Categorie: Economie

Economisch Nieuws

  • Jim Rogers: “Voedselprijzen zullen stijgen”

    Niet alleen Marc Faber is somber over de toekomst, ook Jim Rogers verwacht dat we nog veel ellende gaan meemaken. Voor het eerst in de geschiedenis voeren alle grote centrale banken in de wereld een bijzonder ruim monetair beleid met uitzonderlijk lage rentes. “De hele wereld probeert de waarde van valuta te ondermijnen, waardoor er grote verstoring is gekomen tussen de economische werkelijkheid en de waarde van bezittingen”, aldus Rogers. Hij zegt dat aandelenmarkten wereldwijd recordniveaus bereiken, maar dat dat allemaal te danken is aan de geldpers.

    Volgens Jim Rogers is dat een onhoudbare situatie die op een dag zal eindigen. Daar moeten we allemaal waakzaam op zijn. Hij raad beleggers aan alleen te investeren in dingen die ze echt goed begrijpen en niet zomaar het advies van andere beleggers of experts over te nemen.

    Landbouw

    Jim Rogers ziet veel kansen in landbouw, omdat de wereldpopulatie blijft groeien en omdat er wereldwijd een groeiende middenklasse is die meer kan besteden aan voeding. Tegelijkertijd vergrijst de populatie die werkzaam is in de landbouw. Als die generatie met pensioen gaat moet er een nieuwe generatie van boeren opstaan. Dertig jaar lang viel er steeds minder te verdienen aan landbouw, maar dat gaat volgens Jim Rogers veranderen. Hij denkt dat boeren in de toekomst een goed belegde boterham zullen verdienen. “De boeren zullen in Lamborghini’s rondrijden”, aldus Rogers.

    [vsw id=”zDASffPOekI” source=”youtube” width=”560″ height=”315″ autoplay=”no”]

  • Marc Faber: “Crisis zal eindigen met financiële ramp of oorlog”

    Marc Faber verwacht dat de huidige crisis zal eindigen in een financiële ramp. Zelfs een oorlog is volgens hem niet uit te sluiten. Door de onbeperkte geldcreatie door centrale banken stevenen we af op een vertrouwenscrisis die gepaard zal gaan met een deflatoire depressie of hyperinflatie. Door de extreem lage rente is het niet meer lucratief om geld op een spaarrekening te zetten. In plaats daarvan stopt men geld in obligaties, aandelenmarkten, vastgoed, grondstoffen en goud. Dat levert de financiële bubbels op die zoveel schade toebrengen aan de economie.

    “Het geld dat Amerikanen bijdrukken hoeft niet per se de Amerikaanse economie te stimuleren en de inflatie aan te wakkeren in de VS. Omdat we een internationaal monetair systeem hebben kunnen de extra dollars ook de economie van China, Vietnam of een ander land stimuleren en in die landen de inflatie opjagen”, aldus Faber.


    Inflatie

    Marc Faber legt nog eens uit dat er een verschil is tussen de officiële inflatie (CPI) en de inflatie die de gewone man ervaart. In de officiële cijfers wordt een andere weging toegekend aan verschillende kosten, een weging die door de jaren heen steeds kan worden aangepast. Het gevolg is dat de werkelijke uitgaven van een doorsnee Amerikaan veel sterker stijgen dan het inflatiecijfer doet vermoeden. Faber schat de jaarlijkse inflatie in de VS op 5% en denkt dat het percentage in veel Aziatische economieën ongeveer even hoog is. Een jaarlijkse inflatie van 5% is over een periode van tien jaar een prijsstijging van bijna 63%, of een koopkrachtvermindering van 38,5%.

    De meeste inflatie is volgens Faber geëxporteerd naar de opkomende economieën van Azië. Bijvoorbeeld in Thailand, waar de grondprijzen in drie jaar tijd met een factor vijf zijn gestegen. Ook in India zijn de prijzen van bijvoorbeeld vastgoed de afgelopen jaren sterk gestegen.

    Toenemende inkomensongelijkheid

    “Die mensen die het land (of het vastgoed) bezitten profiteren in zekere zin van de stijgende prijzen, maar de mensen die van de universiteit af komen en die een stuk land of een huis willen kopen kunnen dat steeds vaker niet meer veroorloven. Het schept een onwenselijke sociaal klimaat. Maar het gaat te ver om te zeggen dat Bernanke verantwoordelijk kan worden gehouden voor de sociale onrust in Libië, Tunesië, Egypte, Turkije enzovoort. Maar over het algemeen kun je stellen dat er een toenemende ongelijkheid is ontstaan tussen rijk en arm. Het ruime monetaire beleid heeft vooral de mensen met bezittingen geholpen. En de financiële sector.”

    [vsw id=”gLrKrheuZ7o” source=”youtube” width=”560″ height=”315″ autoplay=”no”]

  • Kan China met goud het monetaire systeem hervormen?

    In de toekomst kan fysiek goud weer een disciplinerende rol vervullen, maar dat kan niet zonder een fundamentele hervorming van het internationale monetaire systeem. Maar hoe ziet een dergelijke hervorming eruit? Reginald H. Howe publiceerde eerder deze week een must read artikel, getiteld “Chinese GPS: Payback in Full with Benefits“. We hebben de kern uit het artikel vertaald!


    Chinese GPS: Payback in Full with Benefits

    Dit artikel is het vervolg op The Golden Sextant en biedt een vernieuwde benadering van een op goud gebaseerde hervorming van het internationale monetaire systeem. De afkorting GPS die in de titel staat refereert naar het Goud Positionerings Systeem dat hieronder wordt toegelicht.

    Goud – en in mindere mate zilver – hebben door de menselijke geschiedenis gediend als permanente en natuurlijke vorm van geld, maar de manier waarop men het gebruikte werd doorgaans gedicteerd door de dominante economische macht van het betreffende tijdperk. In de eeuw voorafgaand aan de Eerste Wereldoorlog nam het Britse rijk het beheer van de klassieke goudstandaard voor haar rekening. Tot op de dag van vandaag is Londen nog steeds een knooppunt van de wereldwijde goudmarkt.

    Goudwisselstandaard

    In de jaren tussen WO I en WO II deelden de Britten hun monetaire dominantie met de Amerikanen. In deze periode deden beide landen een poging om de goudwisselstandaard weer in ere te herstellen, maar hun poging om de pariteit (wisselkoersen) van voor de oorlog te herstellen bleek onrealistisch. De poging mislukte volledig en bracht ons de Grote Depressie. Zie J. P. Warburg, The Money Muddle (Knopf, 1934), pagina 54-60.

    Onder het Bretton-Woods systeem, dat na de Tweede Wereldoorlog in elkaar werd gezet, kregen de Verenigde Staten het wereldwijde monetaire leiderschap in handen. Dat hield stand tot 1971, toen president Nixon eenzijdig de belofte verbrak om dollars van buitenlandse centrale banken tegen een koers van $35 per troy ounce om te wisselen voor goud.

    Ongedekt geldsysteem

    Sindsdien hanteren alle landen in de wereld voor het eerst in de geschiedenis tegelijkertijd een geldsysteem dat geen enkele relatie meer heeft tot goud, zilver of iets anders dat tastbaar is. Het resultaat daarvan was compleet voorspelbaar: depreciërende valuta, exploderende schuldniveaus op publiek en privaat niveau, wijdverspreide bankencrises, failliete overheden en in de Westerse democratieën de slechtste economische groei sinds de Grote Depressie.

    Kort samengevat: de moderne democratische verzorgingsstaat gaat failliet zodra deze los wordt gemaakt van de discipline van ‘degelijk geld’. Misschien heeft Margaret Thatcher dat nog het beste onder woorden gebracht: “Het probleem met socialisme is dat je op een gegeven moment het geld van andere mensen hebt opgemaakt”. De weg van de minste (politieke) weerstand is om vervolgens de geldpers aan te zetten. De moderne equivalent daarvan is de zogenaamde ‘monetaire verruiming’ die gekarakteriseerd wordt door extreem lage rentes.

    Backwardation

    De extreem lage rentes dwingen centrale banken om de lease rate voor goud te verlagen naar onbehoorlijk lage niveaus, zodat vermeden wordt dat goud publiekelijk in backwardation gaat. Onthoudt dat GOFO, de Gold Forward Offered Rate, de rente voor een bepaalde periode is, verminderd met de kosten voor het leasen van goud voor dezelfde periode. Bij een negatieve GOFO is er sprake van backwardation (noot van redactie: lees ook dit artikel op Marketupdate). De cijfers van de LBMA laten zien dat de GOFO voor korte looptijden nu al bijna drie weken onafgebroken negatief zijn (vanaf 8 juli t/m 25 juli) door oplopende tarieven voor het leasen van goud. Tarieven die momenteel overigens nog steeds onder de normale historische niveaus liggen.

    Deze ongebruikelijke situatie heeft veel aandacht gekregen, zelfs buiten de kleine kringen die bovenop goud zitten. Zie onder meer de volgende artikelen:

    • J. Skoyles, Backwardation, negative GOFO and the gold price, The Real Asset Co. (July 24, 2013)
    • M. Kentz, Gold futures hiccup indicates demand outpacing supply, Reuters (July 19, 2013)
    • G. Williams, What If, Things that Make You Go Hmmm, Mauldin Economics (July 15, 2013)

    Een goed functionerend internationaal monetair systeem is essentieel voor het functioneren van de wereldeconomie, zoals een goed functionerende bloedsomloop essentieel is voor de vitaliteit van het menselijke lichaam. Backwardation in goud is te vergelijken met een hele hoge bloeddruk: het is een teken dat er iets goed mis is en dat er zonder medische behandeling gegarandeerd iets ernstigs gaat gebeuren met mogelijk catastrofale gevolgen.

    China koopt goud

    Geen enkel land in de wereld heeft op dit moment een groter belang bij een sterke en gezonde wereldeconomie als China, de opkomende economische supermacht met ongeveer 1,3 miljard inwoners. Terwijl veel grote en een aantal kleinere landen op verschillende manieren het privaat bezit van goud ontmoedigden stimuleerde China haar bevolking om goud te kopen. Tegelijkertijd heeft China haar officiële goudvoorraad substantieel groter gemaakt, waardoor sommigen denken dat China werkt aan een door goud gedekte yuan.

    Wat het uiteindelijke doel van de Chinezen ook mag zijn, de problematische staat van de wereldwijde economie en het internationale monetaire systeem waar het op gebouwd is vereist dat er snel actie ondernomen wordt. Als er één land is dat vandaag de dag in staat is tot een nuttige en effectieve monetaire hervorming, dan is dat wel China. Er bestaat geen andere oplossing dan een eenzijdige actie van de Chinezen. Het is een fantasie om te geloven dat er onder de huidige omstandigheden een internationale conferentie georganiseerd wordt om tot monetaire hervormingen te komen. Laat staan dat er overeenstemming bereikt zal worden over betekenisvolle hervormingen.

    Actie ondernemen

    Er zijn voldoende voorbeelden te vinden van eenzijdige acties die werden uitgevoerd door dominante monetaire machthebbers. Acties die als doel hadden een niet-functionerend internationaal betalingssysteem te veranderen. President Roosevelt handelde eenzijdig toen hij de goudprijs bijna verdubbelde (van $20,67 naar $35 per troy ounce) en daarmee uiteindelijk een wereldwijde devaluatie wist af te dwingen. President Nixon handelde ook eenzijdig toen hij het Bretton-Woods systeem met inwisselbare dollars torpedeerde en plaats maakte voor een ongedekt fiat geldsysteem.

    Vandaag de dag heeft alleen China met zijn meer dan $3 biljoen aan buitenlandse valutareserves (overwegend Amerikaanse dollars) en zijn sterke handelspositie het vermogen om het initiatief op monetair gebied naar zich toe te halen, zoals de Amerikanen dat twee keer deden in de vorige eeuw. Daar komt bij dat China één van de weinige grootmachten is met een politiek systeem dat in staat is te handelen vanuit een lange-termijn visie. Zelfs als dat op korte termijn pijn met zich meebrengt.

    Jean-Claude Juncker, die acht jaar lang voorzitter was van de Eurogroep, vatte het dilemma van Westerse democratieën goed samen: “We weten allemaal wat er gedaan moet worden, we weten alleen niet hoe we daarna nog verkozen moeten worden”.

    China moet bodemprijs voor goud in Amerikaanse dollars invoeren en garanderen. Deze minimumprijs mag opwaarts bijgesteld worden, maar nooit naar beneden. De goed geïnformeerde onder ons zullen meteen herkennen dat dit idee geleend is van een eerder voorstel van Hugo Salinas Price, maar dan met twee grote aanpassingen: [1] het is gebaseerd op goud in plaats van zilver en [2] de prijs wordt niet uitgedrukt in de valuta van hetzelfde land dat de minimumprijs garandeert maar in de wereldreservemunt (US $). Daar heeft China er niet alleen veel van verzameld, ook heeft ze de capaciteit om er meer van binnen te halen.

    Zie het artikel van Hugo Salinas Price: “How to introduce a silver coin into circulation in Mexico: The hybrid coin (2004)“.

    Goud: Geld om te sparen

    Gezien de snelheid waarmee valuta aan koopkracht verliezen bieden ze voor de lange termijn geen betrouwbare waardeopslag. Ondersteund door de status van wettig betaalmiddel zijn valuta primair geschikt voor het dagelijkse betalingsverkeer. Maar hoewel monetaire metalen – goud en zilver – over langere termijn wel waardeopslag bieden wordt hun praktische nut als spaarmiddel voor de gewone man ernstig ondermijnd door de volatiliteit van de goudprijs en zilverprijs. Inderdaad, het versterken van die volatiliteit is een beproefde methode van overheden om het gebruik van goud en zilver als alternatief voor wettig geld te ontmoedigen.

    Om goud en zilver geschikt te maken als spaarmiddel moeten er de zekerheid zijn dat ze op ieder moment tegen een voorspelbare prijs en zonder significant verlies inwisselbaar zijn voor de transactiemunt, het wettige betaalmiddel dat circuleert. Uit het voorstel van Hugo Salinas Price blijkt dat hij daar ook rekening mee gehouden heeft. In zijn voorstel geeft hij als voorwaarde op dat de Mexicaanse overheid gereed moet staan om alle zilveren munten terug te kopen tegen een vastgestelde minimumprijs in Mexicaanse pesos. Een gegarandeerde prijs die wél verhoogd, maar niet verlaagd mag worden.

    Hetzelfde systeem kan men ook toepassen op goud. Beperk de volatiliteit van de prijs en goud wordt automatisch het favoriete spaarmiddel, één die concurrentie krijgt van relatief sterke fiat valuta met een aantrekkelijke rente om vermogen weg te lokken uit goud. Net als contant geld biedt ook fysiek goud geen enkele vorm van cashflow. Overheden die spaargeld willen onttrekken uit fysiek goud en die dat graag geïnvesteerd zien worden in de productieve sectoren van de economie hoeven alleen maar de waarde van hun munt te bewaken. Zodanig dat een investering in de productieve economie lucratiever wordt dan het sparen van fysiek goud. Zie ook: Gibson’s Paradox Revisited: Professor Summers Analyzes Gold Prices.

    De vereiste om de gegarandeerde bodemprijs van goud alleen maar naar boven aan te passen is consistent met de ervaring die we uit het verleden hebben opgedaan met valuta: over de lange termijn daalt de waarde van iedere ongedekte munt naar nul. Het is ook consistent met het gegeven dat goud normaal gesproken altijd in contango is met alle ongedekte fiat valuta. Met andere woorden, dat de toekomstige prijs van goud hoger ligt dan de actuele spotprijs.

    Het feit dat de bodemprijs van goud naar boven bijgesteld kan worden zegt overigens nog niets over de snelheid waarmee dat gebeurt. In de praktijk zou het zo kunnen zijn dat de gegarandeerde minimumprijs achterblijft bij de marktprijs en alleen maar stijgt om de impact van een mogelijke prijsdaling op de spaartegoeden te beperken.

    De werking en arbitrage van de bodemprijs

    De bodemprijs van goud in Amerikaanse dollars en de snelheid waarmee die bodem verhoogd wordt moeten we volledig overlaten aan de discretie van de Chinezen. Aangezien de bodemprijs alleen verhoogd en niet verlaagd kan worden zullen de Chinezen een conservatieve prijs hanteren, ook gezien de prijsontwikkeling van goud van de afgelopen maanden. Als grootste goud producerend land ter wereld is China ook goed gepositioneerd om inzicht te hebben in de huidige productiekosten van goud en in de goudprijs die nodig is om de goudmijnsector gezond te houden.

    Een opstartprobleem dat de Chinezen kunnen hebben is dat de bodemprijs voor goud in Amerikaanse dollars vroegtijdig uitlekt. Alleen de aanwijzing dat China een bodemprijs gaat garanderen voor goud zal al een dramatisch effect hebben op de huidige goudprijs. Het kan zorgen voor extreme instabiliteit als bekend wordt dat de bodemprijs overwogen wordt, maar dat die vervolgens niet ingevoerd wordt.

    Technisch gezien vereist de implementatie van een in dollars genoteerde minimumprijs voor goud dat de Chinese centrale bank, of een andere instantie die daarvoor aangewezen wordt door de regering, gereed moet staan om alle 400 troy ounce LBMA goudstaven op te kopen die ze aangeboden krijgt. Er zal voor China geen reden zijn om de kleinere goudbaartjes en munten af te nemen. Als de goudprijs zakt tot de door China vastgestelde bodemprijs zullen de kleinere transacties afgehandeld worden door banken en goudhandelaren. Die kunnen het aangeboden goud opkopen tegen de minimumprijs van de Chinese regering, minus een kleine winstmarge. Het is echter waarschijnlijker dat een groeiend vertrouwen in de bodemprijs de marktprijs van goud zal opdrijven, omdat een toenemend gebruik van goud als spaarreserve zal bijdragen aan een stijgende vraag.

    Voordelen voor China en de rest van de wereld

    Het grote voordeel voor China, en ook voor de rest van de wereld, komt voort uit de terugkeer naar een hervormd en meer stabiel internationaal monetair systeem dat weer verbonden is aan goud, maar op een manier die veel flexibeler is dan eerdere versies van de goudstandaard. De oude systemen werken vanuit het principe dat overheden geld terugnemen in ruil voor goud, waardoor ze uiteindelijk zonder goudvoorraad kwamen te zitten.

    Het Chinese ‘Goud Positioneringssysteem’ keert deze klassieke ruil om. In plaats van de belofte om goud tegen een vaste prijs uit te leveren voor geld geeft de overheid de belofte om goud te kopen tegen een minimumprijs die door de jaren heen kan stijgen.

    Sommigen hebben de suggestie gewekt dat China goud blijft kopen om op een dag terug te keren naar een goudstandaard met een vaste goudprijs in Chinese yuan. In dat scenario heeft het voor de Chinese economie helemaal geen zin om goud te blijven kopen. Door goud te kopen kan China wellicht wat dollarreserves kwijtraken, maar ze doet dan niets om de waarde van de resterende dollarreserves te stabiliseren. En als China ooit naar een door goud gedekte yuan gaat volgens de oude goudwisselstandaard zal ze uiteindelijk tegen hetzelfde probleem aan lopen als andere valutasystemen (denk aan het falen van de goudstandaard in de VS in de Grote Depressie en aan het falen van Bretton Woods).

    Het Chinese GPS werkt in eerste instantie als een controle op de Amerikaanse dollar. Wordt de munt zo roekeloos beheerd dat ze haar status als wereldreservemunt verliest, dan zouden we dat terugzien in een razendsnel stijgende bodemprijs in dollars. De Chinezen hebben dan altijd nog de optie om een bodemprijs vast te stellen in yuan, waarmee ze in feite de dollar vervangt als wereldreservemunt. Maar door in eerste instantie alleen een minimumprijs in dollars op te geven blijft China opereren binnen de grenzen van het huidige monetaire systeem, waarin ze de VS uitdaagt om haar munt beter te beheren. Tegelijkertijd geeft ze het internationale betalingssysteem voldoende tijd om zich aan te passen, mocht de VS er niet in slagen de dollar te stabiliseren.

    Ieder denkbaar land kan het Chinese initiatief volgen door een bodemprijs van goud in de eigen valuta te garanderen. Het is inderdaad mogelijk om een nieuw monetair stelsel in te beelden waarin valuta met elkaar concurreren op basis van de gegarandeerde bodemprijs en de hoogte van de rente. Onder deze omstandigheden wordt de aantrekkelijkheid van een bepaalde valuta en staatsobligaties primair bepaald door de spread tussen de marktprijs van goud en de gegarandeerde minimumprijs van goud in de betreffende valuta, door de rentestructuur en door de algemene perceptie van de degelijkheid van het monetaire beleid van het land.

    Landen die goed scoren op deze drie criteria zullen in staat zijn kapitaal weg te halen uit goud. Landen die hier niet in slagen zullen uiteindelijk uitgesloten worden van de kapitaalmarkt.

    Onder het Chinese GPS wordt de goudmarkt transparanter en krijgt deze meer verbinding met de markt voor handel in fysiek goud. Niet langer kunnen besparingen van burgers in de vorm van fysiek goud verwoest worden door de volatiele neerwaartse prijsbeweging die veroorzaakt wordt door bullion banks die in Londen of New York  papiergoud verhandelen. Bullion banks die de steun hebben van centrale banken, omdat ze met het onderdrukken van de goudprijs een poging doen het vertrouwen in het papiergeld te versterken.

    Integendeel, centrale banken zullen niet langer een strijd voeren tegen datgene wat historisch gezien hun belangrijkste bezitting is. In plaats daarvan stelt een stijgende goudprijs ze in staat om hun eigen balans te herstellen. Diegene die hun goudvoorraad verkocht of uitgeleend hebben kunnen op de markt opnieuw goud inkopen, bijvoorbeeld door een bodemprijs voor goud in te stellen die hoger ligt dan de marktprijs. Dat zal de nieuwe manier zijn om je eigen munt te devalueren.

    De balansen van Westerse democratieën zijn simpelweg te zwak om een gemakkelijke transitie te maken naar een internationaal monetair systeem dat gekoppeld is aan goud. Het Chinese GPS, zoals dat hierboven beschreven wordt, zou een begin kunnen zijn naar wereldwijde monetaire hervorming en een vluchtroute uit het moeras van vlottende en depreciërende valuta, het moeras waar Westerse centrale banken ons nu in trekken.

    Net zoals de wereld moest wennen aan de sluiting van het goudloket door Nixon zal men ook moeten wennen aan het Chinese GPS. Maar anders dan in 1971 zal de wereld niet in de afgrond van onbeperkt geld gestort worden. In plaats daarvan wordt goud hersteld in haar rol als de bewezen monetaire rekeneenheid.

    Impact op de VS

    Met het Chinese GPS komt de VS voor een enorme uitdaging te staan, met name de Federal Reserve en het Amerikaanse ministerie van Financiën. Die twee hebben nu nog een nauwe band met elkaar op basis van een extreem lage rente. Met het Chinese GPS kan de Federal Reserve niet langer de hoogste prioriteit geven aan het redden van de “too big to fail” banken. In plaats daarvan moet ze de dollar zien te redden met geoorloofde middelen, zoals een verhoging van de rente en de introductie van een eigen bodemprijs voor goud.

    Niet langer kan het Amerikaanse ministerie van Financien erop vertrouwen dat de Federal Reserve altijd bijspringt als “lender of last resort” voor nieuwe staatsleningen. In plaats daarvan moet de Amerikaanse overheid de kapitaalmarkt op om te concurreren met de staatsobligaties van andere overheden.

    Velen in de Verenigde Staten, waaronder pensioenfondsen, gepensioneerden en anderen die afhankelijk zijn van de rente op schuldpapier, zullen positief verrast worden door de terugkeer naar een meer normale rentestructuur. Bezitters van Amerikaans schuldpapier in andere landen zullen het vooruitzicht van een meer stabiele dollar ook verwelkomen. Denk ook aan centrale banken die dollarreserves als bezittingen op de balans hebben staan.

    Vanuit hun perspectief biedt het Chinese GPS een antwoord op de probleemsituatie die John Connally, de minister van Financien in de regering van Nixon, tijdens een G-10 meeting in 1971 formuleerde: “De dollar is onze munt, maar het is jullie probleem”. Met het Chinese GPS in werking is de gezondheid van de dollar opeens probleem nummer één in Washington.

    China-goud

  • Spaargeld vlucht uit Cyprus

    Uit data van de Bank of Cyprus blijkt dat er sinds maart al enkele miljarden aan spaartegoeden zijn weggesluisd van Cypriotische bankrekeningen. Vooral de lokale bevolking en spaarders buiten de Eurozone hebben de afgelopen maanden geld weggehaald. Onderstaande grafieken van Zero Hedge zijn gebaseerd op data van de centrale bank van Cyprus en laten in één oogopslag de omvang van de daling zien. Het totale spaargeld op Cypriotische bankrekeningen is terug op het niveau van 2007, maar veel zorgwekkender is de snelheid van de daling. Nog niet eerder werd er in een paar maanden tijd zoveel geld weggesluisd.

    Kennelijk zijn de kapitaalcontroles in Cyprus onvoldoende effectief, want spaarders kunnen nog steeds veel geld weghalen. Volgens Zero Hedge zijn de banken in dit tempo binnen één jaar helemaal door hun eigen vermogen heen.

    Bron: Central Bank of Cyprus

    Spaartegoeden banken Cyprus

    Spaartegoeden banken Cyprus

    Spaartegoeden banken Cyprus

  • Banken steken meer hypotheekrente in eigen zak

    Nederlandse banken steken een steeds groter gedeelte van de hypotheekrente in hun eigen zakken, zo blijkt uit de Eigen Huis Barometer van de Vereniging Eigen Huis (VEH). Tussen mei 2012 en mei 2013 hebben banken maar de helft van de rentedaling doorberekend aan hun klanten, de rest hebben ze als winst achtergehouden. De gemiddelde hypotheekrente was in de maand mei van dit jaar 0,56 procentpunt lager dan een jaar geleden (van 4,33% naar 3,77%), maar de winstmarge die banken behaalden op hypotheken nam in dezelfde periode met 0,58 procentpunt toe (van 0,38% naar 0,96%).

    De daling van de rente zou ten goede moeten komen aan de consument, maar in plaats daarvan blijft een steeds groter gedeelte achter in de zakken van de bankiers. Voor de VEH is deze ontwikkeling reden genoeg om aan de bel te trekken. Ze roept de overheid op om een maximum te stellen aan de winstmarges die banken mogen maken op hypotheken.

    Winstmarge

    De VEH schrijft in haar persbericht dat banken het meest profiteren van hypotheken met een rente die 10 jaar vast staat. De consument betaalt daar nu 36 procentpunt minder rente op dan een jaar geleden, maar de bank verdient er 0,72 procentpunt meer aan dan een jaar geleden. Banken die de rente vorig jaar voor 10 jaar vast konden zetten bij klanten wisten de daling van de financieringskosten voor 2/3 deel in eigen zak te steken. Onderstaande illustratie laat zien hoeveel procent winst banken behalen op hypotheken. De VEH schrijft in haar toelichting dat de Nederlandse banken momenteel een historisch hoge winstmarge maken.

    Eigen Huis Barometer
    Eigen Huis Barometer

    Deze praktijken gaan ten koste van de huizenbezitter, zo schrijft de VEH in haar persbericht:

    “De extra marge die banken maken op hypotheken komt rechtstreeks uit de portemonnee van huiseigenaren. Al jaren betalen zij maandelijks honderden euro’s te veel. Door gebrek aan concurrentie kan de marge op de hypotheekrente onverminderd doorstijgen, terwijl de politiek weigert in te grijpen.”

    De VEH ergert zich vooral aan de omstandigheden waaronder dit gebeurt. De woningmarkt wordt in toenemende mate geconfronteerd met dalende huizenprijzen, hypotheken die onder water staan, betalingsproblemen en gedwongen verkopen. Ze roept de politiek op om in te grijpen en een plafond in te stellen aan de winst die banken mogen maken op hypotheken.

    Basel III

    Banken moeten voldoen aan strengere kapitaaleisen en versterken daarom de verhouding tussen het eigen vermogen en de uitstaande leningen. Het afromen van hypotheken is voor banken een effectieve manier om meer ‘vet op de botten’ te krijgen. Toch kan men stellen dat banken misbruik maken van de situatie. De Vereniging Eigen Huis geeft de volgende toelichting bij de cijfers:

    “De Eigen Huis Rentebarometer wordt in opdracht van Vereniging Eigen Huis maandelijks berekend door de Universiteit van Amsterdam en geeft de overwinsten weer die banken verdienen op de hypotheekrente bovenop de “normale winst”. De vernieuwde Rentebarometer is gebaseerd op de aangepaste rekenmethodiek, die de Autoriteit Consument en Markt  (ACM) medio april 2013 in het rapport ‘Concurrentie op de hypotheekmarkt’ heeft gepresenteerd. Aan het model zijn twee variabelen toegevoegd, de kapitaalvereisten Basel III en toename van betalingsproblemen bij klanten.”

    Onderstaande video geeft een toelichting van de huidige situatie op de Nederlandse hypotheekmarkt.

    [vsw id=”iuZIWhv0xVM#at=81″ source=”youtube” width=”560″ height=”315″ autoplay=”no”]

  • “Helft winstgroei bedrijven door lage rente”

    Toen de Amerikaanse centrale bank begon met haar stimuleringsprogramma kreeg ook de aandelenmarkt een sterke impuls. De vraag is nu hoe groot de bijdrage van de Fed was voor de beursrally die in maart 2009 begon. Nu grote Amerikaanse bedrijven hun cijfers naar buiten brengen komt Reuters met een analyse.

    Volgens Reuters is het moeilijk om een relatie te vinden tussen de winstgroei van bedrijven en het stimulerende beleid van de Amerikaanse centrale bank. Robbert van Batenburg, directeur marketing strategie van de broker Newedge USA LLC in New York, maakte er een inschatting van. Hij bestudeerde de bedrijfswinsten sinds 2009 en corrigeerde deze cijfers voor het effect van de lagere rente. Sinds het uitbreken van de financiële crisis heeft de Amerikaanse centrale bank de rente extreem verlaagd, waardoor ook de rente op bedrijfsobligaties gezakt is.

    Had de Amerikaanse centrale bank de rente niet verlaagd, dan waren de bedrijfswinsten volgens van Batenburg aanzienlijk lager geweest. Hij stelt dat 47% van alle winstgroei van de S&P 500 bedrijven sinds 2009 te danken is aan de lage rente. “Mensen onderschatten de mate waarin kwantitatieve verruiming de S&P heeft geholpen. […] Het effect is vergelijkbaar met een atleet op steroïden.”

    Eind 2009 was de winst per aandeel per kwartaal voor bedrijven uit de S&P 500 minder dan $20, waarvan gemiddeld ongeveer $4 per aandeel aan dividend werd uitgekeerd. Nu genereren de bedrijven uit de S&P 500 beursindex volgens van Batenburg gemiddeld een hogere winst van $26,70 per aandeel per kwartaal, maar betalen ze slechts $1,50 aan dividend uit.

    Lage rente

    Sinds 2000 winsten bedrijven hun winst per aandeel te verdrievoudigen. Niet vreemd, gezien de ontwikkeling van de rente. De Federal Funds Rate, de rente die banken voor zeer korte leningen betalen, was eind 2007 nog 4,5%. Sinds het uitbreken van de financiële crisis is die rente snel omlaag gebracht naar 0 tot 0,25 procent. De lange-termijn zakte ook, van meer dan 5% in 2007 naar een dieptepunt van 1,4% in de zomer van 2012. Volgens David Rosenberg, econoom en strateeg bij Gluskin Sheff + Associates in Toronto, hebben de lagere rente en de belastingvoordelen voor het Amerikaanse bedrijfsleven ongeveer $30 bijgedragen aan de brutowinst per aandeel van de S&P 500 bedrijven.

    Bijna 40% van de totale winstgroei kan worden toegeschreven aan de daling van de rente. Daar zitten niet de besparingen van een lagere huur bij in. “Het resultaat van de lagere rente is dat bedrijven de kosten van hun kapitaal substantieel omlaag konden brengen”, aldus van Batenburg.

    Het bedrijfsleven heeft geanticipeerd op de blijvend lage rente van de Federal Reserve. Volgens Morgan Stanley hebben bedrijven de afgelopen jaren benut om veel kortlopende leningen om te zetten in obligaties met een langere looptijd.

    Wat als de rente stijgt?

    Beleggers vrezen dat de aandelenmarkt hard geraakt zal worden als het stimuleringsprogramma van de Amerikaanse centrale bank stopt en de rente weer gaat stijgen. Alleen de suggestie van ’tapering’ was al voldoende om de aandelenkoersen in juni lager te zetten. Sinds de laatste toespraak van Bernanke, waarin hij de geruchten over ’tapering’ weerlegde, zijn de aandelenkoersen weer wat gestegen. De rente op Amerikaanse Treasuries met een looptijd van 10 jaar bleef echter op een hoog niveau steken.

    Russell Price, econoom bij Ameriprise Financial Services in Michigan, plaatst een kanttekening bij de analyse van van Batenburg. Volgens hem weten we niet wat er met de rente was gebeurd als de Federal Reserve niet had ingegrepen. Hij denkt dat de winstgroei voor een veel groter gedeelte te danken is aan belastingvoordelen en aanpassing van de boekhoudregels ten aanzien van afschrijvingen.

    Daar zouden we nog aan toe kunnen voegen dat de daling van de rente ook veroorzaakt kan zijn door een vlucht richting veiligheid of liquiditeit. Aan het begin van de financiële crisis daalde de vraag naar aandelen ten gunste van de vraag naar bedrijfsobligaties. Ook die ontwikkeling heeft een neerwaartse druk gegeven op de rente die S&P 500 bedrijven betalen voor nieuwe leningen.

    De EBITDA marge, de winstmarge voor aftrek van rente, belastingen en afschrijvingen, bereikte in 2007 een piek van 25,6%. Recent zakte die marge tot onder de 20%.

    Aandelenmarkt gaat mee op de golven van goedkoop geld
    Aandelenmarkt gaat mee op de golven van goedkoop geld (Bron: Zero Hedge)
  • Geen herstel Nederlandse woningmarkt

    Op 11 juli brachten de Nederlandse Vereniging van Makelaars (NVM) en de Vereniging Eigen Huis (VEH) tegenstrijdige berichten naar buiten. Volgens Ger Hukker van de NVM was het herstel op de woningmarkt alweer in zicht, maar in reactie daarop gaf de VEH aan nog geen herstel te zien op de Nederlandse huizenmarkt. Wie heeft er gelijk?


    Daarvoor lenen we graag een drietal grafieken die Follow The Money eerder publiceerde. Alle drie laten ze er geen twijfel over bestaan, de huizenmarkt glijdt nog steeds af naar een diep dal.

    Het aanbod van nieuwe woningen blijft toenemen, woningen staan gemiddeld ook langer te koop en daar komt nog eens bij dat de doorstroming op de huizenmarkt verslechtert doordat minder huurders willen kopen en starters vaker weg blijven. Voor de volledige toelichting en alle cijfers verwijzen we naar het artikel op FTM.nl. Onderstaande grafieken spreken echter boekdelen!

    Doorstroming woningmarkt
    Doorstroming woningmarkt
    Woningen steeds langer te koop
    Woningen steeds langer te koop
    Woningvoorraad volgens Funda gestegen tot 31 maanden
    Woningvoorraad volgens Funda gestegen tot 31 maanden
  • Crisis in Nederland op voorpagina in de VS

    De crisis in Nederland is ook voorpaginanieuws geworden in de VS. Konden wij in 2008 nog met de vinger wijzen naar de wantoestanden aan de andere kant van de oceaan, nu kaatst de bal net zo hard terug. De Wall Street Journal opende vandaag met een artikel over de economische crisis in Nederland. Veel van de pijnpunten worden genoemd, zoals een dalend consumentenvertrouwen, de afname in consumentenbestedingen en de sterke toename van het aantal faillissementen. Op de vervolgpagina komen ook de stijgende werkloosheid en de problemen op de huizenmarkt uitgebreid aan bod.


    Nederland, dat nog steeds als één van de weinige landen een Triple-A status heeft, kent een aantal zwakke plekken in de economie. De private schuld ten opzichte van het inkomen is hier in vergelijking met andere landen bijzonder hoog. Ook kent ons land in verhouding tot het BBP een zeer grote bankensector, waardoor we kwetsbaar zijn voor een grote bankencrisis.

    De Wall Street Journal beschrijft de lastige taak van de regering Rutte. De regering wil extra bezuinigen om het tekort onder de 3% te houden, maar dat gaat gepaard met het verlies van banen en lagere overheidsinvesteringen.

    Wall Street Journal over de crisis in Nederland
    Wall Street Journal over de crisis in Nederland (via Telegraaf.nl)
  • AFM: Consument onderschat rente rood staan

    De Autoriteit Financiële Markten (AFM) stelt dat de consument slecht op de hoogte is van de kosten die gemoeid gaan met het ‘rood staan’ op een betaalrekening. Op jaarbasis is de rente voor rood staan ongeveer 12 tot 15 procent, maar van de 511 ondervraagde consumenten wist slechts 10% deze percentages te noemen. Ruim 1/3 van de ondervraagden denkt dat de rente op rood staan lager is dan 6%. Ongeveer 1/8 deel van de respondenten schat de jaarlijkse rente op rood staan bij de bank op minder dan 3%.

    Een onderzoek uit 2009 wees uit dat meer dan de helft van de Nederlanders destijds geen idee had wat de rente was op rood staan. Nu, vier jaar later, kunnen meer Nederlanders een rentepercentage noemen. Helaas onderschatten ze bijna allemaal de daadwerkelijke rente die banken in rekening brengen voor het rood staan.

    Helft Nederlanders staat wel eens rood

    Uit het onderzoek van de AFM (PDF) blijkt dat de helft van de respondenten wel eens rood heeft gestaan. Van deze groep beschouwt de helft het rood staan als een last. Tegelijkertijd geeft de meerderheid van de respondenten aan dat ze de mogelijkheid om rood te staan niet willen missen.

    Bijna één op de drie ondervraagden zegt niet zonder roodstand te kunnen. Bij één op de tien ondervraagden is het saldo op de betaalrekening langer dan een maand negatief. Bij de lagere inkomens staat een kwart langer dan een maand rood bij de bank. Voor deze groep vormt het rood staan een fundamentele aanvulling op de bestedingsruimte.

    ‘Roodstand is duur krediet’

    De consumenten die rood staan, maar die geen consumptief krediet opnemen, beschouwen roodstand vaak niet als een vorm van krediet. Dat vindt de AFM opvallend, aangezien rood staan op een betaalrekening één van de duurdere vormen van krediet is. De AFM geeft vier tips mee voor consumenten die regelmatig rood staan:

    1. Verlaag het limiet voor het rood staan of zet de limiet op nul
    2. Maak een overzicht van de maandelijkse inkomsten en uitgaven
    3. Gebruik spaargeld om het gat op de betaalrekening te dichten. De spaarrente is veel lager dan de kosten van het rood staan.
    4. Wie structureel rood staat kan beter een consumptief krediet afsluiten. De rente op deze vorm van krediet is lager dan de rente op rood staan.

    Bron: AFM

    Geld lenen kost geld

  • Infographic: Hoe Amerika in 70 jaar veranderde

    Het Amerikaanse Bureau voor de Statistiek dook in het archief en zette een aantal statistieken van de Amerikaanse bevolking uit 1940 naast die van 2010. Het levert de volgende interessante infographic op (via Ritholtz).

    then-and-now-infographic
    Infographic van Amerika in 1940 en 2010 (Bron: Census.gov)
  • Tekort op handelsbalans Japan bereikt record

    Het tekort op de Japanse handelsbalans heeft in de eerste helft van dit jaar een nieuw record bereikt. In de periode van januari t/m juni steeg de import met 9,2%, terwijl de export met slechts 4,2% toenam. Experts wijten de verslechtering van de handelsbalans aan de kernramp bij Fukushima in 2011. Sindsdien heeft Japan een groot aantal kerncentrales gesloten en de energieproductie overgezet op duurdere fossiele brandstoffen. Die worden voor ongeveer 90% geïmporteerd uit het buitenland.

    De totale export (¥38.801,2 miljard) minus de totale import (¥33.957,4 miljard) leverde een handelsbalanstekort op van ¥4,8 biljoen. Omgerekend is dat ruim 36 miljard euro. De verslechtering van de handelsbalans is slecht nieuws voor de regering van president Abe. De nieuwe Japanse premier dacht een stimulans te kunnen geven aan de export, door de waarde van de yen onder druk te zetten. Helaas snijdt het mes aan twee kanten, want de import is door de zwakkere yen ook een stuk duurder geworden.

    Verbetering in mei

    Als we de maand-op-maand ontwikkeling van de Japanse handelsbalans bekijken ziet het er allemaal iets minder zorgwekkend uit. Onderstaande grafiek van Tradingeconomics laat zien dat het tekort in mei veel kleiner was dan in de twee maanden ervoor. In mei groeide de export jaar-op-jaar met 7,4% naar ¥6.061 miljard, terwijl de import met 11,8% toenam tot ¥6.242 miljard. Dat leverde voor de maand mei een tekort op van ¥181 miljard, veel minder dan het tekort van ¥994 miljard in april en ¥880 miljard in maart.

    Handelsbalans Japan
    Handelsbalans Japan werd in mei iets beter

    Valutaoorlog

    De Japanse regering heeft internationaal veel kritiek ontvangen voor haar wisselkoersbeleid. De yen is ten opzichte van een jaar geleden 18,9% goedkoper geworden ten opzichte van de Amerikaanse dollar. De zwakkere yen maakt de producten van Japanse makelij relatief goedkoop in andere landen. Daarnaast levert een zwakkere munt meer winst op voor Japanse bedrijven die winst boeken in een vreemde valuta.

    De waardedaling van de Japanse yen kwam ook ter sprake tijdens de G8 top in januari. Ministers van Financiën van verschillende landen, waaronder Rusland, beschuldigden de Japanse regering van manipulatie van de valuta ten behoeve van de export. De Japanse beleidsmakers voerden als tegenargument op dat de waardedaling van de yen slechts een correctie was van een niveau dat al ‘veel te hoog’ was. De Japanse minister van Financiën, Taro Aso noemde de beschuldiging van wisselkoersmanipulatie ‘misplaatst’.

    Lees meer artikelen over Japan: