gaat naar $1.400 bij handelsoorlog”

    De goudprijs kan bij een handelsoorlog tussen de Verenigde Staten en China dit jaar naar $1.400 per troy ounce stijgen, zo verklaarde analist Rick Rule van Sprott US Holdings tegenover Bloomberg. Hij ziet de oplopende spanningen tussen de twee grootste economieën ter wereld als een potentieel risico voor de dollar, waardoor meer beleggers hun toevlucht zullen zoeken in een alternatieve veilige haven als goud.

    De mogelijkheid van een handelsconflict zorgden de laatste dagen voor meer volatiliteit op de aandelenmarkt, omdat het nog onduidelijk is hoeveel hinder bedrijven in de Verenigde Staten en China zullen ondervinden van wederzijds importheffingen. Trump kondigde vorige maand maatregelen aan om de dumping van goedkoop staal en aluminium uit het buitenland tegen te houden en lijkt nu plannen te hebben om nog meer Chinese goederen met een heffing te belasten. China heeft vooralsnog terughoudend gereageerd, maar heeft wel duidelijk gemaakt dat ze de financiering van de Amerikaanse staatsschuld kan afbouwen door minder staatsobligaties te kopen.

    Dit soort maatregelen en uitspraken uit beide landen zorgen niet alleen voor meer onzekerheid op de aandelenmarkt, maar ook op de obligatiemarkt. Rick Rule zei daar het volgende over:

    “In de 40 jaar dat ik betrokken ben bij de goudmarkt was de belangrijkste indicator voor de goudprijs het internationale vertrouwen in de Amerikaanse dollar en in het bijzonder het vertrouwen in de Amerikaanse 10-jaars Treasury. Het feit dat de Verenigde Staten tot het punt zijn gekomen dat ze zich gaan bezighouden met een handelsoorlog zonder winnaars is bij mensen binnengekomen als iets dat slecht is voor de hele wereld, niet alleen voor de Verenigde Staten. Het risico van een niet te winnen handelsoorlog is zeker een reden tot zorg.”

    Hoge schulden

    Volgens Rick Rule zijn de hoge publieke en private schulden in de Verenigde Staten en alle ongedekte toekomstige verplichtingen die de Amerikaanse overheid heeft, zeker in verhouding tot de binnenlandse besparingen en investeringen, redenen om je zorgen te maken over de toekomstige koopkracht van de Amerikaanse dollar. Tegelijkertijd zal het stijgende inkomen in opkomende Aziatische economieën een impuls geven aan de vraag naar goud.

    Eind vorig jaar presenteerde Trump langverwachte belastinghervormingen, die een impuls moeten geven aan de economie. Deze stimuleringsmaatregelen zullen het begrotingstekort en de staatsschuld verder laten oplopen, wat zeer waarschijnlijk meer inflatie zal veroorzaken. Ook dat zou positief kunnen uitpakken voor de goudprijs. Een stijging naar $1.400 per troy ounce zou het hoogste niveau in dollars betekenen in vijf jaar tijd.

    Volg Marketupdate nu ook via Telegram

    Dit artikel wordt u aangeboden door Goudstandaard, uw adres voor de aankoop en verzekerde opslag van edelmetalen. Wilt u goud kopen? Neem dan contact op door te mailen naar [email protected] of door te bellen naar +31(0)88-4688488.

  • Wordt negatieve rente normaal instrument voor centrale banken?

    Wordt negatieve rente normaal instrument voor centrale banken?

    Centrale banken wereldwijd zouden een substantiële negatieve rente moeten overwegen in tijden van een deflatoire crisis, zo schrijft Sun Guofeng van de financiële onderzoeksafdeling van de Chinese centrale bank in een nieuw onderzoeksrapport. Ook zouden centrale banken volgens hem de negatieve rente moeten omarmen als een conventioneel beleidsinstrument om de economische groei weer aan te jagen.

    “Als banken bereid zijn spaarders bloot te stellen aan negatieve rente, dan zal de effectiviteit van het negatieve rentebeleid aanzienlijk versterkt worden. Centrale banken zouden dan een substantiële negatieve rente moeten invoeren tijdens een deflatoire recessie.”

    Hoewel de Chinese centrale bank nog niet eerder negatieve rente heeft toegepast zijn er al wel andere centrale banken die deze stap gewaagd hebben. Zo rekent de ECB sinds maart 2016 een boeterente van 0,4% voor reserves van commerciële banken en hanteert de Zwitserse centrale bank zelfs een rente van -0,75% voor het beheer van tegoeden van commerciële banken.

    Van nul rente naar negatieve rente

    Sinds het uitbreken van de financiële crisis in 2008 hebben centrale banken de rente drastisch moeten verlagen om de economie weer op gang te krijgen. Bijna tien jaar later staat de rente nog steeds extreem laag, wat betekent dat er weinig ruimte is om de rente verder te verlagen in een nieuwe crisis. Dat betekent dat we in een volgende crisis waarschijnlijk geconfronteerd zullen worden met negatieve rentes en dat deze ook doorberekend zullen worden aan reguliere spaarders.

    De meeste banken berekenen de negatieve rente nog niet door, uit vrees voor negatieve publiciteit en het verlies van klanten. Maar als centrale banken in een volgende crisis gecoördineerd de rente onder nul brengen, dan zullen veel banken geen andere mogelijkheid meer hebben dan om deze tarieven door te berekenen. Volgens Sun Guofeng kan een deflatoire depressie met een negatieve rente voorkomen worden, omdat het de kredietverlening en de inflatie sterk zal aanjagen.

    De vraag is natuurlijk of spaarders bij een negatieve rente niet massaal hun spaargeld op de bank gaan omzetten naar contant geld, maar daar hebben ze bij de Chinese centrale bank ook over nagedacht. In het onderzoeksrapport staat dat centrale banken digitale munten moeten promoten om de effectiviteit van de negatieve rente te versterken. Dit soort digitale munten kunnen het probleem oplossen van de hogere kosten die gepaard gaan met het produceren van bankbiljetten.

    Lees ook:

    Volg Marketupdate nu ook via Telegram

    Dit artikel wordt u aangeboden door Goudstandaard, uw adres voor de aankoop en verzekerde opslag van edelmetalen. Wilt u goud kopen? Neem dan contact op door te mailen naar [email protected] of door te bellen naar +31(0)88-4688488.

  • Libor stijgt, stress in financiële sector neemt weer toe

    De stress in de financiële sector is de laatste maanden sterk toegenomen, want het verschil tussen de Liborrente en de rente die centrale banken hanteren is in korte tijd gestegen naar het hoogste niveau sinds 2009. Dat betekent dat banken elkaar minder vertrouwen en een hoger risico incalculeren dat een lening aan een andere bank niet of niet op tijd wordt terugbetaald. Het verschil tussen beide tarieven is inmiddels opgelopen tot 57 basispunten en dat is hoger dan tijdens de Europese schuldencrisis van 2011 en 2012.

    Er worden verschillende verklaringen gegeven voor de stijgende Liborrente, zoals een toenemende dollarschaarste buiten de Verenigde Staten als gevolg van het belastingplan van Trump om meer dollars uit het buitenland terug te halen. Ook wordt het verkleinen van de balans van de Federal Reserve als reden genoemd voor de toenemende stress op het financiële systeem.

    Liborrente schiet omhoog (Grafiek via @Schuldensuehner)

    Liborrente schiet omhoog

    De London Interbank Offered Rate (LIBOR) is de rente die banken onderling in rekening brengen voor kortlopende leningen met termijnen uiteenlopend van één dag tot één jaar. Deze tarieven worden dagelijks gepubliceerd en zijn een gemiddelde van de tarieven die verschillende grote banken berekenen om geld aan elkaar uit te lenen. Het zijn deze tarieven die als referentiepunt dienen voor hypotheken, studieleningen, creditcardleningen en andere financiële producten.

    Voor het uitbreken van de financiële crisis in 2008 liep de Liborrente vrijwel gelijk met het rentetarief van centrale banken (de ‘overnight indexed swap’), maar de laatste jaren zien we de Liborrente af en toe flink oplopen. Op het hoogtepunt van de crisis in 2008 liep het verschil tussen beide tarieven zelfs op tot 365 basispunten. Zo ernstig is de situatie nu niet, maar met 57 basispunten is het verschil zoals gezegd nu al groter dan tijdens de Europese schuldencrisis van 2011 en 2012.

    Dit artikel wordt u aangeboden door Goudstandaard, uw adres voor de aankoop en verzekerde opslag van edelmetalen. Wilt u goud kopen? Neem dan contact op door te mailen naar [email protected] of door te bellen naar +31(0)88-4688488.

  • Beurzen onderuit door nieuwe importheffingen Trump

    Beurzen onderuit door nieuwe importheffingen Trump

    De Amerikaanse aandelenbeurzen gingen donderdag hard onderuit door de dreiging van een nieuwe handelsoorlog tussen China en de Verenigde Staten. President Trump kondigde namelijk definitief zijn geplande importheffing op staal en aluminium aan. Deze maatregel treft vooral Chinese producenten, omdat andere handelspartners als de Europese Unie, Argentinië, Brazilië en Australië een uitzondering wisten te bedingen. Ook de buurlanden Mexico en Canada kregen een uitzondering op deze nieuwe maatregel.

    Bovenop deze importheffing op staal en aluminium presenteerde Trump ook een nieuw pakket met invoerheffingen, dat betrekking heeft op $60 miljard per jaar aan producten die de Verenigde Staten jaarlijks uit China importeren. Deze maatregel werd door Trump gepresenteerd als een reactie op de ‘diefstal van intellectueel eigendom’ door Chinese bedrijven.

    Nieuwe handelsoorlog?

    Beleggers vrezen dat Trump met deze nieuwe maatregelen het startschot heeft gegeven voor een nieuwe handelsoorlog. China kwam al snel met importheffingen voor 128 Amerikaanse producten, waardoor de rekening uiteindelijk bij bedrijven en consumenten in beide landen terechtkomt. Deze heffingen hebben betrekking op slechts $3 miljard aan goederen op jaarbasis, waarmee China het signaal wil afgeven dat ze niet uit is op een verdere escalatie van het handelsconflict.

    Onzekerheid over de gevolgen van deze maatregelen en de angst voor escalatie zorgen voor een negatieve stemming op de beurs. De S&P 500 index ging 2,5% onderuit, terwijl de Dow Jones index bijna 3% verloor. Vrijdag werd de schok ook op de financiële markten elders in de wereld gevoel, want de Europese beurzen openden ook flink lager en staan op het moment van schrijven 1,5 tot 2 procent in de min. In Azië kwam de klap ook aan, zo sloot de Japanse Nikkei index de dag af met een verlies van 4,5%. Daarmee was het verlies in Japan nog groter dan in China, waar de Shanghai Composite vrijdag 3,4% verloor.

    Goudprijs veert op, dollar stabiel

    De maatregelen van Trump lijken vooralsnog weinig impact te hebben op de dollar. De dollarindex staat net iets onder de 90 en de wisselkoers met de euro blijft rond de $1,23 zweven. Goud lijkt wel licht te profiteren van de onzekerheid, want de goudprijs kwam voor het eerst in vijf weken weer boven de €35.000 per kilo. Op het moment van schrijven staat de prijs in dollars op $1.342 per troy ounce.

    Dit artikel wordt u aangeboden door Goudstandaard, uw adres voor de aankoop en verzekerde opslag van edelmetalen. Wilt u goud kopen? Neem dan contact op door te mailen naar [email protected] of door te bellen naar +31(0)88-4688488.

  • Rente op Amerikaanse staatsschuld stijgt naar $1 biljoen

    Rente op Amerikaanse staatsschuld stijgt naar $1 biljoen

    De rentelasten die de Amerikaanse overheid over haar schulden betaalt kunnen de komende tien jaar verviervoudigen tot $1,05 biljoen, indien de regering haar huidige koers blijft varen. Dat is de conclusie van een nieuw onderzoek van het Committee for a Responsible Federal Budget (CRFB). Dat zou betekenen dat de regering in Washington in 2028 ongeveer 14% van haar totale budget nodig heeft om enkel en alleen de rente over de staatsschuld te betalen. Ter vergelijking, dat is meer dan wat de regering nu jaarlijks uitgeeft aan defensie of aan de gezondheidszorg onder het Medicaid programma.

    Een bedrag van meer dan $1 biljoen aan rente lijkt veel, maar het is omgerekend slechts 3,6% van het Amerikaanse bbp. Afgelopen jaar betaalde de Amerikaanse regering $263 miljard aan rente, wat omgerekend ongeveer 1,4% van het bbp is. Historisch gezien zijn de rentelasten voor de Amerikaanse overheid gemiddeld 2%, maar door de extreem lage rente zijn die rentelasten de laatste jaren tot onder dat gemiddelde gezakt. Ook dat kan in de toekomst veranderen.

    Stijgende schulden en hogere rente

    De snelle stijging van de rentelasten is het gevolg van een toename van de totale staatsschuld en een stijging van de gemiddelde rente. Het CRFB verwacht dat de totale staatsschuld van de Verenigde Staten de komende tien jaar tenminste zal verdubbelen en dat de rente daardoor ook verder zal oplopen. Zo is de rente sinds de aankondiging van het nieuwe fiscale stimuleringsprogramma van Trump al meer dan een half procentpunt gestegen.

    Zet deze trend door, dan kunnen de totale rentelasten over tien jaar zelfs tot $2 biljoen stijgen. Het CRFB adviseert de regering om de staatsschuld onder controle te houden, omdat we anders een steeds groter deel van de begroting kwijt zullen zijn aan het financieren van uitgaven die in het verleden hebben plaatsgevonden.

    Rentelasten kunnen de komende tien jaar stijgen tot meer dan $1 biljoen (Bron: CRFB)

    Dit artikel wordt u aangeboden door Goudstandaard, uw adres voor de aankoop en verzekerde opslag van edelmetalen. Wilt u goud kopen? Neem dan contact op door te mailen naar [email protected] of door te bellen naar +31(0)88-4688488.

  • Zijn de goede tijden alweer bijna voorbij?

    Het gaat eindelijk wat beter met de wereld. Na jaren van amechtige groei en lage lonen lijkt een nieuwe dynamiek zich eindelijk genesteld te hebben in de wereldwijde economie. Getuigt het dan niet van een al te grote somberheid om nu al het waarschuwende vingertje te heffen. Sommige ontwikkelingen verdienen zonder meer extra aandacht. In veel landen in de wereld daalt de werkloosheid in snel tempo en dat vertaalt zich steeds vaker in een stijging van de lonen. Daar staat tegenover dat de rente nog steeds extreem laag is, dat Trump een fiscaal stimuleringsplan gelanceerd heeft, dat de Eurozone voor het eerst sinds vele jaren weer dynamiek uitstraalt en dat China alle waarschuwende geluiden over een snelle economische neergang logenstraft.

    En toch, en toch. Misschien is een waarschuwing juist op zijn plaats omdat veel landen tegelijkertijd zo goed presteren! De recente geschiedenis geeft talloze voorbeelden dat periodes, waarin veel landen tegelijkertijd bovengemiddeld groeien, meestal gepaard gaan met grote financiële en economische onrust. Denk aan 2008 die uitmondde in de financiële crisis of aan de dotcomcrisis.

    Synchrone groei schept het probleem van ‘adding up’. Het is voor een land gemakkelijk goed te presteren, wanneer de omgeving het stukken minder doet. Het wordt echter een stuk moeilijker die prestaties te blijven leveren als de omgeving beter gaat draaien. In die bewering lijkt een contradictie te schuilen. De vooruitzichten voor de export verbeteren wanneer andere landen in betere doen komen. Er lijkt echter grond om aan te nemen dat economen en beleidsmakers steeds opnieuw onvoldoende oog hebben voor drie kostenposten van het wereldwijde economische succes.

    Meer risico’s

    De eerste kostenpost is die van het buitensporig risico nemen. Daar weten we alles van sinds de financiële crisis. In goed tijden gaan we collectief stomme dingen doen waardoor de goede tijden vanzelf ophouden. Tot aan de beroeringen van afgelopen februari deden zelfvoldane beleggers schouderophalend over mogelijke risico’s. Dat deden ze ook in 2008.

    De tweede kostenpost is tastbaarder. Als de wereldeconomie aan snelheid wint, dan lokt dat een hogere vraag uit naar zaken als grondstoffen en kapitaal. Het uiteindelijk resultaat is bijvoorbeeld een hogere prijs voor een vat olie of een stijgende rente voor obligaties. De derde kostenpost is het logisch gevolg van de eerste twee. Sinds het ineen klappen van de obligatiemarkt in 1994 heeft de Fed in slechts zeven jaren de rente sneller verhoogd dan verwacht. Het waren jaren van een bijna perfecte synchrone groei.

    Kosten kunnen een lokaal of wereldwijd karakter hebben. De Azië-crisis van 1997 hield huis in dat deel van de wereld, maar de VS had er veel voordeel van. Veel vermogen stroomde terug naar dat land waardoor de rente omlaag kon. Ook de prijzen voor commodities daalden. De kosten kunnen ook een wereldomspannend karakter hebben. De financiële crisis van 2008 vormde zowel een bedreiging voor Nederlandse pensioenfondsen als voor de eigenaren van subprime onroerend goed in Florida.

    Nieuwe uitdagingen

    Anno 2018 lijkt de inflatie een ding van gisteren, maar er zijn andere zaken waar we met de nodige omzichtigheid naar moeten kijken. In veel landen gaat de huizenmarkt weer door het dak en dat gaat ook op voor de waardering van aandelenmarkten. Het zijn aanwijzingen dat de neiging om (te) veel risico te nemen weer terug is. Schulden zijn nu zelfs hoger dan voor de crisis. Renteniveaus zijn zo laag dat centrale banken ze in geval van nood niet verder meer kunnen verlagen.

    Wat mogen en kunnen we van beleidsmakers verwachten? The Bank for International Settlements (BIS) wijst er bij voortduring op dat het voor centrale bankiers nagenoeg onmogelijk is om zowel prijsstabiliteit als financiële stabiliteit te bewerkstelligen. Als het erop aan komt, moeten de bankiers het thema prijsstabiliteit opofferen op het altaar van de financiële stabiliteit. Het is toch aan te raden de financiële bubbel gecontroleerd te laten leeglopen. Dat moet het liefst in overleg en gecoördineerd gebeuren. Het is altijd weer dubieus of dat gebeurt.

    En de politici? Die moeten zich zien in te tomen en hun grootspraak temperen. Te vaak wordt aan het einde van een cyclus prudent fiscaal beleid losgelaten. Dat gebeurt op het moment dat de economie al op volle toeren draait. De uitkomst is steevast dezelfde. In het streven naar een nieuw economisch dromenland eindigt die economie op de rotsen. Zover is het nog niet, maar dat wil uiteindelijk niets zeggen!

    Cor Wijtvliet

    corwijtvliet-logo

    Deze bijdrage is afkomstig van www.corwijtvliet.nl

    Tot slot:

    • Hebt u opmerkingen en/of vragen? Mail ze gerust aan: [email protected]
    • Of via mijn twitteraccount: @wijtvliet
    • Voor meer door mij geschreven artikelen bezoekt u mijn website: www.corwijtvliet.nl
    • Of bezoek www.Beurshalte.nl      
    • Ontvangt u het Cor Wijtvliet Journaal niet rechtstreeks? Abonneert u zich dan hier!

  • Kan de aandelenmarkt zonder stimulering centrale banken?

    Het is alweer negen jaar geleden dat de aandelenmarkt in de Verenigde Staten haar bodem bereikte. De S&P 500 staat op het moment van schrijven op ongeveer 2.800 punten, ruim vier keer zoveel als het dieptepunt van 666 punten in het voorjaar van 2009. Een uitmuntende prestatie, ware het niet dat deze rally gepaard ging met het grootste monetaire experiment in de geschiedenis van centrale banken.

    Sinds het uitbreken van de financiële crisis hebben de zes grootste centrale banken met verschillende soorten stimuleringsprogramma’s meer dan $12.000 miljard aan hun balans toegevoegd. De meeste centrale banken kochten schuldpapier op om de obligatiemarkt liquide te houden, terwijl andere centrale banken intervenieerden door aandelen (Bank of Japan) en vreemde valuta (Swiss National Bank) op te kopen.

    Centrale banken willen stimulering afbouwen (Grafiek via Zero Hedge)

    Wat als centrale banken de geldkraan dichtdraaien?

    Deze monetaire stimulering pakte goed uit voor aandelen, want door de lage rente konden bedrijven goedkoop lenen en werd de aandelenmarkt een interessant alternatief voor het spaargeld. Maar wat gaat er met die aandelenkoersen gebeuren als centrale banken straks de geldkraan dichtdraaien?

    De Federal Reserve is al begonnen met het afbouwen van haar balans en het verhogen van de rente, al gaat dat in zeer kleine stapjes. De ECB is voornemens later dit jaar haar opkoopprogramma af te bouwen, terwijl de gouverneur van de Bank of England recent nog gezegd heeft dat het tijd wordt om weer een renteverhoging door te voeren.

    Natuurlijk geldt ook hier het principe van ‘eerst zien en dan geloven’, maar als centrale banken daadwerkelijk de geldkraan dichtschroeven kan dat wel eens zeer negatief uitpakken voor zowel aandelen als staatsobligaties. Zoals onderstaande grafiek laat zien is er namelijk een sterke correlatie tussen de wereldwijde aandelenindex MSCI World en de aankopen van centrale banken.

    Wat betekent terugdraaien van monetaire stimulering voor aandelen? (Bron: Citi Research)

    Is de nieuwe koers van centrale banken niet ingeprijsd?

    Volgens de efficiënte markttheorie zou de aangekondigde koerswijziging van centrale banken inmiddels ingeprijsd moeten zijn in de waardering van aandelen en obligaties, maar daar lijkt nog geen sprake van te zijn. Volgens analist Matt King van Citi is dat wel te verklaren, omdat deze theorie alleen opgaat voor markten die zeer liquide zijn. Daar is echter niet altijd sprake van, zeker niet in obligatiemarkten die langzaam aan gedomineerd worden door centrale banken. Als voorbeeld noemt hij de markt voor Italiaanse staatsobligaties, waar de centrale bank de laatste jaren de belangrijkste koper was van het schuldpapier.

    Valt de centrale bank als koper van obligaties weg, dan is het lastig te voorspellen waar de koers heen zal gaan. Dat kan het einde betekenen van een lange periode met uitzonderlijk weinig volatiliteit en het begin van een nieuwe periode met meer onzekerheid. De lage volatiliteit van de laatste tijd moet volgens King daarom ook niet verward worden met een laag risico.

    Lage volatiliteit is niet hetzelfde als weinig risico

    Durven centrale banken dit risico te nemen en het stimulerende beleid terug te draaien dat de aandelenmarkt en de economie de laatste jaren zo ondersteund heeft? Of zullen ze er al snel achter komen dat ’tapering’ binnen dit geldsysteem een onmogelijke opgave is?

    Dit artikel wordt u aangeboden door Goudstandaard, uw adres voor de aankoop en verzekerde opslag van edelmetalen. Wilt u goud kopen? Neem dan contact op door te mailen naar [email protected] of door te bellen naar +31(0)88-4688488.

  • Centrale banken bezitten 18% van staatsschuld Italië

    Centrale banken hebben in drie jaar tijd zoveel staatsobligaties opgekocht dat ze nu al 18% van de totale Italiaanse staatsschuld op hun balans hebben staan. Deutsche Bank verzamelde de cijfers vanaf 1990 en concludeert dat de centrale bank, de Italiaanse financiële instellingen en buitenlandse beleggers een steeds groter deel van de Italiaanse staatsschuld bezitten, terwijl particuliere beleggers steeds minder obligaties bezitten.

    Werd de Italiaanse staatsschuld in 1990 nog voor 70% gefinancierd door particuliere beleggers, vandaag de dag is dat minder dan 10%. Centrale banken hadden sinds 1990 gemiddeld maar 5% van alle Italiaanse staatsobligaties in handen, totdat begin 2015 het besluit genomen werd om op grote schaal schuldpapier op te kopen. Sindsdien is het aandeel van de centrale bank toegenomen, met als resultaat dat ze waarschijnlijk dit jaar over de 20% zal gaan.

    Ook opvallend is dat binnenlandse financiële instellingen en buitenlandse beleggers een steeds groter deel van de Italiaanse staatsschuld financieren. Was hun aandeel in 1990 nog respectievelijk 18% en 4%, anno 2018 is dat opgelopen tot 41% en 35%. Daarmee zijn deze twee groepen de belangrijkste financiers van de Italiaanse staatsschuld, die met ruim 130% van het bbp bijna het hoogste is van alle landen in de eurozone.

    Centrale banken bezitten 18% van Italiaanse staatsschuld (Grafiek via @Schuldensuehner)

    Volgens ECB-woordvoerder William Lelieveldt is het niet de ECB die de Italiaanse staatsobligaties bezit, maar het Eurosysteem als geheel. Daaronder vallen de nationale centrale banken van alle eurolanden. Het overgrote deel van de Italiaanse staatsobligaties staat op de balans van de Banca d’Italia.

    Deze bijdrage is afkomstig van Geotrendlines

  • Interbancaire leningen drogen op?

    Deze week publiceerde Armstrong Economics een grafiek die suggereert dat de markt voor interbancaire leningen onlangs met meer dan 80% gekrompen is. Dat is een zorgwekkend signaal, omdat het doet vermoeden dat banken elkaar niet meer vertrouwen en daarom geen geld meer aan elkaar uitlenen.

    Sinds het uitbreken van de financiële crisis is de markt voor interbancaire leningen inderdaad sterk gekrompen, van meer dan $400 miljard naar minder dan $80 miljard. Banken maken steeds minder gebruik van deze mogelijkheid, omdat ze liever tegoeden bij de centrale bank parkeren. De totale markt voor interbancaire leningen leek de laatste jaren te stabilisering, maar zeer recent werd een duikeling van meer dan 80% waargenomen. Hoe kan dit?

    Markt voor interbancaire leningen droogt op? (Bron: St. Louis Fed)

    Aangepaste statistieken

    We hebben de bijbehorende cijfers opgezocht in de database van de Federal Reserve, maar die blijken sinds eind vorig jaar niet meer bijgehouden te worden. Dat komt omdat de centrale bank deze informatie nu anders weergeeft, waarbij één van de twee componenten in de berekening is komen te vervallen. In plaats van de “Fed Funds and reverse repos with banks” en de “loans to commercial banks” samen te voegen volgt de Federal Reserve nu alleen nog maar de “Federal Funds and Reverse Repo”.

    Websites en databases die de cijfers van de Federal Reserve automatisch uitlezen rapporteerden recentelijk dus een daling van de interbancaire leningen van ruim $70 miljard naar slechts $12,4 miljard, maar dat wil nog niet zeggen dat die markt ook daadwerkelijk met meer dan 80% gekrompen is. Het is dus misschien te vroeg om te concluderen dat er een probleem is in de markt voor interbancaire leningen.

    Tegelijkertijd roept het de vraag op waarom de Federal Reserve haar rekenmethode heeft aangepast. Zou er dan toch iets aan de hand zijn? Zodra we hier meer duidelijkheid hebben zullen we er weer over berichten.

    Dit artikel wordt u aangeboden door Goudstandaard, uw adres voor de aankoop en verzekerde opslag van edelmetalen. Wilt u goud kopen? Neem dan contact op door te mailen naar [email protected] of door te bellen naar +31(0)88-4688488.

  • Inkomen huishoudens Australië sinds 2008 niet meer gestegen

    Het gemiddelde inkomen van huishoudens in Australië is weer gezakt tot het niveau van eind 2008, zo blijkt uit cijfers van het Australische bureau voor de statistiek. Eind jaren negentig en aan het begin van deze eeuw liet het gemiddelde inkomen nog wel een sterke stijging zien, maar die stagneerde met het uitbreken van de wereldwijde financiële crisis in 2008. In de jaren groeide het inkomen bijna niet meer en de laatste twee jaar is er zelfs weer sprake van een daling.

    Door de crisis zijn de lonen onder druk komen te staan, waarbij de economie van Australië ook nog eens geplaagd werd door relatief lage grondstofprijzen. Ook in Nederland lijkt het inkomen van huishoudens te stagneren, zoals onlangs werd vastgesteld door de Rabobank. Doordat veel goederen en diensten door de jaren heen goedkoper zijn geworden voelen we ons toch welvarender, maar daar staat tegenover dat we ons dieper in de schulden moeten steken om bijvoorbeeld een huis te kopen.

    https://twitter.com/PhilipSoos/status/971779359391412224

  • Zweden ziet risico’s van cashloze samenleving

    Zweden lijkt zich bewust te zijn van de risico’s van een zogeheten cashloze samenleving. De Zweedse centrale bank vreest namelijk dat het verdwijnen van de munten en bankbiljetten uit het dagelijkse betalingsverkeer zal leiden tot een complete desintegratie van de infrastructuur die hoort bij de distributie en het gebruik van contant geld. En dat ondermijnt volgens de centrale bank haar taak om zorg te dragen voor een veilig en efficient betaalsysteem.

    De hoeveelheid munten en bankbiljetten die in Zweden in omloop is bereikte in 2007 een piek en is sindsdien met meer dan 40% gedaald. De hoeveelheid contant geld is vandaag de dag weer terug op het niveau van 1991, wat betekent dat er gecorrigeerd voor bevolkingsgroei en inflatie vandaag de dag veel minder contant per persoon in omloop is dan toen.

    Door het afnemen van de hoeveelheid munten en biljetten wordt het voor banken en bedrijven steeds kostbaarder om de infrastructuur van geldwagens, kluizen en geldautomaten in stand te houden. Daardoor zal het voor bedrijven en consumenten alleen maar interessanter worden om over te stappen naar elektronische betaalmiddelen als bankpassen, smartphone apps en internetbankieren. Maar is dat een probleem?

    Contant geld als backup

    Elektronische betaalsystemen bieden veel voordelen boven het gebruik contant geld, maar het nadeel is dat elektronische systemen getroffen kunnen worden door storingen en door aanvallen van hackers. In dat soort scenario’s is het handig als consumenten en bedrijven kunnen terugvallen op munten en bankbiljetten. Vooral in de afgelegen gebieden van Zweden dreigt de beschikbaarheid van contant geld een probleem te worden, omdat het daar relatief kostbaar is om bedrijven en banken te bevoorraden.

    Patrik Andersson van waardetransporteur Loomis verklaarde in een interview met Bloomberg het belang van het in stand houden van een infrastructuur voor contant geld. Volgens hem realiseren veel Zweden niet wat voor effect het uitvallen van elektronische betaalsystemen heeft op het dagelijkse leven. De bevolking heeft veel vertrouwen in de stabiliteit en beschikbaarheid van deze systemen, maar dat kan er in een crisissituatie toe leiden dat Zweden niet meer in staat zijn om primaire zaken als de boodschappen te betalen.

    Volgens Nina Wenning van Bankomat (het bedrijf dat de meeste geldautomaten in het land beheert en dat in handen is van verschillende Zweedse banken), zijn de kosten voor iedere transactie bij de geldautomaat de laatste jaren dramatisch toegenomen. Dat komt omdat er steeds minder vaak gebruik van wordt gemaakt, terwijl de kosten voor het geldtransport en de verzekering vrijwel niet omlaag gaan.

    Contant geld in omloop in Zweden is de laatste jaren sterk afgenomen (Bron: Bloomberg)

    Goud en zilver als veilige haven

    Net zoals contant geld een betaalmiddel is om op terug te vallen in tijden van crisis, zo zijn edelmetalen als goud en zilver spaarmiddelen om op terug te vallen in onzekere tijden. Gouden munten en zilveren munten zijn misschien niet zo handig als betaalmiddel, wel zullen ze in tijden van crisis hun koopkracht behouden. Zeker wanneer valuta aan waarde verliezen en banken niet aan hun verplichtingen kunnen voldoen en conform de bail-in worden afgewikkeld. Om die reden is het altijd aan te raden om zowel contant geld als edelmetalen achter de hand te houden.